DENK wil discriminatie op de arbeidsmarkt en werkvloer krachtig bestrijden met harde, concrete maatregelen. Ze pleiten voor omkering van de bewijslast, strengere straffen, diversiteitsquota, naming & shaming en een Racismeregister, en willen discriminatie door werkgevers, uitzendbureaus en de overheid actief aanpakken. Hun visie is dat iedereen gelijke kansen moet krijgen op werk, ongeacht afkomst, geslacht of achtergrond, en dat organisaties en bedrijven actief verantwoordelijk worden gehouden voor discriminatie.
DENK wil dat organisaties moeten bewijzen dat er géén sprake is van discriminatie bij signalen, en dat straffen voor discriminatie fors worden verhoogd. Dit moet de machtsbalans tussen burgers en organisaties herstellen en discriminatie op de werkvloer en arbeidsmarkt ontmoedigen.
“Omkering van de bewijslast. Burgers staan vaak machteloos tegenover een organisatie. Daarom draaien we de bewijslast om: wanneer er signalen van institutionele discriminatie zijn, moet de organisatie aantonen dat er géén sprake van is.”
“Zwaardere straffen tegen discriminatie. De boetes en celstraffen voor discriminatiedelicten gaan flink omhoog.”
Om structurele ongelijkheid op de werkvloer te doorbreken, stelt DENK diversiteitsquota voor bij overheid en bedrijfsleven en wil ze de loonkloof wettelijk dichten, ook voor mensen met een migratieachtergrond.
“Diversiteitsquota. Door middel van quota breken wij het glazen plafond af binnen de overheid en het bedrijfsleven.”
“Wij willen dat de loonkloof wordt gedicht. Wij gaan wettelijk borgen dat het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond, wordt opgeheven.”
DENK wil bedrijven en personen die zich schuldig maken aan discriminatie publiekelijk verantwoordelijk houden, onder meer via naming & shaming en een Racismeregister dat toegang tot overheidsbanen beperkt.
“Naming and shaming. Bedrijven en organisaties die onherroepelijk veroordeeld zijn voor discriminatie worden publiekelijk aan de schandpaal genageld.”
“Een Racismeregister. Personen die onherroepelijk veroordeeld zijn voor racistische of discriminerende daden komen in een register en mogen vijf jaar lang niet in overheidsdienst treden.”
DENK wil stagediscriminatie en discriminatie in de uitzendbranche hard aanpakken met mysteryguest-onderzoeken, sancties en beroepsverboden.
Om institutionele discriminatie te voorkomen, wil DENK afkomstgerelateerde risicomodellen verbieden en de overheid periodiek doorlichten op discriminatie.
“Beroepsmatige discriminatie door ambtenaren moet zwaarder worden bestraft en risicomodellen met afkomstgerelateerde gegevens worden verboden. De overheid licht zichzelf periodiek door op mogelijke discriminatie.”
“Het gebruik van afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen en risicoprofielen wordt verboden.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil discriminatie op de arbeidsmarkt krachtig bestrijden en streeft naar gelijke behandeling voor iedereen, ongeacht afkomst, gender, beperking of andere kenmerken. Ze pleiten voor strengere handhaving, transparante selectieprocedures, gelijke beloning, en betere bescherming van kwetsbare groepen zoals mensen met een beperking en arbeidsmigranten. Concrete voorstellen zijn onder meer een Wet Gelijke Beloning, verplichte risicoanalyses op discriminatie, en een breder mandaat voor de arbeidsinspectie.
PvdD wil dat discriminatie bij sollicitaties, stages en op de werkvloer actief wordt bestreden, met name door publieke instellingen als voorbeeld te laten dienen en door strengere handhaving. Ze zien institutionele discriminatie als een structureel probleem dat vraagt om transparante en inclusieve selectieprocedures en wettelijke toetsing van beleid op discriminatierisico’s.
“De overheid treedt daadkrachtig op tegen alle vormen van discriminatie op basis van (vermeende) afkomst, etniciteit, seksuele geaardheid, gender, religie of levensovertuiging, handicap, leeftijd of politieke overtuiging. Dit geldt ook voor discriminatie bij sollicitaties en stages. Publieke instellingen moeten hierin het goede voorbeeld geven met eerlijke, transparante en inclusieve selectie-procedures.”
“Wet- en regelgeving worden getoetst op risico’s van discriminatie en waar nodig aangepast.”
“Alle publieke dienstverleners en gemeenten worden verplicht een risicoanalyse te doen op discriminatie.”
De partij wil de genderloonkloof volledig dichten door een Wet Gelijke Beloning in te voeren, waarbij de bewijslast bij de werkgever komt te liggen. Bedrijven moeten aantonen dat er geen loonkloof is, en de arbeidsinspectie krijgt een breder mandaat om hierop te handhaven.
“Gelijke functies verdienen gelijke beloning. We voeren een Wet Gelijke Beloning in waarmee de genderloonkloof verdwijnt. De bewijslast komt bij de werkgever te liggen. Bedrijven vanaf 100 werknemers moeten aantonen dat er geen loonkloof is.”
“De arbeidsinspectie krijgt een breder mandaat om zelf onderzoek te doen en te handhaven op de naleving van cao-lonen, discriminatie en sociale veiligheid.”
PvdD wil dat mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, met toegankelijke werkplekken, goede begeleiding en wettelijke verankering van hun rechten. Gemeenten krijgen middelen om sociaal werk te garanderen en werkplekken moeten toegankelijker worden gemaakt.
“Mensen met een beperking krijgen recht op werk via sociale werkvoorzieningen met betekenisvol werk dicht bij huis, goede begeleiding en een volwaardig inkomen.”
“We zorgen voor betere ondersteuning op de werkvloer en toegankelijke werkplekken voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld prikkelarme ruimtes voor neurodivergente mensen.”
De partij benadrukt dat arbeidsmigranten recht hebben op gelijke behandeling, loon en bescherming tegen uitbuiting. Uitzendbureaus moeten gecertificeerd zijn, en bedrijven die misstanden veroorzaken worden aangepakt.
PvdD erkent sekswerk als volwaardig werk en wil sekswerkers gelijke rechten en bescherming bieden tegen discriminatie.
“Sekswerk wordt erkend als volwaardig werk. Sekswerkers krijgen gelijke rechten en bescherming tegen discriminatie.”
BIJ1 ziet discriminatie op de arbeidsmarkt als een structureel probleem en pleit voor een harde, proactieve aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie. De partij wil strengere inspecties en sancties voor bedrijven, structurele hervormingen voor meer inclusie, en gelijke rechten voor alle werkenden, inclusief arbeidsmigranten en mensen met een handicap.
BIJ1 wil dat discriminatie op de werkvloer actief wordt opgespoord en streng bestraft. De partij ziet arbeidsmarktdiscriminatie als een diepgeworteld probleem dat alleen met stevige handhaving en structurele veranderingen kan worden aangepakt.
BIJ1 wil dat bedrijven en organisaties hun structuren aanpassen om echte inclusie en diversiteit te waarborgen en te behouden. Dit gaat verder dan alleen het tegengaan van discriminatie; het vereist actieve verandering van de bedrijfscultuur.
“We passen organisatiestructuren zo aan dat bedrijven en organisaties daadwerkelijk inclusief worden en diversiteit hanteren en behouden.”
De partij pleit voor gelijke arbeidsrechten en bescherming voor arbeidsmigranten en ongedocumenteerde werkenden, zodat zij niet langer kwetsbaar zijn voor uitbuiting of discriminatie.
BIJ1 erkent stagediscriminatie als een specifiek probleem en wil dat elke student gegarandeerd een stageplek krijgt, met strenge aanpak van discriminatie bij stages.
“Elke student die stage loopt, krijgt garantie op een stageplek binnen het mkb en de overheid. Stagediscriminatie pakken we streng aan.”
De partij benoemt expliciet dat arbeidsdiscriminatie op basis van leeftijd hard wordt aangepakt, om te voorkomen dat ouderen worden uitgesloten van werk.
“Arbeidsdiscriminatie op basis van leeftijd pakken we keihard aan.”
BIJ1 wil dat werkplekken toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, met recht op thuiswerken en meer ondersteuning op de werkvloer, om uitsluiting en discriminatie te voorkomen.
“We werken aan toegankelijke werkplekken. Dit doen we door onder andere het recht op thuiswerk vast te leggen en meer (onafhankelijke) ondersteuning op de werkvloer.”
De SP wil discriminatie op de arbeidsmarkt en werkvloer krachtig bestrijden door gelijke beloning voor gelijk werk, ongeacht afkomst, geslacht of achtergrond, en door bedrijven die discrimineren streng te bestraffen. De partij pleit voor meer bevoegdheden en middelen voor de arbeidsinspectie, het uitsluiten van discriminerende bedrijven van subsidies en overheidsopdrachten, en het versterken van wettelijke bescherming tegen discriminatie, ook door de overheid zelf. Hun visie is dat iedereen recht heeft op eerlijke kansen en behandeling op het werk, zonder onderscheid.
De SP vindt dat iedereen die hetzelfde werk doet, recht heeft op gelijke beloning en arbeidsomstandigheden, ongeacht geslacht, afkomst of geboorteland. Discriminatie op de werkvloer wordt gezien als een fundamenteel onrecht dat met stevige wetgeving en handhaving moet worden bestreden.
“Recht op gelijk loon voor gelijk werk. Dat betekent dat er een gelijke beloning voor het werk van mannen en vrouwen moet zijn. Maar het betekent ook dat mensen die niet in Nederland zijn geboren niet minder betaald mogen worden of onder slechtere arbeids en leefomstandigheden moeten werken.”
“Er moet geen onderscheid zijn tussen het loon van mensen met verschillende achtergronden die hetzelfde werk doen. Maar het betekent ook dat mensen die niet in Nederland zijn geboren niet minder betaald mogen worden of slechtere arbeids en leefomstandigheden mogen hebben.”
De SP wil bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie op het werk publiekelijk benoemen, bestraffen en uitsluiten van overheidssteun. Bestuurders van discriminerende bedrijven worden persoonlijk verantwoordelijk gehouden.
“We benoemen en veroordelen bedrijven die aantoonbaar discrimineren, hun bestuurders moeten hiervoor verantwoordelijk gehouden worden. Zij verliezen bovendien subsidies en komen niet meer in aanmerking voor overheidsopdrachten.”
“We benoemen en veroordelen bedrijven die aantoonbaar discrimineren. Zij verliezen bovendien subsidies en komen niet meer in aanmerking voor overheids opdrachten.”
De SP wil de arbeidsinspectie en politie meer mogelijkheden en middelen geven om discriminatie en misstanden op de werkvloer effectief aan te pakken.
De SP wil dat ook de overheid volledig onder de wetgeving voor gelijke behandeling valt, zodat burgers zich kunnen beroepen op het College voor de Rechten van de Mens bij discriminatie door de overheid.
“Overheidshandelen valt voortaan onder de wetgeving die gelijke behandeling garandeert (Algemene wet gelijke behandeling). Dat betekent dat mensen voortaan terechtkunnen bij het College voor de Rechten van de Mens als zij gediscrimineerd worden door de overheid.”
De SP wil stagediscriminatie bestrijden door een zwarte lijst van discriminerende bedrijven, die geen overheidsopdrachten meer krijgen en worden beboet.
“Stagediscriminatie pakken wij aan. Er komt een zwarte lijst met bedrijven die discrimineren. Deze bedrijven krijgen geen orders meer vanuit de overheid en worden beboet. Het mag niet van je achternaam afhangen of je wel of niet wordt aangenomen op je stage.”
50PLUS beschouwt leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt als onlogisch, oneconomisch en verwerpelijk, en wil deze actief tegengaan. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals financiële stimulansen voor bedrijven om ouderen aan te nemen, scholingsprogramma’s voor oudere werknemers en het afschaffen van leeftijdsdiscriminatie in het belastingstelsel. Hun visie is dat ervaring en inzet van ouderen op de arbeidsmarkt moeten worden gewaardeerd en dat uitsluiting op basis van leeftijd moet stoppen.
50PLUS wil dat bedrijven worden gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen en dat oudere werknemers toegang krijgen tot scholing om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. Hiermee wil de partij de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen en leeftijdsdiscriminatie tegengaan.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
“Maatregelen om te zorgen dat 50-plussers niet vroegtijdig uitvallen door ziekte of ontslag, om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen.”
50PLUS wil dat het belastingstelsel geen onderscheid meer maakt op basis van leeftijd, zodat ouderen niet langer financieel worden benadeeld ten opzichte van andere groepen.
De partij benadrukt dat ervaring en inzet van ouderen op de arbeidsmarkt moeten worden gewaardeerd en dat uitsluiting op basis van leeftijd moet stoppen.
D66 erkent dat discriminatie en racisme op de werkvloer nog steeds voorkomen en wil dit actief bestrijden met strengere handhaving en nieuwe wetgeving. Ze pleiten voor concrete maatregelen zoals het bestraffen van discriminerende bedrijven, het invoeren van ‘blinde’ sollicitaties bij de overheid, en het verplicht stellen van gelijke behandeling via een brede Antidiscriminatiewet. D66 wil dat gelijke kansen en inclusie centraal staan in beleid en uitvoering, met actieve verplichtingen voor werkgevers.
D66 wil dat bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie tijdens werving, selectie of op de werkvloer, daadwerkelijk worden aangepakt. Ze zien dit als noodzakelijk omdat ongelijke kansen en racisme nog steeds voorkomen, en willen dat de overheid het goede voorbeeld geeft met onder andere ‘blinde’ sollicitaties.
“Discriminatie en racisme op de werkvloer komen nog steeds voor. D66 wil dat bedrijven die discrimineren bestraft worden. Dit geldt voor zowel discriminatie tijdens werving- en selectieprocedures, als ongelijke kansen op de werkvloer zelf. De overheid geeft zelf het goede voorbeeld o.a. met ‘blinde’ sollicitaties en het creëren van meer (fysiek) toegankelijke werkplekken.”
D66 vindt de huidige wetgeving tegen discriminatie op het werk onvoldoende en wil een nieuwe, brede Antidiscriminatiewet. Deze wet moet álle vormen van discriminatie dekken en bevat actieve verplichtingen voor werkgevers om discriminatie te voorkomen, met een expliciete gelijkebehandelingsplicht.
“De huidige wet (de Algemene wet gelijke behandeling - Awbg) schiet op belangrijke punten tekort. D66 wil daarom een nieuwe, brede Antidiscriminatiewet waar álle vormen van discriminatie onder vallen.”
“Deze Antidiscriminatiewet bevat ook actieve verplichtingen om discriminatie te voorkomen. Deze gelden zowel voor publieke als private organisaties – denk aan scholen, werkgevers, verhuurders en gemeentes. Voor alle overheidsorganen en bestuurslagen bevat de wet een gelijkebehandelingsplicht in beleid en voor de uitvoering daarvan.”
D66 benadrukt het belang van eerlijke kansen en gelijke beloning voor gelijk werk, met concrete verplichtingen voor bedrijven. Dit is onderdeel van hun bredere visie op gelijke behandeling en het doorbreken van uitsluiting op de arbeidsmarkt.
“D66 staat voor eerlijke kansen op de werkvloer. Dat betekent: gelijke beloning voor gelijk werk. Maar óók ruimte voor zorgtaken en concrete verplichtingen voor bedrijven.”
D66 wil stagediscriminatie tegengaan door een wettelijke minimum stagevergoeding in te voeren en een geen-pardon beleid te hanteren. Elke onderwijsinstelling krijgt een meldpunt voor stagediscriminatie.
“We accepteren geen stagediscriminatie en voeren daarom een geen-pardon beleid. Elke onderwijsinstelling krijgt een meldpunt voor stagediscriminatie.”
“Wij willen een eerlijke stagevergoeding voor elke student. Daarom komt er een wettelijke minimum stagevergoeding, die werkgevers betalen.”
De VVD erkent dat discriminatie op de arbeidsmarkt onacceptabel is, maar legt de nadruk vooral op het vergroten van arbeidsparticipatie van ondervertegenwoordigde groepen door activering, taalvaardigheid en economische zelfstandigheid te stimuleren. Concrete voorstellen richten zich op het anoniem matchen van statushouders met werk, het ondersteunen van vrouwen met een migratieachtergrond richting werk, en het bevorderen van gelijke kansen via loontransparantie. Directe maatregelen tegen discriminatie op de werkvloer worden nauwelijks genoemd; de focus ligt op participatie en integratie als middel tegen uitsluiting.
De VVD wil discriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan door statushouders en vrouwen met een migratieachtergrond actief naar werk te begeleiden, onder andere via anonieme matching en het recht op economische zelfstandigheid. Het doel is om integratie te bevorderen en te voorkomen dat groepen structureel buitengesloten worden van de arbeidsmarkt.
“Professionele gegevens worden geanonimiseerd gedeeld met werkcentra en uitzendbureaus, zodat zij actief kunnen matchen op vacatures in tekortsectoren zoals zorg, bouw en techniek.”
“De VVD wil dat vrouwen altijd zelfstandig met de gemeente kunnen spreken over werk, inkomen en schulden, zonder tussenkomst van man, familie of gemeenschap.”
De VVD ondersteunt de implementatie van de Europese loontransparantie richtlijn om gelijke beloning en kansen op de arbeidsmarkt te bevorderen, waarmee indirect arbeidsdiscriminatie wordt aangepakt.
“We steunen een zo zuiver mogelijke implementatie van de Europese loontransparantie richtlijn.”
De VVD noemt expliciet dat elke vorm van discriminatie onacceptabel is en wil discriminatie en haatzaaien in onderwijs en op de werkvloer tegengaan, onder andere door subsidies te stoppen voor discriminerende organisaties en een verbod op discriminerende lesmaterialen.
“Iedereen moet zichzelf kunnen zijn: Elke vorm van discriminatie is onacceptabel en hoort niet thuis in ons land.”
“We stoppen overheidssubsidies van organisaties in binnen- en buitenland die zich schuldig maken aan discriminatie of haatzaaien.”
“Er komt een verbod op lesmaterialen die leerlingen aanzetten tot haat, geweld of discriminatie.”
BVNL erkent discriminatie op de arbeidsmarkt niet expliciet als probleem en kiest ervoor om beleid rond werk en participatie te benaderen vanuit het principe van gelijke behandeling zonder positieve discriminatie of diversiteitsbeleid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het schrappen van diversiteits- en antidiscriminatie-instituten, het afschaffen van het Nationaal Coördinator tegen Racisme en Discriminatie, en het benadrukken van individuele verantwoordelijkheid en contractvrijheid op de arbeidsmarkt.
BVNL verwerpt specifiek beleid gericht op het bestrijden van discriminatie op de werkvloer en pleit voor het beëindigen van diversiteitsbeleid en het opheffen van relevante instituten. De partij stelt dat kwaliteit leidend moet zijn, ongeacht achtergrond, en dat overheidsbemoeienis met diversiteit en discriminatie overbodig is.
BVNL wil de arbeidsmarkt dereguleren en pleit voor maximale contractvrijheid, versoepeling van het ontslagrecht en het afschaffen van verplichtingen die volgens hen tot oneerlijke behandeling kunnen leiden. Hiermee wordt impliciet gesteld dat gelijke behandeling het beste wordt bereikt door minder regels en meer vrijheid voor werkgevers en werknemers.
Het CDA erkent discriminatie op de arbeidsmarkt als een serieus probleem en belooft hier "hard tegen op te treden", met bijzondere aandacht voor discriminatie op basis van leeftijd, afkomst, gender, religie, seksuele geaardheid en achternaam. Het programma bevat echter vooral algemene voornemens en weinig concrete, onderscheidende beleidsmaatregelen specifiek gericht op het bestrijden van discriminatie op het werk. De nadruk ligt op het waarborgen van gelijke kansen en het actief bestrijden van uitsluiting.
Het CDA stelt dat elke vorm van discriminatie op de arbeidsmarkt onacceptabel is en noemt expliciet verschillende vormen, zoals leeftijdsdiscriminatie, discriminatie van migrantenkinderen bij stages, en discriminatie op basis van gender, religie, seksuele geaardheid of achternaam. De partij benadrukt het belang van een stevige aanpak, maar blijft vaag over concrete instrumenten of handhaving.
“We treden hard op tegen elke vorm van discriminatie en stereotypering, onder meer van moslims. We zetten in op een stevige aanpak van discriminatie, zoals leeftijdsdiscriminatie van ouderen, migrantenkinderen die geen stageplaats kunnen krijgen, of discriminatie op basis van gender, religie, seksuele geaardheid of achternaam.”
“We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om uitsluiting tegen te gaan en discriminatie hard te bestrijden. Discriminatie ondermijnt niet alleen de waardigheid van mensen, maar ook de samenhang in onze samenleving.”
Het CDA benoemt het belang van een gelijkwaardige positie van vrouwen en betere toegankelijkheid voor mensen met een beperking op de arbeidsmarkt, maar blijft ook hier vooral bij algemene intenties zonder concrete beleidsmaatregelen.
GroenLinks-PvdA wil discriminatie op de arbeidsmarkt krachtig bestrijden, met nadruk op gelijke kansen bij sollicitaties, gelijke beloning en het aanpakken van (stage)discriminatie. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het omdraaien van de bewijslast bij loonverschillen, stevige boetes en uitsluiting van overheidsopdrachten voor discriminerende bedrijven, en het intrekken van vergunningen van uitzendbureaus die discrimineren. Hun visie is dat iedereen, ongeacht achtergrond, gelijke kansen en behandeling verdient op de werkvloer.
GroenLinks-PvdA wil dat niemand wordt afgewezen op basis van naam, leeftijd of achtergrond en pakt discriminatie bij sollicitaties en stages hard aan. Ze leggen de verantwoordelijkheid bij werkgevers en stellen sancties in voor bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie.
“Niet op gesprek gevraagd worden vanwege je achternaam of je leeftijd is onacceptabel. (Stage)discriminatie bij sollicitaties pakken we hard aan, zie hoofdstuk ‘Democratie, Rechtsstaat en Gelijke Rechten’.”
“Bedrijven en organisaties die zich schuldig maken aan (stage)discriminatie en seksisme krijgen stevige boetes en worden uitgesloten van overheidsopdrachten.”
Om de loonkloof te dichten, wil GroenLinks-PvdA dat werkgevers moeten aantonen dat loonverschillen tussen mannen en vrouwen gerechtvaardigd zijn. Dit moet gelijke beloning afdwingen en discriminatie op basis van geslacht tegengaan.
“Via een Wet gelijke beloning draaien we de bewijslast om en verplichten we werkgevers om aan te tonen dat er geen ongerechtvaardigde loonverschillen zijn tussen vrouwen en mannen.”
De partij wil dat uitzendbureaus die discrimineren hun vergunning verliezen en verplicht worden om meldingen te doen van discriminerende verzoeken. Dit moet structurele discriminatie via uitzendconstructies tegengaan.
“Vergunningen voor uitzendbureaus die discrimineren worden ingetrokken. Daarnaast hebben zij een meldingsplicht bij verzoeken die zij ontvangen om te discrimineren.”
BBB benoemt het belang van gelijke kansen en brede participatie op de arbeidsmarkt, maar doet geen expliciete voorstellen tegen discriminatie op het werk. De partij legt de nadruk op waardering van alle vormen van arbeid en het bestrijden van misstanden zoals uitbuiting en oneerlijke concurrentie, zonder specifieke maatregelen tegen arbeidsdiscriminatie te noemen. Concrete beleidsvoorstellen richten zich vooral op het aanpakken van malafide praktijken en het bevorderen van eerlijke beloning.
BBB benadrukt het belang van maatschappelijke waardering en eerlijke beloning voor alle vormen van arbeid, ongeacht opleidingsniveau of achtergrond. Dit standpunt adresseert indirect het risico op discriminatie door te pleiten voor gelijke behandeling en erkenning van verschillende soorten werk, maar bevat geen specifieke antidiscriminatiemaatregelen.
“Eerlijke beloning voor zowel praktisch als voor theoretisch werk. Vaardigheden en ervaring bij de overheid worden bij beloning even zwaar gewogen als diploma’s.”
“Voor BBB geldt: niemand blijft achter. We bouwen aan een samenleving waarin meedoen de norm is en waarin elke vorm van arbeid gewaardeerd wordt.”
BBB wil misstanden zoals uitbuiting, oneerlijke concurrentie en malafide uitzendconstructies bestrijden. Dit raakt aan discriminatie op de werkvloer, vooral voor kwetsbare groepen zoals arbeidsmigranten, maar de focus ligt op het tegengaan van misbruik en niet expliciet op discriminatiebestrijding.
“Oneerlijke concurrentie, uitbuiting en malafide praktijken worden bestreden, zonder het hele systeem plat te leggen.”
NSC erkent discriminatie op het werk als een ernstig maatschappelijk probleem en wil dat het verbod op discriminatie (zoals vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet) ook volledig geldt voor de overheid als werkgever. Daarnaast wil NSC misstanden en ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt tegengaan, onder meer door het aanpakken van algoritmische discriminatie en het verbeteren van de positie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Concrete voorstellen zijn het opheffen van uitzonderingen voor de overheid in de gelijke behandelingswetgeving en het kritisch toetsen van algoritmes om discriminatie te voorkomen.
NSC wil dat de overheid volledig onder de wetgeving voor gelijke behandeling valt, zodat burgers ook de overheid kunnen aanspreken op discriminatie als werkgever. Hiermee wordt een bestaande uitzondering opgeheven en wordt de overheid gehouden aan dezelfde antidiscriminatieregels als andere werkgevers.
“De uitzondering dat eenzijdig overheidshandelen niet onder de wetgeving over gelijke behandeling valt, heffen we daarom op. Ook de overheid moet aangesproken kunnen worden bij discriminatie.”
NSC erkent dat het gebruik van algoritmes door de overheid kan leiden tot discriminatie, bijvoorbeeld bij risicoprofilering in werkgerelateerde processen. Daarom wil de partij een verplichte wetenschappelijke standaard en periodieke toetsing van algoritmes om discriminatie te voorkomen.
“Algoritmische risicoprofilering moet periodiek onderworpen worden aan een kritische kwalitatieve en kwantitatieve toets om te voorkomen dat mensen gediscrimineerd worden of ten onrechte als fraudeur worden aangemerkt.”
NSC wil de arbeidsmarkt inclusiever maken door extra inspanningen voor mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt, zodat zij volwaardig kunnen meedoen en niet worden uitgesloten of gediscrimineerd bij het vinden van werk.
“Er komt een nieuw aanvalsplan om arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om zo hun talenten beter te benutten.”
De PVV stelt dat benoemingen en werving in de (semi-)publieke sector uitsluitend op basis van inhoudelijke kwaliteiten moeten plaatsvinden, zonder aandacht voor geslacht, huidskleur of herkomst. Zij verwerpen actief beleid tegen discriminatie op de arbeidsmarkt en willen functies als de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme afschaffen. De partij ziet positieve discriminatie en diversiteitsbeleid als ongewenst en pleit voor een strikt meritocratische benadering.
De PVV wil dat bij benoemingen en werving in de (semi-)publieke sector uitsluitend inhoudelijke geschiktheid telt, en niet geslacht, huidskleur of herkomst. Hiermee verzet de partij zich tegen diversiteits- en inclusiebeleid en tegen positieve discriminatie op de arbeidsmarkt. Volgens de PVV moet elke vorm van selectie op basis van achtergrond worden uitgesloten om zogenaamd vriendjespolitiek en identiteitsdenken te voorkomen.
De PVV wil actief beleid en coördinatie tegen discriminatie op de arbeidsmarkt beëindigen. Zij zien dergelijke functies en beleid als overbodig of ideologisch gedreven en willen deze schrappen.
“Ontslag voor de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme”
Volt wil discriminatie op de arbeidsmarkt krachtig bestrijden door strengere wetgeving, transparantie bij werving en selectie, en een meldplicht voor discriminerende verzoeken. Werkgevers worden verplicht om hun aannamebeleid inzichtelijk te maken en loondiscriminatie actief tegen te gaan, waarbij de bewijslast bij de werkgever komt te liggen. De partij pleit voor structurele handhaving, betere bescherming van kwetsbare groepen en een minister die verantwoordelijk is voor gelijkheid op de werkvloer.
Volt wil discriminatie bij het aannemen van personeel tegengaan door werkgevers te verplichten hun selectieprocedures transparant te maken en meldplicht in te voeren voor discriminerende verzoeken. Dit moet leiden tot eerlijke kansen voor iedereen op de arbeidsmarkt en het makkelijker maken om discriminatie aan te pakken.
“We gaan discriminatie op de arbeidsmarkt aanpakken en voeren de Wet Toezicht gelijke kansen in bij werving en selectie. Werkgevers worden verplicht transparant te zijn over hun aannamebeleid. Daarnaast wordt er een meldplicht ingesteld voor discriminerende verzoeken aan degene die arbeidsbemiddeling verricht of arbeidskrachten ter beschikking stelt.”
Volt wil de genderloonkloof dichten door werkgevers te verplichten aan te tonen dat er geen loondiscriminatie is, waarbij de bewijslast bij de werkgever ligt. Dit beleid is gericht op het realiseren van gelijke beloning voor gelijk werk en het verplichten van bedrijven om openheid te geven over hun loonkloof en genderevenwicht.
“De genderloonkloof wordt actief gedicht. We voeren de Wet Gelijke Beloning in, in lijn met de Europese richtlijn ‘Loontransparantie’. Werkgevers moeten aantonen dat er géén sprake is van loondiscriminatie, de bewijslast komt bij de werkgever te liggen. Alle middelgrote tot grote bedrijven en overheidsorganisaties worden verplicht om het genderevenwicht en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in hun organisatie openbaar te maken en erover te rapporteren.”
Volt wil een minister voor Discriminatiebestrijding, Inclusie en Gelijkwaardigheid die verantwoordelijk wordt voor gelijkheid in wetten, het publieke domein en op de werkvloer. Hiermee wil Volt discriminatie structureel en op alle niveaus tegengaan, met instrumenten als quota, pay gaps, meldpunten en training op het werk.
“We willen een minister voor Discriminatiebestrijding, Inclusie en Gelijkwaardigheid, die verantwoordelijk wordt voor gelijkheid in wetten, in het publieke domein en op de werkvloer. Instrumenten zijn het instellen van en toezien op quota, pay gaps, meldpunten in organisaties, training op het werk, in het publieke domein (politie, ambtenaren en rechters) en op scholen.”
De ChristenUnie veroordeelt discriminatie op de arbeidsmarkt en pleit voor een overheid die actief racisme en discriminatie bestrijdt, inclusief op het werk. Concrete beleidsvoorstellen zijn echter schaars; het programma bevat vooral algemene uitspraken over het tegengaan van discriminatie en het bevorderen van gelijke behandeling, zonder specifieke maatregelen gericht op discriminatie op de werkvloer. De nadruk ligt op het stimuleren van initiatieven voor samenleven in verscheidenheid en het aanscherpen van wet- en regelgeving tegen discriminatie in brede zin.
De ChristenUnie erkent het probleem van discriminatie, waaronder op de arbeidsmarkt, en vindt dat de overheid een actieve rol moet spelen in het tegengaan hiervan. Dit standpunt is breed geformuleerd en niet uitgewerkt in concrete arbeidsmarktmaatregelen, maar benadrukt het belang van menselijke waardigheid en gelijke behandeling.
“De ChristenUnie stelt zich daarom teweer tegen het kwaad van racisme, antisemitisme en discriminatie op basis van levensovertuiging, geslacht, handicap of op welke grond dan ook.”
“Daarom staat de ChristenUnie voor een overheid die initiatieven stimuleert die het samenleven in verscheidenheid bevorderen en scherpen we wet- en regelgeving om racisme en discriminatie tegen te gaan verder aan.”
JA21 erkent dat discriminatie het integratieproces kan belemmeren en stelt dat hiertegen moet worden opgetreden, maar benadrukt tegelijkertijd dat Nederland geen racistisch land is. Het programma bevat geen specifieke beleidsmaatregelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, maar richt zich vooral op het reguleren van arbeidsmigratie en het benadrukken van gelijke kansen zonder onderscheid op afkomst of achtergrond.
JA21 vindt dat discriminatie het proces van integratie niet mag belemmeren en dat mensen niet op afkomst of achtergrond gehinderd mogen worden om bij te dragen aan de samenleving. Tegelijkertijd verwerpt de partij het idee dat Nederland een racistisch land is en waarschuwt tegen het verwarren van kritiek op religie met discriminatie.
“Wanneer discriminatie het proces van integratie belemmert, dient daartegen opgetreden te worden. JA21 wil geen samenleving waarin mensen louter op grond van hun afkomst of achtergrond worden gehinderd om het beste uit zichzelf te halen en maximaal bij te dragen aan onze maatschappij.”
“Maar met één mythe moet krachtig worden afgerekend: Nederland is geen racistisch land. Maar al te vaak wordt bijvoorbeeld kritiek op het islamitisch geloof als islamofobie, discriminatie of zelfs racisme weggezet en dat is niet hetzelfde.”
De SGP verwerpt actief beleid gericht op diversiteit en inclusie bij werk en selectie, en pleit voor selectie puur op geschiktheid. De partij is tegen quota of voorkeursbeleid voor bepaalde doelgroepen, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven, en wil dat altijd de beste kandidaat wordt gekozen. De SGP noemt discriminatie niet expliciet als probleem op de arbeidsmarkt, maar verzet zich tegen beleid dat volgens hen leidt tot positieve discriminatie.
De SGP vindt dat bij selectie voor functies, zoals bij de politie of topfuncties, geen onderscheid gemaakt moet worden op basis van diversiteit of doelgroepen. Zij zien diversiteits- en inclusiebeleid als ineffectief en onwenselijk, en willen dat selectie uitsluitend plaatsvindt op basis van geschiktheid. Dit standpunt is ingegeven door de overtuiging dat positieve discriminatie oneerlijk is en niet bijdraagt aan kwaliteit.
“Diversiteit- en inclusieprojecten dienen plaats te maken voor opsporing en vervolging van echte criminelen. Bij de instroom op de Politieacademie wordt niet langer onderscheid gemaakt op basis van diversiteit, maar wordt enkel geselecteerd op basis van geschiktheid voor de Politiefunctie.”
“Voor het vervullen van topfuncties hanteert de overheid geen quota voor bepaalde doelgroepen. Ook in het bedrijfsleven wordt gewoon de beste kandidaat gekozen.”
FVD verwerpt actief beleid tegen discriminatie op de werkvloer en pleit juist voor het afschaffen van diversiteitsbeleid en quota bij de overheid en (semi-)publieke instellingen. De partij stelt dat kwaliteit en geschiktheid leidend moeten zijn bij aanstelling en promotie, en verzet zich tegen positieve discriminatie of verplichtingen rond diversiteit.
FVD wil alle vormen van diversiteitsbeleid, quota en (semi-)verplichte trainingen bij de overheid en (semi-)publieke instellingen stoppen. Volgens de partij ondermijnen deze maatregelen het principe dat kwaliteit en geschiktheid voorop moeten staan bij het aannemen en beoordelen van personeel, en leiden ze tot discriminatie op basis van afkomst of geslacht.
“We stoppen met quota, (semi-)verplichte trainingen en diversiteitsbeleid bij de overheid en (semi-)publieke instellingen, zodat kwaliteit en geschiktheid weer leidend worden.”