D66 kiest nadrukkelijk niet voor het droogleggen van gebieden, maar juist voor het herstel en de bescherming van natuurlijke watersystemen. Hun beleid is gericht op het sturen van ruimtelijke keuzes door water en bodem, het voorkomen van overbelasting van het landschap, en het versterken van waterbuffers en natuur. D66 wil bouwen op hogere gronden bij overstromingsgevaar en zet in op klimaatadaptatie, waarbij het droogleggen van gebieden expliciet wordt vermeden.
D66 stelt dat water en bodem leidend moeten zijn bij ruimtelijke ordening, om zo te voorkomen dat gebieden drooggelegd of kunstmatig aangepast moeten worden. Dit betekent bouwen op hogere gronden en het beperken van activiteiten die de natuurlijke waterhuishouding verstoren. Het beleid is gericht op het voorkomen van dure aanpassingen en het beschermen van de natuurlijke omgeving.
In plaats van droogleggen, wil D66 het watersysteem en het landschap herstellen en versterken. Dit omvat het verbinden van natuur, het aanleggen van overgangszones en het verbeteren van waterkwaliteit, zodat water als buffer kan dienen tegen droogte en verzilting.
D66 kiest voor klimaatadaptief bouwen en het vasthouden van water, in plaats van het droogleggen van gebieden. Dit beleid is bedoeld om schade door droogte, overstromingen en bodemdaling te beperken en de leefbaarheid te waarborgen.
“Bij de bouw van woningen, infrastructuur en industrie moet verplicht rekening worden gehouden met wateroverlast, hitte, droogt en bodemdaling. Dit klimaatadaptief bouwen wordt de norm.”
“En onze steden richten we zo in dat vogels, vlinders én mensen een thuis hebben. Zulke natuurinclusieve oplossingen stimuleren we in de landbouw, de bouw en infrastructuur.”
BBB pleit niet voor het actief droogleggen van gebieden, maar richt zich juist op het vasthouden van water, het vergroten van de sponswerking van de bodem en het voorkomen van droogte. Hun beleid is gericht op goed waterbeheer, waterberging en het beschermen van zoetwaterbuffers, met nadruk op regionale afstemming en multifunctioneel landgebruik. Droogleggen als beleidsdoel wordt nergens expliciet genoemd of voorgesteld.
BBB wil het landschap zo inrichten dat water langer wordt vastgehouden om droogte te voorkomen en piekbuien op te vangen. Dit beleid is een reactie op klimaatverandering en de noodzaak om zowel droogte als wateroverlast te beheersen, en staat haaks op het actief droogleggen van gebieden.
“De sponswerking van het landschap versterken. We houden water langer vast in de natuur en landbouw.”
“Een juiste opname van (regen)water, doen we doormiddel van het vergroten van de sponswerking van de bodem, hierdoor kan iedere functie (bebouwd en onbebouwd) een bijdrage leveren om voldoende zoetwater vast te houden en te infiltreren in de bodem. Dit helpt niet alleen droogte voorkomen, maar het biedt ook ruimte bij piekbuien.”
BBB zet in op het vergroten van waterberging, ook in bebouwd gebied, en het waar mogelijk terugbrengen van oude, gedempte grachten en kanalen. Dit beleid is bedoeld om wateroverlast te voorkomen en de leefbaarheid te vergroten, niet om gebieden droog te leggen.
“Waterberging bevorderen. Voor opvang van water na zware regenval is voldoende waterberging nodig. Deze kan in bebouwd gebied ook dienen voor verkoeling als het erg warm is. Waar mogelijk kunnen oude, gedempte grachten en kanalen weer worden teruggebracht.”
BBB wil bestaande zoetwaterbuffers beschermen en vergroten, met aandacht voor regionale afstemming en het voorkomen van verzilting. Dit beleid is gericht op het behouden van water in plaats van het afvoeren of droogleggen van gebieden.
“Zeeland heeft een zoete buffer nodig zodat zoet water vastgehouden kan worden in plaats van dat al dit kostbare zoete water de Zoute Scheldes in stroomt.”
“We zullen moeten inzetten op stuwen en sluizen om de waterafvoer beter te kunnen controleren.”
“Dit geldt ook voor de inlaat van zout water in het grootste zoetwaterbekken van Nederland, het IJsselmeer.”
De Partij voor de Dieren is fel tegen het kunstmatig droogleggen van gebieden ten behoeve van landbouw en pleit juist voor het herstel van natuurlijke waterpeilen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het stoppen met het verlagen van grondwaterstanden, het vasthouden van water in plaats van versneld afvoeren, en het omvormen van landbouwgrond in natte gebieden naar natuur of natte teelten. De kern van hun visie is dat natuur en biodiversiteit prioriteit krijgen boven landbouwbelangen, met als doel het tegengaan van verdroging en het herstellen van gezonde ecosystemen.
De PvdD wil een einde maken aan het droogleggen van gebieden door het kunstmatig laag houden van het waterpeil voor landbouwdoeleinden. Dit beleid heeft volgens hen geleid tot verdroging van natuur, bodemdaling en verlies van biodiversiteit. Ze pleiten voor een natuurlijker waterbeheer waarbij natuur en drinkwater prioriteit krijgen.
“Steeds meer delen van Nederland verdrogen door klimaatverandering en een kunstmatig laag gehouden waterpeil. Zo kunnen steeds zwaardere landbouwvoertuigen de velden op. Dat heeft weer tot gevolg dat de bodem wordt samengedrukt en zo compact wordt dat deze niet goed water vasthoudt.”
“Een zo natuurlijk mogelijk waterpeil wordt leidend bij beslissingen over de gebruiksfunctie. Grondwaterstanden worden niet langer kunstmatig verlaagd ten gunste van de landbouw. Zo krijgen natuurgebieden die gevoelig zijn voor verdroging de kans om te herstellen.”
“Het gebruik van de bodem wordt gebaseerd op de grondsoort en het natuurlijke waterpeil (functie volgt bodem en peil), in plaats van andersom.”
De partij stelt voor om water niet langer versneld af te voeren, maar juist vast te houden en het grondwaterpeil te verhogen waar dat ecologisch nodig is. In veenweidegebieden moet worden overgeschakeld naar natte teelten of natuur, om bodemdaling en CO2-uitstoot te voorkomen.
“Water wordt niet langer versneld afgevoerd, maar juist opgevangen voor droge periodes. Er wordt een grondwaterpeil aangehouden dat de ecologie ten goede komt.”
“Zo zal in veenweidegebieden, die een hoog liggend natuurlijk grondwaterpeil hebben, overgeschakeld moeten worden naar natte teelten, of worden weilanden teruggegeven aan de natuur. Dit is essentieel om bodemdaling tegen te gaan.”
“Veengronden worden weer vernat en kunnen dienen als klimaatbuffer.”
De ChristenUnie verzet zich tegen het droogleggen van gebieden en pleit juist voor het vasthouden en verhogen van waterpeilen om verdroging tegen te gaan. Hun belangrijkste voorstellen zijn het herinrichten van het watersysteem om water beter vast te houden, het verhogen van het grondwaterpeil waar mogelijk, en het aanleggen van natuurlijke waterbuffers. De kern van hun visie is dat Nederland moet omschakelen van water afvoeren naar water vasthouden, om natuur, landbouw en drinkwatervoorziening te beschermen.
De ChristenUnie wil af van het traditionele beleid van het droogleggen en snel afvoeren van water uit gebieden. In plaats daarvan moet Nederland water juist vasthouden om verdroging te voorkomen en de beschikbaarheid van zoet water te waarborgen. Dit is essentieel vanwege toenemende droogte, de bescherming van natuur en landbouw, en het veiligstellen van drinkwater.
“We moeten als land de omslag maken van kampioen water afvoeren, naar kampioen water vasthouden.”
“Het watersysteem wordt opnieuw ingericht om in de winter water beter vast te houden. Het grondwaterpeil wordt waar het kan verhoogd. Er komen meer waterbuffers, door diepere en meanderende beken en het aanleggen van natuurlijke waterreservoirs.”
Om verdroging van natuur en landbouwgronden tegen te gaan, wil de ChristenUnie het grondwaterpeil verhogen waar mogelijk en inzetten op een integrale aanpak voor natuurherstel gericht op het tegengaan van verdroging.
De SGP is kritisch op het droogleggen van gebieden en pleit juist voor het verbeteren van de waterhuishouding en het vasthouden van water, vooral in natuur- en landbouwgebieden. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op investeren in waterbuffering, het tegengaan van verdroging en het beschermen van zoetwatervoorraden, in plaats van het actief droogleggen van gebieden.
De SGP ziet verdroging als een groter probleem dan stikstofdepositie in natuurgebieden en wil daarom investeren in het verbeteren van de waterhuishouding. Het vasthouden van water wordt als essentieel gezien voor natuurherstel en bescherming tegen droogte, waarbij droogleggen expliciet wordt vermeden.
“In verschillende natuurgebieden is verdroging een groter probleem dan de stikstofdepositie. Er moet meer geïnvesteerd worden in verbetering van de waterhuishouding.”
“Belangrijke opgave daarbij is het vasthouden van water in natuurgebieden ter bescherming voor droge periodes.”
“De SGP zet in op het beter vasthouden van zoet water en voortvarende uitvoering van het hoogwaterbeschermingsprogramma.”
“Provincies en gemeenten worden in staat gesteld te investeren in waterbuffering, om wateroverlast te voorkomen (in dorpen en steden) en voor de zoetwatervoorziening (in het landelijk gebied).”
Volt spreekt zich niet expliciet uit voor het droogleggen van gebieden; integendeel, het programma benadrukt juist het belang van water vasthouden en het verhogen van het waterpeil waar nodig. De partij richt zich op natuurherstel, klimaatadaptatie en het tegengaan van droogte, met voorstellen voor waterbeheer die haaks staan op het droogleggen van gebieden. Volt kiest voor een beleid dat gericht is op het beschermen van natuur en het verbeteren van de waterhuishouding, niet op het droogleggen van land.
Volt pleit voor het vasthouden van water en het verhogen van het waterpeil om natuur te beschermen, CO₂ op te slaan en droogte tegen te gaan. Dit beleid is een reactie op de negatieve gevolgen van het traditionele Nederlandse waterbeheer, dat vooral gericht was op het afvoeren van water en het droogleggen van gebieden. De partij ziet het vasthouden van water als essentieel voor natuurherstel, landbouw en klimaatadaptatie.
“We verhogen het waterpeil in stappen, daar waar het nodig is om de natuur te beschermen en CO₂ op te slaan in het veen.”
“Lange tijd was het afvoeren van water de basis van ons waterbeheer. Door klimaatverandering hebben we steeds vaker periodes van droogte. Hierdoor moeten we nu ook steeds meer water vasthouden; om de drinkwatervoorziening te garanderen en ervoor te zorgen, dat de natuur, de landbouw, de binnenvaart en de industrie over voldoende water beschikken.”
Volt wil investeren in slimme technieken en oplossingen om water te zuiveren en droogte tegen te gaan, in plaats van gebieden droog te leggen. Het programma noemt een nationaal Deltaplan Waterland en samenwerking met andere landen om de waterverdeling te verbeteren. Dit beleid is gericht op het veiligstellen van de drinkwatervoorziening en het beschermen van natuur en landbouw tegen droogte.
“Om dit tekort tegen te gaan komt er een nationaal Deltaplan Waterland. Hiermee investeren we onder andere in slimme technieken en nieuwe oplossingen om water te zuiveren. En we zorgen dat het schoon en gezond blijft.”
“Volt wil harde afspraken maken met hoger gelegen Europese landen als Zwitserland en Duitsland over de opslag, distributie en eerlijke verdeling van water.”
GroenLinks-PvdA is tegen het droogleggen van gebieden en pleit juist voor het verhogen van het waterpeil, het vasthouden van water en het stimuleren van natte natuur en natte landbouw. Hun beleid richt zich op het voorkomen van bodemdaling, het tegengaan van oxidatie van veen, en het verbeteren van waterbeheer door het waterpeil aan te passen aan het natuurlijke systeem van een gebied.
GroenLinks-PvdA wil het droogleggen van gebieden tegengaan door het waterpeil te verhogen waar dat ecologisch en economisch nodig is, vooral in veenweidegebieden. Dit voorkomt bodemdaling, vermindert CO₂-uitstoot en beschermt de natuur. Ze kiezen expliciet voor het principe ‘functie volgt peil’, waarbij het waterpeil wordt afgestemd op het bodem- en watersysteem, en niet andersom.
“We passen het uitgangspunt ‘functie volgt peil’ toe. Dat betekent dat we het waterpeil kiezen dat past bij het bodem- en watersysteem van een gebied. In de veenweidegebieden voorkomen we de oxidatie van het veen en daarmee bodemdaling en CO₂-uitstoot. We geven prioriteit aan de gebieden waar de kosten voor waterbeheer hoog zijn of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw.”
“We maken daarom bodem en water sturend bij de inrichting van ons landschap en houden water langer vast.”
Om verdere verdroging en het droogleggen van gebieden te voorkomen, wil GroenLinks-PvdA alle vormen van grondwateronttrekking vergunningsplichtig maken en stoppen met vergunningen voor onbepaalde tijd. Dit beschermt de drinkwatervoorziening en het natuurlijke waterpeil.
“Alle vormen van onttrekking van grondwater door bedrijven, boeren en burgers worden vergunningsplichtig en we stoppen stapsgewijs met vergunningen voor onbepaalde tijd.”
Het NSC-verkiezingsprogramma noemt het "droogleggen van gebieden" niet expliciet als beleidsdoel of maatregel. In plaats daarvan benadrukt NSC het belang van water vasthouden, waterberging en bescherming tegen overstromingen, waarbij het behoud van natuur en landschap centraal staat. Concrete voorstellen richten zich op het aanpassen aan klimaatverandering door ruimte te maken voor water, niet op het droogleggen van nieuwe gebieden.
NSC kiest ervoor om zoet water vast te houden en meer ruimte te maken voor waterberging als antwoord op klimaatverandering, in plaats van het droogleggen van gebieden. Dit beleid is gericht op het beschermen van Nederland tegen overstromingen, wateroverlast en droogte, en sluit aan bij het behoud van natuur en leefbaarheid.
NSC erkent dat Nederland door inpoldering en landaanwinning is gevormd, maar legt nu de nadruk op het beschermen van bestaande natuur, biodiversiteit en cultuurlandschap. Er worden geen voorstellen gedaan voor nieuwe drooglegging of inpoldering; de focus ligt op behoud en herstel.
“Ons land is door de eeuwen heen via landaanwinning/inpoldering gevormd; oorspronkelijke natuurwaarden hebben deels plaatsgemaakt voor cultuurgrond en landschappen. De kwaliteit van ons landschap dient voor huidige en toekomstige generaties te worden bewaard.”
Het CDA benoemt het droogleggen van gebieden niet expliciet als beleidsdoel, maar richt zich op waterbeheer, klimaatadaptatie en het tegengaan van verdroging. Hun voorstellen zijn gericht op het stimuleren van kennisontwikkeling, innovatie en samenwerking om verzilting, verdroging en watertekorten tegen te gaan, met nadruk op zoetwateropslag en klimaatweerbare landbouw. Het CDA kiest dus voor het behouden en versterken van waterbeschikbaarheid in plaats van het droogleggen van gebieden.
Het CDA ziet verdroging als een probleem en zet in op het ontwikkelen van kennis en innovatieve oplossingen, zoals zoetwateropslag in buffers op land, om verzilting en verdroging van agrarische percelen te voorkomen. Dit beleid is gericht op het behouden van water in gebieden, niet op het droogleggen ervan.
“We stimuleren kennisprogramma’s op verzilting en verdroging door boeren en waterschappen te laten samenwerken met wetenschap, bedrijven en overheid. Zo creëren we klimaatweerbare gewassen die in een verzilte bodem kunnen worden geteeld en zoet water beschikbaar houden. Naast zouttolerante gewassen moeten we ook inzetten op zoetwateropslag in buffers op land om verzilting van agrarische percelen tegen te gaan.”
Het CDA wil voorkomen dat zoet water ongebruikt wegstroomt naar zee en onderzoekt daarom technische oplossingen zoals een beweegbare afsluiting van de Nieuwe Waterweg. Dit is gericht op het vasthouden van water, niet op het droogleggen van gebieden.
“Om te voorkomen dat een zeer groot deel van ons zoete water nog langer ongebruikt de Noordzee op stroomt terwijl de vraag naar zoetwater naar verwachting fors zal toenemen, moeten oplossingen zoals een beweegbare afsluiting van de Nieuwe Waterweg worden onderzocht.”
FVD is tegen het onder water zetten van landbouwgrond en pleit expliciet voor het behoud van drooggelegde gebieden voor landbouw. Ze keren zich tegen ontpoldering en willen vruchtbare landbouwgrond behouden voor voedselproductie en de agrarische sector beschermen tegen natuurprojecten die tot hervernatting leiden. Hun visie is dat het Nederlandse cultuurlandschap, gevormd door eeuwen van drooglegging en landbouw, niet moet worden teruggegeven aan de natuur.
FVD verzet zich expliciet tegen het opnieuw onder water zetten (ontpolderen) van gebieden, met name vruchtbare landbouwgrond. Ze zien dit als een bedreiging voor de voedselproductie en het agrarisch erfgoed van Nederland. Volgens FVD moet het cultuurlandschap behouden blijven en niet worden opgeofferd aan natuurprojecten die gericht zijn op hervernatting.
“We stoppen met het onder water zetten van vruchtbare landbouwgrond in Zeeland.”
FVD benadrukt dat het Nederlandse landschap historisch is gevormd door drooglegging, landbouw en waterbeheer. Ze wijzen natuurprojecten af die proberen gebieden weer nat te maken of terug te brengen naar een 'oernatuur', omdat dit niet past bij de Nederlandse situatie.
“Ons landschap is gevormd door eeuwen van landbouw, waterbeheer en bewoning en kan niet worden teruggebracht naar een mythisch verleden.”
De SP is tegen het droogleggen van gebieden en pleit juist voor het vasthouden van water in landbouwgebieden om verdroging tegen te gaan. Hun belangrijkste voorstel is een nationaal plan voor slim waterbeheer, gericht op bodemverbetering en het voorkomen van verdroging, waarbij boeren worden beloond voor ecosysteemdiensten zoals waterberging.
De SP ziet droogte als een groeiend probleem en wil het droogleggen van gebieden tegengaan door water juist langer vast te houden in het landschap. Dit moet de landbouw en natuur beschermen tegen verdroging en bijdragen aan een duurzaam waterbeheer.
“Er komt een nationaal plan om water vast te houden in landbouwgebieden. Met maatregelen zoals bodemverbetering, slotenbeheer en landschapselementen tegen verdroging.”
“Boeren worden beloond voor het leveren van ecosysteemdiensten, zoals waterberging, biodiversiteit en koolstofvastlegging, naast hun voedselproductie.”
De VVD benoemt nergens expliciet het "droogleggen van gebieden" als beleidsdoel of -maatregel in haar verkiezingsprogramma. In plaats daarvan pleit de partij voor een gebiedsgerichte aanpak bij waterbeheer, waarbij juist rekening wordt gehouden met waterkwaliteit, grondwaterstand en het voorkomen van droogte. Concrete voorstellen richten zich op het verhogen van de grondwaterstand in veenweidegebieden en het waarborgen van voldoende water, niet op het droogleggen van gebieden.
De VVD wil bij ruimtelijke ontwikkeling en landbouw rekening houden met waterbeschikbaarheid en de kwaliteit van de bodem. In plaats van droogleggen, wordt juist ingezet op het verhogen van de grondwaterstand waar nodig, en het voorkomen van droogte en watertekorten.
“Bij de bouw van nieuwe woonwijken en infrastructuur moet de ontwikkelaar maatregelen nemen om goed om te gaan met extreme regenval en met periodes van droogte en hitte. De verschillende opgaven vragen om een integrale, gebiedsgerichte aanpak, bijvoorbeeld ten aanzien van verhoging van de grondwaterstand in veenweidegebieden, met ruimte voor maatwerk en voor goede plannen vanuit ondernemers en inwoners.”
“Voldoende schoon en zoetwater bij droogte is belangrijk voor onze industrie, landbouw, natuur en drinkwaterbedrijven. Initiatieven voor meer water-zelfvoorzienendheid kunnen hier een bijdrage aan leveren.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma