BIJ1 is radicaal tegen het verhogen van defensie-uitgaven en wil bestaande militaire budgetten fors inperken. De partij pleit voor het stoppen van alle extra investeringen in wapens, het beëindigen van militaire samenwerking en onderzoek, en het uittreden uit de NAVO, waarbij vrijkomend geld naar sociale sectoren gaat. Hun visie is dat echte veiligheid voortkomt uit vrede, neutraliteit en investeringen in zorg, onderwijs en humanitaire hulp, niet uit militarisering.
BIJ1 verzet zich principieel tegen elke verhoging van het defensiebudget en extra uitgaven aan wapens, ook in NAVO-verband. Ze willen geen cent extra naar militaire doeleinden laten gaan en zien dit als een directe keuze voor vrede en bestaanszekerheid.
“Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“BIJ1 geeft geen extra geld uit aan wapens. We werken niet mee aan de absurde verhoging van het NAVO-budget. Er gaat geen cent meer naar wapens in militaire conflicten, naar koloniale oorlogen en naar genocide.”
“Alles voor vrede, geen cent naar oorlog.”
De partij wil alle overheidsfinanciering van militair onderzoek en samenwerking met universiteiten beëindigen. Dit beleid is bedoeld om de invloed van de wapenindustrie te doorbreken en middelen vrij te maken voor maatschappelijke doelen.
“Nederland stopt geen geld van de overheid meer in militair onderzoek, beëindigt geweld gerelateerde samenwerking met universiteiten en ontmantelt militaire industrieel-academische netwerken.”
“Militaire samenwerking met universiteiten en publieke financiering van militair onderzoek stoppen we. Geld dat hierdoor vrijkomt komt in een wettelijk vredesfonds voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw.”
BIJ1 wil Nederland binnen vier jaar uit de NAVO laten treden en alle NAVO- en VS-bases sluiten, inclusief het verwijderen van kernwapens. Dit is onderdeel van hun streven naar neutraliteit en het losmaken van imperialistische belangen.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar.”
“Nederland sluit alle NAVO- en VS-bases op eigen grondgebied, stopt de opslag van kernwapens in het Nederlandse dorp Volkel en loopt weg van de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok.”
“Alle NAVO- en VS-bases op Nederlands grondgebied sluiten we binnen 2 jaar. Kernwapens verwijderen we onmiddellijk.”
Het geld dat vrijkomt door het stoppen van wapenuitgaven en militair onderzoek wordt wettelijk bestemd voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw, met nadruk op humanitaire hulp.
“Het geld dat hierdoor vrijkomt, gebruiken we voor een wettelijk vredesfonds voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw. Met focus op humanitaire organisaties en de weerbaarheid van lokale gemeenschappen.”
“Geld dat hierdoor vrijkomt komt in een wettelijk vredesfonds voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw.”
De Partij voor de Dieren is kritisch over defensie-uitgaven en wil geen automatische verhoging of vaste NAVO-norm, maar pleit voor selectieve, goed onderbouwde investeringen gericht op Europese samenwerking en onafhankelijkheid van de VS. Defensie-uitgaven mogen nooit ten koste gaan van klimaat, natuur, zorg, onderwijs of sociale zekerheid, en de partij wil de wapenindustrie zwaarder belasten en de nadruk leggen op diplomatie, vredesopbouw en geweldloze conflictoplossing.
De PvdD verwerpt automatische verhogingen van het defensiebudget en de NAVO-norm, en wil elke uitgave kritisch beoordelen op noodzaak en onderbouwing. Investeringen moeten gericht zijn op Europese samenwerking en onafhankelijkheid van de VS, zonder een blanco cheque voor defensie.
“Hoewel hiervoor investeringen nodig zijn, zegt de Partij voor de Dieren ‘nee’ tegen een blanco cheque voor defensie. We kijken bij elke maatregel kritisch welke uitgaven nodig zijn om de verdediging van Europa op orde te krijgen en efficiënt te organiseren.”
“Nederland steunt geen specifieke NAVO-norm en geen wettelijke verankering van een defensienorm. Elke uitgave voor defensie wordt bepaald op basis van goede onderbouwing.”
“De NAVO-norm wordt gedicteerd door Trump: daar doen wij niet aan mee. We wegen zorgvuldig af wat nodig is op basis van goed onderbouwde plannen. Géén blanco cheque voor defensie.”
De partij stelt expliciet dat extra defensie-uitgaven niet mogen leiden tot bezuinigingen op essentiële maatschappelijke sectoren. Indien nodig mag de staatsschuld iets oplopen of worden de sterkste schouders extra belast.
“Investeringen in defensie mogen niet ten koste gaan van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.”
“We kiezen er liever voor om die [staatsschuld] iets te laten oplopen dan om te bezuinigen op deze posten. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. Daarom worden de grote vervuilers en de rijksten ook extra belast om investeringen in defensie te bekostigen.”
De PvdD wil de winsten van de wapenindustrie maximaal belasten en geen wapens meer kopen van landen die mensenrechten schenden.
“De wapenindustrie wordt maximaal belast. Er komt een windfall tax of solidariteitsbijdrage waarbij de winsten van de wapenindustrie ten goede komen aan de samenleving.”
“Nederland koopt geen wapens meer van landen die zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen, zoals Israël en Saoedi-Arabië.”
Een deel van het defensiebudget moet specifiek worden ingezet voor diplomatie, conflictpreventie en geweldloze weerbaarheid van burgers.
“Een deel van het defensiebudget zal specifiek worden ingezet op diplomatie in conflictsituaties, het ontwikkelen van methoden voor conflictpreventie en geweldloze conflictoplossing, en voor het geweldloos weerbaar maken van de burgers.”
De partij wil Europese samenwerking bij materieelaankoop en oefenlocaties om kosten te drukken en ruimte in Nederland te sparen; uitbreiding van militaire oefenterreinen in Nederland wordt afgewezen.
“Europese landen gaan efficiënter samenwerken bij het aankopen van defensiematerieel.”
“Er komt geen extra ruimte voor defensie-oefeningen in Nederland, maar we zetten juist in op het verminderen van militaire oefeningen en terreinen in Nederland.”
De VVD wil de defensie-uitgaven structureel en fors verhogen, met als doel een technologisch superieure krijgsmacht en het nakomen van NAVO-verplichtingen. Ze stellen een wettelijke ondergrens van 2% van het BNP vast, met een streefcijfer van 3,5%, en willen deze norm wettelijk verankeren. De partij koppelt deze investeringen aan het verminderen van uitgaven op andere terreinen en benadrukt dat elke euro aan buitenlandse uitgaven de Nederlandse veiligheid en economie moet versterken.
De VVD pleit voor een ongekend grote, structurele verhoging van de defensiebegroting, met een wettelijke ondergrens van 2% en een streefcijfer van 3,5% van het BNP. Dit is bedoeld om de krijgsmacht te moderniseren, NAVO-verplichtingen na te komen en de veiligheid van Nederland te waarborgen in een onzekere wereld.
“Op termijn is een investering van tenminste 3,5% is nodig om onze krijgsmacht te moderniseren en onze NAVO-verplichtingen na te komen; een eerlijke contributie is de logische en morele verplichting van elke bondgenoot.”
“De VVD heeft de 2%-norm al als harde ondergrens wettelijk vastgelegd. Om ons land en onze krijgsmacht de zekerheid voor de lange termijn te geven die zij verdient, leggen we de geldende NAVO-norm van 3,5% als streefcijfer ook vast in de wet.”
“De VVD wil investeren in veiligheid en de defensie-uitgaven laten groeien naar 3,5% van onze economie.”
“Een investering van 3,5% van ons Bruto Nationaal Product (BNP) is nodig om onze krijgsmacht te moderniseren.”
“Daarom kiezen we voor een krijgsmacht die geloofwaardig af kan schrikken. Daarvoor moeten de defensie-uitgaven fors omhoog. Niet later, maar nu. Niet tijdelijk, maar structureel.”
Om de forse verhoging van de defensie-uitgaven te bekostigen, wil de VVD besparen op andere overheidsuitgaven, zoals sociale zekerheid, zorg en ontwikkelingssamenwerking. De partij stelt dat de rekening niet bij burgers of ondernemers mag komen te liggen.
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. ... Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“Dat betekent dat we op andere vlakken de spilzucht en het te hoge uitgavenniveau van de overheid tegengaan. Zo voorkomen we dat de belastingen moeten stijgen en de rekening bij werkenden en ondernemers komt.”
De VVD wil dat elke euro die in het buitenland wordt uitgegeven, direct bijdraagt aan de Nederlandse veiligheid, vrijheid en economische kracht. Dit geldt ook voor defensiegerelateerde uitgaven en ontwikkelingssamenwerking.
“We willen dat iedere euro die we uitgeven in het buitenland, bijdraagt aan onze veiligheid, vrijheid en economie.”
“Elke euro die Nederland in het buitenland uitgeeft, moet bijdragen aan onze eigen veiligheid, vrijheid en economische kracht. Dit geldt dus ook voor de middelen die we inzetten voor ontwikkelingssamenwerking.”
BBB wil de Nederlandse defensie-uitgaven fors verhogen, met als uitgangspunt het groeipad naar 3,5% van het BBP in 2035, maar verbindt hier strikte voorwaarden aan zodat andere essentiële voorzieningen niet in het gedrang komen. Investeringen moeten gericht zijn op operationele slagkracht, versterking van de Nederlandse defensie-industrie en strategische autonomie, en dienen ook economische en regionale voordelen op te leveren. BBB benadrukt dat defensie-uitgaven nooit een doel op zich zijn, maar moeten bijdragen aan een sterke, geloofwaardige krijgsmacht en een weerbare samenleving.
BBB steunt het verhogen van de defensie-uitgaven richting 3,5% van het BBP in 2035, maar stelt dat dit niet ten koste mag gaan van andere belangrijke uitgaven zoals AOW, zorg en het mkb. Na 2030 gelden er duidelijke voorwaarden, waaronder een eerlijke kostenverdeling binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden. Defensie-uitgaven zijn voor BBB geen doel op zich, maar een middel om veiligheid en vrijheid te waarborgen.
“We nemen het groeipad naar 3,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) in 2035 als uitgangspunt. Tegelijk willen we dat dit niet ten koste gaat van belangrijke zaken zoals de AOW, betaalbare zorg, het mkb en een leefbaar platteland. Na 2030 gelden voor ons duidelijke voorwaarden voor verdere verhoging van onze defensieuitgaven, zoals een eerlijke verdeling van kosten binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden of giften.”
“BBB onder schrijft het belang van een sterke en geloofwaardige krijgsmacht die beschermt wat ons Nederland dierbaar is. We steunen daarom het streven naar een versterking van de NAVO en het verhogen van de Nederlandse defensieuitgaven. In dat kader is BBB bereid om het door het CPB geschetste ingroeipad naar 3,5% BBP in 2035 als uitgangspunt te nemen, waarbij we ons in de komende kabinetsperiode conformeren aan een structurele intensivering van ruim zes miljard euro in 2030.”
“Maar: BBB legt zich nu nog niet vast op het bereiken van 3,5% BBP en ruim 19,3 miljard euro in 2035. Zulke bedragen kunnen en mogen niet per definitie ten koste gaan van andere zaken die voor BBB essentieel zijn: de betaalbaarheid en instandhouding van de huidige AOW, ons sociale zekerheids stelsel, goede en toegankelijke gezondheidszorg, een ronkende economie met een sterke mkbsector, goede infrastructuur en een leefbaar platteland. Defensieuitgaven zijn nooit een doel op zich.”
“Daarom hanteren we als BBB tien duidelijke voorwaarden, waaronder een eerlijke lastenverdeling tussen NAVOpartners, geen financiering via Europese schulden of giften en een groeipad dat aanpas baar is bij veranderende dreigingen.”
BBB wil dat defensie-uitgaven niet alleen de operationele slagkracht en gereedheid vergroten, maar ook de Nederlandse defensie-industrie en strategische autonomie versterken. Investeringen moeten daarnaast economische kansen bieden, vooral in regio’s buiten de Randstad, en bijdragen aan civiele weerbaarheid.
“Investeringen moeten bijdragen aan: Operationele slagkracht, gereedheid innovatief vermogen en munitievoorraden; Versterking van de Nederlandse defensieindustrie en strategische autonomie; Infrastructuur die ook civiele weerbaarheid vergroot (zoals spoor en logistiek); Economische kansen in regio’s en sectoren waar Nederland zelf sterker van wordt.”
“Een Wet Strategische Defensieproductie (WSDP), waarin we vast leggen dat minimaal 50 procent van de Defensiematerieeluitgaven uiteindelijk in Nederland moet landen. Die bestedingen worden niet willekeurig verdeeld, maar doelgericht: opdrachten worden expliciet ook gegund aan bedrijven in regio’s buiten de Randstad.”
BBB wil defensie-uitgaven benutten voor investeringen in infrastructuur en mobiliteit, met dubbel rendement voor veiligheid en economie, en met nadruk op achtergestelde regio’s. Infrastructuurprojecten moeten de militaire inzetbaarheid vergroten en bijdragen aan woningbouw en regionale economie.
“Door dit project te koppelen aan Defensieuitgaven, maken we dubbel rendement: voor onze veiligheid én onze economie. Investeringen in infrastructuur en mobiliteit leveren bovendien werkgelegenheid op in bouw, onderhoud en logistiek, met name in regio’s die nu worden achtergesteld.”
“De Nedersaksenlijn versterkt niet alleen de bereikbaarheid van de regio en de woningbouwcapaciteit, maar vergroot ook de militaire inzetbaarheid van Nederland. Door dit project te koppelen aan Defensieuitgaven, maken we dubbel rendement: voor onze veiligheid én onze economie.”
BBB wil dat Defensie wettelijk wordt erkend als vitale sector, zodat investeringen en uitbreidingen niet worden vertraagd door vergunningen en regelgeving, vergelijkbaar met landbouw en woningbouw.
“BBB wil daarom dat Defensie net als landbouw en woningbouw bij wet wordt erkend als vitale sector, met bijbehorende prioriteit in regelgeving en vergunningverlening.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een forse verhoging van de defensie-uitgaven tot 3,5% van het bbp, vooral vanwege de Russische dreiging en het streven naar meer Europese onafhankelijkheid. Ze willen deze uitgaven niet bekostigen door te bezuinigen op zorg, onderwijs of sociale zekerheid, maar door hogere bijdragen van de rijkste Nederlanders. Tegelijkertijd pleiten ze voor publieke sturing van de defensie-industrie en samenwerking binnen Europa, met oog voor transparantie en maatschappelijke belangen.
GroenLinks-PvdA wil het defensiebudget fors verhogen naar 3,5% van het bbp, als reactie op de Russische agressie en om minder afhankelijk te zijn van de VS. Ze koppelen deze verhoging aan een serieus investeringsplan om verspilling te voorkomen en willen investeren in modernisering, innovatie en Europese samenwerking.
“We committeren ons aan het verhogen van het defensiebudget naar 3,5% van het bbp vanwege de Russische agressie en de noodzaak om ons onafhankelijker te maken van de Verenigde Staten.”
“We houden ons aan de nieuwe NAVO-norm en groeien toe naar de afspraak om 3,5% van het bbp uit te geven aan defensie.”
“Voor het opbouwen van een sterke krijgsmacht zijn forse investeringen nodig en veel tijd. Daar moet een serieus investeringsplan voor komen. Vooraf moet duidelijk zijn waarin we gaan investeren en of defensie en de industrie dat geld ook kunnen uitgeven. Zo voorkomen we verspilling en onnodige prijsstijgingen.”
De partij benadrukt dat de hogere defensie-uitgaven niet ten koste mogen gaan van sociale voorzieningen. In plaats daarvan willen ze de lasten leggen bij de rijkste Nederlanders.
GroenLinks-PvdA wil strategisch relevante defensiebedrijven deels in publieke handen brengen en inzetten op Europese samenwerking en onafhankelijkheid, om prijsopdrijving en overwinsten te voorkomen en de afhankelijkheid van de VS te verminderen.
“De overheid wordt medeaandeelhouder van defensiebedrijven, zodat de winsten terugvloeien naar de samenleving.”
“Strategisch relevante defensiebedrijven komen deels in publieke handen via staatsdeelnemingen. We gaan zo prijsopdrijving en overwinsten tegen zodat gemeenschapsgeld bijdraagt aan collectieve veiligheid en niet eindigt in de portemonnee van wapenspeculanten.”
“We bouwen onze afhankelijkheid van de VS af en plaatsen geen orders meer bij de Israëlische defensie-industrie.”
De partij staat positief tegenover het tijdelijk uitzonderen van defensie-uitgaven van het begrotingstekort, in lijn met Europese begrotingsregels.
“De mogelijkheid om uitgaven voor defensie tijdelijk uit te zonderen van het tekort, juichen we toe en zetten we nationaal in.”
JA21 wil fors hogere defensie-uitgaven en streeft naar een structurele groei tot 5% van het nationaal inkomen (BBP) in 2035, inclusief investeringen in personeel, materieel en de Nederlandse defensie-industrie. De partij pleit voor wettelijke verankering van defensiebudgetten, verbetering van arbeidsvoorwaarden en een grotere, schaalbare krijgsmacht. JA21 ziet een sterke krijgsmacht als essentieel voor nationale veiligheid en strategische autonomie, en wil dit bereiken door structurele, langdurige investeringen.
JA21 wil de defensie-uitgaven fors verhogen tot 5% van het BBP in 2035, waarmee Nederland ruim boven de NAVO-norm uitkomt. Dit moet de krijgsmacht in staat stellen om langdurig en zelfstandig de nationale en NAVO-verplichtingen te vervullen, en de verwaarlozing van Defensie uit het verleden herstellen. Jaarlijks niet-benutte middelen worden in een speciaal fonds gestopt voor grote investeringen.
“Wij werken lineair toe naar 3,5% + 1,5% van het nationaal inkomen aan defensie(gerelateerde)-uitgaven in 2035.”
“Lineair groeien naar uitgaven van 5% van het BBP in 2035.”
“Met onder meer de hoogste doorgerekende defensie-uitgaven in het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023, en het wettelijk verankeren van de 2% NAVO-norm.”
“Jaarlijks niet-benutte middelen worden ondergebracht in het bestaande Defensiematerieelbegrotingsfonds, waarmee grote materiële investeringen mogelijk blijven zonder het jaarbudget te belasten.”
Naast het verhogen van het budget, wil JA21 investeren in het personeelsbestand, arbeidsvoorwaarden en modernisering van de krijgsmacht. Dit moet leiden tot een schaalbare krijgsmacht van 200.000 medewerkers en een aantrekkelijker loopbaanperspectief, zodat Defensie beter kan inspelen op nieuwe dreigingen en langdurige inzet.
“Groeien naar een schaalbaar personeelsbestand van 200.000 militairen, reservisten en burgers.”
“Flinke verbetering van arbeidsvoorwaarden, doorgroeimogelijkheden en maatschappelijke waardering voor defensiepersoneel.”
“Dit alles vraagt om acute investeringen in personeel, materieel, opleidingen, munitie, infrastructuur en vastgoed.”
JA21 koppelt hogere defensie-uitgaven aan het versterken van de Nederlandse defensie-industrie door langdurige opdrachten en het schrappen van belemmerende regelgeving. Dit moet innovatie en werkgelegenheid stimuleren en de afhankelijkheid van het buitenland verminderen.
“Voor de defensie-industrie schrapt JA21 belemmerende regelgeving en zet het in op langdurige opdrachten binnen Nederland. Alleen zo kunnen we onze krijgsmacht en onze defensie-industrie effectief en verantwoord opbouwen.”
“De Nederlandse defensie-industrie versterken door minder belemmerende regelgeving en vergunningseisen, en door het verstrekken van langdurige opdrachten. Zo stimuleren we innovatie en werkgelegenheid in eigen land.”
De SGP pleit voor fors hogere defensie-uitgaven, met als doel in 2035 5% van het BBP aan Defensie te besteden, waarvan 1,5% aan maatschappelijke weerbaarheid en infrastructuur. Ze willen voldoen aan de nieuwe NAVO-norm, investeren in modernisering, innovatie en de Nederlandse defensie-industrie, en benadrukken dat deze uitgaven samengaan met financiële degelijkheid en het beperken van andere overheidsuitgaven. De partij wijst gezamenlijke Europese schulden voor defensie af en wil nationale zeggenschap behouden.
De SGP wil dat Nederland de NAVO-norm voor defensie-uitgaven niet alleen haalt, maar ruim overtreft door in 2035 5% van het BBP aan Defensie te besteden. Dit is een zeer ambitieus doel, bedoeld om de krijgsmacht te versterken en maatschappelijke weerbaarheid te vergroten in een onzekere geopolitieke context.
“De SGP wil gaan voldoen aan de nieuwe NAVO-norm voor defensie-uitgaven. In 2035 besteedt Nederland 5% van het BBP aan onze Defensie, waarbij 1,5% wordt besteed aan bredere investeringen in maatschappelijke weerbaarheid en infrastructuur.”
De SGP wil extra investeren in modernisering van de krijgsmacht, innovatie (zoals drones en cybercapaciteiten), en het opschalen van de Nederlandse defensie-industrie. Ze bepleiten lange-termijncontracten, betrokkenheid van de Nederlandse maakindustrie, en het opzetten van een investeringsfonds voor strategisch onderzoek.
“De defensie-industrie moet worden opgeschaald nu de vraag naar wapensystemen stijgt. Hierbij houdt de SGP rekening met financiële belemmeringen rond voorfinanciering, risicoaversie en bezwaren bij pensioenfondsen en banken, evenals ESG-criteria voor investeringen.”
“Om te waarborgen dat de defensie-industrie expertise en zekere productiecapaciteit behoudt in vredestijd zijn lange-termijn contracten nodig.”
“De SGP wil dat de Nederlandse maakindustrie maximaal betrokken is bij de aanschaf van nieuw materieel zoals onderzeeboten, schepen en tanks, en hier daadwerkelijk van profiteert.”
“De SGP wil extra investeren in specialisaties als de speciale eenheden en onderzeebootcapaciteit.”
“Nederland investeert in innovatie, drones, counterdrone systemen en overige cybercapaciteiten.”
De SGP verzet zich tegen het gezamenlijk lenen of creëren van gemeenschappelijke schulden (zoals eurobonds) voor defensie-uitgaven binnen de EU. Ze willen dat defensie-investeringen nationaal gefinancierd blijven en benadrukken het belang van financiële degelijkheid.
De SGP erkent dat hogere defensie-uitgaven grote financiële gevolgen hebben en wil daarom kritisch kijken naar andere overheidsuitgaven, zoals zorg en sociale zekerheid, om ruimte te maken voor deze investeringen zonder de belastingdruk fors te verhogen.
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
De SP is fel tegen het verhogen van de defensie-uitgaven naar de zogeheten Trump-norm van 5% van het BBP en verzet zich tegen een wapenwedloop en militarisering. De partij wil defensie-uitgaven beperken tot het strikt noodzakelijke voor verdediging van het eigen grondgebied en pleit voor Europese samenwerking zonder afhankelijkheid van de VS, met investeringen in een eigen Europese defensie-industrie zonder winstoogmerk.
De SP verzet zich krachtig tegen het verhogen van de defensie-uitgaven naar 5% van het BBP, omdat dit volgens hen leidt tot bezuinigingen op sociale voorzieningen, een wapenwedloop en vooral de Amerikaanse wapenindustrie ten goede komt. Ze stellen dat deze norm onrealistisch en schadelijk is voor de Nederlandse samenleving.
“De SP is tegen de nieuwe NAVOnorm voor defensieuitgaven waarbij de Amerikaanse president Trump van ons eist dat wij 5% van alles wat we samen in Nederland verdienen uitgeven aan wapens. Dit leidt tot een wereldwijde wapenwedloop en komt vooral de Amerikaanse wapenindustrie ten goede.”
“Daarom gaan we niet akkoord met tientallen miljarden onproductieve uitgaven per jaar aan de Trumpnorm van vijf procent voor defensieuitgaven.”
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De SP wil dat defensie-uitgaven uitsluitend gericht zijn op de verdediging van het eigen grondgebied en bondgenoten, en niet op buitenlandse operaties zonder VN-mandaat of uitbreiding van NAVO-taken.
“De SP wil een krijgsmacht die in staat is het eigen grondgebied te verdedigen en in staat is op basis van VNmandaat bondgenoten te verdedigen en vredestaken uit te voeren.”
“Dat betekent expliciet: geen operaties buiten het eigen grondgebied, geen operaties zonder VNmandaat en geen uitbreiding met nieuwe NAVOlanden.”
De SP pleit voor investeringen in een eigen Europese defensie-industrie, zodat Europa minder afhankelijk wordt van de Amerikaanse wapenindustrie. Publieke investeringen moeten gepaard gaan met publieke zeggenschap en niet gericht zijn op winstmaximalisatie.
“Europa moet onafhankelijk zijn van de Amerikaanse wapenindustrie. Wij hebben tal van alternatieven binnen de grenzen van de EU, goed opgeleide vakmensen en onderzoekers waarmee wij zelf wapens voor onze verdediging kunnen maken.”
“We investeren in onze eigen defensieindustrie die wapens maakt voor onze verdediging. Publieke investeringen moeten altijd gepaard gaan met publieke zeggenschap in de bedrijven. Het algemeen belang en de veiligheid moeten centraal staan, niet de winstmaximalisatie.”
De SP wil betere militaire samenwerking binnen Europa, maar is tegen een federaal Europa of een Europees leger. Ze willen dat Europese landen gezamenlijk hun veiligheid organiseren, zonder afhankelijkheid van de VS en zonder de NAVO-norm te volgen.
“Met betere samenwerking en betere afstemming tussen de Europese landen wordt het Europees veiligheidsbelang gediend in plaats van de belangen van de VS. De NAVO opereert nu vooral in het belang van de VS en daar moeten we vanaf.”
“De SP is voor militaire samenwerking en betere afstemming in Europa, maar niet voor een Europees leger.”
Het CDA wil fors meer investeren in defensie en committeert zich aan de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp voor defensie-uitgaven uiterlijk in 2035. Om dit te financieren, maakt het CDA ruimte in de begroting, benut ruimere EU-begrotingsregels en introduceert een 'vrijheidsbijdrage' voor burgers en bedrijven, zodat iedereen naar draagkracht bijdraagt aan de nationale veiligheid.
Het CDA streeft ernaar om uiterlijk in 2035 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven, conform de nieuwe NAVO-norm, en wil in de komende periode al een eerste stap richting 2030 zetten. Hiermee wil het CDA de krijgsmacht versterken en moderniseren, en bijdragen aan de internationale veiligheid.
“Nederland committeert zich aan de afspraken van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen en de nieuwe NAVO-norm om uiterlijk in 2035 3,5 procent van het bbp uit te geven aan defensie. In de komende periode willen we de eerste stap naar 2030 zetten.”
“We zetten de extra defensie-uitgaven in voor het versterken en moderniseren van onze krijgsmacht.”
Om de forse verhoging van defensie-uitgaven te financieren, wil het CDA ruimte maken in de begroting, gebruikmaken van ruimere EU-begrotingsregels en een vrijheidsbijdrage invoeren. Deze bijdrage wordt evenredig naar draagkracht opgelegd aan burgers en bedrijven, zodat de kosten van veiligheid breed worden gedragen.
“We maken ruimte op de begroting om de extra defensie-uitgaven te kunnen betalen, waarbij we gebruikmaken van de ruimere EU-begrotingsregels. Daarnaast introduceren we een vrijheidsbijdrage voor iedereen, burgers en bedrijven. We vragen daarmee iedereen evenredig naar draagkracht bij te dragen.”
“Om onze defensie-uitgaven te financieren zullen we ruimte moeten maken in de begroting.”
“Voor een deel financieren we de defensie-uitgaven via een vrijheidsbijdrage voor burgers en bedrijven, zodat iedereen evenredig bijdraagt naar draagkracht.”
Het CDA wil een deel van de defensie-uitgaven inzetten voor innovatieve en technologische investeringen, en voor onderwijs dat relevant is voor defensie. Hiermee beoogt het CDA niet alleen de krijgsmacht te versterken, maar ook het toekomstig verdienvermogen en de technologische voorsprong van Nederland te vergroten.
FVD wil de defensie-uitgaven verhogen, maar uitsluitend gericht op de nationale verdediging en niet op internationale missies of NAVO-verplichtingen. Ze pleiten voor investeringen in de krijgsmacht, betere beloning voor militairen, versterking van de eigen defensie-industrie en cyberdefensie, maar verwerpen uitgaven aan buitenlandse conflicten en willen het NAVO-lidmaatschap heroverwegen. De partij stelt dat defensie-uitgaven altijd in dienst moeten staan van het Nederlands belang en niet van internationale organisaties.
FVD wil de defensie-uitgaven verhogen, maar uitsluitend op basis van eigen inzicht en nationale behoeften, niet vanwege internationale verplichtingen. Ze zijn kritisch op de NAVO-norm en willen dat investeringen direct ten goede komen aan de weerbaarheid van Nederland en de positie van militairen.
“We investeren in onze krijgsmacht - niet volgens een opgelegde NAVO-norm, maar naar eigen inzicht, zodat Nederland weerbaar is en onze militairen beter worden beloond.”
“Daarom investeren we in een sterke nationale defensie, met betere beloning en zorg voor militairen en veteranen, meer marechaussee voor grensbewaking en een krachtige eigen defensie-industrie. Onze inzet moet altijd in dienst staan van Nederland – nooit van Brusselse of Amerikaanse belangen.”
FVD verwerpt het besteden van belastinggeld aan internationale militaire missies, regime-change operaties en Amerikaanse proxy-oorlogen zoals in Oekraïne. Zij willen dat defensie-uitgaven uitsluitend worden ingezet voor de bescherming van Nederland zelf.
Naast traditionele defensie wil FVD investeren in cyberdefensie en de Nederlandse defensie-industrie, zodat Nederland beschermd blijft tegen digitale dreigingen en innovatie en werkgelegenheid in eigen land worden gestimuleerd.
“We investeren in cyberdefensie, zodat Nederland beschermd blijft tegen digitale dreigingen en koploper wordt op digitaal gebied.”
“We betrekken de Nederlandse defensie-industrie bij aanschaf, onderhoud en ontwikkeling van materieel, zodat innovatie en werkgelegenheid in eigen land groeien.”
FVD wil het NAVO-lidmaatschap niet als vanzelfsprekend beschouwen en stelt voor dit via een referendum aan de bevolking voor te leggen, waarmee ze impliceren dat defensie-uitgaven mogelijk anders verdeeld worden afhankelijk van de uitkomst.
“We leggen het lidmaatschap van de NAVO via een referendum voor aan de Nederlandse bevolking, zodat we als land zelf kunnen beslissen of we door willen op het huidige pad.”
NSC wil de defensie-uitgaven fors verhogen naar de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp, met daarnaast 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur. Ze koppelen deze verhoging aan investeringen in een weerbare samenleving en benadrukken dat extra defensie-uitgaven zorgvuldig moeten worden gedekt zonder dat de bestaanszekerheid van burgers in gevaar komt.
NSC stelt voor om de defensie-uitgaven structureel te verhogen tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van de economie, aangevuld met 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur. Dit is een forse stijging ten opzichte van het huidige niveau en wordt gepresenteerd als noodzakelijk gezien de geopolitieke situatie en de NAVO-verplichtingen.
“We verhogen daarom de defensie-uitgaven tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van de economie.”
“We committeren ons daarom aan de nieuwe NAVO-norm in 2035 van 3,5% van de economie voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur.”
“We versterken de krijgsmacht en hanteren de nieuwe NAVO-norm van 3,5% voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor andere uitgaven zoals versterken van de bruggen.”
Naast de verhoging van de defensie-uitgaven investeert NSC jaarlijks €1 miljard in een weerbare samenleving, gericht op burgersteunpunten, buurtnetwerken en cyberveiligheid. Dit wordt gepresenteerd als essentieel voor effectieve defensie en als randvoorwaarde voor nationale veiligheid.
NSC benadrukt dat de extra investeringen in defensie zorgvuldig moeten worden gedekt en niet ten koste mogen gaan van de bestaanszekerheid van burgers. Ze stellen dat een sterke samenleving net zo belangrijk is als militaire slagkracht.
“De extra investeringen in defensie zijn noodzakelijk, maar moeten zorgvuldig worden gedekt. Daarbij mag de bestaanszekerheid van mensen nooit in het gedrang komen. Een sterke samenleving is immers net zo belangrijk voor onze veiligheid als militaire slagkracht.”
Volt wil defensie-uitgaven structureel verhogen, maar met nadruk op gezamenlijke Europese investeringen, efficiëntie en democratische controle. Ze pleiten voor het bundelen van defensiebudgetten via eurobonds, het voorkomen van verspilling door gezamenlijke inkoop, en het investeren in wat écht nodig is in plaats van blind percentages na te streven. Transparantie, het vermijden van dubbele aankopen en het benutten van besparingen voor sociale en groene doelen staan centraal in hun visie.
Volt wil structureel investeren in defensie, maar met focus op daadwerkelijke behoeften en gezamenlijke Europese projecten. Ze zijn kritisch op het blind nastreven van een percentage van het bbp en willen uitgaven boven de 2% van het bbp richten op gezamenlijke Europese projecten om versnippering en inefficiëntie te voorkomen. Kostenbesparingen door samenwerking moeten ten goede komen aan andere maatschappelijke doelen.
“Er wordt structureel geïnvesteerd in wat écht nodig is, met focus op resultaat, niet alleen op hoeveel procent van het budget naar defensie gaat. De uitbreiding binnen defensie wordt gezamenlijk gefinancierd met eurobonds. Uitgaven boven de 2% van het bruto binnenlandse product (bbp) worden gericht op gezamenlijke Europese projecten. Dit om versnippering te voorkomen, dubbele aankopen te vermijden en de interoperabiliteit te verbeteren. Door samen te investeren besparen we kosten. Die besparingen kunnen we gebruiken voor groene, sociale en economische projecten.”
Volt benadrukt dat alle defensie-uitgaven transparant moeten zijn en moeten voldoen aan democratische en Europese waarden. Ze willen openheid over stijgende defensiebudgetten, vooral als deze ten koste gaan van sociale uitgaven, en nemen burgerzorgen daarover serieus.
“Alle defensie-uitgaven moeten voldoen aan democratische normen, Europese waarden en het internationaal recht. De zorgen van burgers over stijgende defensiebudgetten worden serieus genomen. We praten daar open en eerlijk over, vooral als de sociale uitgaven onder druk staan.”
Volt wil defensie-uitgaven efficiënter maken door gezamenlijke inkoop, centralisatie van aanbestedingen en integratie van de defensie-industrieën binnen de EU. Dit moet dubbele kosten en aankopen voorkomen en de interoperabiliteit verbeteren.
“De Europese Commissie krijgt de taak om defensieaanbestedingen te centraliseren, zodat de vraag wordt gebundeld en dubbele kosten worden voorkomen.”
“Er wordt gewerkt aan een gemeenschappelijke Europese doctrine die het gebruik van hetzelfde materieel vereenvoudigt. Waarbij de Europese Commissie gezamenlijke aankopen van militair materieel mag coördineren.”
Volt stelt voor om defensie-uitgaven op Europees niveau te financieren via eurobonds en pan-Europese begrotingsfondsen, zodat de lasten en investeringen eerlijk worden verdeeld en gecontroleerd door het Europees Parlement.
“De uitbreiding binnen defensie wordt gezamenlijk gefinancierd met eurobonds.”
“Een belangrijke stap naar een volwaardige Europese begroting is het oprichten van pan-Europese begrotingsfondsen. Dit zijn fondsen die gebruikt worden voor de grote gezamenlijke uitdagingen: het aanpakken van de klimaatcrisis, het versterken van het concurrentievermogen, een Europese defensie en Europese digitalisering.”
BVNL wil dat Nederland per direct voldoet aan de NAVO-norm van 2% van het BBP voor defensie-uitgaven, maar is fel tegen een verdere verhoging naar 5%. Ze pleiten voor een soevereine krijgsmacht die niet betrokken raakt bij buitenlandse oorlogen buiten het NAVO-grondgebied en willen extra loonsverhogingen voor militairen in lagere loonschalen. De kern van hun visie is: voldoende investeren in defensie voor nationale veiligheid, zonder overmatige uitgaven of buitenlandse militaire betrokkenheid.
BVNL vindt dat Nederland aan de afgesproken NAVO-norm van 2% van het BBP voor defensie moet voldoen, maar verzet zich tegen een verdere verhoging naar 5%. Ze zien de 2% als voldoende voor de nationale veiligheid en vinden 5% excessief.
BVNL wil dat defensie-uitgaven uitsluitend worden ingezet voor de verdediging van Nederland en NAVO-lidstaten, en niet voor militaire operaties of steun buiten het NAVO-grondgebied. Dit voorkomt volgens hen onnodige betrokkenheid bij buitenlandse conflicten en uitgaven die niet in het nationale belang zijn.
BVNL wil een eenmalige extra loonsverhoging van 10% voor militairen in de lagere loonschalen, om hun positie te verbeteren en het beroep aantrekkelijker te maken. Dit is een gerichte uitgave binnen het defensiebudget.
“Een eenmalige extra loonsverhoging van 10% voor alle militairen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
De ChristenUnie wil fors meer investeren in defensie en streeft ernaar om in 2035 te voldoen aan de NAVO-norm van 3,5% van het BBP voor defensie-uitgaven, plus 1,5% voor gerelateerde infrastructuur. Ze koppelen deze investeringen aan versterking van de Nederlandse defensie-industrie, innovatie en economische groei, en benadrukken het belang van politieke controle en integrale veiligheidsbenadering.
De ChristenUnie pleit voor een substantiële verhoging van het defensiebudget om te voldoen aan de nieuwe NAVO-norm. Dit wordt gezien als noodzakelijk voor de bescherming van vrijheid en veiligheid, mede naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne. De partij koppelt deze uitgaven aan bredere veiligheidsdoelen en politieke controle.
“We investeren de komende jaren fors in defensie om te kunnen voldoen aan de NAVO-norm om in 2035 3,5% van ons BBP uit te geven aan defensie en daarnaast 1,5% aan bijvoorbeeld infrastructuur die ook defensie ten goede komt.”
“De nieuwe NAVO-norm vraagt veel van de Nederlandse schatkist, defensieorganisatie en defensie-industrie, maar is noodzakelijk om onze vrijheden te kunnen verdedigen.”
“Nederland gaat zich houden aan de afspraken en voldoen aan de internationale normen. Daarom geven we 3.5% van ons nationale inkomen uit aan defensie...”
De partij wil dat de extra defensie-uitgaven zoveel mogelijk ten goede komen aan de Nederlandse economie, innovatie en werkgelegenheid. Investeringen moeten deels terugvloeien via groei van de defensie-industrie en onderzoek & ontwikkeling.
“De forse uitbreiding van het defensiebudget gaat waar mogelijk gepaard gaan met de groei van de Nederlandse defensie-industrie en met onderzoek en ontwikkeling, zodat investeringen vanuit belastinggeld voor een deel terugkeren in de vorm van economische groei, innovaties en groei van werkgelegenheid.”
Om de benodigde defensie-uitgaven te financieren, stelt de ChristenUnie een extra vermogensbelasting voor op de grootste vermogens.
“In het licht van de grote investeringen die nodig zijn in defensie, vragen we van de grootste vermogens een extra bijdrage met een vermogensbelasting van 1% op vermogens boven de 1 miljoen euro.”
D66 wil de defensie-uitgaven fors verhogen om te voldoen aan de NAVO-norm en investeert daarnaast in bredere veiligheid, zoals infrastructuur en weerbaarheid tegen hybride dreigingen. De partij koppelt deze verhoging expliciet aan Europese samenwerking en benadrukt dat investeringen in defensie niet ten koste mogen gaan van onderwijs en het sociale vangnet.
D66 kiest ervoor om de NAVO-afspraak na te komen en minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven, met daarnaast 1,5% van het bbp voor kritieke infrastructuur en civiele paraatheid. Dit is een duidelijke en uitzonderlijk concrete verhoging ten opzichte van het huidige beleid, waarmee D66 zich als volwaardig bondgenoot binnen de NAVO wil positioneren.
“We komen de NAVO-afspraak na om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven en minimaal 1,5% van het bbp aan de kritieke infrastructuur, civiele paraatheid, veerkracht en het versterken van onze defensie-industrie.”
“Daarnaast vraagt de NAVO ons om meer geld vrij te maken voor defensie. Voor onze veiligheid zetten we ons hier vol voor in.”
D66 stelt expliciet dat de verhoging van defensie-uitgaven niet mag leiden tot bezuinigingen op onderwijs en het sociale vangnet. Hiermee positioneert de partij zich als voorstander van een evenwichtige begroting waarbij maatschappelijke investeringen behouden blijven.
“Veiligheid en defensie zijn cruciaal, maar mogen nooit ten koste gaan van de samenleving die we juist willen beschermen. Daarom gaat er geen euro minder naar het onderwijs en het sociale vangnet.”
D66 koppelt de verhoging van defensie-uitgaven aan een bredere Europese strategie, met als doel op termijn een Europese krijgsmacht en op korte termijn een sterkere Europese positie binnen de NAVO. De partij ziet gezamenlijke Europese investeringen als middel om kosten te besparen en slagkracht te vergroten.
“D66 streeft op lange termijn naar een Europese krijgsmacht. Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met Europese strategische commandovoering, Europees materieel en Europees personeel.”
“Door onze krachten te bundelen zijn we samen slagvaardiger en besparen we kosten.”
50PLUS wil de defensie-uitgaven verhogen in lijn met de NAVO-afspraken, gezien de veranderde geopolitieke situatie in Europa. Ze pleiten voor versterking van de nationale defensie-industrie en een bredere maatschappelijke dienstplicht. De partij ziet voldoende militair vermogen als essentieel voor de verdediging van Nederland en het NAVO-grondgebied.
50PLUS vindt dat Nederland zijn defensie-uitgaven moet uitbreiden om te voldoen aan de internationale verplichtingen binnen de NAVO, vooral vanwege de toegenomen dreiging door de oorlog in Oekraïne. Het doel is om het eigen en NAVO-grondgebied adequaat te kunnen verdedigen en de veiligheid van Nederland te waarborgen.
“Uitbreiding van de defensie-uitgaven in lijn met de afspraken in NAVO-verband.”
“De oorlog in Oekraïne heeft het besef teruggebracht dat Nederland bij een gewapend treffen met Rusland over voldoende militair vermogen moet beschikken om het eigen en het NAVO-grondgebied te verdedigen.”
Naast het verhogen van de uitgaven, wil 50PLUS de nationale defensie-industrie versterken om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse leveranciers en de Europese strategische autonomie te vergroten.
“Versterking van de nationale defensie-industrie.”
50PLUS stelt voor om een gemoderniseerde algemene maatschappelijke dienstplicht in te voeren, die niet alleen defensie maar ook zorg en civiele veiligheid omvat, om de weerbaarheid van de samenleving te vergroten.
“Een gemoderniseerde algemene maatschappelijk dien(st)plicht voor defensie, zorg of civiele veiligheid.”
DENK vindt de huidige defensie-uitgaven voldoende en verzet zich tegen extra miljardeninvesteringen onder druk van de NAVO. De partij wil alleen defensie-uitgaven steunen die aantoonbaar nodig zijn voor het op orde houden van de basis, zoals goede huisvesting, salaris en uitrusting voor militairen, en wijst verdere militaire expansie en een wapenwedloop af. DENK is daarnaast tegen een Europees leger en wil dat Nederland altijd zelf beslist over de inzet van militairen.
DENK stelt dat de huidige defensie-uitgaven volstaan en verzet zich tegen verdere verhogingen, vooral als die voortkomen uit internationale druk. De partij wil alleen investeren in defensie als het aantoonbaar nodig is voor de basisvoorzieningen van militairen, en is tegen een wapenwedloop of uitbreiding van de NAVO-militaire macht.
“DENK verzet zich tegen de extra miljardenuitgaven onder druk van NAVO baas Mark Rutte en President Donald Trump. DENK vindt de huidige defensie uitgaven voldoende en wijst op de enorme militaire overmacht van de NAVO die niet nog verder uitgebreid hoeft te worden.”
“Wij steunen alleen defensie uitgaven die aantoonbaar nodig zijn om de basis op orde te hebben bij Defensie. Dit betekent goede huisvesting van onze militairen, een fatsoenlijk salaris en een goede uitrusting. Miljardeninvesteringen zonder aantoonbare noodzaak steunen wij niet. Wij willen geen wapenwedloop.”
DENK is voor Europese defensiesamenwerking, maar wil geen Europees leger. De partij vindt dat Nederland altijd zelf moet kunnen beslissen over de inzet van zijn militairen en wil nationale soevereiniteit behouden op dit gebied.
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
De PVV wil de defensie-uitgaven stapsgewijs laten groeien, met als prioriteit de bescherming van het eigen grondgebied en minder focus op buitenlandse missies. Investeringen in het leger zijn bedoeld om de Nederlandse soevereiniteit te waarborgen, waarbij de NAVO als hoeksteen blijft gelden, maar de nadruk ligt op grensbewaking en minder financiële steun aan internationale projecten.
De PVV pleit voor een geleidelijke verhoging van de defensie-uitgaven, met als doel het versterken van het Nederlandse leger en het waarborgen van de nationale veiligheid. De partij wil dat het geld vooral wordt besteed aan de bescherming van het eigen grondgebied, niet aan buitenlandse missies, en ziet investeringen in defensie als een manier om de Nederlandse belangen voorop te stellen.
“Wij hebben de ambitie om de Defensie uitgaven te laten groeien, en zullen dit stapsgewijs vormgeven.”
“In ons defensiebeleid staat het Nederlandse belang voorop. De basistaak van onze Krijgsmacht is de bescherming van ons eigen grondgebied. Wij willen dus geen buitenlandse militaire missies, maar militaire inzet aan onze eigen grenzen: grensbewaking.”
De PVV wil de financiële steun aan internationale projecten, zoals hulp aan Oekraïne, beperken om meer middelen beschikbaar te maken voor Nederlandse defensie en andere binnenlandse uitgaven. De partij vindt dat andere landen meer moeten bijdragen aan internationale conflicten, zodat Nederland zich kan richten op de eigen bevolking.
“Ondertussen hebben we al ruim € 20 miljard aan Oekraïne betaald. Laat andere landen nu wat meer doen, dan hebben wij meer geld voor de Nederlanders.”