Volt pleit voor de oprichting van een volwaardige Europese krijgsmacht die onder democratische controle van het Europees Parlement valt en samenwerkt met de NAVO. Ze willen een gezamenlijke commandostructuur, centrale inkoop, interoperabele wapensystemen, een snelle interventiemacht en op termijn een Europese nucleaire afschrikking. Het doel is om de EU onafhankelijker, efficiënter en slagvaardiger te maken op het gebied van defensie en veiligheid.
Volt wil een Europese krijgsmacht die zelfstandig kan optreden, onder toezicht staat van het Europees Parlement en samenwerkt met de NAVO. Dit moet de EU minder afhankelijk maken van de VS en zorgen voor snellere, efficiëntere en democratisch gelegitimeerde defensie.
“Daarom bouwen we aan een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en die onder toezicht staat van het Europees Parlement.”
“We bouwen aan een Europees leger, want samen staan we sterker dan alleen. We kunnen niet meer vertrouwen op de hulp van de Verenigde Staten. Door als EU samen te investeren in defensie besparen we kosten en werken we efficiënter. Met één Europees leger kunnen we sneller en zelfstandig reageren op bedreiging van onze veiligheid.”
“Om in vrijheid en veiligheid te blijven leven hebben we de EU nodig. We moeten niet langer afhankelijk zijn van andere landen, ook niet van de Verenigde Staten. De EU moet zichzelf kunnen verdedigen. Daarom moeten we een Europees leger bouwen.”
Volt stelt voor om een gezamenlijke Europese commandostructuur, militaire academie en inlichtingendienst op te richten, met een centrale rol voor het hoofdkwartier in Brussel. Dit moet leiden tot betere coördinatie, interoperabiliteit en een duidelijke taakverdeling tussen Europese en nationale legers.
“Volt pleit voor een gezamenlijke Europese commandostructuur, met een hoofdkwartier, een centrale militaire academie en een gedeelde inlichtingendienst. Deze begint met een groep vrijwillige lidstaten en kan later worden uitgebreid. Onderdeel hiervan is een duidelijke taakverdeling tussen de Europese defensiemacht en nationale legers.”
“De bestaande Military Planning and Conduct Capability (MPCC) wordt het vaste militaire hoofdkwartier in Brussel. Deze MPCC coördineert alle Europese missies.”
“Een Europese militaire doctrine bepaalt hoe de EU in conflictsituaties militair optreedt.”
Volt wil een snelle Europese interventiemacht (Rapid Deployment Capacity) met eigen middelen, gestandaardiseerde trainingen en interoperabele wapensystemen. Dit moet de paraatheid en slagkracht van de EU vergroten.
“De EU krijgt de leiding over een snelle interventiemacht die lidstaten kan beschermen.”
“De ‘Rapid Deployment Capacity’ (RDC) krijgt eigen middelen. Bij succes groeit de RDC uit tot een eenheid van minimaal 60.000 militairen.”
“Trainingen voor EU-troepen worden gestandaardiseerd om beter samen te kunnen werken.”
“Nieuwe Europese wapensystemen moeten goed met elkaar samenwerken (interoperabel zijn).”
Volt wil de defensie-industrieën van EU-lidstaten integreren, gezamenlijke inkoop centraliseren en financiering via eurobonds regelen. Dit moet kosten besparen, innovatie stimuleren en de afhankelijkheid van niet-Europese leveranciers verminderen.
“De Europese Commissie krijgt de taak om defensieaanbestedingen te centraliseren, zodat de vraag wordt gebundeld en dubbele kosten worden voorkomen.”
“De defensie-industrieën van de lidstaten worden geïntegreerd om de interoperabiliteit van wapensystemen en strijdkrachten te verbeteren, zodat systemen van verschillende Europese leveranciers op elkaar aansluiten (zoals ook vereist is binnen de Europese strijdkrachten).”
“De uitbreiding binnen defensie wordt gezamenlijk gefinancierd met eurobonds. Uitgaven boven de 2% van het bruto binnenlandse product (bbp) worden gericht op gezamenlijke Europese projecten.”
Volt wil op termijn een eigen Europese nucleaire afschrikking onder democratische controle, met betrokkenheid van Frankrijk en het VK, gericht op second strike-capaciteiten en minder afhankelijkheid van de VS.
“Op termijn komt er een eigen Europese nucleaire afschrikking onder democratische controle. Deze bestaat uit langeafstandsraketten, drones en anticybersystemen om goed te kunnen reageren bij dreiging.”
“De EU investeert samen in de modernisering van Franse kernwapens, gericht op het versterken van second strike-systemen in plaats van op het uitbreiden van het aantal kernkoppen.”
BIJ1 is uitgesproken tegen de vorming van een Europees leger en tegen verdere militarisering van de Europese Unie. De partij pleit voor demilitarisering, neutraliteit en het stoppen van militaire samenwerkingsverbanden, waarbij ze expliciet afstand nemen van zowel NAVO als elke vorm van Europese militaire macht.
BIJ1 verzet zich tegen de oprichting van een Europees leger en de militarisering van de EU, omdat zij dit zien als een verlengstuk van imperialistische en kapitalistische belangen. De partij wil dat Europa zich inzet voor wereldwijde demilitarisering, vrede en samenwerking op basis van gelijkwaardigheid, en niet voor het vormen van militaire blokken of het projecteren van macht.
“De Europese wetten en regels moeten actief stoppen met blokken vormen, straffen en projectie van macht. En in plaats daarvan inzetten op wereldwijd demilitariseren, rechtvaardige handel en wederzijds respect voor vrijheid.”
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen. Het liberale, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet.”
“We maken een einde aan de militarisering van de grenzen van Europa.”
BIJ1 wil dat Nederland uit de NAVO stapt en zich niet aansluit bij militaire samenwerkingsverbanden binnen Europa. De partij kiest voor neutraliteit en wil geen enkele bijdrage leveren aan militaire projecten of een Europees leger.
“We verlaten de NAVO en kiezen voor neutraliteit. Kernwapens van de Verenigde Staten verdwijnen uit Nederland. Ons leger zetten we alleen in om internationaal recht te handhaven, niet voor andermans oorlogen.”
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar. Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“Nederland sluit alle NAVO- en VS-bases op eigen grondgebied, stopt de opslag van kernwapens in het Nederlandse dorp Volkel en loopt weg van de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok.”
Het CDA pleit niet expliciet voor een zelfstandig Europees leger, maar wil wel een sterke Europese defensiesamenwerking binnen de NAVO en streeft naar een volwaardige Europese pijler op defensiegebied. Ze zetten in op meer Europese strategische autonomie, gezamenlijke afstemming van materieel en besluitvorming, en investeren in een innovatieve Europese defensie-industrie. Concrete voorstellen zijn onder andere het ontwikkelen van een Europese Veiligheidsraad en het afstemmen van defensie-eisen in Europees verband.
Het CDA ziet een sterke Europese defensiesamenwerking als noodzakelijk voor de veiligheid van Nederland en Europa, mede vanwege de veranderende geopolitieke situatie en de afnemende oriëntatie van de VS op Europa. Ze willen een volwaardige Europese pijler binnen de NAVO, met meer gezamenlijke besluitvorming en afstemming van materieel, maar spreken zich niet uit voor een volledig zelfstandig Europees leger.
“We willen dat Nederland vooroploopt in het ontwikkelen van een volwaardige Europese pijler in de NAVO, met een Europese Veiligheidsraad. We bouwen onze afhankelijkheden af en streven – op termijn – naar volledige Europese strategische autonomie op het gebied van defensie en veiligheid.”
“Die [krijgsmacht] moet beschikken over hoogwaardig materieel waarvan de eisen in Europees verband zijn afgestemd.”
“De veiligheidssituatie vraagt om meerderheidsbesluitvorming in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU.”
Het CDA wil de Europese defensie-industrie versterken en productiecapaciteit uitbouwen, zodat Europa minder afhankelijk wordt van externe partijen. Dit draagt bij aan de strategische autonomie van Europa op defensiegebied, zonder direct te pleiten voor een Europees leger.
De PVV is fel tegen de oprichting van een Europees leger en verzet zich tegen elke overdracht van militaire bevoegdheden aan de Europese Unie. De partij benadrukt dat de NAVO de enige hoeksteen van het Nederlandse defensiebeleid blijft en pleit voor volledige nationale soevereiniteit op defensiegebied. Concrete voorstellen zijn het behouden van vetorechten, het terughalen van bevoegdheden uit Brussel en het blokkeren van verdere Europese integratie op militair vlak.
De PVV verwerpt het idee van een Europees leger en wil geen enkele militaire soevereiniteit overdragen aan de EU. De partij ziet een Europees leger als onderdeel van een ongewenste "geopolitieke Europese superstaat" en benadrukt dat Nederland baas moet blijven over zijn eigen krijgsmacht. De NAVO blijft volgens de PVV de enige legitieme multilaterale defensiestructuur voor Nederland.
De PVV wil actief gebruikmaken van het Nederlandse vetorecht om elke verdere Europese integratie op het gebied van defensie te blokkeren. Dit omvat het inzetten van veto’s tegen EU-begrotingen en het afdwingen van opt-outs op beleidsterreinen waar nationale soevereiniteit in het geding is.
“Onze vetorechten behouden, in ere herstellen én inzetten voor een opt-out op asiel en immigratie!”
“Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de EU-begroting, om zo een opt-out op asiel en immigratie en soepeler natuur- en stikstofbeleid te dwingen en de EU van binnenuit op de schop te nemen.”
BBB is uitgesproken tegen de oprichting van een Europees leger en wil geen verdere overdracht van militaire soevereiniteit aan Brussel. De partij benadrukt dat Nederland zelf moet kunnen beslissen over militaire inzet en dat de NAVO de hoeksteen van het veiligheidsbeleid blijft. BBB pleit expliciet voor het behoud van het vetorecht op buitenlands beleid en sluit de komst van een Europees leger uit.
BBB verzet zich tegen de vorming van een Europees leger omdat dit de Nederlandse soevereiniteit en zeggenschap over militaire inzet zou ondermijnen. De partij vindt dat defensie een nationale aangelegenheid moet blijven en dat Europese samenwerking zich moet beperken tot strikt noodzakelijke zaken, met behoud van het vetorecht op buitenlands beleid.
“Vetorecht behouden. BBB wil het vetorecht niet afschaffen inzake buitenlands beleid en er komt geen Europees leger.”
“Geen federaal Europa. Geen verdere overdracht van Nederlandse bevoegdheden en soevereiniteit aan Brussel.”
“Internationale samenwerking is belangrijk, maar Nederland moet altijd zelf kunnen beslissen over zijn betrokkenheid. Wij kiezen voor bondgenootschap mét behoud van soevereiniteit.”
BVNL is uitgesproken tegen de vorming van een Europees leger en pleit voor volledige soevereiniteit van de Nederlandse krijgsmacht. Zij willen dat defensiesamenwerking uitsluitend binnen het NAVO-verband plaatsvindt en verzetten zich tegen verdere overdracht van militaire bevoegdheden aan de EU.
BVNL verwerpt het idee van een Europees leger en benadrukt dat de Nederlandse krijgsmacht volledig soeverein moet blijven. Zij zien de NAVO als het enige legitieme samenwerkingsverband voor defensie en willen geen overdracht van militaire macht aan de EU. Dit standpunt komt voort uit hun bredere visie op nationale soevereiniteit en het beperken van Brusselse invloed.
“De krijgsmacht is uitermate belangrijk voor de veiligheid van Nederland en moet daarom volledig soeverein zijn, met voldoende personeel en materieel.”
“Daarnaast zijn we lid van de NAVO op grond van de oorspronkelijke afspraken, namelijk dat het een bondgenootschap is uitsluitend ter verdediging van de lidstaten.”
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
D66 streeft op de lange termijn naar de oprichting van een Europese krijgsmacht, oftewel een Europees leger, om Europa strategisch zelfstandiger en weerbaarder te maken. Op de korte termijn wil D66 de Europese defensiesamenwerking binnen de NAVO versterken door meer gezamenlijke Europese commandovoering, materieel en personeel. De partij ziet Europese militaire integratie als noodzakelijk om het continent te kunnen verdedigen in een instabiele wereld.
D66 wil op termijn een volwaardige Europese krijgsmacht, omdat zij vinden dat Europa zichzelf beter moet kunnen verdedigen en minder afhankelijk moet zijn van andere grootmachten. Dit is een antwoord op de groeiende geopolitieke instabiliteit en de afnemende betrokkenheid van de Verenigde Staten bij Europese veiligheid.
“D66 streeft op lange termijn naar een Europese krijgsmacht.”
Totdat een Europees leger gerealiseerd is, pleit D66 voor versterkte Europese samenwerking binnen de NAVO, met meer gezamenlijke strategische commandovoering, materieel en personeel. Hiermee wil D66 zowel de militaire capaciteiten als de financiële efficiëntie van Europa vergroten.
“Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met Europese strategische commandovoering, Europees materieel en Europees personeel.”
D66 benadrukt het belang van gezamenlijke Europese investeringen, standaardisatie en gezamenlijke inkoop van materieel om de effectiviteit en slagkracht van Europese defensie te vergroten en kosten te besparen. Dit is een praktische stap richting meer militaire integratie.
“We moeten gezamenlijk voorraden aanleggen, trainen en investeren in innovatie. Gezamenlijk materieel inkopen en meer standaardiseren. Door onze krachten te bundelen zijn we samen slagvaardiger en besparen we kosten.”
FVD is fel tegen de oprichting van een Europees leger en verzet zich tegen elke vorm van overdracht van militaire soevereiniteit aan de EU. Ze willen dat Nederland altijd zelfstandig beslist over de inzet van militairen en verwerpen elke bemoeienis van Brussel met de nationale defensie.
FVD wijst een Europees leger en elke overdracht van militaire bevoegdheden aan de EU resoluut af. Ze vinden dat de inzet van Nederlandse militairen nooit door de EU mag worden bepaald en dat Nederland volledige soevereiniteit over defensie moet behouden. Dit standpunt komt voort uit hun bredere visie op nationale soevereiniteit en het afwijzen van Europese integratie op militair gebied.
“We staan nooit toe dat de inzet van onze militairen door de EU of de NAVO wordt bepaald, zodat Nederland altijd zelf de controle houdt.”
“Onze inzet moet altijd in dienst staan van Nederland – nooit van Brusselse of Amerikaanse belangen.”
“Geen verdere soevereiniteitsoverdracht. Zolang Nederland nog lid is van de EU, accepteren we geen enkele nieuwe overdracht van bevoegdheden naar Brussel.”
GroenLinks-PvdA pleit niet voor een volledig Europees leger, maar wil de Europese defensiesamenwerking aanzienlijk versterken door integratie van krijgsmachten, gezamenlijke inkoop en ontwikkeling van wapensystemen, en het opbouwen van een onafhankelijke Europese defensie-industrie. Besluiten over de inzet van de krijgsmacht blijven echter een nationale bevoegdheid. Het doel is om Europa minder afhankelijk te maken van de VS en op termijn zelfstandig voor de eigen veiligheid te kunnen zorgen.
GroenLinks-PvdA wil defensie tot een gedeelde EU-competentie maken en de integratie van Europese krijgsmachten voortzetten, maar de inzet van militairen blijft een nationale beslissing. De partij zet in op gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van wapensystemen en het opbouwen van een onafhankelijke Europese defensie-industrie, met als doel strategische autonomie en minder afhankelijkheid van de VS.
“Defensie moet een gedeelde EU-competentie worden; besluiten over inzet van de krijgsmacht blijven echter een nationale bevoegdheid. Integratie van de krijgsmachten zetten we voort. We bouwen een onafhankelijke Europese defensie-industrie via de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van wapensystemen, diensten en infrastructuur.”
“We bouwen onze afhankelijkheid van de VS af...”
“Europa zal zo spoedig mogelijk voor zijn eigen veiligheid moeten kunnen zorgen.”
JA21 is uitgesproken tegen de oprichting van een Europees leger en wil dat Nederland geen militaire inzet pleegt zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat. De partij benadrukt het belang van nationale soevereiniteit op defensiegebied en ziet de NAVO als het primaire samenwerkingsverband voor militaire veiligheid, niet de EU.
JA21 verwerpt het idee van een Europees leger omdat het de nationale soevereiniteit aantast en Nederland afhankelijk zou maken van Europese besluitvorming. De partij wil dat defensiesamenwerking binnen NAVO-verband blijft en dat Nederland geen militaire inzet pleegt zonder eigen belang of mandaat.
“Geen EU-leger en geen militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat.”
“Geen Europees leger.”
“Tegelijk blijven we als eerste alert op onze eigen soevereiniteit, en steunen dus geen EU-leger buiten NAVO, geen militair optreden zonder Nederlands belang, en geen afhankelijkheid van Amerikaanse ondersteuning voor strategische capaciteiten.”
NSC is uitgesproken tegen de vorming van een Europees leger en wil het Nederlandse geweldsmonopolie niet overdragen aan de Europese Unie. Wel pleit de partij voor nauwere Europese samenwerking op het gebied van defensieaankopen, maar met behoud van nationale soevereiniteit en parlementaire controle over militaire inzet.
NSC verzet zich principieel tegen het opzetten van een Europees leger, omdat dit volgens hen het fundament van Nederland als zelfstandige staat ondermijnt. De partij vindt dat het nationale parlement altijd het laatste woord moet houden over militaire missies en dat het geweldsmonopolie niet aan de EU mag worden overgedragen.
“We zijn tegen de vorming van een Europees leger. Het uit handen geven van ons geweldsmonopolie aan de Europese Unie ondergraaft het fundament van Nederland als zelfstandige staat.”
“We zetten onze krijgsmacht bij voorkeur in internationaal verband in, maar het nationale parlement houdt het laatste woord over militaire missies.”
Hoewel NSC tegen een Europees leger is, ziet de partij wel voordelen in nauwere samenwerking tussen Europese landen op het gebied van defensieaankopen. Dit moet echter niet leiden tot verlies van nationale zeggenschap over defensie.
“Wel vinden we dat Europese landen nauwer moeten samenwerken bij defensieaankopen.”
De Partij voor de Dieren is uitgesproken tegen de oprichting van een Europees leger en wil dat het Nederlandse parlement volledige zeggenschap houdt over de inzet van Nederlandse militairen. Zij pleiten wel voor Europese samenwerking op defensiegebied, maar zonder soevereiniteit op te geven of een gezamenlijke krijgsmacht te vormen.
De PvdD verwerpt het idee van een Europees leger en benadrukt dat Nederland zelf moet beslissen over de inzet van zijn militairen. Dit standpunt is ingegeven door zorgen over democratische controle, nationale soevereiniteit en het voorkomen van ongewenste militaire interventies. Europese samenwerking op defensiegebied is toegestaan, maar mag niet leiden tot een gezamenlijke krijgsmacht.
“We kiezen voor Europese samenwerking, maar het Nederlandse parlement dient volledige zeggenschap te behouden over de inzet van Nederlandse militairen. Er komt geen Europees leger.”
De partij ziet wel ruimte voor samenwerking tussen Europese landen op het gebied van defensie, zoals gezamenlijke aanschaf van materieel en gebruik van oefenlocaties, maar expliciet zonder de vorming van een Europees leger. Het doel is kostenbesparing en onafhankelijkheid van de VS, zonder nationale controle op te geven.
“De afhankelijkheid van de VS bouwen we zo snel mogelijk af door te investeren in een eigen Europese defensie.”
“Niet alle versterking van defensie hoeft fysiek in Nederland plaats te vinden. ... Samenwerking op het gebied van (bestaande) oefenlocaties in Europa en het aankopen van defensiematerieel met andere Europese landen is daarom cruciaal.”
De SP is tegen de oprichting van een Europees leger en tegen een federaal Europa. De partij pleit wel voor militaire samenwerking en betere afstemming tussen Europese landen, maar wil dat Nederland altijd zelf beslist over de inzet van haar krijgsmacht. Europese samenwerking mag niet ten koste gaan van nationale soevereiniteit en democratische controle.
De SP verzet zich expliciet tegen de vorming van een Europees leger omdat dit de nationale zeggenschap over militaire inzet ondermijnt en bijdraagt aan een federaal Europa, wat zij onwenselijk achten. De partij wil dat Nederland altijd zelf beslist over de uitzending van militairen en dat het vetorecht behouden blijft.
“De SP is voor militaire samenwerking en betere afstemming in Europa, maar niet voor een Europees leger. Wij gaan zelf over de uitzending van onze mensen.”
“Geen federaal Europa of Europees leger. De SP is voor Europese samenwerking, maar tegen een federaal Europa. Het vetorecht van landen blijft behouden, ook in de buitenlandraad.”
De SP ziet wel voordelen in betere militaire samenwerking en afstemming tussen Europese landen, zolang dit de nationale soevereiniteit niet aantast. De partij wil dat Europese samenwerking het veiligheidsbelang van Europa dient, niet dat van externe machten zoals de VS.
“Met betere samenwerking en betere afstemming tussen de Europese landen wordt het Europees veiligheidsbelang gediend in plaats van de belangen van de VS.”
50PLUS spreekt zich niet expliciet uit voor of tegen een Europees leger. Het programma benadrukt de NAVO als hoeksteen van het veiligheidsbeleid en pleit voor versterking van de nationale defensie en Europese grootmachtstatus, maar noemt nergens de oprichting of ondersteuning van een Europees leger als concreet beleidsvoorstel.
50PLUS ziet de NAVO als de basis van het Nederlandse veiligheidsbeleid en richt zich op versterking van nationale defensie en Europese onafhankelijkheid, zonder te pleiten voor een Europees leger. De partij wil Europa wel als grootmacht positioneren, maar verbindt daar geen concreet voorstel voor een gezamenlijk Europees leger aan.
DENK is tegen de oprichting van een Europees leger en wil dat Nederland altijd zelf beslist over de inzet van zijn militairen. De partij steunt wel Europese defensiesamenwerking, maar alleen als de nationale soevereiniteit volledig behouden blijft en Nederland zeggenschap houdt over militaire besluiten.
DENK verwerpt het idee van een Europees leger omdat het de nationale soevereiniteit en de controle over de inzet van Nederlandse militairen wil behouden. Europese samenwerking op defensiegebied is acceptabel zolang Nederland zelfstandig blijft beslissen over militaire missies en inzet.
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
“Dat betekent meer Europese samenwerking op internationaal gebied en op defensiegebied, zonder het verlies van onze eigen soevereiniteit.”
De SGP is uitgesproken tegen de vorming van een Europees leger en wil dat defensiesamenwerking binnen de EU strikt aanvullend blijft aan de NAVO. Besluitvorming over militaire inzet moet nationaal blijven, waarbij Nederland zelf bepaalt over het uitzenden van troepen en Brussel geen zeggenschap krijgt.
De SGP verzet zich tegen de oprichting van een Europees leger en vindt dat defensiesamenwerking binnen de EU alleen mag plaatsvinden als het aanvullend is aan de NAVO en binnen bestaande bevoegdheden. De partij benadrukt dat de nationale soevereiniteit over militaire inzet behouden moet blijven en dat Brussel geen beslissingsmacht krijgt over Nederlandse troepen.
“De SGP wil echter geen Europees leger en vindt de nieuwe Europese Defensiecommissaris ongewenst. Niet Brussel, maar Den Haag blijft besluiten over het uitzenden van troepen.”
“De NAVO is onze belangrijkste veiligheidspartner. De EU vult slechts aan waar dit meerwaarde biedt en zij bevoegdheid heeft.”
De VVD is duidelijk tegen de oprichting van een Europees leger en benadrukt dat militaire samenwerking tussen Europese landen uitsluitend binnen de NAVO moet plaatsvinden. De partij pleit voor een sterke Europese pijler binnen de NAVO, meer gezamenlijke investeringen en strategische autonomie, maar wil dat de nationale soevereiniteit over inzet van de krijgsmacht behouden blijft. De Tweede Kamer moet altijd beslissen over Nederlandse militaire inzet.
De VVD verwerpt het idee van een Europees leger en kiest in plaats daarvan voor versterkte samenwerking tussen Europese landen binnen het NAVO-kader. Dit moet leiden tot meer militaire zelfstandigheid van Europa, maar zonder overdracht van nationale zeggenschap over de inzet van troepen. De partij vindt het essentieel dat Nederland altijd zelf beslist over militaire missies.
“Geen Europees leger, maar een sterke Europese pijler binnen de NAVO: De VVD kiest voor een militair zelfstandiger Europa. De VS blijft een onmisbare bondgenoot, maar Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Dit doen we door pragmatisch met gelijkgezinden landen de dure systemen aan te schaffen die nodig zijn voor commandovoering over grootschalige militaire operaties waarvoor we nu te afhankelijk zijn van de VS. Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO”
“We willen geen Europees Leger: de Tweede Kamer besluit altijd of onze krijgsmacht ergens wordt ingezet. Het gaat hier immers over onze eigen mensen.”
De ChristenUnie is tegen de vorming van een Europees leger, maar wil wel de Europese defensiesamenwerking versterken binnen de NAVO en de EU. Ze pleiten voor meer gezamenlijke investeringen, een uitgebreidere EU-commandostructuur en efficiënter gebruik van defensiebudgetten, maar benadrukken dat de inzet van Nederlandse troepen altijd onder nationale controle blijft. De partij ziet Europese samenwerking als noodzakelijk voor strategische autonomie, maar bewaakt nationale soevereiniteit en politieke controle.
De ChristenUnie wil de Europese defensiesamenwerking intensiveren, vooral binnen de NAVO en via gezamenlijke EU-initiatieven, maar verwerpt het idee van een zelfstandig Europees leger. Ze richten zich op betere afstemming, gezamenlijke inkoop en een sterkere EU-commandostructuur, met behoud van nationale zeggenschap over troepeninzet. Dit moet Europa minder afhankelijk maken van de VS, zonder nationale soevereiniteit op te geven.
“De mate waarin Europa afhankelijk is van de VS binnen de NAVO is niet toekomstbestendig. Daarom moet de samenwerking binnen de Europese pijler van de NAVO worden versterkt. Dit doen we door investeringen, werkwijze en strategieën beter op elkaar aan te laten sluiten (bijvoorbeeld via het NAVO Defensieplanningsproces). Binnen de Europese Unie kan efficiënter gebruik worden gemaakt van nationale defensiebudgetten door gemeenschappelijke ontwikkel- en inkoopprogramma’s. We willen de EU-commandostructuur uitbreiden om daadkrachtig Europees optreden en een snelle operationele inzet mogelijk te maken. Voor de inzet van Nederlandse troepen blijft altijd expliciete Nederlandse instemming vereist.”