De SGP erkent het demonstratierecht als een belangrijk grondrecht, maar wil dit recht streng begrenzen om orde, veiligheid en andere vrijheden te beschermen. De partij pleit voor duidelijke regels, snelle handhaving, en verbiedt demonstraties bij nationale herdenkingen, met gezichtsbedekkende kleding, of met antisemitische uitingen. De SGP wil dat de overheid streng optreedt tegen misbruik van het demonstratierecht, blokkades en intimidatie, en dat politie en gemeenten meer bevoegdheden krijgen om in te grijpen.
De SGP vindt dat demonstraties nooit mogen ontaarden in ontwrichting, intimidatie of gevaar voor de openbare orde. Ze wil duidelijke regels, snelle handhaving en streng optreden tegen verboden of gewelddadige demonstraties. Het demonstratierecht mag niet misbruikt worden voor radicalisering, opruiing of intimidatie.
“Het recht op betoging is een grondrecht, binnen de grenzen van de wet. Demonstraties mogen de openbare orde en veiligheid niet in gevaar brengen.”
“Verboden demonstraties dienen als zodanig behandeld te worden. De SGP staat voor sanctioneren in plaats van faciliteren.”
“De overheid moet streng optreden tegen blokkades van wegen, spoor en vitale infrastructuur. Onrechtmatige bezettingen worden direct beëindigd.”
“Demonstraties bedoeld om te intimideren tasten de vrijheid van anderen aan en vallen niet binnen het demonstratierecht.”
“De SGP wil dat gemeenten duidelijke regels hanteren voor demonstraties, inclusief snel handhaven bij overtredingen.”
“Het demonstratierecht mag nooit misbruikt worden voor radicalisering of opruiing.”
De SGP wil demonstraties bij (nationale) herdenkingen volledig verbieden, ook in de nabijheid, om de waardigheid en rust van deze momenten te waarborgen.
“Demonstraties bij (nationale) herdenkingen zijn niet langer toegestaan. Ook niet in de buurt van zicht- en gehoorafstand.”
De SGP wil dat gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties verboden wordt, om identificatie en handhaving te vergemakkelijken.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Personen die zich hier niet aan houden worden bestraft.”
De SGP wil demonstraties met antisemitische leuzen, vlaggen of uitingen verbieden en ontbinden, met de IHRA-definitie als leidraad. Organisatoren van dergelijke demonstraties moeten vervolgd worden.
“Het gebruik van antisemitische leuzen, vlaggen en afbeeldingen bij demonstraties wordt verboden. De zogenaamde IHRA-definitie is hierbij leidend. Demonstraties die deze uitingen toestaan worden verboden en ontbonden.”
“Demonstraties waarbij sprake is van antisemitische leuzen zoals ‘From the river to the sea…’ of waarbij vlaggen worden vertoond van terroristische of antisemitische organisaties worden verboden en ontbonden. De organisatoren van dergelijke demonstraties moeten worden vervolgd.”
De SGP maakt expliciet onderscheid tussen demonstraties en illegale bezettingen van publieke gebouwen, die direct beëindigd en bestraft moeten worden.
“Een bezetting van een openbare en publieke plaats zoals een universiteitsgebouw is geen demonstratie, maar een illegale bezetting en dient als zodanig te worden gehandhaafd.”
De SGP wil dat politieagenten die optreden tegen verboden demonstraties niet automatisch als verdachte worden aangemerkt en voldoende middelen krijgen om in te grijpen.
“Politieagenten die verboden demonstraties beëindigen en ontbinden en daarbij geweld moeten toepassen binnen de geweldsinstructie worden niet automatisch als verdachte aangemerkt in een strafzaak.”
“De Politie dient over voldoende middelen te beschikken om het recht op demonstratie in goede banen te leiden en in te grijpen indien een demonstratie uit de hand loopt.”
De SGP wil dat relschoppers en organisatoren die het demonstratierecht misbruiken opdraaien voor schade en kosten, en streng gestraft worden.
“De SGP wil dat relschoppers die het demonstratierecht misbruiken gestraft worden en opdraaien voor de kosten die betrekking hebben op schadevergoeding en kosten voor de samenleving.”
De SGP vindt dat de inhoud van een boodschap op zichzelf nooit een grond mag zijn om een demonstratie te weigeren, zolang deze niet intimiderend of antisemitisch is.
“De inhoud van de boodschap kan op zichzelf nooit een grond zijn om een demonstratie of protest te weigeren.”
De Partij voor de Dieren beschouwt het demonstratierecht als een fundamenteel democratisch grondrecht dat onder druk staat en actief beschermd en versterkt moet worden. Zij willen dat de overheid demonstraties maximaal faciliteert, onnodige beperkingen en surveillance stopt, en vreedzame demonstranten beschermt tegen politiegeweld en politieke vervolging. Concrete voorstellen zijn onder meer het versoepelen van aanmeldprocedures, het aanpassen van wetgeving, het intrekken van beperkende wetsvoorstellen, en het waarborgen van privacy en bescherming van demonstranten.
De PvdD vindt dat demonstraties essentieel zijn voor een vrije samenleving en dat het recht hierop niet mag worden ingeperkt door de overheid. Zij willen dat autoriteiten demonstraties faciliteren, uitgaan van vreedzaamheid, en dat aanmeldprocedures vrijwillig worden. Ook moet de Wet openbare manifestaties worden aangepast zodat hinder voor verkeer of late aanmelding geen reden meer is voor beperkingen of verboden.
“De autoriteiten moeten demonstraties maximaal faciliteren en uitgaan van de vreedzaamheid van demonstranten. De aanmelding voor demonstraties wordt vrijwillig en op voorhand hoeven de vorm of inhoud niet met de burgemeester gedeeld te worden.”
“De Wet openbare manifestaties wordt in lijn gebracht met de verplichtingen die volgen uit de internationale mensenrechten. We schrappen de tekst die het mogelijk maakt regels op te leggen aan een demonstratie of deze te verbieden alleen vanwege hinder voor het verkeer, of omdat de demonstratie niet of te laat is aangemeld.”
De partij stelt dat vreedzame demonstranten steeds vaker te maken krijgen met politiegeweld, surveillance en politieke vervolging. Zij willen dat surveillance stopt, dat ID-controles alleen bij verdenking van strafbare feiten plaatsvinden, en dat vreedzame demonstranten niet worden aangehouden of vervolgd. Ook moet het wetsvoorstel over het verheerlijken van terrorisme worden ingetrokken vanwege de risico’s voor vreedzame demonstranten.
“Surveillance van vreedzame demonstranten stopt. Het Team Openbare Orde en Inlichtingen (TOOI) die voor de openbare veiligheid op lokaal niveau moet zorgen, zet geen burgerinformanten meer in en wordt hervormd.”
“ID-controles van vreedzame demonstranten zijn in strijd met het demonstratierecht, het recht op privacy en het recht op gegevensbescherming. In de instructies wordt duidelijk gemaakt dat ID-controles tijdens demonstraties alleen mogen bij verdenking van een strafbaar feit.”
“Het Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties wordt ingetrokken, omdat de vage definities de vrijheid van meningsuiting ernstig beperken en ruimte scheppen voor politieke vervolging van vreedzame demonstranten en activisten.”
De PvdD wil dat de politie vreedzame demonstranten beschermt, ook bij (dreigend) geweld van anderen, en dat alleen gewelddadige individuen worden aangepakt. Vreedzame demonstranten mogen niet collectief worden aangehouden of verhinderd.
“Aanhouding van vreedzame demonstranten wordt vermeden. Wanneer een deel van de demonstranten geweld gebruikt, moet de politie ervoor zorgen dat de vreedzame demonstranten door kunnen gaan met hun protest.”
“Bij (dreigend) geweld van anderen (vijandig publiek) beschermt de politie het vreedzame protest en treedt op tegen de mensen die geweld gebruiken.”
De partij verzet zich tegen een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties, om demonstranten te beschermen tegen herkenning en mogelijke represailles.
“Er komt geen verbod op gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties. Zo beschermen we demonstranten tegen herkenning en mogelijke represailles van regimes.”
Volt beschouwt het recht om te demonstreren als een fundamenteel democratisch recht dat onder druk staat en actief beschermd moet worden. Ze pleiten voor het versterken van wettelijke waarborgen, het verbieden van massale surveillance van demonstranten, en het voorkomen van criminalisering van vreedzame demonstranten. Volt wil dat de overheid en politie demonstraties faciliteren in plaats van belemmeren, met expliciete aandacht voor privacy en proportionaliteit.
Volt vindt dat de Nederlandse wetgeving rond demonstraties moet worden aangescherpt en in lijn gebracht met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ze willen dat het demonstratierecht altijd wordt beschermd en dat vreedzame demonstranten niet als criminelen worden behandeld.
“De Wet openbare manifestaties moet in lijn worden gebracht met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daar waar de Nederlandse wetgeving onvoldoende is, moet die worden aangescherpt.”
“We moeten demonstranten niet als criminelen behandelen.”
Volt verzet zich expliciet tegen het gebruik van gezichtsherkenning en het bijhouden van databases van demonstranten. Ze zien vreedzame demonstraties niet als een veiligheidsdreiging en willen intimidatie en afschrikking van deelname aan protesten voorkomen.
“Het gebruik van gezichtsherkenning van demonstranten en het bijhouden van een demonstrantendatabase moet worden verboden.”
“Het verbod op massale surveillance moet expliciet worden vastgelegd.”
Volt wil dat vreedzame demonstranten niet worden aangehouden als een demonstratie niet is aangemeld, tenzij er sprake is van oproepen tot haat, geweld of wanorde. Ze vinden dat beperkingen alleen in uitzonderlijke gevallen mogen worden opgelegd.
“We willen dat deelnemers van niet-aangemelde, vreedzame demonstraties niet worden aangehouden. Alleen wanneer wordt opgeroepen tot haat, belediging, geweld of wanorde kan een burgemeester of andere bestuurder beperkingen aan een demonstratie opleggen.”
Volt pleit voor aanvullende training voor medewerkers van gemeente en politie over de wettelijke kaders van het demonstratierecht, om onwettige controles en het onterecht aanhouden van journalisten of waarnemers te voorkomen.
“Medewerkers van de gemeente en de politie moeten aanvullende training krijgen over de wettelijke kaders van het demonstratierecht, zodat zij hun werk goed kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld ten aanzien van onwettige ID-controles en het aanhouden van journalisten of waarnemers van demonstraties.”
BBB erkent het demonstratierecht als fundamenteel, maar stelt duidelijke grenzen: demonstraties mogen nooit leiden tot chaos, onveiligheid of ontwrichting van de samenleving. De partij wil streng handhaven op openbare orde, gezichtsbedekking verbieden bij demonstraties, schade verhalen op organisatoren en blokkades van vitale infrastructuur bestraffen. Ook pleit BBB voor krachtig optreden tegen haatdragende demonstraties op onderwijsinstellingen.
BBB vindt dat demonstreren een recht is, maar dat dit nooit mag ontaarden in wanorde of schade aan de samenleving. De partij wil streng optreden tegen misbruik van het demonstratierecht, onder meer door gezichtsbedekking te verbieden, schade te verhalen op organisatoren en blokkades van vitale infrastructuur te bestraffen. Dit alles om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.
“Demonstreren is ieders goed recht, maar je moet je houden aan de regels waarbij de openbare orde en veiligheid nooit in het geding mogen komen. Dit dient daadwerkelijk te worden gehandhaafd, ook met betrekking tot vervolgen en straffen.”
“Verbod gezichtsbedekking bij demonstraties. We accepteren in het kader van handhaving geen bedekking van het gezicht bij demonstraties.”
“Schade demonstranten verhalen. Het kan niet zo zijn dat demonstranten de boel kort en klein slaan en hier zomaar mee wegkomen, en we onderzoeken of de opruim en reinigingskosten kunnen worden verhaald op de organisatie van de demonstratie. Wat je kapot maakt, moet je betalen.”
“Geen blokkades vitale infrastructuur. We gaan optreden tegen mensen die hun demonstratie recht gebruiken om de samenleving te ontwrichten.”
BBB wil dat onderwijsinstellingen direct optreden tegen haatdragende demonstraties, zoals antisemitische protesten, en vindt dat de Onderwijsinspectie hierop moet toezien. Dit standpunt richt zich specifiek op het waarborgen van een veilige en respectvolle leeromgeving.
“Geen haatdragende demonstraties en vernielingen. Bij antisemitische of andere haatdragende demonstraties en vernielingen dienen onderwijsinstellingen onmiddellijk daadkrachtig op te treden. We willen dat de Onderwijsinspectie dit meeneemt in haar beoordeling van onderwijsinstellingen.”
BIJ1 wil het demonstratierecht stevig beschermen en pleit voor een fundamentele verschuiving van repressie naar facilitering van demonstraties. Ze willen dat autoriteiten demonstraties niet meer kunnen beperken of verbieden op basis van formaliteiten, en dat politie-inzet en surveillance bij demonstraties drastisch worden teruggedrongen. Privacy, transparantie en het tegengaan van discriminatie staan centraal in hun voorstellen.
BIJ1 ziet het demonstratierecht als een fundamenteel mensenrecht dat te vaak wordt ingeperkt door autoriteiten. Ze willen dat demonstraties niet meer verboden of beperkt kunnen worden vanwege formaliteiten zoals het ontbreken van een aanmelding, en dat het recht op demonstratie wettelijk sterker wordt verankerd.
“Het recht op demonstratie wordt met robuuste wetgeving beschermd tegen de autoritaire heksenjacht door rechtse politici. Autoriteiten mogen in lijn met onze mensenrechten geen beperkingen meer stellen aan demonstraties op grond van onder meer verkeersbelang. Ook mogen autoriteiten geen protesten meer verbieden, beperken of beëindigen vanwege het ontbreken van (tijdige) kennisgeving of aanmelding van het protest. Autoriteiten mogen demonstranten niet bestraffen vanwege het deelnemen aan een niet-aangemeld protest.”
BIJ1 wil dat het beleid rond demonstraties verandert van repressief naar faciliterend. Ingrijpen door de burgemeester mag alleen in uitzonderlijke gevallen, met uitgebreide verantwoording achteraf.
“Het beleid over demonstraties verandert van repressie naar facilitatie; alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan de burgemeester ingrijpen, met uitgebreide verantwoording en toetsing aan het demonstratierecht nadien.”
De partij wil de inzet van de Mobiele Eenheid en politie in burger bij demonstraties stoppen, en grootschalige surveillance zoals cameratoezicht en automatische gezichtsherkenning verbieden. Handhaving mag alleen gericht zijn op bescherming van demonstranten tegen geweld van anderen.
“De Mobiele Eenheid wordt niet langer ingezet bij demonstraties en de inzet van politie in burger bij demonstraties stopt. Handhaving gebeurt alleen om demonstraties te beschermen tegen geweld van anderen.”
“De grootschalige controle en surveillance bij demonstraties – zoals de standaard inzet van camera’s – in de publieke ruimte stopt onmiddellijk en er komt nieuw beleid waarin de privacy van de burger centraal staat. Ook automatische gezichtsherkenning wordt verboden.”
BIJ1 wil dat ID-controles tijdens vreedzame demonstraties alleen nog mogen met wettelijke bevoegdheid, en dat alle controles worden geregistreerd en publiek verantwoord om discriminatie tegen te gaan.
“ID-controles tijdens vreedzame demonstraties mogen niet meer worden uitgevoerd zonder wettige bevoegdheid om een identiteitsbewijs te vorderen. De politie wordt verplicht om de ID-controles die ze wel uitvoeren, te registreren. In de registraties worden onder andere de omstandigheden en verdenkingen vastgelegd. De registraties worden gebruikt voor onderzoek naar discriminatie en de politie dient hierover publiek verantwoording af te leggen.”
De ChristenUnie erkent het demonstratierecht als een belangrijk grondrecht, maar wil strengere regels om excessen en verstoringen van de openbare orde te voorkomen. Ze pleiten voor het aanscherpen van voorwaarden voor demonstraties, een verbod op gezichtsbedekkende kleding, en het verhalen van schade op organisatoren. Tegelijkertijd benadrukken ze het belang van het beschermen van grondrechten, waaronder het demonstratierecht.
De ChristenUnie ziet een toename van demonstraties die de orde verstoren of de rechten van anderen beperken en wil daarom strengere voorwaarden stellen. Ze stellen onder andere een verbod op gezichtsbedekkende kleding voor en willen schade verhalen op organisatoren. Dit moet misbruik en verstoring tegengaan, terwijl het vreedzame demonstratierecht behouden blijft.
“Om dit gerichter aan te kunnen pakken, moeten de voorwaarden om te kunnen demonstreren waar nodig aangescherpt. Onderdeel daarvan is het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het zo mogelijk verhalen van schade op de organisatoren.”
“Daarnaast moet intimidatie en het op andere manier verhinderen van vreedzame bijeenkomsten worden tegengegaan door misbruik van het beginsel van zicht- en gehoorsafstand aan te pakken.”
De ChristenUnie benadrukt dat het demonstratierecht een groot goed is en onderdeel van de democratische rechtsstaat. Ze signaleren echter dat dit recht onder druk staat en dat het belangrijk is om het te beschermen tegen zowel externe als interne bedreigingen.
“Naast externe bedreigingen voor onze democratie zien we dat onze klassieke grondrechten dreigen af te brokkelen doordat bijvoorbeeld de vrijheid van onderwijs, de vrijheid van vergadering en het demonstratierecht onder druk staan.”
“Het grondrecht om te demonstreren is een groot goed. Het merendeel van de demonstraties verloopt vreedzaam...”
“We zijn in ons land gezegend met de vrijheid om samen te geloven, om hartgrondig van mening te verschillen, om met protestborden te demonstreren en om in het stemhokje ons hart te volgen.”
De PVV wil demonstraties die de openbare orde verstoren, zoals het blokkeren van infrastructuur, streng verbieden en zwaar bestraffen. Gewelddadige demonstranten moeten volledig opdraaien voor schade en kosten, en bij uitkeringsgerechtigden wordt de uitkering direct stopgezet. Ook pleit de partij voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding en het gebruik van niet-westerse talen bij demonstraties.
De PVV beschouwt demonstraties die de openbare orde verstoren, zoals het blokkeren van wegen door klimaatactivisten, als ontoelaatbaar. Zij willen deze demonstraties verbieden, direct ingrijpen door politie, en de veroorzakers financieel en juridisch zwaar aanpakken. Dit beleid is gericht op het beschermen van de openbare orde en het ontmoedigen van activistische acties die maatschappelijke ontwrichting veroorzaken.
“Ordeverstorende demonstraties, zoals het blokkeren van infrastructuur, worden verboden. Klimaatactivisten die de snelweg blokkeren, worden direct opgepakt, vastgezet en gestraft. Ze draaien volledig op voor de veroorzaakte schade en de kosten van politie-inzet. Als ze een uitkering hebben, wordt die onmiddellijk stopgezet.”
“Bij gewelddadige demonstraties ontstane schade volledig verhalen op de relschoppers”
“Bij gewelddadige demonstraties draaien de daders op voor alle schade. Buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die meedoen of dit gedogen, gaan zonder pardon terug naar hun thuisland. Nederlandse docenten, bestuurders en directieleden die zich hier schuldig aan maken, worden per direct ontslagen.”
De PVV wil het gebruik van gezichtsbedekkende kleding en niet-westerse talen, zoals het Arabisch, bij demonstraties verbieden. Dit voorstel is bedoeld om identificatie te vergemakkelijken en de Nederlandse cultuur en veiligheid te waarborgen tijdens demonstraties.
“Verbod op gezichtsbedekkende kleding en gebruik van het Arabisch en andere niet-westerse talen bij demonstraties”
De SP beschouwt het demonstratierecht als een fundamenteel onderdeel van de democratie en wil dit recht actief beschermen. Ze pleiten voor het faciliteren en beschermen van vreedzame demonstraties door overheid en politie, met zo min mogelijk beperkingen vooraf. De partij wijst extra wetgeving die uitingen tijdens demonstraties verder strafbaar stelt af, en benadrukt dat het verminderen van demonstraties vooral bereikt wordt door te luisteren naar de zorgen van mensen en hun problemen op te lossen.
De SP vindt dat het demonstratierecht essentieel is voor de democratie en dat overheden en politie zich moeten richten op het mogelijk maken van vreedzame demonstraties, met minimale beperkingen vooraf. Ze keuren geweld af, zowel door demonstranten als door de politie, en stellen dat het recht op demonstreren niet verder ingeperkt mag worden.
“We beschermen het demonstratierecht. Het demonstratierecht is een deel van het fundament van onze democratie. Veel van onze rechten en verworvenheden en zelfs de democratie zelf, zijn er alleen gekomen dankzij mensen die in actie kwamen en demonstreerden. Overheden en politie moeten zich daarom richten op het faciliteren en beschermen van vreedzame demonstraties, met zo min mogelijk beperkingen aan de voorkant. Geweld bij demonstraties keuren we af, zowel onder demonstranten als door de politie.”
“Ook zien we een stapsgewijze inperking van het recht op demonstreren. Vreedzaam demonstreren moet altijd mogelijk zijn. Wij zorgen ervoor dat onze grondrechten er zijn voor iedereen.”
De SP verzet zich tegen nieuwe wetten die selectief leuzen, uitspraken of symbolen tijdens demonstraties strafbaar stellen, omdat bestaande wetgeving volgens hen al voldoende bescherming biedt tegen opruiing, haatzaaien en terrorisme. Ze waarschuwen dat dergelijke voorstellen de vrijheid van meningsuiting en het kritisch debat kunnen beperken.
“Wij verzetten ons tegen meer wetten die op selectieve wijze leuzen, uitspraken of symbolen strafbaar stellen. Bestaande wetten voorzien al in bescherming tegen opruiing, haatzaaien en terrorisme. Dit soort voorstellen voegen niets wezenlijks toe, maar dreigen wel de vrijheid van meningsuiting en kritisch debat te beperken.”
De SP stelt dat het aantal demonstraties vanzelf zal afnemen als de overheid daadwerkelijk luistert naar mensen en hun problemen oplost, in plaats van het demonstratierecht te beperken.
“Voor alle partijen die graag willen dat er minder demonstraties zijn hebben wij slechts één boodschap: luister écht en los de problemen van mensen op, dan zal het vanzelf minder worden.”
De VVD wil het recht op vreedzame demonstratie beschermen, maar stelt harde grenzen aan ordeverstorende en illegale acties tijdens demonstraties. De partij pleit voor strengere wetgeving, inzet van technologie zoals gezichtsherkenning, en strafbaarstelling van blokkades van vitale infrastructuur en steun aan verboden organisaties tijdens demonstraties.
De VVD wil het demonstratierecht beschermen door duidelijk te onderscheiden tussen vreedzame demonstraties en acties die de openbare orde verstoren. Ordeverstorende demonstranten worden harder aangepakt, onder meer door identificatie en vervolging.
“We maken een scherper onderscheid tussen (vreedzame) demonstraties en ordeverstorende acties. Om het demonstratierecht te beschermen moeten we relschoppers identificeren die het demonstratierecht misbruiken om strafbare feiten te plegen en hen niet straffeloos laten wegkomen.”
De VVD wil de Wet op de openbare manifestaties moderniseren, gezichtsherkenning inzetten, gezichtsbedekkende kleding verbieden, en blokkeren van vitale infrastructuur strafbaar stellen. Ook wordt het uiten van steun aan verboden organisaties tijdens demonstraties strafbaar.
“Daartoe moderniseren we de wet op de openbare manifestaties en zetten we camera’s met gezichtsherkenning in. Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding en we stellen het blokkeren van vitale infrastructuur strafbaar. Het betuigen van steun aan verboden organisaties, zoals in het openbaar onder het mom van het demonstratierecht met vlaggen van terroristische organisaties zwaaien, wordt strafbaar gesteld. Zowel offline als online.”
De VVD wil het blokkeren van wegen door demonstraties expliciet strafbaar maken, met directe aanhouding en vervolging van de bezetters.
“Het blokkeren van wegen door demonstraties voor welke doeleinden dan ook, gaan we strafbaar stellen. Bezetters van snelwegen worden direct weggehaald en worden niet alleen aangehouden, maar worden wat de VVD betreft ook vervolgd. Bezetters mogen dan ook na hun aanhouding nooit ongestraft het politiebureau verlaten.”
De VVD wil dat het illegaal binnendringen van bedrijven, universiteiten of erven door activisten tijdens demonstraties voortaan als inbraak wordt gezien en bestraft.
“wanneer ordeverstorende activisten zich illegaal toegang verschaffen tot woningen, stallen, erven, universiteiten of bedrijven, dat voortaan wordt gekwalificeerd als inbraak.”
JA21 wil het demonstratierecht beperken wanneer dit leidt tot wanordelijkheden of het inperken van andermans rechten, en pleit voor strengere regels rond demonstraties. De partij stelt onder meer een wettelijk verbod op gezichtsbedekking tijdens demonstraties voor en wil het makkelijker maken om demonstraties te verbieden ter bescherming van de openbare orde en de rechten van anderen.
JA21 wil dat deelnemers aan demonstraties herkenbaar zijn, zodat bij vernielingen de daders aansprakelijk kunnen worden gesteld. Dit moet het makkelijker maken om schade te verhalen en het optreden tegen geweld tijdens demonstraties versterken.
“Wettelijk verbod op gezichtsbedekking tijdens een demonstratie, zodat bij vernielingen de kosten op de daders verhaald kunnen worden.”
De partij vindt dat het huidige wettelijke kader onvoldoende is om demonstraties te verbieden wanneer deze de rechten en vrijheden van anderen schenden. JA21 wil daarom extra gronden toevoegen aan de Wet Openbare Manifestaties, zodat demonstraties ook kunnen worden verboden ter bescherming van de rechten van anderen, naast de bestaande gronden als gezondheid en openbare orde.
“Actiever gebruikmaken van artikel 2 van de Wet Openbare Manifestaties, wat inhoudt dat een demonstratie geen doorgang kan vinden ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Rechten en vrijheden van anderen dienen als extra grond om demonstraties te kunnen verbieden in art. 2 van de de Wet Openbare Manifestaties te worden opgenomen.”
JA21 uit zorgen over activistische groepen die volgens hen het demonstratierecht misbruiken om de rechten van anderen te beperken, bijvoorbeeld door het bezetten van snelwegen of universiteiten. De partij stelt dat niemand het recht heeft een ander de mond te snoeren of bijeenkomsten onmogelijk te maken.
“Onder het mom van 'vrijheid van meningsuiting' en 'vrijheid van demonstreren' worden daarnaast steeds vaker diezelfde rechten van anderen ingeperkt en met voeten getreden. De zogenoemde woke-beweging en organisaties als Extinction Rebellion bezondigen zich daar regelmatig aan, en bezetten en vernielen bijvoorbeeld snelwegen en universiteiten en maken bijeenkomsten van andersdenkenden feitelijk onmogelijk. Niemand staat echter boven de wet, en niemand heeft het recht een ander de mond te snoeren.”
D66 beschouwt het recht om te demonstreren als een fundamenteel grondrecht dat actief beschermd moet worden, ook als demonstraties schuren of ongemakkelijk zijn. Ze benadrukken het belang van vrije meningsuiting en gelijke behandeling, en willen waarborgen dat deze rechten bereikbaar en beschermd blijven voor iedereen.
D66 vindt dat het recht om te demonstreren essentieel is voor een vrije en democratische samenleving, juist wanneer dit confronterend of controversieel is. Ze zien demonstraties als een uiting van vrijheid van meningsuiting en willen dat deze grondrechten altijd beschermd en toegankelijk blijven.
FVD benadrukt het belang van ordehandhaving bij demonstraties en maakt onderscheid tussen vreedzaam protest en ordeverstoring. Het programma stelt voor om streng op te treden tegen relschoppers en activistische ordeverstoorders, met het verhalen van kosten op de daders.
FVD wil dat de politie hard optreedt tegen relschoppers en activisten die tijdens demonstraties de openbare orde verstoren, zoals bij blokkades van snelwegen. De partij ziet het handhaven van de openbare orde als prioriteit en wil voorkomen dat de belastingbetaler opdraait voor de kosten van ordeverstoring.
“We arresteren alle relschoppers bij ongeregeldheden zoals in Scheveningen, zodat de openbare orde direct wordt hersteld. Hetzelfde geldt voor (links)activistische ordeverstoorders zoals tijdens de blokkade van de A12.”
“We verhalen de schade en handhavingskosten op daders, zodat niet de belastingbetaler maar de veroorzaker betaalt.”
NSC erkent demonstreren als een grondrecht, maar maakt zich zorgen over toenemende strafbare feiten en schade tijdens demonstraties. Ze willen strengere vervolging van overtredingen, schade verhalen op daders, en een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties, met enkele uitzonderingen. Het herstel van gezag en veiligheid staat centraal in hun visie.
NSC vindt dat het recht op demonstratie niet mag leiden tot straffeloosheid bij overtredingen en schade. Ze willen dat het Openbaar Ministerie prioriteit geeft aan het vervolgen van strafbare feiten tijdens demonstraties en dat veroorzaakte schade op de daders wordt verhaald. Dit moet het gezag herstellen en excessen tegengaan.
“Demonstreren is een grondrecht, maar we zien steeds vaker dat demonstranten strafbare feiten plegen en schade veroorzaken. Om het gezag te herstellen, moet het Openbaar Ministerie prioriteit geven aan het vervolgen van deze feiten. De schade moet op daders kunnen worden verhaald.”
Om identificatie van relschoppers te vergemakkelijken en de openbare orde te handhaven, stelt NSC een verbod op gezichtsbedekkende kleding voor bij demonstraties. Er zijn uitzonderingen mogelijk om veiligheidsredenen, bijvoorbeeld voor Iraanse dissidenten.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding, met uitzonderingen om veiligheidsredenen, zoals voor Iraanse dissidenten die demonstreren bij de Iraanse ambassade.”
50PLUS benadrukt het belang van handhaving bij wetsovertredingen die opzettelijke overlast veroorzaken tijdens demonstraties. Het programma noemt geen verdere uitwerking of bredere visie op demonstratierecht, maar focust uitsluitend op het tegengaan van overlast en het waarborgen van veiligheid.
50PLUS wil dat de overheid streng optreedt tegen demonstraties die bewust overlast veroorzaken en daarmee de openbare orde verstoren. Dit standpunt is gericht op het beschermen van de veiligheid en leefbaarheid, vooral voor kwetsbare groepen zoals ouderen, zonder in te gaan op het bredere recht op demonstratie of de balans met vrijheid van meningsuiting.
“Handhaven bij wetsovertredingen bij opzettelijke overlast door demonstraties.”
BVNL beschouwt de vrijheid om te demonstreren als een fundamenteel recht en onderdeel van de Nederlandse kernwaarden. In het verkiezingsprogramma wordt deze vrijheid expliciet genoemd als een van de vrijheden die onder druk staan, maar er worden geen concrete beleidsmaatregelen of voorstellen gedaan om demonstraties verder te beschermen of te reguleren.
BVNL benadrukt het belang van de vrijheid om te demonstreren als essentieel onderdeel van een vrije samenleving. Deze vrijheid wordt genoemd in de context van andere klassieke vrijheden, maar het programma bevat geen verdere uitwerking of specifieke beleidsvoorstellen op dit gebied.
“Jarenlang hebben we kunnen genieten van vrijheid om te ondernemen, vrijheid van meningsuiting, de vrijheid om te demonstreren en de vrijheid om zelf te bepalen wat je met je leven doet.”
Het CDA erkent demonstreren als een grondrecht, maar vindt dat dit recht niet onbegrensd is en waar nodig beperkt en strikt gehandhaafd moet worden. De partij wil dat de beschikbaarheid van politiepersoneel zwaarder meeweegt bij het toestaan van demonstraties en handhaaft het verbod op gezichtsbedekking tijdens demonstraties. Het CDA legt de nadruk op orde, veiligheid en duidelijke grenzen bij het faciliteren van demonstraties.
Het CDA vindt dat demonstraties een belangrijk grondrecht zijn, maar dat de uitoefening ervan aan duidelijke grenzen moet voldoen om de openbare orde en veiligheid te waarborgen. De partij wil dat burgemeesters de inzetbaarheid van politie zwaarder laten meewegen bij het toestaan van demonstraties en dat bestaande verboden, zoals op gezichtsbedekking, strikt gehandhaafd worden.
“Demonstreren is een grondrecht, maar niet onbegrensd. Waar een beperking of een demonstratieverbod geldt, moet dit strikt worden gehandhaafd om de rechtmatige uitoefening van dit recht vast te houden. De beschikbaarheid van politieagenten om de demonstratie in goede banen te kunnen leiden, moet zwaarder kunnen meewegen bij de beoordeling door burgemeesters. We handhaven het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties.”
GroenLinks-PvdA beschouwt het recht om te demonstreren als een fundamenteel onderdeel van de democratie, dat altijd gewaarborgd moet blijven, ook als het schuurt met andere belangen. De partij stelt expliciet dat de burgemeester en rechter – en niet de politiek – beslissen over ingrijpen bij demonstraties, waarmee politieke inmenging wordt afgewezen.
GroenLinks-PvdA benadrukt dat demonstreren tot de kern van de democratie behoort en dat dit recht beschermd moet worden, zelfs als het botst met andere belangen. De partij wil voorkomen dat politieke actoren het demonstratierecht inperken en legt de beslissingsbevoegdheid bij burgemeester en rechter.
“Het recht om te demonsteren behoort tot de kern van de democratie, ook wanneer dat botst met andere belangen. De burgemeester en de rechter beslissen of ingegrepen moet worden, niet de politiek.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma