50PLUS benoemt digitale veiligheid en digitale inclusie als urgente thema’s, maar noemt de Digitaledienstenverordening (DSA) niet expliciet. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het beschermen van ouderen tegen digitale dreigingen, het beperken van anonieme accounts, en het waarborgen van toegankelijkheid en alternatieven voor digitale overheidsdiensten. De kern van hun visie is dat digitalisering kansen biedt, maar dat kwetsbare groepen niet mogen worden uitgesloten of onbeschermd gelaten.
50PLUS wil anonieme accounts op digitale platforms verbieden of sterk beperken om oplichting en identiteitsdiefstal tegen te gaan. Dit voorstel raakt direct aan de kern van de Digitaledienstenverordening, die onder andere regels stelt aan online platformen en de verantwoordelijkheid voor gebruikersaccounts.
“Anonieme accounts worden verboden of in ieder geval sterk beperkt.”
De partij pleit voor een wettelijke taak voor gemeenten om digitale inclusie van ouderen te waarborgen, zodat niemand wordt buitengesloten door digitalisering van diensten. Dit raakt aan de toegankelijkheidseisen uit de Digitaledienstenverordening, maar is vooral nationaal en doelgroepgericht ingevuld.
“Digitale inclusie: een gemeentelijke plicht. Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen.”
50PLUS wil dat overheidsdiensten altijd een papieren of fysieke optie blijven bieden voor mensen die moeite hebben met digitale formulieren, waarmee ze zich uitspreken tegen volledige digitalisering zonder alternatieven. Dit is relevant voor de discussie rond digitale toegankelijkheid en verplichtingen voor overheidsdiensten.
“Overheidsdiensten en facilitaire bedrijven bieden ouderen en gehandicapten die moeite hebben met digitale formulieren, een papieren alternatief.”
“Overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties (zoals DigiD, MijnOverheid, zorgportalen) zijn altijd ook bereikbaar via post, telefoon of fysieke balie.”
De partij benadrukt het belang van digitale veiligheid en privacy, met specifieke aandacht voor bescherming van ouderen tegen online oplichting en identiteitsdiefstal. Dit sluit aan bij de doelstellingen van de Digitaledienstenverordening, maar wordt vooral vanuit het perspectief van kwetsbare gebruikers ingevuld.
DENK benoemt de bescherming van digitale mensenrechten en privacy als essentieel, met bijzondere aandacht voor het reguleren van algoritmes en het beperken van de macht van grote technologiebedrijven. Concrete voorstellen zijn onder andere een algoritmewet, een verplicht algoritmeregister en het versterken van toezicht op digitale diensten. DENK koppelt deze maatregelen aan het waarborgen van eerlijke behandeling, privacy en bescherming tegen machtsmisbruik door technologie.
DENK wil wettelijke waarborgen voor mensenrechten bij het gebruik van algoritmes en digitale diensten, om discriminatie en machtsmisbruik te voorkomen. Dit omvat een verbod op afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen, verplichte transparantie via een algoritmeregister en strenger toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze voorstellen zijn direct relevant voor de Digitaledienstenverordening (DSA), die vergelijkbare doelen nastreeft op Europees niveau.
“Er komt een algoritmewet. In deze wet worden waarborgen voor mensenrechten bij algoritmen verplicht. Het gebruik van afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen en risicoprofielen wordt verboden. Ook worden strenge eisen ingevoerd die verplicht stellen dat algoritmes op non discriminatoire wijze worden ontworpen, getest én gecontroleerd.”
“Algoritmes worden transparant. Er komt een verplicht algoritmeregister, dat geldt voor zowel overheden als bedrijven die algoritmen inzetten.”
“Sterker toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. De AP krijgt extra middelen, bredere bevoegdheden en diepgaande expertise op het gebied van kunstmatige intelligentie.”
“Wij willen inzetten op betere waarborgen van de online privacy. Dat betekent dat handel in persoonsgegevens aan banden wordt gelegd en de macht van de bigtech bedrijven Europees moet worden ingeperkt.”
Naast regulering van algoritmes wil DENK investeren in digitale infrastructuur en de bescherming van persoonsgegevens, met speciale aandacht voor kleine organisaties. Dit sluit aan bij de eisen van de Digitaledienstenverordening voor veilige digitale omgevingen en bescherming van gebruikersdata.
“Wij willen extra ondersteuning voor kleine organisaties om hun digitale beveiliging op orde te krijgen. De overheid investeert in een veilige digitale infrastructuur en de bescherming van persoonsgegevens.”
“Veilige infrastructuur. Er moet meer geïnvesteerd worden in digitale veiligheid. We moeten ook inzetten op onafhankelijkheid van onze systemen van andere landen en grote bedrijven.”
BVNL noemt de Digitaledienstenverordening (Digital Services Act, DSA) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete beleidsvoorstellen die direct op deze Europese regelgeving ingaan. Wel benadrukt BVNL het belang van vrijheid van meningsuiting online, het weren van digitale censuur door de overheid, en het beschermen van privacy en digitale grondrechten, wat indirect raakt aan thema’s uit de Digitaledienstenverordening.
BVNL verzet zich tegen overheidsinmenging in online meningsvorming en het labelen van informatie als ‘desinformatie’, wat raakt aan discussies rondom de Digitaledienstenverordening over moderatie en platformverantwoordelijkheid. De partij wil dat de overheid geen invloed uitoefent op social media-bedrijven over inhoud en geen identificatieplicht invoert voor gebruikers.
“De overheid mag geen digitale censuur plegen.”
“De overheid mag geen contacten onderhouden met en invloed uitoefenen op social media en techbedrijven over het dwarszitten van Nederlanders met afwijkende meningen en over welke opvattingen als ‘desinformatie’ moeten worden aangemerkt.”
“Er komt geen identificatieplicht voor het gebruik van social media.”
BVNL stelt de vrijheid van meningsuiting en privacy centraal in haar digitale visie, met nadruk op het waarborgen van deze rechten online. Dit sluit aan bij de kernwaarden die de Digitaledienstenverordening beoogt te beschermen, maar BVNL kiest voor een minimalistische rol van de overheid.
“We zetten ons in voor wetgeving en beleid om de vrijheid van meningsuiting op internet, met name op social media, te waarborgen. De grens ligt bij het oproepen tot geweld.”
“BVNL erkent het belang van privacy in het digitale tijdperk en zal doen wat nodig is om de privacy van burgers te waarborgen.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van strikte regulering van digitale platforms en techbedrijven, met een duidelijke Europese zorgplicht en strengere regels om burgers te beschermen tegen schadelijke online praktijken. Ze pleiten voor stevige handhaving van bestaande en nieuwe Europese regels, waaronder de Digitaledienstenverordening, om strafbare uitingen en gedragingen online effectief aan te pakken. De partij wil dat wat offline verboden is, ook online verboden wordt, en dat platforms actief verantwoordelijkheid nemen.
De ChristenUnie wil dat digitale platforms en hostingbedrijven een stevige Europese zorgplicht krijgen om op te treden tegen strafbare uitingen en gedragingen. Dit sluit direct aan bij de doelen van de Digitaledienstenverordening (DSA), die platforms verplicht tot strengere moderatie en transparantie. De partij ziet dit als noodzakelijk om burgers te beschermen tegen schadelijke content en de macht van grote techbedrijven te beperken.
“Er komt een stevige Europese zorgplicht voor digitale platforms en hostingbedrijven om op te treden tegen strafbare uitingen en gedragingen wanneer die op of door middel van deze platforms plaatsvinden.”
“Uitgangspunt is hierbij dat wat in de fysieke wereld niet is toegestaan, ook digitaal niet is toegestaan.”
De ChristenUnie wil social media bedrijven verplichten minder polariserende algoritmes te gebruiken en gebruikers meer keuzevrijheid te geven over aanbevelingen. Dit raakt aan de transparantieverplichtingen uit de Digitaledienstenverordening en is bedoeld om de invloed van grote techbedrijven op de publieke opinie te beperken.
“Social media bedrijven worden verplicht om minder 'polariserende algoritmes' in te zetten, bijvoorbeeld door gebruikers keuze vrijheid te geven over hoe aanbevelingen tot stand komen.”
De partij wil dat digitale platforms die door overheden worden ingezet om heimelijk de publieke opinie te beïnvloeden of desinformatie te verspreiden, verboden worden. Dit sluit aan bij de bredere doelstelling van de Digitaledienstenverordening om transparantie en eerlijkheid op digitale platforms te waarborgen.
“Digitale platforms die door overheden worden ingezet om heimelijk de publieke opinie te beïnvloeden of desinformatie te verspreiden, worden verboden.”
FVD is kritisch over de Europese Digitaledienstenverordening (Digital Services Act) en wil deze herzien, omdat zij vinden dat deze de vrijheid van meningsuiting en concurrentie op online platforms bedreigt. Ze pleiten voor een anti-censuurwet, het erkennen van social media als publieke ruimte, en het beperken van moderatie door Big Tech tot alleen strafbare uitingen. FVD wil zo de publieke debatvrijheid en alternatieven voor dominante techbedrijven waarborgen.
FVD vindt dat de Digitaledienstenverordening (Digital Services Act) te veel ruimte biedt voor censuur en overheidsbemoeienis bij online platforms. Ze willen deze wet herzien om de vrijheid van meningsuiting te beschermen en Big Tech te beperken tot het modereren van alleen strafbare uitingen. Dit moet voorkomen dat legale meningen worden verwijderd en dat de overheid via achterdeuren druk uitoefent op techbedrijven.
“Forum voor Democratie pleit daarom voor een anti-censuurwet, afschaffing van de Cookiewet en herziening van de Digital Services Act. Daarmee beschermen we de vrijheid van meningsuiting en garanderen we dat het publieke debat breed en vrij kan worden gevoerd.”
“We voeren een wet in die bepaalt dat Big Tech-bedrijven alleen strafbare uitingen mogen modereren, zodat legale meningen nooit worden verwijderd of onzichtbaar worden gemaakt.”
FVD wil dat social media-platformen als publieke ruimte worden erkend, zodat dezelfde vrijheden gelden als offline. Dit betekent dat online meningsuiting niet verder mag worden beperkt dan wat offline wettelijk is toegestaan.
“We beschouwen social media-platformen als onderdeel van de publieke ruimte, zodat dezelfde vrijheden gelden als offline.”
FVD vindt dat de Digitaledienstenverordening onvoldoende doet tegen de monopoliepositie van grote techbedrijven. Ze willen wetgeving die concurrentie bevordert, zodat burgers alternatieven hebben en monopolies worden doorbroken.
“We zorgen voor wetgeving en voorwaarden die concurrentie bevorderen, zodat burgers alternatieven hebben en monopolies worden doorbroken.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benoemt de Digitaledienstenverordening (DSA) niet expliciet, maar hun programma bevat duidelijke standpunten over het beperken van de macht van Big Tech, het waarborgen van digitale soevereiniteit en het beschermen van burgerrechten in de digitale wereld. Ze pleiten voor publieke regie, open source alternatieven en het voorkomen dat Europese IT-wetgeving wordt uitgehold door lobby of juridische trucs.
PvdD wil de dominantie van Big Tech doorbreken en digitale diensten onder publieke regie brengen, om democratische controle en burgerrechten te waarborgen. Ze zijn kritisch op de invloed van grote technologiebedrijven en pleiten voor Europese alternatieven en bescherming tegen uitholling van Europese regelgeving, wat direct raakt aan de doelen van de Digitaledienstenverordening.
