De Partij voor de Dieren is kritisch over digitale identificatie en pleit voor maximale bescherming van privacy en persoonsgegevens. Zij willen de identificatieplicht afschaffen, onnodige geslachtsaanduiding op de ID-kaart verwijderen en waarborgen dat burgers niet gedwongen worden tot digitale identificatie of afhankelijkheid van digitale middelen. De partij benadrukt dat privacy en autonomie voorop moeten staan bij elke vorm van digitale identificatie.
De PvdD wil de identificatieplicht afschaffen en ID-controles beperken tot strikt noodzakelijke situaties om privacy en grondrechten te beschermen. Dit standpunt is ingegeven door zorgen over onnodige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en het risico op misbruik van digitale identificatie.
“We schaffen de identificatieplicht af en de politie houdt geen gegevens bij van mensen die niet verdacht worden van een strafbaar feit.”
“ID-controles van vreedzame demonstranten zijn in strijd met het demonstratierecht, het recht op privacy en het recht op gegevensbescherming. In de instructies wordt duidelijk gemaakt dat ID-controles tijdens demonstraties alleen mogen bij verdenking van een strafbaar feit.”
De partij wil dat onnodige persoonsgegevens, zoals geslachtsaanduiding, verdwijnen van de Nederlandse ID-kaart om privacy te versterken en discriminatie te voorkomen. Dit sluit aan bij hun bredere visie op het minimaliseren van persoonsgegevens in digitale identificatiesystemen.
PvdD verzet zich tegen het verplicht stellen van digitale identificatiemiddelen zoals DigiD voor essentiële diensten, zodat iedereen toegang houdt tot zorg en overheidsdiensten zonder digitale drempels.
“Zorg mag nooit afhangen van het hebben van een smartphone, laptop of DigiD.”
“Het blijft voor burgers altijd mogelijk om hun digitale zaken te kunnen regelen via websites en/of platformonafhankelijke protocollen.”
“Burgers die niet uit de voeten kunnen met de digitale middelen van de overheid, kunnen altijd bij een fysieke balie in hun eigen gemeente terecht. Communicatie per post blijft altijd mogelijk.”
50PLUS erkent het belang van digitale veiligheid en identiteitsbescherming, vooral voor ouderen, maar doet geen concrete voorstellen over een digitale identiteit (digitale ID) zoals DigiD of een Europees digitaal paspoort. Hun focus ligt op het verbeteren van digitale vaardigheden, het waarborgen van alternatieven voor digitale diensten, en het beschermen tegen identiteitsdiefstal en online oplichting.
50PLUS wil ouderen beschermen tegen de risico’s van digitale identiteitsdiefstal en online oplichting. Ze pleiten voor strengere privacy- en veiligheidsmaatregelen en het beperken van anonieme accounts, maar doen geen expliciete voorstellen voor de invoering, wijziging of afschaffing van digitale ID-systemen.
50PLUS benadrukt dat digitale overheidsdiensten (zoals DigiD en MijnOverheid) altijd bereikbaar moeten blijven via traditionele kanalen, zodat ouderen niet afhankelijk worden van digitale ID’s als enige toegangsmiddel.
“Overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties (zoals DigiD, MijnOverheid, zorgportalen) zijn altijd ook bereikbaar via post, telefoon of fysieke balie.”
“Overheidsdiensten en facilitaire bedrijven bieden ouderen en gehandicapten die moeite hebben met digitale formulieren, een papieren alternatief.”
Om digitale uitsluiting te voorkomen, wil 50PLUS dat gemeenten wettelijk verantwoordelijk worden voor de digitale zelfredzaamheid van ouderen, met onder andere cursussen gericht op veilig internetgebruik en digitale identificatie.
“Digitale inclusie: een gemeentelijke plicht. Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen.”
“Digitale cursussen voor ouderen om hun vaardigheden te verbeteren, met specifieke aandacht voor internetgebruik, online bankieren en sociale media door lokale gemeenschappen, bibliotheken en seniorenverenigingen.”
