Volt ziet desinformatie als een bedreiging voor democratie en betrouwbare informatievoorziening. Ze willen desinformatie tegengaan door mediawijsheid verplicht te maken in het onderwijs, strikte transparantie-eisen aan online platforms te stellen, en algoritmische transparantie te waarborgen zodat desinformatie niet wordt bevoordeeld. Hun aanpak combineert educatie, regulering van technologiebedrijven en bescherming van gebruikers.
Volt wil jongeren weerbaarder maken tegen desinformatie door mediawijsheid en AI-geletterdheid verplicht te stellen in het onderwijs. Zo leren kinderen en jongeren kritisch omgaan met informatie en herkennen ze nepnieuws en desinformatie.
“Net als in Zweden, moet ‘mediawijsheid’ een verplicht onderdeel worden van het primair en voortgezet onderwijs. ... Mediawijsheid in het onderwijs gaat ook over het herkennen van AI-gegenereerde boodschappen, het begrijpen van algoritmes achter nieuwsberichten en het kritisch kunnen omgaan met gepersonaliseerde informatie.”
“Door kinderen en jongeren te leren omgaan met alle vormen van media ... worden ze weerbaarder tegen desinformatie en nepnieuws.”
Volt wil dat online platforms transparant zijn over hun algoritmes en verantwoordelijk worden gehouden voor de verspreiding van desinformatie. Ze pleiten voor strikte handhaving van Europese regels en het verplicht openbaar maken van transparantieregisters.
“Internetbedrijven moeten verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de verspreiding van desinformatie. Volt wil daarom dat platformbedrijven zoals Meta actief worden verplicht om transparantieregisters openbaar te maken over hoe hun algoritmen informatie verspreiden, welke moderatie plaatsvindt, en cijfers te publiceren over advertentie-inkomsten en -plaatsingen per categorie...”
“De overheid stelt minimumvoorwaarden op het gebied van algoritmische transparantie, zodat journalistieke inhoud niet systematisch wordt verdrongen door engagement-gedreven desinformatie.”
Volt onderzoekt technische oplossingen om nepaccounts en bots te weren, omdat deze bijdragen aan de verspreiding van desinformatie op sociale media.
“We onderzoeken methoden om nepaccounts en bots op sociale media te weren om zo desinformatie, spam en AI-slop te verminderen.”
Volt benadrukt het belang van handhaving van bestaande Europese regels specifiek gericht op desinformatie.
“Daarom wil Volt inzetten op strikte handhaving van de Europese regels voor privacy, desinformatie en concurrentie.”
BVNL verzet zich fel tegen overheidsbemoeienis bij het labelen en bestrijden van ‘desinformatie’. Zij willen dat de overheid geen censuur toepast, geen invloed uitoefent op social media over afwijkende meningen, en alternatieve media of onwelgevallige meningen niet als ‘desinformatie’ bestempelt. Het recht op vrije meningsuiting en het tegengaan van digitale staatscontrole staan centraal in hun visie.
BVNL vindt dat de overheid zich niet mag bemoeien met het beperken van meningen op internet of social media, ook niet onder het mom van ‘desinformatie’. Zij zien overheidsinmenging als een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en het publieke debat.
“De overheid mag geen digitale censuur plegen.”
“De overheid mag geen contacten onderhouden met en invloed uitoefenen op social media en techbedrijven over het dwarszitten van Nederlanders met afwijkende meningen en over welke opvattingen als ‘desinformatie’ moeten worden aangemerkt.”
BVNL stelt expliciet dat afwijkende of alternatieve meningen niet als ‘desinformatie’ mogen worden bestempeld. Zij verzetten zich tegen het idee van een ‘Ministerie van Waarheid’ en benadrukken het belang van een open debat.
“Er komt geen “Ministerie van Waarheid” en alternatieve media en onwelgevallige meningen zijn geen ‘desinformatie’.”
BVNL bekritiseert bestaande overheidsinitiatieven die zich richten op het monitoren of beïnvloeden van meningen, zoals de Denktank Desinformatie en het LIMC, en ziet deze als voorbeelden van ongeoorloofde staatscontrole.