“We doorbreken de dominantie van Big Tech. Techreuzen ondermijnen de democratische rechtsstaat, publieke controle en nationale soevereiniteit. We stellen grenzen aan de macht van deze bedrijven, versterken publieke alternatieven en voorkomen dat Europese IT-wetgeving via lobby of juridische trucs wordt uitgehold.”
“De overheid gaat open standaarden, open-sourcesoftware en open hardware stimuleren en waar mogelijk gebruiken. Dit gebeurt sowieso in publieke sectoren: overheden, scholen en zorginstellingen stappen af van Big Tech-diensten. De overheid ontwikkelt een exitstrategie en investeert in open source, non-profit en Europese alternatieven.”
PvdD verzet zich tegen 'appdwang' en eist dat burgers altijd toegang houden tot publieke diensten zonder afhankelijk te zijn van Big Tech-platformen. Dit sluit aan bij het streven naar inclusieve en toegankelijke digitale dienstverlening, een belangrijk aspect van de Digitaledienstenverordening.
“Geen appdwang. Diensten van overheid, scholen, zorginstellingen en banken mogen nooit alleen nog maar via apps en platformen van Big Tech bereikbaar zijn. Het blijft voor burgers altijd mogelijk om hun digitale zaken te kunnen regelen via websites en/of platformonafhankelijke protocollen.”
“Burgers die niet uit de voeten kunnen met de digitale middelen van de overheid, kunnen altijd bij een fysieke balie in hun eigen gemeente terecht. Communicatie per post blijft altijd mogelijk.”
De SP wil de macht van grote digitale platforms en Big Tech bedrijven inperken en consumenten, kleine ondernemers en gebruikers beter beschermen tegen hun dominante positie. Ze pleiten voor strengere regulering, meer transparantie en het tegengaan van machtsmisbruik door digitale diensten, in lijn met de doelen van de Digitaledienstenverordening (DSA). Concrete voorstellen zijn het beperken van zelfbevoordeling door platforms, het versterken van consumentenrechten en het afdwingen van open standaarden en transparantie over algoritmes.
De SP ziet de groeiende macht van grote online platforms als een bedreiging voor eerlijke concurrentie en de positie van kleine ondernemers en consumenten. Ze willen dat platforms hun eigen producten niet mogen bevoordelen en dat er strenger toezicht komt op hun handelspraktijken, wat direct aansluit bij de kern van de Digitaledienstenverordening.
“Een eerlijke digitale winkelstraat. Winkelen vindt steeds vaker online plaats, via online platforms. Dat is snel en makkelijk. Maar het maakt winkeliers en kleine producenten ook steeds afhankelijker van deze grote en machtige online platforms. Zij vragen enorme bedragen aan ondernemers om daarop hun producten te mogen verkopen. Daarom wil de SP dat het toezicht hierop wordt verscherpt en de macht van deze platforms wordt beperkt. Een eerste stap is daarbij is dat platforms hun eigen producten niet bevoordelen op hun platform.”
De SP wil het verdienmodel van Big Tech bedrijven aanpakken, consumentenrechten beschermen en transparantie over algoritmes en data-afspraken afdwingen. Dit sluit aan bij de DSA-doelstellingen om gebruikersrechten te versterken en de macht van dominante digitale diensten te reguleren.
“Wij zetten ons in voor strengere regulering, open standaarden, transparantie over algoritmes en een sterkere positie voor consumenten, werknemers en kleinere ondernemers in de digitale economie.”
“We stoppen de uitholling van consumentenrechten in de digitale wereld. Wanneer je online een product koopt, ben je de eigenaar van dat product.”
De SP wil dat consumenten bij digitale diensten dezelfde bescherming krijgen als bij fysieke producten, en dat misbruik door abonnementsdiensten en dataverzameling wordt aangepakt. Dit raakt direct aan de consumentenbeschermingsaspecten van de Digitaledienstenverordening.
“Consumentenbescherming geldt ook voor digitale producten. We stoppen de uitholling van consumentenrechten in de digitale wereld. Wanneer je online een product koopt, ben je de eigenaar van dat product. We maken een einde aan geplande veroudering en zetten in op duurzaamheid, ook digitaal. We stellen strengere regulering op voor de wildgroei van abonnementsdiensten (software as a service) die consumenten afhankelijk maakt van techbedrijven.”
De VVD noemt de Digitaledienstenverordening (Digital Services Act, DSA) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete beleidsvoorstellen die direct verwijzen naar deze Europese regelgeving. Wel pleit de partij voor strengere online handhaving, snellere verwijdering van illegale content en meer bevoegdheden voor toezichthouders en burgemeesters, wat aansluit bij de doelen van de DSA. De nadruk ligt op het vergroten van online veiligheid en het aanpakken van schadelijke en strafbare content op digitale platforms.
De VVD wil dat online platforms sneller en strenger optreden tegen strafbare en schadelijke content, met hogere boetes bij niet-naleving. Dit sluit aan bij de kern van de Digitaledienstenverordening, die platforms verplicht tot snelle verwijdering van illegale inhoud en versterkt toezicht.
“Terroristische en andere strafbare content dient altijd binnen één uur na een bevel van de toezichthouder offline te zijn gehaald. Platforms die hier niet aan voldoen krijgen hogere boetes.”
“Wat offline niet mag, staan we ook online niet toe: Het delen van content van gedragingen die in de fysieke wereld strafbaar zijn, zoals bijvoorbeeld dierenmishandeling, staan we online ook niet toe. We onderzoeken of we deze content kunnen verbieden en verwijderen.”
“Om verstoringen van de openbare orde te voorkomen en te beperken, krijgen burgemeesters de bevoegdheid om relschoppers die online oproepen plaatsen om te gaan rellen het bevel te geven om hun berichten te verwijderen.”
De VVD pleit voor meer bevoegdheden voor toezichthouders en samenwerking tussen publieke en private partijen om online misstanden aan te pakken. Dit raakt aan de handhavings- en samenwerkingsaspecten van de Digitaledienstenverordening.
“We versterken de integrale aanpak van online fraude met meer mogelijkheden voor publiek-private samenwerking om het te voorkomen, terug te dringen en om slachtoffers te ondersteunen bij het verhalen van hun schade.”
D66 steunt stevige handhaving van Europese regels voor digitale diensten en wil de macht van grote techbedrijven beperken om burgers beter te beschermen. Ze pleiten voor sterke toezichthouders, digitale autonomie en het afdwingen van verantwoordelijk gedrag bij platforms, in lijn met de Europese Digitaledienstenverordening (DSA).
D66 vindt dat Europese regels, zoals de Digitaledienstenverordening, krachtig moeten worden gehandhaafd om burgers te beschermen tegen schadelijke effecten van grote techbedrijven. Ze willen dat toezichthouders voldoende capaciteit krijgen om deze regels daadwerkelijk af te dwingen en zo digitale autonomie en publieke waarden te waarborgen.
“We kiezen voor Europese oplossingen en stevige handhaving van Europese regels.”
“Waar we die autonomie nog niet hebben, beschermen sterke toezichthouders mensen en maatschappij tegen de schadelijke effecten van de verdienmodellen van grote techbedrijven. We zorgen dat deze toezichthouders genoeg capaciteit hebben om sterk te handhaven.”
D66 wil dat techbedrijven en sociale mediaplatforms verantwoordelijk worden gehouden voor het niet naleven van regels, zoals het verwijderen van nepbeelden en het tegengaan van online haat. Dit sluit aan bij de eisen van de Digitaledienstenverordening over platformverantwoordelijkheid.
“We versterken het toezicht hierop en stellen bedrijven aansprakelijk als zij in gebreke blijven.”
NSC steunt de Europese Digitaledienstenverordening (DSA) als onderdeel van het vereenvoudigen van digitale wetgeving, mits dit niet ten koste gaat van privacy en menselijke waardigheid. Ze pleiten voor strenge handhaving op bestaande regels en willen de macht van grote technologiebedrijven beperken om burgers beter te beschermen tegen misbruik van digitale diensten.
NSC ziet de Digitaledienstenverordening als een nuttig instrument om digitale wetgeving te vereenvoudigen en de positie van burgers te beschermen. Tegelijkertijd benadrukken ze dat privacy en menselijke waardigheid niet mogen worden opgeofferd aan economische belangen. Strenge handhaving op bestaande regels is noodzakelijk om burgers te beschermen tegen de macht van grote technologiebedrijven.
“We steunen de vereenvoudiging van digitale wetgeving in de EU, zoals de AI-verordening, om bureaucratie te schrappen en het Europees verdienvermogen te versterken. Dit mag geen afbreuk doen aan de bescherming van privacy en menselijke waardigheid van burgers.”
“De macht van de grote technologiebedrijven wordt steeds groter, ten koste van de rechten van mensen. Digitalisering biedt kansen, maar we moeten onze samenleving beschermen tegen de keerzijden hiervan, zoals cybercrime, deepfakes en privacyschendingen.”
“Er moet strengere handhaving zijn op de bestaande regels.”
BBB noemt de Digitaledienstenverordening (Digital Services Act, DSA) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar verwijst wel naar Europese digitale wetgeving en de noodzaak van uniforme, duidelijke regels zonder nationale koppen. De partij pleit voor privacybescherming, digitale soevereiniteit en het beperken van de macht van grote techbedrijven, met nadruk op het implementeren van Europese regels zoals bedoeld, zonder extra nationale eisen.
BBB wil Europese digitale regelgeving, zoals de Digitaledienstenverordening, direct en zonder extra nationale eisen omzetten in Nederlandse wetgeving. Dit moet zorgen voor duidelijkheid, minder bureaucratie en een gelijk speelveld voor bedrijven, terwijl de privacy en digitale rechten van burgers worden beschermd.
“Duidelijke wetgeving. Europese wetgeving zoals de NIS2 wordt zonder nationale koppen omgezet naar Nederlandse wetgeving.”
BBB benadrukt het belang van het verminderen van afhankelijkheid van grote internationale techbedrijven en het beschermen van publieke waarden in het digitale domein. Dit sluit aan bij de doelstellingen van de Digitaledienstenverordening om de macht van platforms te reguleren en gebruikersrechten te waarborgen.
“BBB erkent ook de noodzaak om de monopoliepositie van big tech te bekritiseren en een strategisch leveranciersbeleid te voeren om afhankelijkheid te verminderen.”
GroenLinks-PvdA steunt Europese regelgeving zoals de Digital Services Act (Digitaledienstenverordening) om online haat, desinformatie en misbruik effectiever aan te pakken en de macht van grote techbedrijven te beperken. Ze pleiten voor strengere handhaving, meer publieke controle en aanvullende maatregelen op Europees niveau om gebruikersrechten, privacy en een gezonde digitale publieke ruimte te waarborgen.
GroenLinks-PvdA wil dat de Digital Services Act (Digitaledienstenverordening) wordt aangescherpt en snel wordt opgevolgd om online haat, desinformatie en misbruik effectiever te bestrijden. Ze zien Europese samenwerking als essentieel om de macht van grote techbedrijven te reguleren en gebruikers beter te beschermen.
“In Europa geven we snel een vervolg op de Digital Services Act, zodat we online haat beter kunnen bestrijden.”
De partij benadrukt het belang van publieke controle op digitale diensten en het doorbreken van het verdienmodel van grote techbedrijven, mede door Europese regelgeving. Ze willen gepersonaliseerde content en online tracking op Europees niveau verbieden om privacy en autonomie te beschermen.
“We doorbreken het verdienmodel hierachter door een verbod op Europees niveau van gepersonaliseerde content en online tracking.”
Volt steunt de Europese Digital Services Act (DSA, oftewel digitaledienstenverordening) volledig en wil dat Nederland zich actief inzet voor de handhaving ervan binnen de EU. Hun belangrijkste voorstel is om strikte naleving en handhaving van deze Europese regels te waarborgen, zodat online platformen verantwoordelijk worden gehouden voor privacy, desinformatie en eerlijke concurrentie.
Volt beschouwt de Digital Services Act als essentieel voor het reguleren van digitale diensten en het beschermen van fundamentele rechten online. Ze willen dat Nederland niet alleen de DSA implementeert, maar ook een voortrekkersrol speelt in de handhaving ervan binnen de Europese Commissie. Dit moet zorgen voor meer transparantie, verantwoordelijkheid en bescherming van gebruikers op digitale platforms.
“Volt staat volledig achter de Digital Markets Act (DMA) en de Digital Services Act (DSA) en wil dat Nederland zich actief opstelt bij de handhaving hiervan binnen de Europese Commissie.”
“Volt vindt dat online platformen die in de EU actief zijn, zich aan onze spelregels moeten houden. Daarom wil Volt inzetten op strikte handhaving van de Europese regels voor privacy, desinformatie en concurrentie.”
Het CDA wil strengere handhaving en aanscherping van de Digitaledienstenverordening (DSA) om platforms te dwingen meer te doen tegen desinformatie en schadelijke content. Ze pleiten voor het tijdelijk uit de lucht halen van websites bij grove overtredingen en standaard privacyvriendelijke instellingen bij techbedrijven.
Het CDA vindt dat de huidige Digitaledienstenverordening (DSA) niet ver genoeg gaat in het aanpakken van desinformatie en schadelijke content op online platforms. Ze willen dat Nederland zich inzet voor strengere regels en handhaving, inclusief het (tijdelijk) offline halen van platforms bij ernstige overtredingen. Dit moet bijdragen aan een veiliger digitaal domein en betere bescherming van gebruikers.
“We bestraffen platforms die zich niet aan de regels houden. Bij herhaalde en grove schending willen we dat websites en platforms (tijdelijk) uit de lucht worden gehaald. Naast strenge handhaving moet Nederland initiatief nemen voor aanscherping van de DSA, waarmee we platforms als Telegram en X dwingen meer te doen om desinformatie en schadelijke of zelfs criminele content te weren. Techbedrijven worden verplicht om standaard de veiligste en meest privacy-vriendelijke instellingen te gebruiken.”
De SGP is kritisch over Europese digitale regelgeving en waarschuwt voor het risico dat de Digitaledienstenverordening (DSA) kan leiden tot digitale censuur van klassiek-christelijke opvattingen. De partij pleit voor het beschermen van de vrijheid van meningsuiting en wil voorkomen dat Europese regels worden ingezet om bepaalde meningen te onderdrukken.
De SGP vreest dat de Digitaledienstenverordening kan worden gebruikt om klassiek-christelijke standpunten te censureren, vooral op het gebied van huwelijk en bescherming van het (ongeboren) leven. Zij benadrukken het belang van vrijheid van meningsuiting en zijn tegen subjectieve interpretaties van hatespeech door de EU.
“De SGP waakt ervoor dat digitale controle vanuit de EU omgezet wordt in digitale censuur van klassiek-christelijke opvattingen, zoals op het terrein van het huwelijk en de bescherming van het (ongeboren) leven. Subjectieve interpretaties van de definitie van hatespeech rukken steeds sneller op. In plaats dat de EU dit faciliteert, zou zij de vrijheid van meningsuiting moeten versterken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma