GroenLinks-PvdA wil de positie van mensen in loondienst versterken door vaste contracten te stimuleren en flexwerk te beperken, vooral in sectoren als de publieke omroep en de zorg. Ze pleiten voor het terugdringen van schijnconstructies en het aanpakken van onzeker werk, zodat werknemers meer zekerheid en zeggenschap krijgen. De partij ziet vaste dienstverbanden als essentieel voor sociale zekerheid, continuïteit en een eerlijke arbeidsmarkt.
GroenLinks-PvdA wil het aandeel vaste dienstverbanden vergroten en flexwerk beperken tot uitzonderingssituaties. Dit moet zorgen voor meer zekerheid, betere arbeidsvoorwaarden en continuïteit voor werknemers, met name in sectoren waar publieke dienstverlening centraal staat.
“Het personeel van de publieke omroep komt in vaste dienst. Flexwerk kan worden ingezet voor bijvoorbeeld grote producties of het inhuren van buitenproducenten, om zo innovatie en nieuwe formats aan te jagen.”
“Flexwerk blijft alleen mogelijk bij tijdelijke vervanging vanwege ziekte of piekbelasting en voor unieke situaties.”
De partij wil een einde maken aan constructies waarbij werknemers voor vast werk onzekere contracten krijgen, zoals draaideurconstructies en schijnzelfstandigheid. Dit moet de positie van werknemers in loondienst beschermen en misbruik van flexibele arbeidsvormen tegengaan.
Om de sociale zekerheid van werkenden buiten loondienst te verbeteren, komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zzp’ers, met een eerlijke bijdrage van de opdrachtgever.
“Daarom komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zzp’ers, met een eerlijke bijdrage van de opdrachtgever en een inkomensafhankelijke premie.”
BVNL benadrukt dat de overheid dienstbaar moet zijn aan de burger en pleit voor een kleinere, klantgerichte overheid waarin ambtenaren de democratie dienen. Ambtenaren die weigeren dienstbaar te zijn, worden ontslagen, en het overheidsapparaat wordt fors ingekrompen om bureaucratie en inefficiëntie tegen te gaan.
BVNL vindt dat ambtenaren de democratie moeten dienen en zich klantgericht moeten opstellen. Wie weigert dienstbaar te zijn, wordt ontslagen. Dit standpunt adresseert het probleem van een bureaucratische en soms onverschillige overheid en wil de focus leggen op daadwerkelijke dienstbaarheid aan de burger.
BVNL wil het aantal ambtenaren drastisch verminderen en het overheidsapparaat saneren, zodat de overheid kleiner, efficiënter en dienstbaarder wordt. Dit wordt gezien als noodzakelijk om bureaucratie en verspilling tegen te gaan en de overheid weer in dienst van de burger te stellen.
BBB handhaaft de huidige dienstplicht, maar wil deze alleen activeren als er geen realistische alternatieven meer zijn bij een dreigend conflict. Daarnaast zet BBB in op een vrijwillig dienjaar voor studenten en de vorming van een Nationale Garde als oproepbare capaciteit naast beroepsmilitairen.
BBB wil de dienstplicht behouden zoals die nu is, maar de opkomstplicht pas activeren als opschaling van de krijgsmacht noodzakelijk is en andere alternatieven ontbreken. Dit standpunt adresseert de behoefte aan flexibiliteit en paraatheid zonder direct te kiezen voor een algemene dienstplicht.
“Dienstplicht. We handhaven de huidige status van de dienstplicht en activeren de opkomst plicht enkel als er geen realistische alternatieven meer overblijven voor de opschaling van de krijgsmacht bij een dreigend conflict.”
BBB introduceert een vrijwillig dienjaar voor studenten op MBO, HBO en WO-niveau, met vergoeding en studiepunten, als manier om jongeren te betrekken bij Defensie zonder verplichte dienstplicht.
“Minor Defensie. Alle studenten (MBO, HBO, WO) krijgen de mogelijkheid tot een vrijwillig halfjaar in dienst, met vergoeding en erkende studiepunten (ECT’s). Het dienjaar wordt elk jaar stevig uitgebreid.”
BBB wil de huidige reservisten omvormen tot een volwaardige Nationale Garde, georganiseerd in provinciale eenheden, om de oproepbare capaciteit van Defensie te vergroten en de rechtspositie van parttime militairen te versterken.
“De term ‘reservist’ doet geen recht aan de onmisbare inzet van deze parttime militairen, we vormen dit dan ook om, naar een volwaardige Nationale Garde. Deze wordt georganiseerd in provinciale eenheden waarbij de rechtspositie van reservisten sterk wordt geborgd en de parttime werklocatie dicht bij huis is.”
Het CDA wil de militaire dienstplicht herstellen en breidt het idee van dienstplicht uit naar een bredere maatschappelijke inzet voor jongeren. Jongeren die niet deelnemen aan de militaire opkomstplicht worden verplicht zich op een andere manier in te zetten voor de samenleving, bijvoorbeeld via maatschappelijke diensttijd of zorg.
Het CDA stelt voor om de militaire opkomstplicht opnieuw in te voeren, zodat Nederland altijd voldoende mensen heeft om het land te verdedigen. Dit wordt gezien als een noodzakelijke bijdrage aan vrijheid en veiligheid, die inzet van iedereen vraagt.
“We herstellen de militaire opkomstplicht zodat er altijd genoeg mensen klaarstaan om ons te verdedigen. Vrijheid en veiligheid vraagt inzet van iedereen.”
Voor jongeren die niet kiezen voor militaire dienst, wil het CDA een verplichte maatschappelijke diensttijd invoeren. Hiermee moeten zij een deel van hun tijd inzetten voor de samenleving of de zorg.
“dertig jaar die niet deelnemen aan de militaire opkomstplicht. Zij zetten zich een deel van hun tijd in voor de samenleving of de zorg.”
Het CDA wil een grotere, regelmatig getrainde pool van voormalig dienstplichtigen, reservisten en burgers met relevante kennis, zodat Nederland snel kan opschalen bij crises of oorlogssituaties.
“Onderdeel hiervan is een grotere pool van voormalig dienstplichtigen, militair getrainde burgers, reservisten en mensen met noodzakelijke kennis zoals ICT- of medische kennis. Alle burgers in deze pool worden met regelmaat getraind.”
De ChristenUnie wil dat het normaal wordt dat iedere Nederlander zich een periode inzet voor de gemeenschap via een maatschappelijke of militaire dienstplicht. Jongeren krijgen de keuze tussen een dienjaar bij de krijgsmacht of een maatschappelijke bijdrage elders, afhankelijk van hun motivatie. Hiermee wil de partij de betrokkenheid bij de samenleving vergroten en inspelen op maatschappelijke uitdagingen.
De ChristenUnie pleit voor een brede dienstplicht waarbij jongeren kiezen tussen militaire of maatschappelijke inzet. Dit moet bijdragen aan sociale samenhang, maatschappelijke betrokkenheid en het versterken van de defensie en publieke sectoren. De partij ziet dit als een manier om jongeren actief te laten bijdragen aan de samenleving en hen te verbinden met maatschappelijke doelen.
“Het wordt normaal dat iedere Nederlander zich een periode inzet voor de gemeenschap. Jongeren vervullen een maatschappelijke of militaire dienstplicht en kiezen daarbij, vanuit hun motivatie, voor de krijgsmacht of voor een rol elders in de samenleving.”
“Het moet gewoon worden dat iedere Nederlander zich een specifieke periode van zijn leven inzet voor de gemeenschap. Iedereen vervult dienstplicht, maatschappelijk of militair. Op basis van persoonlijke motivatie kunnen jongeren de keuze maken voor de krijgsmacht of elders in de samenleving.”
JA21 wil de dienstplicht in Nederland gedeeltelijk herinvoeren, geïnspireerd op het Scandinavische model. Ze pleiten voor een uitbreiding van het vrijwillige dienjaar bij Defensie en willen daarnaast verplichte dienstplicht-elementen invoeren, waarbij jaarlijks een deel van de jongeren daadwerkelijk wordt opgeroepen. Dit moet bijdragen aan de personeelsbezetting bij Defensie en de weerbaarheid van de samenleving vergroten.
JA21 stelt voor om de dienstplicht in een moderne vorm terug te brengen, waarbij een klein percentage jongeren verplicht wordt opgeroepen voor militaire dienst. Dit is bedoeld om het personeelstekort bij Defensie aan te pakken en jongeren discipline en maatschappelijke betrokkenheid bij te brengen. Het voorstel combineert vrijwilligheid (uitgebreid dienjaar) met een beperkte, verplichte selectie.
“We zetten in op een uitbreiding van het dienjaar, dat jongeren op een laagdrempelige manier de mogelijkheid biedt een jaar lang bij Defensie te werken. Daarnaast willen wij toewerken naar de invoering van verplichte elementen van dienstplicht naar Scandinavisch voorbeeld. Denk hierbij aan het verplicht oproepen van zo’n 5% van de jongeren die de jaarlijkse defensie-enquête invullen.”
JA21 wil dat diensttijd maatschappelijk gewaardeerd wordt en dat publiek-private samenwerking rond reservisten wordt uitgebreid. Jongeren die dienstplicht vervullen, moeten hiervan kunnen profiteren op de arbeidsmarkt, en bedrijven worden actief betrokken bij defensietaken.
“De uitverkorenen kunnen later pronken met de diensttijd op hun CV, werkgevers weten immers dat ze uit goed hout gesneden zijn. Publiek-private samenwerking wordt uitgebreid via initiatieven rondom deeltijdreservisten uit het bedrijfsleven.”
NSC wil geen terugkeer van de klassieke, generieke opkomstplicht voor de dienstplicht, maar kiest voor een modernere, selectieve benadering naar Zweeds model. Ze stellen voor om alle 18-jarigen te screenen op motivatie en geschiktheid, en willen daarnaast het vrijwillige dienjaar fors uitbreiden.
NSC ziet de noodzaak van een weerbare krijgsmacht, maar verwerpt de oude, algemene opkomstplicht als ineffectief. In plaats daarvan willen ze een selectief systeem waarbij alle 18-jarigen een verplichte enquête invullen, gevolgd door gerichte selectiegesprekken.
“We zetten een eerste stap naar een dienstplicht naar Zweeds model door alle 18-jarigen een verplicht in te vullen enquête te sturen om de motivatie en mate van geschiktheid in beeld te brengen. Vervolgens zullen gericht jongeren worden uitgenodigd voor een gesprek. We zijn tegen de generieke opkomstplicht van vroeger, omdat die in de praktijk niet effectief is.”
Naast de selectieve dienstplicht wil NSC het vrijwillige dienjaar bij Defensie flink opschalen, zodat meer jongeren ervaring kunnen opdoen met militaire dienst.
“We steunen initiatieven als Defensity College en Dienjaar, zodat jongeren kunnen ervaren hoe het is om militair te zijn. We willen het dienjaar de komende jaren verder opschalen van 1000 naar 6000 plekken per jaar.”
De SGP wil de dienstplicht niet herinvoeren, maar zet in op het uitbreiden van vrijwillige dienstmogelijkheden bij Defensie, zoals het Dienjaar en Defensity College. De partij wil Defensie aantrekkelijker maken als werkgever en meer ruimte bieden voor voltijd, deeltijd en reservisten, zodat meer mensen zich vrijwillig dienstbaar kunnen inzetten voor de samenleving. De nadruk ligt op vrijwillige inzet en het versterken van de maatschappelijke bijdrage van (oud-)militairen.
De SGP kiest ervoor om de dienstplicht niet te heractiveren, maar juist vrijwillige dienstvormen uit te breiden. Dit moet bijdragen aan een sterkere krijgsmacht en meer maatschappelijke betrokkenheid, zonder jongeren te verplichten tot militaire dienst. Het beleid richt zich op het aantrekkelijker maken van Defensie en het vergroten van de instroom via vrijwillige trajecten.
“De SGP wil de voltijd en deeltijd dienmogelijkheden uitbreiden, inclusief reservisten. Het Defensity College en het Dienjaar worden opgeschaald.”
De SGP vindt het belangrijk dat veteranen zich na hun diensttijd vrijwillig kunnen blijven inzetten voor de samenleving. Dit bevordert maatschappelijke binding en ondersteunt veteranen bij hun terugkeer in de burgermaatschappij.
“Defensie moet veteraneninitiatieven beter financieren, zoals initiatieven waarbij veteranen zich dienstbaar inzetten voor de samenleving of elkaar helpen als sprake is van posttraumatische-stressstoornis (PTSS).”
Volt is tegen een verplichte dienstplicht, maar wil een vrijwillig Europees dienmodel invoeren dat zowel civiele als militaire trajecten biedt. Dit model is bedoeld als laatste redmiddel bij personeelstekorten en richt zich op jongeren van 18 tot 35 jaar, met flexibele mogelijkheden zoals deeltijd- en reservistendienst.
Volt verwerpt de klassieke (verplichte) dienstplicht en stelt in plaats daarvan een vrijwillig Europees dienmodel voor. Dit model biedt jongeren de kans om civiele of militaire ervaring op te doen, bijvoorbeeld in cyberveiligheid of crisisrespons, en is bedoeld om personeelstekorten op te vangen zonder dwang. Deelname is vrijwillig en het model is flexibel qua invulling en doelgroep.
“Volt bepleit een vrijwillig Europees dienmodel. Dit dienmodel biedt zowel civiele als militaire trajecten aan, bijvoorbeeld cyberveiligheid of crisisrespons. Het is een laatste redmiddel bij personeelstekorten. Deelname door EU landen blijft vrijwillig. Dit model: werft lokaal om de invloed op het privéleven te beperken; sluit aan bij het onderwijs met overdraagbare vaardigheden; richt zich op mensen tussen 18 en 35 jaar; biedt mogelijkheden voor deeltijd- en reservistendienst.”
Volt kiest niet voor herinvoering van een verplichte dienstplicht, maar wil de defensievragenlijst uitbreiden naar een bredere doelgroep. Hiermee wordt ingezet op vrijwillige betrokkenheid en het peilen van motivatie en voorkeuren, vergelijkbaar met het Zweedse systeem.
“De defensievragenlijst wordt uitgebreid naar jongeren van 18 tot 35 jaar, met aandacht voor voorkeuren en motivatie, zoals in Zweden.”
BIJ1 is uitgesproken tegen elke vorm van militaire dienstplicht of verplichte inzet van jongeren voor Defensie. De partij wil dat Defensie geen invloed uitoefent op jongeren via scholen en verzet zich tegen wervingscampagnes, gastlessen of andere vormen van militaire promotie onder jongeren.
BIJ1 vindt dat jongeren niet beïnvloed mogen worden om een rol in het leger te overwegen en dat Defensie geen toegang mag hebben tot scholen. Dit standpunt adresseert het probleem van (indirecte) dienstplicht via werving en promotie, en beoogt jongeren te beschermen tegen militaire beïnvloeding.
“Het ministerie van Defensie blijft weg uit de scholen. Wervingscampagnes gericht op jongeren stoppen we. Net als gastlessen, sportdagen en trainingen van Defensie die bedoeld zijn om beïnvloedbare jongeren enthousiast te maken voor een rol in het leger.”
FVD is fel tegen het herinvoeren van de dienstplicht en wil onder geen beding dat Nederlandse jongeren verplicht worden tot militaire dienst of deelname aan buitenlandse conflicten. Het programma bevat een expliciet en concreet standpunt: de opkomstplicht mag niet terugkomen en jongeren mogen niet worden ingezet in oorlogen zoals die in Oekraïne.
FVD verzet zich principieel tegen elke vorm van verplichte militaire dienst voor jongeren. De partij wil voorkomen dat jongeren worden opgeroepen voor militaire inzet, met name in buitenlandse conflicten, en benadrukt dat de opkomstplicht niet mag worden hersteld.
“Geen dienstplicht voor onze jongeren. Onder geen beding mag de opkomstplicht worden hersteld, Nederlandse jongeren gaan niet vechten in Oekraïne.”
De Partij voor de Dieren is tegen elke vorm van verplichte dienstplicht, zowel militair als maatschappelijk. Zij benoemen expliciet dat er geen herinvoering van de dienstplicht komt, omdat zij vinden dat niemand gedwongen mag worden tot militaire of maatschappelijke dienst.
De PvdD verzet zich tegen het opnieuw invoeren van zowel de militaire als de maatschappelijke dienstplicht. Zij vinden dat mensen niet verplicht mogen worden tot het verrichten van militaire of maatschappelijke diensten, omdat dit indruist tegen individuele vrijheid en zelfbeschikking.
“Er komt geen herinvoering van de (maatschappelijke) dienstplicht.”
De VVD is voorstander van het invoeren van een dienjaar bij de politie, naar voorbeeld van het bestaande dienjaar bij defensie. Hiermee wil de partij jongeren de kans geven om gedurende een jaar kennis te maken met het werk bij de politie, met als doel de betrokkenheid bij veiligheid te vergroten en de instroom bij de politie te stimuleren.
De VVD wil onderzoeken hoe het bestaande vrijwilligerskorps bij de politie kan worden uitgebreid tot een programma waarbij jongeren een jaar lang dienst doen bij de politie. Dit moet bijdragen aan meer betrokkenheid bij veiligheid en kan helpen om personeelstekorten bij de politie aan te pakken.
“We onderzoeken hoe we het vrijwilligerskorps op termijn kunnen uitbreiden tot een programma waarin jongeren gedurende een jaar lang – naar voorbeeld van het dienjaar bij defensie – kennis kunnen maken met het werk bij de politie.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma