De ChristenUnie kiest voor een toekomstbestendige economie waarin brede welvaart, duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid centraal staan, met nadruk op het Rijnlandse model en een ‘economie van genoeg’. Ze willen investeren in innovatie, circulaire economie, solide overheidsfinanciën en eerlijk werk, waarbij bedrijven en werknemers samen floreren en de overheid een betrouwbare, voorspelbare partner is. Belangrijke voorstellen zijn het stimuleren van circulaire productie, het belasten van vervuiling, het vereenvoudigen van het belastingstelsel, investeren in innovatie en vakmensen, en het tegengaan van uitbuiting op de arbeidsmarkt.
De ChristenUnie wil af van een economie gericht op kortetermijnwinsten en overconsumptie, en kiest voor een rentmeesterseconomie waarin mens, maatschappij en milieu centraal staan. Ze benadrukken het belang van brede welvaart, familiebedrijven en het respecteren van ecologische grenzen.
“De ChristenUnie staat voor een toekomstbestendige economie. Dat vraagt om gerichte keuzes om de economie te vitaliseren en te vergroenen. De ChristenUnie stelt mens, maatschappij en milieu centraal en voelt zich thuis bij het Rijnlandse model van de economie.”
“Niet het maximaliseren van de kortetermijnwinsten, maar het duurzaam en langjarig floreren van ondernemingen en werknemers staat voorop.”
“We zetten in op de nieuwe economie via innovatie en nemen afscheid van het consumentisme dat de grenzen van de schepping niet respecteert. We willen een einde aan de overconsumptie.”
“Voor de ChristenUnie is dit toekomstige verdienvermogen meer dan financieel van aard. Natuurlijk is een goede boterham van belang, maar welvaart is breder dan geld alleen.”
De partij wil de circulaire economie versnellen door normering op Europees niveau, financiële ondersteuning van hergebruik, en het beprijzen van vervuiling zodat duurzame producten concurrerender worden.
“Circulaire bedrijven hebben het zwaar terwijl de circulaire economie de toekomst is. Circulaire producten zijn duurder dan wegwerpproducten en de vraag blijft achter. Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen.”
“De vervuiler betaalt. Duurzame producten die voldoen aan milieu- en productiestandaarden zijn doorgaans duurder dan vervuilende alternatieven of producten waarbij arbeiders worden uitgebuit. We willen dat die kosten worden meegerekend, zodat de werkelijke prijs (‘true price’) van producten wordt betaald.”
De ChristenUnie wil investeren in innovatie en kennis, onder meer via een nationale investeringsbank, meer groeikapitaal voor het mkb, en nauwere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Elke provincie moet een techniekhavo krijgen en ondernemerschap wordt gestimuleerd.
“Om onze toekomstige welvaart zeker te stellen is het van belang om nu te investeren in innovatie en productiviteit. Dat vraagt om een beter samenspel van wetenschap, kennisinstituten, opleidingen en bedrijven. Er komt een nationale investeringsbank, als voortzetting van InvestNL.”
“Op macroniveau bedragen op termijn de publieke en private uitgaven aan innovatie en onderzoek 3% van het nationaal inkomen.”
“We investeren volop in het beroepsonderwijs en geven ruimte aan jonge ondernemers. Dat is nodig, nu veel kennis met pensioen gaat. Elke provincie verdient een techniekhavo en technasia.”
De partij wil geen consumptieve uitgaven financieren met schuld, maar investeren in zaken die zich terugverdienen. Transparantie, begrotingsdiscipline en het gebruik van brede welvaartsindicatoren zijn leidend.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“De ChristenUnie wil dat bredewelvaartsindicatoren een prominentere rol spelen in het begrotingsproces en de politieke besluitvorming. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
De ChristenUnie wil het belastingstelsel vereenvoudigen, de eerste €30.000 inkomen belastingvrij maken en de marginale druk verlagen, zodat werken lonender wordt. Ook willen ze arbeid en vermogen gelijker belasten.
“Voor inkomen uit werk betekent dit concreet dat de eerste € 30.000 inkomen belastingvrij is.”
“In het door het CPB doorgerekende nieuwe belastingstelsel van de ChristenUnie is de marginale druk altijd lager dan 50%. Werken wordt daarmee veel lonender.”
“We willen toe naar een belastingstelsel dat inkomen uit arbeid en de daadwerkelijke inkomsten uit vermogen gelijker belast.”
De partij wil dat bedrijven en werknemers samen floreren, slechte arbeidsvoorwaarden worden aangepakt, en uitbuiting van arbeidsmigranten wordt bestreden. Sectoren die alleen bestaan dankzij slechte arbeidsvoorwaarden hebben geen toekomst.
“In een bloeiende economie gaat de bloei van een bedrijf en haar werknemers hand in hand. Sectoren die alleen kunnen bestaan dankzij slechte primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebben geen toekomst in Nederland.”
“Er moet een einde komen aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals inhoudingen op het loon of dakloosheid bij verlies van baan.”
De ChristenUnie wil de regeldruk voor bedrijven verminderen, voorspelbaar beleid voeren en familiebedrijven koesteren. Regels en belastingtarieven moeten voor langere periodes worden vastgesteld.
“De overheid reduceert de regeldruk en wordt een stabiele en betrouwbare partner voor bedrijven.”
“Regels en belastingtarieven moeten daarom voor langere periodes worden vastgesteld. Dat leidt tot meer zekerheid en draagt bij aan een gezond vestigingsklimaat.”
“De ChristenUnie waardeert die rol van familiebedrijven, en steunt initiatieven die bijdragen aan het floreren van dit deel van de economie.”
BVNL kiest voor een economisch rechts, klassiek-liberaal beleid met een kleine overheid, lage belastingen en maximale ondernemersvrijheid. De partij wil het MKB en zelfstandigen ontlasten, het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen, subsidies en bureaucratie schrappen, en werken structureel aantrekkelijker maken dan uitkeringen. Hun visie is geïnspireerd door de Oostenrijkse School en richt zich op een vrije markt, minder staatsinterventie en het belonen van ambitie en succes.
BVNL wil de belastingdruk fors verlagen en het stelsel radicaal vereenvoudigen, zodat werken en ondernemen meer loont en de armoedeval wordt opgelost. Ze pleiten voor een vlaktaks, afschaffing van erf- en schenkbelasting, en minder werkgeverslasten. Het toeslagenstelsel moet verdwijnen om het rondpompen van geld te stoppen.
“De belastingen moeten fors worden verlaagd en er moet substantieel gesneden worden in het overheidsapparaat. Minder ambtenaren, minder regels en lagere belastingen.”
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“BVNL wil permanente belasting- en accijnsverlagingen om de koopkracht te verbeteren. De erf- en schenkbelasting schaffen we af.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
BVNL wil het ondernemersklimaat verbeteren door regels, bureaucratie en subsidies drastisch te verminderen. Ze willen geen nationale kop op EU-wetgeving, minder vergunningsplichten, afschaffing van de SER, en het schrappen van subsidies.
BVNL wil de armoedeval opheffen en werken structureel aantrekkelijker maken dan een uitkering. Ze willen het verschil tussen uitkering en werk vergroten, overwerk aantrekkelijker belasten, en de deeltijdmalus opheffen.
“Het verschil tussen een uitkering en een baan moet fors worden vergroot. Werken moet weer lonen.”
“De deeltijdmalus moet worden opgeheven zodat méér werken weer lonend wordt. Dat doen we door overwerk en meerwerk niet meer in het hoogste belastingtarief te belasten, maar tegen een normaal tarief.”
“De armoedeval, waarbij mensen meer geld overhouden in een uitkering dan in een laagbetaalde baan, is een belediging voor werkend Nederland, houdt onze economie en ons land tegen en moet worden opgelost.”
BVNL wil een kleine, dienstbare overheid met een terughoudende rol in de economie. De overheid moet vooral de rechtsorde bewaken en niet de motor van vooruitgang zijn.
“Belang Van Nederland staat voor een kleine overheid, een vrije markt met zo min mogelijk staatsinterventie en het behoud van het goede uit de rijke Nederlandse traditie.”
“Wij zien de overheid niet als motor van vooruitgang, maar als bewaker van de rechtsorde en vrijheid. De staat moet dienstbaar zijn aan de burger, niet andersom.”
BVNL baseert haar economische visie op de Oostenrijkse School, met ondernemersvrijheid, eigendomsrechten en individuele verantwoordelijkheid als kern. Ze willen een vrije markteconomie met zo min mogelijk staatsinterventie.
“Onze visie is geworteld in de Oostenrijkse School van de economie, waarin ondernemersvrijheid, eigendomsrechten en individuele verantwoordelijkheid centraal staan.”
“Belang Van Nederland kiest voor een ondernemersvriendelijke koers die gestoeld is op vrijemarkteconomie, sober fiscaal beleid, lage belastingen en structurele hervormingen.”
Het CDA ziet een gezonde economie als fundament voor brede welvaart en wil investeren in innovatie, productiviteit en een aantrekkelijk ondernemersklimaat. De partij kiest voor gericht economisch en fiscaal beleid om bedrijven aan te trekken, zet in op deregulering en stimuleert regionale ecosystemen. Duurzaamheid, innovatie en het versterken van het verdienvermogen staan centraal, met concrete voorstellen zoals het oprichten van een nationale investeringsbank, het schrappen van de nationale CO₂-heffing en het behouden van fiscale regelingen voor innovatie.
Het CDA wil het toekomstig verdienvermogen versterken door te investeren in innovatie, onderzoek en technologie, en door het ondernemersklimaat aantrekkelijk te maken. Dit moet de arbeidsproductiviteit verhogen en Nederland concurrerend houden, met speciale aandacht voor regionale samenwerking en minder regeldruk.
“We hebben de afgelopen tijd verzuimd te investeren met een blik op de lange termijn, voor het verdienvermogen in de toekomst. Voor de generatie na ons. Dat moet anders en dat kan anders.”
“We voeren actief economisch en fiscaal beleid om bedrijven en investeringen aan te trekken en te behouden. We behouden de expatregeling, de innovatiebox en de (uitgebreide) WBSO, scherpen de renteaftrekbeperking niet verder aan en komen niet aan de inkoop van eigen aandelen.”
“We geven het Groeifonds een nieuwe impuls en investeren daarmee in nieuwe technologieën die nodig zijn voor de toekomst.”
“We richten een nationale investeringsbank op die investeringen in Nederland aanjaagt. Daarnaast investeren we in innovatie, R&D en onderzoek om ons verdienvermogen in de toekomst te vergroten.”
“We zetten met prioriteit in op deregulering: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere rapportages.”
Duurzaamheid wordt gekoppeld aan economische groei, waarbij het CDA inzet op een Europese aanpak en het creëren van een gelijk speelveld. De partij wil de nationale CO₂-heffing schrappen om bedrijven niet weg te jagen en kiest voor bindende afspraken met grote vervuilers, groene industriepolitiek en een mix van duurzame energie.
“Een duurzame economie bereiken we alleen met een Europese aanpak en een gelijk speelveld in Europa. Daarom volgen we de Europese klimaatdoelen en passen we de Nederlandse klimaatwet daarop aan. De nationale CO₂-heffing schrappen we, want we willen bedrijven niet wegjagen.”
“We ontwikkelen een langetermijnstrategie om groene industrie naar Nederland te halen en te behouden.”
“We vertalen de Clean Industrial Deal naar Nederland voor het ontwikkelen van schone technologieën, circulaire productie en de vermindering van CO₂-uitstoot.”
“We schrappen de nationale CO2-heffing.”
Het CDA wil het ondernemers- en vestigingsklimaat verbeteren door rust, reinheid en regelmaat in beleid, het behouden van familiebedrijven en het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Minder regeldruk en efficiëntere regelgeving zijn hierbij speerpunten.
“Het plezier om te ondernemen moet terugkomen. Het Nederlandse ondernemers- en vestigingsklimaat is de laatste jaren achteruitgegaan.”
“Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat is betrouwbaar en stabiel overheidsbeleid cruciaal, met een concurrerend investeringsklimaat, aantrekkelijk voor familiebedrijven, voor groot- en kleinbedrijf, voor onze maakindustrie, voor innovatieve en snelgroeiende starters en voor investeerders.”
“Rust, reinheid en regelmaat is het uitgangspunt.”
Het CDA ziet versterking van de Europese economie en samenwerking als essentieel voor groei en strategische autonomie. De partij wil belemmeringen in de interne markt wegnemen, inzetten op gezamenlijke investeringen en strategische afhankelijkheden verminderen.
“De Europese economie dreigt te stagneren. Dat noopt tot urgentie, daadkracht en intensieve publiek-private samenwerking. We willen zowel in EU-verband als nationaal ons mededingingsbeleid herzien, innovatie versnellen, investeringen en financieringen stimuleren en vooroplopen in digitale technologie.”
“Europa kan aan economische groei winnen als de interne markt wordt versterkt. Nederland neemt het voortouw belemmeringen weg te nemen door concrete voorstellen te blijven doen aan de EU.”
“We brengen onze strategische afhankelijkheden van China in kaart en bouwen deze af. We pakken oneerlijke handelspraktijken zoals dumping aan, diversifiëren onze ketens voor grondstoffen, willen meer investeringsscreenings en gaan nieuwe partnerschappen aan met andere landen.”
JA21 wil de Nederlandse economie versterken door lasten en regeldruk voor ondernemers en werkenden fors te verlagen, het belastingstelsel radicaal te vereenvoudigen en de industrie en het mkb te beschermen tegen nationale en Europese overregulering. De partij pleit voor een faciliterende overheid die economische groei, innovatie en strategische autonomie centraal stelt, en verzet zich tegen symboolbeleid, complexe toeslagen en extra nationale milieubelastingen. Kernvoorstellen zijn een eenvoudiger belastingstelsel, lagere lasten op arbeid en ondernemerschap, het schrappen van nationale koppen op EU-regels, en het waarborgen van een sterke industrie en haven.
JA21 ziet het huidige belasting- en toeslagenstelsel als te complex en ontmoedigend voor werken en ondernemen. De partij wil een radicaal eenvoudiger, eerlijker systeem met lagere lasten, zodat werken en investeren weer lonen en economische groei wordt gestimuleerd.
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
“Wij schaffen het circus aan toeslagen en heffingskortingen af, en vervangen het door een simpel en transparant systeem van toelagen.”
“Een eenvoudige vennootschapsbelasting voor alle ondernemingen door het huidige tweeschijvenstelsel (19% en 25,8%) te vervangen door één helder tarief van 20% voor alle ondernemingen.”
“Een einde maken aan de grote hoeveelheid uitzonderingen en regelingen die het huidige systeem zo complex maken.”
JA21 stelt dat overmatige regelgeving en bureaucratie economische groei en innovatie belemmeren. De partij wil drastisch minder regels, een kleinere overheid en een faciliterende rol richting ondernemers en industrie.
“Regeldruk terugdringen door met de stofkam door huidige wet- en regelgeving te gaan en overbodige regelgeving te schrappen. Voor elke nieuwe regel moet een oude regel verdwijnen.”
“Minder regeldruk door een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aan te stellen die met een harde reductiedoelstelling een einde maakt aan de toenemende regeldruk en met de stofkam door bestaande wet- en regelgeving gaat.”
“Een overheid die faciliteert in plaats van belemmert, ondernemers vertrouwt in plaats van wantrouwt, een eenvoudiger belastingsysteem waarin mensen daadwerkelijk meer beloond worden als ze meer werken.”
JA21 beschouwt een sterke industrie, haven en mkb als essentieel voor welvaart, werkgelegenheid en strategische autonomie. De partij wil nationale koppen op EU-regels schrappen, nationale CO2-heffingen afschaffen en investeren in betaalbare energie en innovatie.
“We stoppen de uittocht van bedrijven en banen door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken en door de concurrentiepositie van de haven te beschermen.”
“Een gelijk speelveld voor onze industrie door regelgeving gelijk te trekken met omringende landen zoals Duitsland en België. We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
“Onze industrie beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare energie. We lossen netcongestie op en voorkomen dat bedrijven stilstaan omdat aansluiting op het stroomnet onmogelijk is.”
“Mkb maximaal faciliteren door het eenvoudiger te maken om te investeren in het mkb, en regeldruk en rapportageverplichtingen te verminderen.”
JA21 wil dat de EU zich beperkt tot economische samenwerking en verzet zich tegen verdere overdracht van bevoegdheden, extra Europese belastingen en overregulering die Nederlandse bedrijven benadeelt.
“Fiscale soevereiniteit: geen nieuwe Europese belastingen, waar mogelijk draaien we Europese heffingen terug.”
“Nationale koppen op EU-regels afschaffen: we introduceren geen nieuwe wetgeving die verder gaat dan EU-regelgeving.”
“Een Europese Unie die functioneert als economisch samenwerkingsverband.”
“De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
NSC wil een sterke, eerlijke en duurzame economie waarin bestaanszekerheid, innovatie en het mkb centraal staan. Ze pleiten voor het doorbreken van marktdominantie, het stimuleren van vaste contracten, het bevorderen van circulaire economie en het versterken van strategische sectoren. Concrete voorstellen zijn onder meer het verlagen van administratieve lasten voor mkb, investeren in innovatie en techniek, en het eerlijker maken van markten en arbeidsvoorwaarden.
NSC wil de macht van dominante marktpartijen, zoals banken en supermarktketens, aanpakken om consumenten te beschermen en markten eerlijker te maken. Dit moet leiden tot lagere prijzen en meer keuzevrijheid voor burgers en bedrijven.
“De Nederlandse spaarmarkt wordt gedomineerd door een klein aantal banken die de spaarrente laag en tarieven hooghouden. Deze marktdominantie moet worden doorbroken.”
“Aanpakken van hoge prijzen in supermarkten en winkels door markten eerlijker te maken.”
“De toezichthouder (ACM) moet actiever en effectiever kunnen optreden. Ook overnames die nu onder de radar blijven, moeten kunnen worden getoetst.”
NSC wil de flexibilisering van de arbeidsmarkt terugdringen en vaste contracten weer de norm maken, om zo bestaanszekerheid te vergroten en de tweedeling tussen vaste en flexibele krachten te verminderen.
Het mkb en familiebedrijven zijn volgens NSC de ruggengraat van de economie. Ze willen deze bedrijven ondersteunen door administratieve lasten te verlagen en het aantrekkelijker te maken om mensen in vaste dienst te nemen.
“Het moet aantrekkelijker worden voor kleine werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. We willen daarom minder administratieve lasten voor mkb’ers, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren.”
“Beschermen van familie- en gezinsbedrijven en het midden- en kleinbedrijf (mkb) met zo min mogelijk administratieve lasten.”
NSC wil het innovatieklimaat versterken door te investeren in onderzoek, technische opleidingen en strategische industrieën. Dit moet de productiviteit verhogen en de economie toekomstbestendig maken.
“We starten met het opstellen van een Nationale Groeimarktenstrategie. Hierin bepalen we om de tien jaar de vijf sectoren met de hoogste toekomstige verdienkansen voor Nederland.”
“We investeren in technisch talent. Daarbij zetten we extra in op de instroom in mbo-, hbo- en wo-opleidingen voor strategische sectoren die echt om mensen staan te springen zoals de halfgeleiderindustrie, AI en energietechnologie.”
“We geven strategische industrieën en groeibedrijven prioriteit bij het toewijzen van netcapaciteit.”
NSC wil de economie verduurzamen door in te zetten op circulariteit, biobased materialen en het hergebruik van grondstoffen. Dit moet leiden tot minder afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen en een transitie naar een duurzame industrie.
“Nieuw Sociaal Contract zet in op een circulaire economie. Hiervoor zijn duidelijke keuzes in de politiek noodzakelijk. We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk.”
“Circulaire keuzes moeten de logische en voordelige optie worden. We maken afspraken met winkels in elektronica, meubels en kleding over het aanbieden van tweedehands en refurbished producten.”
NSC wil het belastingstelsel hervormen zodat werken meer loont en vermogen eerlijker wordt belast. Ze streven naar transparante, betrouwbare begrotingen en het schrappen van ondoelmatige fiscale regelingen.
“We hervormen het stelsel van belastingen en toeslagen zodat het eenvoudiger en eerlijker wordt en (meer) werken loont.”
“In box 3 gaan we daadwerkelijke inkomsten en winsten (in plaats van fictief rendement) uit vermogen eerlijk belasten.”
“Slechte financiële regels gaan op de schop. Nederland kent nog te veel (fiscale) regelingen die niet doelmatig zijn maar wel veel geld kosten.”
De Partij voor de Dieren wil een radicale omslag naar een economie die niet langer gericht is op winst en groei, maar op welzijn van mens, dier en planeet binnen de grenzen van de aarde. Ze pleiten voor het belasten van vervuiling en grote vermogens, het afbouwen van vervuilende industrieën, het stimuleren van regionale en circulaire economie, en het terugdringen van marktwerking in publieke diensten. Hun kernvisie is dat economische activiteiten altijd ondergeschikt moeten zijn aan ecologische en sociale rechtvaardigheid.
De PvdD verwerpt het huidige economische model dat gericht is op groei en winst, en wil een economie die welzijn en ecologische grenzen centraal stelt. Ze willen af van het BBP als leidraad en publieke voorzieningen uit de markt halen.
“We kiezen voor een economie die werkt vóór dier, mens en planeet, in plaats van ten koste van hen. Dat betekent: het maken en gebruiken van spullen binnen de draagkracht van de Aarde, met respect voor leven en toekomst.”
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
“We draaien de doorgeslagen marktwerking terug in publieke diensten zoals zorg, onderwijs en openbaar vervoer. Publieke voorzieningen zijn er voor iedereen en horen niet afhankelijk te zijn van winstprikkels.”
De partij wil het belastingstelsel hervormen: minder belasting op arbeid, meer op vervuiling en grondstoffen, en hogere lasten voor grote vermogens en bedrijven. Zo willen ze ecorechtvaardigheid en brede welvaart bevorderen.
“We maken werken lonender, belasten vervuiling zwaarder en zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Zo zetten we het belastingstelsel in als krachtig instrument voor ecorechtvaardigheid, solidariteit en brede welvaart.”
“We verschuiven de belastingdruk: minder op arbeid, meer op grondstoffenverbruik en vervuiling.”
“We voeren een klimaatbelasting voor de grootste vermogens in, op basis van de inzichten uit de Groene Belastinggids.”
De PvdD wil afscheid nemen van sectoren die niet passen binnen een duurzame economie, zoals staalproductie en kunstmestindustrie, en stoppen met subsidies aan de grootste vervuilers.
“Er zijn sectoren, zoals staalproductie en andere energie-intensieve basisindustrie, die beter passen in landen waar meer ruimte is en goedkope groene energie. Nederland kan zich richten op hoogwaardige maakindustrie, waarvoor hier de juiste kennis, kunde en ruimte is.”
“We nemen afscheid van sectoren die onverenigbaar zijn met een duurzame samenleving. De giftige sierteelt en de kunstmestindustrie worden afgebouwd.”
“We stoppen met subsidies aan de grootste vervuilers en stimuleren kleinschalige duurzame initiatieven.”
“De onderhandelingen over maatwerkafspraken met één van de grootste vervuilers van Nederland, het staalbedrijf Tata Steel, worden per direct gestopt. Dat betekent geen miljardensubsidie.”
De partij wil de economie regionaliseren, lokale ketens versterken en inzetten op circulariteit om afhankelijkheid van mondiale systemen te verminderen en ecologische doelen te halen.
“We bevorderen de regionalisering van de economie door lokale ketens, streekproducten en regionaal geldgebruik te stimuleren. Zo maken we economieën veerkrachtiger en minder afhankelijk van mondiale systemen.”
“Nederland werkt zo snel mogelijk toe naar een volledig circulaire economie en is in 2030 minimaal 50% circulair.”
Bedrijven moeten wettelijk verplicht worden om bij te dragen aan welzijn van mens, dier en planeet, met bindende regels in plaats van vrijblijvende akkoorden.
“We voeren een wettelijke zorgplicht en klimaatplicht voor bedrijven in, ook voor internationale bedrijven die in Nederland actief zijn. Vrijblijvende akkoorden en convenanten worden vervangen door bindende regels en handhaving.”
De PvdD wil de macht van grote systeembanken doorbreken, ethische banken stimuleren, en financiële transacties en flitshandel zwaarder belasten.
“We doorbreken de macht van de systeembanken door kleinere, ethisch georiënteerde instellingen zoals maatschappelijke banken, kredietunies en coöperatieve financiers te faciliteren.”
“Er komt een bankenbelasting en een belasting op transacties om flitshandel op aandelenbeurzen tegen te gaan.”
De VVD zet vol in op economische groei als fundament voor welvaart, onafhankelijkheid en het kunnen financieren van publieke voorzieningen. De partij wil dit bereiken door lasten voor ondernemers te verlagen, regeldruk te verminderen, te investeren in infrastructuur en innovatie, en te zorgen voor een concurrerend ondernemersklimaat. Duurzaamheid en onafhankelijkheid worden gekoppeld aan economische groei, met nadruk op pragmatisch klimaatbeleid en het behouden van industrie in Nederland.
De VVD beschouwt economische groei als essentieel voor het behoud van welvaart, internationale concurrentiekracht en het kunnen bekostigen van zorg, onderwijs en sociale voorzieningen. Groei wordt gezien als de sleutel tot onafhankelijkheid van onvrije landen en het realiseren van groene ambities.
“Missie 1: Radicale economische groei. De sterkste economie van Europa.”
“Nederland kan zich geen krimpende economie veroorloven. Alleen met een sterke economie kunnen we opboksen tegen Rusland en China.”
“Het stimuleren van groei bestaat uit grote keuzes en kleine maatregelen. Het betekent onszelf onafhankelijker maken van andere landen en vrijhandel stimuleren, maar het betekent ook dat lage belastingen voor ondernemers altijd onze inzet is.”
De VVD wil het ondernemersklimaat verbeteren door onnodige regels te schrappen, lasten te verlagen en voorspelbaar beleid te voeren. Dit moet ondernemers ruimte geven om te investeren, banen te creëren en te voorkomen dat bedrijven Nederland verlaten.
“We hanteren een meetbare doelstelling om het aantal onnodige regels te verminderen. We beoordelen met meetbare doelen of bestaande regels effectief zijn en herzien regels waar nodig. We schrappen regelgeving die in Nederland strenger is dan in de rest van Europa, zoals de nationale CO2-heffing.”
“Lagere belastingen voor ondernemers: We voorkomen dat de lasten voor ondernemers steeds omhooggaan. Minder lasten voor ondernemers is onze inzet. Dit geeft ondernemers de ruimte om te investeren, banen te creëren en voorkomt dat bedrijven de grens over worden gejaagd.”
“We leggen wettelijk vast dat de overheid de plicht heeft om het ondernemersklimaat te verbeteren.”
De VVD wil gericht investeren in infrastructuur, digitalisering, energietransitie en innovatie om economische groei te stimuleren en Nederland concurrerend te houden. Er komt een investeringsmaatschappij voor start- en scale-ups en een focus op topsectoren.
“We investeren in de groei van morgen door de grootste knelpunten in onze economie op te lossen, zoals met investeringen in onze (data-)infrastructuur en in de energietransitie.”
“We focussen op de topsectoren waarin Nederland onderscheidend is, en waarin we onderscheidend willen zijn. We richten daarnaast een investeringsmaatschappij op die is gericht op start- en scale-ups, zodat zij het geld hebben om op te schalen. We zetten vol in op kunstmatige intelligentie.”
“We jagen innovatie verder aan: We breiden de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk uit. Ondernemers die willen investeren in innovatie, kunnen dat zo doen tegen gunstige belastingvoorwaarden.”
De VVD koppelt economische groei expliciet aan verduurzaming en het streven naar onafhankelijkheid van onvrije landen. Klimaatbeleid moet pragmatisch zijn en mag niet leiden tot het vertrek van bedrijven of verlies van industrie.
“Economische groei en verduurzaming gaan hand in hand: beide zijn nodig om onafhankelijk te zijn van onvrije landen en om in de toekomst in een schoon land te leven. De toekomst van economische groei is duurzaam.”
“Verduurzaming is dé weg naar een onafhankelijke, schone economie en een betaalbare energierekening.”
“We reduceren CO2 niet op papier door industrie uit Nederland weg te jagen, maar reduceren CO2 in de praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
De VVD blijft inzetten op vrijhandel, maar wil Nederland en Europa weerbaarder maken tegen oneerlijke concurrentie en geopolitieke risico’s. Er wordt gepleit voor een gelijk speelveld binnen de EU en bescherming van vitale ondernemers.
“Vrijhandel is de motor van onze welvaart, maar in de nieuwe geopolitieke realiteit is handel ook een wapen. Daarom kiest de VVD voor vrijhandel met spierballen.”
“We willen een gelijk speelveld voor de industrie met de rest van Europa: We willen een gelijk speelveld voor onze industrie met de rest van Europa, zodat bedrijven niet vertrekken door strengere regels in Nederland.”
“De EU moet zelf sterk zijn om opgewassen te zijn tegen handelstarieven en schommelingen op het wereldtoneel. Dat doen we door: de interne markt te verstevigen, de kapitaalmarktunie te verdiepen, nieuwe handelsrelaties aan te gaan en technologisch leiderschap te bevorderen.”
D66 kiest voor een groene, eerlijke en innovatieve economie waarin duurzaamheid, ondernemerschap en gelijke kansen centraal staan. Ze willen vervuilende productie en fossiele subsidies afbouwen, investeren in technologie en innovatie, en ondernemers ondersteunen bij verduurzaming en groei. D66 streeft naar een economie die bloeit binnen de grenzen van de planeet, met eerlijke concurrentie en een focus op brede welvaart.
D66 wil de economie verduurzamen door groei niet langer ten koste te laten gaan van het klimaat en natuur. Ze kiezen voor het afbouwen van fossiele subsidies, stimuleren duurzame productie en investeren in groene technologieën. Het doel is een economie die bloeit zonder de planeet uit te putten.
“Daarom kiest D66 voor een doorbraak: naar een economie die bloeit binnen de grenzen van de planeet. Dat vraagt om keuzes. We stoppen met wat ons tegenhoudt: vervuilende productie, fossiele subsidies, de macht van grote techbedrijven en werk waarvan je niet kunt rondkomen.”
“D66 kiest voor een groene economie waarin mensen, milieu en natuur centraal staan.”
D66 wil het ondernemersklimaat verbeteren door minder regeldruk, voorspelbare regels en betere toegang tot financiering, vooral voor ondernemers die inzetten op duurzaamheid en innovatie. Ze willen dat verduurzaming loont en dat ondernemers kunnen groeien in een eerlijke markt.
“We bieden ondernemers meer rust en voorspelbaarheid om een succes te kunnen maken van hun bedrijf. Al 82% van de ondernemers is bezig met verduurzamen. Zij krijgen bij ons de wind in de rug, want D66 zorgt dat deze inzet loont.”
“Een gezonde economie begint bij ondernemers die kunnen starten, groeien én vergroenen. Veel ondernemers lopen nu aan tegen problemen. Denk aan de overbelasting van het elektriciteitsnet, gebrek aan ruimte, geen vergunningen door stikstof, een tekort aan personeel en kapitaal om investeringen te doen, en een te hoge regeldruk. D66 doorbreekt die stilstand en maakt weer ruimte voor ondernemerschap.”
“Voor kleine en middelgrote ondernemers kan verduurzaming een uitdaging zijn. Dat is vooral zo voor ondernemers in sectoren die veel energie gebruiken. D66 helpt hen hierbij met duidelijke en voorspelbare regels.”
D66 wil een eerlijke economie met een gelijk speelveld voor ondernemers. Ze willen te veel marktmacht van grote bedrijven tegengaan, zodat innovatie niet wordt afgeremd en nieuwe ondernemers niet worden buitengesloten.
“D66 staat voor een eerlijke economie. Te veel macht bij één bedrijf zorgt voor hoge prijzen, lage kwaliteit en remt innovatie af. Nieuwe ondernemers worden hierdoor buitengesloten. D66 wil eerlijke concurrentie en grijpt stevig in bij te veel marktmacht.”
D66 zet in op technologische innovatie en een circulaire economie om maatschappelijke problemen op te lossen en economische groei te realiseren. Ze willen een Nationale Investeringsbank oprichten en Nederland volledig circulair maken in 2050.
“We investeren in wat ons vooruithelpt: wind op zee en zon op daken, ondernemers in duurzame diensten en producten, technologie die maatschappelijke problemen helpt oplossen en mensen die kunnen meebewegen naar het werk van morgen.”
“Onze ambities voor het klimaat, voor energie, technologie, innovatie, water en voor bodem vragen om durf en langetermijndenken. D66 kiest voor slimme investeringen die ons sterker, schoner en onafhankelijker maken. We willen een Nationale Investeringsbank voor grote transities.”
“In 2050 is Nederland volledig circulair. In 2030 is het gebruik van nieuwe grondstoffen al gehalveerd.”
D66 wil het belastingstelsel eerlijker maken door het minimumloon te verhogen, de eerste en tweede schijf van de inkomstenbelasting te verlagen, en fiscale verschillen tussen werknemers en ondernemers te verkleinen. Grote vermogens worden zwaarder belast.
“Als je werkt, heb je recht op een fatsoenlijk salaris. Daarom verlagen we het tarief in de eerste en tweede schijf van de inkomstenbelasting en verhogen we het minimumloon.”
“We verkleinen de fiscale verschillen tussen werknemers en ondernemers, en behandelen verschillende vormen van arbeid gelijker.”
“We belasten grote vermogens meer, onder meer met een miljonairsbelasting.”
D66 ziet internationale handel en Europese samenwerking als essentieel voor economische groei en onafhankelijkheid. Ze willen strategisch Europees industriebeleid en het afbouwen van afhankelijkheid van landen als China.
“Internationale handel is de drijvende kracht achter een goed draaiende wereldeconomie en achter de Nederlandse economie. Maar liefst een derde van ons geld wordt in het buitenland verdiend.”
“Met groen Europees industriebeleid produceren en innoveren we zelf meer in cruciale sectoren, zoals in microchips en kritieke grondstoffen.”
FVD pleit voor een kleinere overheid, lagere belastingen en het stimuleren van ondernemerschap als motor van de economie. Ze willen af van EU-bemoeienis, het klimaatbeleid en hoge lasten, en kiezen voor nationale controle over energie, munt en handelsverdragen. Hun kernvoorstellen zijn een vlaktaks, forse lastenverlichting, heropening van het Groninger gasveld, en het beëindigen van de euro.
FVD wil het belastingstelsel drastisch vereenvoudigen met een vlaktaks, een hoge belastingvrije voet en lagere BTW, om werken, sparen en ondernemen te stimuleren. Ze stellen dat hoge belastingen innovatie en economische groei belemmeren en willen dat burgers meer overhouden van hun inkomen.
“We voeren een belastingvrije voet in van €30.000,- voor alle werkenden en gepensioneerden, en we maken de eerste €1.000 verdiend in een tweede baan (bij minimaal 32 uur hoofdbaan) belastingvrij. We verhogen de VPB-grens naar €1 miljoen, de zelfstandigenaftrek naar €15.000,- en we schrappen de BTW op B2B-transacties om de cashflow van bedrijven te verbeteren. We verlagen de BTW naar respectievelijk 6% en 19% en vereenvoudigen het belasting- en toeslagenstelsel door invoering van een vlaktax.”
“Forum voor Democratie vindt dat belastingen zo laag, eenvoudig en transparant mogelijk moeten zijn. Daarom willen wij een grondige vereenvoudiging van het belasting-, toeslagen- en premiestelsel. Geen wirwar van ingewikkelde schijven, toeslagen en progressieve tarieven die succes bestraffen, maar één helder en gelijk tarief voor iedereen.”
“De belastingen zijn veel te hoog geworden en belemmeren innovatie en economische groei.”
FVD wil het Groninger gasveld heropenen en alle klimaat- en stikstofmaatregelen schrappen. Ze stellen dat dit zorgt voor goedkope energie, een bestedingsimpuls en versterking van de economie, terwijl het huidige klimaatbeleid volgens hen de economie schaadt.
“Indien we dat zouden doen, zou er - evident! - weer ruimschoots goedkoop en kwalitatief hoogwaardig aardgas beschikbaar komen voor huishoudens, industrie, agrariërs, enzovoorts: het zou vanzelfsprekend een gigantische bestedingsimpuls opleveren.”
“Wanneer je stopt met de uiterst kostbare en volstrekt zinloze klimaat- en stikstofplannen; Wanneer je het Groninger gasveld weer openstelt... Dan hou je jaarlijks ten minste tientallen miljarden over.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
FVD ziet het MKB en zelfstandigen als fundament van de economie en wil hen ontlasten van regels en lasten. Ze willen minder bureaucratie, hogere zelfstandigenaftrek en meer ruimte voor ondernemerschap.
“Forum voor Democratie kiest onvoorwaardelijk voor de ruim 400.000 MKB-bedrijven en de ruim 1.2 miljoen zelfstandigen: zij vormen het fundament van onze economie.”
“Onze visie is helder: het moet weer aantrekkelijk en haalbaar worden om ondernemer te zijn. Dat betekent minder bemoeienis van de overheid en meer vertrouwen in de eigen kracht van ondernemers.”
FVD wil Nederland uit de euro halen en terug naar een eigen munt, om weer zelfstandig monetair beleid te kunnen voeren dat aansluit bij de Nederlandse economie.
“De invoering van de euro is voor Nederland een kostbare vergissing gebleken. De eurozone is geen Optimal Currency Area (OCA): de economieën van landen als Griekenland en Italië verschillen te sterk van die van Nederland en Duitsland.”
“Nederland moet terugkeren naar een eigen, stabiele munt, zodat we weer monetair beleid kunnen voeren dat goed is voor onze eigen conjunctuurcyclus, spaartegoeden, handelsbalans en koopkracht.”
FVD wil af van multilaterale EU-handelsverdragen en pleit voor bilaterale akkoorden, zodat Nederland zijn eigen economische belangen kan behartigen.
FVD wil investeren in eigen energiebronnen (gas, olie, kernenergie) en infrastructuur, om de economie te versterken en energie betaalbaar te houden.
“We breiden de gaswinning in de Noordzee uit en beginnen met gaswinning op de Waddenzee. Een aanzienlijk deel van deze gasbaten komen ten goede aan een nieuw op te richten Sovereign Wealth Fund, een beleggingspot zoals Noorwegen die ook heeft, om onze welvaart ook voor toekomstige generaties veilig te stellen.”
“Daarnaast investeren we in bereikbaarheid en infrastructuur.”
De PVV stelt dat de Nederlandse economie stagneert door hoge lasten, verspilling van belastinggeld en verkeerde prioriteiten. Hun economische visie draait om lastenverlichting voor burgers, het schrappen van uitgaven aan asiel, ontwikkelingshulp en klimaat, en het investeren van vrijgekomen middelen in koopkracht, betaalbaarheid en nationale voorzieningen. De partij wil zo de economie stimuleren en de financiële positie van Nederlanders verbeteren.
De PVV wil de economie stimuleren door de lasten voor burgers te verlagen, onder meer via het schrappen van btw op boodschappen, het verlagen van btw op energie en het instellen van maximumprijzen op basisproducten. Dit moet de koopkracht direct versterken en de inflatie tegengaan.
“De PVV wil de economie weer een boost geven door de lasten van burgers te verlagen.”
“De PVV wil daarom de btw op boodschappen helemaal schrappen, waardoor de boodschappenkar bijna 10% goedkoper kan worden.”
“Daarom verlagen we de btw op energie van 21 naar 9%.”
“Ook willen we op een aantal essentiële basisproducten maximumprijzen instellen. Dit regelen we via de Prijzenwet.”
De PVV wil fors bezuinigen op uitgaven aan asielopvang, ontwikkelingshulp en afdrachten aan de EU. Dit geld moet in Nederland blijven en besteed worden aan de eigen bevolking, waarmee de partij economische ruimte wil creëren voor nationale investeringen.
“Miljarden worden verspild aan zaken waar de Nederlander niets aan heeft en ook helemaal niet om heeft gevraagd. Alleen al dit jaar besteden we € 9 miljard aan de opvang van asielzoekers en Oekraïners. Ook sturen we elk jaar € 7 miljard naar Afrika en doneren we € 10 miljard aan Brussel.”
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“Stop met de export van onze miljarden. Besteed het geld in Nederland, aan de Nederlanders. Het is tenslotte úw geld!”
De partij wil alle uitgaven aan het Klimaatfonds en klimaatsubsidies schrappen, evenals ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven. Dit moet de overheidsfinanciën ontlasten en ruimte scheppen voor andere economische prioriteiten.
De PVV wil de vrijgekomen middelen inzetten voor betaalbare zorg, lagere huren, en een lagere AOW-leeftijd, om zo de economische positie van Nederlanders te versterken en armoede te bestrijden.
“De PVV heeft een groot hart voor de zorg. We investeren in de ouderenzorg; daar staat al € 600 miljoen voor gereserveerd.”
“De PVV gaat de sociale huren volgend jaar met 10% verlagen. Woningcorporaties compenseren we door voor hen de winstbelasting te schrappen, zodat de bouwopgave niet in gevaar komt.”
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”
De PVV wil economische soevereiniteit herstellen door minder afhankelijk te zijn van internationale verplichtingen en meer te investeren in de eigen economie en bevolking.
De SGP pleit voor een economie die niet alleen op groei en winst is gericht, maar vooral op waarden als rentmeesterschap, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid. Ze willen ondernemers stimuleren, administratieve lasten verlagen, werknemers beschermen, en armoede bestrijden, met concrete voorstellen zoals fiscale aanpassingen, minder regeldruk, en een eerlijker belastingstelsel. De partij benadrukt het belang van een robuuste, sociale en innovatieve economie die oog heeft voor kwetsbaren en het maatschappelijk belang.
De SGP wil af van een economie die puur op euro’s en groei draait, en kiest voor een economie die robuust, sociaal, duurzaam en innovatief is, met oog voor mens en omgeving. Dit betekent ook bescherming van kwetsbaren en het stimuleren van werkgelegenheid.
“De SGP wil toegroeien naar een economie die niet enkel drijft op euro’s, maar die waardengedreven is. Een economie die stevig staat en niet bij het eerste zuchtje wind omvalt. Een economie met oog voor de mens en omgeving. En een economie die creatief is en voortdurend innoveert. Kortom: robuust, sociaal, duurzaam en innovatief.”
“Onze economie is er voor de samenleving – niet andersom. En een samenleving die niet omziet naar de meest kwetsbaren is geen sámenleving.”
De SGP wil ondernemers ondersteunen door voorspelbaar beleid, minder administratieve lasten en een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Ze pleiten voor een grote regelschrapoperatie en het aanpakken van onwerkbare EU-regels.
“Basisvereiste hiervoor is voorspelbaar overheidsbeleid zodat ondernemers weten waar zij van op aan kunnen, zeker ook ten aanzien van belastingen. Een einde aan gezwabber dus.”
“Er komt een uitgebreide regelschrap-operatie waarbij zeker een kwart van de regels verdwijnt.”
“Het leeuwendeel van de regeldruk komt uit de Brusselse beleidstorens. Bij de EU wordt aangedrongen op het aanpakken van onwerkbare regels en ambities, bijvoorbeeld ten aanzien van de Green Deal en Europese Natuurherstelverordening.”
De SGP wil bedrijven financieel stimuleren om duurzame en eerlijke keuzes te maken en te investeren in de lange termijn, onder andere via fiscale aanpassingen en subsidies.
“Bedrijven worden (financieel) gestimuleerd duurzame en eerlijke keuzes te maken en te investeren in de lange termijn, door middel van fiscale aanpassingen en verruiming van subsidies.”
“De overheid selecteert bij aanbestedingen niet alleen op de laagste prijs, maar stimuleert in haar inkoopbeleid ook duurzame en sociale keuzes.”
De SGP wil een arbeidsmarkt met stabiele arbeidsverhoudingen, minder flexcontracten, en bescherming van laagbetaalde werknemers. Werkgevers moeten worden gestimuleerd om duurzame arbeidsrelaties aan te gaan.
“Een werkgever biedt zijn werknemer geen waardeloze flexcontractjes aan, maar maakt werk van een duurzame arbeidsrelatie. Bij salarisonderhandelingen wordt het salaris van een laagbetaalde medewerker niet nog verder uitgeknepen.”
“De arbeidsmarkt is gericht op stabiele arbeidsverhoudingen en er blijft ruimte voor flexibiliteit in bepaalde gevallen. Er komen meer mogelijkheden om werknemers in dienst te nemen en te houden.”
De SGP wil de winstbelasting en werkgeverslasten voor het mkb verlagen, familiebedrijven steunen, en de toegang tot financiering verbeteren.
“De winstbelasting voor het bedrijfsleven en de werkgeverslasten worden verlicht, vooral gericht op het mkb.”
“De overheid gaat private financiering lostrekken en verbreedt het palet aan publieke en private financiering. Er komen verbeterde garantiestellingen voor kleine kredieten en grote financiers, zoals pensioenfondsen, worden gestimuleerd hun geld hierin te steken.”
De SGP wil armoede krachtig bestrijden en een fatsoenlijk bestaansminimum garanderen, met periodieke herijking en aandacht voor kinderarmoede.
“We maken werk van een fatsoenlijk bestaansminimum met een vierjaarlijkse herijking en een daling van kinderarmoede.”
De SGP wil eerlijke prijzen in de keten, lagere lasten voor bedrijven, en meer bevoegdheden voor de ACM om prijsopdrijving tegen te gaan.
“De SGP wil dat de hele keten zijn verantwoordelijkheid neemt en zorgdraagt voor eerlijke prijzen die niet veel hoger zijn dan in buurlanden. De overheid verlaagt loonkosten en energieprijzen voor deze bedrijven en geeft de Autoriteit Consument & Markt meer bevoegdheden op te treden tegen excessieve prijsopdrijving.”
De SGP wil de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer koppelen aan de groei van de economie en streeft naar 0,7% van het nationale inkomen.
“Zoals decennialang gebruikelijk was, koppelt Nederland de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer aan de groei van de economie. De SGP wil de drastische bezuinigingen van afgelopen jaren terugdraaien en toewerken naar de besteding van 0,7% van ons nationale inkomen aan ontwikkelingssamenwerking.”
De SP wil een economie die in dienst staat van mens, milieu en samenleving, met nadruk op publieke investeringen, eerlijkere verdeling van welvaart en het terugdringen van marktwerking. Belangrijke voorstellen zijn forse publieke investeringen in infrastructuur, onderwijs en innovatie, het reguleren van de financiële sector ten gunste van de reële economie, en het stimuleren van een circulaire economie met minder afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen. De partij kiest voor hogere lonen, lagere belasting op arbeid, winstdeling voor werknemers en meer zeggenschap voor werkenden.
De SP stelt dat jaren van marktwerking en gebrek aan overheidsregie de economie kwetsbaar en afhankelijk hebben gemaakt. Door fors te investeren in infrastructuur, onderwijs, innovatie en strategische sectoren wil de partij de economie versterken, werkgelegenheid creëren en onafhankelijkheid vergroten.
“De SP kiest voor forse investeringen en moderne politieke keuzes om onze economie weer sterker te maken. Jaren van falende politiek hebben ervoor gezorgd dat strategische industrieën ons land verlaten en cruciale investeringen in de woningbouw, de energievoorziening en het spoor achterblijven.”
“Nederland heeft een regering nodig die fors en duurzaam gaat investeren in cruciale infrastructuur, volkshuisvesting, onderwijs en innovatie. En zo de economie en de positie van werknemers structureel versterkt.”
“Dit investeringsplan versnelt procedures en de bouw van woningen, de energievoorziening, het spoor en de drinkwatervoorziening, waarmee structureel de toekomstige economie van het moderne Nederland wordt versterkt.”
De SP wil af van de wegwerpeconomie en pleit voor een circulaire economie waarin hergebruik, reparatie en recycling centraal staan. Dit moet verspilling tegengaan, de afhankelijkheid van buitenlandse (en onvrije) landen verminderen en zorgen voor een duurzame economische basis.
“We bouwen aan een economie die zuinig en slim omgaat met grondstoffen, zodat we sterk en onafhankelijk zijn. Door hergebruik, reparatie en recycling wordt verspilling verleden tijd. Zo creëren we een toekomst waarin iedereen profiteert van een eerlijke, duurzame en circulaire economie.”
“We willen onafhankelijk zijn van onvrije landen en buitenlandse bedrijven voor onze grondstoffen. Daarom verminderen we ons grondstoffengebruik en bouwen we een circulaire economie op.”
De SP stelt dat de financiële sector te dominant is geworden en de echte economie schaadt. Door strengere regulering en het terugdringen van financialisering wil de partij investeringen en stabiliteit in de reële economie bevorderen.
“De logica van de financiële markten domineert bedrijven en onze economie. Deze papieren werkelijkheid van financialisering heeft talloze sectoren in de echte economie verstoord.”
“Door deze financiële logica te doorbreken en de sector te reguleren maken we de financiële wereld weer dienstbaar aan de reële economie.”
“Door de dominantie financiële logica en het financiële overgewicht in Nederland aan te pakken komt er meer investering en inzet vrij voor de echte economie. Bovendien vergroten we de stabiliteit van de economie door de doorgeschoten financiële sector te reguleren en tot een passend formaat terug te brengen.”
De SP wil de koopkracht van werkenden vergroten door lonen te verhogen, belasting op arbeid te verlagen en winstdeling wettelijk te regelen. Dit moet ongelijkheid tegengaan en de binnenlandse economie stimuleren.
“We kiezen ervoor om de lonen te verhogen, belasting op arbeid te verlagen en dit te betalen door de vermogens van de allerrijksten te belasten. Ook winstdeling en het democratiseren van werkplekken zijn hierin belangrijke stappen.”
“Werknemers krijgen recht op een deel van de winst. Zonder werkende mensen is er immers geen winst. Niet alleen bestuurders en aandeelhouders, maar ook alle medewerkers krijgen voortaan recht op een deel van de winst.”
De SP wil publieke voorzieningen zoals woningbouw, zorg, energie en vervoer uit de markt halen en collectief organiseren. Dit verlaagt volgens de partij de kosten, vergroot de zeggenschap en maakt de economie socialer en stabieler.
“Door de markt terug te dringen en publieke voorzieningen collectief te organiseren vergroten we de zeggenschap en verlagen we de kosten. Omdat winst voor aandeelhouders niet meer nodig is, kunnen we zaken als woningbouw, zorg, openbaar vervoer, onderwijs, energievoorziening, internet en klimaatinvesteringen goedkoper organiseren.”
De SP ziet de oplossing voor economische groei niet in meer uren of meer arbeidsmigranten, maar in innovatie, automatisering en scholing. Een vierdaagse werkweek en investeringen in vakmanschap moeten de arbeidsproductiviteit verhogen.
“Voor een sterkere economie ligt de oplossing dan ook niet in méér uren of méér mensen, maar in slimmer werken. Met een Innovatiewet zetten we in op onderzoek, onderwijs en vakopleidingen, AI, automatisering en robotisering voor zwaar en repeterend werk. Zo verhogen we de arbeidsproductiviteit en stappen we op de sneltrein naar de economie van de toekomst.”
“We voeren een 4-daagse werkweek in. We leven niet om te werken. We werken om te leven. Een echte vierdaagse werkweek maakt een einde aan de doorgeslagen werkdruk.”
Volt wil de economie van Nederland en de EU toekomstbestendig maken door te investeren in duurzaamheid, innovatie en samenwerking, waarbij maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan louter economische groei. Ze pleiten voor een sterke, onafhankelijke Europese economie met focus op groene industrie, technologische innovatie, en eerlijk ondernemerschap, ondersteund door concrete maatregelen zoals Europese durfkapitaalfondsen, circulaire economie, en een gezamenlijke Europese begroting.
Volt ziet de toekomst van de economie in duurzaamheid, innovatie en samenwerking, waarbij economische groei hand in hand moet gaan met maatschappelijke en ecologische waarden. Ze willen afscheid nemen van het oude model dat draait op vervuiling en goedkope arbeid, en investeren in sectoren die Nederland en de EU toekomstbestendig maken.
“Wij geloven in een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. We durven afscheid te nemen van een oud economisch model dat draait op vervuiling, uitputting van grondstoffen en goedkope arbeid.”
“We bouwen aan een nieuwe economie gebaseerd op duurzaamheid, rechtvaardigheid en samenwerking.”
“De toekomst van onze economie is duurzaam, innovatief en circulair. We investeren in een nieuwe Europese industrie die goed is voor mens, natuur en klimaat.”
Volt wil dat de EU economisch onafhankelijker wordt van andere grootmachten door te investeren in eigen digitale infrastructuur, strategische industrieën en een gezamenlijke Europese begroting en munt. Dit moet leiden tot meer slagkracht, goedkopere leningen en het kunnen afdwingen van Europese waarden.
“De EU moet economisch onafhankelijk worden van andere grootmachten... We bouwen aan een sterke EU met eigen digitale infrastructuur (Eurostack) en een eigen strategische industrie.”
“Met één munt, één begroting, één minister van Financiën en één economie maken we onze eigen regels en beschermen we onze belangen en waarden.”
Volt wil ondernemen makkelijker maken, vooral voor bedrijven die duurzaam, sociaal en innovatief werken. Ze willen de regeldruk verlagen, toegang tot financiering verbeteren, en sociaal ondernemerschap stimuleren via samenwerkingsfondsen en medewerkersparticipatie.
“We stimuleren ondernemers die duurzaam, sociaal en innovatief werken. We verlagen de regeldruk, maken subsidieregelingen overzichtelijker en verbeteren de toegang tot financiering en duurzame energie.”
“Sociaal ondernemerschap is een bewezen en krachtige manier om economische groei en een positieve maatschappelijke impact te realiseren. Volt wil het potentieel aan sociaal ondernemerschap benutten door het oprichten van grote samenwerkingsfondsen waaruit sociale ondernemingen en traditionele bedrijven gezamenlijke projecten kunnen financieren.”
Volt wil de circulaire economie stimuleren door producten beter recyclebaar te maken en de milieu- en sociale impact van producten in de prijs te verwerken. Dit moet duurzame consumptie en productie bevorderen.
“We rekenen de milieu- en sociale impact van producten strenger mee in de prijzen van producten. Zo verleiden we consumenten duurzame producten te kopen en stimuleren we bedrijven om hun producten duurzamer te maken.”
“We willen toe naar goed recyclebare producten. Dat betekent dat we op Europees niveau willen werken aan het definiëren van categorieën voor recyclebare stoffen.”
Volt pleit voor Europese durfkapitaalfondsen en investeringsinstrumenten om strategische innovaties en duurzame technologieën te stimuleren, met versnelde procedures en extra middelen voor regionale fondsen.
“Om de digitale en technologische autonomie van de EU te versterken richten we een Europees Tech Fund op dat risicodragend investeert in strategische innovaties, van AI en kwantumtechnologie tot cleantech en biotech.”
“Volt maakt zich hard voor één groot, Europees durfkapitaalfonds waarmee nieuwe, pan-Europese innovaties op het gebied van bijvoorbeeld klimaat en duurzaamheid aangejaagd kunnen worden.”
Volt wil grote vervuilers die niet kunnen vergroenen uitfaseren en de focus leggen op een hoogwaardige, duurzame maakindustrie. Overheidssteun aan oude industrie wordt gestopt en verplaatst naar sectoren met groeiperspectief.
“Tata Steel gaat zo snel mogelijk dicht. Op een gezonde en betaalbare manier groen staal produceren is daar niet op korte termijn haalbaar, maar in andere Europese landen kan dat wel. Ook andere vervuilende bedrijven die niet kunnen vergroenen, faseren we zorgvuldig uit.”
“We staken alle overheidssteun aan de oude industrie en besteden onze tijd, aandacht en ons geld nog uitsluitend aan sectoren met groeiperspectief.”
50PLUS pleit voor een behoedzaam economisch beleid dat gericht is op het beschermen van koopkracht, het terugdringen van verspilling en het beperken van nationale en Europese overheidsuitgaven. De partij wil geen extra nationale regels bovenop Europese afspraken, streeft naar een circulaire economie, en wil het begrotingstekort onder controle houden door kritisch te kijken naar overheidsbestedingen en belastingfaciliteiten. Hun visie is economisch behoudend, met nadruk op gelijk speelveld, efficiëntie en bescherming van gepensioneerden.
50PLUS wil het begrotingstekort beheersen door kritisch te kijken naar overheidsuitgaven en belastingfaciliteiten, en pleit voor het opsporen en terugdringen van fraude en verspilling. Dit beleid is bedoeld om de economie te beschermen tegen oververhitting, de inflatie te beteugelen en de lasten eerlijk te verdelen, met bijzondere aandacht voor gepensioneerden.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
“Een behoedzame ontwikkeling van het begrotingstekort binnen de grenzen van de Europese begrotingsafspraken.”
“Gepensioneerden delen evenredig mee als er grote meevallers zijn voor de schatkist. In het geval van tegenvallers slaat een evenredig deel van het zuur neer bij gepensioneerden.”
50PLUS verzet zich tegen extra nationale regels en industriepolitiek bovenop Europese afspraken, omdat dit de concurrentiepositie van Nederland schaadt en leidt tot economische inefficiëntie. Ze pleiten voor een circulaire economie en willen dat klimaat- en milieubeleid op Europees niveau wordt afgestemd.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen.”
“Een circulaire economie waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen.”
50PLUS wil het nationale klimaatbeleid uitfaseren zodra er op Europees niveau effectieve afspraken zijn gemaakt over CO2-beprijzing. Dit moet economische schade door nationale koplopersmentaliteit voorkomen en zorgt voor een gelijk speelveld binnen de EU.
50PLUS wil het takenpakket van de EU beperken, verspilling tegengaan en het Europese ambtenarenapparaat verkleinen en moderniseren. Dit moet de economische lasten voor Nederland verminderen en de efficiëntie verhogen.
BBB wil de Nederlandse economie versterken door ondernemerschap te stimuleren, regeldruk te verminderen en meer te investeren in innovatie, vakmanschap en strategische sectoren. De partij legt nadruk op het belang van het mkb, regionale economische ontwikkeling en het behoud van een sterke maakindustrie. BBB kiest voor een praktische, mensgerichte benadering waarbij economische groei hand in hand gaat met regionale spreiding en strategische autonomie.
BBB ziet regeldruk en hoge lasten als belangrijke belemmeringen voor economische groei en ondernemerschap. De partij wil dat de overheid ondernemers ondersteunt in plaats van hindert, met minder regels en meer ruimte voor innovatie en vakmanschap.
“BBB kiest voor een economie waarin ondernemerschap weer wordt gewaardeerd en waar de overheid helpt in plaats van hindert. Nederland moet weer dingen maken, bouwen en bedenken. Met lef, kennis en handelsgeest. BBB wil ruimte geven aan ondernemers, regels terugdringen, strategische sectoren versterken en investeren in innovatie en vakmanschap in de regio.”
“Minder regelgeving. De regelgeving op nationaal niveau moet drastisch verminderen en worden getoetst op de impact op ons concurrentievermogen.”
Het mkb en kleine zelfstandigen zijn volgens BBB de ruggengraat van de economie, maar worden nu te veel belast door regels en gebrek aan maatwerk. BBB wil eerlijke toegang tot overheidsopdrachten, minder bureaucratie en meer praktische ondersteuning.
“Mkb’ers en kleine zelfstandigen zijn de ruggengraat van de Nederlandse economie. Ze zorgen voor werk, vakmanschap, levendige dorpen en persoonlijke dienstverlening. Maar juist deze ondernemers krijgen het vaak het zwaarst te verduren: ze worden overspoeld met regels die zijn bedacht voor multinationals, krijgen moeilijk toegang tot financiering en zien hun winkelstraat of camping langzaam verdwijnen.”
“Door hervorming van het aanbestedingsbeleid krijgen mkb bedrijven eerlijke én haalbare toegang tot overheidsopdrachten, met nadruk op praktische uitvoerbaarheid en maatschappelijke waarde.”
BBB vindt dat het economisch beleid te veel op de Randstad is gericht en wil meer investeren in de kracht van regio’s, zoals agrofood, maakindustrie en zorgtechnologie. Minder Haagse uniformiteit en meer regionale slagkracht moeten zorgen voor een evenwichtige economische groei in heel Nederland.
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
“BBB vindt dat elke regio moet kunnen bouwen op zijn eigen kracht. Of het nu gaat om agrofood, maakindustrie, zorgtechnologie, logistiek of circulaire toepassingen: de potentie is er, nu de overheid nog.”
BBB ziet de industrie als essentieel voor strategische autonomie, werkgelegenheid en een duurzame toekomst. De partij wil investeren in sectoren met zowel civiele als militaire toepassingen en pleit voor betaalbare energie voor de industrie.
“De Nederlandse industrie staat onder druk. Klimaatbeleid maakt productie duurder en complexer, terwijl internationale concurrenten met lagere standaarden wél ruimte krijgen. Hierdoor verdwijnen essentiële maakbedrijven naar lagelonenlanden of raken strategische ketens versnipperd. Dat maakt Nederland kwetsbaar.”
“De industrie is onmisbaar voor de voedselproductie, woningbouw, energietransitie, defensie, maritieme slagkracht en de regionale economie. Zonder sterke industrie géén strategische autonomie, geen fatsoenlijke werkgelegenheid en geen duurzame toekomst.”
BBB wil investeren in innovatie en vakmanschap, met speciale aandacht voor jong ondernemerschap en regionale scholing die aansluit bij de behoeften van het bedrijfsleven.
BBB is kritisch op belastingmaatregelen die de economie schaden, zoals de verhoging van het BTW-tarief op logies, en wil investeren in het vestigingsklimaat met een eerlijker belastingstelsel.
“We willen onderzoeken of het mogelijk is om de verhoging van het BTWtarief van 9% naar 21% op logies, die in 2026 wordt ingevoerd, terug te draaien. Naar nu blijkt wordt de hiermee beoogde belastingopbrengst bij lange na niet gerealiseerd en bovendien heeft deze maatregel een aanzienlijk negatief effect in de grensregio’s.”
“We investeren in ons vestigingsklimaat. Daarbij erkennen we de bijdrage die onze bedrijven, zowel multinationals als mkb-bedrijven, leveren aan onze schatkist.”
BIJ1 pleit voor een radicaal andere economie: een socialistisch, democratisch geleide economie waarin winsten eerlijk worden verdeeld, basisvoorzieningen gegarandeerd zijn en economische macht bij werkenden ligt in plaats van aandeelhouders. Ze willen grote sectoren nationaliseren, de werkweek verkorten, het minimumloon verhogen, en belasting op vermogen en winsten fors verhogen, met als doel bestaanszekerheid en eerlijk delen voor iedereen.
BIJ1 wil het kapitalistische systeem vervangen door een democratisch geleide economie waarin werkenden zeggenschap hebben en winsten eerlijk worden verdeeld. Ze zien het huidige systeem als uitbuitend en willen economische macht decentraliseren.
“Om een eerlijk loon te garanderen willen we de kapitalistische economie vervangen voor een democratisch geleide economie.”
“In elke sector maken de werkende mensen keuzes over de productie, verkoop, lonen en prijzen. Niet de aandeelhouders en managers, maar de werkende mensen aan de knoppen.”
“De coöperatie van werknemers wordt de standaard eigendomsstructuur voor nieuw opgerichte rechtspersoonlijkheden.”
BIJ1 wil belangrijke sectoren van de economie volledig in publieke handen brengen, omdat concurrentie volgens hen niet in het voordeel van de burger werkt.
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
Het maximaliseren van winsten wordt wettelijk aan banden gelegd. Een deel van de winst moet verplicht naar loonsverhogingen voor werkenden gaan.
“We nemen in de wet op dat een zeker deel van alle winsten naar loonsverhogingen gaat.”
“We stoppen graaiflatie (torenhoge winsten maken op levensmiddelen) door bedrijven te verplichten transparant te zijn over hun kostenstructuur en kiezen van prijzen. Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten.”
BIJ1 wil de 40-urige werkweek afschaffen en vervangen door een 30-urige werkweek met behoud van loon, en het minimumloon verhogen naar €19 per uur.
De partij wil de inkomstenbelasting voor gewone mensen verlagen, maar de vermogensbelasting voor de rijken fors verhogen, inclusief een limiet waarboven een marginaal tarief van 100% geldt.
“We verlagen de inkomstenbelasting. Zodat mensen direct meer geld overhouden. Daartegenover maken we de vermogensbelasting voor de vermogenden flink hoger. Er komt een limiet op vermogen, waarboven een marginaal belastingtarief van 100% geldt.”
BIJ1 wil kapitaalvlucht tegengaan, belastingontduikers opsporen, brievenbusfirma’s aanpakken en een “exit tax” invoeren voor bedrijven.
“We gaan kapitaalvlucht tegen. Internationaal investeren we in belastingontduikers opsporen. We bestrijden de vele brievenbusfirma’s in Nederland door belastingtarieven op vermogen te verhogen. En we introduceren een 'exit tax' voor bedrijven.”
Onbetaald werk zoals mantelzorg, vrijwilligerswerk en zorg voor kinderen wordt als essentieel erkend en beter beloond.
“Ook mantelzorg, vrijwilligerswerk, het werk van thuisblijvende ouders en andere vormen van onbetaalde arbeid zijn van onschatbare waarde voor onze maatschappij en willen we belonen.”
“Onbetaald werk dat Nederland nog te vaak als ‘vrouwenwerk’ ziet, compenseren we beter. Zoals mantelzorg, huishoudelijk werk en zorg voor kinderen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een economie die gericht is op eerlijk delen, hogere lonen, en lange termijn welzijn in plaats van kortetermijnwinsten voor aandeelhouders. Ze willen het Rijnlandse model herstellen, investeren fors in innovatie, verduurzaming en onderzoek, en stellen concrete maatregelen voor zoals het verhogen van het minimumloon, het aanpakken van belastingvoordelen voor multinationals, en het stimuleren van een circulaire economie. Hun visie is een sterke, sociale en groene economie waarin iedereen kan meedoen en brede welvaart centraal staat.
GroenLinks-PvdA wil af van een economie die vooral aandeelhouders en kapitaal bevoordeelt, en kiest voor een model waarin lange termijn, sociale rechtvaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid centraal staan. Ze willen de arbeidsinkomensquote verhogen, vaste contracten stimuleren en ongelijkheid tegengaan.
“De afgelopen jaren is onze economie doorgeslagen in het voordeel van aandeelhouders, met kortetermijnwinsten als hoogste doel. Dit heeft geleid tot groeiende ongelijkheid, verlies aan zekerheid voor werkenden en schade aan milieu en samenleving. Daarom keren wij terug naar het Rijnlandse model, waarin lange termijnbelangen, gedeelde verantwoordelijkheid en sociale rechtvaardigheid centraal staan.”
“We streven op korte termijn naar een verdeling waarbij de opbrengst voor werkenden minimaal tachtig procent is, zoals vroeger normaal was. Zo komt de winst niet alleen terecht bij de aandeelhouders, maar ook bij werknemers.”
De partij wil een economie met goed betaalde banen, hogere lonen en een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur. Dit moet bijdragen aan een eerlijker inkomen en een prikkel voor bedrijven om te innoveren.
“Wij kiezen voor een eerlijk inkomen voor iedereen én een sterke economie. Dat begint met hogere lonen, zodat je weer vooruitkomt, en zodat bedrijven een prikkel krijgen om te doen wat zij het beste doen: innoveren.”
“Een verhoging van het minimumloon is daarom cruciaal. We verhogen het minimumloon naar 18 euro per uur.”
GroenLinks-PvdA wil fors investeren in innovatie, wetenschap en duurzame industrie om de economie toekomstbestendig te maken. Ze stellen een Toekomstfonds van 25 miljard euro voor en willen 3% van het nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie besteden.
“Met een Toekomstfonds van 25 miljard euro geven we de economie een impuls, door te investeren in een duurzame, innovatieve industrie, wetenschap, onderzoek en nieuwe spoorlijnen.”
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om drie procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.”
De partij wil speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en multinationals afschaffen, belastingontwijking aanpakken en de belasting op arbeid verlagen ten gunste van belasting op vermogen.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan. We zorgen ervoor dat werkenden juist meer overhouden van hun loon.”
“Het is niet meer dan logisch dat je over de euro waar je hard voor hebt gewerkt, minder belasting betaalt dan over geld waar je niks voor hebt hoeven doen. Daarom gaat de belasting op werk naar beneden en verhogen we de belastingen op inkomen uit vermogen.”
GroenLinks-PvdA wil de economie verduurzamen door te investeren in een circulaire economie, minder afhankelijk te worden van import van grondstoffen, en meer productie in Europa te stimuleren.
“Door naar een circulaire economie toe te groeien hergebruiken we grondstoffen en verduurzamen we onze economie.”
“We kiezen voor een groene en eerlijke economie waarin meer producten in Europa worden gemaakt. Hiermee worden we minder afhankelijk van vervuilende import en krijgen we meer grip op arbeidsrechten en het milieu, en vergroten we onze strategische autonomie.”
De partij ziet innovatieve regio’s, het mkb en startups als motoren van economische groei en wil deze ondersteunen met investeringen en het aantrekkelijk maken van Nederland voor nieuwe bedrijven.
“De meest innovatieve regio’s van Nederland zoals Brainport en Food Valley laten zien hoe we nu en in de toekomst ons geld kunnen verdienen. Dat moedigen we aan door investeringen in woningen en infrastructuur door te zetten en zo nodig uit te breiden.”
“We maken Nederland aantrekkelijk voor startups en bieden scale-ups de mogelijkheid om uit te breiden.”
DENK wil de economische ongelijkheid in Nederland verkleinen door belastingverlagingen voor lage- en middeninkomens, hogere belastingen voor grote bedrijven en vermogenden, en investeringen in publieke voorzieningen. De partij zet in op het versterken van de bestaanszekerheid, het ondersteunen van het MKB, en het betaalbaar houden van het dagelijks leven. Hun visie draait om een rechtvaardige verdeling van welvaart en een sterke verzorgingsstaat, gefinancierd door een eerlijker belastingstelsel.
DENK wil de lasten verschuiven van lage- en middeninkomens naar grote bedrijven en mensen met hoge vermogens, om zo de ongelijkheid te verkleinen en publieke voorzieningen te financieren. Dit moet zorgen voor meer bestaanszekerheid en een eerlijkere economie.
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens. Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren. Grote bedrijven die flinke winsten maken, gaan een eerlijker deel bijdragen. We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expat regeling. We pakken belastingontwijking steviger aan, zodat iedereen eerlijk bijdraagt.”
“Op fiscaal gebied kan dekking worden gerealiseerd door een eerlijkere bijdrage uit de winsten van grote bedrijven en van de superrijken. Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af. Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen.”
DENK wil fors investeren in onderwijs, zorg, openbaar vervoer en betaalbare woningen, om zo de bestaanszekerheid te vergroten en de economie te versterken. Deze investeringen worden gezien als noodzakelijk om de maatschappelijke ongelijkheid te verkleinen en de brede welvaart te vergroten.
“Wij zetten in op een overheid die de maatschappelijke ongelijkheid de komende periode fors verkleint. Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs, voor betaalbare woningen, voor het openbaar vervoer, voor de zorg en voor andere publieke voorzieningen.”
“Wij maken geld vrij voor de bestrijding van armoede. Door het afschaffen van het eigen risico, het verlagen van de zorgpremie, het betaalbaar houden van huren en het verlagen van de BTW zorgen we ervoor dat het leven van mensen weer betaalbaar wordt.”
DENK erkent het belang van het MKB voor de economie en wil deze ondernemers ondersteunen met lastenverlichting, minder regeldruk en betere toegang tot krediet. Dit moet zorgen voor meer economische dynamiek en werkgelegenheid.
“Wij waarderen de belangrijke rol van ondernemers in het MKB in het creëren van banen en economische groei. Wij willen deze ondernemers steunen.”
“Wij willen een verlaging van de belastingen en lasten voor kleinere ondernemingen.”
“We richten een publieke kredietbank op voor kleine ondernemers. Die verstrekt eerlijke leningen aan ondernemers die bij gewone banken geen kans krijgen.”
DENK wil investeren in duurzaamheid, de energietransitie en een schone economie om de negatieve gevolgen van de fossiele economie te beperken en toekomstige generaties te beschermen. Dit wordt gezien als essentieel voor de economische toekomst van Nederland.
“Om onze natuur, onze aarde en onze gezondheid te beschermen staat DENK voor investeringen in duurzaamheid, in de energietransitie en in een schone economie.”
DENK ziet investeren in onderwijs als essentieel voor economische groei en het behoud van een hoogwaardige arbeidsmarkt. Goed onderwijs moet zorgen voor gelijke kansen en een sterke kenniseconomie.
“Niet alleen zorgen we hiermee voor een samenleving met meer gelijkwaardigheid, ook blijft Nederland hiermee een sterke economie met een hoogwaardige arbeidsmarkt. Alleen door onze investeringen in het onderwijs op peil te houden, kan Nederland de kenniseconomie blijven die wij nu zijn.”
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”