“Zo richtte de overheid de Denktank Desinformatie op om mensen met afwijkende meningen over de coronacrisis te “sensibiliseren”. Tevens werd er actief werk van gemaakt om andersdenkenden op sociale media te cancelen.”
“Het ging zelfs zo ver dat er een onwettige organisatie binnen de krijgsmacht werd opgetuigd, het LIMC, die burgers met een kritische mening ten aanzien van het overheidsbeleid actief ging volgen.”
BBB erkent de risico’s van digitale misinformatie, deepfakes en ongewenste beïnvloeding, vooral voor jongeren en kwetsbare groepen. De partij wil deepfakes strafbaar stellen, inzet op digitale educatie en mediawijsheid, en pleit voor een uniforme digitale verificatiestandaard op sociale media om de verspreiding van desinformatie tegen te gaan. Hun visie is gericht op bescherming, bewustwording en het versterken van weerbaarheid tegen digitale dreigingen.
BBB ziet deepfakes en online fraude als een groeiend probleem dat bijdraagt aan desinformatie en ongewenste beïnvloeding. Om dit te bestrijden, wil de partij het maken en verspreiden van deepfakes zonder toestemming strafbaar stellen en pleit zij voor een uniforme digitale verificatiestandaard op sociale media, zodat accounts van bedrijven, politici, media en instellingen herkenbaar zijn. Dit moet de verspreiding van desinformatie en manipulatie tegengaan.
“Illegale deepfakes strafbaar. Het zonder toestemming maken of verspreiden van deepfakes wordt wettelijk verboden en bestraft.”
“Aanpak van deepfakes en online fraude. Nederland moet met de EU aan een uniforme digitale verificatiestandaard werken die leidt tot een consistent kenmerk dat op alle sociale mediaplatforms wordt getoond voor accounts van bedrijven, politici, media en instellingen.”
BBB vindt dat burgers, en vooral jongeren, weerbaarder moeten worden tegen misinformatie en desinformatie. Daarom wil de partij investeren in voorlichting, educatie en mediawijsheid, zodat mensen beter leren omgaan met digitale risico’s en manipulatie.
“Ondersteuning voor mediawijsheid. Ouders, docenten en jongeren krijgen middelen en voorlichting voor digitale begeleiding en bescherming.”
“Jongeren, maar ook ouderen en kwetsbare groepen, verdienen extra bescherming én voorlichting om weerbaar te blijven.”
D66 ziet desinformatie als een directe bedreiging voor het vertrouwen in de democratie en wil deze krachtig bestrijden. De partij stelt voor om de publieke omroep meer middelen te geven om desinformatie tegen te gaan, strenger te handhaven op verspreiding ervan, en digitale vaardigheden van burgers te versterken zodat zij nepnieuws kunnen herkennen. Omroepen die desinformatie verspreiden, worden uitgesloten van de publieke omroep.
D66 wil de publieke omroep versterken in de strijd tegen desinformatie door extra middelen beschikbaar te stellen en strengere handhaving in te voeren. Dit moet het vertrouwen in betrouwbare media herstellen en voorkomen dat desinformatie de democratie ondermijnt.
“De publieke omroep krijgt meer middelen om desinformatie te bestrijden, er wordt strenger gehandhaafd en de journalistieke code wordt vastgelegd in de wet. Omroepen die desinformatie verspreiden, horen niet thuis binnen de publieke omroep.”
D66 vindt het belangrijk dat burgers zelf nepnieuws en desinformatie kunnen herkennen. Daarom wil de partij investeren in digitale vaardigheden via onderwijs en voorlichting, zodat mensen beter bestand zijn tegen misleiding.
“D66 versterkt digitale vaardigheden via voorlichting en onderwijs, zodat mensen nepnieuws kunnen herkennen.”
D66 ziet vrije en veilige journalistiek als essentieel om desinformatie tegen te gaan en het vertrouwen in de democratie te behouden. De partij investeert daarom in persveiligheid en bescherming van journalisten.
“Vrije media geven mensen de ruimte om te begrijpen, mee te praten en invloed te hebben. Maar die ruimte staat onder druk. D66 beschermt journalisten, versterkt de publieke omroep en bestrijdt desinformatie. Want zonder betrouwbare media verdwijnt het vertrouwen.”
D66 erkent dat desinformatie ook van buitenaf komt, bijvoorbeeld door autocratische regimes die de open samenleving aanvallen. Dit onderstreept het belang van een actieve aanpak van desinformatie om de democratie te beschermen.
“Van buitenaf: autocratische regimes die met cyberaanvallen en desinformatie onze open samenleving aanvallen.”
NSC erkent desinformatie als een bedreiging voor de Nederlandse samenleving en democratie, met name door de rol van AI en sociale media. Hun belangrijkste voorstellen zijn het strafbaar stellen van deepfakes die voor desinformatie worden gebruikt, het vergroten van digitale geletterdheid zodat burgers desinformatie leren herkennen, en het reguleren van sociale mediaplatforms en algoritmes om verspreiding van desinformatie tegen te gaan.
NSC wil het maken en verspreiden van deepfakes, onder andere voor het verspreiden van desinformatie, strafbaar stellen en ontwikkelaars verplichten tot watermerken. Dit moet misbruik van AI voor desinformatie en oplichting tegengaan.
“Steeds meer mensen hebben er last van dat hun gelijkenis door middel van AI wordt misbruikt voor deepfake-porno, om desinformatie te verspreiden en om anderen online op te lichten. Dit probleem moet effectief worden aangepakt. Het maken en verspreiden van deepfakes wordt strafbaar gesteld via het auteursrecht, met een verplichte snelle verwijdering van dit materiaal.”
“We pleiten voor een verplichting op Europees niveau voor ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie om zichtbare en onzichtbare watermerken toe te voegen wanneer hun software wordt gebruikt om bestaande mensen na te bootsen.”
NSC ziet het herkennen van desinformatie als een essentiële vaardigheid voor een weerbare democratie. Zij willen dat burgers, vanaf jonge leeftijd, leren propaganda en desinformatie te herkennen.
“Propaganda en desinformatie ontwrichten de Nederlandse samenleving en vergroten het wij-zijdenken. Een weerbare democratie vraagt erom dat mensen propaganda en desinformatie leren herkennen.”
NSC wil Europese regulering van sociale mediaplatforms en hun aanbevelingsalgoritmes, mede om de verspreiding van desinformatie te beperken en de mentale gezondheid te beschermen.
“We steunen Europese initiatieven om wettelijk het verslavende ontwerp van sociale mediaplatforms aan banden te leggen. We maken het reguleren van aanbevelingsalgoritmes op zeer grote sociale mediaplatforms tot een Europese prioriteit.”
De Partij voor de Dieren ziet desinformatie als een bedreiging voor een goed functionerende democratie en wil onafhankelijke journalistiek versterken om feitelijke informatie te waarborgen. Ze pleiten voor meer steun aan onderzoeksjournalistiek en willen internetbedrijven verantwoordelijker maken voor transparantie en het tegengaan van nepnieuws, zonder dat deze bedrijven te veel macht krijgen over de inhoud.
De PvdD beschouwt onafhankelijke journalistiek als essentieel om desinformatie te scheiden van feiten en de macht te controleren. Daarom willen ze de toegankelijkheid en omvang van fondsen voor onafhankelijke en onderzoeksjournalistiek vergroten, met aandacht voor inclusie en diversiteit.
“scheiden van desinformatie. De Partij voor de Dieren vindt daarom dat de media en journalisten adequaat gesteund en beschermd dienen te worden. Het toeslagenschandaal heeft laten zien hoe belangrijk onderzoeksjournalistiek is om de macht te kunnen controleren.”
“We versterken daarom de toegankelijkheid en omvang van fondsen voor onafhankelijke journalistiek en steunen investeringen in onderzoeksjournalistiek.”
De partij wil dat internetbedrijven als Meta en Google meer transparantie bieden over hun algoritmes en hun rol bij het verspreiden van informatie. Tegelijkertijd willen ze voorkomen dat deze bedrijven te veel macht krijgen over wat gebruikers te zien krijgen, en microtargeting beperken.
“We onderzoeken hoe we internetgiganten meer verantwoordelijkheid kunnen laten nemen om nepnieuws tegen te gaan zonder dat zij te veel macht krijgen over de inhoud die op de platformen gedeeld wordt.”
“We gaan ervoor zorgen dat internetbedrijven als Meta en Google meer transparantie bieden over wat zij gebruikers laten zien en waarom, en leggen microtargeting (waarbij heel gericht wordt geadverteerd) aan banden.”
De SGP erkent het belang van het tegengaan van desinformatie, maar is tegelijkertijd zeer kritisch over het risico dat bestrijding van desinformatie leidt tot censuur en beperking van de vrijheid van meningsuiting. De partij pleit voor bewustwording en bronvermelding als nuttige middelen, maar waarschuwt nadrukkelijk voor het misbruik van het label ‘desinformatie’ door overheden of de EU, wat volgens de SGP kan uitmonden in politieke censuur.
De SGP vindt dat het tegengaan van desinformatie noodzakelijk is, maar waarschuwt dat overheden en de EU het begrip te subjectief kunnen invullen, waardoor het risico op censuur ontstaat. De partij benadrukt het belang van vrijheid van meningsuiting en is beducht voor politieke of arbitraire toepassing van desinformatiebeleid.
“Bewustwording en tegengaan van desinformatie is nodig. Verplichte bronvermelding kan daarbij nuttig zijn. De SGP is echter beducht voor foutieve claims van ‘desinformatie’ waarbij het gevaar dreigt van censuur.”
“De SGP waakt ervoor dat digitale controle vanuit de EU omgezet wordt in digitale censuur van klassiek-christelijke opvattingen, zoals op het terrein van het huwelijk en de bescherming van het (ongeboren) leven.”
“Subjectieve interpretaties van de definitie van hatespeech rukken steeds sneller op. In plaats dat de EU dit faciliteert, zou zij de vrijheid van meningsuiting moeten versterken.”
De SGP ziet bewustwording en verplichte bronvermelding als nuttige instrumenten om desinformatie tegen te gaan, mits deze niet leiden tot overheidsbemoeienis die de vrijheid van meningsuiting schaadt.
“Bewustwording en tegengaan van desinformatie is nodig. Verplichte bronvermelding kan daarbij nuttig zijn.”
De VVD ziet desinformatie als een directe bedreiging voor de nationale veiligheid, economie en democratische rechtsstaat, vooral in het digitale domein. De partij pleit voor een gecoördineerde Europese aanpak, versterking van inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en samenwerking met het bedrijfsleven om desinformatie en andere digitale dreigingen tegen te gaan. Concrete voorstellen zijn onder meer het opzetten van een Europese ‘Five Eyes’ en het verhogen van digitale weerbaarheid.
De VVD beschouwt desinformatie als een serieuze digitale dreiging die vraagt om internationale samenwerking, vooral binnen Europa. Door samen te werken met andere Europese landen en het bedrijfsleven wil de partij de weerbaarheid tegen desinformatie vergroten en de impact ervan op de samenleving en democratie beperken.
“Dreigingen zoals statelijke cyberaanvallen, desinformatie en spionage vragen om een gecoördineerde aanpak waarbij ook samenwerking tussen het bedrijfsleven en inlichtingendiensten nodig is. We willen een Europese ‘’Five Eyes’’ waarin, binnen een select Europees gezelschap, wordt samengewerkt op inlichtingengebied.”
“Cyberaanvallen, buitenlandse spionage en desinformatie raken direct aan onze vrijheid, economie en democratische rechtsstaat.”
De VVD wil de inlichtingen- en veiligheidsdiensten fors uitbreiden en versterken om beter te kunnen anticiperen op digitale dreigingen, waaronder desinformatie. Door meer te investeren in deze diensten en hun capaciteit te vergroten, moet Nederland weerbaarder worden tegen pogingen tot beïnvloeding en manipulatie.
“We moeten onze inlichtingendiensten niet alleen fors uitbreiden en versterken, maar hen ook stimuleren om tactische inlichtingen vaker publiek te maken. Juist bij pogingen tot beïnvloeding van politici of verkiezingen moet maximale openheid het uitgangspunt zijn, zolang dit kan zonder de inlichtingenpositie te schaden.”
De VVD benoemt specifiek het belang van betrouwbare voorlichting en het bestrijden van desinformatie rondom abortus, om vrouwen in staat te stellen een vrije en geïnformeerde keuze te maken.
“We zorgen voor betrouwbare voorlichting, bestrijden desinformatie en steunen vrouwen in kwetsbare situaties, zodat zij echt vrij kunnen kiezen.”
FVD verzet zich fel tegen overheidsbemoeienis bij het bepalen of informatie ‘desinformatie’ is en wil dat de overheid geen rol speelt in het censureren van online meningen. Ze pleiten voor een wettelijk verbod op overheidscensuur en willen dat alleen door gebruikers aangestuurde factchecks zijn toegestaan, zodat het publieke debat vrij blijft.
FVD vindt dat de overheid niet mag bepalen wat ‘desinformatie’ is en wil elke vorm van overheidsbemoeienis bij online meningsuiting verbieden. Ze zien het gevaar dat de overheid afwijkende meningen onderdrukt en pleiten daarom voor een verbod op contact tussen overheid en techbedrijven over het weren van meningen.
“We verbieden de overheid om een ‘Ministerie van Waarheid’ in te richten en te bepalen wat ‘desinformatie’ is. Alleen community driven factchecks moeten toegestaan zijn.”
“We verbieden de overheid om contact te houden met of druk uit te oefenen op techbedrijven om afwijkende meningen te weren, zodat het publieke debat vrij blijft.”
FVD wil dat factchecking uitsluitend door gebruikersgemeenschappen gebeurt en niet door de overheid, om zo de vrijheid van meningsuiting te beschermen en te voorkomen dat de overheid bepaalt wat waar is.
“Alleen community driven factchecks moeten toegestaan zijn.”
GroenLinks-PvdA ziet desinformatie als een bedreiging voor de democratie en de maatschappelijke orde, en wil deze actief bestrijden. De partij stelt voor een nationaal expertisecentrum tegen desinformatie op te richten, investeert in het herkennen en bestrijden van digitale beïnvloeding, en eist transparantie van techbedrijven over algoritmen en verdachte campagnes. Hun aanpak combineert preventie, educatie en versterking van de weerbaarheid van burgers, media en overheid.
GroenLinks-PvdA wil een centrale rol voor een nationaal expertisecentrum dat desinformatie en beïnvloeding bestrijdt. Dit centrum moet ondersteuning bieden aan media, scholen, overheid en burgers, en veiligheidsdiensten beter toerusten om desinformatie te herkennen en aan te pakken. De partij ziet desinformatie als een directe bedreiging voor de maatschappelijke stabiliteit en democratische processen.
“We richten een nationaal expertisecentrum op tegen desinformatie en beïnvloeding, dat media, scholen, overheid en burgers ondersteunt. Veiligheidsdiensten moeten beter toegerust zijn om desinformatie en ondermijning te herkennen en te bestrijden.”
De partij erkent dat sociale media en digitale platforms worden ingezet voor het verspreiden van desinformatie, vaak door buitenlandse actoren. GroenLinks-PvdA wil daarom transparantie eisen van techbedrijven over hun algoritmen en verdachte campagnes, en leren van andere EU-landen om digitale beïnvloeding effectiever tegen te gaan. Dit alles met respect voor de vrijheid van meningsuiting van privépersonen.
“Digitale beïnvloeding gebeurt door bots, AI-afbeeldingen en desinformatie en wordt gecoördineerd door kwaadwillende landen. We leren van andere EU-landen en eisen transparantie van techgiganten over hun algoritmen en verdachte campagnes. Altijd met respect voor de vrijheid van meningsuiting van privépersonen.”
GroenLinks-PvdA beschouwt beleid tegen desinformatie als een essentieel onderdeel van het beschermen van nationale veiligheid en het tegengaan van maatschappelijke ondermijning. Dit wordt expliciet gekoppeld aan bredere veiligheidsmaatregelen.
“van afhankelijkheden en beleid tegen desinformatie.”
De SP erkent het gevaar van desinformatie en nepnieuws, vooral via sociale media, en wil de verspreiding hiervan actief tegengaan. Ze pleiten voor het aan banden leggen van het verdienmodel van Big Tech, een verbod op gepersonaliseerde advertenties, en meer transparantie over algoritmes die de verspreiding van nepnieuws en haatberichten stimuleren. De partij wil zo de regie over informatievoorziening terugbrengen bij de samenleving en publieke waarden online beschermen.
De SP ziet de verspreiding van nepnieuws en haatberichten via sociale media als een groot maatschappelijk probleem, mede door de rol van algoritmes die deze berichten stimuleren. Ze willen dat sociale media geen vrijplaatsen zijn voor desinformatie en pleiten voor meer transparantie en regulering van deze platforms.
“Stop de aangestuurde verspreiding van haatberichten en nepnieuws. Sociale media zijn een belangrijk onderdeel van ons leven geworden, maar mogen geen vrijplaatsen zijn voor bedreigingen en intimidatie. Sommige platforms zijn verantwoordelijk voor de verspreiding van haatberichten en nepnieuws. Algoritmes kunnen de verspreiding van deze berichten stimuleren. De regie over wat mensen zien mag niet in handen zijn van ondoorzichtige bedrijven.”
De SP stelt dat het verdienmodel van Big Tech, gebaseerd op grootschalige dataverzameling en gepersonaliseerde advertenties, de verspreiding van desinformatie in de hand werkt. Ze willen een wettelijk verbod op gepersonaliseerde advertenties en advertentieveilingen, en een aanpak van de grootschalige dataverzameling en handel.
“Wij willen af van een digitaal systeem waarin gebruikers worden behandeld als handelswaar. Het is tijd voor een internet waarin de mens centraal staat, niet het algoritme en de winst. Daar moet een grote aanpak voorkomen, met als eerste kleine stappen een wettelijk verbod op gepersonaliseerde advertenties, advertentieveilingen en de grootschalige dataverzameling en handel.”
De SP benadrukt dat ondoorzichtige algoritmes bijdragen aan de verspreiding van desinformatie. Ze willen dat de regie over informatievoorziening niet bij bedrijven ligt, maar transparant en democratisch wordt ingericht.
“De regie over wat mensen zien mag niet in handen zijn van ondoorzichtige bedrijven.”
50PLUS noemt het begrip "desinformatie" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen direct beleid of concrete voorstellen die specifiek op het tegengaan van desinformatie zijn gericht. De partij focust vooral op digitale veiligheid, het beperken van anonieme accounts en het vergroten van digitale vaardigheden bij ouderen, maar verbindt deze maatregelen niet expliciet aan het bestrijden van desinformatie. Er zijn geen onderscheidende of concrete standpunten over desinformatie als maatschappelijk probleem.
50PLUS wil anonieme accounts op internet verbieden of sterk beperken, met als doel digitale veiligheid te vergroten en ouderen te beschermen tegen online oplichting en identiteitsdiefstal. Hoewel dit indirect kan bijdragen aan het terugdringen van desinformatie, wordt deze link niet expliciet gelegd in het programma.
“Anonieme accounts worden verboden of in ieder geval sterk beperkt.”
De partij pleit voor digitale cursussen en vaardigheidstrainingen voor ouderen, zodat zij weerbaarder worden tegen online risico’s zoals oplichting en identiteitsdiefstal. Ook hier wordt geen directe relatie gelegd met desinformatie, maar het vergroten van digitale geletterdheid kan ouderen wel helpen desinformatie te herkennen.
“Digitale cursussen voor ouderen om hun vaardigheden te verbeteren, met specifieke aandacht voor internetgebruik, online bankieren en sociale media door lokale gemeenschappen, bibliotheken en seniorenverenigingen.”
Het CDA ziet desinformatie als een bedreiging voor de samenleving en wil deze actief bestrijden, vooral via Europese regelgeving en strengere eisen aan online platforms. Ze pleiten voor bronvermelding, aanpak van anonieme accounts, factchecking en strengere handhaving, inclusief het (tijdelijk) uit de lucht halen van platforms bij grove overtredingen. Het CDA wil dat Nederland zich inzet voor aanscherping van Europese regels om desinformatie en schadelijke content effectiever te weren.
Het CDA wil desinformatie tegengaan door in Europees verband regelgeving te ontwikkelen, met nadruk op bronvermelding, het aanpakken van anonieme accounts en factchecking. Ze zien internationale samenwerking als noodzakelijk om de verspreiding van desinformatie te beperken en het publieke debat te beschermen.
“Om desinformatie te bestrijden, werken we in Europees verband aan regelgeving, waaronder bronvermelding en de aanpak van anonieme accounts en factchecking.”
Het CDA wil platforms die desinformatie verspreiden strenger aanpakken, met als uiterste maatregel het tijdelijk uit de lucht halen van websites. Ze pleiten voor aanscherping van de Digital Services Act (DSA) om platforms als Telegram en X te dwingen meer te doen tegen desinformatie en schadelijke content.
“Bij herhaalde en grove schending willen we dat websites en platforms (tijdelijk) uit de lucht worden gehaald. Naast strenge handhaving moet Nederland initiatief nemen voor aanscherping van de DSA, waarmee we platforms als Telegram en X dwingen meer te doen om desinformatie en schadelijke of zelfs criminele content te weren.”
De ChristenUnie ziet desinformatie als een serieus risico voor de democratie en wil strengere regels voor digitale platforms en overheden die desinformatie verspreiden. Ze pleiten voor een verbod op het gebruik van digitale platforms door overheden om heimelijk de publieke opinie te beïnvloeden of desinformatie te verspreiden, en willen een stevige Europese zorgplicht voor platforms om strafbare content tegen te gaan.
De ChristenUnie wil voorkomen dat overheden digitale platforms inzetten om heimelijk de publieke opinie te beïnvloeden of desinformatie te verspreiden. Dit moet de integriteit van het publieke debat beschermen en het vertrouwen in de overheid waarborgen.
“Digitale platforms die door overheden worden ingezet om heimelijk de publieke opinie te beïnvloeden of desinformatie te verspreiden, worden verboden.”
De partij vindt dat digitale platforms en hostingbedrijven een stevige Europese zorgplicht moeten krijgen om op te treden tegen strafbare uitingen, waaronder desinformatie. Dit moet bijdragen aan een veiligere digitale omgeving en het tegengaan van schadelijke informatie.
“Er komt een stevige Europese zorgplicht voor digitale platforms en hostingbedrijven om op te treden tegen strafbare uitingen en gedragingen wanneer die op of door middel van deze platforms plaatsvinden.”
JA21 noemt het begrip "desinformatie" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en presenteert geen concrete beleidsvoorstellen die direct gericht zijn op het bestrijden van desinformatie. Wel benadrukt de partij het belang van objectieve en pluriforme nieuwsvoorziening bij de publieke omroep, wat indirect raakt aan het thema desinformatie. Verder ontbreken specifieke maatregelen of standpunten over desinformatie in het programma.
JA21 wil dat de publieke omroep (NPO) zelf verantwoordelijk is voor het waarborgen van neutraliteit, objectiviteit en pluriformiteit in haar nieuwsvoorziening. Dit standpunt raakt aan het voorkomen van desinformatie door te pleiten voor betrouwbare en diverse berichtgeving, maar blijft algemeen en zonder concrete uitwerking gericht op desinformatie.
“De NPO-organisatie moet neutraliteit, objectiviteit en pluriformiteit van haar nieuwsvoorziening zelf waarborgen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma