De SP wil de macht van grote digitale platforms en techbedrijven inperken en consumentenrechten in de digitale economie versterken. Ze pleiten voor strengere regulering van digitale diensten, meer transparantie en bescherming van gebruikersdata, en het waarborgen van publieke waarden online. De partij wil dat digitale diensten onder duidelijke regels vallen, met nadruk op consumentenbescherming, open standaarden en het tegengaan van machtsmisbruik door Big Tech.
De SP vindt dat digitale diensten en platforms te veel macht hebben en consumenten afhankelijk maken. Ze willen strengere regels, transparantie over algoritmes, en consumentenrechten die ook online gelden. Dit moet de machtspositie van Big Tech doorbreken en zorgen voor een eerlijkere digitale economie.
“Wij zetten ons in voor strengere regulering, open standaarden, transparantie over algoritmes en een sterkere positie voor consumenten, werknemers en kleinere ondernemers in de digitale economie.”
“We stoppen de uitholling van consumentenrechten in de digitale wereld. Wanneer je online een product koopt, ben je de eigenaar van dat product.”
“We stellen strengere regulering op voor de wildgroei van abonnementsdiensten (software as a service) die consumenten afhankelijk maakt van techbedrijven.”
De SP wil het verdienmodel van Big Tech en sociale media aan banden leggen, gepersonaliseerde advertenties verbieden en publieke alternatieven stimuleren. Ze willen voorkomen dat digitale diensten leiden tot machtsconcentratie en het behandelen van gebruikers als handelswaar.
“Leg het verdienmodel van sociale media en Big Tech aan banden.”
“Wij willen af van een digitaal systeem waarin gebruikers worden behandeld als handelswaar. Het is tijd voor een internet waarin de mens centraal staat, niet het algoritme en de winst.”
“We stimuleren de ontwikkeling van publieke alternatieven voor sociale media, waar democratische controle en transparantie wél centraal staan.”
Om afhankelijkheid van grote (buitenlandse) techbedrijven te verminderen, wil de SP dat overheden en publieke diensten zoveel mogelijk open standaarden en open source software gebruiken. Dit moet digitale autonomie vergroten en de invloed van Big Tech beperken.
“Overheden maken zo veel mogelijk gebruik van open source en zorgen ervoor dat hun systemen leverancier onafhankelijk zijn, onder meer door het gebruik van open standaarden.”
“Het bevorderen van open sourcetechnologie en open standaarden is noodzakelijk. Internet is een moderne nutsvoorziening en moet voor iedereen beschikbaar en betaalbaar zijn.”
50PLUS benadrukt het belang van digitale veiligheid en inclusie, vooral voor ouderen, en wil dat digitale diensten begrijpelijk, veilig en toegankelijk zijn. Ze pleiten voor strengere regulering van anonieme accounts, wettelijke waarborgen voor digitale inclusie, en papieren alternatieven voor wie moeite heeft met digitale diensten. Hun visie is dat technologie ouderen moet ondersteunen, maar nooit mag leiden tot uitsluiting of onveiligheid.
50PLUS ziet anonieme accounts als een risico voor digitale veiligheid en wil deze beperken of verbieden om oplichting en identiteitsdiefstal tegen te gaan. Dit moet bijdragen aan een veiliger digitaal dienstenlandschap, vooral voor kwetsbare groepen zoals ouderen.
“Anonieme accounts worden verboden of in ieder geval sterk beperkt.”
Om te voorkomen dat ouderen buitengesloten raken van digitale diensten, wil 50PLUS dat gemeenten wettelijk verantwoordelijk worden voor digitale inclusie. Dit betekent dat digitale zelfredzaamheid van ouderen net zo'n gemeentelijke taak wordt als bijvoorbeeld de WMO.
“Digitale inclusie: een gemeentelijke plicht. Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen. Net zoals gemeenten verantwoordelijk zijn voor de WMO, worden zij ook verantwoordelijk voor de digitale zelfredzaamheid van hun oudere inwoners.”
50PLUS vindt dat digitale diensten altijd een papieren of fysieke optie moeten bieden voor mensen die niet digitaal vaardig zijn. Dit voorkomt uitsluiting en waarborgt toegang tot essentiële overheidsdiensten.
“Overheidsdiensten en facilitaire bedrijven bieden ouderen en gehandicapten die moeite hebben met digitale formulieren, een papieren alternatief.”
“Overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties (zoals DigiD, MijnOverheid, zorgportalen) zijn altijd ook bereikbaar via post, telefoon of fysieke balie.”
De partij wil extra investeren in digitale veiligheid en privacy, met speciale aandacht voor bescherming tegen oplichting en identiteitsdiefstal. Onafhankelijkheid van commerciële en buitenlandse partijen is hierbij een belangrijk uitgangspunt.
“Digitale veiligheid heeft grote urgentie. Er komen digitaal steeds sneller en meer bedreigingen op ons af. We willen dat er extra geïnvesteerd wordt in de veiligheid van onze systemen om onafhankelijk te worden van commerciële en buitenlandse partijen.”
“Digitale privacy- en veiligheidsmaatregelen beschermen ouderen tegen online oplichting en identiteitsdiefstal.”
De ChristenUnie steunt stevige Europese regulering van digitale diensten en platforms, met nadruk op transparantie, zorgplicht en het beperken van de macht van grote techbedrijven. Ze pleiten voor strengere regels rond algoritmes, privacybescherming en het aanpakken van illegale online activiteiten, waarbij Europese wetgeving als de Digitaledienstenverordening (DSA) als noodzakelijk wordt gezien om burgers te beschermen tegen digitale risico’s.
De ChristenUnie wil dat digitale platforms en hostingbedrijven wettelijk verplicht worden om actief op te treden tegen strafbare uitingen en gedragingen. Ze zien Europese regelgeving als essentieel om de macht van grote techbedrijven te beperken en burgers te beschermen tegen desinformatie, privacy-inbreuken en schadelijke algoritmes.
“Er komt een stevige Europese zorgplicht voor digitale platforms en hostingbedrijven om op te treden tegen strafbare uitingen en gedragingen wanneer die op of door middel van deze platforms plaatsvinden.”
“De overheid moet grenzen stellen waar het gaat om de inzet van technieken en de regulering van ons digitale maatschappelijke verkeer, bijvoorbeeld bij het gebruik van kunstmatige intelligentie en algoritmes.”
“Ons recht op privacy en onze vrije en ongefilterde toegang tot gegevens kunnen in het gedrang komen als we niet meer grip krijgen op grote techbedrijven die grote hoeveelheden data over ons verzamelen en steeds meer bepalen welke informatie wij zien.”
De partij wil dat social media bedrijven verplicht worden minder polariserende algoritmes te gebruiken en gebruikers meer keuzevrijheid te geven. Dit moet voorkomen dat platforms via hun algoritmes de publieke opinie manipuleren of polarisatie aanwakkeren.
“Social media bedrijven worden verplicht om minder 'polariserende algoritmes' in te zetten, bijvoorbeeld door gebruikers keuze vrijheid te geven over hoe aanbevelingen tot stand komen.”
De ChristenUnie wil dat digitale platforms niet door overheden worden ingezet voor heimelijke beïnvloeding of verspreiding van desinformatie, en pleit voor het gebruik van Europese of open source alternatieven om afhankelijkheid van niet-Europese techbedrijven te verminderen.
“Digitale platforms die door overheden worden ingezet om heimelijk de publieke opinie te beïnvloeden of desinformatie te verspreiden, worden verboden.”
“De overheid zorgt ervoor dat ze zelf niet afhankelijk wordt van niet-Europese techbedrijven, door zo veel mogelijk gebruik te maken van Europese alternatieven of open source oplossingen.”
GroenLinks-PvdA steunt de Europese Digitaledienstenverordening (Digital Services Act) en wil deze versterken om online haat, desinformatie en de macht van Big Tech effectiever aan te pakken. Ze pleiten voor strengere Europese regels, betere handhaving en aanvullende maatregelen zoals een verbod op gepersonaliseerde content en online tracking. Hun visie is gericht op het beschermen van mensenrechten, privacy en een eerlijke digitale publieke ruimte.
GroenLinks-PvdA wil de Digital Services Act (DSA) verder aanscherpen om online haat en de macht van grote techbedrijven te beperken. Ze zien Europese regelgeving als essentieel om burgers te beschermen tegen schadelijke online praktijken en om de digitale markt eerlijker te maken.
“In Europa geven we snel een vervolg op de Digital Services Act, zodat we online haat beter kunnen bestrijden.”
“We doorbreken het verdienmodel hierachter door een verbod op Europees niveau van gepersonaliseerde content en online tracking.”
“Europa is te afhankelijk van Amerikaanse tech-giganten. We bouwen hun macht af door te investeren in Europese digitale infrastructuur, een eigen Cloud en veilige AI.”
De partij benadrukt het belang van effectieve handhaving van de Digitaledienstenverordening en aanvullende gebruikersrechten, zoals dataportabiliteit en privacybescherming. Ze willen dat overstappen tussen diensten makkelijker wordt en dat persoonsgegevens beter worden beschermd.
“Dataportabiliteit – het makkelijk verplaatsen van gegevens tussen diensten – wordt in Europa standaard voor online platforms. Dit zorgt voor keuzevrijheid en een eerlijke concurrentie op de digitale markt.”
“Binnen de EU pleiten we voor een verbod op de handel in persoonsgegevens en profielen.”
GroenLinks-PvdA wil naast strengere regels ook investeren in een waardengedreven, publieke digitale ruimte als alternatief voor commerciële platforms. Dit moet bijdragen aan een gezondere online omgeving en meer democratische controle.
“Daarom komt er meer aandacht voor een waardengedreven publieke digitale ruimte via alternatieve sociale media.”
De SGP is kritisch over Europese digitale regelgeving zoals de Digitaledienstenverordening (DSA) en waarschuwt voor te veel macht bij grote platforms én de EU zelf. Ze pleiten voor strikte waarborgen voor vrijheid van meningsuiting, bescherming van klassiek-christelijke opvattingen en meer nationale regie op digitale spelregels.
De SGP vreest dat de Digitaledienstenverordening leidt tot subjectieve censuur en beperking van de vrijheid van meningsuiting, vooral voor klassiek-christelijke standpunten. Ze willen dat de EU zich onthoudt van politieke invulling van hatespeech en pleiten voor nationale soevereiniteit bij digitale regelgeving.
“De SGP waakt ervoor dat digitale controle vanuit de EU omgezet wordt in digitale censuur van klassiek-christelijke opvattingen, zoals op het terrein van het huwelijk en de bescherming van het (ongeboren) leven.”
“Subjectieve interpretaties van de definitie van hatespeech rukken steeds sneller op. In plaats dat de EU dit faciliteert, zou zij de vrijheid van meningsuiting moeten versterken. De EU dient zich onthouden van het faciliteren van politieke en arbitraire invullingen van de richtlijn door lidstaten.”
“De SGP isechter beducht voor foutieve claims van ‘desinformatie’ waarbij het gevaar dreigt van censuur.”
De SGP wil dat Nederland zelf digitale spelregels opstelt, met aandacht voor kwetsbare groepen en bescherming tegen cybercrime, in plaats van te veel macht bij Europese instanties te leggen.
“Waarden en normen gelden ook voor de digitale wereld. De overheid moet zorgdragen voor het ontwikkelen en toepassen van digitale ‘spelregels’.”
“Er moet meer aandacht zijn voor mensen die minder digitaal vaardig zijn. De SGP wil dat de overheid afspraken maakt met het bedrijfsleven om kwetsbare groepen te beschermen tegen cybercrime.”
De SGP verzet zich tegen verdere digitalisering op Europees niveau, zoals een Europees digitaal paspoort en de digitale euro, uit vrees voor een te machtige overheid.
“De SGP is daarom tegen het invoeren van een Europees digitaal paspoort en een digitale euro.”
DENK benoemt het belang van digitale mensenrechten en privacybescherming, maar noemt de Digitaledienstenverordening (DSA) niet expliciet. Hun voorstellen richten zich op strengere regulering van algoritmen, transparantie, en het beperken van de macht van big tech, met een sterke nadruk op mensenrechten en privacy in de digitale wereld.
DENK wil wettelijke waarborgen voor mensenrechten bij het gebruik van algoritmen, inclusief een verbod op afkomstgerelateerde kenmerken en verplichte transparantie via een algoritmeregister. Dit moet discriminatie en machtsmisbruik door technologie tegengaan en sluit aan bij de doelen van de Digitaledienstenverordening, hoewel deze niet expliciet wordt genoemd.
“Er komt een algoritmewet. In deze wet worden waarborgen voor mensenrechten bij algoritmen verplicht. Het gebruik van afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen en risicoprofielen wordt verboden. Ook worden strenge eisen ingevoerd die verplicht stellen dat algoritmes op non discriminatoire wijze worden ontworpen, getest én gecontroleerd.”
“Algoritmes worden transparant. Er komt een verplicht algoritmeregister, dat geldt voor zowel overheden als bedrijven die algoritmen inzetten.”
DENK pleit voor meer middelen en bevoegdheden voor de Autoriteit Persoonsgegevens en wil de macht van grote technologiebedrijven Europees inperken, met betere bescherming van online privacy en strengere regels voor handel in persoonsgegevens. Dit raakt aan de kern van de Digitaledienstenverordening, maar wordt niet als zodanig benoemd.
“Sterker toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. De AP krijgt extra middelen, bredere bevoegdheden en diepgaande expertise op het gebied van kunstmatige intelligentie.”
“Wij willen inzetten op betere waarborgen van de online privacy. Dat betekent dat handel in persoonsgegevens aan banden wordt gelegd en de macht van de bigtech bedrijven Europees moet worden ingeperkt.”
JA21 is kritisch over Europese digitale regelgeving en verzet zich expliciet tegen de invoering van een digitale euro en een digitale Europese identiteit. De partij pleit voor minder beperkende EU-wetgeving voor ondernemers en benadrukt het belang van digitale soevereiniteit en nationale controle over digitale infrastructuur.
JA21 wijst de invoering van een digitale euro en een digitale Europese identiteit af, omdat zij deze zien als een bedreiging voor nationale soevereiniteit en privacy. De partij wil dat Nederland zelf de regie houdt over digitale diensten en identiteiten, zonder verdere Europese inmenging.
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
JA21 vindt dat Europese regelgeving, waaronder de Digitaledienstenverordening, ondernemers en industrie te veel belemmert. Zij pleiten voor rigoureuze deregulering om de concurrentiekracht van Nederland te herstellen en ondernemerschap meer ruimte te geven.
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet. Alleen zo herstellen we de concurrentiekracht van Nederland en geven we ondernemerschap weer de ruimte.”
JA21 benadrukt het belang van digitale soevereiniteit en wil voorkomen dat Nederland afhankelijk wordt van buitenlandse (met name Amerikaanse of Chinese) techbedrijven. Dit standpunt raakt aan de discussie over Europese digitale regelgeving, omdat JA21 nationale controle en veiligheid vooropstelt.
“Digitale soevereiniteit. Investeer in een nationale cloud onder Nederlandse wetgeving. Geen Amerikaanse of Chinese toegang tot onze data.”
“Europa en Nederland mogen niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese techbedrijven. We investeren in strategische technologie en digitale veiligheid.”
De VVD steunt de Digitaledienstenverordening (Digital Services Act) en wil streng toezicht op grote online platforms, waarbij transparantie over algoritmes en inkomsten verplicht wordt. De partij pleit voor het verbieden van schadelijke algoritmes en het afdwingen van snelle verwijdering van illegale content, zodat online regels gelijk zijn aan offline regels.
De VVD wil dat grote sociale mediaplatforms als X, Instagram en Facebook onder streng toezicht komen te staan, met verplichte transparantie over hun algoritmes en inkomsten. Dit moet voorkomen dat schadelijke en polariserende content wordt verspreid en dat platforms zich aan Nederlandse wetgeving houden.
“Grote platforms als X, Instagram en Facebook worden onder streng toezicht gebracht; ze moeten transparantie geven over algoritmes en inkomsten en zich houden aan onze wetgeving.”
De partij wil verslavende en schadelijke algoritmes verbieden en eist dat strafbare content snel offline wordt gehaald, in lijn met de eisen van de Digitaledienstenverordening. Wat offline niet mag, moet ook online verboden zijn.
“Verslavende en schadelijke algoritmes die als voedingsbodem fungeren voor haat en extremisme worden verboden, omdat ze polariserende content bevoordelen.”
“Terroristische en andere strafbare content dient altijd binnen één uur na een bevel van de toezichthouder offline te zijn gehaald. Platforms die hier niet aan voldoen krijgen hogere boetes.”
“Wat offline niet mag, staan we ook online niet toe: Het delen van content van gedragingen die in de fysieke wereld strafbaar zijn, zoals bijvoorbeeld dierenmishandeling, staan we online ook niet toe. We onderzoeken of we deze content kunnen verbieden en verwijderen.”
BBB erkent het belang van Europese digitale wetgeving zoals de Digitaledienstenverordening (DSA), maar wil deze zonder extra nationale regels ('nationale koppen') implementeren. De partij legt de nadruk op duidelijke, uniforme wetgeving en bescherming van digitale rechten, met een focus op privacy, veiligheid en toegankelijkheid voor burgers en bedrijven.
BBB wil Europese digitale wetgeving, waaronder de Digitaledienstenverordening, direct en zonder extra nationale aanvullingen omzetten in Nederlandse wetgeving. Dit moet zorgen voor duidelijkheid, minder bureaucratie en een gelijk speelveld voor bedrijven.
“Duidelijke wetgeving. Europese wetgeving zoals de NIS2 wordt zonder nationale koppen omgezet naar Nederlandse wetgeving.”
BBB streeft naar uniforme digitale standaarden binnen de EU en versterking van digitale rechten, zodat burgers en bedrijven beter beschermd zijn tegen digitale risico’s en misbruik.
“Nederland moet met de EU aan een uniforme digitale verificatiestandaard werken die leidt tot een consistent kenmerk dat op alle sociale mediaplatforms wordt getoond voor accounts van bedrijven, politici, media en instellingen.”
“Veranker digitale grondrechten in de Grondwet om de privacy, zeggenschap en autonomie van burgers in het digitale domein te waarborgen.”
BVNL noemt de Digitaledienstenverordening (Digital Services Act, DSA) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar neemt wel duidelijke standpunten in tegen digitale censuur, overheidsbemoeienis met online meningsuiting en verplichte identificatie op sociale media. De partij pleit voor maximale vrijheid van meningsuiting online, bescherming van privacy en het weren van overheidsinvloed op techbedrijven. Concrete voorstellen zijn het verbieden van digitale censuur door de overheid en het waarborgen van anonieme toegang tot sociale media.
BVNL verzet zich tegen elke vorm van digitale censuur door de overheid en tegen overheidscontacten met techbedrijven over het modereren van meningen of het labelen van desinformatie. Dit standpunt adresseert de kern van de Digitaledienstenverordening, die platformen verplicht tot moderatie en transparantie, maar BVNL wil juist maximale vrijheid en minimale overheidsbemoeienis.
“De overheid mag geen digitale censuur plegen.”
“De overheid mag geen contacten onderhouden met en invloed uitoefenen op social media en techbedrijven over het dwarszitten van Nederlanders met afwijkende meningen en over welke opvattingen als ‘desinformatie’ moeten worden aangemerkt.”
BVNL is tegen een identificatieplicht voor het gebruik van sociale media, waarmee het zich uitspreekt tegen een van de mogelijke implicaties van strengere Europese regelgeving zoals de DSA. Dit standpunt is bedoeld om anonimiteit en privacy van gebruikers te beschermen.
“Er komt geen identificatieplicht voor het gebruik van social media.”
D66 steunt stevige handhaving van Europese regels zoals de Digitaledienstenverordening (DSA) om burgers te beschermen tegen schadelijke effecten van grote techbedrijven en online platforms. Ze willen sterke toezichthouders met voldoende capaciteit, bedrijven aansprakelijk stellen bij nalatigheid, en kiezen expliciet voor Europese oplossingen en digitale autonomie. D66 ziet de DSA als essentieel voor het waarborgen van veiligheid, democratie en gebruikersrechten in de digitale samenleving.
D66 vindt het cruciaal dat Europese regels zoals de Digitaledienstenverordening streng worden gehandhaafd om burgers te beschermen tegen de macht van grote techbedrijven. Ze willen dat toezichthouders voldoende middelen krijgen om effectief op te treden en kiezen voor Europese alternatieven om digitale onafhankelijkheid te waarborgen. Dit moet voorkomen dat buitenlandse bedrijven de digitale infrastructuur en gebruikersdata domineren.
“We kiezen voor Europese oplossingen en stevige handhaving van Europese regels.”
“Waar we die autonomie nog niet hebben, beschermen sterke toezichthouders mensen en maatschappij tegen de schadelijke effecten van de verdienmodellen van grote techbedrijven. We zorgen dat deze toezichthouders genoeg capaciteit hebben om sterk te handhaven.”
D66 wil dat techbedrijven en sociale mediaplatforms meer verantwoordelijkheid nemen voor schadelijke content en gebruikersveiligheid. Ze stellen bedrijven aansprakelijk als zij niet voldoen aan hun verplichtingen, zoals het snel verwijderen van nepbeelden en haatberichten, in lijn met de eisen van de Digitaledienstenverordening.
“Techbedrijven worden verplicht om nepbeelden binnen 24 uur te verwijderen. Sociale mediaplatforms moeten meer doen om online haatberichten te verwijderen. Iedereen moet zich veilig kunnen uitspreken, ook online. We versterken het toezicht hierop en stellen bedrijven aansprakelijk als zij in gebreke blijven.”
De Partij voor de Dieren wil dat digitale diensten toegankelijk, veilig en privacyvriendelijk zijn, waarbij burgers niet afhankelijk worden van Big Tech-platformen. Ze pleiten voor het waarborgen van alternatieven voor app-gebaseerde dienstverlening, strikte privacybescherming en het tegengaan van digitale uitsluiting. Hun visie benadrukt digitale autonomie, inclusie en het beperken van de macht van grote technologiebedrijven.
De PvdD verzet zich tegen het verplicht stellen van apps of Big Tech-platformen voor toegang tot overheids-, onderwijs-, zorg- en bankdiensten. Ze willen dat burgers altijd via websites of platformonafhankelijke protocollen hun zaken kunnen regelen, om digitale uitsluiting en afhankelijkheid van grote technologiebedrijven te voorkomen.
“Geen appdwang. Diensten van overheid, scholen, zorginstellingen en banken mogen nooit alleen nog maar via apps en platformen van Big Tech bereikbaar zijn. Het blijft voor burgers altijd mogelijk om hun digitale zaken te kunnen regelen via websites en/of platformonafhankelijke protocollen.”
De partij stelt dat op alle overheidslagen digitale inclusie en toegankelijkheid leidend moeten zijn, zodat niemand wordt buitengesloten van digitale dienstverlening.
“Op alle overheidslagen worden de principes van digitale inclusie en toegankelijkheid in acht genomen en toegepast.”
Om afhankelijkheid van Big Tech te verminderen, wil de PvdD dat publieke sectoren overstappen op open source, non-profit en Europese alternatieven voor digitale diensten.
“De overheid gaat open standaarden, open-sourcesoftware en open hardware stimuleren en waar mogelijk gebruiken. Dit gebeurt sowieso in publieke sectoren: overheden, scholen en zorginstellingen stappen af van Big Tech-diensten. De overheid ontwikkelt een exitstrategie en investeert in open source, non-profit en Europese alternatieven.”
Het CDA wil strengere handhaving en aanscherping van de Digitaledienstenverordening (DSA) om grote online platforms te dwingen meer te doen tegen desinformatie, schadelijke en criminele content. Ze pleiten voor strengere sancties bij overtredingen, standaard privacyvriendelijke instellingen en meer Europese regie op digitale veiligheid en platformverantwoordelijkheid.
Het CDA vindt dat de huidige Digitaledienstenverordening (DSA) niet ver genoeg gaat om online platforms verantwoordelijk te houden voor het bestrijden van desinformatie en schadelijke content. Ze willen dat Nederland zich inzet voor strengere regels, zwaardere sancties en meer verplichtingen voor techbedrijven, met het oog op digitale veiligheid en bescherming van gebruikers.
“Naast strenge handhaving moet Nederland initiatief nemen voor aanscherping van de DSA, waarmee we platforms als Telegram en X dwingen meer te doen om desinformatie en schadelijke of zelfs criminele content te weren. Techbedrijven worden verplicht om standaard de veiligste en meest privacy-vriendelijke instellingen te gebruiken.”
“We bestraffen platforms die zich niet aan de regels houden. Bij herhaalde en grove schending willen we dat websites en platforms (tijdelijk) uit de lucht worden gehaald.”
FVD is kritisch over de Europese Digitaledienstenverordening (Digital Services Act) en pleit voor herziening ervan. De partij wil minder censuur door Big Tech, meer vrijheid van meningsuiting online en ziet social media als publieke ruimte waar dezelfde vrijheden moeten gelden als offline.
FVD vindt dat de Digital Services Act te veel ruimte biedt voor censuur en beperking van online meningsuiting. De partij wil deze Europese verordening herzien om de vrijheid van meningsuiting beter te beschermen en Big Tech-bedrijven minder macht te geven over wat online mag verschijnen.
“Forum voor Democratie pleit daarom voor een anti-censuurwet, afschaffing van de Cookiewet en herziening van de Digital Services Act. Daarmee beschermen we de vrijheid van meningsuiting en garanderen we dat het publieke debat breed en vrij kan worden gevoerd.”
“Forum voor Democratie pleit daarom voor een anti-censuurwet, afschaffing van de Cookiewet en herziening van de Digital Services Act. Daarmee beschermen we de vrijheid van meningsuiting en garanderen we dat het publieke debat breed en vrij kan worden gevoerd.”
NSC steunt de vereenvoudiging van digitale EU-wetgeving, waaronder de Digitaledienstenverordening, mits dit niet ten koste gaat van privacy en menselijke waardigheid. Ze pleiten voor strengere handhaving van bestaande regels en willen dat toezichthouders voldoende middelen krijgen om de rechten van burgers te beschermen tegen grote technologiebedrijven.
NSC is voorstander van het verminderen van bureaucratie in Europese digitale wetgeving, zoals de Digitaledienstenverordening, maar stelt duidelijke grenzen: privacy en menselijke waardigheid mogen niet worden aangetast. Ze zien vereenvoudiging als een manier om het Europees verdienvermogen te versterken, maar niet ten koste van fundamentele rechten.
“We steunen de vereenvoudiging van digitale wetgeving in de EU, zoals de AI-verordening, om bureaucratie te schrappen en het Europees verdienvermogen te versterken. Dit mag geen afbreuk doen aan de bescherming van privacy en menselijke waardigheid van burgers.”
NSC vindt dat burgers te vaak machteloos staan tegenover grote technologiebedrijven en AI-toepassingen. Ze willen strengere handhaving van bestaande regels en voldoende financiering voor toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, zodat de Digitaledienstenverordening daadwerkelijk effect heeft.
“Er moet strengere handhaving zijn op de bestaande regels. Zo mogen er geen camera’s met gezichtsherkenning in de openbare ruimte of in supermarkten hangen. Dit vereist voldoende financiering van toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens.”
Volt steunt de Digital Services Act (DSA) volledig en wil dat Nederland zich actief inzet voor de handhaving ervan binnen de Europese Commissie. Hun belangrijkste voorstel is om Europese regelgeving als de DSA streng te implementeren en te handhaven, met als doel een transparant, controleerbaar en burgergericht digitaal ecosysteem te waarborgen.
Volt beschouwt de DSA als essentieel voor een eerlijke en veilige digitale markt en wil dat Nederland een voortrekkersrol speelt in de implementatie en handhaving ervan. Dit moet leiden tot meer transparantie, bescherming van gebruikersrechten en het tegengaan van machtsconcentratie bij grote techbedrijven.
“Volt staat volledig achter de Digital Markets Act (DMA) en de Digital Services Act (DSA) en wil dat Nederland zich actief opstelt bij de handhaving hiervan binnen de Europese Commissie.”
Volt wil dat alle nieuwe wetgeving, waaronder de implementatie van de DSA, vanaf het begin wordt ontworpen met digitale uitvoerbaarheid en publieke dienstverlening in gedachten. Dit voorkomt complexe uitvoering en zorgt dat regelgeving als de DSA daadwerkelijk werkt voor burgers.
“Volt wil daarom het Deense voorbeeld volgen: alle nieuwe wetgeving moet vanaf dag één ‘digital-ready’ zijn. Dit betekent dat wetgeving wordt geschreven met de publieke dienstverlening in gedachten, waarbij de afdelingen beleid, uitvoering en IT vanaf het begin samenwerken in multidisciplinaire teams.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma