BBB kiest voor een forse verhoging van de defensie-uitgaven, met een groeipad richting 3,5% van het BBP in 2035, maar stelt daarbij duidelijke voorwaarden en wil dat investeringen in Defensie niet ten koste gaan van sociale voorzieningen. De partij legt sterk de nadruk op NAVO-verplichtingen, versterking van de krijgsmacht, technologische innovatie en strategische autonomie, en onderscheidt zich door een uitgesproken focus op nationale belangen, voedselzekerheid en regionale spreiding van defensie-inspanningen.
BBB wil fors investeren in Defensie en steunt het groeipad naar 3,5% BBP in 2035, maar benadrukt dat dit niet mag ten koste gaan van andere essentiële uitgaven zoals AOW, zorg en het mkb. De partij stelt bovendien voorwaarden aan verdere verhoging na 2030, zoals een eerlijke kostenverdeling binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden.
“We nemen het groeipad naar 3,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) in 2035 als uitgangspunt. Tegelijk willen we dat dit niet ten koste gaat van belangrijke zaken zoals de AOW, betaalbare zorg, het mkb en een leefbaar platteland.”
“Na 2030 gelden voor ons duidelijke voorwaarden voor verdere verhoging van onze defensieuitgaven, zoals een eerlijke verdeling van kosten binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden of giften.”
“Maar: BBB legt zich nu nog niet vast op het bereiken van 3,5% BBP en ruim 19,3 miljard euro in 2035. Zulke bedragen kunnen en mogen niet per definitie ten koste gaan van andere zaken die voor BBB essentieel zijn...”
BBB ziet de NAVO als de hoeksteen van het veiligheidsbeleid en wil dat Nederland weer een serieuze en betrouwbare speler wordt. De partij kiest expliciet voor versterking van de gevechtskracht, afschrikking en operationele inzetbaarheid, en wijst ideologische trainingen binnen Defensie af.
“Onze ambitie is duidelijk: Nederland wordt weer een serieuze en betrouwbare speler binnen de NAVO en wereldwijd. De NAVO blijft de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid.”
“Binnen Defensie zal de inzet uitsluitend komen te liggen op gevechtskracht. Dit betekent dat politiek getinte trainingen en ideologische boekenlijsten niet meer actief worden aangeboden.”
BBB wil investeren in modern materieel, drones, satellieten en kernreactoren voor strategische toepassingen. De partij streeft naar een sterke Nederlandse defensie-industrie en wil minimaal 50% van de defensiematerieeluitgaven in Nederland laten landen.
“Nederland zal overgaan op aanschaf van een tweede tankbataljon diep geïntegreerd met onbemande systemen, wezenlijk voor de slagkracht van onze landmacht en onze bijdrage aan de NAVO.”
“We zetten vol in op de ontwikkeling van kleinschalige kernreactoren voor strategische toepassingen. Tevens onderzoeken we of we een soevereine lanceercapaciteit in het Caribisch deel van het Koninkrijk kunnen realiseren.”
“Een Wet Strategische Defensieproductie (WSDP), waarin we vastleggen dat minimaal 50 procent van de Defensiematerieeluitgaven uiteindelijk in Nederland moet landen.”
BBB koppelt defensiebeleid expliciet aan voedselzekerheid en wil landbouwgrond beschermen door Defensie vooral in natuurgebieden te laten uitbreiden. De partij ziet vruchtbare grond als strategisch wapen en wil agrarisch oefenterrein combineren met landbouwactiviteiten.
BBB wil kleinschalige kazernes verspreid over het land, meer militaire aanwezigheid in steden en civiel-militaire samenwerking voor rampenbestrijding en weerbaarheid. De partij wil ook dat Defensie samenwerkt met buurlanden en de regionale economie versterkt.
“In de toekomst zal Defensie groeien door de realisatie van kleinschalige kazernes door heel Nederland.”
“De aanwezigheid van Defensie, zowel in vastgoed als middels oefeningen, moet nadrukkelijk ook worden uitgebreid in de (grote) steden.”
“Deze kazernes krijgen een toenemende civiel-militaire functie als centra voor rampenbestrijding, EHBO-opleidingen, weerbaarheidstrainingen en burgerparticipatie bij nationale veiligheid.”
Het CDA kiest voor een forse versterking van defensie, met nadruk op NAVO-afspraken, Europese samenwerking en herinvoering van de militaire opkomstplicht. Ze willen structureel hogere defensie-uitgaven, een bredere maatschappelijke bijdrage aan veiligheid en een grotere rol voor reservisten en de defensie-industrie. De partij benadrukt dat veiligheid een kerntaak van de overheid is en dat iedereen naar draagkracht moet bijdragen.
Het CDA wil het defensiebudget structureel verhogen tot minimaal de nieuwe NAVO-norm en investeert in modernisering van de krijgsmacht. Dit wordt gezien als noodzakelijk vanwege de verslechterde veiligheidssituatie en internationale verplichtingen.
“Nederland committeert zich aan de afspraken van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen en de nieuwe NAVO-norm om uiterlijk in 2035 3,5 procent van het bbp uit te geven aan defensie. In de komende periode willen we de eerste stap naar 2030 zetten.”
“Voor de veiligheid van Nederland en Europa investeren we in Defensie, zoals afgesproken bij de NAVO-top in Den Haag. Daar maken we ruimte voor in de begroting.”
Het CDA wil de militaire opkomstplicht heractiveren naar Scandinavisch model, met een voorkeur voor vrijwillige instroom, en daarnaast een grotere rol voor reservisten en maatschappelijke diensttijd.
“Door de toenemende militaire dreigingen willen wij een heractivering van de militaire opkomstplicht, naar Scandinavisch model in aanvulling op het huidige dienjaar bij Defensie.”
“We hebben een schaalbare krijgsmacht nodig met een grotere rol voor reservisten.”
“We herstellen de militaire opkomstplicht zodat er altijd genoeg mensen klaarstaan om ons te verdedigen.”
Het CDA introduceert een 'vrijheidsbijdrage' waarbij burgers en bedrijven naar draagkracht bijdragen aan de defensie-uitgaven, omdat veiligheid volgens hen een collectief belang is.
“Voor een deel financieren we de defensie-uitgaven via een vrijheidsbijdrage voor burgers en bedrijven, zodat iedereen evenredig bijdraagt naar draagkracht.”
“Iedere Nederlander levert een vrijheidsbijdrage, want veiligheid is niet gratis.”
“Daarnaast introduceren we een vrijheidsbijdrage voor iedereen, burgers en bedrijven. We vragen daarmee iedereen evenredig naar draagkracht bij te dragen.”
Het CDA wil dat Nederland vooroploopt in het ontwikkelen van een Europese pijler binnen de NAVO, met als doel op termijn volledige Europese strategische autonomie op defensiegebied.
“We willen dat Nederland vooroploopt in het ontwikkelen van een volwaardige Europese pijler in de NAVO, met een Europese Veiligheidsraad. We bouwen onze afhankelijkheden af en streven – op termijn – naar volledige Europese strategische autonomie op het gebied van defensie en veiligheid.”
“De veiligheidssituatie vraagt om meerderheidsbesluitvorming in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU.”
Het CDA zet in op het vergroten van de productiecapaciteit van de Nederlandse en Europese defensie-industrie, met meer innovatieve investeringen en samenwerking met bedrijven.
“Voor de realisatie van de opschaling defensie-industrie komen er op korte termijn afspraken met langjarig perspectief om industrie en bedrijven (gedeeltelijk) te laten omschakelen naar kritische productie voor defensie en weerbaarheid.”
“We zetten in op een innovatieve Nederlandse en Europese defensie-industrie en bouwen de productiecapaciteit uit.”
“Een deel van de defensie-investeringen kan worden gericht op innovatieve en technologische investeringen en onderwijs, die relevant zijn voor defensie.”
De ChristenUnie kiest voor een forse verhoging van het defensiebudget tot 3,5% van het BBP, met nadruk op NAVO-verplichtingen, Europese samenwerking en strategische autonomie. Ze willen defensie structureel versterken, investeren in cyberveiligheid, en een maatschappelijke of militaire dienstplicht invoeren. De partij koppelt defensie nadrukkelijk aan internationale rechtsorde, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking, en streeft naar meer Europese samenwerking en minder afhankelijkheid van de VS.
De ChristenUnie wil fors investeren in defensie om te voldoen aan de NAVO-norm van 3,5% van het BBP, met extra aandacht voor infrastructuur en uitbreiding van de Nederlandse defensie-industrie. Dit is nodig om de vrijheid en veiligheid van Nederland en bondgenoten te waarborgen.
“We investeren de komende jaren fors in defensie om te kunnen voldoen aan de NAVO-norm om in 2035 3,5% van ons BBP uit te geven aan defensie en daarnaast 1,5% aan bijvoorbeeld infrastructuur die ook defensie ten goede komt.”
“De forse uitbreiding van het defensiebudget gaat waar mogelijk gepaard gaan met de groei van de Nederlandse defensie-industrie en met onderzoek en ontwikkeling, zodat investeringen vanuit belastinggeld voor een deel terugkeren in de vorm van economische groei, innovaties en groei van werkgelegenheid.”
De partij vindt de afhankelijkheid van de VS binnen de NAVO niet toekomstbestendig en wil de Europese pijler van de NAVO versterken, onder meer door gezamenlijke inkoop en een EU-commandostructuur. Ook wordt ingezet op strategische autonomie, bijvoorbeeld via een Europese cloudoplossing.
“De mate waarin Europa afhankelijk is van de VS binnen de NAVO is niet toekomstbestendig. Daarom moet de samenwerking binnen de Europese pijler van de NAVO worden versterkt.”
“Binnen de Europese Unie kan efficiënter gebruik worden gemaakt van nationale defensiebudgetten door gemeenschappelijke ontwikkel- en inkoopprogramma’s. We willen de EU-commandostructuur uitbreiden om daadkrachtig Europees optreden en een snelle operationele inzet mogelijk te maken.”
“Voor het waarborgen van onze strategische autonomie is het hebben van een Europese cloudoplossingen noodzakelijk. Nederland zet zich in om dit te realiseren.”
De ChristenUnie wil extra defensiegeld inzetten voor cyberveiligheid en bescherming tegen digitale en hybride oorlogsvoering, met specifieke aandacht voor vitale infrastructuur zoals de Noordzee.
Iedere Nederlander moet zich een periode inzetten voor de gemeenschap, via een maatschappelijke of militaire dienstplicht, naar Zweeds voorbeeld.
“Iedereen vervult dienstplicht, maatschappelijk of militair. Op basis van persoonlijke motivatie kunnen jongeren de keuze maken voor de krijgsmacht of elders in de samenleving.”
“In aanloop naar deze dienstplicht breiden we het dienjaar bij defensie uit naar Zweeds voorbeeld. Alle achttienjarigen vullen een enquête in en de gemotiveerde jongeren worden uitgenodigd voor een dienjaar.”
Defensie wordt gezien als onderdeel van een bredere benadering, samen met diplomatie en ontwikkelingssamenwerking, gericht op conflictpreventie en het bevorderen van de internationale rechtsorde.
“Onze inzet van de krijgsmacht is onderdeel van een doordachte integrale benadering, in afstemming met de inzet van diplomatie, internationale- en ontwikkelingssamenwerking.”
“Internationale inzet van de krijgsmacht is onderdeel van een doordachte integrale benadering, in nauwe samenwerking met de inzet van diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gericht op een lange termijn commitment, (weder)opbouw, conflictpreventie en civiel-militaire samenwerking.”
BIJ1 neemt een radicaal antimilitaristisch standpunt in: Nederland moet uit de NAVO treden, het defensiebudget niet verhogen, en stoppen met wapenindustrie en militaire samenwerking. De partij wil volledige neutraliteit, geen overheidssteun aan militair onderzoek, en een einde aan militaire aanwezigheid op scholen en in de samenleving. BIJ1 verzet zich fel tegen de militarisering van Nederland en Europa, en kiest voor diplomatie, humanitaire hulp en vrede boven defensie-uitgaven.
BIJ1 wil dat Nederland binnen vier jaar uit de NAVO stapt, geen extra geld uitgeeft aan defensie, en alle NAVO- en VS-bases sluit. De partij ziet de NAVO als een verlengstuk van imperialistische belangen en de wapenindustrie, en pleit voor neutraliteit en ontwapening.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar. Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“Nederland sluit alle NAVO- en VS-bases op eigen grondgebied, stopt de opslag van kernwapens in het Nederlandse dorp Volkel en loopt weg van de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok.”
“We werken niet mee aan de absurde verhoging van het NAVO-budget. Er gaat geen cent meer naar wapens in militaire conflicten, naar koloniale oorlogen en naar genocide.”
BIJ1 wil dat de overheid geen geld meer stopt in militair onderzoek, militaire samenwerking met universiteiten beëindigt, en de militaire industrie zwaar belast of uit Nederland weert. Ook het gebruik van AI voor militaire doeleinden wordt verboden.
“Nederland stopt geen geld van de overheid meer in militair onderzoek, beëindigt geweld gerelateerde samenwerking met universiteiten en ontmantelt militaire industrieel-academische netwerken.”
“We verbieden dat wapenbedrijven zich vestigen in Nederland. En heffen hoge belastingen voor de bestaande wapenindustrie, zolang deze nog niet radicaal verandert.”
“Er komt direct een stop op het ontwikkelen en gebruiken van AI-systemen voor militaire doeleinden.”
BIJ1 wil de dienstplicht officieel uit de wet halen, dienstweigering wettelijk beschermen, en eerherstel voor dienstweigeraars uit het verleden.
“De dienstplicht gaat officieel uit de wet. Dienstweigering wordt erkend en beschermd. Er komt (postuum) eerherstel voor dienstweigeraars uit het verleden.”
BIJ1 wil dat Defensie geen rol meer speelt op scholen, en dat wervingscampagnes, gastlessen en sportdagen door Defensie worden gestopt.
“Het ministerie van Defensie blijft weg uit de scholen. Wervingscampagnes gericht op jongeren stoppen we. Net als gastlessen, sportdagen en trainingen van Defensie die bedoeld zijn om beïnvloedbare jongeren enthousiast te maken voor een rol in het leger.”
BIJ1 wil geen geld meer naar wapens of militaire conflicten sturen, maar het vrijgekomen geld inzetten voor een wettelijk vredesfonds gericht op zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw.
“Er gaat geen cent meer naar wapens in militaire conflicten, naar koloniale oorlogen en naar genocide. We stoppen alle wapenleveranties aan ‘Israël’. Het geld dat hierdoor vrijkomt, gebruiken we voor een wettelijk vredesfonds voor zorg, onderwijs, openbaar vervoer en internationale wederopbouw.”
BIJ1 verzet zich tegen de militarisering van de EU en haar grenzen, en wil dat de EU zich richt op eerlijk delen, anti-imperialisme en solidariteit in plaats van militaire samenwerking.
“We maken een einde aan de militarisering van de grenzen van Europa. Nederland zet zich ervoor in dat de EU radicaal eerlijk delen, anti-imperialisme en solidariteit centraal stelt in wetten en regels en budgettering.”
De VVD kiest voor een forse en structurele versterking van de Nederlandse defensie, met nadruk op technologische modernisering, hogere uitgaven en meer Europese samenwerking binnen de NAVO, maar zonder een Europees leger. De partij wil de NAVO-norm wettelijk verankeren, investeren in innovatie en materieel, en pleit voor een zelfstandiger Europese defensiepijler, terwijl ze zich duidelijk afzet tegen naïviteit en activisme zoals zij die bij partijen als D66 ziet.
De VVD wil de defensie-uitgaven fors verhogen, met als doel minimaal 3,5% van het BBP te investeren en deze norm wettelijk vast te leggen. Dit wordt gezien als noodzakelijk om de krijgsmacht te moderniseren, NAVO-verplichtingen na te komen en niet afhankelijk te zijn van politieke grillen.
“Op termijn is een investering van tenminste 3,5% is nodig om onze krijgsmacht te moderniseren en onze NAVO-verplichtingen na te komen; een eerlijke contributie is de logische en morele verplichting van elke bondgenoot.”
“De VVD heeft de 2%-norm al als harde ondergrens wettelijk vastgelegd. Om ons land en onze krijgsmacht de zekerheid voor de lange termijn te geven die zij verdient, leggen we de geldende NAVO-norm van 3,5% als streefcijfer ook vast in de wet.”
De VVD verwerpt het idee van een Europees leger, maar wil wel dat Europa militair zelfstandiger wordt binnen de NAVO. Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen, maar de inzet van Nederlandse troepen blijft een nationale beslissing.
“Geen Europees leger, maar een sterke Europese pijler binnen de NAVO: De VVD kiest voor een militair zelfstandiger Europa. De VS blijft een onmisbare bondgenoot, maar Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid.”
“We willen geen Europees Leger: de Tweede Kamer besluit altijd of onze krijgsmacht ergens wordt ingezet. Het gaat hier immers over onze eigen mensen.”
De VVD wil dat Nederlandse militairen beschikken over het beste materieel en zet in op innovatie, onder andere door te investeren in hightech wapens, drones en quantumtechnologie. Er wordt prioriteit gegeven aan Nederlandse ondernemers en het versterken van de eigen defensie-industrie.
“De VVD wil dat Nederlandse militairen over het beste materieel beschikken. We zorgen dat de munitievoorraden en andere essentiële voorraden op peil zijn, zodat onze krijgsmacht langdurig inzetbaar is. We investeren in de wapens van de toekomst, zoals hypersonische raketten en drones, en brengen de luchtverdediging snel op orde.”
“Daarom geven we bij militaire aankopen waar mogelijk voorkeur aan Nederlandse ondernemers op de terreinen waar onze industrie goed in is en investeren we in belangrijke innovaties.”
De VVD verschuift middelen van ontwikkelingssamenwerking naar defensie, met het argument dat elke euro in het buitenland moet bijdragen aan de eigen veiligheid, vrijheid en economie.
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
“Elke euro die Nederland in het buitenland uitgeeft, moet bijdragen aan onze eigen veiligheid, vrijheid en economische kracht. Dit geldt dus ook voor de middelen die we inzetten voor ontwikkelingssamenwerking.”
De VVD wil dat Nederland een constructieve houding aanneemt ten opzichte van een Europese kernparaplu onder Frans en eventueel Brits leiderschap, om de afhankelijkheid van de VS te verminderen.
“De VVD wil dat Nederland een constructieve houding aanneemt ten opzichte van een geloofwaardige Europese kernparaplu onder Frans en eventueel Brits leiderschap. We moedigen Frankrijk en Engeland aan dit verder uit te bouwen, en zijn bereid hieraan bij te dragen.”
BVNL pleit voor een volledig soevereine Nederlandse krijgsmacht die zich uitsluitend richt op de verdediging van Nederland en het NAVO-grondgebied, en verzet zich tegen internationale militaire interventies buiten NAVO-verband. De partij wil de defensiebegroting beperken tot de NAVO-norm van 2% van het BBP, extra investeren in het personeel, en zich afzetten tegen het defensiebeleid van partijen als D66 die Europese integratie en internationale missies steunen.
BVNL wil dat Nederland zich niet mengt in oorlogen buiten het NAVO-grondgebied en verzet zich tegen internationale militaire missies, zoals vaak gesteund door D66. De partij benadrukt het belang van nationale soevereiniteit en het beperken van defensie-inzet tot de oorspronkelijke NAVO-afspraken.
“Nederland mengt zich niet in oorlogen waar wij niets mee te maken hebben en we streven altijd naar diplomatieke onderhandelingen.”
“Er worden geen operaties of oorlogen financieel of militair gesteund buiten het NAVO-grondgebied.”
“We houden ons aan onze NAVO-verplichtingen, maar we steunen geen oorlogen buiten het NAVO-grondgebied met materieel of personeel.”
BVNL wil het defensiebudget beperken tot de NAVO-norm van 2% van het BBP en keert zich tegen hogere uitgaven, zoals een verhoging naar 5%, waarmee het zich onderscheidt van partijen die pleiten voor verdere verhoging of Europese defensie-integratie.
BVNL wil stoppen met het weggeven van wapens aan andere landen als dit de eigen veiligheid in gevaar brengt, waarmee het zich afzet tegen het internationale solidariteitsbeleid van partijen als D66.
“Er worden geen wapens meer weggegeven aan andere landen als onze eigen veiligheid niet gegarandeerd kan worden door onze eigen krijgsmacht.”
BVNL verzet zich tegen het hinderen van de Nederlandse defensie-industrie door strengere exportcriteria dan andere EU- of NAVO-landen, en wil geen verdere Europese integratie op defensiegebied.
“We hinderen onze eigen Nederlandse defensie-industrie niet door strengere criteria te hanteren voor exportvergunningen dan andere EU- of NAVO-landen.”
BVNL is tegen de (her)invoering van de dienstplicht, in tegenstelling tot sommige partijen die pleiten voor maatschappelijke dienstplicht of bredere inzet van jongeren.
“We zijn tegen de dienstplicht en willen ook geen herinvoering van de opkomstplicht.”
NSC kiest voor een forse versterking van de Nederlandse defensie, met nadruk op nationale soevereiniteit en NAVO-verplichtingen, en verzet zich expliciet tegen een Europees leger zoals D66 dat voorstaat. De partij wil de defensie-uitgaven verhogen tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het BBP, investeert in innovatie, cybercapaciteit en personeel, en benadrukt dat het Nederlandse parlement altijd het laatste woord houdt over militaire inzet.
NSC wijst de overdracht van het geweldsmonopolie aan de EU af en wil geen Europees leger, in tegenstelling tot D66. Ze vinden dat het Nederlandse parlement het laatste woord moet houden over militaire missies en pleiten alleen voor nauwere samenwerking bij defensieaankopen.
“We zijn tegen de vorming van een Europees leger. Het uit handen geven van ons geweldsmonopolie aan de Europese Unie ondergraaft het fundament van Nederland als zelfstandige staat. Wel vinden we dat Europese landen nauwer moeten samenwerken bij defensieaankopen.”
“We dragen actief bij in Europa, maar waken voor uitholling van de nationale soevereiniteit.”
NSC wil de defensie-uitgaven structureel verhogen tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het BBP, wat een duidelijke breuk is met het beleid van D66 dat traditioneel minder nadruk legt op militaire uitgaven.
“We versterken de krijgsmacht en hanteren de nieuwe NAVO-norm van 3,5% voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor andere uitgaven zoals versterken van de bruggen.”
“We committeren ons daarom aan de nieuwe NAVO-norm in 2035 van 3,5% van de economie voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur.”
NSC wil inzetten op innovatie (zoals drones en cyber), betere arbeidsvoorwaarden voor militairen, en een modernere krijgsmacht die snel kan opschalen. Dit is een praktische invulling van hun defensiebeleid, met nadruk op technologische vooruitgang en personele versterking.
“We investeren fors in onbemande voertuigen voor in de lucht – zoals drones – en onder water.”
“Nieuw Sociaal Contract zet daarom in op een daadkrachtige cyberstrategie. We vergroten de capaciteit van het Defensie Cyber Commando en investeren in een offensief cyberprogramma.”
“Medewerkers van Defensie moeten goed worden beloond, vooral vanwege het bijzonder risicovolle karakter van het beroep. Militairen verdienen een passende wedde, een modern loongebouw en toelagen.”
NSC wil een dienstplicht naar Zweeds model invoeren, waarbij alle 18-jarigen een enquête invullen en gericht worden uitgenodigd, maar is tegen een algemene opkomstplicht zoals vroeger.
“We zetten een eerste stap naar een dienstplicht naar Zweeds model door alle 18-jarigen een verplicht in te vullen enquête te sturen om de motivatie en mate van geschiktheid in beeld te brengen. Vervolgens zullen gericht jongeren worden uitgenodigd voor een gesprek. We zijn tegen de generieke opkomstplicht van vroeger, omdat die in de praktijk niet effectief is.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil minder afhankelijk zijn van de VS en de NAVO, en pleit voor een kritische, selectieve en Europese benadering van defensie, waarbij investeringen niet ten koste mogen gaan van klimaat, natuur en sociale voorzieningen. Ze zijn tegen een blanco cheque voor defensie, willen geen NAVO-norm volgen, en zetten in op samenwerking met Europese landen zonder de VS, met nadruk op diplomatie, vrede en internationale rechtsorde.
PvdD vindt extra investeringen in Europese defensie noodzakelijk voor onafhankelijkheid van de VS, maar verzet zich tegen automatische verhogingen of het volgen van de NAVO-norm. Elke defensie-uitgave moet kritisch worden afgewogen en mag niet ten koste gaan van andere maatschappelijke doelen.
“Hoewel hiervoor investeringen nodig zijn, zegt de Partij voor de Dieren ‘nee’ tegen een blanco cheque voor defensie. We kijken bij elke maatregel kritisch welke uitgaven nodig zijn om de verdediging van Europa op orde te krijgen en efficiënt te organiseren.”
“De NAVO-norm wordt gedicteerd door Trump: daar doen wij niet aan mee. We wegen zorgvuldig af wat nodig is op basis van goed onderbouwde plannen. Géén blanco cheque voor defensie.”
“Nederland steunt geen specifieke NAVO-norm en geen wettelijke verankering van een defensienorm. Elke uitgave voor defensie wordt bepaald op basis van goede onderbouwing. Uitgaven gaan niet ten koste van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.”
PvdD wil af van de afhankelijkheid van de VS en de NAVO, en pleit voor een nieuw samenwerkingsverband tussen Europese en andere betrouwbare landen, gericht op verdediging, vrede en internationale rechtsorde. Zolang dit alternatief er niet is, blijft Nederland lid van de NAVO.
“De NAVO is een militaire alliantie die voornamelijk machtsbelangen van de VS dient. Daar willen we vanaf. De Partij voor de Dieren zet in op een alternatief voor de NAVO: een nieuwe vorm van samenwerking met betrouwbare bondgenoten, zonder de VS.”
“Nederland zet zich in voor een alternatief voor de NAVO in de vorm van een samenwerkingsverband tussen betrouwbare Europese en niet-Europese landen zonder de VS. Dit samenwerkingsverband werkt op basis van het internationaal recht, gelijkwaardigheid en solidariteit en is gericht op verdediging, vrede, veiligheid en wederzijdse ontwapening. Zolang het alternatief er niet is, blijft Nederland lid van de NAVO.”
PvdD wil dat defensie-uitgaven gepaard gaan met investeringen in diplomatie, klimaat, natuur en sociale rechtvaardigheid. Een deel van het defensiebudget moet specifiek naar diplomatie en geweldloze conflictoplossing gaan.
“Voor het garanderen van brede veiligheid moeten uitgaven voor Europese defensie gepaard gaan met extra maatregelen voor de bescherming van klimaat, dieren en natuur en gelijkwaardige investeringen in programma's en samenwerking voor verdraagzaamheid, rechtvaardigheid en het leren van vrede.”
“Een deel van het defensiebudget zal specifiek worden ingezet op diplomatie in conflictsituaties, het ontwikkelen van methoden voor conflictpreventie en geweldloze conflictoplossing, en voor het geweldloos weerbaar maken van de burgers.”
PvdD is tegen de vorming van een Europees leger en wil dat het Nederlandse parlement volledige zeggenschap houdt over de inzet van Nederlandse militairen. Uitzendingen mogen alleen bij duidelijk afgebakende humanitaire missies.
“We kiezen voor Europese samenwerking, maar het Nederlandse parlement dient volledige zeggenschap te behouden over de inzet van Nederlandse militairen. Er komt geen Europees leger. Nederland levert geen soldaten aan internationale militaire interventies, tenzij deze een duidelijk afgebakend humanitair karakter hebben.”
De SGP kiest voor een fors versterkte Defensie, met nadruk op het voldoen aan en zelfs ruim overstijgen van de NAVO-norm, modernisering van de krijgsmacht en behoud van nationale zeggenschap. In tegenstelling tot D66, die doorgaans inzet op Europese defensiesamenwerking en bredere maatschappelijke investeringen, wijst de SGP een Europees leger af en wil zij de Defensie-uitgaven structureel verhogen tot 5% van het BBP. De SGP legt de nadruk op nationale soevereiniteit, robuuste investeringen in militair materieel en personeel, en een sterke eigen defensie-industrie.
De SGP wil dat Nederland fors meer uitgeeft aan Defensie dan de huidige NAVO-norm, met een duidelijke kwantitatieve doelstelling. Dit is significant meer dan wat partijen als D66 doorgaans bepleiten. De SGP ziet dit als noodzakelijk om de veiligheid te waarborgen in een instabiele wereld.
“De SGP wil gaan voldoen aan de nieuwe NAVO-norm voor defensie-uitgaven. In 2035 besteedt Nederland 5% van het BBP aan onze Defensie, waarbij 1,5% wordt besteed aan bredere investeringen in maatschappelijke weerbaarheid en infrastructuur.”
De SGP verzet zich expliciet tegen de vorming van een Europees leger en het overhevelen van Defensie-bevoegdheden naar Brussel, in tegenstelling tot D66 dat Europese samenwerking juist vaak omarmt. De SGP wil dat Nederland zelfstandig blijft beslissen over militaire inzet.
“De SGP wil echter geen Europees leger en vindt de nieuwe Europese Defensiecommissaris ongewenst. Niet Brussel, maar Den Haag blijft besluiten over het uitzenden van troepen.”
De SGP wil extra investeren in modern materieel, innovatie en de Nederlandse defensie-industrie, met oog op strategische autonomie. Dit betekent onder meer meer F-35’s, luchtverdediging, drones en langdurige contracten voor de industrie.
“De SGP wil dat Nederland meer F-35’s en meer luchtverdediging inkoopt. Ook moet Nederland de infanteriebataljons zo veel mogelijk aanvullen.”
“De SGP wil extra investeren in specialisaties als de speciale eenheden en onderzeebootcapaciteit.”
“De defensie-industrie moet worden opgeschaald nu de vraag naar wapensystemen stijgt.”
“Om te waarborgen dat de defensie-industrie expertise en zekere productiecapaciteit behoudt in vredestijd zijn langetermijn contracten nodig.”
De SGP benadrukt dat Defensie een kerntaak van de overheid is en dat de NAVO de belangrijkste veiligheidspartner blijft. Europese samenwerking is slechts aanvullend en ondergeschikt aan de NAVO.
Volt pleit voor een sterke, geïntegreerde Europese defensie onder democratische controle, met minder afhankelijkheid van de VS en meer samenwerking binnen de EU. Ze willen een gezamenlijk Europees leger, centrale inkoop en integratie van de defensie-industrie, en investeren in personeel en innovatie. De nadruk ligt op efficiëntie, transparantie en het waarborgen van Europese waarden en mensenrechten.
Volt wil een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de NAVO, maar zelfstandig kan opereren en onder democratisch toezicht staat. Dit moet de veiligheid van EU-inwoners waarborgen en de afhankelijkheid van de VS verminderen.
“Het is tijd dat de EU verantwoordelijkheid neemt voor de veiligheid van haar inwoners. Daarom bouwen we aan een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en die onder toezicht staat van het Europees Parlement.”
Volt streeft naar een geïntegreerde Europese defensie-industrie, gezamenlijke inkoop en standaardisatie van materieel om kosten te besparen, innovatie te stimuleren en de Europese onafhankelijkheid te vergroten.
“We ontwikkelen als EU een gezamenlijke defensie-industrie. Daar delen we middelen, kopen we samen materieel in en werken Europese bedrijven nauwer samen.”
“De Europese Commissie krijgt de taak om defensieaanbestedingen te centraliseren, zodat de vraag wordt gebundeld en dubbele kosten worden voorkomen.”
“De defensie-industrieën van de lidstaten worden geïntegreerd om de interoperabiliteit van wapensystemen en strijdkrachten te verbeteren, zodat systemen van verschillende Europese leveranciers op elkaar aansluiten.”
Volt wil structurele investeringen in defensie, gefinancierd via eurobonds en met nadruk op transparantie, democratische normen en het voorkomen van verspilling.
“Er wordt structureel geïnvesteerd in wat écht nodig is, met focus op resultaat, niet alleen op hoeveel procent van het budget naar defensie gaat. De uitbreiding binnen defensie wordt gezamenlijk gefinancierd met eurobonds.”
“Alle defensie-uitgaven moeten voldoen aan democratische normen, Europese waarden en het internationaal recht. De zorgen van burgers over stijgende defensiebudgetten worden serieus genomen.”
Volt wil het personeelstekort aanpakken door betere arbeidsvoorwaarden, snellere procedures en een vrijwillig Europees dienmodel dat civiele en militaire trajecten biedt.
“Volt maakt de krijgsmacht aantrekkelijker door snellere sollicitatieprocedures; betere huisvesting en infrastructuur; hogere salarissen en erkenning van opgedane vaardigheden in onderwijs en andere loopbanen.”
“Volt bepleit een vrijwillig Europees dienmodel. Dit dienmodel biedt zowel civiele als militaire trajecten aan, bijvoorbeeld cyberveiligheid of crisisrespons.”
FVD pleit voor een onafhankelijke, nationale defensie die uitsluitend het Nederlandse belang dient en verzet zich tegen internationale inmenging, zoals door de NAVO, EU of Amerikaanse belangen. Ze willen investeren in defensie op eigen voorwaarden, het NAVO-lidmaatschap ter discussie stellen, en militaire betrokkenheid bij buitenlandse conflicten – zoals in Oekraïne – beëindigen. De partij kiest expliciet voor neutraliteit naar Zwitsers model en benadrukt soevereiniteit en terughoudendheid in internationale militaire inzet.
FVD wil de Nederlandse defensie versterken, maar uitsluitend op basis van eigen inzichten en behoeften, niet op basis van internationale afspraken of druk. Het doel is een weerbare krijgsmacht die primair het Nederlandse belang dient, met betere beloning voor militairen en versterking van de eigen defensie-industrie.
FVD stelt het NAVO-lidmaatschap ter discussie en wil dat de Nederlandse bevolking via een referendum beslist over voortzetting van het lidmaatschap. Dit is een fundamenteel verschil met partijen als D66, die het NAVO-lidmaatschap als hoeksteen van de veiligheid zien.
“We leggen het lidmaatschap van de NAVO via een referendum voor aan de Nederlandse bevolking, zodat we als land zelf kunnen beslissen of we door willen op het huidige pad.”
FVD kiest voor een neutrale positie in de internationale politiek en verzet zich tegen deelname aan buitenlandse militaire missies, met name Amerikaanse proxy-oorlogen zoals in Oekraïne. Ze willen geen belastinggeld meer besteden aan dergelijke conflicten.
FVD wil dat Nederland altijd zelf beslist over de inzet van militairen en verzet zich tegen besluitvorming door de EU of NAVO over Nederlandse troepen.
“We staan nooit toe dat de inzet van onze militairen door de EU of de NAVO wordt bepaald, zodat Nederland altijd zelf de controle houdt.”
FVD is tegen het herstellen van de dienstplicht en wil onder geen beding dat Nederlandse jongeren worden ingezet in buitenlandse conflicten zoals de oorlog in Oekraïne.
“Onder geen beding mag de opkomstplicht worden hersteld, Nederlandse jongeren gaan niet vechten in Oekraïne.”
De SP verzet zich fel tegen de forse verhoging van defensie-uitgaven zoals bepleit door D66 en andere partijen, en wil geen NAVO-norm van 5% van het BBP aan militaire uitgaven. In plaats daarvan pleit de SP voor een krijgsmacht gericht op verdediging van het eigen grondgebied en vredesmissies met VN-mandaat, en voor investeringen in diplomatie, ontwapening en Europese onafhankelijkheid van de Amerikaanse wapenindustrie. De partij wijst nadrukkelijk de militarisering en wapenwedloop af, en wil geen Europees leger.
De SP is uitgesproken tegen het verhogen van de defensie-uitgaven naar 5% van het BBP, zoals D66 en andere partijen steunen. Zij stellen dat dit leidt tot bezuinigingen op sociale voorzieningen en vooral de Amerikaanse wapenindustrie ten goede komt. De SP ziet deze norm als asociaal en schadelijk voor de samenleving.
“De SP is tegen de nieuwe NAVOnorm voor defensieuitgaven waarbij de Amerikaanse president Trump van ons eist dat wij 5% van alles wat we samen in Nederland verdienen uitgeven aan wapens. Dit leidt tot een wereldwijde wapenwedloop en komt vooral de Amerikaanse wapenindustrie ten goede.”
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Partijen die anders beweren, houden de mensen in het land voor de gek.”
De SP wil dat de krijgsmacht zich uitsluitend richt op verdediging van het eigen grondgebied en vredesmissies met VN-mandaat. Zij verzetten zich tegen militaire operaties buiten NAVO-grondgebied zonder VN-mandaat en tegen uitbreiding van de NAVO.
“De SP wil een krijgsmacht die in staat is het eigen grondgebied te verdedigen en in staat is op basis van VNmandaat bondgenoten te verdedigen en vredestaken uit te voeren.”
“Dat betekent expliciet: geen operaties buiten het eigen grondgebied, geen operaties zonder VNmandaat en geen uitbreiding met nieuwe NAVOlanden.”
De SP is tegen de vorming van een federaal Europa en een Europees leger, maar staat open voor militaire samenwerking en afstemming binnen Europa. Uitzendingen van militairen moeten altijd een nationale beslissing blijven.
“De SP is voor Europese samenwerking, maar tegen een federaal Europa. Het vetorecht van landen blijft behouden, ook in de buitenlandraad. De SP is voor militaire samenwerking en betere afstemming in Europa, maar niet voor een Europees leger. Wij gaan zelf over de uitzending van onze mensen.”
De SP wil de nadruk leggen op diplomatie, ontwapening en onafhankelijkheid van de Amerikaanse wapenindustrie. Zij pleiten voor investeringen in een eigen Europese defensie-industrie, waarbij publieke zeggenschap en het algemeen belang centraal staan.
“Onze veiligheid wordt nu te veel gebaseerd op meer wapens en dreiging, terwijl echte veiligheid begint bij vrede en samenwerking. Wij kiezen voor een defensiebeleid dat mensen beschermt door diplomatie, ontwapening en rechtvaardige internationale samenwerking.”
“Europa moet onafhankelijk zijn van de Amerikaanse wapenindustrie. Wij hebben tal van alternatieven binnen de grenzen van de EU, goed opgeleide vakmensen en onderzoekers waarmee wij zelf wapens voor onze verdediging kunnen maken.”
D66 wil op termijn een Europese krijgsmacht en kiest op korte termijn voor een sterke Europese positie binnen de NAVO, met meer samenwerking op het gebied van materieel, personeel en strategische commandovoering. Ze willen de NAVO-norm van minimaal 3,5% van het bbp aan defensie-uitgaven nakomen en investeren daarnaast in civiele paraatheid, infrastructuur en het tegengaan van hybride dreigingen zoals desinformatie. D66 benadrukt het belang van technologische innovatie, internationale samenwerking en het versterken van de Europese defensie-industrie om Europa strategisch zelfstandig en weerbaar te maken.
D66 streeft naar een Europese krijgsmacht als ultiem doel, maar wil nu al dat Europa binnen de NAVO meer verantwoordelijkheid neemt door gezamenlijke strategische aansturing, materieel en personeel. Dit moet Europa in staat stellen zichzelf te verdedigen en minder afhankelijk te zijn van de VS.
“D66 streeft op lange termijn naar een Europese krijgsmacht. Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met Europese strategische commandovoering, Europees materieel en Europees personeel.”
“We kiezen voor strategische zelfstandigheid van Europa. En we kiezen voor een krijgsmacht die onze vrijheid, democratie en rechtsstaat kan bewaken. Niet om te vechten, maar om oorlog te voorkomen en om wereldwijd op te komen voor mensen die nu niet beschermd zijn.”
D66 wil de NAVO-afspraak nakomen om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie te besteden, inclusief investeringen in kritieke infrastructuur, civiele paraatheid en de defensie-industrie. Hiermee wil D66 zowel de militaire als de maatschappelijke weerbaarheid vergroten.
“We komen de NAVO-afspraak na om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven en minimaal 1,5% van het bbp aan de kritieke infrastructuur, civiele paraatheid, veerkracht en het versterken van onze defensie-industrie.”
D66 wil dat Nederland in 2030 Europees koploper is op het gebied van AI, drones, ruimtevaart en cybersecurity voor defensie, met als uitgangspunt betekenisvolle menselijke controle. Ze pleiten voor gezamenlijke Europese investeringen, standaardisatie en materieelinvesteringen om slagkracht en efficiëntie te vergroten.
“D66 wil dat Nederland in 2030 Europees koploper is op het gebied van AI, drones, ruimtevaart en cybersecurity voor defensie. Ons uitgangspunt voor deze technologieën is betekenisvolle menselijke controle.”
“We moeten gezamenlijk voorraden aanleggen, trainen en investeren in innovatie. Gezamenlijk materieel inkopen en meer standaardiseren. Door onze krachten te bundelen zijn we samen slagvaardiger en besparen we kosten.”
D66 wil de internationale defensiesamenwerking uitbreiden, ook buiten NAVO- en EU-verband, met landen als het VK, Canada, Japan en Australië, om de gezamenlijke slagkracht en het vermogen tot optreden te vergroten.
“D66 is voorstander van het opschalen en uitbreiden van internationale samenwerking om onze veiligheid te garanderen. Dit doen we ook buiten NAVO-verband en buiten de EU, met landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Canada, Japan en Australië.”
DENK is kritisch over het verhogen van defensie-uitgaven en verzet zich tegen verdere militarisering onder druk van de NAVO. De partij steunt alleen aantoonbaar noodzakelijke defensie-uitgaven, is tegen een Europees leger, en wil geen wapenwedloop of kernwapens in Nederland.
DENK vindt de huidige defensie-uitgaven voldoende en wijst extra miljardeninvesteringen af, tenzij deze aantoonbaar nodig zijn voor de basisvoorzieningen van Defensie. De partij wil investeren in goede huisvesting, salaris en uitrusting voor militairen, maar is tegen onnodige uitgaven en verdere militaire opbouw.
“DENK verzet zich tegen de extra miljardenuitgaven onder druk van NAVO baas Mark Rutte en President Donald Trump. DENK vindt de huidige defensie uitgaven voldoende en wijst op de enorme militaire overmacht van de NAVO die niet nog verder uitgebreid hoeft te worden.”
“Wij steunen alleen defensie uitgaven die aantoonbaar nodig zijn om de basis op orde te hebben bij Defensie. Dit betekent goede huisvesting van onze militairen, een fatsoenlijk salaris en een goede uitrusting. Miljardeninvesteringen zonder aantoonbare noodzaak steunen wij niet. Wij willen geen wapenwedloop.”
DENK is voor Europese defensiesamenwerking, maar wil geen Europees leger. De partij vindt dat Nederland altijd zelf moet kunnen beslissen over de inzet van militairen en hecht aan nationale soevereiniteit.
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
DENK is tegen kernwapens op Nederlands grondgebied en tegen het uitrusten van militaire systemen met kernwapens. Ook is de partij fel tegen een gedwongen dienstplicht.
“Alle kernwapens verdwijnen uit ons land. Onze militaire systemen worden niet uitgerust met lanceersystemen voor kernwapens.”
“Een gedwongen dienstplicht is voor DENK onacceptabel. Het forceren van jonge mensen in een militair systeem dat niet hun keuze is, past niet bij de idealen van DENK.”
DENK wil alleen in uitzonderlijke gevallen steun geven aan militaire missies, en dan uitsluitend als deze een zuiver humanitair karakter hebben en een gedegen internationaal mandaat.
“Wij blijven zeer terughoudend in het steunen van de deelname aan militaire missies. Slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen wij deelname steunen aan missies met een zuiver humanitair karakter en met een gedegen internationaal mandaat.”
JA21 positioneert zich als dé defensiepartij van Nederland en pleit voor forse investeringen in de krijgsmacht, met een duidelijke afwijzing van een Europees leger zoals D66 dat voorstaat. De partij wil de NAVO-norm wettelijk verankeren, de defensie-uitgaven verhogen tot 5% van het BBP in 2035, en benadrukt het belang van nationale soevereiniteit en zelfstandige verdediging van Nederlandse belangen.
JA21 vindt dat Nederland jarenlang te weinig heeft geïnvesteerd in defensie en wil dit fors corrigeren, onder meer door wettelijk vast te leggen dat minimaal 2% van het BBP aan defensie wordt besteed (de NAVO-norm), met een verdere groei naar 5% in 2035. Dit is een duidelijke breuk met partijen als D66, die traditioneel minder nadruk leggen op structurele verhoging van het defensiebudget.
“JA21 heeft de afgelopen jaren bewezen dé defensiepartij van Nederland te zijn, met onder meer de hoogste doorgerekende defensie-uitgaven in het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023, en het wettelijk verankeren van de 2% NAVO-norm.”
“Lineair groeien naar uitgaven van 5% van het BBP in 2035.”
JA21 verzet zich expliciet tegen de vorming van een Europees leger en tegen militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat. Dit onderscheidt zich scherp van D66, die juist voorstander is van meer Europese defensiesamenwerking en een EU-leger.
“Geen EU-leger en geen militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat.”
“Tegelijk blijven we als eerste alert op onze eigen soevereiniteit, en steunen dus geen EU-leger buiten NAVO, geen militair optreden zonder Nederlands belang, en geen afhankelijkheid van Amerikaanse ondersteuning voor strategische capaciteiten.”
JA21 wil dat Nederland zelfstandig in staat is zijn belangen te verdedigen, met een sterke eigen defensie-industrie en minder afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers. Dit staat haaks op het D66-standpunt dat inzet op Europese integratie en gezamenlijke inkoop.
“Nederland moet zelfstandig in staat zijn haar burgers, grondgebied en vitale belangen te verdedigen – te land, ter zee, in de lucht, in de ruimte, en in het cyberdomein.”
“De Nederlandse defensie-industrie versterken door minder belemmerende regelgeving en vergunningseisen, en door het verstrekken van langdurige opdrachten.”
50PLUS pleit voor het versterken van de Nederlandse defensie in lijn met NAVO-afspraken, het vergroten van de nationale defensie-industrie en het invoeren van een gemoderniseerde maatschappelijke dienstplicht. De partij ziet de NAVO als hoeksteen van het veiligheidsbeleid en wil dat Europa minder afhankelijk wordt van andere wereldmachten. In tegenstelling tot D66, dat doorgaans meer inzet op Europese samenwerking en minder op nationale industrie, legt 50PLUS nadruk op nationale weerbaarheid en investeringen in eigen defensiecapaciteit.
50PLUS wil de defensie-uitgaven verhogen volgens de NAVO-norm en de nationale defensie-industrie versterken, om zo de weerbaarheid van Nederland en Europa te vergroten. Dit standpunt is ingegeven door de veranderde geopolitieke situatie, met name de oorlog in Oekraïne, en de wens om minder afhankelijk te zijn van andere wereldmachten. Dit verschilt van D66, dat doorgaans meer nadruk legt op Europese samenwerking en minder op nationale industrie.
50PLUS stelt voor een gemoderniseerde algemene maatschappelijke dienstplicht in te voeren, waarbij jongeren kunnen kiezen voor defensie, zorg of civiele veiligheid. Dit voorstel is bedoeld om de weerbaarheid van de samenleving te vergroten en jongeren te betrekken bij nationale veiligheid, een benadering die verschilt van het D66-standpunt dat doorgaans minder nadruk legt op dienstplicht.
“Een gemoderniseerde algemene maatschappelijk dien(st)plicht voor defensie, zorg of civiele veiligheid.”
50PLUS benadrukt het belang van de NAVO als fundament van het Nederlandse veiligheidsbeleid, vooral gezien de dreiging vanuit Rusland. Dit onderstreept hun voorkeur voor collectieve verdediging binnen NAVO-verband, terwijl D66 vaker pleit voor versterking van Europese defensiesamenwerking.
“De NAVO is de hoeksteen van het Nederlands veiligheidsbeleid.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een forse verhoging van het defensiebudget tot de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp, maar benadrukt dat deze uitgaven niet ten koste mogen gaan van zorg, onderwijs of sociale zekerheid. Ze willen de Europese defensiesamenwerking versterken, de afhankelijkheid van de VS verminderen, en investeren in diplomatie en ontwikkelingssamenwerking als aanvulling op militaire uitgaven. De partij onderscheidt zich door defensie-expansie te koppelen aan sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid.
GroenLinks-PvdA wil het defensiebudget historisch verhogen tot de NAVO-norm van 3,5% van het bbp, maar financiert dit door hogere bijdragen van de rijkste Nederlanders in plaats van bezuinigingen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid of pensioenen. Ze koppelen defensie-expansie expliciet aan het behoud en de versterking van de verzorgingsstaat.
“We staan voor een historische verhoging van de uitgaven aan defensie. We houden ons aan de nieuwe NAVO-norm en groeien toe naar de afspraak om 3,5% van het bbp uit te geven aan defensie. De overheid wordt medeaandeelhouder van defensiebedrijven, zodat de winsten terugvloeien naar de samenleving. We betalen de hogere defensie-uitgaven niet met bezuinigen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen. De hogere defensie-uitgaven betalen we door een eerlijke bijdrage te vragen van de rijkste Nederlanders.”
“Een hoger defensiebudget dient dus gepaard te gaan met het bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat en investeringen in verduurzaming en energie-onafhankelijkheid. We betalen de hogere defensie-uitgaven niet met bezuinigingen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen.”
De partij wil defensie tot een gedeelde EU-competentie maken, de Europese defensie-industrie versterken, en de afhankelijkheid van de VS afbouwen. Ze pleiten voor gezamenlijke Europese inkoop en ontwikkeling van wapensystemen en willen geen orders meer plaatsen bij de Israëlische defensie-industrie.
“Defensie moet een gedeelde EU-competentie worden; besluiten over inzet van de krijgsmacht blijven echter een nationale bevoegdheid. Integratie van de krijgsmachten zetten we voort. We bouwen een onafhankelijke Europese defensie-industrie via de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van wapensystemen, diensten en infrastructuur. We beschermen onszelf en onze infrastructuur tegen cyberaanvallen, desinformatie, spionage en sabotage. We bouwen onze afhankelijkheid van de VS af en plaatsen geen orders meer bij de Israëlische defensie-industrie.”
GroenLinks-PvdA benadrukt dat vrede niet alleen met wapens wordt bereikt en investeert daarom extra in diplomatie en ontwikkelingssamenwerking, onder meer om conflicten te voorkomen en internationale partnerschappen te versterken.
“We stellen extra middelen beschikbaar voor diplomatie en voor het sneller en effectiever opkomen voor de verdediging van democratie, rechtsstaat en mensenrechten. De uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking gaan omhoog. Daarmee kunnen we investeren in nieuwe partnerschappen met landen in Afrika, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten. Zo helpen we conflicten voorkomen en versterken we ook onze eigen weerbaarheid.”
“We investeren in ontwikkelingssamenwerking en diplomatie om conflicten te voorkomen.”
De PVV wil de defensie-uitgaven verhogen, maar richt zich primair op de bescherming van het eigen grondgebied en niet op buitenlandse missies. De partij verzet zich tegen verdere Europese integratie op defensiegebied en benadrukt nationale soevereiniteit, waarbij de NAVO de hoeksteen blijft. Concrete voorstellen zijn het stapsgewijs verhogen van het defensiebudget en het beperken van militaire inzet tot grensbewaking.
De PVV vindt dat Defensie vooral moet dienen ter bescherming van Nederland zelf, niet voor buitenlandse missies. Investeringen in het leger zijn nodig, maar de focus ligt op grensbewaking en nationale veiligheid, niet op internationale operaties. Dit onderscheidt de PVV duidelijk van partijen als D66, die doorgaans meer inzetten op internationale samenwerking en Europese defensie-initiatieven.
“Wij hebben de ambitie om de Defensie uitgaven te laten groeien, en zullen dit stapsgewijs vormgeven.”
“De basistaak van onze Krijgsmacht is de bescherming van ons eigen grondgebied. Wij willen dus geen buitenlandse militaire missies, maar militaire inzet aan onze eigen grenzen: grensbewaking.”
De PVV verzet zich tegen een Europese superstaat en het overhevelen van defensiebevoegdheden naar Brussel. De partij wil nationale soevereiniteit behouden en ziet de NAVO als het belangrijkste defensieve samenwerkingsverband, niet de EU. Dit staat haaks op het D66-standpunt, dat juist Europese defensiesamenwerking wil versterken.