JA21 ziet economische groei als essentieel voor het behoud van welvaart, goede zorg, onderwijs en veiligheid in Nederland. De partij wil economische groei stimuleren door lasten en regeldruk voor ondernemers te verlagen, het belastingstelsel te vereenvoudigen, innovatie te bevorderen en de industrie te beschermen tegen oneerlijke concurrentie en hoge energiekosten. Kern van hun visie is dat de overheid ondernemers faciliteert in plaats van belemmert, en dat marktwerking en productiviteit centraal staan.
JA21 stelt dat hoge lasten en regeldruk economische groei belemmeren en wil deze structureel verlagen om ondernemers meer ruimte te geven om te investeren, innoveren en banen te creëren. Dit moet het vestigingsklimaat verbeteren en de concurrentiepositie van Nederland versterken.
“Nederland moet weer gaan verdienen. Dat vraagt een overheid die ondernemers de ruimte geeft, lasten voor werkenden zo laag mogelijk houdt en zich richt op economische groei.”
“Ondernemen weer lonend maken door de lasten op ondernemers en familiebedrijven te verlagen en een fiscaal aantrekkelijk klimaat te creëren.”
“Mkb maximaal faciliteren door het eenvoudiger te maken om te investeren in het mkb, en regeldruk en rapportageverplichtingen te verminderen.”
“Regeldruk terugdringen door met de stofkam door huidige wet- en regelgeving te gaan en overbodige regelgeving te schrappen. Voor elke nieuwe regel moet een oude regel verdwijnen.”
JA21 wil het belastingstelsel fundamenteel hervormen om het eenvoudiger, eerlijker en voorspelbaarder te maken. Dit moet investeren aantrekkelijker maken en bijdragen aan economische groei doordat ondernemers en werkenden meer worden beloond.
“Een eenvoudiger belastingsysteem waarin mensen daadwerkelijk meer beloond worden als ze meer werken, en een sociaal vangnet dat mensen helpt zonder ze afhankelijk te maken.”
“Een eenvoudige vennootschapsbelasting voor alle ondernemingen door het huidige tweeschijvenstelsel (19% en 25,8%) te vervangen door één helder tarief van 20% voor alle ondernemingen.”
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
JA21 ziet een sterke industrie als ruggengraat van de economie en wil deze beschermen tegen hoge energiekosten, netcongestie en extra nationale regelgeving. Het doel is om banen, innovatie en strategische autonomie te behouden en zo economische groei veilig te stellen.
“We moeten de Nederlandse industrie koesteren. Onze hoogwaardige maakindustrie – van chemie tot voedingsmiddelen, van high-tech tot metaal – vormt de ruggengraat van onze welvaart.”
“De Rotterdamse haven is één van de belangrijkste economische motoren van Nederland en een onmisbare schakel in de internationale handel. JA21 wil de haven ruim baan geven, als bron van werkgelegenheid en welvaart.”
“Onze industrie beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare energie. We lossen netcongestie op en voorkomen dat bedrijven stilstaan omdat aansluiting op het stroomnet onmogelijk is.”
JA21 wil dat Nederland een topspeler wordt op het gebied van technologie en digitalisering, omdat dit de productiviteit en daarmee de economische groei verhoogt. De overheid moet ondernemers faciliteren in digitalisering en het gebruik van AI, vooral in het mkb.
“Digitalisering en kunstmatige intelligentie bieden enorme kansen voor onze economie, maar dan moet de overheid wel meebewegen en ondernemers de ruimte geven om te groeien en te innoveren.”
“Het gebruik van AI in de praktijk stimuleren, vooral in het mkb, door in te zetten op slimme data-analyse, automatisering en AI-oplossingen die ondernemers echt helpen. Aan ethische kaders hebben we niet genoeg, het uitgangspunt is productiviteit.”
JA21 wil een einde maken aan verstorende subsidies en overheidssturing van de economie. Door marktwerking te herstellen en concurrentie te bevorderen, verwacht de partij dat innovatie en economische groei worden gestimuleerd.
50PLUS ziet economische groei vooral als het behouden en versterken van de Nederlandse welvaart door verstandig financieel beleid, het stimuleren van innovatie en het beperken van nationale regelgeving bovenop Europese afspraken. De partij pleit voor een circulaire economie, investeringen in energie-infrastructuur (zoals kerncentrales), en het terugdringen van verspilling en inefficiëntie in de collectieve sector. Hun visie is kritisch op symboolpolitiek en benadrukt het belang van een gelijk speelveld binnen Europa om de concurrentiepositie van Nederland te beschermen.
50PLUS wil economische groei stimuleren door te kiezen voor een circulaire economie en het voorkomen van extra nationale regels die de concurrentiepositie van Nederland schaden. Ze zijn kritisch op nationale industriepolitiek en pleiten voor Europese afstemming en het uitfaseren van nationaal klimaatbeleid zodra Europese afspraken zijn gemaakt.
“Een circulaire economie waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen.”
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
De partij ziet het oplossen van knelpunten in het elektriciteitsnet en het investeren in kernenergie als essentieel om bedrijven te behouden, innovatie te stimuleren en economische groei mogelijk te maken. Ze koppelen de energietransitie direct aan het concurrentievermogen van Nederland in high-tech en AI.
“Meer elektriciteit opwekken is nodig als Nederland wil meedoen met de revolutie van high-tech en artificiële intelligentie. Door het oplossen van knelpunten kunnen we grote bedrijven behouden en aantrekken.”
“Snelle voortgang met de bouw van 4 nieuwe kerncentrales.”
“Versnelde introductie van kleine kerncentrales (SMR’s).”
50PLUS stelt dat economische groei wordt geremd door verspilling, fraude en ondoelmatigheden binnen de overheid en het belastingstelsel. Ze willen een breed onderzoek naar overheidsuitgaven en belastingfaciliteiten om miljarden te besparen en zo ruimte te creëren voor groei.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
De partij benadrukt het belang van een voorzichtig begrotingsbeleid dat rekening houdt met de economische cyclus en Europese afspraken, om zo een stabiele basis voor groei te waarborgen en de inflatie te beteugelen.
“Een behoedzame ontwikkeling van het begrotingstekort binnen de grenzen van de Europese begrotingsafspraken.”
“Een begrotingsbeleid dat rekening houdt met de economische cyclus.”
“Een zuiniger uitgavenbeleid om de ECB te helpen de inflatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen.”
BBB ziet economische groei als het resultaat van ondernemerschap, innovatie en een sterke maakindustrie, waarbij de overheid vooral moet faciliteren en regeldruk verminderen. De partij wil investeren in regionale economische ontwikkeling, innovatie, en strategische sectoren zoals industrie en maritieme maakindustrie, onder meer via een Nationale Investeringsbank. BBB pleit voor minder regelgeving, een aantrekkelijker vestigingsklimaat en het benutten van groeikansen buiten de Randstad om zo het verdienvermogen van Nederland te versterken.
BBB stelt dat overmatige regelgeving, hoge lasten en stroperige procedures economische groei belemmeren. Door deze te verminderen en het ondernemerschap te stimuleren, wil BBB het concurrentievermogen en de economische groei versterken.
“Regeldruk, hoge lasten en stroperige procedures ontmoedigen ondernemerschap, terwijl andere landen hun bedrijven juist koesteren. Dat moet anders.”
“De regelgeving op nationaal niveau moet drastisch verminderen en worden getoetst op de impact op ons concurrentievermogen.”
“BBB stelt een harde reductiedoelstelling voor regeldruk (25% in 4 jaar).”
BBB vindt dat economische groei niet alleen in de Randstad moet plaatsvinden, maar dat ook regio’s met hun eigen kracht en sectoren moeten kunnen groeien. Gerichte investeringen in regionale clusters en ecosystemen zijn volgens BBB essentieel voor een evenwichtige economische ontwikkeling.
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
“De rijksoverheid onderzoekt de mogelijkheden om gericht te investeren in kansrijke regionale economische clusters, zoals agrofood in Noordoost Nederland, hightech in Twente en zorginnovatie in Limburg.”
“Projecten die aantoonbare potentie hebben om economische groei, woningbouw of strategische spreiding te stimuleren verdienen prioriteit.”
BBB beschouwt een sterke maakindustrie als essentieel voor economische groei, innovatie en werkgelegenheid. Investeren in technologie, vakmanschap en strategische sectoren zoals de maritieme industrie moet Nederland concurrerend en weerbaar houden.
“Er moet worden ingezet op een sterke maakindustrie, omdat deze sector essentieel is voor economische groei, innovatie en werkgelegenheid.”
“De industrie is onmisbaar voor de voedselproductie, woningbouw, energietransitie, defensie, maritieme slagkracht en de regionale economie.”
“Scheepsbouw, offshore techniek, bagger, marinebouw en binnenvaart logistiek zijn van groot belang voor onze economie en veiligheid. BBB wil dat deze sector structureel wordt erkend als strategisch en dat beleid daarop wordt ingericht.”
BBB ziet innovatie en jonge bedrijven als motoren voor economische groei. Door praktische innovatie te stimuleren en meer durfkapitaal beschikbaar te maken, wil BBB de vernieuwingskracht van Nederland vergroten.
BBB wil de oprichting van een Nationale Investeringsbank onderzoeken om investeringen in mkb, innovatie en infrastructuur te stimuleren, met als doel regionale economieën te versterken en economische groei te versnellen.
“De oprichting van een Nationale Investeringsbank onderzoeken die: Vermogen van de overheid koppelt aan landelijke en regionale projecten; Investeert in mkb, innovatie en infrastructuur; Marktpartijen cofinanciert via garantstellingen en leningen;”
“Een Nationale Investeringsbank versterkt de regionale economie, maakt Nederland minder afhankelijk van buitenlandse kapitaalstromen en versnelt de energietransitie en landbouwtransitie zonder bureaucratie.”
BVNL ziet economische groei als het resultaat van een ondernemersvriendelijk klimaat met lage belastingen, minder overheidsbemoeienis en het stimuleren van innovatie. De partij pleit voor forse belastingverlagingen, deregulering, het verbeteren van het vestigingsklimaat en het afschaffen van subsidies en bureaucratische belemmeringen. Volgens BVNL zijn ondernemers, MKB en multinationals de motor van de economie en moet beleid gericht zijn op het belonen van ambitie en het aantrekkelijk maken van werken en investeren.
BVNL stelt dat lagere belastingen essentieel zijn om economische groei te stimuleren, zowel voor bedrijven als particulieren. Door een vlaktaks en het verlagen van werkgeverslasten en vennootschapsbelasting wil de partij het vestigingsklimaat verbeteren en investeren aantrekkelijker maken.
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“BVNL wil de belastingen en werkgeverslasten voor ondernemers omlaag brengen, de bureaucratie verminderen en het gelijke speelveld weer terugbrengen in de markt...”
“Mede daarom pleit BNVL voor de afschaffing van de dividendbelasting en een forse verlaging van de vennootschapsbelasting.”
“Belang Van Nederland kiest voor een ondernemersvriendelijke koers die gestoeld is op vrijemarkteconomie, sober fiscaal beleid, lage belastingen en structurele hervormingen.”
BVNL ziet regeldruk en bureaucratie als rem op economische groei. De partij wil minder regels, afschaffing van bepaalde verplichtingen en meer vrijheid voor ondernemers, zodat zij kunnen innoveren en groeien.
“Minder regels voor ondernemers en bedrijven. Bureaucratie en regeldruk moeten worden teruggedrongen.”
“Minder overheidsbemoeienis en minder vergunningsplichten.”
“De wet DBA wordt ingetrokken en mensen mogen zelf bepalen of ze liever in loondienst gaan of als ZZP’er aan de slag gaan.”
BVNL wil een innovatievriendelijk klimaat creëren door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen. Dit moet de technologische voorsprong van Nederland versterken en zo economische groei aanjagen.
“We willen een innovatievriendelijk klimaat creëren waarin bedrijven, startups en academici kunnen gedijen. Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
De partij vindt dat werken meer moet opleveren dan een uitkering en wil de armoedeval opheffen. Door het verschil tussen werken en niet-werken te vergroten en werkgeverslasten te verlagen, wil BVNL arbeidsparticipatie en economische groei stimuleren.
BVNL beschouwt goede infrastructuur als essentieel voor economische groei en wil daarom fors investeren in wegen, openbaar vervoer en luchthavens.
“Het economisch belang van een goede infrastructuur is enorm.”
“Meer investeren in de uitbreiding van de capaciteit van het wegennet. Files worden aangepakt door de capaciteit van de wegen af te stemmen op de hoeveelheid auto’s en er wordt geïnvesteerd in het openbaar vervoer.”
“Schiphol is een economische pijler van de Nederlandse economie en mag groeien op een verantwoorde manier waarbij ingezet wordt op energiezuinige en stille vliegtuigen.”
FVD ziet economische groei als het resultaat van lagere belastingen, minder overheidsbemoeienis en het benutten van nationale energiebronnen zoals gas. Hun belangrijkste voorstellen zijn een forse belastingverlaging, het schrappen van klimaat- en stikstofbeleid, het heropenen van het Groninger gasveld en het stimuleren van ondernemerschap, vooral voor MKB en ZZP. De kern van hun visie is dat economische groei ontstaat door meer vrijheid voor burgers en bedrijven, minder regels en een kleinere overheid.
FVD stelt dat hoge belastingen economische groei belemmeren en wil daarom het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen en verlagen. Dit moet werken, ondernemen en investeren aantrekkelijker maken, waardoor de economie groeit.
“De belastingen zijn veel te hoog geworden en belemmeren innovatie en economische groei.”
“We gaan voor een radicale verlaging van de belastingen. We voeren een belastingvrije voet in van €30.000,- voor alle werkenden en gepensioneerden, en we maken de eerste €1.000 verdiend in een tweede baan (bij minimaal 32 uur hoofdbaan) belastingvrij.”
“We verlagen het hoge BTW-tarief naar 19% en het lage BTW-tarief naar 6%, zodat het leven weer goedkoper wordt en horeca, winkeliers en aanbieders van diensten een directe economische impuls ontvangen.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
FVD ziet het heropenen van het Groninger gasveld en het benutten van andere energiebronnen als directe impuls voor economische groei, door goedkopere energie en meer bestedingsruimte voor burgers en bedrijven.
“Nog zo’n voorbeeld: de heropening van het Groninger gasveld. Indien we dat zouden doen, zou er - evident! - weer ruimschoots goedkoop en kwalitatief hoogwaardig aardgas beschikbaar komen voor huishoudens, industrie, agrariërs, enzovoorts: het zou vanzelfsprekend een gigantische bestedingsimpuls opleveren.”
“We hervatten de gasboringen in Groningen, waar nog eens voor circa 585 miljard euro aan gasbaten gerealiseerd kunnen worden. Zo zorgen we voor lagere rekeningen en een bloeiende economie.”
FVD stelt dat een kleinere overheid en minder regels ruimte geven aan ondernemerschap en innovatie, wat economische groei stimuleert.
FVD beschouwt het MKB en ZZP als de motor van de economie en wil deze groep stimuleren door lastenverlichting, minder regels en meer ruimte voor ondernemerschap.
FVD ziet het huidige klimaat- en stikstofbeleid als een rem op economische groei en wil deze volledig schrappen om ruimte te geven aan bedrijven, vooral in de agrarische sector.
“Een doorgeslagen klimaatbeleid maakt energie onbetaalbaar en vervuilt de horizon met spuuglelijke en uiterst kostbare windturbines.”
“We schrappen het stikstofbeleid volledig, heffen de zogeheten landbouwkalender op en herstellen de energiebelastingkorting voor tuinders en (agrarische) industrie.”
Het CDA ziet economische groei niet als doel op zich, maar als noodzakelijke voorwaarde voor het behoud van welvaart, welzijn en het kunnen financieren van maatschappelijke opgaven zoals klimaat, defensie en zorg. De partij wil groei realiseren door te investeren in innovatie, arbeidsproductiviteit, infrastructuur en een aantrekkelijk ondernemersklimaat, met speciale aandacht voor het MKB, regionale ecosystemen en een duurzame economie.
Het CDA beschouwt economische groei als essentieel om toekomstige welvaart, welzijn en maatschappelijke investeringen mogelijk te maken, maar niet als een doel op zich. Groei moet verantwoord en toekomstbestendig zijn, met oog voor duurzaamheid en innovatie.
Het CDA wil economische groei stimuleren door structureel te investeren in innovatie, verhoging van arbeidsproductiviteit, en het versterken van het toekomstig verdienvermogen, met nadruk op publiek-private samenwerking en een leven lang ontwikkelen.
“De cruciale sleutel voor verantwoorde groei zit in de verhoging van de arbeidsproductiviteit. We moeten volop investeren in innovatie en in een leven lang ontwikkelen.”
“We geven het Groeifonds een nieuwe impuls en investeren daarmee in nieuwe technologieën die nodig zijn voor de toekomst.”
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat.”
“Zulke investeringen doen we zo nodig ten laste van de staatsschuld, omdat deze uiteindelijk de staatsschuld zullen verlagen. Het gaat met name om investeringen in publieke kapitaalgoederen, die groeibevorderend zijn: bijvoorbeeld in het stroomnet, in de aanleg en het onderhoud van infrastructuur of in grootschalige onderzoekfaciliteiten.”
Het CDA wil het ondernemersklimaat versterken door fiscale stimulansen, minder regeldruk, betere toegang tot kapitaal en ondersteuning van familiebedrijven, zodat bedrijven kunnen groeien en bijdragen aan economische ontwikkeling.
“We voeren actief economisch en fiscaal beleid om bedrijven en investeringen aan te trekken en te behouden. We behouden de expatregeling, de innovatiebox en de (uitgebreide) WBSO, scherpen de renteaftrekbeperking niet verder aan en komen niet aan de inkoop van eigen aandelen.”
“We ontwikkelen Invest NL, Invest International en onderdelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) door tot een Nationale Investeringsbank: één sterke overheidsinvesteringspartner, een brede nationale financierings- en ontwikkelingsinstelling om innovatie aan te jagen.”
“Familiebedrijven zijn vaak diepgeworteld in de samenleving. We ondersteunen het voortbestaan van deze familiebedrijven daarom met de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).”
Het CDA ziet versterking van de Europese interne markt, gezamenlijke investeringen en innovatie als noodzakelijk om economische groei te realiseren en de concurrentiepositie van Nederland en Europa te waarborgen.
“Europa kan aan economische groei winnen als de interne markt wordt versterkt. Nederland neemt het voortouw belemmeringen weg te nemen door concrete voorstellen te blijven doen aan de EU.”
“We willen zowel in EU-verband als nationaal ons mededingingsbeleid herzien, innovatie versnellen, investeringen en financieringen stimuleren en vooroplopen in digitale technologie.”
De ChristenUnie ziet economische groei niet als doel op zich, maar streeft naar een duurzame, brede welvaart die rekening houdt met mens, milieu en maatschappij. Ze pleiten voor investeringen in innovatie, verduurzaming en infrastructuur, waarbij economische groei ondergeschikt is aan het respecteren van ecologische grenzen en sociale rechtvaardigheid. Hun beleid richt zich op een ‘economie van genoeg’, waarin langetermijnbloei, vakmanschap en brede welvaart centraal staan.
De ChristenUnie verwerpt het idee dat economische groei (BBP-groei) de belangrijkste maatstaf is voor succes. In plaats daarvan willen ze brede welvaartsindicatoren leidend maken in beleid en begroting, zodat welzijn, duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid centraal staan.
“BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
“Voor de ChristenUnie is dit toekomstige verdienvermogen meer dan financieel van aard. Natuurlijk is een goede boterham van belang, maar welvaart is breder dan geld alleen.”
“De ChristenUnie staat voor een ‘economie van genoeg’ waar welvaart hand in hand gaat met welzijn en de kwaliteit van leven.”
De partij wil economische groei realiseren door te investeren in innovatie, verduurzaming en infrastructuur, maar altijd binnen de grenzen van de schepping en met oog voor sociale en ecologische duurzaamheid. Groei moet bijdragen aan langetermijnbloei en niet aan kortetermijnwinsten of overconsumptie.
“Om onze toekomstige welvaart zeker te stellen is het van belang om nu te investeren in innovatie en productiviteit.”
“We zetten in op de nieuwe economie via innovatie en nemen afscheid van het consumentisme dat de grenzen van de schepping niet respecteert.”
“Met hun creativiteit en lef zorgen zij voor het verdienvermogen van de toekomst. Voor de ChristenUnie is dit toekomstige verdienvermogen meer dan financieel van aard.”
“Dat vraagt om gerichte keuzes om de economie te vitaliseren en te vergroenen. De ChristenUnie stelt mens, maatschappij en milieu centraal en voelt zich thuis bij het Rijnlandse model van de economie.”
De ChristenUnie wil alleen investeren in zaken die zich op termijn terugverdienen en bijdragen aan duurzame economische bloei, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten. Consumptieve uitgaven op schuld worden afgewezen.
“We stoppen juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten. Solide en houdbare overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde voor de duurzame bloei van ons land.”
“Een overheid die veel consumptieve uitgaven doet in een oververhitte economie, jaagt de inflatie aan. De ChristenUnie kiest er daarom niet voor om met geleend geld onnodige financiële cadeautjes uit te delen. Liever investeren we in zaken die zich op termijn terugverdienen...”
De partij stelt dat economische groei alleen waardevol is als deze hand in hand gaat met goede arbeidsvoorwaarden, eerlijk loon en het tegengaan van uitbuiting. Sectoren die alleen bestaan dankzij slechte arbeidsvoorwaarden hebben volgens de ChristenUnie geen toekomst in Nederland.
“In een bloeiende economie gaat de bloei van een bedrijf en haar werknemers hand in hand. Sectoren die alleen kunnen bestaan dankzij slechte primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebben geen toekomst in Nederland.”
“Bedrijven kunnen floreren mits dit gepaard gaat met de bloei van werknemers. Dit is nu vaak nog niet het geval.”
D66 ziet economische groei alleen als duurzaam en waardevol als deze binnen de grenzen van de planeet plaatsvindt en bijdraagt aan brede welvaart. Ze willen economische groei stimuleren door te investeren in innovatie, verduurzaming, en een gezond ondernemersklimaat, maar keren zich tegen groei die ten koste gaat van klimaat, natuur of sociale rechtvaardigheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van fossiele subsidies, investeren in groene technologie en infrastructuur, en het versterken van het mkb en innovatieve ondernemers.
D66 stelt dat economische groei alleen toekomstbestendig is als deze niet ten koste gaat van het klimaat, natuur of mensen. Ze willen af van het traditionele groeimodel en kiezen voor een economie die bloeit binnen ecologische grenzen, met nadruk op brede welvaart in plaats van alleen financieel gewin.
“Een leefbare aarde en een sterke economie kúnnen hand in hand gaan. Maar als we blijven groeien ten koste van het klimaat, hollen we onze welvaart juist uit. Daarom kiest D66 voor een doorbraak: naar een economie die bloeit binnen de grenzen van de planeet.”
“We kiezen voor welvaart in de breedste zin, zoals ook je gezondheid en schone lucht meetellen en niet alleen economisch gewin.”
D66 wil economische groei realiseren door ondernemers te ondersteunen die inzetten op verduurzaming en innovatie. Ze willen een gezond ondernemersklimaat, minder regeldruk, betere toegang tot financiering, en investeren in technologie die maatschappelijke problemen oplost.
“Hoe meer mensen kiezen voor duurzame producten en diensten, hoe groter de kansen voor ondernemers om daarop in te spelen en hun bedrijf te laten groeien.”
“D66 maakt het aantrekkelijker om een bedrijf te starten of te laten groeien.”
“Nederlandse ondernemers de ruimte geven om te groeien. We zorgen dat Nederlandse innovaties makkelijk kunnen groeien binnen Europa. Én we helpen ze aan financiering via de Europese kapitaalmarkt.”
“De arbeidsproductiviteit in het mkb stagneert. D66 stimuleert technologie en innovatie die mkb’ers helpt om de arbeidsproductiviteit te verhogen.”
D66 ziet grootschalige investeringen in groene infrastructuur, technologie en innovatie als essentieel voor duurzame economische groei. Ze willen een Nationale Investeringsbank oprichten en het Nationaal Groeifonds hervormen om deze transities te financieren.
“Onze ambities voor het klimaat, voor energie, technologie, innovatie, water en voor bodem vragen om durf en langetermijndenken. D66 kiest voor slimme investeringen die ons sterker, schoner en onafhankelijker maken. We willen een Nationale Investeringsbank voor grote transities.”
“De bank investeert in wat Nederland vooruithelpt: van verzwaring van het elektriciteitsnet tot warmtenetten in dorpen en steden, van circulaire productie tot herstel van bodem en water.”
D66 wil economische groei die schadelijk is voor het milieu actief tegengaan door het afschaffen van fossiele subsidies, het ontmoedigen van vervuilende productie en het stellen van duidelijke grenzen aan schadelijke activiteiten.
“We stoppen met wat ons tegenhoudt: vervuilende productie, fossiele subsidies, de macht van grote techbedrijven en werk waarvan je niet kunt rondkomen.”
D66 erkent het belang van internationale handel als motor voor economische groei, maar wil deze verduurzamen en minder afhankelijk maken van landen als China.
“Internationale handel is de drijvende kracht achter een goed draaiende wereldeconomie en achter de Nederlandse economie. Maar liefst een derde van ons geld wordt in het buitenland verdiend.”
“Europa wordt kampioen vrijhandel door wereldwijd handelsovereenkomsten te sluiten. Zo versterken we onze economie en bouwen we onze afhankelijkheid van landen als China af.”
De SP ziet economische groei niet als doel op zich, maar als resultaat van investeringen in mensen, publieke voorzieningen en innovatie, waarbij eerlijk delen en het verkleinen van ongelijkheid centraal staan. De partij wil de regie van de overheid versterken, investeren in infrastructuur, onderwijs en innovatie, en de financiële sector dienstbaar maken aan de reële economie. Concrete voorstellen zijn onder meer een groot investeringsplan, hogere lonen, belastinghervormingen en het collectief organiseren van essentiële voorzieningen.
De SP pleit voor grootschalige publieke investeringen in infrastructuur, woningbouw, energie, onderwijs en innovatie om de economie structureel te versterken. Dit moet Nederland minder afhankelijk maken van de markt en internationale ontwikkelingen, en de basis leggen voor duurzame groei.
“De SP kiest voor forse investeringen en moderne politieke keuzes om onze economie weer sterker te maken.”
“Nederland heeft een regering nodig die fors en duurzaam gaat investeren in cruciale infrastructuur, volkshuisvesting, onderwijs en innovatie. En zo de economie en de positie van werknemers structureel versterkt.”
“Dit investeringsplan versnelt procedures en de bouw van woningen, de energievoorziening, het spoor en de drinkwatervoorziening, waarmee structureel de toekomstige economie van het moderne Nederland wordt versterkt.”
“Door te investeren in mensen, middelen en innovatie zorgen we voor de groei en ontwikkeling van de Nederlandse economie.”
De SP stelt dat economische groei pas waardevol is als deze eerlijk wordt verdeeld. Hogere lonen, lagere belasting op arbeid en het belasten van grote vermogens moeten de koopkracht van de werkende klasse vergroten en zo de binnenlandse economie stimuleren.
“We kiezen ervoor om de lonen te verhogen, belasting op arbeid te verlagen en dit te betalen door de vermogens van de allerrijksten te belasten.”
“We vergroten hiermee het besteedbare inkomen van de werkende klasse en stimuleren private en overheidsinvesteringen in ons land. Dat is goed voor de economie en vermindert de ongelijkheid.”
De SP wil economische groei realiseren door innovatie, automatisering en scholing, niet door het verhogen van het aantal gewerkte uren of arbeidsmigratie. Slimmer werken en investeren in kennis en technologie staan centraal.
“Voor een sterkere economie ligt de oplossing dan ook niet in méér uren of méér mensen, maar in slimmer werken. Met een Innovatiewet zetten we in op onderzoek, onderwijs en vakopleidingen, AI, automatisering en robotisering voor zwaar en repeterend werk.”
De SP wil essentiële sectoren zoals woningbouw, zorg, energie en openbaar vervoer collectief organiseren om schaalvoordelen te behalen, kosten te verlagen en economische groei breed te laten landen.
“Door de markt terug te dringen en publieke voorzieningen collectief te organiseren vergroten we de zeggenschap en verlagen we de kosten.”
“Omdat winst voor aandeelhouders niet meer nodig is, kunnen we zaken als woningbouw, zorg, openbaar vervoer, onderwijs, energievoorziening, internet en klimaatinvesteringen goedkoper organiseren.”
De SP wil de financiële sector reguleren en verkleinen, zodat deze weer ten dienste staat van de echte economie en investeringen in groei en innovatie mogelijk maakt.
“Door deze financiële logica te doorbreken en de sector te reguleren maken we de financiële wereld weer dienstbaar aan de reële economie.”
“Door de dominantie financiële logica en het financiële overgewicht in Nederland aan te pakken komt er meer investering en inzet vrij voor de echte economie.”
BIJ1 verwerpt het traditionele streven naar economische groei als doel op zich en pleit voor een economie die gericht is op eerlijk delen, welzijn en duurzaamheid in plaats van winstmaximalisatie. De partij wil economische democratisering, beperking van bedrijfswinsten, een kortere werkweek, en een radicale herverdeling van welvaart en macht. BIJ1 kiest expliciet voor "ontgroei" en stelt dat economische groei niet langer leidend moet zijn, maar plaats moet maken voor sociale rechtvaardigheid en ecologische grenzen.
BIJ1 ziet economische groei niet als een doel, maar als een probleem dat leidt tot ongelijkheid en ecologische schade. De partij wil het groeidenken vervangen door een focus op welzijn, eerlijk delen en duurzaamheid. Dit betekent dat beleid niet langer gericht is op het vergroten van het BBP, maar op het verbeteren van levenskwaliteit en het respecteren van planetaire grenzen.
“Onze ideale economie is socialistisch: een economie die de rechten en gezondheid van de mensen, de dieren en de natuur altijd voorop stelt. Ons huidige kapitalistische↗ systeem is niet vol te houden.”
“Wij zullen onze manier van productie, maar ook van consumptie, volledig moeten herzien om te komen tot een rechtvaardige en verduurzaamde samenleving.”
“Klimaat en ontgroei: klimaatrechtvaardigheid nu.”
BIJ1 wil paal en perk stellen aan winstmaximalisatie en verplichten dat een deel van de bedrijfswinsten naar hogere lonen gaat. De partij stelt wettelijke maxima aan winstmarges en wil bedrijfsstructuren democratiseren, zodat werknemers meer zeggenschap krijgen. Dit beleid is bedoeld om economische macht te verschuiven van aandeelhouders naar werkenden en zo groeiende ongelijkheid tegen te gaan.
“We nemen in de wet op dat een zeker deel van alle winsten naar loonsverhogingen gaat.”
“We bevorderen democratisch bestuur over de werkplek en de economie. In elke sector maken de werkende mensen keuzes over de productie, verkoop, lonen en prijzen.”
“Er komen wettelijke maximummarges op alle levensmiddelen voor bedrijven in de hele keten.”
BIJ1 wil de 40-urige werkweek afschaffen en vervangen door een 30-urige werkweek met behoud van loon. Automatisering wordt ingezet om het werk menselijker te maken, niet om banen te schrappen. Dit beleid is bedoeld om economische groei los te koppelen van werkdruk en om welzijn centraal te stellen.
BIJ1 wil de inkomstenbelasting voor lage en middeninkomens verlagen, maar de vermogensbelasting en erfbelasting fors verhogen. Er komt een limiet op vermogen, waarboven een marginaal belastingtarief van 100% geldt. Dit beleid is bedoeld om extreme rijkdom en kapitaalaccumulatie te beperken, wat volgens BIJ1 een drijvende kracht is achter destructieve economische groei.
GroenLinks-PvdA ziet economische groei niet als doel op zich, maar wil deze verbinden aan eerlijkere verdeling, brede welvaart, duurzaamheid en innovatie. De partij pleit voor hogere lonen, investeringen in innovatie en wetenschap, en een verschuiving naar het Rijnlandse model met meer sociale rechtvaardigheid. Concrete voorstellen zijn onder meer een hoger minimumloon, meer investeren in onderzoek en innovatie, en het stimuleren van productiviteit en circulaire economie.
GroenLinks-PvdA stelt dat economische groei alleen waardevol is als deze eerlijk wordt verdeeld en bijdraagt aan brede welvaart en vertrouwen in de samenleving. Ze keren zich tegen groei die vooral aandeelhouders bevoordeelt en pleiten voor een hogere arbeidsinkomensquote.
“Wij geloven dat een eerlijke verdeling zorgt voor gelijkmatige groei, sterke instituties en hoger vertrouwen van burgers in de staat. Daarom is het onze leidraad bij economisch beleid.”
“We streven op korte termijn naar een verdeling waarbij de opbrengst voor werkenden minimaal tachtig procent is, zoals vroeger normaal was.”
De partij ziet investeren in innovatie, wetenschap en productiviteit als essentieel om duurzame economische groei te realiseren, zeker met een vergrijzende bevolking en arbeidsmarktkrapte. Ze willen toewerken naar de Lissabon-doelstelling van 3% van het nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie.
“Met een vergrijzende bevolking moet Nederland productiever worden. Dat betekent slimmer omgaan met ons menselijk kapitaal, en flinke investeringen in innovatie en wetenschap.”
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om drie procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.”
GroenLinks-PvdA wil af van kortetermijndenken en het Angelsaksische model, en kiest voor het Rijnlandse model met focus op overleg, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid tussen overheid, werkgevers en werknemers.
“We keren terug naar het Rijnlands model waarin we met sociale partners en het maatschappelijk middenveld op basis van overleg, vertrouwen en solidariteit vormgeven aan onze economie en maatschappij.”
“Daarom keren wij terug naar het Rijnlandse model, waarin lange termijnbelangen, gedeelde verantwoordelijkheid en sociale rechtvaardigheid centraal staan.”
De partij ziet hogere lonen als motor voor economische groei en innovatie, en wil een Groot Loonakkoord sluiten. Het minimumloon moet fors omhoog, en uitkeringen stijgen mee.
“We sluiten daarom een Groot Loonakkoord met de vakbonden en werkgevers. Daarin maken we afspraken over hogere lonen, in ruil voor investeringen in infrastructuur, onderzoek en technologie.”
“Het minimumloon gaat fors omhoog. We delen de welvaart eerlijk: de AOW en andere uitkeringen stijgen mee, en we strijden tegen armoede.”
Economische groei moet samengaan met verduurzaming en onafhankelijkheid van schaarse grondstoffen. GroenLinks-PvdA wil een circulaire economie stimuleren en investeren in groene industrie.
“Door naar een circulaire economie toe te groeien hergebruiken we grondstoffen en verduurzamen we onze economie.”
“We kiezen voor een groene en eerlijke economie waarin meer producten in Europa worden gemaakt. Hiermee worden we minder afhankelijk van vervuilende import en krijgen we meer grip op arbeidsrechten en het milieu, en vergroten we onze strategische autonomie.”
NSC ziet economische groei als noodzakelijk voor brede welvaart, maar wil deze groei sturen door innovatie, strategisch industriebeleid en verduurzaming. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals een Nationale Groeimarktenstrategie, een Nationale Investeringsbank, prioriteit voor strategische sectoren en investeringen in technisch talent. NSC benadrukt dat groei niet ten koste mag gaan van sociale zekerheid, duurzaamheid of het mkb.
NSC wil economische groei stimuleren door te focussen op sectoren met de grootste verdienkansen en door innovatie centraal te stellen. Het achterblijven van R&D-investeringen wordt gezien als een risico voor toekomstige groei, daarom worden beleid, onderwijs en investeringen gebundeld per groeisector.
“We starten met het opstellen van een Nationale Groeimarktenstrategie. Hierin bepalen we om de tien jaar de vijf sectoren met de hoogste toekomstige verdienkansen voor Nederland. Per sector worden innovatie-instrumenten, onderwijsprogramma’s en investeringen gebundeld, zodat beleid, financiering en infrastructuur elkaar versterken.”
“Tegelijkertijd moet het innovatieklimaat krachtiger: we lopen internationaal achter met onze Research &Development-investeringen, terwijl juist innovatie de sleutel is tot meer productiviteit, technologische voorsprong en brede welvaart.”
Om langjarige innovatie en doorgroei te waarborgen, wil NSC een publieke investeringsbank oprichten die risicodragende investeringen in sleuteltechnologieën mogelijk maakt. Dit moet Nederland concurrerend houden met landen als Duitsland en Frankrijk.
“Voor langjarige innovatie en doorgroei richten we een Nationale Investeringsbank op. Nederland loopt achter op landen als Duitsland en Frankrijk, waar publieke investeringsbanken al jarenlang miljarden inzetten voor strategische technologieën.”
NSC wil strategische sectoren en groeibedrijven voorrang geven bij bijvoorbeeld netcapaciteit en investeringen, om zo innovatieve bedrijven te laten groeien en economische groei te versnellen.
“We geven strategische industrieën en groeibedrijven prioriteit bij het toewijzen van netcapaciteit.”
De partij ziet technisch talent als cruciaal voor economische groei en wil daarom extra investeren in opleidingen en regionale samenwerking, met speciale aandacht voor sectoren als AI, halfgeleiders en energietechnologie.
“Technisch talent is schaars maar wel broodnodig. We investeren in technisch talent. Daarbij zetten we extra in op de instroom in mbo-, hbo- en wo-opleidingen voor strategische sectoren die echt om mensen staan te springen zoals de halfgeleiderindustrie, AI en energietechnologie.”
“We staan achter de ontwikkelingen van de Einstein telescoop in Limburg als motor voor economische groei en internationale samenwerking in de regio.”
NSC koppelt economische groei aan verduurzaming en circulariteit, met als doel een economie die minder afhankelijk is van nieuwe grondstoffen en inzet op biobased en hergebruikte materialen.
“We geloven dat op de fundamenten van de oude maakindustrie een nieuwe economie kan ontstaan, waarbij we minder of geen nieuwe grondstoffen nodig hebben en vooral gebruikmaken van biobased en hergebruikte materialen.”
“Nieuw Sociaal Contract zet in op een circulaire economie. Hiervoor zijn duidelijke keuzes in de politiek noodzakelijk.”
Het mkb wordt gezien als ruggengraat van de economie. NSC wil de groei van het mkb bevorderen door regeldruk te verminderen, administratieve lasten te verlagen en investeringen in digitalisering te stimuleren.
“We willen de voorwaarden creëren waarin deze bedrijven kunnen groeien, in plaats van tegengewerkt te worden.”
“Het moet aantrekkelijker worden voor kleine werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. We willen daarom minder administratieve lasten voor mkb’ers, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren.”
De SGP ziet economische groei niet als doel op zich, maar als middel om mens en samenleving te laten bloeien, met nadruk op waarden, duurzaamheid en sociale samenhang. De partij wil economische groei stimuleren door een aantrekkelijk vestigingsklimaat, minder regeldruk, investeringen in innovatie en maakindustrie, en het versterken van regionale economieën. Tegelijkertijd waarschuwt de SGP voor ongebreidelde groei en pleit zij voor een economie die robuust, sociaal en duurzaam is.
De SGP benadrukt dat economische groei niet onbeperkt of puur materieel moet zijn, maar in dienst moet staan van bredere maatschappelijke doelen zoals duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en innovatie. Groei moet bijdragen aan het welzijn van mens en samenleving, niet alleen aan materiële welvaart.
“Ongebreidelde groei en materialisme is zeker niet het Bijbelse ideaal. Ons economisch handelen moet tot doel hebben dat mens en maatschappij opbloeien. Daarom moeten we toe naar een economie die gebaseerd is op waarden, die robuust, sociaal, duurzaam en innovatief is.”
De SGP wil economische groei bevorderen door het bedrijfsleven te ondersteunen met voorspelbaar beleid, lagere lasten, minder administratieve rompslomp en het aanpakken van knelpunten zoals netcongestie en arbeidskrapte. Dit moet vooral het mkb, familiebedrijven en de maakindustrie ten goede komen.
“Basisvereiste hiervoor is voorspelbaar overheidsbeleid zodat ondernemers weten waar zij van op aan kunnen, zeker ook ten aanzien van belastingen. Een einde aan gezwabber dus.”
“De winstbelasting voor het bedrijfsleven en de werkgeverslasten worden verlicht, vooral gericht op het mkb.”
“Overheid en bedrijfsleven maken afspraken in een langjarig, nationaal ondernemersakkoord over onder meer belastingklimaat, regeldruk, verduurzaming en financiering.”
“Er komt een uitgebreide regelschrap-operatie waarbij zeker een kwart van de regels verdwijnt.”
De SGP ziet innovatie, technologische vooruitgang en versterking van de maakindustrie als motoren voor duurzame economische groei. Er wordt ingezet op publiek-private samenwerking, praktijkgericht onderzoek, en het aantrekkelijker maken van werken in de maakindustrie, met speciale aandacht voor regionale ontwikkelingsmaatschappijen.
“De regionale economie wordt versterkt door extra te investeren in de regionale ontwikkelingsmaatschappijen.”
“Er komt meer geld voor praktijkgericht onderzoek door hogescholen in samenwerking met het regionale mkb.”
“Ondernemingen die veel gebruikmaken van laagbetaalde, veelal buitenlandse medewerkers stimuleren we in te zetten op arbeidsbesparende technologie en slimmer werken.”
“Werken in de maakindustrie moet op alle mogelijke manieren aantrekkelijker worden gemaakt en gestimuleerd, ook door de overheid.”
De SGP wil de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer koppelen aan de groei van de Nederlandse economie, zoals decennialang gebruikelijk was. Dit betekent dat bij economische groei ook het budget voor ontwikkelingshulp stijgt.
“Zoals decennialang gebruikelijk was, koppelt Nederland de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer aan de groei van de economie.”
De VVD zet vol in op radicale economische groei als basis voor welvaart, innovatie en het behoud van voorzieningen. De partij wil dit bereiken door het verminderen van regeldruk, investeren in infrastructuur en innovatie, het stimuleren van ondernemerschap, en het koppelen van economische groei aan verduurzaming. Concrete voorstellen zijn onder meer het schrappen van de nationale CO2-heffing, het opzetten van een investeringsmaatschappij voor start-ups en scale-ups, en het aanpassen van de Klimaatwet naar een Klimaat- en groeiwet.
De VVD ziet economische groei als essentieel voor het behoud van welvaart, het financieren van publieke voorzieningen en het versterken van de internationale positie van Nederland. Groei wordt gepresenteerd als een allesomvattend doel, noodzakelijk voor vrijheid, kansen en een sterke samenleving.
“Missie 1. Radicale economische groei: Het geld wordt verdiend door Nederlanders en ondernemers die verantwoordelijkheid voor hun eigen leven nemen, niet door de overheid. Nederland moet de sterkste economie van Europa worden.”
“Het is tijd voor radicale economische groei. Niet alleen om ons staande te houden in een snel veranderende wereld, maar ook omdat groei simpelweg goed is. Groei is verbonden met vrijwel alles wat het leven mooi maakt: kansen om er wat van te maken en vrijheid om het leven vorm te geven zoals jij dat wilt.”
De VVD wil economische groei stimuleren door het verminderen van onnodige regelgeving, het creëren van een stabiel fiscaal klimaat en het wettelijk vastleggen van de plicht van de overheid om het ondernemersklimaat te verbeteren. Dit moet ondernemers ruimte geven om te investeren en te groeien.
“We hanteren een meetbare doelstelling om het aantal onnodige regels te verminderen. We beoordelen met meetbare doelen of bestaande regels effectief zijn en herzien regels waar nodig. We schrappen regelgeving die in Nederland strenger is dan in de rest van Europa, zoals de nationale CO2-heffing.”
“We leggen wettelijk vast dat de overheid de plicht heeft om het ondernemersklimaat te verbeteren.”
De partij wil gericht investeren in infrastructuur, energietransitie, innovatie en groeitechnologieën om de grootste knelpunten voor economische groei op te lossen en Nederland klaar te maken voor de toekomst.
“We investeren in de groei van morgen door de grootste knelpunten in onze economie op te lossen, zoals met investeringen in onze (data-)infrastructuur en in de energietransitie.”
“We richten een investeringsmaatschappij op gericht op het verstrekken van groeikapitaal aan start- en scale-ups in het hele land.”
“We spannen ons in om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Nederland te laten stijgen naar minimaal 3% van de totale omvang van de economie.”
De VVD stelt dat economische groei en verduurzaming hand in hand moeten gaan. Ze willen de Klimaatwet aanpassen naar een Klimaat- en groeiwet, waarbij energie-onafhankelijkheid en betaalbaarheid centraal staan, en pleiten voor het schrappen van de nationale CO2-heffing om een gelijk speelveld te creëren.
“Economische groei en verduurzaming gaan hand in hand: beide zijn nodig om onafhankelijk te zijn van onvrije landen en om in de toekomst in een schoon land te leven. De toekomst van economische groei is duurzaam.”
“We bouwen aan een schone én weerbare economie. In onze tijd, met de enorme uitdagingen die we vandaag zien, is de Klimaatwet te eenzijdig gericht op het terugdringen van broeikasgasuitstoot. We zien dat de industrie vertrekt uit Nederland. Er is geen gelijk speelveld met de rest van Europa. Daarom passen we de Klimaatwet aan naar Klimaat- en groeiwet en voegen we de pijlers energie-onafhankelijkheid en betaalbaarheid toe.”
“Nederland kent als enige land binnen de EU een nationale CO2-heffing. Dit creëert een ongelijk speelveld voor bedrijven. Bedrijven geven aan dat dit een van de redenen is waarom ze naar het buitenland vertrekken. Daarom schrappen we de heffing en gaan we met de sector op zoek naar een alternatief systeem.”
De PVV stelt dat de Nederlandse economie stagneert door hoge lasten voor burgers en verspilling van belastinggeld aan buitenlandse doelen. Hun kernvoorstellen voor economische groei zijn het verlagen van lasten voor Nederlanders, het schrappen van uitgaven aan asiel, ontwikkelingshulp en klimaat, en het stimuleren van binnenlandse bestedingen door bijvoorbeeld lagere btw op boodschappen en energie. De partij wil zo de koopkracht verhogen en economische groei aanjagen door geld in Nederland te houden en te besteden aan de eigen bevolking.
De PVV ziet hoge lasten als rem op economische groei en wil deze verlagen om de economie te stimuleren. Door lastenverlichting houden burgers meer geld over, wat de binnenlandse consumptie en daarmee de groei moet aanjagen.
De partij stelt dat geld dat nu naar asielopvang, ontwikkelingshulp, de EU en klimaatmaatregelen gaat, verspild wordt en beter in Nederland kan worden geïnvesteerd om groei te stimuleren.
“Miljarden worden verspild aan zaken waar de Nederlander niets aan heeft en ook helemaal niet om heeft gevraagd. Alleen al dit jaar besteden we € 9 miljard aan de opvang van asielzoekers en Oekraïners. Ook sturen we elk jaar € 7 miljard naar Afrika en doneren we € 10 miljard aan Brussel.”
“We dekken onze voorstellen door elders de uitgaven te beperken. We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne.”
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“We schrappen alle uitgaven uit het Klimaatfonds.”
De PVV wil de koopkracht van Nederlanders verhogen, zodat zij meer kunnen besteden, wat de economische groei direct stimuleert.
Volt stelt maatschappelijke waarden en duurzaamheid boven traditionele economische groei en wil afstappen van een economisch model dat draait op vervuiling en uitputting. Ze pleiten voor een innovatieve, duurzame economie waarin economische groei samengaat met sociale rechtvaardigheid en ecologische grenzen, met concrete voorstellen zoals het stimuleren van duurzaam ondernemerschap, investeren in innovatie, en het versterken van de Europese interne markt. Hun beleid richt zich op brede welvaart, strategische investeringen, en het creëren van een stabiel en voorspelbaar ondernemersklimaat.
Volt verwerpt het klassieke groeimodel en stelt maatschappelijke waarden en duurzaamheid centraal, waarbij economische groei niet langer het primaire doel is. Ze willen af van een economie gebaseerd op vervuiling, uitputting en goedkope arbeid, en richten zich op brede welvaart en maatschappelijke impact.
“Wij geloven in een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. We durven afscheid te nemen van een oud economisch model dat draait op vervuiling, uitputting van grondstoffen en goedkope arbeid.”
Volt erkent economische groei, maar alleen als deze hand in hand gaat met duurzaamheid en maatschappelijke doelen. Ze willen innovatie en groei stimuleren, mits deze bijdragen aan een duurzame samenleving en een gezonde economie.
“Innovatie en duurzame economische groei gaan we blijvend en in samenhang stimuleren, waarbij economische groei samengaat met duurzaamheid.”
“Sociaal ondernemerschap is een bewezen en krachtige manier om economische groei en een positieve maatschappelijke impact te realiseren.”
Volt wil economische groei realiseren door te investeren in innovatie, technologie en strategische sectoren die bijdragen aan een toekomstbestendige economie. Ze zetten in op durfkapitaal, een sterke interne markt, en het ondersteunen van duurzame industrieën.
“Er komt een Europees durfkapitaal, dat geld geeft voor onderzoek en innovaties. Dit draagt bij aan een duurzame en weerbare Europese economie.”
“We stimuleren ondernemers die duurzaam, sociaal en innovatief werken.”
“We zetten in op een gezond, groen en faciliterend investeringsklimaat in Nederland en in de EU.”
“We investeren in een stabiel en voorspelbaar Europees vestigingsklimaat.”
Volt ziet versterkte Europese samenwerking, een gezamenlijke markt en een sterke euro als voorwaarden voor economische groei en investeringszekerheid. Ze willen een grotere Europese begroting en een gezamenlijke economische koers om groei te stimuleren.
“Dit leidt tot goedkopere leningen, meer economische groei en de mogelijkheid om onze Europese waarden af te dwingen op het wereldtoneel. Een sterkere munt zorgt dus voor onafhankelijkheid...”
“We pleiten voor het versterken van de interne markt door het 28ste regime in te voeren. Een overkoepelend kader van wet- en regelgeving die voor alle lidstaten zal gelden, voorkomt interne barrières en harmoniseert de bedrijfsvoering in de hele EU.”
DENK ziet economische groei niet als doel op zich, maar als middel om sociale gelijkheid, bestaanszekerheid en brede welvaart te versterken. De partij wil investeren in onderwijs, het MKB en verduurzaming, en kiest voor een rechtvaardige verdeling van welvaart door lastenverlichting voor lage en middeninkomens en hogere bijdragen van grote bedrijven en vermogenden. DENK koppelt economische groei aan sociale vooruitgang en duurzaamheid, en stelt concrete maatregelen voor om ongelijkheid te verkleinen en de economie toekomstbestendig te maken.
DENK beschouwt investeren in onderwijs als essentieel voor het waarborgen van een sterke economie en hoogwaardige arbeidsmarkt. Door kansengelijkheid en kwaliteit in het onderwijs te bevorderen, wil de partij de kenniseconomie versterken en zo duurzame economische groei mogelijk maken.
“Niet alleen zorgen we hiermee voor een samenleving met meer gelijkwaardigheid, ook blijft Nederland hiermee een sterke economie met een hoogwaardige arbeidsmarkt. Alleen door onze investeringen in het onderwijs op peil te houden, kan Nederland de kenniseconomie blijven die wij nu zijn.”
DENK erkent het MKB als ruggengraat van de economie en wil deze ondernemers ondersteunen met lastenverlichting, kredietfaciliteiten en minder regeldruk. Dit moet de waardevolle bijdrage van het MKB aan economische groei veiligstellen.
“Wij waarderen de belangrijke rol van ondernemers in het MKB in het creëren van banen en economische groei. Wij willen deze ondernemers steunen.”
“Wij willen een verlaging van de belastingen en lasten voor kleinere ondernemingen.”
“We richten een publieke kredietbank op voor kleine ondernemers. Die verstrekt eerlijke leningen aan ondernemers die bij gewone banken geen kans krijgen.”
DENK wil economische groei inzetten voor het verkleinen van ongelijkheid door lasten te verlagen voor lage en middeninkomens en hogere bijdragen te vragen van grote bedrijven en vermogenden. Dit moet zorgen voor meer bestaanszekerheid en een inclusieve groei.
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens. Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren. Grote bedrijven die flinke winsten maken, gaan een eerlijker deel bijdragen.”
DENK koppelt economische groei aan duurzaamheid door te investeren in schone energie en het belasten van grote vervuilers. De partij ziet verduurzaming als kans voor innovatie en lagere kosten voor huishoudens, wat bijdraagt aan brede welvaart.
DENK wil dat het budget voor ontwikkelingshulp proportioneel meegroeit met de Nederlandse economie, zodat internationale solidariteit en armoedebestrijding gelijke tred houden met de welvaart.
“De BNI-koppeling voor ontwikkelingshulp wordt hersteld zodat de hoeveelheid ontwikkelingshulp proportioneel blijft aan de economische groei.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) verwerpt het streven naar economische groei als beleidsdoel en wil het welzijn van mens, dier en planeet centraal stellen. Zij pleiten voor het loslaten van het Bruto Binnenlands Product (BBP) als leidraad, het stoppen met rapporteren over economische groei, en het invoeren van een belasting- en subsidiestelsel dat vervuiling bestraft en duurzame, circulaire initiatieven beloont. De partij wil zo een economie creëren die binnen de draagkracht van de aarde blijft en niet langer afhankelijk is van voortdurende groei.
De PvdD stelt dat economische groei niet langer het uitgangspunt van beleid moet zijn, omdat het leidt tot uitputting van mens, dier en natuur. In plaats daarvan moet brede welvaart en welzijn centraal staan, en moet het BBP als maatstaf worden losgelaten. Dit is een fundamentele breuk met het dominante economische denken.
“De ecologische én sociale crisis is het directe gevolg van een systeem dat winst en groei boven welzijn stelt.”
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
“Zo wordt welzijn niet afhankelijk van koopkracht of economische groei, maar gegarandeerd als basisrecht voor iedereen.”
De partij wil het belastingstelsel en subsidies zo inrichten dat vervuiling en grondstoffenverbruik zwaarder worden belast, terwijl werken en duurzame initiatieven worden beloond. Hiermee wordt economische groei als doel ontmoedigd en wordt de economie gestimuleerd om binnen ecologische grenzen te opereren.
“We verschuiven de belastingdruk: minder op arbeid, meer op grondstoffenverbruik en vervuiling. Zo wordt werken goedkoper en vervuilen duurder.”
“We stoppen met het subsidiëren van de grootste vervuilers. De vervuiler gaat betalen en de opbrengsten gebruiken we voor toekomstbestendige ondernemingen en groene innovatie.”
De PvdD wil duidelijke keuzes maken over welke sectoren in Nederland toekomst hebben, waarbij industrieën die niet binnen de draagkracht van de aarde passen worden afgebouwd. De focus verschuift naar sectoren met maatschappelijke waarde en lage ecologische druk.