FVD stelt digitale soevereiniteit centraal als het recht van Nederland en haar burgers om zelf controle te houden over digitale infrastructuur, privacy en data, zonder inmenging van de EU of Big Tech. Ze verzetten zich krachtig tegen Europese digitale identiteiten, de Digitale Euro (CBDC), en centrale controlemechanismen, en pleiten voor wettelijke bescherming van privacy, anonimiteit en het recht op cash. Hun visie is dat digitale innovatie hand in hand moet gaan met maximale individuele vrijheid en nationale zeggenschap.
FVD ziet Europese digitale identiteiten en de Digitale Euro als instrumenten voor centrale controle die de nationale en individuele soevereiniteit ondermijnen. Ze willen dat Nederland zich hier ondubbelzinnig tegen verzet en pleiten voor behoud van een eigen munt, privacy en economische onafhankelijkheid.
“We verzetten ons altijd tegen de invoering van een digitale euro of welke Central Bank Digital Currency dan ook, zodat vrijheid en privacy behouden blijven.”
“We accepteren geen Europese Digitale Identiteit.”
“Onze vrijheid, privacy en economische onafhankelijkheid mogen nooit worden opgeofferd aan de drang naar macht en centralisatie uit Brussel.”
“We verzetten ons tegen de Digitale Euro (CBDC) en andere systemen die onze vrijheid beperken.”
FVD wil dat digitale communicatie onder het briefgeheim valt, anonimiteit op internet wordt gegarandeerd, en dat er geen biometrische registratie van internetgebruikers plaatsvindt. Dit moet burgers beschermen tegen toezicht, censuur en machtsmisbruik door overheid en bedrijven.
“Het briefgeheim, zoals vastgelegd in artikel 13 van de Grondwet, gaat ook gelden voor digitale communicatie, zodat e-mails en berichten dezelfde bescherming genieten als briefpost en telefoongesprekken.”
“We maken anonimiteit de norm. We verzetten ons tegen verplichte identiteitskoppeling aan accounts, zodat iedereen zonder angst kennis kan vergaren en meningen kan uiten.”
“We weigeren voorstellen om biometrische data van internetgebruikers op te slaan, zodat anonimiteit online gewaarborgd blijft.”
FVD beschouwt het behoud van contant geld als essentieel voor individuele vrijheid en privacy, en verzet zich tegen limieten op cashtransacties en verplichtingen tot digitale identificatie bij financiële diensten.
“We maken het wettelijk verplicht dat cash overal wordt geaccepteerd, zodat contant geld nooit kan verdwijnen.”
“We verplichten banken om stortingen en opnames van contant geld altijd kosteloos en zonder beperkingen te faciliteren, zodat burgers vrij over hun eigen geld beschikken.”
“We schaffen de €3.000-limiet per contante transactie af en geven burgers het recht terug om onbeperkt cash op zak te houden.”
FVD wil dat Nederland volledige controle houdt over digitale wetgeving en infrastructuur, zonder automatische doorwerking van internationale of EU-regels, om zo digitale soevereiniteit te waarborgen.
D66 streeft naar digitale soevereiniteit door Nederland en Europa minder afhankelijk te maken van grote buitenlandse techbedrijven en door burgers meer controle te geven over hun eigen data. Ze willen investeren in een sterke Europese techsector, kiezen voor Europese oplossingen en stellen een bewindspersoon aan om digitale onafhankelijkheid te bevorderen. De kern van hun visie is dat digitale autonomie essentieel is voor veiligheid, democratie en economische kracht.
D66 wil de afhankelijkheid van buitenlandse (met name Amerikaanse en Chinese) techbedrijven verminderen door te investeren in Europese alternatieven en een sterke nationale en Europese ICT-sector. Dit moet de digitale autonomie van Nederland en Europa waarborgen en beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloeden.
“We zorgen voor digitale onafhankelijkheid, van de cloud en infrastructuur tot apps en algoritmes. We kiezen voor Europese oplossingen en stevige handhaving van Europese regels.”
“Een bewindspersoon voor Technologie en Innovatie krijgt onder meer de taak om het Rijk en publieke sectoren los te maken van grote techbedrijven uit Amerika en China.”
“We kiezen voor Europese alternatieven en helpen vanuit de overheid door als eerste klant (launching customer) om producten op de markt te brengen.”
“D66 zet vol in op een sterke nationale en Europese ICT-sector. We maken onze positie in de halfgeleiderindustrie nog sterker: dat is de productie van bijvoorbeeld computerchips. We investeren in innovatieve start-ups en scale-ups in software.”
D66 vindt dat burgers zelf de regie moeten krijgen over hun online leven en data. Digitale autonomie wordt gezien als een mensenrecht en als voorwaarde voor een vrije, veilige en democratische samenleving.
D66 wil dat Europa fors investeert in eigen digitale technologie, infrastructuur en publieke goederen om strategische zelfstandigheid te bereiken en digitale soevereiniteit te versterken.
“Onze gezamenlijke groene en digitale toekomst vraagt om gerichte investeringen in publieke goederen, zoals eigen digitale technologie, infrastructuur en elektriciteitsnetten.”
“Europa is wakker geschud: we zullen een eigen Europese techindustrie moeten bouwen, die goed is voor de maatschappij in plaats van die te verstoren.”
BVNL stelt digitale soevereiniteit centraal door zich krachtig te verzetten tegen Europese en internationale digitale controle, en door te pleiten voor maximale nationale zeggenschap over digitale infrastructuur, privacy en technologie. De partij wil geen Europese digitale identiteit, geen programmeerbaar geld (zoals de digitale euro of CBDC), en waarborgt privacy en vrijheid van meningsuiting online. BVNL kiest voor een digitale samenleving waarin burgers zelfbeschikking behouden en de overheid terughoudend is met digitale controle.
BVNL verzet zich expliciet tegen de invoering van een Digitale Europese Identiteit, Digitale Euro en andere vormen van supranationale digitale controle. Dit standpunt is direct gekoppeld aan het waarborgen van nationale digitale soevereiniteit en het beschermen van de privacy en autonomie van Nederlandse burgers.
“Daarom willen we geen Digitale Europese Identiteit, geen Digitale Euro, geen Central Bank Digital Currency, geen monitoring van financiële transacties boven de honderd euro en het behoud van cash geld.”
De partij benadrukt dat Nederland zelf zeggenschap moet houden over digitale infrastructuur, privacywetgeving en technologische innovatie. BVNL wil voorkomen dat supranationale organisaties als de EU, WHO of VN invloed krijgen op Nederlandse digitale soevereiniteit.
BVNL wijst programmeerbaar geld en de Central Bank Digital Currency (CBDC) expliciet af, omdat dit de digitale soevereiniteit en privacy van burgers bedreigt. De partij ziet deze vormen van digitaal geld als instrumenten van centrale controle die niet passen bij een vrije en soevereine digitale samenleving.
“De overheid zal geen medewerking verlenen aan het invoeren van programmeerbaar geld. Er komt geen Central Bank Digital Currency (CBDC).”
BVNL koppelt digitale soevereiniteit aan het beschermen van privacy en vrijheid van meningsuiting online. De partij wil geen digitale censuur, geen identificatieplicht op sociale media, en verzet zich tegen overheidsmonitoring en profilering van burgers.
“De overheid mag geen digitale censuur plegen.”
“Er komt geen identificatieplicht voor het gebruik van social media.”
“De overheid stopt met ongeremde informatieverzameling over burgers en het samenstellen van profielen van burgers (met bijvoorbeeld het programma Palentir e.d.).”
Het CDA wil de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa versterken door minder afhankelijk te worden van Big Tech buiten Europa en te investeren in eigen digitale infrastructuur, zoals Europese cloud-toepassingen en chipproductie. Ze pleiten voor meer digitale autonomie, strenge handhaving van regels voor techbedrijven, en het stimuleren van Europese sleuteltechnologieën. De kern van hun visie is dat digitale onafhankelijkheid essentieel is voor economische, geopolitieke en maatschappelijke weerbaarheid.
Het CDA ziet de afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven als een risico voor de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa. Ze willen investeren in eigen cloud-toepassingen, chipsector en datacentra om de controle over cruciale digitale infrastructuur te vergroten en strategische autonomie te waarborgen.
“We willen minder afhankelijk worden van Big Tech buiten Europa. Daarom investeren we in digitale autonomie, bijvoorbeeld door als Europa eigen cloud-toepassingen te maken, en met gelijkgestemde landen te bouwen aan de versterking van de Europese chipsector.”
“Daarnaast fungeert de landelijke overheid als voorloper in de transitie naar de eigen cloud-toepassing en ondersteunt het lagere overheden om ook deze transitie door te voeren.”
“We stimuleren de ontwikkeling van chipproductie en -ontwerp met gelijkgestemde Europese landen. Ook dragen we actief bij aan de daadwerkelijke productie van geavanceerde chips in Nederland of Europa.”
“We stimuleren doorontwikkeling van het Nederlands ‘large language-model’ GPT-NL als basis voor AI. Ook stimuleren we de bouw van Europees-autonome datacentra.”
Het CDA wil de digitale soevereiniteit versterken door buitenlandse platforms die zich niet aan Europese regels houden strenger te bestraffen, inclusief het (tijdelijk) uit de lucht halen van websites bij grove schendingen. Ze pleiten voor aanscherping van Europese wetgeving om meer controle te krijgen over digitale informatievoorziening en veiligheid.
“We bestraffen platforms die zich niet aan de regels houden. Bij herhaalde en grove schending willen we dat websites en platforms (tijdelijk) uit de lucht worden gehaald.”
“Naast strenge handhaving moet Nederland initiatief nemen voor aanscherping van de DSA, waarmee we platforms als Telegram en X dwingen meer te doen om desinformatie en schadelijke of zelfs criminele content te weren.”
Het CDA wil essentiële Nederlandse en Europese bedrijven beschermen tegen beperkingen en inmenging van buiten Europa, zoals exportbeperkingen vanuit de VS en China, om de strategische autonomie te waarborgen.
“We beschermen essentiële bedrijven tegen beperkingen die deze krijgen opgelegd door landen buiten Europa, zoals exportbeperkingen vanuit de VS en China.”
GroenLinks-PvdA wil de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa versterken door minder afhankelijk te zijn van Amerikaanse en Chinese technologie, en door te investeren in Europese digitale infrastructuur en industrie. Ze pleiten voor publieke controle over digitale diensten, het stimuleren van Europese alternatieven en het opslaan van data op Europees grondgebied. Hun kernvisie is dat digitale autonomie essentieel is voor democratie, veiligheid en economische onafhankelijkheid.
GroenLinks-PvdA ziet de afhankelijkheid van buitenlandse (met name Amerikaanse en Chinese) techbedrijven als een risico voor de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa. Ze willen daarom investeren in Europese alternatieven, data-opslag op Europees grondgebied en een risico-gedreven aanpak voor de hele technologische keten. Dit moet leiden tot meer controle over digitale infrastructuur en minder kwetsbaarheid voor buitenlandse invloeden.
“Nederland kent veel innovatieve ICT-bedrijven, maar is toch afhankelijk van Amerikaanse en Chinese leveranciers. Samen met Europese partners maken we haast met het bouwen van Europese alternatieven en het stallen van data op Europees grondgebied.”
“Voor het stellen van prioriteiten in het bouwen aan digitale autonomie, kiezen we een risico-gedreven aanpak, waarbij we de gehele technologiestack in samenhang benaderen.”
“De Rijksoverheid investeert als grootste IT-afnemer van het land in Europese digitale diensten.”
“Europa is te afhankelijk van Amerikaanse tech-giganten. We bouwen hun macht af door te investeren in Europese digitale infrastructuur, een eigen Cloud en veilige AI.”
De partij wil publieke controle over digitale diensten en het beperken van de invloed van buitenlandse techbedrijven op de Nederlandse samenleving. Dit is nodig om democratische waarden, privacy en autonomie te beschermen tegen commerciële en buitenlandse belangen.
“In een democratie moeten mensen zich vrij en veilig kunnen uitspreken, zonder dat het gesprek gestuurd wordt door onzichtbare algoritmes of de politieke agenda van buitenlandse techmiljardairs.”
“We pleiten voor het opknippen van Big Tech en een heffing op niet-Europese Big Tech-bedrijven.”
GroenLinks-PvdA wil de ontwikkeling van opensourcesoftware en -hardware stimuleren via aanbestedingen en subsidies, zodat de controle over technologie en data niet bij buitenlandse partijen ligt. Dit draagt bij aan digitale soevereiniteit door transparantie en onafhankelijkheid te vergroten.
“Door middel van aanbestedingen en subsidies ondersteunen we de ontwikkeling van betrouwbare opensourcesoftware en -hardware met broncodes die iedereen kan controleren.”
NSC pleit voor het vergroten van de digitale soevereiniteit van Nederland door minder afhankelijk te worden van buitenlandse technologie, vooral Amerikaanse cloudproviders, en door gevoelige data lokaal of Europees op te slaan. Ze willen digitale autonomie centraal stellen bij ICT-aanbestedingen, investeren in Europese technologie, en de controle over kritieke digitale infrastructuur versterken. De partij ziet digitale soevereiniteit als essentieel voor nationale veiligheid, privacy en democratische controle.
NSC beschouwt de huidige afhankelijkheid van Amerikaanse technologie als een risico voor de digitale soevereiniteit en nationale veiligheid. Ze willen deze afhankelijkheid verminderen door meer gebruik te maken van lokale en Europese oplossingen, en door digitale autonomie zwaarder te laten meewegen bij overheidsaanbestedingen.
“De risicovolle afhankelijkheid van de Nederlandse overheid van de Amerikaanse cloud moet daarom met spoed worden afgebouwd. In ICT-aanbestedingen moet onze digitale autonomie zwaarder meewegen. Er moet meer gebruik worden gemaakt van lokale en Europese (cloud)oplossingen, in lijn met de voorstellen uit onze initiatiefnota ‘Wolken aan de horizon’.”
“Nederland is nu te afhankelijk van Amerikaanse technologie. Voor onze weerbaarheid is het noodzakelijk dat we een hogere mate van digitale autonomie bereiken, vooral op cruciale onderdelen als cloud-infrastructuur.”
Om digitale soevereiniteit te waarborgen, wil NSC dat gevoelige overheidsdata zoveel mogelijk lokaal worden opgeslagen en dat de overheid precies weet waar de digitale infrastructuur zich bevindt en wie de eigenaar is. Dit moet voorkomen dat buitenlandse partijen toegang krijgen tot cruciale Nederlandse data.
“Gevoelige overheidsdata worden zo veel mogelijk lokaal opgeslagen. Voor het delen en verhandelen van deze data tussen verschillende overheidsorganisaties moeten strenge regels gelden.”
“Om onze overheidsgegevens beter te beschermen, moet de overheid weten waar de digitale infrastructuur staat, wie de eigenaar is en hoe data worden beveiligd – en hierop ook toezicht houden.”
NSC wil voorkomen dat Nederlandse data worden gebruikt door buitenlandse techreuzen voor het trainen van AI-modellen. Ze pleiten daarom voor het gebruik van soevereine of lokaal draaiende AI-toepassingen binnen de overheid, om controle en privacy te waarborgen.
“De overheid moet wanneer het nuttig is zeker gebruik maken van AI-toepassingen, maar hierbij omwille van de veiligheid en privacy bij voorkeur kiezen voor soevereine of lokaal draaiende AI-modellen.”
NSC ziet het versterken van de Europese digitale markt en technologie als een manier om digitale soevereiniteit te vergroten. Ze ondersteunen initiatieven voor Europese cloudtechnologie en investeren in eigen AI-faciliteiten.
“We moeten de digitale markt versterken in Nederland en in Europa, zeker wat betreft de onderdelen waar we een zwakkere positie hebben, zoals cloudtechnologie. We ondersteunen het EuroStack initiatief om meer Europese digitale technologie te ontwikkelen.”
“Er wordt een Nederlandse AI-faciliteit in Groningen gebouwd. Dit moet leiden tot een ecosysteem waarop bedrijfsleven, wetenschap en overheid zo zijn aangesloten dat het bijdraagt aan de brede welvaart van de regio. We ondersteunen daarnaast de ontwikkeling van GPT-NL als Nederlands taalmodel.”
Volt pleit voor versterking van digitale soevereiniteit door Nederland en de EU minder afhankelijk te maken van niet-Europese technologie, met nadruk op open source, Europese alternatieven en transparantie. Ze willen dat de overheid voor vitale infrastructuur overstapt op EU-technologie, afhankelijkheden inzichtelijk maakt en Europese waarden als privacy en zeggenschap waarborgt. Concrete maatregelen zijn onder meer een ‘Koop binnen de EU’-beleid, een Digital Sovereignty Score en het stimuleren van een Europees technologie-ecosysteem.
Volt wil dat de overheid haar digitale infrastructuur volledig baseert op Europese alternatieven en open source, om afhankelijkheid van grote niet-Europese techbedrijven te verminderen. Dit moet digitale soevereiniteit waarborgen en de controle over publieke data en infrastructuur terugbrengen naar Europa.
“De overheid geeft het goede voorbeeld en is in 2030 volledig overgestapt op EU-alternatieven voor haar digitale infrastructuur. De Nederlandse overheid streeft scherpe en haalbare ambities na, zoals de plannen van Denemarken, om van Microsoft producten over te stappen naar open source software. Overheidsdata en publieke infrastructuur moeten niet langer draaien op commerciële platforms zoals Microsoft, Amazon of Google.”
“We voeren een ‘Koop binnen de EU’-beleid in voor de aankoop van alle digitale diensten en producten ten behoeve van de vitale infrastructuur en processen.”
“Interne expertise binnen de overheid moet haar afhankelijkheid van leveranciers en vitale bedrijven verminderen. De overheid kan het gebruik van open source en open standaarden mogelijk maken en stimuleren.”
Volt wil digitale afhankelijkheid van niet-EU-technologieën inzichtelijk en meetbaar maken via een jaarlijkse Digital Sovereignty Score. Dit stimuleert beleid gericht op digitale autonomie en maakt afhankelijkheden van publieke diensten zichtbaar.
“Met de Digital Sovereignty Score maken we de digitale afhankelijkheid van overheden inzichtelijk. Door jaarlijks te rapporteren in hoeverre publieke diensten afhankelijk zijn van niet-EU-technologie (zoals cloudinfrastructuur of software) en welke stappen zij zetten naar open source en Europese alternatieven, maken we digitale autonomie concreet en meetbaar.”
Volt wil investeren in een sterk Europees technologie-ecosysteem (EuroStack) en het kennisniveau over digitale autonomie verhogen, zodat Nederland en de EU minder kwetsbaar zijn voor buitenlandse afhankelijkheden.
“Volt streeft naar een innovatieve, digitale en rechtvaardige samenleving en zet daarom vol in op Europese digitale autonomie. Onder andere het Draghi-rapport, de reflecties over digitale soevereiniteit van Moerel en Timmers en het initiatief rond de EuroStack bieden hiervoor de mogelijkheden.”
“Nederland moet net als alle EU-lidstaten zelfstandig in staat zijn de impact van afhankelijkheden in de IT-levenssfeer op waarde in te schatten en te begrijpen. Daarvoor moeten we het beoogde kennisniveau op het gebied van digitale autonomie verhogen binnen de overheid en de private sector.”
Volt benadrukt dat Europese waarden als transparantie, zeggenschap en digitale soevereiniteit leidend moeten zijn bij digitalisering van de overheid, om controle en publieke belangen te waarborgen.
“Europese waarden zijn leidend bij overheidsdigitalisering, zodat transparantie, zeggenschap en digitale soevereiniteit gewaarborgd blijven.”
BBB ziet digitale soevereiniteit als essentieel voor nationale veiligheid, autonomie en bescherming van privacy. De partij wil vitale digitale infrastructuur en data zoveel mogelijk in Nederlandse of Europese handen houden, afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven verminderen, en kiest voor open source en Nederlandse bedrijven bij digitaliseringsprojecten. BBB benadrukt strategische zelfredzaamheid en wil publieke controle behouden over digitale kernvoorzieningen.
BBB vindt dat de digitale ruggengraat van Nederland niet mag worden uitgeleverd aan internationale techreuzen of buitenlandse cloudleveranciers. Dit is om strategische kwetsbaarheid te voorkomen en nationale autonomie te waarborgen.
“Vitale infrastructuur in eigen beheer. Publieke en vitale digitale netwerken blijven zoveel mogelijk in bezit van Nederlandse of Europese bedrijven of samenwerkingsverbanden.”
“We zijn er gezamenlijk steeds afhankelijker van geworden. Dit kan strategisch kwetsbaar zijn. Daarom moeten we voorkomen dat onze digitale infrastructuur volledig uitgeleverd wordt aan internationale techreuzen of buitenlandse cloudleveranciers.”
BBB wil dat privacygevoelige en overheidsdata uitsluitend worden opgeslagen bij Nederlandse of Europese partijen die aan de hoogste beveiligingsnormen voldoen. Dit moet de privacy en zeggenschap van burgers beschermen tegen buitenlandse inmenging.
“Overheidsdata en privacygevoelige informatie worden opgeslagen bij Nederlandse of Europese partijen die de hoogste beveiligingsnormen hanteren.”
Om digitale soevereiniteit te versterken, wil BBB de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers stap voor stap verminderen en de zelfredzaamheid vergroten.
“Afhankelijkheid van buitenlandse cloud en software leveranciers wordt waar mogelijk stap voor stap afgebouwd.”
BBB wil dat de overheid als “launching customer” kiest voor innovatieve Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij digitaliseringsprojecten, en standaard open source software en open standaarden gebruikt.
“De overheid kiest als 'launching customer' actief voor innovatieve Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij digitaliseringsprojecten.”
“Nieuwe overheidsprojecten maken waar mogelijk gebruik van open sourcesoftware en open standaarden om kosten te drukken en applicaties inzetbaar te maken op meerdere overheidslagen.”
De ChristenUnie vindt digitale soevereiniteit essentieel om Nederland en Europa minder afhankelijk te maken van grote, vooral niet-Europese, techbedrijven en om de controle over data, digitale infrastructuur en essentiële digitale diensten te behouden. Ze pleiten voor het gebruik van Europese of open source alternatieven, het versterken van strategische autonomie op digitaal gebied, en het kritisch beoordelen van Europese digitale initiatieven zoals de eID en de digitale euro. De partij wil zo privacy, veiligheid en democratische controle waarborgen in een steeds digitalere samenleving.
De ChristenUnie wil dat de overheid niet afhankelijk wordt van niet-Europese techbedrijven en stimuleert het gebruik van Europese alternatieven of open source oplossingen. Dit moet de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa versterken en de grip op data en digitale infrastructuur vergroten.
“De overheid zorgt ervoor dat ze zelf niet afhankelijk wordt van niet-Europese techbedrijven, door zo veel mogelijk gebruik te maken van Europese alternatieven of open source oplossingen.”
“We willen dat Nederland (en Europa) minder afhankelijk wordt van anderen waar het gaat om essentiële producten zoals grondstoffen, basisproducten, digitale diensten (incl. onafhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen), voedsel en energie.”
De partij benadrukt het belang van strategische autonomie op Europees niveau, specifiek voor digitale diensten en infrastructuur. Dit betekent investeren in eigen Europese productie en technologie om geopolitieke afhankelijkheden te verminderen.
“In deze tijd met geopolitiek schuivende panelen is strategische autonomie op Europees niveau cruciaal. We willen dat Nederland (en Europa) minder afhankelijk wordt van anderen waar het gaat om essentiële producten zoals ... digitale diensten (incl. onafhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen)...”
“Om minder afhankelijk te worden van internationale productie, stimuleren we productie op het Europese continent.”
De ChristenUnie is kritisch over Europese digitale initiatieven die de soevereiniteit of privacy van burgers kunnen aantasten, zoals de Europese Digitale Identiteit (eID) en de digitale euro. Ze eisen vrijwilligheid, transparantie en privacywaarborgen.
“De ChristenUnie is kritisch op de ontwikkelingen rondom de Europese Digitale Identiteit (eID). Als er een eID komt, moet dit vrijwillig, transparant en privacy-proof zijn. Er komt geen Europees Burgerservicenummer.”
“Het huidige voorstel voor een digitale euro is een oplossing op zoek naar een probleem, waar de ChristenUnie vooral bezwaren tegen heeft (bijvoorbeeld als het gaat om privacywaarborgen).”
De SGP pleit voor versterking van de digitale soevereiniteit van Nederland door minder afhankelijk te zijn van buitenlandse technologie en platforms, en door het eigenaarschap van data bij burgers te leggen. Ze willen investeren in eigen technologische capaciteit, strenge regels voor data en AI, en zijn kritisch op Europese digitale integratie zoals de digitale euro en het Europees digitaal paspoort.
De SGP wil dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse (vooral Amerikaanse en Chinese) technologie en platforms. Ze pleiten voor investeringen in eigen technologische productie en het stellen van het Nederlands belang boven het Europese belang, om zo de digitale autonomie te vergroten.
“Nederland heeft meer technologische soevereiniteit nodig. De SGP wil daarom investeren in regionale productiecapaciteit voor nieuwe technologieën zoals een AI-fabriek in Groningen, waarbij het Nederlands belang prevaleert boven Europees belang.”
“Nederland moet ook zelf investeren in kunstmatige intelligentie om te voorkomen dat China en de VS alle touwtjes in handen krijgen.”
De SGP verzet zich tegen verdere digitalisering op Europees niveau, zoals de invoering van een digitale euro en een Europees digitaal paspoort, omdat dit de nationale soevereiniteit en privacy zou ondermijnen.
De SGP vindt dat burgers zelf zeggenschap moeten hebben over hun data, in plaats van bedrijven of overheden. Dit draagt bij aan digitale soevereiniteit door de controle over persoonlijke informatie bij de burger te houden.
“De SGP wil toe naar zoveel mogelijk ‘individueel eigenaarschap’ van data. Niet de autofabrikant en het energiebedrijf, maar de auto- en de woningbezitter moeten bepalen wat er met ‘hun’ data gebeurt.”
Om technologische controle te behouden, wil de SGP strengere regels voor de verkoop van risicovolle AI-systemen aan het buitenland.
“De regels voor verkoop van riskante AI-systemen aan buitenlandse partijen moeten aangescherpt worden.”
De Partij voor de Dieren pleit voor digitale soevereiniteit door publieke regie over technologie, het doorbreken van de macht van Big Tech, en het stimuleren van open, veilige digitale infrastructuur. Ze willen dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse techbedrijven, data zoveel mogelijk in Europa blijft, en burgers zeggenschap houden over hun eigen gegevens. Concrete voorstellen zijn onder meer het investeren in open source alternatieven, het wettelijk recht op eigen data, en het beperken van buitenlandse invloed op digitale systemen.
De PvdD wil digitale soevereiniteit bereiken door technologie onder publieke controle te brengen en de afhankelijkheid van grote, vaak buitenlandse, techbedrijven te verminderen. Dit moet de democratische controle, burgerrechten en nationale autonomie versterken.
“De Partij voor de Dieren kiest voor digitale soevereiniteit en publieke regie. Technologie moet transparant, controleerbaar en dienstbaar zijn aan mens, dier, natuur en democratie, nooit aan winst of macht. We investeren in open en veilige digitale infrastructuur, verminderen onze afhankelijkheid van Big Tech en zorgen altijd voor een analoge terugvaloptie bij vitale systemen.”
“We doorbreken de dominantie van Big Tech. Techreuzen ondermijnen de democratische rechtsstaat, publieke controle en nationale soevereiniteit. We stellen grenzen aan de macht van deze bedrijven, versterken publieke alternatieven en voorkomen dat Europese IT-wetgeving via lobby of juridische trucs wordt uitgehold.”
Om digitale soevereiniteit te waarborgen, wil de PvdD dat de overheid overstapt op open standaarden, open-sourcesoftware en Europese alternatieven, vooral in de publieke sector. Dit verkleint de afhankelijkheid van buitenlandse commerciële partijen en vergroot de controle over digitale infrastructuur.
“De overheid gaat open standaarden, open-sourcesoftware en open hardware stimuleren en waar mogelijk gebruiken. Dit gebeurt sowieso in publieke sectoren: overheden, scholen en zorginstellingen stappen af van Big Tech-diensten. De overheid ontwikkelt een exitstrategie en investeert in open source, non-profit en Europese alternatieven.”
De partij wil dat persoonsgegevens van Nederlanders zoveel mogelijk in Europese datacenters worden opgeslagen, zodat deze niet onder Amerikaanse of Chinese wetgeving vallen. Burgers moeten altijd zeggenschap houden over hun eigen gegevens.
“Nederlandse data worden zo veel mogelijk opgeslagen in datacenters van Nederlandse of Europese bedrijven, zodat deze niet vallen onder Amerikaanse of Chinese wetgeving. We zorgen ervoor dat gebruikers, van bijvoorbeeld horloges die gezondheidsgegevens registreren, de zeggenschap krijgen over de gegevens en niet de bedrijven.”
De PvdD is zeer kritisch op buitenlandse invloed op technologie en het internet, en wil voorkomen dat Nederlandse gegevens in verkeerde handen vallen. Privacybescherming is een kernvoorwaarde voor digitale soevereiniteit.
“China en de Verenigde Staten beheersen de digitale wereld. We blijven zeer kritisch over de buitenlandse invloed op technologie en het internet. We voorkomen dat onze gegevens in verkeerde handen vallen en tegen ons worden gebruikt.”
BIJ1 verbindt digitale soevereiniteit vooral aan privacy, democratische controle en het beperken van buitenlandse invloed op data en digitale infrastructuur. De partij wil de bevoegdheden van veiligheidsdiensten inperken, dataverzameling minimaliseren en strenge, onafhankelijke controle op digitale surveillance invoeren. Zo wil BIJ1 voorkomen dat burgers en Nederlandse data onder buitenlandse of ondemocratische controle vallen.
BIJ1 ziet de macht van veiligheidsdiensten en hun samenwerking met buitenlandse partijen als een bedreiging voor digitale soevereiniteit. Door bevoegdheden in te perken en onafhankelijke democratische controle te intensiveren, wil de partij voorkomen dat Nederlandse data en digitale infrastructuur onder buitenlandse invloed komen.
Om digitale soevereiniteit te waarborgen, wil BIJ1 dat de overheid en justitie alleen het strikt noodzakelijke aan data verzamelen, onder streng toezicht van privacywaakhonden. Dit voorkomt dat data van burgers onnodig wordt opgeslagen of gedeeld, ook met buitenlandse partijen.
“Alle dataverzameling door overheid en justitie wordt geminimaliseerd tot het absoluut noodzakelijke, en er komt altijd streng toezicht van privacywaakhonden.”
BIJ1 beschouwt grootschalige surveillance als een bedreiging voor digitale soevereiniteit en privacy. Door cameratoezicht te beperken en automatische gezichtsherkenning te verbieden, wil de partij voorkomen dat burgers structureel worden gevolgd en hun data mogelijk in buitenlandse handen komt.
“De grootschalige controle en surveillance bij demonstraties – zoals de standaard inzet van camera’s – in de publieke ruimte stopt onmiddellijk en er komt nieuw beleid waarin de privacy van de burger centraal staat. Ook automatische gezichtsherkenning wordt verboden.”
DENK benadrukt het belang van digitale soevereiniteit door te pleiten voor meer onafhankelijkheid van buitenlandse technologie en bedrijven, en voor versterking van privacy en digitale veiligheid. De partij wil investeren in een veilige digitale infrastructuur, de macht van bigtech beperken en de Autoriteit Persoonsgegevens meer middelen en bevoegdheden geven. Hun visie is gericht op het beschermen van burgers tegen machtsmisbruik door technologie en het waarborgen van controle over eigen digitale systemen.
DENK ziet het als essentieel dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse staten en grote technologiebedrijven. Dit moet de digitale soevereiniteit versterken en de veiligheid van burgers waarborgen. Het adresseren van deze afhankelijkheid is direct gekoppeld aan het beschermen van nationale belangen en privacy.
Om digitale soevereiniteit te versterken, wil DENK de macht van grote technologiebedrijven inperken en de handel in persoonsgegevens aan banden leggen. Dit is bedoeld om de controle over digitale gegevens terug te brengen naar burgers en de overheid, en om machtsconcentratie bij buitenlandse bedrijven te voorkomen.
“Dat betekent dat handel in persoonsgegevens aan banden wordt gelegd en de macht van de bigtech bedrijven Europees moet worden ingeperkt.”
DENK wil de Autoriteit Persoonsgegevens versterken met extra middelen, bredere bevoegdheden en diepgaande expertise op het gebied van kunstmatige intelligentie. Dit moet bijdragen aan het waarborgen van digitale rechten en het versterken van de digitale soevereiniteit van Nederland.
“Sterker toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. De AP krijgt extra middelen, bredere bevoegdheden en diepgaande expertise op het gebied van kunstmatige intelligentie.”
JA21 ziet digitale soevereiniteit als essentieel voor de nationale veiligheid en economische onafhankelijkheid van Nederland. De partij wil voorkomen dat Nederland afhankelijk wordt van Amerikaanse of Chinese techbedrijven door te investeren in strategische technologie, digitale veiligheid en een nationale cloud onder Nederlandse wetgeving. Concrete voorstellen zijn het waarborgen van digitale soevereiniteit, investeren in een nationale cloud en het uitsluiten van buitenlandse toegang tot Nederlandse data.
JA21 wil dat Nederland en Europa niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese techbedrijven. Dit wordt gezien als noodzakelijk om controle te houden over strategische technologie en digitale veiligheid, en om de nationale autonomie te beschermen.
“Zorgen voor digitale soevereiniteit. Europa en Nederland mogen niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese techbedrijven. We investeren in strategische technologie en digitale veiligheid.”
“Digitale soevereiniteit. Investeer in een nationale cloud onder Nederlandse wetgeving. Geen Amerikaanse of Chinese toegang tot onze data.”
Om digitale soevereiniteit te realiseren, stelt JA21 voor te investeren in een nationale cloud die onder Nederlandse wetgeving valt. Dit moet voorkomen dat gevoelige data in handen komt van buitenlandse partijen en de digitale veiligheid van Nederland versterken.
“Investeer in een nationale cloud onder Nederlandse wetgeving. Geen Amerikaanse of Chinese toegang tot onze data.”
De PVV koppelt digitale soevereiniteit direct aan nationale soevereiniteit en verzet zich fel tegen Europese inmenging in digitale en monetaire zaken. Hun belangrijkste concrete voorstel is het afwijzen van de invoering van de digitale euro, waarmee ze controle over het Nederlandse digitale betalingsverkeer willen behouden. De kern van hun visie is dat Nederland zelf baas moet blijven over digitale infrastructuur en financiële systemen, zonder Brusselse bemoeienis.
De PVV ziet de invoering van de digitale euro als een bedreiging voor de Nederlandse digitale en monetaire soevereiniteit. Door deze Europese digitale munt te weigeren, wil de partij voorkomen dat Brussel meer grip krijgt op het Nederlandse betalingsverkeer en de privacy van burgers. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere streven om nationale zeggenschap over digitale en financiële infrastructuur te behouden.
“Geen eurobonds, geen Europese belastingen, geen digitale euro”
De PVV beschouwt de groeiende macht van de EU – ook op digitaal vlak – als een directe bedreiging voor de Nederlandse autonomie. Ze willen bevoegdheden terughalen uit Brussel en het vetorecht inzetten om verdere overdracht van digitale controle te blokkeren. Dit is ingegeven door de overtuiging dat Nederland zelf moet bepalen hoe digitale systemen en regels worden ingericht.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen onze nationale soevereiniteit en identiteit behouden. Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
De SP pleit voor versterking van de digitale soevereiniteit door de afhankelijkheid van buitenlandse (vooral Amerikaanse) technologie te verminderen en publieke controle over digitale infrastructuur te vergroten. Ze willen investeren in Europese en Nederlandse alternatieven, open source, en publieke datacentra, zodat Nederland meer zeggenschap krijgt over digitale systemen en data. De kern van hun visie is dat digitale autonomie essentieel is voor privacy, veiligheid en democratische controle.
De SP ziet de huidige afhankelijkheid van Amerikaanse digitale producten, clouddiensten en datacentra als een bedreiging voor de digitale soevereiniteit van Nederland. Ze willen deze afhankelijkheid verminderen door te investeren in eigen alternatieven, het gebruik van open source en open standaarden te stimuleren, en publieke data in Nederland op te slaan. Dit moet zorgen voor meer controle over digitale infrastructuur en minder invloed van buitenlandse bedrijven en overheden.
“In grote mate is de Nederlandse overheid afhankelijk van Amerikaanse digitale producten, clouddiensten en datacentra. We moeten investeren in alternatieven in Nederland en Europa, zodat we de afhankelijkheid van de VS kunnen verminderen.”
“Overheden maken zo veel mogelijk gebruik van open source en zorgen ervoor dat hun systemen leverancier onafhankelijk zijn, onder meer door het gebruik van open standaarden.”
“Software voor de overheid wordt zo veel mogelijk eerst intern ontwikkeld, om de afhankelijkheid van externen te beperken. Publieke data wordt veilig opgeslagen in publieke datacentra in Nederland.”
De VVD ziet digitale soevereiniteit als het verminderen van afhankelijkheid van buitenlandse (vooral Amerikaanse) technologie en het versterken van de Europese en Nederlandse digitale infrastructuur. Ze pleiten voor strengere Europese certificering van kritieke hard- en software, investeren in eigen technologische alternatieven, en willen dat vitale sectoren geen technologie uit risicolanden gebruiken. Europese samenwerking en normering zijn volgens de VVD essentieel om de autonomie en veiligheid van Nederland en Europa te waarborgen.
De VVD wil de digitale autonomie van Nederland en Europa versterken door minder afhankelijk te zijn van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra. Dit moet de risico’s van buitenlandse inmenging verkleinen en vitale processen beschermen. Het ontwikkelen van eigen technologische alternatieven en infrastructuur is hierbij cruciaal.
“Nederland en Europa moeten minder afhankelijk worden van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra: De VVD pleit daarom voor versterking van de Europese digitale infrastructuur en eigen technologische alternatieven (Nederlandse en Europese clouds), zodat we onze autonomie behouden, risico’s beperken en vitale processen niet in buitenlandse handen leggen.”
Om de digitale soevereiniteit van Europa te versterken, wil de VVD een streng, onafhankelijk certificeringssysteem op Europees niveau voor kritieke hard- en software. Fabrikanten moeten al vanaf het ontwerp aandacht besteden aan cyberveiligheid, zodat burgers en bedrijven beter beschermd zijn en Europa minder kwetsbaar is voor digitale dreigingen.
“De VVD pleit voor een streng onafhankelijk certificeringssysteem op Europees niveau voor kritieke hard- en software. Digitale producten moeten veiliger door fabrikanten te verplichten al vanaf het ontwerp aandacht te besteden aan cyberveiligheid. Dit beschermt burgers en bedrijven beter tegen hackers, verkleint economische schade en versterkt de digitale soevereiniteit van Europa.”
De VVD wil dat kritieke sectoren geen technologie uit landen met een offensieve cyberagenda gebruiken. Dit moet spionage en ongewenste buitenlandse invloed tegengaan en de nationale veiligheid beschermen.
“Kritieke sectoren zoals havens, luchthavens telecombedrijven en bewakingssystemen mogen geen technologie uit risicolanden gebruiken.”
50PLUS benadrukt het belang van digitale veiligheid en onafhankelijkheid van buitenlandse en commerciële partijen, maar werkt het begrip "digitale souvereniteit" slechts beperkt en impliciet uit. Hun belangrijkste concrete voorstel is extra investeren in de veiligheid van digitale systemen om zo meer onafhankelijkheid te bereiken. Verdere uitwerking of diepgaande visie op digitale souvereniteit ontbreekt.
50PLUS ziet digitale veiligheid als urgent en wil Nederland minder afhankelijk maken van buitenlandse en commerciële partijen. Dit wordt gepresenteerd als een stap richting digitale souvereniteit, maar blijft op hoofdlijnen en zonder concrete beleidsmaatregelen of een uitgewerkte strategie. Het standpunt adresseert het risico van afhankelijkheid, maar blijft vaag over de uitvoering.
“We willen dat er extra geïnvesteerd wordt in de veiligheid van onze systemen om onafhankelijk te worden van commerciële en buitenlandse partijen.”