FVD verzet zich krachtig tegen de invoering van een Europese digitale identiteit (Digital ID) en ziet dit als een bedreiging voor privacy en individuele vrijheid. De partij wil dat Nederland zich ondubbelzinnig uitspreekt tegen elke vorm van Europese Digital ID, anonimiteit op internet waarborgen en centrale digitale controlesystemen voorkomen.
FVD beschouwt een Europese Digital ID als een instrument voor centrale controle dat anonimiteit en privacy ondermijnt. De partij vreest dat een Digital ID leidt tot een centraal controlesysteem en verzet zich daarom tegen alle voorstellen op dit gebied, met als doel de vrijheid van burgers te beschermen.
“We verzetten ons tegen een Europese digitale identiteit, zodat Nederlanders niet in een centraal controlesysteem terechtkomen.”
“We accepteren geen Europese Digitale Identiteit.”
“Er liggen plannen voor een Europese Digital ID en zelfs het registreren van biometrische data van internetgebruikers. Daarmee wordt anoniem gebruikmaken van het internet vrijwel onmogelijk gemaakt.”
“We verzetten ons tegen digitale surveillance, zoals de Sleepwet of Digital ID, en beschermen vrije meningsuiting met een anti-censuurwet.”
FVD vindt anonimiteit essentieel voor een vrije samenleving en wil verplichte identiteitskoppeling aan online accounts voorkomen. Dit standpunt is direct verbonden met het verzet tegen Digital ID, omdat verplichte digitale identificatie anonimiteit op internet onmogelijk maakt.
“We maken anonimiteit de norm. We verzetten ons tegen verplichte identiteitskoppeling aan accounts, zodat iedereen zonder angst kennis kan vergaren en meningen kan uiten.”
“Forum voor Democratie vindt anonimiteit een essentieel onderdeel van een vrije samenleving: het stelt burgers in staat ongeremd en in vrijheid kennis te vergaren, meningen te delen en zich te beschermen tegen machtsmisbruik.”
De VVD wil de digitale overheid sterk verbeteren door burgers één centrale digitale toegang te bieden tot overheidsdiensten, waarbij privacy, veiligheid en gebruiksgemak voorop staan. Ze pleiten voor uitbreiding van MijnOverheid.nl zodat Nederlanders hun gegevens slechts één keer hoeven aan te leveren en veilig kunnen inloggen op één plek. De partij benadrukt het belang van digitale inclusie en het waarborgen van privacy bij digitalisering.
De VVD streeft naar een digitale overheid waar burgers via één digitale identiteit (zoals MijnOverheid.nl) toegang krijgen tot alle overheidsdiensten, om administratieve lasten te verminderen en de veiligheid en het gebruiksgemak te vergroten. Dit voorkomt dat burgers steeds opnieuw hun gegevens moeten aanleveren en zorgt voor een efficiëntere en klantvriendelijkere overheid.
“Nederlanders hoeven dezelfde informatie nooit meer dan één keer bij de overheid aan te leveren en loggen op één plek in. In plaats van een wildgroei aan loketten, kan het starten van een bedrijf, het doorgeven van een adreswijziging en het inzien van je AOW dan op één plek geregeld worden. Hiervoor breiden we bijvoorbeeld MijnOverheid.nl uit.”
“Overheidsdiensten gebruiken persoonsgegevens die in deze omgeving staan en mogen dit niet dubbel uitvragen. Dit is veiliger, goedkoper en gebruiksvriendelijker.”
De VVD benadrukt dat digitalisering van overheidsdiensten alleen acceptabel is als privacy en veiligheid van burgers gewaarborgd zijn. Ze willen voorkomen dat burgers volledig afhankelijk worden van technologie en dat hun gegevens onnodig worden gedeeld of misbruikt.
De VVD vindt het belangrijk dat digitale identificatie en toegang tot overheidsdiensten voor iedereen toegankelijk zijn, ook voor mensen met een beperking of lage digitale vaardigheden. Telefonische en fysieke loketten moeten daarom altijd beschikbaar blijven als alternatief.
“We zorgen dat telefonische en fysieke loketten altijd beschikbaar zijn voor mensen die daar de voorkeur aan geven, en zorgen dat digitale systemen voor iedereen begrijpelijk zijn.”
“We zorgen voor digitale inclusie door mensen te helpen die moeite hebben met een digitaliserende samenleving.”
Volt wil één digitale identiteit invoeren voor alle overheids-, zorg-, onderwijs- en private diensten, gebaseerd op publieke, transparante en privacyvriendelijke infrastructuur. Ze pleiten voor het vervangen van DigiD en de Europese Digital Identity Wallet door biometrische identificatie, met nadruk op privacy, open standaarden en burgercontrole. Volt ziet digitale identiteit als een kernvoorwaarde voor een toegankelijke, veilige en efficiënte digitale overheid.
Volt streeft naar één digitale identiteit waarmee burgers veilig kunnen inloggen bij alle overheidsdiensten, zorg, onderwijs en private diensten zoals banken. Dit moet de huidige versnippering en inefficiëntie tegengaan en burgers meer regie geven over hun gegevens. De digitale identiteit moet gebaseerd zijn op publieke, transparante infrastructuur met privacy-by-design en open standaarden.
“Er komt één digitale identiteit voor overheid, zorg, onderwijs en private diensten zoals banken.”
“We verbeteren de digitale identiteit binnen de EU door zowel de Nederlandse DigiD als de Europese Digital Identity Wallet te vervangen door biometrische identificatie op publieke, transparante infrastructuur. Alleen dan behouden burgers en overheden zeggenschap over toegang, beveiliging en datastromen. Daarbij staan interoperabiliteit (uitwisselbaarheid van informatie), open standaarden en privacy-by-design centraal.”
“Er komt een digitale overheid die net zo gemakkelijk werkt als online bankieren. En er komt één digitale identiteit waarmee je veilig kunt inloggen bij alle overheidsdiensten.”
Volt wil dat de nieuwe digitale identiteit gebaseerd is op biometrische identificatie, waarbij privacy en transparantie centraal staan. Burgers moeten altijd inzicht hebben in wie hun gegevens bekijkt en waarvoor, en privacy by design is het uitgangspunt bij ieder nieuw systeem.
“We verbeteren de digitale identiteit binnen de EU door zowel de Nederlandse DigiD als de Europese Digital Identity Wallet te vervangen door biometrische identificatie op publieke, transparante infrastructuur.”
“Bij de overheid blijven veiligheid en privacy essentieel. Net als in Estland gebruiken we de nieuwste technologie om data veilig te houden. Burgers hebben altijd inzicht in wie hun gegevens bekijken en waarvoor. Privacy by design is het uitgangspunt bij ieder nieuw systeem.”
Volt onderzoekt of de Europese Digitale Identiteit (EDI) of vergelijkbare technologie kan worden ingezet om gebruikers op sociale media te verifiëren, zonder hun identiteit prijs te geven. Dit is bedoeld om nepaccounts en bots te weren en zo desinformatie te bestrijden, met behoud van privacy.
“Hierbij verkennen we of de Europese Digitale Identiteit (EDI) of een vergelijkbare, op zero-knowledge proof gebaseerde technologie kan worden ingezet om gebruikers zich te laten verifiëren, zonder hun identiteit prijs te geven.”
BBB wil een uniforme, privacyvriendelijke digitale verificatiestandaard binnen de EU voor leeftijds- en identiteitsverificatie op sociale media, vooral ter bescherming tegen deepfakes, online fraude en identiteitsmisbruik. De partij benadrukt dat digitale identificatie altijd de privacy en autonomie van burgers moet waarborgen, met bijzondere aandacht voor jongeren en kwetsbare groepen. BBB pleit voor duidelijke, veilige en toegankelijke digitale overheidsdiensten, maar is kritisch op digitale controle en surveillance zonder strikte waarborgen.
BBB ziet het risico van identiteitsfraude, deepfakes en online misleiding als reden om te pleiten voor een uniforme digitale verificatiestandaard en leeftijdsverificatie binnen de EU. Dit moet de veiligheid en privacy van burgers, vooral jongeren, beschermen en zorgen voor betrouwbare identificatie op sociale mediaplatforms.
“Nederland moet met de EU aan een uniforme digitale verificatiestandaard werken die leidt tot een consistent kenmerk dat op alle sociale mediaplatforms wordt getoond voor accounts van bedrijven, politici, media en instellingen.”
“Nederland gaat zich binnen de EU inzetten op een uniform en privacyvriendelijk leeftijdsverificatiesysteem dat apps zoals sociale media binnen de EU moeten hanteren om de veiligheid van persoonlijke data te garanderen.”
BBB benadrukt dat digitale identificatie en digitalisering in het algemeen altijd in dienst moeten staan van de burger, met waarborgen voor privacy, zeggenschap en autonomie. Digitale grondrechten moeten wettelijk worden verankerd en surveillance zonder strikte wetgeving wordt afgewezen.
“Veranker digitale grondrechten in de Grondwet om de privacy, zeggenschap en autonomie van burgers in het digitale domein te waarborgen.”
“Beperk of verbied het gebruik van gezichtsherkenning en andere surveillance in de publieke ruimte zonder expliciete wetgeving en strikt toezicht.”
BIJ1 is kritisch over verplichte identificatie en pleit voor het minimaliseren van dataverzameling door de overheid, met een sterke focus op privacybescherming. Zij willen onnodige ID-verplichtingen afschaffen en waar identificatie wel plaatsvindt, strenge controle en transparantie eisen. Het programma bevat geen expliciet beleid over digitale ID-systemen, maar hun voorstellen impliceren een afwijzende houding tegenover uitbreiding van digitale identificatieplicht.
BIJ1 wil de verplichting om een identiteitsbewijs te tonen afschaffen, omdat zij dit zien als een onnodige en repressieve maatregel die de privacy en vrijheid van burgers beperkt. Dit standpunt adresseert direct het probleem van toenemende identificatie-eisen, waaronder digitale ID, en benadrukt het belang van zelfbeschikking en privacy.
“Onnodige, repressieve verplichtingen en verboden, zoals de verplichting een ID te kunnen tonen en het verbod op gezichtsbedekkende kleding, worden afgeschaft.”
Wanneer identificatie toch plaatsvindt, eist BIJ1 strikte wettelijke grondslagen, registratie en publieke verantwoording om misbruik en discriminatie te voorkomen. Dit is relevant voor digitale ID, omdat het pleit voor maximale transparantie en minimale toepassing van identificatie, ongeacht de vorm.
“ID-controles tijdens vreedzame demonstraties mogen niet meer worden uitgevoerd zonder wettige bevoegdheid om een identiteitsbewijs te vorderen. De politie wordt verplicht om de ID-controles die ze wel uitvoeren, te registreren. In de registraties worden onder andere de omstandigheden en verdenkingen vastgelegd. De registraties worden gebruikt voor onderzoek naar discriminatie en de politie dient hierover publiek verantwoording af te leggen.”
BIJ1 wil dat de overheid en justitie alleen het absoluut noodzakelijke aan persoonsgegevens verzamelen, met streng toezicht door privacywaakhonden. Dit impliceert een kritische houding tegenover digitale ID-systemen die grootschalige dataverzameling mogelijk maken.
“Alle dataverzameling door overheid en justitie wordt geminimaliseerd tot het absoluut noodzakelijke, en er komt altijd streng toezicht van privacywaakhonden.”
BVNL is uitgesproken tegen de invoering van een Digitale Europese Identiteit en andere vormen van digitale identificatie door de overheid. De partij ziet dit als een bedreiging voor privacy en individuele vrijheid, en pleit voor het behoud van anonieme toegang tot diensten en het recht op een offline leven.
BVNL verzet zich tegen de invoering van een Digitale Europese Identiteit en elke vorm van verplichte digitale identificatie, omdat dit volgens de partij leidt tot meer staatscontrole en inbreuk op de privacy van burgers. Zij willen dat Nederlanders in vrijheid kunnen leven zonder door de overheid gevolgd te worden, en benadrukken het belang van keuzevrijheid en anonimiteit, ook online.
“BVNL wil dat Nederlanders in vrijheid kunnen leven zonder door de overheid gevolgd te worden. Daarom willen we geen Digitale Europese Identiteit, geen Digitale Euro, geen Central Bank Digital Currency, geen monitoring van financiële transacties boven de honderd euro en het behoud van cash geld.”
“Er komt geen identificatieplicht voor het gebruik van social media.”
BVNL vindt dat burgers altijd de mogelijkheid moeten behouden om essentiële diensten offline te gebruiken, zonder digitale identificatie. Dit standpunt is bedoeld om uitsluiting te voorkomen en de keuzevrijheid van burgers te waarborgen.
“Dat het recht behouden blijft op een offline leven en offline toegang tot essentiële maatschappelijke diensten gewaarborgd blijft.”
De SGP is kritisch over de invoering van een Europees digitaal paspoort en een digitale euro, uit vrees voor een te machtige overheid en verlies van nationale soevereiniteit. Zij pleiten voor individueel eigenaarschap van data en willen dat burgers zelf bepalen wat er met hun digitale gegevens gebeurt. Concrete voorstellen zijn het afwijzen van een Europees digitaal paspoort en het versterken van de regie van burgers over hun eigen data.
De SGP verzet zich expliciet tegen de invoering van een Europees digitaal paspoort en een digitale euro, omdat zij vrezen voor centralisatie van macht en verlies van controle door burgers en nationale overheden. Dit standpunt is ingegeven door zorgen over privacy, autonomie en een te grote rol van de overheid in het digitale domein.
De SGP wil dat burgers zelf de regie houden over hun digitale identiteit en persoonlijke data, in plaats van bedrijven of overheden. Dit moet de privacy en autonomie van burgers waarborgen en misbruik van persoonlijke gegevens voorkomen.
“De SGP wil toe naar zoveel mogelijk ‘individueel eigenaarschap’ van data. Niet de autofabrikant en het energiebedrijf, maar de auto- en de woningbezitter moeten bepalen wat er met ‘hun’ data gebeurt.”
De SP spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit over het invoeren, uitbreiden of afwijzen van een digitale identiteit (digitale ID) voor burgers. Wel benadrukt de partij het belang van privacy, het recht op een offline leven, en het bieden van niet-digitale alternatieven bij overheidsdiensten. Concrete beleidsvoorstellen over digitale ID ontbreken; de focus ligt op bescherming tegen digitale uitsluiting en privacy-inbreuken.
De SP vindt dat digitalisering niet mag leiden tot uitsluiting of verplicht gebruik van digitale middelen, zoals een digitale ID. De partij wil dat burgers altijd een niet-digitaal alternatief houden bij contact met de overheid, zodat niemand wordt gedwongen tot digitale identificatie of dienstverlening.
De SP benadrukt dat digitale verificatie, zoals leeftijdsverificatie, niet mag leiden tot opslag van persoonsgegevens. Dit impliceert een kritische houding ten opzichte van digitale ID-systemen die persoonsgegevens centraal opslaan of verwerken.
“Leeftijdsverificatie moet plaatsvinden zonder opslag van persoonsgegevens, zodat de privacy gewaarborgd blijft.”
D66 benoemt het belang van digitale autonomie en regie over eigen data, maar doet geen concrete voorstellen voor een nationale digitale identiteit (digitale ID) of een specifiek digitaal identificatiemiddel voor burgers. Het programma richt zich vooral op digitale toegankelijkheid, privacy, en Europese digitale onafhankelijkheid, zonder expliciet beleid of plannen voor een digitale ID.
D66 noemt nergens in het verkiezingsprogramma een concreet voorstel voor de invoering, verbetering of het gebruik van een digitale ID voor burgers. Er wordt wel gesproken over digitale autonomie, regie over eigen data en digitale toegankelijkheid van overheidsdiensten, maar zonder dit te koppelen aan een digitale identificatieoplossing.
“Digitale autonomie gaat verder dan wetten. D66 introduceert het Baas-over-eigen-bitsprincipe. Mensen krijgen zelf de regie over hun online leven.”
“De overheid moet fysiek en digitaal toegankelijk zijn. Elke gemeente krijgt ten minste één overheidsloket, waar zoveel mogelijk organisaties bereikbaar zijn.”
NSC is kritisch over het koppelen van online leeftijdsverificatie aan een digitale (Europese) identiteitskaart en pleit voor privacyvriendelijke oplossingen. Ze willen dat burgers meer zeggenschap krijgen over hun digitale identiteit en persoonsgegevens, bijvoorbeeld via een persoonlijke digitale kluis. Het programma benadrukt het belang van privacy, transparantie en het voorkomen van een surveillancestaat bij digitale identificatie.
NSC verzet zich tegen het verplicht koppelen van online leeftijdsverificatie aan een digitale (Europese) identiteitskaart. Ze willen privacyvriendelijke alternatieven om jongeren online te beschermen, zonder dat dit leidt tot een centrale digitale identiteit die privacyrisico’s vergroot.
“Er wordt een privacy-vriendelijke en betrouwbare online leeftijdsverificatie ingevoerd om minderjarigen te beschermen tegen online gokken, alcoholverkoop en pornografie. Deze wordt niet gekoppeld aan een aparte digitale (Europese) identiteitskaart.”
NSC wil dat burgers meer controle krijgen over hun digitale identiteit en persoonsgegevens. Ze stellen voor te onderzoeken of een persoonlijke digitale kluis, beheerd door de burger zelf, kan worden ingezet bij digitale dienstverlening, om privacy te waarborgen en de informatie-uitwisseling te verbeteren.
“Daarom willen we verkennen of er bij digitale dienstverlening gebruikgemaakt kan worden van een persoonlijke digitale kluis die de burger zelf beheert. Dit levert mogelijk zowel een betere waarborg van de privacy als een betere informatie uitwisseling tussen burger en dienstverlener op.”
De ChristenUnie is kritisch over de invoering van een Europese Digitale Identiteit (eID) en stelt strenge voorwaarden aan de eventuele komst hiervan. Zij eisen dat een eID vrijwillig, transparant en privacy-proof moet zijn, en verzetten zich tegen de invoering van een Europees Burgerservicenummer. De partij benadrukt het belang van privacy en nationale soevereiniteit bij digitale identificatie.
De ChristenUnie uit zorgen over de privacy, transparantie en vrijwilligheid rondom de Europese Digitale Identiteit. Zij willen voorkomen dat burgers verplicht worden tot een centraal Europees identificatiesysteem en zijn tegen het idee van een Europees Burgerservicenummer. Hun standpunt is ingegeven door zorgen over privacy, autonomie en de bescherming van persoonlijke gegevens.
“De ChristenUnie is kritisch op de ontwikkelingen rondom de Europese Digitale Identiteit (eID). Als er een eID komt, moet dit vrijwillig, transparant en privacy-proof zijn. Er komt geen Europees Burgerservicenummer.”
GroenLinks-PvdA erkent dat digitale identificatie (zoals DigiD) een drempel vormt voor toegang tot overheidsdiensten en wil digitale inclusie bevorderen. Ze pleiten voor toegankelijke digitale overheidsdiensten en garanderen altijd een niet-digitaal alternatief, zodat niemand wordt buitengesloten. Hun visie is dat digitalisering kansen biedt, maar alleen als iedereen kan meedoen en niemand afhankelijk wordt van uitsluitend digitale ID-systemen.
GroenLinks-PvdA vindt dat toegang tot overheid, zorg en onderwijs niet alleen via digitale ID-systemen zoals DigiD mag verlopen. Ze willen dat overheidswebsites volledig toegankelijk zijn en dat er altijd een papieren of persoonlijk alternatief blijft bestaan, om digitale uitsluiting te voorkomen.
“Toegang tot de overheid, zorg en onderwijs zit verstopt achter de DigiD-app, ingewikkelde websites en online formulieren. Alle overheidswebsites moeten toegankelijk zijn (A-status) en er moet altijd een niet-digitaal alternatief zijn voor contact met de overheid.”
JA21 is uitgesproken tegen de invoering van een digitale Europese identiteit (digitale ID) en een digitale euro. De partij ziet deze ontwikkelingen als ongewenste inmenging vanuit de EU en pleit voor het behoud van nationale soevereiniteit op het gebied van digitale identiteit en financiële systemen.
JA21 verzet zich expliciet tegen de komst van een digitale Europese identiteit. De partij ziet dit als een bedreiging voor nationale autonomie en privacy, en wil voorkomen dat burgers verplicht worden tot een centraal Europees digitaal ID-systeem.
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma