JA21 noemt forensische zorg niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar doet wel enkele concrete voorstellen die raken aan de zorg voor (psychiatrische) delinquenten, zoals investeren in TBS-capaciteit en het verbeteren van de zorg voor verwarde personen. De partij legt de nadruk op veiligheid, strengere straffen en het voorkomen dat criminelen na detentie terugvallen, met aandacht voor resocialisatie en uitbreiding van forensische behandelcapaciteit.
JA21 wil fors investeren in het gevangeniswezen en de TBS, inclusief het waarderen van personeel bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Dit is bedoeld om de capaciteit te vergroten en de veiligheid te waarborgen, mede in het licht van personeelstekorten en het belang van effectieve behandeling van forensisch psychiatrische patiënten.
“Fors investeren in het renoveren en uitbreiden van de capaciteit in het gevangeniswezen en TBS, daarbij horen ook investeringen in het waarderen van het personeel bij DJI.”
JA21 wil dat gedetineerden verplicht worden tijdens hun detentie een resocialisatieplan te maken, als harde voorwaarde voor eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit moet voorkomen dat criminelen na detentie terugvallen en draagt bij aan een betere aansluiting tussen straf en zorg.
“Gedetineerden verplichten tijdens hun detentie een resocialisatieplan te maken. Dit is een harde voorwaarde voor eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling.”
JA21 wil investeren in voorzieningen zoals Skaeve Huse, zodat verwarde personen van straat gehaald kunnen worden en de hulp krijgen die nodig is. Dit raakt aan het snijvlak van forensische zorg en openbare orde, en beoogt zowel de veiligheid als de zorg voor deze doelgroep te verbeteren.
“Investeren aan de zorgkant zoals in Skaeve Huse, zodat verwarde personen van straat gehaald kunnen worden en de hulp krijgen die nodig is.”
De PVV noemt "forensische zorg" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen op dit gebied. Wel pleit de partij voor het afschaffen van TBS en een versobering van het gevangenisregime, wat direct gevolgen heeft voor de forensische zorgsector. De kern van hun visie is een harde, strafgerichte benadering waarbij behandeling en zorg voor forensische patiënten sterk worden teruggedrongen of zelfs afgeschaft.
De PVV wil het TBS-systeem volledig afschaffen en kiest voor een puur strafrechtelijke benadering zonder ruimte voor forensische zorg of behandeling van daders met psychiatrische problematiek. Dit raakt de kern van forensische zorg, die gericht is op behandeling en resocialisatie van forensische patiënten.
De partij wil het gevangenisregime versoberen en privileges afschaffen, met nadruk op straffen in plaats van behandelen. Dit betekent minder tot geen aandacht voor forensische zorg binnen detentie.
“Wij willen het gevangenisregime flink versoberen, het beklagrecht afschaffen en standaard meer gevangen in één cel stoppen. Ook maken een einde aan privileges zoals spelcomputers en televisies in cellen. Gevangenen moeten een uniform dragen en minstens 40 uur per week werken.”
De SGP noemt forensische zorg niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar raakt het onderwerp zijdelings via voorstellen rond detentie, re-integratie van (ex-)gedetineerden en de aanpak van gedragsstoornissen bij zware delicten. De partij legt de nadruk op veiligheid, herstel en re-integratie, met aandacht voor onderzoek naar gedragsstoornissen en ondersteuning bij terugkeer in de samenleving. Concrete voorstellen zijn gericht op standaard onderzoek bij zware delicten en het bieden van re-integratiekansen aan gedetineerden die berouw tonen.
De SGP wil dat er standaard onderzoek plaatsvindt naar gedragsstoornissen bij zware delicten, om zo beter te kunnen bepalen welke zorg en begeleiding nodig is binnen het strafrechtelijk kader. Dit raakt direct aan de forensische zorg, omdat het de verbinding legt tussen strafrecht en geestelijke gezondheidszorg.
“Er dient standaard onderzoek naar gedragsstoornissen plaats te vinden bij zware delicten. Hiervoor is meer expertise nodig.”
De partij vindt het belangrijk dat gedetineerden die berouw tonen en bijna hun straf hebben uitgezeten, ondersteuning krijgen bij hun terugkeer in de samenleving. Dit omvat hulp bij studie, werk en huisvesting, en steun aan vrijwilligersorganisaties die recidive helpen voorkomen. Dit sluit aan bij het forensisch zorgperspectief van herstel en maatschappelijke terugkeer.
“Gedetineerden die berouw tonen en van wie de straftijd er bijna opzit moeten kunnen werken aan terugkeer in de samenleving. Zij verdienen de mogelijkheid om te werken aan re-integratie, bijvoorbeeld door studiemogelijkheden, hulp bij sollicitatie en het zoeken naar woonruimte.”
“Vrijwilligersorganisaties die werken onder (ex-)gedetineerden verdienen overheidssteun. Zij dragen bij aan het voorkomen van terugval in criminaliteit.”
BVNL wil de forensische zorg verbeteren door snellere en veiligere informatie-uitwisseling tussen gemeenten en zorginstellingen mogelijk te maken, specifiek voor mensen met een forensische of justitiële achtergrond. Daarnaast pleit de partij voor beschermde en langdurige woonvormen met passende zorg als volledige terugkeer in de samenleving niet haalbaar of veilig is. Hun visie is gericht op het verminderen van risico’s voor de samenleving en het bevorderen van doorstroming binnen de forensische zorg.
BVNL vindt dat gemeenten en zorginstellingen sneller en zorgvuldiger informatie moeten kunnen delen over mensen met een forensische of justitiële achtergrond. Dit moet de doorstroming bevorderen en risico’s voor de samenleving en zorg verminderen. Hiervoor willen ze de privacywetgeving (AVG) aanpassen.
“De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) wordt aangepast voor personen met een forensische of justitiële achtergrond. Gemeenten en zorginstellingen moeten snel en zorgvuldig informatie kunnen delen om deze mensen goed en veilig te plaatsen. Dit bevordert de doorstroming en vermindert risico’s voor samenleving en zorg.”
Als volledige terugkeer van mensen met een forensische achtergrond in de samenleving leidt tot overlast, herhaling of gevaar, kiest BVNL voor beschermde en langdurige woonvormen met passende zorg. Hiermee willen ze de veiligheid van de samenleving waarborgen.
“We kijken opnieuw naar de haalbaarheid van volledige terugkeer in de samenleving. Als terugkeer leidt tot overlast, herhaling of gevaar, kiezen we voor beschermde en langdurige woonvormen met passende zorg.”
D66 noemt forensische zorg niet expliciet in het verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct op forensische zorg gericht zijn. Het programma bevat wel algemene standpunten over het voorkomen van recidive, het slimmer straffen van daders en het investeren in zorg en begeleiding rondom criminaliteit, maar zonder specifieke aandacht voor forensische zorg als aparte sector. Kiezers die een uitgesproken visie of concrete plannen voor forensische zorg zoeken, vinden die bij D66 niet terug.
D66 wil rechters meer mogelijkheden geven om alternatieven voor korte celstraffen toe te passen, zoals taakstraffen of elektronische detentie, om zo recidive te voorkomen en de terugkeer in de samenleving te bevorderen. Dit raakt aan het bredere terrein van forensische zorg, maar wordt niet als zodanig benoemd of uitgewerkt.
“D66 kiest voor slimmer straffen. Korte celstraffen – driekwart van de detenties duurt korter dan drie maanden – maken vaak meer kapot dan de straf rechtvaardigt. Daarom bieden we rechters de mogelijkheid om te kiezen voor langere taakstraffen of elektronische detentie. Dat is beter voor een goede terugkeer in de samenleving en we pakken het cellentekort aan, zodat zwaardere criminelen hun straf volledig uitzitten.”
D66 benadrukt het belang van preventie en het werken met daders om herhaling van criminaliteit te voorkomen, maar zonder concrete voorstellen voor forensische zorg of forensische behandeltrajecten.
“We vergroten het maatschappelijk bewustzijn, trainen professionals en werken met daders om herhaling te voorkomen.”
FVD noemt "forensische zorg" niet expliciet in het verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct op forensische zorg betrekking hebben. Wel zijn er enkele relevante standpunten over het strafrechtelijk systeem en de omgang met veelplegers, die indirect raken aan het terrein van forensische zorg, zoals het sneller inzetten van ISD-trajecten voor veelplegers en het afwijzen van strafvermindering op basis van lage intelligentie. Specifiek beleid of visie op forensische psychiatrie, behandeling binnen detentie of re-integratie ontbreekt volledig.
FVD wil dat veelplegers sneller uit de samenleving worden gehaald door het eerder inzetten van ISD-trajecten (Inrichting voor Stelselmatige Daders), wat indirect raakt aan forensische zorg omdat ISD-trajecten vaak gepaard gaan met zorg en behandeling binnen het strafrechtelijk kader. De partij adresseert hiermee het probleem van recidive, maar noemt geen inhoudelijke visie op de zorgcomponent.
“We zetten veelplegers al na drie misdrijven in twee jaar in een ISD-traject (nu tien misdrijven in vijf jaar), zodat zij sneller uit de samenleving worden gehaald.”
FVD wil dat lage intelligentie niet langer kan leiden tot verminderde toerekeningsvatbaarheid of ontoerekeningsvatbaarheid, waarmee ze impliciet stelling nemen tegen een belangrijk criterium voor forensische zorg en behandeling binnen het strafrecht. Dit standpunt richt zich op het beperken van de rol van psychiatrische en psychologische beoordeling in het strafproces.
“We willen een herziening van artikel 39 Sr, zodat lage intelligentie nooit kan leiden tot verminderde toerekeningsvatbaarheid of ontoerekeningsvatbaarheid.”
De Partij voor de Dieren noemt forensische zorg niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar pleit wel voor betere nazorg en toegang tot zorg voor mensen die uit detentie komen. Hun belangrijkste voorstel is het waarborgen van toegankelijke medische en psychische zorg voor ex-gedetineerden, zodat zij niet tussen wal en schip vallen na hun vrijlating. De partij ziet goede zorg en begeleiding als essentieel om recidive te voorkomen en maatschappelijke re-integratie te bevorderen.
De PvdD wil dat mensen die uit detentie komen recht houden op zorg, ook als zij nog geen werk hebben. Dit moet voorkomen dat deze groep verstoken blijft van noodzakelijke medische of psychische hulp, wat hun kans op succesvolle terugkeer in de samenleving vergroot en recidive helpt voorkomen.
“Mensen die gedetineerd waren en vrijkomen maar nog geen werk hebben, hebben eveneens recht op zorg. Daarom stellen we dat straatzorg verankerd wordt en als eerstelijnszorgfunctie wordt geregeld, ook voor mensen die net uit detentie zijn.”
De partij benadrukt het belang van goede reclassering en begeleiding op het gebied van zorg, werk, huisvesting en onderwijs na een veroordeling. Dit wordt gezien als cruciaal om herhaling van strafbare feiten te voorkomen en mensen een nieuw perspectief te bieden.
“We versterken de reclassering om mensen na een veroordeling op een passend spoor van onderwijs, werk, huisvesting en zorg te zetten. Deze basisvoorwaarden zijn cruciaal om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.”
De VVD wil dat patiënten in de forensische zorg (tbs) een eigen bijdrage gaan betalen, omdat zij het oneerlijk vindt dat deze groep nu geen bijdrage levert terwijl anderen dat wel moeten. Dit voorstel is bedoeld om ongelijkheid tussen verschillende groepen patiënten te verminderen en om forensische patiënten beter voor te bereiden op terugkeer in de samenleving.
De VVD vindt het onrechtvaardig dat tbs-patiënten geen eigen bijdrage betalen voor hun verblijf, terwijl civielrechtelijke patiënten dat wel doen. Door een eigen bijdrage te vragen, wil de VVD het risico op verslaving verminderen en patiënten stimuleren zich beter voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij.
“We vragen een eigen bijdrage in de forensische zorg (tbs): Het is oneerlijk dat patiënten die op basis van een strafrechtelijke titel in een instelling verblijven niets hoeven te betalen, terwijl patiënten die in diezelfde instelling verblijven op een civielrechtelijke titel – zoals bijvoorbeeld een zorgmachtiging of vrijwillig – wel aan een eigen bijdrage moeten voldoen.”
“Doordat deze patiënten vaak wel inkomen uit een betaalde baan of uitkering hebben, maar geen vaste lasten, houden we het risico op verslaving in stand en bereiden we patiënten onvoldoende voor op terugkeer in de samenleving. Met het vragen van een eigen bijdrage gaan we dit tegen.”
NSC wil de forensische zorg beter integreren in het regionale zorgaanbod en pleit voor een meer samenhangende, integrale aanpak van zorg voor mensen met complexe problemen, waaronder forensische zorg. Ze benadrukken het belang van samenwerking tussen zorgaanbieders en het wegnemen van bureaucratische schotten, zodat mensen niet tussen wal en schip vallen.
NSC vindt dat forensische zorg, samen met psychiatrie, verslavingszorg en beschermd wonen, onderdeel moet zijn van een regionaal samenhangend zorgaanbod. Dit moet voorkomen dat mensen vastlopen tussen verschillende zorgproducten en financieringsstromen, en zorgt ervoor dat forensische zorg toegankelijker en effectiever wordt aangeboden.
“Zorgaanbieders bieden daarom integraal zorg aan, over de grenzen van de verschillende wetten en financieringsbronnen heen. Samen organiseren zij een knooppunt waar alle woon- en zorgvragen uit de regio voor jeugd en volwassenen bij elkaar komen. Dit ongeacht of het gaat om uit- en instroom vanuit psychiatrie, forensische zorg, verslavingszorg of beschermd wonen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma