De ChristenUnie erkent dat de treinen in Nederland overvol zijn en dat het spoor kampt met vertragingen. Hun belangrijkste voorstel is fors investeren in uitbreiding en verbetering van het spoor, met meer, langere en snellere treinen, grotere perrons en goedkoper treinvervoer. De partij wil zo de capaciteit en betrouwbaarheid van het spoor vergroten en het reizen per trein aantrekkelijker maken.
De ChristenUnie wil het probleem van overvolle treinen en vertragingen aanpakken door structureel te investeren in het spoor. Dit omvat het verdubbelen van sporen, verlengen en verbreden van perrons, en het verbeteren van de spoorfundering, zodat er meer en langere treinen kunnen rijden. Ook wordt ingezet op goedkopere treinkaartjes en nieuwe spoorlijnen om de capaciteit te vergroten en het reizen per trein aantrekkelijker te maken.
“We investeren in spoorverdubbelingen, extra, langere en bredere perrons, nieuwe keersporen en het verbeteren van de fundering van het spoor, zodat er meer en langere treinen kunnen gaan rijden.”
“De treinen puilen uit en de snelwegen staan vol. Om heel Nederland bereikbaar te houden, zijn investeringen in infrastructuur voor schoon en slim vervoer noodzakelijk.”
“Er wordt extra geïnvesteerd in aantrekkelijk en goedkoop treinvervoer.”
“Om de treinkaartjes goedkoper te maken en de jongerendagkaart terug te laten keren, investeren we jaarlijks 120 miljoen euro.”
“Op het spoorwegennet wordt – daar waar de ondergrond het toelaat – een maximumsnelheid van 160 km/u de norm.”
Naast uitbreiding van bestaande infrastructuur zet de ChristenUnie in op de aanleg van nieuwe spoorlijnen en het verbeteren van internationale treinverbindingen. Dit moet de druk op het huidige netwerk verlichten en alternatieven bieden voor drukke trajecten.
De Partij voor de Dieren erkent dat het treinvervoer momenteel te druk is en dat de kwaliteit onder druk staat door te korte treinen en hoge prijzen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het uitbreiden en verlengen van treinen, het fors goedkoper maken van het ov, en het investeren in nieuwe en snellere treinverbindingen om het reizen comfortabeler en betrouwbaarder te maken. De kern van hun visie is dat treinreizen aantrekkelijker, toegankelijker en comfortabeler moeten worden, zodat meer mensen kiezen voor de trein in plaats van de auto of het vliegtuig.
De PvdD wil het aantal treinen uitbreiden en treinen langer maken om drukte tegen te gaan en het comfort te verhogen. Ze willen dat reizen met de trein aansluit op de behoeften van de reiziger, met voldoende zitplaatsen en goede voorzieningen. Dit moet direct bijdragen aan het verminderen van overvolle treinen en het verbeteren van de reiservaring.
“Het aantal treinen wordt uitgebreid en de treinen worden langer. Op alle knooppuntstations komen vergader- en werkfaciliteiten. In elk treinstel zijn schone wc’s, stopcontacten en internet.”
“In de treinen wordt het klassensysteem afgeschaft, voor iedereen moet er een goede zitplaats zijn tegen een redelijke prijs.”
“Helaas verdwijnen er steeds meer buslijnen, rijden er steeds kortere treinen en worden de prijzen ook nog eens flink verhoogd. Dat is geen wetmatigheid, dat zijn politieke keuzes.”
Om vertragingen te verminderen en de capaciteit te vergroten, investeert de PvdD in nieuwe en snellere treinverbindingen, zoals de Lelylijn, Nedersaksenlijn en een snelle verbinding tussen Utrecht en Breda. Dit moet de reistijd verkorten en het spoornetwerk robuuster maken.
“De treinreistijd tussen de Randstad en Noord- en Oost-Nederland wordt verkort. De Lelylijn en Nedersaksenlijn komen er zo snel mogelijk. Ook zorgen we voor een nieuwe, snelle treinverbinding tussen Utrecht en Breda.”
De partij wil het ov minimaal 50% goedkoper maken en voor lage inkomens zelfs gratis, zodat meer mensen voor de trein kiezen en de drukte beter gespreid wordt. Dit maakt het ov aantrekkelijker dan de auto en kan de druk op het spoor verminderen.
“Het openbaar vervoer wordt minimaal 50% goedkoper, zodat het ov financieel aantrekkelijker wordt dan de auto. Voor mensen met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum wordt het openbaar vervoer gratis.”
Door te investeren in een fijnmazig ov-netwerk, lightrail, en goede overstapmogelijkheden (zoals fietsenstallingen en deelauto’s), wil de PvdD de spreiding van reizigers verbeteren en de druk op de hoofdspoorlijnen verlichten.
“Door de uitbreiding van lightrailverbindingen, zoals de Randstadrail, maken we kleinere woonkernen beter bereikbaar en verminderen we woon-werk-verkeer met de auto.”
“Treinstations worden goed toegankelijk gemaakt voor ouderen, mensen met een beperking en fietsers. Er komen voldoende gratis bewaakte fietsenstallingen. Er komen overstapmogelijkheden op deelauto’s.”
BBB erkent dat de bereikbaarheid per spoor onder druk staat en wil investeren in het vernieuwen en uitbreiden van het spoor, met prioriteit voor regionale en internationale verbindingen. Ze leggen de nadruk op het verbeteren van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het openbaar vervoer, vooral buiten de Randstad, maar doen geen concrete uitspraken over het aanpakken van drukte of vertragingen op bestaande treintrajecten. De partij noemt vooral lange termijn infrastructuurprojecten en het belang van goed onderhoud.
BBB ziet het verbeteren van het spoor als essentieel voor de bereikbaarheid en economische positie van Nederland. Ze pleiten voor investeringen in nieuwe spoorlijnen en het vernieuwen van bestaande verbindingen, met speciale aandacht voor regionale ontsluiting en internationale alternatieven voor korteafstandsvluchten. Dit wordt gepresenteerd als antwoord op de groeiende mobiliteitsvraag, maar er worden geen directe oplossingen genoemd voor de huidige drukte of vertragingen op het spoor.
“De uitwerking van de Ontwikkelingsstrategie Grootschalige Infrastructuur moet vast stellen welke grote infrastructurele werken de komende 50 jaar nodig zijn en de route daarnaartoe. Hierbij denkt BBB onder meer aan de Lelylijn, de Oude Lijn bij Leiden, het verlengen van de Noord Zuidlijn, de IJmeerverbinding vanuit Almere en de passagiersverbinding tussen Weert en Hamont (Antwerpen).”
“Bereikbaarheid per spoor en door de lucht is cruciaal voor de economische concurrentiepositie van Nederland. Spoorlijnen zijn de levenslijn voor bereikbaarheid. We zetten vooral in op vernieuwing. Internationale trein en busverbindingen krijgen prioriteit als alternatief voor korteafstandsvluchten.”
“De regionale ontsluiting moet worden versterkt door te blijven investeren in spoor en wegverbindingen.”
BBB benadrukt het belang van betrouwbaar en beschikbaar openbaar vervoer, vooral in regio’s waar het OV onder druk staat. Ze noemen het verdwijnen van OV-voorzieningen als probleem, maar geven geen concrete maatregelen tegen drukte of vertragingen op bestaande treintrajecten.
BBB wijst op het belang van goed onderhoud aan infrastructuur, waaronder spoor, om vertragingen te voorkomen. De focus ligt echter vooral op wegen, bruggen en tunnels; het spoor wordt slechts zijdelings genoemd.
“Veel bruggen, tunnels en wegen zijn aan het einde van hun levensduur. De veiligheid is in het geding. Dit leidt tot files, logistieke vertragingen en verminder de militaire mobiliteit. Er is sprake van achterstallig onderhoud. Onze infrastructuur moet goed worden onder houden.”
GroenLinks-PvdA erkent dat het spoor in Nederland te druk is en dat er te veel vertragingen zijn, en wil dit oplossen door fors te investeren in uitbreiding van het spoor, meer capaciteit op bestaande lijnen en betere dienstregie. Ze stellen voor om nieuwe spoorlijnen aan te leggen, bestaande lijnen te verdubbelen, meer stations te openen en de regie op ProRail en NS te versterken om de dienstregeling te verbeteren. Hun visie is gericht op een bereikbaar, betrouwbaar en duurzaam ov voor iedereen.
GroenLinks-PvdA wil het probleem van drukte en vertragingen op het spoor aanpakken door het treinnet uit te breiden, bestaande lijnen te verdubbelen en voldoende capaciteit te waarborgen. Dit moet leiden tot minder overvolle treinen en minder vertragingen, zodat het ov aantrekkelijker en betrouwbaarder wordt.
“Het treinnet wordt uitgebreid. We leggen de Lelylijn aan tussen Groningen en de Randstad en in internationaal verband als hogesnelheidslijn naar Noord-Duitsland, Denemarken en Zweden. De Nedersaksenlijn tussen Enschede en Groningen gaat rijden en we onderzoeken welke verdere uitbreidingen noodzakelijk zijn... We zorgen voor voldoende capaciteit op bestaande lijnen”
“We vervangen het enkel spoor tussen Deventer en Zwolle door dubbelspoor. Dat doen we ook voor het spoor van Zwolle naar Enschede (en Münster).”
“De Maaslijn wordt toegevoegd aan het hoofdrailnet, het spoor wordt hier verdubbeld en door de aanleg van bovenleidingen verdwijnt de dieseltrein.”
De partij wil de betrouwbaarheid van het spoor verbeteren door de regie op ProRail en NS te versterken en het aanbod van ov beter af te stemmen op de behoefte. Dit moet leiden tot minder vertragingen en betere aansluiting tussen hoofd- en regionale lijnen.
“We passen het aanbod van ov beter aan op wat nodig is om Nederland bereikbaar te houden. Dat doen we door de regie te versterken op ProRail en NS, de hoofdrailconcessie voor de NS in stand te houden, en door provincies te ondersteunen bij het weer in eigen hand nemen van het regionale ov.”
Door het aantal treinstations fors uit te breiden en de aansluiting tussen hoofdrailnet en regionale netten te verbeteren, wil GroenLinks-PvdA de druk op bestaande stations en treinen verlichten en vertragingen verminderen.
JA21 erkent het belang van goed openbaar vervoer en wil verdere verschraling van het aanbod voorkomen door extra te investeren in het spoor. Ze pleiten voor grote infrastructurele projecten zoals de Lelylijn en Nedersaksenlijn en benadrukken de noodzaak van structurele investeringen in vervanging en renovatie van spoorinfrastructuur om de capaciteit en betrouwbaarheid te verbeteren. Hun kernvisie is dat investeren in het spoor essentieel is om drukte en vertragingen tegen te gaan, vooral buiten de Randstad.
JA21 ziet het behoud en de verbetering van het openbaar vervoer als noodzakelijk om drukte en vertragingen op het spoor aan te pakken. Ze willen het huidige aanbod behouden, extra investeren in het spoor en grote projecten versnellen om de capaciteit te vergroten en de betrouwbaarheid te verbeteren. Dit moet vooral de problemen buiten de Randstad verlichten en het OV aantrekkelijker maken.
“Het kwaliteitsniveau van het openbaar vervoer niet verder verschralen: het verdient daarom een investering van 0,04% van het BBP jaarlijks.”
“Om tot een verbetering van het openbaar vervoer te komen, met name ook voor de gebieden buiten de Randstad, zal aanzienlijk meer geïnvesteerd moeten worden. Dan komen grote projecten zoals de Lelylijn en de Nedersaksenlijn in beeld.”
“JA21 realiseert zich dat Nederland een zeer omvangrijke Vervangings- en Renovatieopgave (V&R-opgave) van een groot deel van de infrastructuur heeft. Veel viaducten, tunnels, sluizen, bruggen, wegen, spoor en keringen bereiken de komende 10-20 jaar het einde van hun levensduur. Duizenden objecten moeten worden vervangen of gerenoveerd. JA21 stelt vast dat structureel een extra investering nodig is van circa 0,5% van het BBP om deze V&R-opgave te kunnen uitvoeren.”
“Dat alle mogelijke financieringsbronnen worden onderzocht om de Lelylijn toch binnen het oorspronkelijk tijdpad te realiseren.”
JA21 wil de aanleg van nieuwe spoorlijnen zoals de Lelylijn en Nedersaksenlijn versnellen om de capaciteit te vergroten en zo drukte en vertragingen op het spoor te verminderen. Ze benadrukken het belang van gelijktijdige aanleg en het zoeken naar extra financiering om deze projecten snel te realiseren.
“JA21 blijft het belang benadrukken van een gelijktijdige aanleg van zowel de Nedersaksenlijn als de Lelylijn.”
“JA21 wil dat onderzoek wordt gedaan naar alle mogelijke financieringsbronnen zoals bijdragen van het Rijk, provincies en gemeenten, Europese fondsen en eventueel private investeringen om de aanleg van de Lelylijn volgens het oorspronkelijk tijdpad te realiseren.”
De SGP erkent het belang van goed functionerend openbaar vervoer, ook op het spoor, en wil extra investeren in betaalbaar en voldoende ov om de bereikbaarheid te verbeteren. Hun belangrijkste voorstellen zijn het realiseren van nieuwe stations, het opwaarderen van bestaande spoorlijnen, en het stimuleren van overstappunten tussen auto en ov. De partij legt de nadruk op uitbreiding en verbetering van het spoornetwerk, maar doet geen directe uitspraken over het verminderen van drukte of vertragingen op de trein.
De SGP wil de capaciteit en bereikbaarheid van het spoor verbeteren door te investeren in nieuwe stations, het opwaarderen van bestaande lijnen, en het realiseren van overstappunten. Hiermee beogen ze het ov aantrekkelijker en toegankelijker te maken, wat indirect kan bijdragen aan het verminderen van drukte en vertragingen, al wordt dit niet expliciet benoemd als doel.
“Het Rijk moet daarom extra investeren in betaalbaar en voldoende ov.”
“Er komen extra overstappunten auto-ov, bijvoorbeeld bij Utrecht-Lunetten. Dit stoptreinstation wordt een intercitystation met een aansluiting op de A27. Ook bij Harderwijk komt zo’n intercitystop. Er komen nieuwe stations bij onder meer Dordrecht Leerpark, Barneveld-Noord (op de lijn Amersfoort-Apeldoorn) en Staphorst.”
“De SGP wil de aanleg van de Nedersaksenlijn doorzetten. In het masterplan voor de Lelylijn wordt de variant ‘opwaardering van bestaand spoor’ meegenomen, zodat op basis van de beschikbare middelen de beste keus gemaakt kan worden voor betere bereikbaarheid van het noorden van het land.”
De SGP wil de mogelijkheden tot staken in het ov beperken, met als doel de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer te vergroten en zo vertragingen door stakingen te voorkomen. Dit is een indirecte maatregel tegen verstoringen op het spoor.
“De mogelijkheden om te staken in het ov worden aan banden gelegd.”
Door het ov goedkoper te maken, wil de SGP het gebruik ervan stimuleren. Hoewel dit niet direct de drukte of vertragingen adresseert, kan het bijdragen aan een betere spreiding van reizigers en het aantrekkelijker maken van alternatieven voor drukke trajecten.
“Het ov wordt goedkoper door een btw-vrijstelling. De SGP wil verder gratis ov voor kinderen tot en met 11 jaar en terugkeer van de jongerendagkaart.”
BIJ1 erkent het belang van betrouwbaar, goed bereikbaar en gratis openbaar vervoer, met nadruk op investeringen in spoorinfrastructuur en het terugdraaien van bezuinigingen. Ze willen het ov nationaliseren, nieuwe spoorlijnen aanleggen en de NS onder democratische controle brengen om de kwaliteit, capaciteit en toegankelijkheid van het spoor te verbeteren. Hun visie is dat openbaar vervoer een publieke dienst moet zijn, gericht op bereikbaarheid en toegankelijkheid voor iedereen, niet op winst.
BIJ1 wil de capaciteit en betrouwbaarheid van het spoor vergroten door te investeren in infrastructuur, met speciale aandacht voor regio’s buiten de Randstad. Ze stellen voor om nieuwe spoorlijnen aan te leggen en bezuinigingen op het ov terug te draaien, zodat het netwerk minder overbelast raakt en vertragingen worden verminderd.
“We investeren in betrouwbaar, goed bereikbaar en gratis openbaar vervoer (ov). Met extra aandacht voor verbeterde infrastructuur buiten de Randstad - de 4 grote steden. Alle bezuinigingen op het ov draaien we direct terug. ... Nog voor 2030 realiseren we de voorgestelde Lelylijn en Nedersaksenlijn. Deze nieuwe spoorlijnen fungeren als aanvullende ruggengraat voor het landelijke ov-netwerk. En dragen bij aan efficiëntere mobiliteit en economische ontwikkeling in onderbediende regio’s.”
Om de kwaliteit en efficiëntie van het spoor te verbeteren, wil BIJ1 alle ov-bedrijven nationaliseren en de NS laten fuseren met andere spoorvervoerders en ProRail tot één overheidsdienst. Dit moet leiden tot betere coördinatie, minder versnippering en meer focus op publieke belangen in plaats van winst.
“Vervolgens werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk.”
BIJ1 wil de NS onder democratische controle van werknemers brengen en het ov gratis maken, zodat het toegankelijker wordt en de druk op het spoor eerlijker verdeeld kan worden. Hiermee willen ze het ov aantrekkelijker maken en het gebruik stimuleren, wat op termijn kan bijdragen aan minder drukte en betere dienstverlening.
“Wij gaan dit doorbreken. Door de bestuurstop van winstgedreven bedrijven als de NS onder directe democratische controle van de werknemers te brengen.”
“Ov-bedrijven nationaliseren we en plaatsen we onder democratische controle van werknemers. Het openbaar vervoer wordt gratis en toegankelijk, en is uiterlijk in 2035 volledig elektrisch.”
NSC erkent het probleem van drukte en vertragingen in de trein en wil dit aanpakken door te investeren in hoogfrequent en sneller openbaar vervoer, het spreiden van reizigersstromen en het verbeteren van regionale verbindingen. Ze stellen voor om spitsdruk te verlagen via afspraken met onderwijsinstellingen, investeren in nieuwe spoorlijnen zoals de Lelylijn, en onderzoeken meer aanbieders op het spoor. Hun visie is gericht op betere bereikbaarheid, tijdwinst ten opzichte van de auto en een betaalbaar, toegankelijk OV-netwerk.
NSC wil de drukte en vertragingen op het spoor verminderen door te investeren in hoogfrequent openbaar vervoer, met hogere snelheden en betere verbindingen tussen grote steden. Dit moet het reizen per trein aantrekkelijker maken dan de auto en de capaciteit vergroten.
“We willen investeren in hoogfrequent openbaar vervoer van en naar de grotere steden, waar mogelijk met snelheden van 160-200 km/uur zodat ten opzichte van de auto duidelijk sprake is van tijdwinst.”
Om overvolle treinen in de spits te voorkomen, wil NSC het woon-werkverkeer en studentenverkeer beter spreiden over de week, onder andere door afspraken met onderwijsinstellingen over flexibelere collegetijden.
“We willen een landelijke aanpak om woon-werkverkeer beter te spreiden over de week. Door afspraken met bijvoorbeeld onderwijsinstellingen over flexibelere collegetijden kunnen we de spitsdruk verlagen en het (studenten)verkeer beter spreiden.”
NSC zet in op de aanleg van nieuwe spoorlijnen zoals de Lelylijn en Nedersaksenlijn om de bereikbaarheid te vergroten en de druk op bestaande lijnen te verlichten. Dit moet ook de regionale economie stimuleren en de capaciteit van het spoornetwerk verhogen.
“Met aanleg van de Lelylijn versterken we de bereikbaarheid en het vestigingsklimaat van het noorden. ... De bereikbaarheid en de economie van het noordoosten van het land krijgen een impuls door de aanleg van de Nedersaksenlijn.”
NSC wil onderzoeken of het toelaten van meer aanbieders op het hoofdrailnet na 2029 kan bijdragen aan betere prestaties, waaronder minder vertragingen en meer capaciteit.
“We willen bij de herbeoordeling in 2029 al onderzoeken of er meer aanbieders kunnen worden toegelaten.”
De PVV vindt dat de Nederlandse Spoorwegen ernstig tekortschieten: treinen zijn vaak te druk, er zijn veel vertragingen en storingen, en een zitplaats is niet vanzelfsprekend. Hun belangrijkste voorstellen zijn het samenvoegen van NS en ProRail tot één Nederlands Spoorbedrijf, het garanderen van voldoende treinen met genoeg zitplaatsen die op tijd rijden (vooral in de spits), en het niet verder verhogen van de treinkaartjesprijzen. De kern van hun visie is dat het spoor weer betrouwbaar, betaalbaar en comfortabel moet worden voor de reiziger.
De PVV stelt dat de NS haar kerntaak niet waarmaakt: treinen zijn te druk, rijden vaak niet of te laat, en reizigers hebben geen garantie op een zitplaats. Ze willen dat de NS zich weer volledig richt op het bieden van betrouwbare, tijdige en comfortabele treinverbindingen, met name in de spits.
De PVV ziet de versnippering van het spoor als een oorzaak van de problemen en wil NS en ProRail samenvoegen om de verantwoordelijkheid en aansturing te verbeteren. Dit moet leiden tot minder vertragingen en storingen en een efficiënter spoorbedrijf.
“NS en ProRail samen in één groot Nederlands Spoorbedrijf”
De PVV vindt dat de prijs-kwaliteitverhouding van het spoor uit balans is geraakt: treinkaartjes worden duurder terwijl de dienstverlening achteruitgaat. Ze willen daarom geen verdere prijsverhogingen.
“Betaalbare treinkaartjes: geen verdere prijsverhogingen”
De SP vindt dat het openbaar vervoer, en specifiek de trein, betrouwbaarder, minder druk en betaalbaarder moet worden. Ze willen investeren in meer personeel, betere verbindingen en het samenvoegen van NS en ProRail tot één publiek bedrijf om vertragingen en drukte aan te pakken. Daarnaast pleiten ze voor lagere prijzen en meer capaciteit zodat iedereen op tijd, veilig en comfortabel kan reizen.
De SP ziet het tekort aan personeel en versnippering op het spoor als oorzaken van vertragingen en drukte. Door te investeren in meer personeel en het spoor weer volledig publiek te maken, willen ze zorgen voor meer stiptheid, veiligheid en service in de trein.
“Om met trots gebruik te kunnen maken van écht openbaar vervoer moeten treinen, trams en bussen ook op tijd komen, veilig zijn, en schoon. Daarvoor zijn investeringen en voldoende personeel nodig.”
“We stoppen met concurrentie op het spoor en verschillende bedrijven met eigen tarieven en paaltjes. De NS en ProRail worden één publiek spoorbedrijf dat verantwoordelijk is voor het hele spoorvervoer, met meer zichtbaar personeel op stations en in treinen voor veiligheid en service. We zorgen voor voldoende personeel en een goede beloning voor hun werk.”
De SP wil de capaciteit en betrouwbaarheid van het spoor vergroten door te investeren in nieuwe en sterkere treinverbindingen in heel Nederland. Dit moet drukte verminderen en vertragingen tegengaan, zodat alle regio’s goed bereikbaar zijn.
“We investeren in sterke binnenlandse treinverbindingen, zoals de Lelylijn, Maaslijn en Nedersaksenlijn. Zo zorgen we dat alle regio’s goed bereikbaar zijn en iedereen kan rekenen op betrouwbaar openbaar vervoer.”
Door de trein goedkoper te maken en een goedkoop maandabonnement in te voeren, wil de SP het gebruik van de trein stimuleren en de drukte beter spreiden. Dit draagt bij aan een toegankelijker en minder overbelast spoorsysteem.
“In opmaat hiernaartoe maken we het openbaar vervoer direct goedkoper door de prijzen met 25 procent te verlagen en een goedkoop maandabonnement (zoals het Duitslandticket) in te voeren.”
De VVD erkent het belang van een veilig, schoon en punctueel spoor en wil de prestaties van spoorvervoerders zoals de NS strenger controleren. Ze zetten in op investeringen in infrastructuur, innovatie en het toelaten van alternatieve aanbieders op het spoor om de drukte en vertragingen te verminderen.
De VVD wil dat treinen veiliger, schoner en vooral stipter rijden door spoorvervoerders strenger te houden aan gemaakte afspraken. Dit moet direct bijdragen aan het verminderen van vertragingen en het verbeteren van de reiservaring voor reizigers.
“We willen dat treinen veilig, op tijd en schoon zijn. We houden de NS en andere spoorvervoerders daarom strenger aan eerder gemaakte afspraken over veiligheid, punctualiteit en hoe schoon de treinen zijn.”
Om de drukte en vertragingen op het spoor structureel aan te pakken, investeert de VVD in uitbreiding en onderhoud van het spoor en stimuleert zij innovatie, waaronder het gebruik van AI en het toelaten van alternatieve aanbieders.
“We investeren met de investeringsagenda voor nationale groei in onze infrastructuur en daarmee de bereikbaarheid van woonwijken, zodat we nieuwe auto-, spoor- en waterwegen kunnen aanleggen en bestaande verbindingen goed kunnen onderhouden.”
“We blijven innovatie hier stimuleren, maken gebruik van AI waar mogelijk en nemen regels weg die innovatie stimuleren. We passen regels en wetgeving daarvoor aan om vervoerinnovatie te vergemakkelijken en verschillende (nieuwe) vervoersmodaliteiten te combineren.”
“We kijken of er op verschillende spoortrajecten alternatieve aanbieders kunnen rijden, bijvoorbeeld door bij de concessie van het hoofdrailnet ruimte te bieden voor eventuele andere aanbestedingen.”
Volt erkent dat het Nederlandse spoor druk is en dat het treinsysteem efficiënter en betrouwbaarder moet worden. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versneld invoeren van moderne treinbeveiliging (ERTMS), het verhogen van de capaciteit door kortere afstanden tussen treinen mogelijk te maken, en het spreiden van reizigers over de dag met financiële prikkels. Volt zet vooral in op technologische innovatie en betere benutting van bestaande infrastructuur om vertragingen en overvolle treinen tegen te gaan.
Volt wil het treinverkeer betrouwbaarder en minder druk maken door het European Rail Traffic Management System (ERTMS) versneld in te voeren. Dit systeem maakt hogere snelheden en kortere afstanden tussen treinen mogelijk zonder dat de veiligheid in het geding komt, waardoor meer treinen per uur kunnen rijden en vertragingen afnemen.
“Wij pleiten ervoor dat het European Rail Traffic Management System (ERTMS) zo spoedig mogelijk ingevoerd wordt. Dan kan op bepaalde trajecten met hogere snelheden gereden worden, tot soms wel 200 km/u, en kan ook met kortere afstanden tussen treinen gereden worden zonder dat de veiligheid in het geding komt.”
Om drukte in de trein te verminderen, wil Volt het ov-verkeer beter spreiden over de dag en week door middel van een dalkorting en aangepaste vergoedingen voor thuiswerken. Dit moet de piekbelasting op drukke dagen en tijden verlagen.
“Daarnaast spreiden we het ov-verkeer beter over de dag en de week. Dit doen we door een dalkorting op het ov-tarief (tijdelijk) te subsidiëren. Ook passen we de onbelaste thuiswerk- en kilometervergoeding aan op spits/dal en verschillende werkdagen, om zo onder andere de drukte op dinsdag en donderdag tegen te gaan, en maken we afspraken met maatschappelijke partners, bijvoorbeeld over hybride werken.”
Volt ziet dat het Nederlandse spoor het drukst bezette van West-Europa is, maar niet optimaal wordt benut. Door investeringen in technologie en infrastructuur, zoals het vervangen van spoorwegovergangen door bruggen en tunnels, wil Volt de doorstroming verbeteren en vertragingen verminderen.
“Het Nederlandse spoorwegnet is het meest drukbezette van West-Europa, maar we maken niet optimaal gebruik van de bestaande infrastructuur.”
“We zorgen, waar mogelijk, voor het vervangen van spoorwegovergangen door bruggen en tunnels om zo de doorstroming en veiligheid te vergroten.”
BVNL erkent het belang van betrouwbaar en hoogwaardig openbaar vervoer, maar werkt hun visie op het aanpakken van drukte en vertragingen in de trein slechts summier uit. Hun belangrijkste voorstellen zijn meer investeren in het openbaar vervoer, aandacht voor internationale treinverbindingen, en het aanpakken van knelpunten bij ProRail. Concrete maatregelen om drukte en vertragingen direct te verminderen ontbreken echter.
BVNL ziet investeren in openbaar vervoer als noodzakelijk om de groei van de bevolking en de economische ontwikkeling bij te benen. Ze benoemen het belang van betrouwbaarheid en kwaliteit, maar blijven vaag over specifieke oplossingen voor drukte en vertragingen in de trein. De partij noemt ProRail als bottleneck en wil daar aandacht aan besteden, maar werkt dit niet concreet uit.
BVNL noemt de aanleg van de Lelylijn als prioriteit, wat de capaciteit op het spoor kan vergroten en mogelijk drukte op bestaande trajecten kan verlichten. Dit is echter een langetermijnmaatregel en geen directe oplossing voor de huidige drukte en vertragingen.
“De Lelylijn moet er zo snel mogelijk komen.”
Het CDA erkent het belang van een robuust en betrouwbaar spoornetwerk en wil blijven investeren in onderhoud, vernieuwing en uitbreiding van spoorwegen om drukte en vertragingen tegen te gaan. De partij noemt expliciet het investeren in grote spoorassen, het versneld realiseren van hogesnelheidslijnen en het verbeteren van de basisinfrastructuur als kernpunten. Hun visie is gericht op toekomstbestendige, toegankelijke en goed onderhouden treinverbindingen die Nederland in beweging houden.
Het CDA ziet het aanpakken van drukte en vertragingen op het spoor als een kwestie van structurele investeringen in zowel onderhoud als uitbreiding van het spoornetwerk. Door te investeren in grote spoorassen, het versneld realiseren van hogesnelheidslijnen en het vernieuwen van verouderde infrastructuur, wil het CDA de capaciteit en betrouwbaarheid van het treinverkeer vergroten.
“Op de grote assen van ons land – tussen economische kerngebieden, universiteitssteden, regio’s en havens – blijft investeren in een robuust spoornetwerk noodzakelijk, zoals de Lelylijn, de Noord-Zuidlijn en snelle internationale verbindingen. Daarom moeten ook de Hogesnelheidslijnen en ERTMS snel worden gerealiseerd.”
“We investeren in de basis op orde. Veel bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en spoorwegen naderen het einde van hun technische levensduur. Onderhoud, vervanging en renovatie daarvan is van groot belang om Nederland in beweging te houden.”
Het CDA benadrukt dat openbaar vervoer, waaronder de trein, betaalbaar en toegankelijk moet zijn voor iedereen. Dit is essentieel om drukte te spreiden en het ov aantrekkelijk te houden, vooral voor kwetsbare groepen.
“Openbaar vervoer moet betaalbaar en toegankelijk zijn. Reizen met de bus of trein mag niet duurder zijn dan noodzakelijk, en het systeem moet werken vóór mensen – zeker voor senioren, jongeren en mensen die minder digitaal vaardig zijn.”
D66 erkent dat het openbaar vervoer, waaronder de trein, onder druk staat door overvolle treinen en vertragingen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het fors vergroten van het aanbod, investeren in beheer en onderhoud van het spoor, en het aantrekkelijker maken van treinreizen door een vaste lage prijs buiten de spits. D66 wil zo het treinverkeer betrouwbaarder, toegankelijker en minder druk maken.
D66 wil het aanbod van treinen sterk vergroten en extra investeren in beheer, onderhoud en nieuwe infrastructuur om drukte en vertragingen op het spoor tegen te gaan. Door meer treinen te laten rijden en het spoor beter te onderhouden, moet de capaciteit toenemen en de betrouwbaarheid verbeteren.
Om reizen met de trein aantrekkelijker en spreiding van reizigers te bevorderen, introduceert D66 een Nederlandpas waarmee iedereen buiten de spits voor een vaste lage prijs kan reizen. Dit moet de drukte tijdens piekuren verminderen en het gebruik van de trein stimuleren op rustiger momenten.
“We voeren een Nederlandpas in: één kaart waarmee iedereen voor een vaste lage prijs buiten de spits in heel Nederland met de bus, tram, metro en trein kan reizen.”
FVD erkent dat het Nederlandse openbaar vervoer, en met name de trein, onder druk staat door overvolle treinen en een tekort aan capaciteit, vooral tijdens de spits. Hun belangrijkste voorstel is om structureel meer en langere treinen in te zetten op drukke trajecten om het reizen comfortabeler te maken. Daarnaast willen ze investeren in het openbaar vervoer zodat het betaalbaar, toegankelijk en aantrekkelijk blijft voor iedereen.
FVD stelt dat overvolle treinen een groot probleem zijn, vooral tijdens de spits, en wil dit oplossen door structureel meer en langere treinen in te zetten. Hiermee willen ze de capaciteit verhogen en het reizen comfortabeler maken, zodat reizigers niet langer als "sardientjes" hoeven te reizen.
“Duizenden reizigers zitten dagelijks als sardientjes in overvolle treinen, vooral tijdens de spitsuren op drukke trajecten. Forum voor Democratie wil dat hier een einde aan komt door structureel meer en langere treinen in te zetten, zodat de capaciteit toereikend is en reizen comfortabeler wordt.”
“We zetten meer en langere treinen in op drukke trajecten, zodat overvolle treinen verdwijnen.”
FVD wil het openbaar vervoer betaalbaar en toegankelijk houden door geen spitsheffing in te voeren en te investeren in alle vervoersmodaliteiten. Dit moet het OV aantrekkelijker maken en de druk op de trein verminderen, zodat iedereen zich vrij en veilig kan verplaatsen.
“Dat betekent: geen spitsheffing, betere nachtverbindingen tussen de grote steden en investeringen in alle vervoersmodaliteiten, zodat iedereen zich vrij en veilig kan verplaatsen.”
50PLUS benoemt het belang van bereikbaar en betaalbaar openbaar vervoer, maar doet geen concrete voorstellen om drukte of vertragingen op het spoor aan te pakken. Het programma bevat geen specifieke maatregelen voor het verbeteren van de capaciteit of stiptheid van de trein. De partij richt zich vooral op algemene toegankelijkheid van het OV en alternatieven waar OV ontbreekt.
50PLUS vindt dat openbaar vervoer voor iedereen toegankelijk en betaalbaar moet zijn, maar werkt dit niet uit in concrete plannen voor het verminderen van drukte of vertragingen in de trein. De partij benadrukt het belang van mobiliteit, vooral voor ouderen, maar blijft vaag over oplossingen voor de genoemde problemen op het spoor.
DENK erkent het belang van toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer, en wil investeren om de kwaliteit te verbeteren. Ze doen echter geen concrete uitspraken over het aanpakken van drukte of vertragingen op het spoor, maar benoemen wel algemene investeringen in het OV en een dekkende dienstregeling als speerpunten.
DENK wil investeren in het openbaar vervoer om de dienstregeling te verbeteren, kaartjes goedkoper te maken en de kwaliteit te verhogen. Hoewel ze niet expliciet ingaan op drukte of vertragingen in de trein, suggereren deze investeringen een streven naar een betrouwbaarder en toegankelijker OV-systeem.
“Wij investeren in het openbaar vervoer. Hiermee zorgen wij voor een dekkende dienstregeling, goedkopere kaartjes, beter kwaliteit en dragen wij bij aan verduurzaming.”
“Wij willen daarom inzetten op investeringen in betaalbare mobiliteit en toegankelijk openbaar vervoer. Zo maakt DENK van mobiliteit weer een recht.”