De SGP erkent het demonstratierecht als een belangrijk grondrecht, maar stelt hier strikte grenzen aan om orde, veiligheid en andere grondrechten te beschermen. Demonstraties mogen niet ontaarden in wetteloosheid, intimidatie of antisemitisme, en de overheid moet streng optreden bij overtredingen. De partij pleit voor duidelijke regels, snelle handhaving, en specifieke verboden, zoals bij herdenkingen en bij antisemitische uitingen.
De SGP vindt dat demonstraties niet mogen leiden tot ontwrichting, intimidatie of het in gevaar brengen van de openbare orde. De overheid moet streng en snel optreden bij overtredingen, en verboden demonstraties direct beëindigen. Gemeenten moeten duidelijke regels hanteren en snel handhaven.
“Het recht op betoging is een grondrecht, binnen de grenzen van de wet. Demonstraties mogen de openbare orde en veiligheid niet in gevaar brengen.”
“Verboden demonstraties dienen als zodanig behandeld te worden. De SGP staat voor sanctioneren in plaats van faciliteren.”
“De overheid moet streng optreden tegen blokkades van wegen, spoor en vitale infrastructuur. Onrechtmatige bezettingen worden direct beëindigd. Personen die zich hieraan schuldig maken, mogen niet wegkomen met enkel een waarschuwing.”
“De SGP wil dat gemeenten duidelijke regels hanteren voor demonstraties, inclusief snel handhaven bij overtredingen.”
“Het demonstratierecht mag nooit misbruikt worden voor radicalisering of opruiing.”
De SGP wil demonstraties bij (nationale) herdenkingen volledig verbieden, ook in de nabijheid daarvan. Daarnaast worden demonstraties met antisemitische leuzen, vlaggen of uitingen verboden en ontbonden, met vervolging van organisatoren.
“Demonstraties bij (nationale) herdenkingen zijn niet langer toegestaan. Ook niet in de buurt van zicht- en gehoorafstand.”
“Het gebruik van antisemitische leuzen, vlaggen en afbeeldingen bij demonstraties wordt verboden. De zogenaamde IHRA-definitie is hierbij leidend. Demonstraties die deze uitingen toestaan worden verboden en ontbonden.”
“Demonstraties waarbij sprake is van antisemitische leuzen zoals ‘From the river to the sea…’ of waarbij vlaggen worden vertoond van terroristische of antisemitische organisaties worden verboden en ontbonden. De organisatoren van dergelijke demonstraties moeten worden vervolgd.”
De SGP wil dat relschoppers en organisatoren die het demonstratierecht misbruiken, zwaarder gestraft worden en opdraaien voor de kosten van schade en inzet van de overheid.
“De SGP wil dat relschoppers die het demonstratierecht misbruiken gestraft worden en opdraaien voor de kosten die betrekking hebben op schadevergoeding en kosten voor de samenleving.”
“Strafbare gedragingen, gepleegd onder het mom van demonstratierecht worden als strafbare gedragingen bestempeld en als zodanig gehandhaafd.”
De SGP stelt een verbod voor op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties en eist voorafgaand overleg tussen organisatoren, gemeenten en politie bij risicovolle evenementen.
Demonstraties mogen volgens de SGP niet het onderwijsproces of andere grondrechten onder druk zetten. Bezette universiteitsgebouwen worden niet als demonstratie erkend, maar als illegale bezetting.
“Het demonstratierecht aan instellingen kan niet betekenen dat het maken van tentamens en het volgen van onderwijs onder druk komt te staan.”
“Een bezetting van een openbare en publieke plaats zoals een universiteitsgebouw is geen demonstratie, maar een illegale bezetting en dient als zodanig te worden gehandhaafd.”
De Partij voor de Dieren beschouwt het demonstratierecht als een fundamenteel grondrecht dat onder druk staat en actief beschermd en versterkt moet worden. Ze pleiten voor het maximaal faciliteren van vreedzame demonstraties, het beperken van politie-inmenging en surveillance, en het schrappen van beperkende wetgeving. De partij wil dat autoriteiten uitgaan van de vreedzaamheid van demonstranten en dat het recht op demonstratie niet wordt ingeperkt onder het mom van openbare orde of veiligheid.
De PvdD ziet het demonstratierecht als essentieel voor een vrije samenleving en wil dat de overheid demonstraties faciliteert in plaats van belemmert. Ze verzetten zich tegen onnodige beperkingen, surveillance en politiegeweld, en willen dat de wetgeving wordt aangepast om het recht op demonstratie te versterken.
“De autoriteiten moeten demonstraties maximaal faciliteren en uitgaan van de vreedzaamheid van demonstranten. De aanmelding voor demonstraties wordt vrijwillig en op voorhand hoeven de vorm of inhoud niet met de burgemeester gedeeld te worden.”
“De Wet openbare manifestaties wordt in lijn gebracht met de verplichtingen die volgen uit de internationale mensenrechten. We schrappen de tekst die het mogelijk maakt regels op te leggen aan een demonstratie of deze te verbieden alleen vanwege hinder voor het verkeer, of omdat de demonstratie niet of te laat is aangemeld.”
“Surveillance van vreedzame demonstranten stopt. Het Team Openbare Orde en Inlichtingen (TOOI) die voor de openbare veiligheid op lokaal niveau moet zorgen, zet geen burgerinformanten meer in en wordt hervormd.”
“Aanhouding van vreedzame demonstranten wordt vermeden. Wanneer een deel van de demonstranten geweld gebruikt, moet de politie ervoor zorgen dat de vreedzame demonstranten door kunnen gaan met hun protest.”
“De privacy van demonstranten wordt beschermd. ID-controles van vreedzame demonstranten zijn in strijd met het demonstratierecht, het recht op privacy en het recht op gegevensbescherming.”
De partij wil bestaande en voorgestelde wetten die het demonstratierecht inperken, schrappen of aanpassen. Ze zijn tegen vage definities die ruimte laten voor politieke vervolging en tegen maatregelen die vreedzame demonstranten kunnen criminaliseren.
“Het Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties wordt ingetrokken, omdat de vage definities de vrijheid van meningsuiting ernstig beperken en ruimte scheppen voor politieke vervolging van vreedzame demonstranten en activisten.”
“Er komt geen verbod op gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties. Zo beschermen we demonstranten tegen herkenning en mogelijke represailles van regimes.”
De PvdD wil dat politie en overheid zich richten op het beschermen van vreedzame demonstranten en het respecteren van hun rechten, in plaats van op repressie of het ontmoedigen van protest.
“Bij (dreigend) geweld van anderen (vijandig publiek) beschermt de politie het vreedzame protest en treedt op tegen de mensen die geweld gebruiken.”
“Medewerkers van de gemeente en de politie worden beter op de hoogte gesteld van de mensenrechten en wettelijke kaders van het demonstratierecht.”
“Gemeenten en politie communiceren openlijk over eventueel gemaakte fouten en leren ervan.”
BBB erkent demonstreren als een fundamenteel recht, maar stelt strikte grenzen aan de manier waarop dit recht wordt uitgeoefend. De partij wil dat demonstraties ordelijk verlopen, zonder gezichtsbedekking, zonder blokkades van vitale infrastructuur, en dat schade door demonstranten wordt verhaald op de organisatie. BBB pleit voor snelle en doeltreffende bestraffing van misbruik van het demonstratierecht en wil optreden tegen haatdragende demonstraties, met name binnen onderwijsinstellingen.
BBB vindt dat demonstreren alleen mag binnen duidelijke grenzen, waarbij de openbare orde en veiligheid nooit in het geding mogen komen. De partij wil optreden tegen gezichtsbedekking, blokkades van vitale infrastructuur, en schade verhalen op organisatoren. Het doel is misbruik van het demonstratierecht te voorkomen en de samenleving te beschermen tegen ontwrichting.
“Demonstreren is ieders goed recht, maar je moet je houden aan de regels waarbij de openbare orde en veiligheid nooit in het geding mogen komen. Dit dient daadwerkelijk te worden gehandhaafd, ook met betrekking tot vervolgen en straffen.”
“Verbod gezichtsbedekking bij demonstraties. We accepteren in het kader van handhaving geen bedekking van het gezicht bij demonstraties.”
“Schade demonstranten verhalen. Het kan niet zo zijn dat demonstranten de boel kort en klein slaan en hier zomaar mee wegkomen, en we onderzoeken of de opruim en reinigingskosten kunnen worden verhaald op de organisatie van de demonstratie. Wat je kapot maakt, moet je betalen.”
“Geen blokkades vitale infrastructuur. We gaan optreden tegen mensen die hun demonstratie recht gebruiken om de samenleving te ontwrichten.”
“Wie dat recht misbruikt door vitale infrastructuur te blokkeren of te vernielen, ondermijnt de samenleving en overschrijdt een grens. Zulke acties moeten snel en doeltreffend worden bestraft.”
BBB wil dat onderwijsinstellingen direct optreden tegen haatdragende demonstraties en vernielingen, met een rol voor de Onderwijsinspectie in de beoordeling hiervan. Dit standpunt richt zich specifiek op het waarborgen van een veilige en respectvolle onderwijsomgeving.
“Geen haatdragende demonstraties en vernielingen. Bij antisemitische of andere haatdragende demonstraties en vernielingen dienen onderwijsinstellingen onmiddellijk daadkrachtig op te treden. We willen dat de Onderwijsinspectie dit meeneemt in haar beoordeling van onderwijs instellingen.”
De VVD erkent het demonstratierecht als een belangrijk onderdeel van de rechtsstaat, maar wil streng optreden tegen demonstraties die de openbare orde verstoren of vitale infrastructuur blokkeren. De partij stelt voor om het onderscheid tussen vreedzame demonstraties en ordeverstorende acties te verscherpen, het blokkeren van wegen strafbaar te stellen, en de wetgeving rondom demonstraties te moderniseren, inclusief het inzetten van gezichtsherkenning en het verbieden van gezichtsbedekkende kleding.
De VVD wil het demonstratierecht beschermen door streng op te treden tegen demonstraties die uitmonden in ordeverstoringen, zoals het blokkeren van snelwegen of het bezetten van universiteitsgebouwen. Het doel is om misbruik van het demonstratierecht te voorkomen en de openbare orde te waarborgen.
“We maken een scherper onderscheid tussen (vreedzame) demonstraties en ordeverstorende acties. Om het demonstratierecht te beschermen moeten we relschoppers identificeren die het demonstratierecht misbruiken”
“Dat geldt ook voor de mensen die het recht op demonstratie – een groot goed in onze rechtsstaat – misbruiken door gevaarlijke situaties te creëren op snelwegen of door universiteitsgebouwen te bezetten.”
De VVD wil het blokkeren van wegen en vitale infrastructuur door demonstranten expliciet strafbaar maken, met directe aanhouding en vervolging als consequentie. Dit moet voorkomen dat demonstraties het dagelijks leven en de veiligheid ernstig verstoren.
“Het blokkeren van wegen door demonstraties voor welke doeleinden dan ook, gaan we strafbaar stellen. Bezetters van snelwegen worden direct weggehaald en worden niet alleen aangehouden, maar worden wat de VVD betreft ook vervolgd.”
“We stellen het blokkeren van vitale infrastructuur strafbaar.”
De VVD wil de wet op de openbare manifestaties moderniseren, onder meer door het inzetten van camera’s met gezichtsherkenning en het verbieden van gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Dit moet het makkelijker maken om ordeverstoorders te identificeren en aan te pakken.
“Daartoe moderniseren we de wet op de openbare manifestaties en zetten we camera’s met gezichtsherkenning in. Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding...”
De VVD wil het tonen van steun aan verboden of terroristische organisaties tijdens demonstraties strafbaar stellen, zowel offline als online, om misbruik van het demonstratierecht voor extremistische doeleinden te voorkomen.
“Het betuigen van steun aan verboden organisaties, zoals in het openbaar onder het mom van het demonstratierecht met vlaggen van terroristische organisaties zwaaien, wordt strafbaar gesteld. Zowel offline als online.”
Volt beschouwt het recht op demonstratie als een fundamenteel democratisch recht dat onder druk staat en actief beschermd moet worden. Ze pleiten voor het versterken van wettelijke waarborgen, het verbieden van massale surveillance van demonstranten, en betere training voor politie en gemeenten om het demonstratierecht te respecteren. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het voorkomen van criminalisering, onnodige beperkingen en intimidatie van demonstranten.
Volt wil het demonstratierecht wettelijk versterken en in lijn brengen met internationale mensenrechtenstandaarden. Ze zien het als essentieel voor een gezonde democratie en willen dat de overheid dit recht actief beschermt, onder andere door de Wet openbare manifestaties aan te passen en door betere training van handhavers.
“De Wet openbare manifestaties moet in lijn worden gebracht met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daar waar de Nederlandse wetgeving onvoldoende is, moet die worden aangescherpt.”
“Medewerkers van de gemeente en de politie moeten aanvullende training krijgen over de wettelijke kaders van het demonstratierecht, zodat zij hun werk goed kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld ten aanzien van onwettige ID-controles en het aanhouden van journalisten of waarnemers van demonstraties. We moeten demonstranten niet als criminelen behandelen.”
“Iedereen moet zich kunnen uitspreken, zich gehoord voelen en veilig zijn. Daarom beschermen we het recht op demonstratie...”
Volt verzet zich expliciet tegen het gebruik van gezichtsherkenning, het aanleggen van demonstrantendatabases en het profileren van demonstranten. Ze willen dat vreedzame demonstranten niet worden gecriminaliseerd of geïntimideerd door overheidsmaatregelen, en dat alleen bij oproepen tot haat of geweld beperkingen mogelijk zijn.
“Het gebruik van gezichtsherkenning van demonstranten en het bijhouden van een demonstrantendatabase moet worden verboden. Vreedzame demonstratie is een fundamenteel recht, geen veiligheidsdreiging.”
“Het monitoren of profileren van demonstranten zonder aanleiding werkt intimiderend, ondermijnt het vertrouwen in de overheid en heeft een afschrikwekkend effect op deelname aan democratisch protest. Het verbod op massale surveillance moet expliciet worden vastgelegd.”
“We willen dat deelnemers van niet-aangemelde, vreedzame demonstraties niet worden aangehouden. Alleen wanneer wordt opgeroepen tot haat, belediging, geweld of wanorde kan een burgemeester of andere bestuurder beperkingen aan een demonstratie opleggen.”
BIJ1 wil het demonstratierecht stevig beschermen en pleit voor een fundamentele verschuiving van repressie naar facilitatie van demonstraties. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het verbieden van beperkingen op basis van verkeersbelang, het stoppen van de inzet van de Mobiele Eenheid en politie in burger, en het drastisch beperken van surveillance en ID-controles bij demonstraties. Hun visie is dat demonstreren een onmisbaar mensenrecht is dat niet mag worden ingeperkt door autoriteiten.
BIJ1 ziet het demonstratierecht als een fundamenteel mensenrecht dat onder druk staat door repressief beleid en willekeur van autoriteiten. Ze willen met robuuste wetgeving voorkomen dat demonstraties worden verboden, beperkt of beëindigd op basis van formaliteiten of belangen als verkeer, en eisen dat deelname aan niet-aangemelde protesten niet wordt bestraft.
“Het recht op demonstratie wordt met robuuste wetgeving beschermd tegen de autoritaire heksenjacht door rechtse politici. Autoriteiten mogen in lijn met onze mensenrechten geen beperkingen meer stellen aan demonstraties op grond van onder meer verkeersbelang. Ook mogen autoriteiten geen protesten meer verbieden, beperken of beëindigen vanwege het ontbreken van (tijdige) kennisgeving of aanmelding van het protest. Autoriteiten mogen demonstranten niet bestraffen vanwege het deelnemen aan een niet-aangemeld protest.”
BIJ1 wil dat het beleid rondom demonstraties verschuift van repressie naar actieve ondersteuning. Ingrijpen door de burgemeester mag alleen in uitzonderlijke gevallen en moet achteraf uitgebreid worden verantwoord en getoetst aan het demonstratierecht.
“Het beleid over demonstraties verandert van repressie naar facilitatie; alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan de burgemeester ingrijpen, met uitgebreide verantwoording en toetsing aan het demonstratierecht nadien.”
BIJ1 wil de inzet van de Mobiele Eenheid en politie in burger bij demonstraties beëindigen, evenals grootschalige surveillance zoals standaard cameratoezicht. Handhaving mag alleen nog dienen ter bescherming van demonstranten tegen geweld van anderen, en privacy van burgers moet centraal staan.
“De Mobiele Eenheid wordt niet langer ingezet bij demonstraties en de inzet van politie in burger bij demonstraties stopt. Handhaving gebeurt alleen om demonstraties te beschermen tegen geweld van anderen.”
“De grootschalige controle en surveillance bij demonstraties – zoals de standaard inzet van camera’s – in de publieke ruimte stopt onmiddellijk en er komt nieuw beleid waarin de privacy van de burger centraal staat.”
BIJ1 wil dat ID-controles tijdens vreedzame demonstraties alleen nog plaatsvinden met wettelijke bevoegdheid, en dat alle uitgevoerde controles worden geregistreerd voor onderzoek naar discriminatie. De politie moet hierover publiek verantwoording afleggen.
“ID-controles tijdens vreedzame demonstraties mogen niet meer worden uitgevoerd zonder wettige bevoegdheid om een identiteitsbewijs te vorderen. De politie wordt verplicht om de ID-controles die ze wel uitvoeren, te registreren. In de registraties worden onder andere de omstandigheden en verdenkingen vastgelegd. De registraties worden gebruikt voor onderzoek naar discriminatie en de politie dient hierover publiek verantwoording af te leggen.”
JA21 wil het demonstratierecht beperken waar het de veiligheid, orde en rechten van anderen raakt. Ze pleiten voor een wettelijk verbod op gezichtsbedekking tijdens demonstraties en willen het makkelijker maken om demonstraties te verbieden, onder meer door extra gronden toe te voegen aan de Wet Openbare Manifestaties.
JA21 wil dat deelnemers aan demonstraties herkenbaar zijn, zodat bij vernielingen de daders aansprakelijk kunnen worden gesteld. Dit moet het makkelijker maken om schade te verhalen en de orde te handhaven.
“Wettelijk verbod op gezichtsbedekking tijdens een demonstratie, zodat bij vernielingen de kosten op de daders verhaald kunnen worden.”
De partij wil dat het voor overheden eenvoudiger wordt om demonstraties te verbieden, door extra gronden toe te voegen aan de bestaande wetgeving. Ze vinden dat het beschermen van de rechten en vrijheden van anderen expliciet als reden moet gelden om een demonstratie te verbieden.
“Actiever gebruikmaken van artikel 2 van de Wet Openbare Manifestaties, wat inhoudt dat een demonstratie geen doorgang kan vinden ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Rechten en vrijheden van anderen dienen als extra grond om demonstraties te kunnen verbieden in art. 2 van de de Wet Openbare Manifestaties te worden opgenomen.”
JA21 uit kritiek op groepen die volgens hen het demonstratierecht misbruiken om de rechten van anderen te schenden, zoals door het bezetten van snelwegen of universiteiten. Ze stellen dat niemand het recht heeft een ander de mond te snoeren of bijeenkomsten onmogelijk te maken.
“Onder het mom van 'vrijheid van meningsuiting' en 'vrijheid van demonstreren' worden daarnaast steeds vaker diezelfde rechten van anderen ingeperkt en met voeten getreden. De zogenoemde woke-beweging en organisaties als Extinction Rebellion bezondigen zich daar regelmatig aan, en bezetten en vernielen bijvoorbeeld snelwegen en universiteiten en maken bijeenkomsten van andersdenkenden feitelijk onmogelijk.”
De PVV wil het demonstratierecht fors inperken wanneer demonstraties de openbare orde verstoren, met name bij blokkades van infrastructuur of gewelddadige acties. De partij pleit voor directe en zware straffen voor ordeverstorende demonstranten, inclusief financiële consequenties en het stopzetten van uitkeringen. Ook wil de PVV dat schade door gewelddadige demonstraties volledig wordt verhaald op de daders en dat betrokkenen uit het onderwijs of buitenland direct worden ontslagen of uitgezet.
De PVV ziet demonstraties die de openbare orde verstoren, zoals blokkades van infrastructuur, als ontoelaatbaar en wil deze verbieden. De partij stelt voor om demonstranten die zich hieraan schuldig maken direct op te pakken, vast te zetten, streng te straffen en financieel aansprakelijk te stellen voor schade en politie-inzet. Ook worden uitkeringen van deze demonstranten stopgezet en burgemeesters die niet handhaven, ontslagen.
“Ordeverstorende demonstraties, zoals het blokkeren van infrastructuur, worden verboden. Klimaatactivisten die de snelweg blokkeren, worden direct opgepakt, vastgezet en gestraft. Ze draaien volledig op voor de veroorzaakte schade en de kosten van politie-inzet. Als ze een uitkering hebben, wordt die onmiddellijk stopgezet. Burgemeesters die weigeren om de orde te handhaven, worden door de minister van Binnenlandse Zaken oneervol ontslagen.”
De PVV wil dat bij gewelddadige demonstraties alle schade volledig wordt verhaald op de daders. Dit geldt specifiek ook voor het onderwijs: buitenlandse studenten, docenten of bestuurders die meedoen aan gewelddadige demonstraties worden uitgezet, en Nederlandse medewerkers worden ontslagen.
“Bij gewelddadige demonstraties ontstane schade volledig verhalen op de relschoppers”
“Bij gewelddadige demonstraties draaien de daders op voor alle schade. Buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die meedoen of dit gedogen, gaan zonder pardon terug naar hun thuisland. Nederlandse docenten, bestuurders en directieleden die zich hier schuldig aan maken, worden per direct ontslagen.”
De SP beschouwt het demonstratierecht als een fundamenteel onderdeel van de democratie en wil dit recht actief beschermen. Ze pleiten voor het faciliteren en beschermen van vreedzame demonstraties door overheid en politie, met zo min mogelijk beperkingen vooraf. De partij wijst extra wetgeving die uitingen tijdens demonstraties verder strafbaar stelt af, en benadrukt dat het verminderen van demonstraties alleen kan door daadwerkelijk naar mensen te luisteren en hun problemen op te lossen.
De SP vindt het demonstratierecht essentieel voor de democratie en wil dat overheden en politie zich richten op het mogelijk maken en beschermen van vreedzame demonstraties, met minimale beperkingen vooraf. Ze verwerpen geweld van zowel demonstranten als politie en stellen dat het verminderen van demonstraties alleen kan door maatschappelijke problemen op te lossen.
“We beschermen het demonstratierecht. Het demonstratierecht is een deel van het fundament van onze democratie. Veel van onze rechten en verworvenheden en zelfs de democratie zelf, zijn er alleen gekomen dankzij mensen die in actie kwamen en demonstreerden. Overheden en politie moeten zich daarom richten op het faciliteren en beschermen van vreedzame demonstraties, met zo min mogelijk beperkingen aan de voorkant. Geweld bij demonstraties keuren we af, zowel onder demonstranten als door de politie. Voor alle partijen die graag willen dat er minder demonstraties zijn hebben wij slechts één boodschap: luister écht en los de problemen van mensen op, dan zal het vanzelf minder worden.”
De SP verzet zich tegen nieuwe wetten die selectief leuzen, uitspraken of symbolen tijdens demonstraties strafbaar stellen, omdat bestaande wetgeving al voldoende bescherming biedt tegen opruiing, haatzaaien en terrorisme. Ze waarschuwen dat dergelijke voorstellen de vrijheid van meningsuiting en het kritisch debat kunnen beperken.
“Wij verzetten ons tegen meer wetten die op selectieve wijze leuzen, uitspraken of symbolen strafbaar stellen. Bestaande wetten voorzien al in bescherming tegen opruiing, haatzaaien en terrorisme. Dit soort voorstellen voegen niets wezenlijks toe, maar dreigen wel de vrijheid van meningsuiting en kritisch debat te beperken.”
De SP signaleert een stapsgewijze inperking van het recht op demonstreren en benadrukt dat vreedzaam demonstreren altijd mogelijk moet zijn. Ze koppelen dit aan het bredere belang van grondrechten voor iedereen.
“Ook zien we een stapsgewijze inperking van het recht op demonstreren. Vreedzaam demonstreren moet altijd mogelijk zijn. Wij zorgen ervoor dat onze grondrechten er zijn voor iedereen.”
De ChristenUnie erkent het demonstratierecht als een belangrijk grondrecht, maar wil strengere voorwaarden stellen aan demonstraties die de openbare orde verstoren of de rechten van anderen ernstig beperken. Ze pleiten voor het aanscherpen van regels, waaronder een verbod op gezichtsbedekkende kleding en het verhalen van schade op organisatoren, om misbruik en overlast tegen te gaan.
De ChristenUnie ziet het recht om te demonstreren als essentieel, maar maakt zich zorgen over demonstraties die de orde verstoren of de rechten van anderen beperken. Om dit tegen te gaan, willen ze de voorwaarden voor demonstreren aanscherpen, onder meer door een verbod op gezichtsbedekkende kleding en het verhalen van schade op organisatoren. Ook willen ze misbruik van het recht op zicht- en gehoorsafstand aanpakken.
“Het grondrecht om te demonstreren is een groot goed. Het merendeel van de demonstraties verloopt vreedzaam, maar acties die de orde buitensporig verstoren of de rechten en vrijheden van andere mensen ernstig beperken, zijn in opkomst. Om dit gerichter aan te kunnen pakken, moeten de voorwaarden om te kunnen demonstreren waar nodig aangescherpt. Onderdeel daarvan is het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het zo mogelijk verhalen van schade op de organisatoren. Daarnaast moet intimidatie en het op andere manier verhinderen van vreedzame bijeenkomsten worden tegengegaan door misbruik van het beginsel van zicht- en gehoorsafstand aan te pakken.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van het demonstratierecht als uiting van vrijheid en democratie, en ziet het als een uitzonderlijk recht dat gekoesterd moet worden.
“We zijn in ons land gezegend met de vrijheid om samen te geloven, om hartgrondig van mening te verschillen, om met protestborden te demonstreren en om in het stemhokje ons hart te volgen. We beseffen soms te weinig hoe uitzonderlijk dat is in de wereld.”
D66 beschouwt het recht om te demonstreren als een essentieel grondrecht binnen de democratische rechtsstaat en wil dit recht actief beschermen, ook als demonstraties schuren of controversieel zijn. Het programma benadrukt het belang van bescherming en bereikbaarheid van dit recht voor iedereen, als onderdeel van bredere grondrechten.
D66 vindt dat het recht om te demonstreren, juist als het schuurt, een fundamenteel onderdeel is van een vrije samenleving. Dit recht moet niet alleen formeel bestaan, maar ook daadwerkelijk beschermd en toegankelijk blijven voor iedereen, ongeacht de boodschap of het ongemak dat een demonstratie kan veroorzaken.
Forum voor Democratie (FVD) benoemt het recht op demonstratie niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar benadrukt wel het belang van vrijheid, directe democratie en het beschermen van grondrechten. Het enige concrete standpunt dat indirect raakt aan demonstraties betreft het streng optreden tegen ordeverstoringen tijdens demonstraties, met een focus op handhaving en het verhalen van kosten op daders.
FVD wil dat bij ongeregeldheden tijdens demonstraties, zoals relschoppers of activistische blokkades, direct wordt ingegrepen door arrestaties en het verhalen van kosten op de daders. Dit standpunt richt zich op het waarborgen van de openbare orde en het ontmoedigen van gewelddadige of ontwrichtende protestacties.
“We arresteren alle relschoppers bij ongeregeldheden zoals in Scheveningen, zodat de openbare orde direct wordt hersteld. Hetzelfde geldt voor (links)activistische ordeverstoorders zoals tijdens de blokkade van de A12.”
“We verhalen de schade en handhavingskosten op daders, zodat niet de belastingbetaler maar de veroorzaker betaalt.”
NSC erkent demonstreren als een grondrecht, maar maakt zich zorgen over toenemende strafbare feiten en schade tijdens demonstraties. Ze willen strengere vervolging van overtredingen, schade verhalen op daders, en een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties, met beperkte uitzonderingen. Het herstel van gezag en bescherming van de openbare orde staan centraal in hun visie.
NSC vindt dat het recht op demonstratie beschermd moet blijven, maar ziet een groeiend probleem in strafbare feiten en schade door demonstranten. Ze willen dat het Openbaar Ministerie prioriteit geeft aan vervolging, en dat veroorzaakte schade op de daders wordt verhaald. Dit moet het gezag herstellen en de negatieve impact van gewelddadige demonstraties beperken.
“Demonstreren is een grondrecht, maar we zien steeds vaker dat demonstranten strafbare feiten plegen en schade veroorzaken. Om het gezag te herstellen, moet het Openbaar Ministerie prioriteit geven aan het vervolgen van deze feiten. De schade moet op daders kunnen worden verhaald.”
Om identificatie van relschoppers te vergemakkelijken en de openbare orde te beschermen, wil NSC een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Er zijn uitzonderingen mogelijk om veiligheidsredenen, bijvoorbeeld voor Iraanse dissidenten.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding, met uitzonderingen om veiligheidsredenen, zoals voor Iraanse dissidenten die demonstreren bij de Iraanse ambassade.”
50PLUS erkent het recht op demonstratie, maar stelt duidelijke grenzen wanneer demonstraties opzettelijk overlast veroorzaken. De partij pleit voor streng handhaven bij wetsovertredingen die voortkomen uit dergelijke demonstraties, met het oog op veiligheid en orde in de samenleving.
50PLUS vindt dat demonstraties niet mogen leiden tot opzettelijke overlast en dat overtredingen in dat kader streng moeten worden gehandhaafd. Dit standpunt komt voort uit hun bredere inzet voor veiligheid en het beschermen van burgers tegen maatschappelijke verharding en overlast.
“Handhaven bij wetsovertredingen bij opzettelijke overlast door demonstraties.”
BVNL beschouwt de vrijheid om te demonstreren als een fundamenteel recht en onderdeel van de Nederlandse vrijheden die onder druk staan. Het programma bevat echter geen concrete beleidsvoorstellen of maatregelen specifiek gericht op demonstratierecht, maar benadrukt het belang van deze vrijheid in algemene zin.
BVNL ziet de vrijheid om te demonstreren als een essentieel onderdeel van de Nederlandse samenleving en plaatst deze in het rijtje van klassieke vrijheden die beschermd moeten worden. Dit standpunt wordt vooral principieel benoemd, zonder verdere uitwerking in concrete beleidsmaatregelen.
“Jarenlang hebben we kunnen genieten van vrijheid om te ondernemen, vrijheid van meningsuiting, de vrijheid om te demonstreren en de vrijheid om zelf te bepalen wat je met je leven doet.”
Het CDA erkent demonstreren als een grondrecht, maar wil duidelijke grenzen stellen aan dit recht om de openbare orde te waarborgen. Ze pleiten voor strengere handhaving van demonstratiebeperkingen, meer gewicht voor politiecapaciteit bij het toestaan van demonstraties, en het handhaven van het verbod op gezichtsbedekking tijdens demonstraties. De partij legt de nadruk op veiligheid en orde boven absolute demonstratievrijheid.
Het CDA vindt dat demonstreren een belangrijk grondrecht is, maar niet onbeperkt mag zijn. Ze willen dat beperkingen of verboden strikt worden gehandhaafd, en dat de beschikbaarheid van politie zwaarder meeweegt bij het toestaan van demonstraties. Ook willen ze het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties handhaven, om de veiligheid en handhaafbaarheid te vergroten.
“Demonstreren is een grondrecht, maar niet onbegrensd. Waar een beperking of een demonstratieverbod geldt, moet dit strikt worden gehandhaafd om de rechtmatige uitoefening van dit recht vast te houden. De beschikbaarheid van politieagenten om de demonstratie in goede banen te kunnen leiden, moet zwaarder kunnen meewegen bij de beoordeling door burgemeesters. We handhaven het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties.”
GroenLinks-PvdA beschouwt het recht om te demonstreren als een fundamenteel onderdeel van de democratie en wil dit recht expliciet waarborgen. Ze stellen dat het demonstratierecht beschermd moet blijven, ook als het botst met andere belangen, en dat de beslissing over ingrijpen bij demonstraties bij de burgemeester en rechter hoort, niet bij de politiek.
GroenLinks-PvdA ziet het demonstratierecht als essentieel voor een gezonde democratie, vooral wanneer maatschappelijke belangen botsen. Ze willen voorkomen dat politieke inmenging dit recht beperkt en leggen de verantwoordelijkheid voor eventuele beperkingen bij onafhankelijke autoriteiten.
“Het recht om te demonsteren behoort tot de kern van de democratie, ook wanneer dat botst met andere belangen. De burgemeester en de rechter beslissen of ingegrepen moet worden, niet de politiek.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma