De Partij voor de Dieren wil de positie van docenten structureel verbeteren door werkdruk te verlagen, salarissen te verhogen, vaste contracten te stimuleren en meer zeggenschap te geven. Ze pleiten voor kleinere klassen, meer ondersteuning, en meer tijd voor professionele ontwikkeling, zodat docenten hun vak met plezier en kwaliteit kunnen uitoefenen.
De PvdD ziet de hoge werkdruk, lage salarissen en het tekort aan vaste aanstellingen als kernproblemen voor docenten. Door kleinere klassen, meer ondersteunend personeel en structurele investeringen willen ze het beroep aantrekkelijker maken en uitval tegengaan. Docenten moeten meer tijd krijgen voor lesvoorbereiding, begeleiding en hun eigen ontwikkeling.
“Leerkrachten in ieder onderwijstype ervaren een te hoge werkdruk en moeten daarom weer voldoende tijd te krijgen om lessen voor te bereiden en gemaakt werk te beoordelen, leerlingen te begeleiden en zichzelf en hun vak te ontwikkelen.”
“We willen af van ‘plofklassen’ en werken toe naar kleinere klassen van maximaal 21 leerlingen.”
“Er komen extra klassenassistenten en ondersteunend personeel. Hiermee verlagen we de werkdruk van leraren.”
“We maken meer tijd voor het vak van leraren, zodat er ruimte is voor het voorbereiden van lessen, coaching van leerlingen, inhoudelijke verdieping en persoonlijke ontwikkeling van leraren. Het aantal lesuren dat een leraar voor de klas moet staan gaat op termijn omlaag.”
“We willen af van flexcontracten en tijdelijke aanstellingen op scholen. Onderwijspersoneel dient zicht te hebben op een vaste aanstelling.”
De partij vindt dat docenten meer zeggenschap moeten krijgen over het onderwijsbeleid en het curriculum. Dit vergroot hun professionele autonomie en zorgt ervoor dat hun expertise centraal staat in het onderwijs.
“Scholen worden gedemocratiseerd, waardoor leraren, leerlingen en ouders meer invloed krijgen op het schoolbeleid.”
“Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten worden gedemocratiseerd: studenten en docenten krijgen meer invloed in de medezeggenschapsraden. Bestuurders worden gekozen, in plaats van benoemd door de minister.”
De PvdD erkent dat vooral nieuwe docenten extra begeleiding nodig hebben om uitval te voorkomen. Ervaren leerkrachten krijgen tijd om nieuwe collega’s te coachen, en er wordt geïnvesteerd in het werven en opleiden van zij-instromers.
“Er komen meer voorzieningen voor coaching en begeleiding van nieuwe leraren. Ervaren leerkrachten krijgen de tijd en ruimte om nieuwe leerkrachten te begeleiden.”
“We investeren in het binden en boeien van leerkrachten en schoolleiders. Daarnaast zetten we in op het werven en opleiden van zij-instromers voor het onderwijs.”
Docenten moeten binnen het curriculum de ruimte krijgen om aandacht te besteden aan onderwerpen waar zij in gespecialiseerd of geïnteresseerd zijn, wat hun motivatie en de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt.
“Ook krijgen leraren binnen het curriculum de tijd en ruimte om aandacht te besteden aan onderwerpen waar zij in geïnteresseerd of gespecialiseerd zijn.”
Voor docenten in het hoger onderwijs wil de PvdD meer transparantie over nevenactiviteiten en bescherming tegen belangenverstrengeling, om de onafhankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
“Er komt een openbaar register van nevenactiviteiten van alle onderzoekers, professoren en docenten op universiteiten en hogescholen.”
“Er wordt door de ethische commissies van de onderwijsinstellingen toezicht gehouden op eventuele belangenverstrengeling van onderwijzend personeel en onderzoekers, met name bij commerciële nevenfuncties.”
De partij wil dat docenten in het hoger onderwijs voldoende tijd en middelen krijgen voor hun kerntaken, door structurele financiering en het verminderen van perverse prikkels.
“Daarmee krijgen niet alleen docenten, maar ook onderzoekers en promovendi voldoende tijd en ruimte om hun werk te doen.”
JA21 wil het gezag, de professionele ruimte en de waardering van docenten in het onderwijs herstellen. Ze pleiten voor minder administratieve lasten, meer focus op vakinhoudelijke kwaliteit, en het centraal stellen van het oordeel van de docent bij doorstroombeslissingen van leerlingen. Daarnaast willen ze docenten beschermen tegen ordeverstorende leerlingen en ideologische beïnvloeding.
JA21 vindt dat docenten meer vertrouwen en waardering moeten krijgen, met hun professionele oordeel leidend bij belangrijke beslissingen over leerlingen. Dit moet de aantrekkelijkheid van het beroep vergroten en de uitstroom van docenten beperken.
“Daar zorgt JA21 voor, en wel door de kwaliteiten van docenten maximaal te benutten en hen het vertrouwen te geven dat zij verdienen. Ten eerste door uit te spreken dat de leraar de professional is die met leerlingen en studenten werkt en goed inzicht heeft in de vaardigheden, cognitieve mogelijkheden, inzet en ontwikkeling van leerlingen. De leraar is dan ook als geen ander in staat om een leerling te adviseren. Dat advies moet centraal staan in het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen. Niet de wens van de ouders en ook niet de wens van de schoolleiding.”
“Het gezag van de leraar herstellen en zijn advies leidend laten zijn bij het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen.”
“Door deze maatregelen kan de docent met gezag zijn mooie vak uitoefenen en krijgt hij de waardering die hij verdient.”
JA21 wil dat docenten maximaal 6% van hun werktijd aan administratie besteden, zodat meer tijd overblijft voor lesgeven en persoonlijke aandacht voor leerlingen.
“Beperking van de maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten (max 6%).”
“De maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten wordt vastgesteld op 6%. Als er meer tijd nodig is, worden administratieve werkzaamheden geschrapt.”
JA21 wil dat leerlingen met ernstige gedragsproblemen snel naar passende voorzieningen worden verwezen, zodat docenten zich kunnen richten op de rest van de klas en de onderwijskwaliteit niet lijdt onder ordeproblemen.
“Maar ook wordt een belangrijk deel van de werktijd van docenten geclaimd door een kleine groep leerlingen met gedragsproblemen. Dit gaat ten koste van de lestijd voor de rest van de klas. Dit moet stoppen.”
“Een jeugdvoorziening waardoor leerlingen met gedragsproblemen passende zorg krijgen zonder dat dit de leraar tijd kost.”
“Onderwijsleerproces bij herhaling ernstig orde- en grensoverschrijdend verstoren, direct een plek beschikbaar moet zijn in bestaande voorzieningen voor het cluster 4 onderwijs. JA21 wil die voorzieningen grondig uitbreiden zodat er altijd plaats is voor leerlingen en zij in deze vorm de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. Zo keert in de klas de rust terug die leerlingen nodig hebben voor het opdoen van kennis, vaardigheden en inzicht.”
JA21 benadrukt het belang van vakbekwame, inspirerende docenten en wil extra investeren in de kwaliteit van lerarenopleidingen.
“Goed onderwijs wordt gegeven door hoog opgeleide, vakbekwame en inspirerende docenten. De leraar moet zijn vak verstaan en moet dus diepgaande vakinhoudelijke kennis hebben. Ook moet de docent zijn leerstof op een inspirerende wijze kunnen overbrengen aan de leerlingen. Hij moet dus beschikken over goede didactische en pedagogische vaardigheden. De lerarenopleiding moet kwalitatief hoogwaardig zijn. Daar waar extra investeringen in de opleidingen nodig zijn om de kwaliteit te verbeteren, krijgen deze de steun van JA21.”
“Extra investeringen in opleidingen die de kwaliteit van de leraren verbeteren.”
JA21 vindt dat docenten hun persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan studenten mogen opdringen en dat het onderwijs vrij van activisme moet zijn.
GroenLinks-PvdA wil het beroep van docent aantrekkelijker en duurzamer maken door betere arbeidsvoorwaarden, minder administratiedruk, meer professionele ontwikkelingsmogelijkheden en kleinere klassen, vooral voor starters. De partij zet in op vaste contracten, hogere salarissen in achterstandswijken, en het terughalen van bevoegde docenten, met als doel het lerarentekort structureel aan te pakken en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.
GroenLinks-PvdA vindt dat docenten structureel meer tijd moeten krijgen voor hun professionele ontwikkeling en doorgroeimogelijkheden. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en bijdragen aan betere onderwijskwaliteit.
“docenten standaard meer tijd krijgen om zich te professionaliseren. Er worden binnen de sector duidelijke afspraken gemaakt over doorgroeimogelijkheden.”
De partij wil de arbeidsvoorwaarden voor docenten verbeteren door snelle vaste contracten, hogere salarissen in het speciaal onderwijs en achterstandswijken, en het terugdringen van flexibele contracten. Dit moet zorgen voor meer stabiliteit en het behoud van docenten.
“Bij goed functioneren snel een vast contract moet de norm zijn in het onderwijs. Het aantal flexibele arbeidscontracten moet overal naar beneden. Leraren en leerlingen verdienen stabiliteit.”
“In achterstandswijken waar de grootste uitdagingen liggen krijgen leraren meer salaris.”
“Leraren in het speciaal onderwijs ontvangen meer salaris, bijscholingsmogelijkheden en de administratielast gaat naar beneden.”
De partij erkent dat docenten te veel tijd kwijt zijn aan administratie, wat ten koste gaat van het lesgeven. Ze willen deze administratielast halveren, vooral voor docenten die werken met leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte.
“Leraren besteden gemiddeld acht uur per week aan administratie, vooral docenten die lesgeven aan leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. We streven ernaar dit te halveren, door leraren meer vertrouwen te geven en verantwoording te versimpelen.”
GroenLinks-PvdA wil het lerarentekort structureel aanpakken door zij-instromers te stimuleren, goede arbeidsvoorwaarden te bieden aan bevoegde docenten die terug willen keren, en te zorgen dat elke klas een bevoegde leraar heeft.
“Het verhogen van het aantal zij-instromers in het onderwijs kan het lerarentekort verminderen. Zij-instromers krijgen vanaf dag één van hun opleiding betaald, zodat ze niet te maken krijgen met een inkomensval.”
“Er is een grote groep mensen met een onderwijsbevoegdheid die niet meer voor de klas staat. We maken het met goede arbeidsvoorwaarden en ontwikkelmogelijkheden aantrekkelijk voor deze groep om terug te keren naar het onderwijs.”
“Om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren willen we dat voor iedere klas een bevoegde leraar staat.”
De partij wil het hoge uitvalpercentage onder beginnende docenten terugdringen door betere begeleiding en kleinere klassen, zodat starters het vak goed onder de knie kunnen krijgen.
“Eén op de vijf startende docenten verlaat na vijf jaar het onderwijs. Dat aantal brengen we naar beneden door verbeterde arbeidsomstandigheden en betere begeleiding na afstuderen. We voorkomen dat leraren in opleiding al zelfstandig worden ingezet.”
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten. Zo krijgen zij de rust en ruimte om het vak onder de knie te krijgen en krijgt elk kind de aandacht die het verdient.”
GroenLinks-PvdA wil de afhankelijkheid van dure detacheringsbureaus en zzp’ers verminderen door gezamenlijke invalpools op te richten, zodat de werkdruk voor vaste docenten niet verder toeneemt.
“Ingehuurde docenten verhogen de werkdruk voor docenten in loondienst, omdat ze geen extra taken op zich nemen zoals het mentorschap. Wij helpen scholen om samen te werken en gezamenlijke invalpools op te richten, met leraren die inspringen bij ziekte of uitval, zodat we de dure inhuur via commerciële uitzendbureaus of zzp’ers kunnen voorkomen.”
BBB wil het vak van docent aantrekkelijker maken door minder administratieve lasten, meer vertrouwen in de professionaliteit van docenten en betere doorgroeimogelijkheden voor onderwijsassistenten. De partij pleit voor minder externe bemoeienis, meer focus op lesgeven en het schrappen van overbodige regels, zodat docenten zich kunnen richten op hun kerntaak: kennisoverdracht in de klas.
BBB ziet de hoge werkdruk, administratieve lasten en externe bemoeienis als belangrijke oorzaken van het lerarentekort en het onaantrekkelijker worden van het docentschap. De partij wil deze lasten verminderen, overbodige regels schrappen en meer vertrouwen geven aan het onderwijzend personeel, zodat zij zich kunnen richten op lesgeven.
“Verlaging van de administratielast. Dit geeft meer tijd voor de basistaak; lesgeven.”
“Overbodige regels en protocollen schrappen. We zetten in op de kennis en ervaring van onderwijzend personeel, scheppen vertrouwen en waarderen hun vakmanschap. Dit maakt het vak weer aantrekkelijker.”
“Onderwijspersoneel staat dagelijks voor de klas en weet wat er speelt. Toch wordt hun vakkennis te vaak overvleugeld door papierwerk, protocollen, controle of ideologische invulling. Dit is mede oorzaak van een structureel lerarentekort en leidt tot lesuitval en verminderde onderwijskwaliteit.”
“Werkdruk speelt hierin een centrale rol: te weinig tijd voor kerntaken, volle klassen en toenemende administratieve lasten maken het vak minder aantrekkelijk en vergroten het verloop.”
“BBB kiest daarom voor vertrouwen in de professional: lesgeven in plaats van afvinken, begeleiden in plaats van besturen.”
BBB wil het tekort aan vakdocenten in het primair onderwijs aanpakken door onderwijsassistenten via deelcertificaten en praktijkroutes de mogelijkheid te geven door te groeien tot vakdocent. Dit moet het vak aantrekkelijker maken en het aantal bevoegde docenten vergroten.
“Doorgroeikansen voor onderwijsassistenten via deelcertificaten en praktijkroutes via de PABO. Hiermee komen er meer vakdocenten voor het primair onderwijs beschikbaar.”
BBB wil een einde maken aan de wildgroei van externe functies zoals consultants, beleidsadviseurs en kwaliteitscontroleurs die niet direct bijdragen aan het onderwijs. Dit om meer mensen daadwerkelijk voor de klas te krijgen en middelen effectiever in te zetten.
“Werken in het onderwijs in plaats van aan het onderwijs. BBB zet zich de komende jaren verder in met het terugdringen van de wildgroei aan functies van mensen die aan het onderwijs werken in plaats van in het onderwijs.”
“Kritische kijken naar het inhuren van consultants en beleidsadviseurs. De inhuur van allerlei externen zonder directe toegevoegde waarde voor onderwijs of onderzoek moet stoppen.”
BBB benadrukt het belang van sociale veiligheid en vrijheid van meningsuiting voor docenten, vooral in het hoger onderwijs. Universiteiten moeten plekken zijn waar docenten zich veilig voelen om te spreken en van mening te verschillen.
“Universiteiten horen plekken te zijn waar studenten en docenten zich veilig voelen om te spreken, te twijfelen en van mening te verschillen.”
NSC wil docenten meer professionele ruimte, autonomie en waardering geven, met minder regeldruk en meer focus op bewezen effectieve onderwijsmethoden. De partij pleit voor betere arbeidsvoorwaarden, versterking van het lerarenstatuut, en het actief betrekken van docenten bij onderwijsinhoud en besteding van middelen. NSC ziet het aantrekkelijker maken van het docentschap en het verminderen van administratieve lasten als essentieel voor beter onderwijs.
NSC vindt dat docenten weer de inhoud van het onderwijs moeten bepalen, met meer professionele autonomie en minder top-down sturing. Dit moet het vertrouwen in het beroep herstellen en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt. We geven vakverenigingen meer zeggenschap over de eindtermen, didactische methodes en lesmateriaal, zodat onderwijsinhoud voortkomt uit vakkennis en praktijkervaring. Daarnaast versterken we het lerarenstatuut, zodat hun professionele autonomie beter is beschermd.”
NSC wil de werkdruk van docenten verlagen door regeldruk en administratieve lasten te verminderen, en door alleen onderwijshervormingen door te voeren die wetenschappelijk onderbouwd zijn.
“De regeldruk en administratieve lasten voor de leraar moeten afnemen.”
“Nieuwe wetgeving mag de werkdruk niet verhogen. Daarom weegt de toetsing op regeldruk voortaan zwaar mee in de afweging. Wetgeving moet uitvoerbaar zijn in de praktijk en leraren/docenten niet onnodig belasten.”
“We stoppen de overmatige pilotcultuur en brengen rust in de klas. Onderwijsvernieuwing wordt alleen ingevoerd als dit voldoende wetenschappelijk onderbouwd is en er toetsbare doelen zijn.”
NSC wil het docentschap aantrekkelijker maken door betere beloning, meer waardering, en voldoende tijd voor voorbereiding en professionele ontwikkeling.
“Leraar/docent moet een aantrekkelijk beroep zijn, met voldoende tijd om lessen voor te bereiden en mogelijkheden om professionele vaardigheden te ontwikkelen. Een passende beloning en waardering zijn hierbij randvoorwaarden.”
NSC vindt dat docenten actief moeten worden geraadpleegd over de besteding van onderwijsgeld, zodat middelen daadwerkelijk in het primaire proces terechtkomen.
“We stellen een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld die aan het primaire proces moet worden besteed, maximeren de kosten voor overhead en willen dat leraren actief geraadpleegd worden bij de besteding van de middelen.”
NSC wil extra middelen en stimuleringsregelingen inzetten om goede docenten aan te trekken op scholen met veel kwetsbare leerlingen.
“We zijn voorstander van stimuleringsregelingen (financieel en/of door urgentieverklaringen in huisvesting) om goede docenten te kunnen aantrekken op scholen met veel kwetsbare leerlingen.”
NSC wil het tekort aan docenten in het beroepsonderwijs aanpakken door ervaren vakmensen via maatwerktrajecten didactisch te scholen en te enthousiasmeren voor het vak.
“Het tekort aan docenten in het beroepsonderwijs is groot. We ondersteunen een maatwerk-leertraject om ervaren vakmensen toe te rusten met didactische vaardigheden en te enthousiasmeren voor het (v)mbo.”
De VVD ziet docenten als de sleutel tot goed onderwijs en wil hun positie versterken door minder administratieve lasten, verplichte professionele ontwikkeling en betere arbeidsvoorwaarden. De partij pleit voor meer autonomie en vertrouwen in leraren, het aanpakken van het lerarentekort, en het verbeteren van de kwaliteit van lerarenopleidingen. Centraal staat het idee dat leraar zijn een vak is, waarvoor continue ontwikkeling en waardering essentieel zijn.
De VVD wil de werkdruk van docenten verlagen door onnodige administratie en toetsdruk te verminderen, zodat leraren zich kunnen richten op lesgeven. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en het vertrouwen in de professionaliteit van docenten vergroten.
“Scholen laten leraren vaak meer administreren en toetsen dan verplicht of nodig is. Die administratieve lasten brengen we omlaag. De inspectie gaat extra controleren op onnodige administratie en overbodige toetsdruk. We gaan uit van vertrouwen en autonomie.”
De partij stelt dat continue professionele ontwikkeling voor alle leraren verplicht wordt, zodat zij bijblijven met nieuwe (technologische) ontwikkelingen. Ook wordt de inhoud van de lerarenopleiding landelijk vastgesteld met meer focus op basisvaardigheden en een centrale eindtoets.
“Leraar zijn is een vak: Continue professionele ontwikkeling wordt verplicht, zodat alle leraren bekend zijn met nieuwe (technologische) ontwikkelingen.”
“Samen met leraren en wetenschappers gaan we de inhoud van de lerarenopleiding landelijk vaststellen. We leggen meer focus op basisvaardigheden en creëren meer eenheid in opleidingen door een centrale eindtoets voor leraren te introduceren.”
De VVD erkent het lerarentekort als een urgent probleem en wil dit oplossen door betere arbeidsvoorwaarden, intensieve begeleiding van beginnende leraren, doorgroeimogelijkheden en het stimuleren van contractuitbreiding en zijinstroom.
“We moeten er alles aan doen om meer leraren aan te trekken. We zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, intensieve begeleiding voor beginnende leraren en doorgroeimogelijkheden, maar willen leraren ook uitdagen om meer uren te gaan werken.”
“We stimuleren contractuitbreiding en zijinstroom en beperken externe inhuur.”
De VVD wil dat de pabo en academische pabo van topkwaliteit zijn en dat er meer praktijkgericht wordt opgeleid. Er komen losse opleidingen voor lesgeven aan jongere en oudere kinderen, en een centrale eindtoets voor leraren.
De partij wil dat burgerschapsonderwijs uitsluitend door bevoegde docenten wordt gegeven, om de kwaliteit en effectiviteit van dit onderwijs te waarborgen.
“We versterken het burgerschapsonderwijs en willen dat dit gegeven wordt door bevoegde docenten.”
D66 wil het beroep van docent aantrekkelijker maken door hogere salarissen, meer professionele ontwikkeling en minder werkdruk. Ze investeren in bijscholing, betere doorgroeimogelijkheden en extra ondersteuning, vooral op scholen met veel achterstandsleerlingen. Het doel is het lerarentekort terug te dringen en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.
D66 vindt dat werken in het onderwijs meer moet lonen en dat de status van leraren moet worden verhoogd. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en bijdragen aan het oplossen van het lerarentekort.
“D66 verhoogt de lerarensalarissen en zorgt voor betere doorgroeimogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en in het MBO. Door de status van leraren in onze samenleving te verbeteren, maken we het aantrekkelijker om in het onderwijs te werken en zal de kwaliteit van het onderwijs ook toenemen.”
D66 wil dat docenten zich kunnen blijven ontwikkelen en minder werkdruk ervaren. Ze pleiten voor een nationale academie voor iedereen in het onderwijs en meer tijd voor bijscholing binnen de school.
“D66 wil dat scholen de onderwijstijd zo inrichten dat er binnen de school genoeg tijd is voor bijscholing en ontwikkeling. Er komt één nationale academie voor iedereen in het onderwijs, van leraren, onderwijsassistenten tot schoolleiders. Zo wordt de werkdruk voor leraren lager en kunnen zij met de beste kennis en praktijkervaring hun vakkennis opbouwen.”
“Leraren krijgen de tijd, ruimte en het vertrouwen om zich te ontwikkelen en les te geven vanuit hun professionele kracht.”
D66 erkent dat het lerarentekort vooral groot is op scholen met veel achterstandsleerlingen en wil daar extra investeren. Ook krijgen scholen ruimte en geld om ontwikkelingsprofessionals aan te nemen die leraren ondersteunen.
“We investeren in scholen waar veel kinderen met een achterstand zitten. Juist daar is het tekort aan leraren het grootst.”
“De leraar is geen zorgverlener. Daarom krijgen scholen ruimte en geld om ontwikkelingsprofessionals aan te nemen. Zij kunnen als deel van het schoolteam, leraren helpen om leerlingen die dat nodig hebben te ondersteunen.”
Om het lerarentekort aan te pakken, wil D66 het aantrekkelijker maken om voor het leraarschap te kiezen door een vergoeding voor leraren in opleiding.
“D66 introduceert een vergoeding voor leraren in opleiding, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak van leraar te kiezen. Dat is belangrijk om het lerarentekort te verminderen.”
D66 wil de verbinding tussen onderwijs en wetenschap versterken door de promotiebeurs voor leraren in het voortgezet onderwijs terug te brengen.
“De promotiebeurs voor leraren in het voortgezet onderwijs komt weer terug. Zo versterkt D66 de verbinding tussen onderwijs en wetenschap en helpen we leraren zich verder te ontwikkelen.”
De PVV wil dat docenten zich richten op het aanleren van basisvaardigheden en pleit voor politieke neutraliteit in het onderwijs. Ze zijn tegen onderwijs over gender, klimaat en wat zij noemen "linkse indoctrinatie", en willen dat docenten niet onbevoegd zijn en geen politieke of ideologische standpunten overdragen aan leerlingen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het verbieden van onbevoegde leraren, het eisen van neutraliteit en het ontslaan van docenten die betrokken zijn bij gewelddadige demonstraties.
De PVV vindt dat docenten zich moeten beperken tot het onderwijzen van basisvaardigheden en politiek neutraal moeten zijn. Ze willen voorkomen dat docenten hun eigen politieke of ideologische overtuigingen overdragen aan leerlingen, en stellen dat opvoeding over onderwerpen als politiek aan de ouders is.
“Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren. Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders. Leraren moeten kinderen bijbrengen hóé ze moeten denken, maar niet wát ze moeten denken en vinden.”
“Politieke neutraliteit van de leraren”
“Geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school”
De PVV wil dat alleen bevoegde docenten lesgeven, om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en het lerarentekort structureel aan te pakken.
“Geen onbevoegde leraren meer voor de klas”
De PVV stelt harde maatregelen voor tegen docenten die betrokken zijn bij gewelddadige demonstraties, waaronder ontslag en, voor buitenlandse docenten, uitzetting.
“Buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die meedoen of dit gedogen, gaan zonder pardon terug naar hun thuisland. Nederlandse docenten, bestuurders en directieleden die zich hier schuldig aan maken, worden per direct ontslagen.”
De PVV benoemt expliciet dat onderwijs veilig moet zijn voor zowel studenten als docenten, in het kader van orde en rust op school.
“Onderwijs moet veilig zijn voor alle studenten en docenten.”
De SP vindt dat docenten meer zeggenschap, betere arbeidsvoorwaarden en minder werkdruk verdienen, omdat zij cruciaal zijn voor goed onderwijs. De partij wil kleinere klassen, vaste contracten, hogere beloning, meer ondersteuning en afschaffing van lumpsumfinanciering, zodat onderwijsgeld direct bij docenten en leerlingen terechtkomt. Docenten moeten formele inspraak krijgen bij onderwijshervormingen en beschermd worden tegen bureaucratie en managementlagen.
De SP ziet het lerarentekort en de hoge werkdruk als grote problemen en wil deze aanpakken door klassen te verkleinen, docenten beter te belonen, vaste contracten te geven en starters beter te begeleiden. Dit moet het vak aantrekkelijker maken en uitval verminderen.
“We pakken het lerarentekort aan. Ieder kind verdient een goede, bevoegde leerkracht voor de klas. We verbeteren de arbeidsomstandigheden van leraren door de klassen kleiner te maken en zorgen voor goede beloning en ondersteuning. Eén op de vijf startende docenten stopt in de jaren direct na de opleiding. We gaan deze mensen beter begeleiden, zodat ze voor het onderwijs behouden blijven. Goede docenten moeten eerder een vast contract krijgen en niet gedwongen worden steeds een nieuwe school te zoeken.”
“Kleinere klassen, betere leraren. Te grote klassen zorgen voor hoge werkdruk, uitval van leraren en dalende leerprestaties. Dat moet anders. Daarom voeren we de kleine klassenstrijd. We verlagen de maximale klassengrootte, te beginnen op scholen met de grootste achterstanden. Ons doel: binnen enkele jaren maximaal 21 leerlingen per klas in het basis en voortgezet onderwijs.”
De SP wil dat docenten meer invloed krijgen op beleid en onderwijshervormingen, en dat beslissingen weer dicht bij de werkvloer worden genomen. Dit moet de professionele autonomie van docenten versterken en bureaucratie verminderen.
“We steunen leraren en schoolleiders. Leraren weten het beste hoe hun vak eruit moet zien. Daarom staat hun autonomie en medezeggenschap voor ons centraal bij de inrichting van het onderwijs, de lerarenopleiding en een professionele werkomgeving. Beslissingen over geld en beleid moeten weer dicht bij de werkvloer genomen worden.”
“Onderwijshervormingen met inspraak van docenten en studenten. Grote onderwijshervormingen worden nooit meer topdown over de hoofden van docenten en scholieren doorgevoerd. We regelen formele inspraak en instemming via de medezeggenschap, zodat onderwijsvernieuwing altijd gedragen wordt door de mensen in de klas.”
De SP wil het lumpsumsysteem afschaffen omdat het leidt tot geldverspilling aan management en reserves, in plaats van aan docenten en onderwijs. Onderwijsgeld moet direct naar de klas en het personeel gaan.
“Lumpsum afschaffen. Het huidige lumpsumsysteem faalt. Sinds schoolbesturen één grote zak geld krijgen om vrij te besteden is het onderwijs er niet beter op geworden. Integendeel: terwijl de werkdruk stijgt en het lerarentekort groeit, verdwijnen miljarden in reserves, kantoorpanden en managementlagen. Leraren zien er nauwelijks iets van terug. Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas.”
De SP wil dat docenten meer tijd en ruimte krijgen voor hun vak door extra ondersteuning in de klas en het terugdringen van bureaucratie en management.
“Meer ondersteuning voor leerkrachten. Leerkrachten verdienen meer ruimte en tijd voor goed onderwijs. Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
“We stoppen met grote leerfabrieken vol managers en bureaucratie en investeren het geld liever in meer docenten en beter onderwijs.”
Volt wil het docentschap aantrekkelijker en effectiever maken door werkdruk te verlagen, administratieve lasten te verminderen en de aansluiting tussen opleiding en praktijk te verbeteren. Ze pleiten voor meer professionele ruimte, hybride docentschap en betere begeleiding van startende leraren. Hun visie is dat docenten meer vertrouwen, autonomie en ondersteuning verdienen om zo de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.
Volt erkent dat docenten te veel tijd kwijt zijn aan administratie en te weinig professionele ruimte ervaren. Door administratieve taken te verminderen en docenten meer te betrekken bij vakinhoudelijke ontwikkeling, wil Volt de werkdruk verlagen en het beroep aantrekkelijker maken.
Volt wil het mogelijk maken dat professionals uit andere sectoren structureel kunnen bijdragen aan het onderwijs, zonder hun huidige baan volledig op te geven. Dit moet het lerarentekort helpen oplossen en het onderwijs verrijken met actuele praktijkkennis.
“Volt faciliteert hybride docentschap door flexibele roosters mogelijk te maken, passende contractvormen te ontwikkelen en samenwerking tussen scholen en externe werkgevers te stimuleren.”
Volt vindt dat de lerarenopleiding te theoretisch is en onvoldoende aansluit op de praktijk. Ze willen meer praktijkgericht onderwijs vanaf het begin van de opleiding, betere stagebegeleiding en structurele aandacht voor relevante thema’s.
“Volt zet zich in voor het beter laten aansluiten van de lerarenopleidingen op de praktijk. Veel startende leraren ervaren een ‘praktijkschok’ omdat de opleiding nog te veel focust op theorie en te weinig op wat er in de klas speelt.”
Volt wil dat docenten goed worden voorbereid op digitale ontwikkelingen en kunstmatige intelligentie, zodat ze leerlingen hierover adequaat les kunnen geven.
“Nieuwe leerdoelen worden opgenomen in de lerarenopleidingen, zodat docenten goed zijn toegerust om hierover les te geven.”
Volt vindt het belangrijk dat leraren goed worden geschoold in het herkennen van vooroordelen en het voeren van moeilijke gesprekken over discriminatie en racisme.
“Leraren worden goed geschoold in het herkennen van vooroordelen en het voeren van moeilijke gesprekken in de klas.”
Volt pleit voor een publieke, open-source digitale leeromgeving waarin docenten veilig en toegankelijk kunnen werken, zonder afhankelijk te zijn van commerciële platforms.
“Studenten en docenten moeten veilig en toegankelijk kunnen werken in één digitale omgeving, met functies voor roosters, studiemateriaal, opdrachten, communicatie, toetsen en loopbaangegevens, zonder afhankelijk te zijn van commerciële platforms of softwarebedrijven.”
DENK ziet docenten als cruciale spelers voor kansengelijkheid en kwaliteit in het onderwijs en wil hun positie versterken. De partij pleit voor hogere salarissen, betere arbeidsvoorwaarden, meer professionele autonomie en maatregelen tegen het lerarentekort, vooral in kwetsbare wijken. DENK wil zo het beroep aantrekkelijker maken en docenten meer invloed geven op hun werk.
DENK wil het beroep van docent aantrekkelijker maken, vooral in kwetsbare wijken, door hogere salarissen en betere arbeidsvoorwaarden te bieden. Hiermee wil de partij het lerarentekort aanpakken en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.
DENK vindt dat docenten meer professionele ruimte moeten krijgen, onder andere bij curriculumkeuzes, toetsbeleid en schoolorganisatie. Dit moet het vak aantrekkelijker maken en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“Versterken van de professionele autonomie van leraren, onder andere in curriculumkeuzes, toetsbeleid en schoolorganisatie.”
Om het lerarentekort structureel terug te dringen, stelt DENK voor om de lerarenopleiding goedkoper te maken, omscholing te stimuleren, voorrang op woningen te geven en de bestaande reserve aan leraren te activeren.
“Het terugdringen van het lerarentekort door voorrang op woningen, goedkopere lerarenopleiding, omscholing en het activeren van de reserve aan leraren.”
DENK benadrukt het belang van investeren in leraren om gelijke kansen voor alle kinderen te waarborgen en het onderwijs als emancipatiemachine te laten functioneren.
FVD wil het leraarschap aantrekkelijker maken door kleinere klassen, hogere salarissen en meer professionele autonomie voor docenten. Ze pleiten voor minder bureaucratie en meer vertrouwen in de leraar, zodat de kwaliteit van het onderwijs verbetert en docenten hun vak met passie kunnen uitoefenen.
FVD ziet de werkdruk en het gebrek aan professionele ruimte als belangrijke problemen voor docenten. Door klassen te verkleinen, salarissen te verhogen en docenten meer autonomie te geven, wil FVD het beroep aantrekkelijker maken en de onderwijskwaliteit verhogen. Minder bureaucratie en meer vertrouwen in de leraar staan hierbij centraal.
“Daarom pleiten we voor kleinere klassen, hogere salarissen voor fulltime leraren en meer professionele ruimte en vertrouwen voor de leraar zelf.”
“We verkleinen de klassen en verminderen de werkdruk, zodat leraren meer tijd en aandacht hebben voor hun leerlingen.”
“We verhogen de salarissen van fulltime leraren, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en meer mensen voor het onderwijs kiezen.”
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
“Docenten krijgen vrijheid en vertrouwen, verlost van bureaucratie, om in kleinere klassen met passie les te geven.”
FVD wil beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen leggen door onderwijs te decentraliseren. Dit moet de invloed van grote onderwijskoepels verminderen en de professionele ruimte van docenten vergroten.
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
De SGP pleit voor meer vertrouwen en waardering voor docenten, minder bureaucratie en een stabieler personeelsbeleid in het onderwijs. Ze willen de werkdruk van docenten verlagen door ondersteunend personeel zoals conciërges aan te stellen en pleiten voor een dienstbare overheid die randvoorwaarden schept, maar zich niet met details bemoeit. Daarnaast maken ze zich zorgen over de werkdruk en het welzijn van docenten, vooral in het hoger onderwijs.
De SGP vindt dat de overheid minder in detail het onderwijs moet aansturen en meer vertrouwen moet geven aan professionele docenten. Dit is volgens hen essentieel om het lerarentekort structureel op te lossen en de status van het beroep te verhogen.
“Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig. We zetten een dikke streep onder de status van hun beroep. Dat is ook onmisbaar om het lerarentekort structureel op te lossen.”
Om docenten te ontlasten en hen te laten focussen op hun kerntaken, wil de SGP structurele financiering voor ondersteunend personeel zoals conciërges.
“In het basisonderwijs kunnen scholen langjarige aanvullende bekostiging krijgen voor het benoemen van conciërges. Schoolleiders en leraren kunnen zich zo meer concentreren op hun kerntaak.”
De SGP erkent expliciet de hoge werkdruk en het welzijnsprobleem onder docenten, vooral in het hoger onderwijs, en vindt dat hier snel een stabiel beleid voor moet komen.
De SGP wil dat er strengere normen komen voor de beheersing van het Nederlands door buitenlandse docenten in het hoger onderwijs.
“Er komen strengere normen voor beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.”
Het CDA erkent het belang van docenten en het lerarentekort, vooral in het funderend onderwijs en probleemwijken. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versneld opleiden van zijinstromers tot bevoegd docent en het faciliteren van betaalbare woningen voor leraren, om het beroep aantrekkelijker te maken en het tekort terug te dringen.
Het CDA wil het lerarentekort aanpakken door meer mogelijkheden te bieden voor zijinstromers om in één jaar leraar te worden, met speciale aandacht voor het vmbo. Dit moet het aantal bevoegde docenten vergroten en het tekort sneller verminderen.
“Om het lerarentekort in het funderend onderwijs terug te dringen, willen we meer mogelijkheden voor het opleiden van zijinstromers in één jaar tot leraar en tot bevoegd docent in het vmbo.”
Het CDA ziet betaalbare huisvesting als een cruciale factor om het beroep van docent aantrekkelijker te maken, vooral in regio’s met een groot tekort. Gemeenten en woningcorporaties moeten ruimte krijgen om hierin te voorzien.
“Gemeenten en corporaties moeten ruimte krijgen te faciliteren in betaalbare woningen voor leraren.”
Het CDA benadrukt het belang van docenten voor de samenleving en het onderwijs, en onderstreept dat goede leerkrachten en docenten niet vanzelfsprekend zijn. Ze willen deze beroepsgroep koesteren en erkennen.
De ChristenUnie benadrukt het belang van goed opgeleide, gewaardeerde en vakbekwame docenten als fundament voor kwalitatief onderwijs. Ze willen het lerarentekort aanpakken door betere beloning, minder werkdruk, meer professionele ruimte en hoge eisen aan het opleidingsniveau, vooral voor zij-instromers. De partij verzet zich tegen het inzetten van vluchtig opgeleide leraren en pleit voor structurele investeringen in de positie van onderwijsprofessionals.
De ChristenUnie ziet het lerarentekort als een urgent probleem en stelt dat de oplossing begint bij het verhogen van de waardering voor docenten. Dit omvat een goede beloning, vermindering van werkdruk, loopbaanperspectieven en meer professionele autonomie. De partij is kritisch op het inzetten van onvoldoende opgeleide leraren en wil dat zij-instromers goed worden begeleid en opgeleid.
“Het aanpakken van het lerarentekort begint bij de waardering van de onderwijsprofessional. Naast een goede beloning en vermindering van de werkdruk, gaat het om loopbaanperspectieven, regie en verantwoordelijkheid voor het onderwijs en professionele ruimte.”
“Het is geen goede werkwijze om tekorten op te vangen door vluchtig opgeleide leraren voor de klas te zetten.”
“Goede mogelijkheden voor zij-instromers in het onderwijs zijn belangrijk. Dat betekent een lage toegangsdrempel maar hoge eisen aan het opleidingsniveau.”
De partij vindt dat scholen en docenten te veel worden belast met externe eisen en controle, wat ten koste gaat van de onderwijskwaliteit. Ze pleiten voor meer rust en ruimte voor scholen en docenten om hun werk te doen, met minder bemoeienis van de politiek.
“Het onderwijs staat onder druk door lerarentekorten en doordat de politiek te veel van haar eigen wensen en eisen bij de scholen neerlegt. Scholen en hoger onderwijsinstellingen ervaren te veel controle, waar juist vertrouwen gevraagd wordt. Het is van belang dat scholen rust en ruimte krijgen om hun werk te doen. Daar wordt onderwijs beter van.”
BIJ1 vindt dat docenten meer waardering, betere arbeidsvoorwaarden en gelijke beloning verdienen, ongeacht het onderwijsniveau. Ze willen de werkdruk verlagen, tijdelijke contracten beperken en de loonkloof tussen verschillende onderwijsvormen dichten.
BIJ1 adresseert de hoge werkdruk, tijdelijke contracten en loonkloof tussen docenten in verschillende onderwijssectoren. Ze willen dat alle docenten hetzelfde verdienen en dat hun werkdruk vermindert door kleinere klassen en minder administratieve lasten. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk. Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten. De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
“De klassen worden kleiner en we verlichten de administratieve lasten, om de werkdruk te verminderen en meer voorbereidingstijd voor docenten te creëren.”
“Pabo’s en lerarenopleidingen gaan meer aandacht besteden aan de werkdruk in het onderwijsveld (veroorzaakt door samenleving, schoolbestuur en ouders), en hoe daarmee om moet worden gegaan.”
BVNL vindt dat docenten structureel meer moeten verdienen en pleit voor een substantiële loonsverhoging voor docenten in de lagere loonschalen. Daarnaast wil BVNL de administratielast voor leerkrachten drastisch verminderen en de kwaliteit van de lerarenopleiding verbeteren, met meer focus op didactiek en minder bureaucratie. Hun visie is dat goed onderwijs begint bij goed gewaardeerde en ondersteunde docenten, vrij van politieke indoctrinatie.
BVNL stelt dat docenten in de lagere loonschalen structureel substantieel meer moeten verdienen, als erkenning voor hun publieke taak en om het beroep aantrekkelijker te maken. Dit moet gerealiseerd worden via een eenmalige extra loonsverhoging van 10%. Het doel is om het lerarentekort tegen te gaan en de positie van docenten te versterken.
“Essentiële ambtenaren zoals militairen, politieagenten, docenten en zorgmedewerkers moeten structureel substantieel meer gaan verdienen. Dat kunnen we doen door een eenmalige extra loonsverhoging van 10%, voor mensen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
BVNL wil de administratieve druk op leerkrachten drastisch verminderen en de opleiding voor basisschoolleerkrachten verbeteren. Dit moet docenten in staat stellen zich meer te richten op hun kerntaak: lesgeven, en minder op bureaucratische taken.
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
BVNL wil dat het didactisch model Expliciet Directe Instructie (EDI) weer leidend wordt op de lerarenopleidingen. Hiermee beogen ze de onderwijskwaliteit te verhogen door bewezen effectieve lesmethoden centraal te stellen.
“Op de lerarenopleidingen wordt EDI, Expliciet Directe Instructie hersteld als het leidende didactische model.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma