D66 benoemt het belang van onderwijs op maat, digitale vaardigheden en het levenslang kunnen blijven leren, maar doet geen concrete of expliciete voorstellen rond "elearning" of digitaal afstandsonderwijs. Het programma noemt wel het versterken van digitale vaardigheden en het bieden van flexibele leerprogramma’s, maar blijft vaag over specifieke digitale leervormen of technologieën.
D66 wil dat iedereen, ongeacht leeftijd of situatie, kan blijven leren op een manier die bij hem of haar past. Dit omvat ruimte voor eigen leerprogramma’s en leren op een passende plek, wat ruimte laat voor digitale of blended vormen, maar zonder expliciet "elearning" te noemen of uit te werken.
“Zo bouwen we aan onderwijs waar mensen altijd blijven leren, op een manier die bij ze past, van nul tot honderd jaar.”
“Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn. Zo bieden we leerlingen die het moeilijk hebben, of die nu al thuis zitten, de ruimte om te leren in hun tijd, op een passende plek en met een eigen leerprogramma.”
D66 investeert in het versterken van digitale vaardigheden in het onderwijs, maar koppelt dit niet direct aan het aanbieden van digitaal onderwijs of elearning-platforms.
GroenLinks-PvdA benoemt het belang van een leven lang leren en digitale vaardigheden, maar doet geen concrete voorstellen specifiek gericht op "elearning" of online leren. De partij focust op ontwikkelbudgetten, digitale vaardigheden en het gebruik van digitale lesmiddelen, maar noemt nergens expliciet online onderwijs, digitale leerplatforms of afstandsonderwijs als beleidsmaatregel. Hun visie is vooral gericht op het faciliteren van bij- en omscholing en het bevorderen van digitale geletterdheid, zonder specifieke aandacht voor elearning als onderwijsvorm.
GroenLinks-PvdA wil dat iedereen zich kan blijven ontwikkelen, met speciale aandacht voor om- en bijscholing gedurende het hele werkzame leven. Dit wordt ondersteund door een leerrecht en ontwikkelbudget, maar er wordt niet expliciet verwezen naar elearning of online leermethoden.
“Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing. Ook vaardigheden die buiten het directe beroep liggen komen daarvoor in aanmerking.”
“In samenwerking met het bedrijfsleven zorgt de overheid voor een ontwikkelbudget. Zo kan het hele werkzame leven ingezet worden op het volgen van opleidingen en cursussen.”
De partij erkent het belang van digitale vaardigheden en het gebruik van digitale lesmiddelen in het onderwijs, maar koppelt dit niet concreet aan elearning of online onderwijs. De nadruk ligt op het bijblijven met digitale innovaties en het gebruik van door scholen beheerde digitale apparaten.
“Daarnaast is het steeds belangrijker dat werknemers bijblijven met digitale vaardigheden en innovaties als AI, zie hoofdstuk ‘Werk, Inkomen en Economie’.”
“Leerlingen gebruiken alleen door school beheerde apparaten (geen privételefoons of apparaten) zodat scholen deze optimaal kunnen inrichten voor leren en lesgeven en de blootstelling aan sociale media en verslavende algoritmes kunnen beperken.”
50PLUS erkent het belang van digitale vaardigheden en een leven lang leren voor ouderen, maar noemt "elearning" niet expliciet. Hun focus ligt op laagdrempelige, betaalbare scholing en digitale vaardigheidstraining, vooral via lokale leerpunten en cursussen, om ouderen zelfredzaam te houden in een digitaliserende samenleving.
50PLUS wil dat ouderen toegang hebben tot betaalbare en toegankelijke scholing, met nadruk op digitale vaardigheden. Dit moet ouderen in staat stellen zelfstandig te blijven functioneren en mee te doen in de samenleving, gezien de snelle technologische ontwikkelingen. De partij stelt voor om lokale leerpunten en digitale cursussen aan te bieden, maar noemt geen specifieke inzet op "elearning" als onderwijsvorm.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
“Digitale cursussen voor ouderen om hun vaardigheden te verbeteren, met specifieke aandacht voor internetgebruik, online bankieren en sociale media door lokale gemeenschappen, bibliotheken en seniorenverenigingen.”
Volt erkent het belang van digitale geletterdheid en digitale infrastructuur in het onderwijs, maar noemt "elearning" niet expliciet. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het versterken van digitale vaardigheden, het ontwikkelen van een publieke digitale leeromgeving en het verplicht stellen van programmeren in het curriculum. Volt wil zo het onderwijs toekomstbestendig maken en onafhankelijk van commerciële platforms.
Volt pleit voor een publieke, open-source digitale leeromgeving voor studenten en docenten, om afhankelijkheid van commerciële platforms te voorkomen en privacy te waarborgen. Dit sluit aan bij de bredere visie op digitale autonomie en toegankelijkheid in het onderwijs.
“Studenten en docenten moeten veilig en toegankelijk kunnen werken in één digitale omgeving, met functies voor roosters, studiemateriaal, opdrachten, communicatie, toetsen en loopbaangegevens, zonder afhankelijk te zijn van commerciële platforms of softwarebedrijven. Deze publieke leeromgeving is open-source en voldoet aan hoge standaarden op het gebied van privacy, transparantie en digitale autonomie.”
Volt wil digitale vaardigheden, waaronder programmeren, als basisvaardigheid verplicht stellen in het funderend onderwijs. Dit is bedoeld om leerlingen beter voor te bereiden op een digitale samenleving en arbeidsmarkt.
“Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs. Volt pleit voor de ontwikkeling van een nationale strategie en de verplichting van leren programmeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.”
Volt wil het curriculum kritisch herzien om ruimte te maken voor digitale vaardigheden en kunstmatige intelligentie, en zo het onderwijs toekomstbestendig te maken.
“We gaan kritisch naar het huidige curriculum kijken, waarbij we ons onderwijsstelsel toekomstbestendig maken. [...] Hierbij zijn een inclusieve maatschappij, emotionele en fysieke gezondheid en digitale geletterdheid belangrijke thema’s.”
BIJ1 ziet online onderwijs (elearning) vooral als middel om onderwijs toegankelijker te maken voor mensen met een handicap en voor wie thuisstudie nodig is. Ze willen het recht op thuisstudie wettelijk vastleggen en online colleges faciliteren, zodat iedereen naar eigen wensen kan studeren.
BIJ1 pleit voor het wettelijk vastleggen van het recht op thuisstudie en het faciliteren van online colleges, met name om mensen met een handicap beter te ondersteunen. Dit moet het onderwijs inclusiever maken en barrières voor deelname wegnemen, zodat iedereen – ongeacht beperking – volwaardig kan meedoen.
“We werken aan toegankelijk onderwijs door het recht op thuisstudie vast te leggen. Ook komt er meer (onafhankelijke) ondersteuning, zodat mensen met een handicap beter en naar eigen wensen kunnen studeren. Bijvoorbeeld door online colleges te faciliteren.”
BVNL benoemt "elearing" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete beleidsvoorstellen op dit gebied. Wel uit de partij kritiek op digitaal onderwijs, met name in de context van de coronapandemie, en benadrukt zij het belang van fysiek onderwijs en het herstellen van leerachterstanden die door digitaal onderwijs zijn ontstaan.
BVNL ziet de periode van digitaal onderwijs tijdens de coronacrisis als problematisch, met negatieve gevolgen voor leerprestaties en mentale gezondheid van jongeren. De partij pleit voor herstel van deze achterstanden en investeringen in fysiek onderwijs.
“Ook mogen we niet vergeten welke effecten het coronabeleid op deze generatie heeft gehad: twee jaar géén of digitaal onderwijs, géén of beperkt sociaal contact. Leerachterstanden en mentale problemen zijn het resultaat.”
De SP benoemt het belang van betaalbare, toegankelijke en open digitale leermiddelen, maar noemt "elearning" niet expliciet als beleidsdoel. Hun focus ligt op het tegengaan van de commercialisering van digitale leermiddelen en het waarborgen van publieke regie en privacy in het onderwijs. Concrete voorstellen zijn het stimuleren van open en vrij toegankelijke (digitale) leermaterialen en het verminderen van afhankelijkheid van commerciële techbedrijven.
De SP wil dat digitale leermiddelen betaalbaar, herbruikbaar en publiek toegankelijk zijn, om zo de invloed van commerciële partijen en afhankelijkheid van grote techbedrijven te verminderen. Dit moet de regie bij scholen houden en de privacy van leerlingen en docenten beschermen.
“De commercieel gedreven leermiddelenmarkt maakt onderwijs onnodig duur. Ook raken scholen steeds vaker afhankelijk van digitale platforms van grote techbedrijven die gegevens van leerlingen en docenten verzamelen. De SP wil dat leermiddelen betaalbaar en herbruikbaar zijn en zet in op open en vrij toegankelijke (digitale) materialen. Zo blijft kennis publiek en houden scholen de regie over hun eigen onderwijs.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma