JA21 erkent dat Nederland een hoogopgeleide jonge bevolking heeft, maar ziet uitdagingen door de vergrijzing en een afnemend aandeel werkenden. De partij wil banen voor hoogopgeleiden beter spreiden over het land, werken meer laten lonen, en pleit voor toegankelijke kinderopvang en levensloopbestendige woningen om de bevolkingsopbouw en doorstroming te verbeteren. Hun visie is gericht op het benutten van het arbeidspotentieel, het stimuleren van economische groei en het aanpassen van het woningaanbod aan demografische trends.
JA21 vindt het belangrijk dat banen voor hoogopgeleiden niet alleen in de Randstad geconcentreerd zijn, maar beter over het land worden verdeeld. Dit moet bijdragen aan regionale economische ontwikkeling en het voorkomen van braindrain uit minder stedelijke gebieden.
“Het universitaire en HBO onderwijs moet een plek zijn waar kennis wordt opgedaan, waar geleerd wordt na te denken en waar de student zich breed kan ontwikkelen.”
“Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact. Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studenten aantallen.”
JA21 signaleert dat het huidige toeslagen- en belastingstelsel werken onvoldoende laat lonen, wat vooral jonge gezinnen belemmert om meer te werken. De partij wil het stelsel vereenvoudigen zodat meer werken daadwerkelijk meer oplevert, mede door toegankelijke kinderopvang.
“Werken levert vaak te weinig op door het complexe toeslagenstelsel. JA21 wil werknemers motiveren meer te werken, en pleit daarom voor een nieuw en sterk vereenvoudigd belastingstelsel, waarmee we de marginale druk fors verlagen – zo houden werkende Nederlanders meer over per verdiende euro.”
“Dat werken altijd meer oplevert dan niet werken.”
JA21 wil het woningaanbod beter afstemmen op de veranderende bevolkingssamenstelling, met aandacht voor levensloopbestendige woningen en doorstroming van ouderen, zodat jonge gezinnen meer kans krijgen op een eigen huis.
“De vergrijzing leidt tot een piekvraag naar kleine, toegankelijke woningen; met name appartementen en flexibele woonvormen voor ouderen.”
“Dit pleit voor tijdelijke of flexibele woonoplossingen op locaties waar langdurige groei niet vaststaat.”
“Het structureel oplossen van de woningnood zoals hiervoor is beschreven, is JA21 van oordeel dat er een bijzondere opdracht ligt om met prioriteit ervoor te zorgen dat jonge mensen die een gezin willen beginnen een woning kunnen kopen.”
“Jonge gezinnen met een relatief laag gezamenlijk inkomen kunnen vaak de gemiddelde starterswoning niet betalen.”
JA21 wil dat het onderwijs hoge eisen stelt en beter aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt, zodat hoogopgeleiden daadwerkelijk bijdragen aan de kenniseconomie en niet in 'pretstudies' zonder arbeidsmarktperspectief terechtkomen.
“De teneur in het huidige onderwijs waarbij de eisen steeds worden verlaagd moet wat JA21 betreft worden gekeerd.”
“Deze zogenaamde ‘pretstudies’ vinden nauwelijks aansluiting op de beroepspraktijk in een Nederlandse economische sector.”
“Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
Het CDA erkent de uitdagingen van een vergrijzende bevolking en een hoogopgeleide jongere generatie, en wil deze benutten door betere spreiding van banen voor hoogopgeleiden, toegankelijke kinderopvang om arbeidsparticipatie te verhogen, en levensloopbestendige woningen voor ouderen en doorstroming. De partij zet in op regionale kennisecosystemen, investeringen in innovatie, en het toegankelijker maken van wonen en werken voor zowel jongeren als ouderen. Hun visie draait om het versterken van de samenleving door onderwijs, werk en wonen beter op elkaar af te stemmen.
Het CDA wil dat hoogopgeleiden niet alleen in de Randstad werken, maar dat kennis en werkgelegenheid beter over het land worden verdeeld. Dit moet regionale ontwikkeling stimuleren en de druk op studentensteden en voorzieningen verlichten.
“We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
“De behoefte aan internationale studenten verschilt per regio en per opleiding. In sommige regio’s zijn internationale studenten nodig om een opleiding in stand te houden, in andere regio’s is er een hoge druk op maatschappelijke voorzieningen, huisvesting en studentengemeenschappen. Wij ontwikkelen samen met het onderwijsveld een visie op aantallen internationale studenten per regio, op bekostiging en op betekenis voor regionale ecosystemen.”
“Huisartsen en tandartsen zijn van groot belang in de basiszorg. Vaak blijven studenten na hun studie wonen in de regio waar zij studeren. Daarom willen we een betere spreiding over Nederland en meer toelatingen tot deze opleidingen.”
Om arbeidsparticipatie te verhogen en gezinnen te ondersteunen, wil het CDA kinderopvang toegankelijker en betaalbaarder maken, zodat werken daadwerkelijk loont en gezinnen makkelijker kunnen combineren met werk.
Het CDA ziet het bouwen van levensloopbestendige woningen als essentieel om ouderen langer zelfstandig te laten wonen en doorstroming op de woningmarkt te stimuleren, zodat jongeren en gezinnen ook toegang krijgen tot passende woningen.
“We stimuleren de doorstroming in de woningmarkt. Dit begint bij het bouwen van voldoende levensloopgeschikte woningen voor ouderen. Daarnaast zetten we in op het wegnemen van praktische en financiële bezwaren voor doorstroming.”
“We bouwen meer sociale woonvormen, waar relaties de basis vormen. Daardoor kunnen (oudere) burgers beter en langer samenleven in de wijk.”
“Er komt een landelijk plan voor de bouw van hofjes voor senioren en mantelzorgwoningen.”
Het CDA wil het potentieel van hoogopgeleiden benutten door te investeren in onderzoek, innovatie en sleuteltechnologieën, zodat Nederland economisch concurrerend blijft ondanks een krimpende beroepsbevolking.
“Onderzoek en innovatie zijn de motor van ons toekomstig verdienvermogen en dragen bij aan de toekomst van Nederland.”
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat.”
“We hebben verzuimd te investeren in de toekomst van Nederland, in onderzoek en innovatie, infrastructuur en arbeidsproductiviteit. Door de dubbele vergrijzing zullen we met minder mensen meer moeten verdienen.”
GroenLinks-PvdA ziet een toekomst waarin Nederland met veel hoogopgeleide jongeren en een groeiend aandeel ouderen inzet op een eerlijke, innovatieve en inclusieve samenleving. Ze willen banen voor hoogopgeleiden beter spreiden over het land, investeren in levenslang leren, toegankelijke kinderopvang en levensloopbestendige woningen, zodat werken loont en de samenleving sociaal en economisch sterk blijft. De partij koppelt deze visie aan concrete voorstellen zoals gratis kinderopvang, regionale spreiding van kennis en werk, en investeringen in innovatie en onderwijs.
GroenLinks-PvdA erkent dat hoogopgeleiden zich nu vooral in bepaalde regio’s concentreren en wil kennis, werk en innovatie eerlijker over het land verdelen. Dit moet regionale ongelijkheid tegengaan en de economische kracht van alle regio’s benutten.
“Eerlijke spreiding van kennis, macht en vermogen”
“Onze regio’s zijn de motor van de groei. De meest innovatieve regio’s van Nederland zoals Brainport en Food Valley laten zien hoe we nu en in de toekomst ons geld kunnen verdienen. Dat moedigen we aan door investeringen in woningen en infrastructuur door te zetten en zo nodig uit te breiden.”
“We erkennen en ondersteunen een rol van het hbo in de regio.”
Door de vergrijzing en technologische veranderingen is het noodzakelijk dat mensen zich blijven ontwikkelen. GroenLinks-PvdA wil een leerrecht voor iedereen en stimuleert om- en bijscholing, zodat hoogopgeleiden flexibel inzetbaar blijven en tekorten in cruciale sectoren kunnen worden opgevangen.
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen. Er komt een leerrecht voor werkenden voor om- en bijscholing.”
“Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing.”
“We investeren in om-, her- en bijscholing, en in zij-instroom.”
Om de arbeidsparticipatie van (jonge) ouders te verhogen en de bevolkingsopbouw gezond te houden, zet GroenLinks-PvdA in op gratis en toegankelijke kinderopvang. Dit maakt het mogelijk dat meer mensen (meer) gaan werken en zorgt voor een betere balans tussen werk en gezin.
“Ook investeren we in gratis kinderopvang en extra ondersteuning op scholen met veel achterstanden. Want kansengelijkheid begint met een goede start.”
“Door de publieke kinderopvang komen kinderen vroeg in aanraking met leeftijdgenootjes en leren ze spelenderwijs.”
Met het oog op de vergrijzing en de veranderende bevolkingssamenstelling wil GroenLinks-PvdA investeren in woningen die geschikt zijn voor alle levensfasen. Dit ondersteunt ouderen om langer zelfstandig te wonen en maakt doorstroming op de woningmarkt mogelijk.
“Levensloopbestendige woningen zijn nodig om zowel voor ouderen als voor andere doelgroepen passende huisvesting te bieden.”
Om met minder werkenden toch een sterke economie te behouden, zet de partij in op innovatie, digitalisering en het verhogen van de productiviteit. Dit vraagt om investeringen in onderzoek, wetenschap en het slimmer inzetten van menselijk kapitaal.
“Met een vergrijzende bevolking moet Nederland productiever worden. Dat betekent slimmer omgaan met ons menselijk kapitaal, en flinke investeringen in innovatie en wetenschap.”
“We gaan slimmer werken door te investeren in innovatie en digitalisering waar dat kan. Zo verhogen we onze productiviteit, waardoor we mensen vrijspelen voor sectoren waar de tekorten groot zijn...”
De ChristenUnie erkent de uitdagingen van een vergrijzende bevolking en een hoogopgeleide jonge generatie, en wil inzetten op een samenleving waarin gezinnen ondersteund worden, werk en zorg beter te combineren zijn, en wonen voor jong en oud toegankelijk blijft. Ze pleiten voor betere spreiding van banen voor hoogopgeleiden, toegankelijke en betaalbare kinderopvang, en levensloopbestendige woningen om de bevolkingsopbouw en arbeidsdeelname te versterken. Concrete voorstellen zijn onder meer gratis kinderopvang, hogere kinderbijslag, investeren in levensloopbestendige woningen en het stimuleren van regionale spreiding van werkgelegenheid.
De ChristenUnie wil dat ouders makkelijker werk en zorg kunnen combineren door kinderopvang (zo goed als) gratis te maken en het stelsel te vereenvoudigen. Dit moet het voor gezinnen aantrekkelijker maken om (meer) te werken en draagt bij aan een gezonde bevolkingsopbouw.
“Daarom verhoogt de ChristenUnie de kinderbijslag naar € 4500 per kind per jaar, maken we de kinderopvang en gastouderopvang (zo goed als) gratis en vereenvoudigen we de verlofregelingen zodat ouders er kunnen zijn voor hun kinderen als dat nodig is.”
“Ouders moeten zelf kunnen kiezen hoe zij werk en zorg combineren. Daarvoor zijn een eerlijk belastingstelsel en kwalitatief goede en betaalbare kinderopvang (waaronder gastouderopvang) noodzakelijk.”
“Door hervorming van de kinderopvangtoeslag, maken de het kinderopvangstelsel eenvoudiger en betaalbaar.”
Om de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en ouderen en jongeren passende woonruimte te bieden, zet de ChristenUnie in op de bouw van levensloopbestendige woningen en het vergroten van het betaalbare woningaanbod.
“We zorgen dat ouderen makkelijker kunnen verhuizen naar woningen die beter passen bij hun levensfase. Zo komt er weer ruimte vrij voor gezinnen en starters.”
“Elke gemeente moet daarom ook voldoende seniorenwoningen en hofjes voor ouderen bouwen. Plannen hiervoor leggen zij vast in hun volkshuisvestingsprogramma.”
“We investeren in betaalbare woningen voor jong en oud, bouwen aan gemengde wijken en dorpen waar mensen elkaar kennen en omzien naar elkaar.”
De ChristenUnie wil dat banen voor hoogopgeleiden beter over Nederland worden verspreid, onder meer door te investeren in regionale industrieclusters en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Door het belastingstelsel te hervormen en verlofregelingen te vereenvoudigen, wil de ChristenUnie het voor gezinnen aantrekkelijker maken om (meer) te werken, zodat de arbeidsmarkt toekomstbestendig blijft ondanks de vergrijzing.
“Ons uitgewerkte belastingstelsel (zie paragraaf 2.3 ‘Naar een nieuw, eenvoudig en eerlijk belastingstelsel’) geeft financieel ruimte aan gezinnen.”
“We voeren één regeling in voor maatschappelijk verlof, voor zorg voor kinderen, naasten en jezelf. Dat scheelt regels en schept duidelijkheid.”
De Partij voor de Dieren ziet een toekomst waarin jongeren optimaal kunnen bijdragen aan een duurzame samenleving, met eerlijke kansen op werk en wonen, en een goede balans tussen werk en privé. Ze willen investeren in toegankelijke kinderopvang, betaalbare en levensloopbestendige woningen, en het onderwijs beter laten aansluiten op de arbeidsmarkt, met speciale aandacht voor de spreiding van kansen en voorzieningen over het hele land. De partij pleit voor structurele verbeteringen die het voor jongeren aantrekkelijk maken om te werken, te wonen en zich te ontwikkelen, ook in het licht van de vergrijzing.
De PvdD erkent dat toegankelijke kinderopvang essentieel is om ouders, en met name jongeren, in staat te stellen meer te werken en zo bij te dragen aan de economie en de bevolkingsopbouw. Door kinderopvang gratis te maken voor lage inkomens en de arbeidseis af te schaffen, wordt het aantrekkelijker om (meer) te werken.
“We investeren in de kwaliteit van de kinderopvang en pakken het tekort aan medewerkers aan, onder andere door het vak van pedagogisch medewerker aantrekkelijker te maken met meer professionele zeggenschap. Kinderopvang wordt gratis voor mensen met een laag inkomen. De arbeidseis, dat beide ouders moeten werken om in aanmerking te komen voor toeslag, wordt afgeschaft.”
De partij wil het woningtekort voor jongeren en ouderen oplossen door duurzame, levensloopbestendige en diverse woonvormen te stimuleren, waaronder meergeneratiewonen en studentenhuisvesting. Dit moet bijdragen aan een samenleving waarin jong en oud samenleven en elkaar ondersteunen, en waarin hoogopgeleide jongeren in heel Nederland kunnen wonen en werken.
“‘Meergeneratiewonen’ wordt aangemoedigd. Een substantieel deel van de nieuwbouw wordt hiervoor bestemd, net als voor andere typen woningen waarbij wonen en zorg worden gecombineerd.”
“Het tekort aan studentenwoningen wordt opgelost door snel duurzame woningen te realiseren, bij voorkeur in leegstaande (kantoor)gebouwen.”
“Lege bedrijfspanden worden herontwikkeld en krijgen een andere functie, zoals wonen. Nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen wordt ontmoedigd. Op voormalige boerderijen kan worden geëxperimenteerd met woonvormen en -gemeenschappen, waarbij jong en oud samenleven en elkaar kunnen ondersteunen.”
De PvdD vindt het belangrijk dat het onderwijs beter aansluit op de toekomstige arbeidsmarkt, met aandacht voor zowel hoog- als praktisch opgeleiden. Ze willen leer-werk-onderwijs stimuleren en investeren in opleidingen die bijdragen aan een duurzame samenleving, zodat jongeren – ook hoogopgeleiden – daadwerkelijk aan de slag kunnen in relevante banen, verspreid over het hele land.
“Het onderwijs moet beter aansluiten op toekomstige behoeften, waardoor mensen worden opgeleid voor een toekomstbestendige en duurzame arbeidsmarkt.”
“Het opleiden (en omscholen) van vakmensen in onder andere duurzame energie, duurzaam bouwen en duurzaam voedsel, is van cruciaal belang. Door leer-werk-onderwijs te stimuleren, zijn nieuwe vakmensen meteen klaar om aan de slag te gaan.”
De partij pleit voor structurele investeringen in het onderwijs en het behoud van basisvoorzieningen in dunbevolkte gebieden, zodat jongeren in heel Nederland gelijke kansen hebben op ontwikkeling en werk. Dit draagt bij aan een betere spreiding van hoogopgeleide banen en voorzieningen.
“Basisvoorzieningen (zoals scholen, culturele instellingen en zorgvoorzieningen) in dunbevolkte gebieden worden zoveel mogelijk behouden zodat iedereen fatsoenlijke toegang houdt tot deze essentiële voorzieningen.”
Om studeren aantrekkelijk en haalbaar te houden voor jongeren, wil de PvdD de financiële druk structureel verlagen door verhoging van de basisbeurs, verlaging van het collegegeld en het omzetten van de ov-kaart in een gift. Dit moet bijdragen aan een samenleving waarin jongeren zich kunnen ontwikkelen zonder financiële belemmeringen.
“De basisbeurs is veel te laag om zonder druk te kunnen studeren. Daarom verhogen we de basisbeurs naar minimaal 500 euro per maand voor uitwonende studenten en 130 euro per maand voor thuiswonende studenten.”
“Het collegegeld wordt fors verlaagd en voor alle studenten en opleidingen hetzelfde bedrag. Dit geldt ongeacht leeftijd, het aantal eerder gevolgde studies of behaalde diploma’s.”
“De ov-kaart voor studenten (mbo, hbo en universiteit) wordt omgezet in een gift en blijft geldig.”
De SP ziet een toekomst waarin jongeren goed opgeleid zijn, maar benadrukt dat dit alleen tot maatschappelijke vooruitgang leidt als er voldoende betaalbare woningen, toegankelijke kinderopvang en eerlijke kansen op werk zijn. De partij wil investeren in gratis kinderopvang, betaalbare woningen (ook levensloopbestendig), en het onderwijs toegankelijk houden, zodat werken en zorgen beter te combineren zijn en jongeren daadwerkelijk kunnen bijdragen aan de samenleving. De SP pleit voor het eerlijk verspreiden van kansen en voorzieningen over het hele land, zodat hoogopgeleiden niet geconcentreerd raken in slechts enkele regio’s.
De SP vindt dat gratis kinderopvang essentieel is om ouders in staat te stellen meer te werken, wat bijdraagt aan de arbeidsmarkt en de opbouw van de bevolking. Dit moet het makkelijker maken om werk en zorg te combineren, en zorgt ervoor dat werken ook daadwerkelijk loont.
“Gratis kinderopvang. Alle kinderen hebben recht om een goede en sociale basis mee te krijgen op de kinderopvang. En ouders moeten de ruimte hebben voor werk, zorg en elkaar. Daarom maken we de kinderopvang gratis.”
“Zo versterken we de arbeidsproductiviteit, geven we ruimte voor mantelzorg, creëren we tijd voor partners en steunen we de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt.”
De SP wil dat jongeren en ouderen toegang hebben tot passende, betaalbare woningen, zodat jongeren zelfstandig kunnen wonen en ouderen langer thuis kunnen blijven. Dit draagt bij aan een gezonde bevolkingsopbouw en voorkomt dat mensen noodgedwongen verhuizen.
“We bouwen extra woningen voor jongeren en starters, realiseren toegankelijke ouderenwoningen en zorgen voor betaalbaar begeleid wonen voor wie dat nodig heeft.”
“Gemeenten krijgen weer de regie over woningbouw, zodat er gericht gebouwd kan worden voor de samenstelling van gezinnen in de buurt. Zo zorgen we dat er genoeg gezinswoningen komen waar kinderen kunnen opgroeien, en kleinere woningen waar ouderen of starters betaalbaar terecht kunnen.”
De SP vindt dat onderwijs op alle niveaus gratis en toegankelijk moet zijn, zodat iedereen – ongeacht achtergrond – zich kan ontwikkelen en bijdragen aan de samenleving. Dit is belangrijk in een maatschappij met veel hoogopgeleiden en een krimpende beroepsbevolking.
“Onderwijs moet gratis zijn. Dankzij een lange strijd is de basisbeurs terug. Wij hebben altijd gestreden tegen de afschaffing en zetten ons nu in voor het verhogen van de studiebeurs en voor onderwijs waarbij niemand wordt uitgesloten door de omvang van zijn portemonnee.”
“Studeren zonder schuld, onderzoeken zonder druk. Onderwijs en wetenschap zijn geen kostenposten of marktproducten, maar investeringen in de toekomst van ons land.”
De SP wil het aantal arbeids- en studiemigranten beperken en de instroom van hoogopgeleiden uit het buitenland terugdringen, om zo de kansen voor Nederlandse jongeren te vergroten en de druk op voorzieningen te verlagen.
“Minder arbeids-, kennis- en studiemigratie. Om menswaardige opvang te bieden en tegelijkertijd grip te hebben op integratie binnen onze samenleving, streven we naar een migratiesaldo van 40 duizend per jaar.”
“De uit de hand gelopen groei van arbeids, kennis en studiemigratie structureel aan te pakken zorgen we ervoor dat migratie humaan en houdbaar wordt en bieden we ruimte aan de samenleving om goede integratie mogelijk te maken.”
De SP wil dat banen, voorzieningen en kansen voor hoogopgeleiden niet alleen in de Randstad of grote steden te vinden zijn, maar eerlijk verspreid worden over het hele land.
BVNL erkent dat jongeren te maken hebben met hoge opleidingsniveaus, maar ook met problemen zoals woningnood, hoge lasten en beperkte kansen op de arbeidsmarkt. De partij wil de positie van Nederlandse jongeren versterken door het onderwijs betaalbaar te houden, buitenlandse concurrentie te beperken, werken aantrekkelijker te maken en de woningmarkt te liberaliseren. Daarnaast pleit BVNL voor meer betaalbare kinderopvang en levensloopbestendige woningen om de bevolkingsopbouw en doorstroming te bevorderen.
BVNL vindt dat het volgen van opleidingen, zowel theoretisch als praktisch, gestimuleerd en betaalbaar moet zijn, zodat jongeren hun potentieel kunnen benutten en bijdragen aan de samenleving. Dit is belangrijk gezien het hoge opleidingsniveau van jongeren en de noodzaak om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.
“Het volgen van opleidingen, zowel theoretisch als praktisch, moet gestimuleerd worden en betaalbaar zijn.”
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten sterk beperken om de druk op opleidingsplekken en studentenwoningen voor Nederlandse jongeren te verminderen. Dit moet ervoor zorgen dat hoogopgeleide Nederlandse jongeren betere toegang krijgen tot onderwijs en huisvesting.
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
BVNL wil dat werken aantrekkelijker wordt dan het ontvangen van een uitkering, onder meer door belastingverlagingen en het verhogen van het minimumjeugdloon. Dit moet stimuleren dat meer jongeren gaan werken, wat belangrijk is gezien de vergrijzing en de afname van het aantal werkenden.
“Werken moet lonen en moet meer opleveren dan niets doen. Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven.”
“Het minimumjeugdloon gaat fors omhoog en stopt bij 18 jaar. Voor mensen die 18 jaar of ouder zijn geldt het gewone minimumloon.”
BVNL wil de woningmarkt dereguleren, meer woningen bouwen en het splitsen van grote woningen vergunningsvrij maken. Dit moet starters en hoogopgeleide jongeren meer kansen geven op een betaalbare woning, wat essentieel is voor hun zelfstandigheid en het benutten van hun kwalificaties.
“Sta woningdelen en studentenhuizen weer toe en de druk op de woningmarkt zal, in elk geval in steden met veel jongeren, enorm afnemen.”
“Maak het splitsen van grote woningen in kleinere woningen vergunningsvrij. Dit leidt onmiddellijk tot meer woningen, zonder dat hiervoor extra ruimte wordt gebruikt.”
BVNL pleit voor de bouw van levensloopbestendige woningen en bejaardentehuizen, zodat ouderen kunnen doorstromen en er meer woningen vrijkomen voor jongeren. Dit draagt bij aan een betere bevolkingsopbouw en meer kansen voor alle generaties.
Volt erkent dat Nederland een hoogopgeleide jonge bevolking heeft en dat de vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt uitdagingen opleveren. Hun belangrijkste voorstellen zijn: het toegankelijk maken van kinderopvang voor iedereen (waardoor werken meer loont), het stimuleren van spreiding van banen en opleidingen over Nederland, en het bouwen van levensloopbestendige woningen om doorstroming te bevorderen. Volt zet in op een samenleving waarin talenten optimaal worden benut, werken loont en gezinnen ondersteund worden met toegankelijke voorzieningen.
Volt ziet toegankelijke kinderopvang als essentieel om arbeidsparticipatie te verhogen, vooral met het oog op een krimpende beroepsbevolking en meer ouderen. Door kinderopvang gratis te maken voor drie dagen per week, wordt het aantrekkelijker voor ouders om (meer) te werken en wordt de opbouw van de bevolking ondersteund.
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week.”
“Waarbij Volt de optie openhoudt om een inkomensafhankelijke ouderbijdrage te vragen aan ouders met een hoog inkomen (bijvoorbeeld een gezamenlijk inkomen boven de 100.000 euro), om de financiële haalbaarheid daarmee te vergroten.”
“Samen met het afschaffen van het toeslagensysteem zal dit ervoor zorgen dat het loont om meer te werken.”
Volt wil dat banen en opleidingskansen voor hoogopgeleiden beter over Nederland worden verspreid, en dat opleidingen in sectoren met tekorten toegankelijker worden. Dit moet ervoor zorgen dat het potentieel van hoogopgeleide jongeren optimaal wordt benut, ook buiten de Randstad.
Volt erkent het belang van levensloopbestendige woningen om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen, zodat ouderen kunnen verhuizen naar passende woningen en er ruimte ontstaat voor jonge gezinnen en starters.
“Volt pleit voor een nationaal doorstroomoffensief dat het voor senioren ook echt aantrekkelijk maakt om door te stromen naar een passende woning. Zo komen er woningen vrij voor andere woningzoekenden, zoals jonge gezinnen en starters.”
Volt wil een arbeidsmarkt waarin werken loont, vaardigheden belangrijker zijn dan diploma’s, en waarin iedereen de kans krijgt om bij te dragen, mede gezien de vergrijzing en het grote aantal hoogopgeleiden.
“Wendbaarheid is de sleutel tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Volt zet in op een arbeidsmarkt waarin vaardigheden belangrijker zijn dan diploma’s of functietitels.”
“We investeren in beter werk, hogere lonen en meer vaste contracten.”
“Werken loont, nu en later. Ook na je loopbaan, met een goed pensioen voor iedereen.”
BBB erkent dat Nederland een hoogopgeleide jonge bevolking heeft, maar ziet uitdagingen door de vergrijzing en een tekort aan jongeren op de arbeidsmarkt. De partij wil banen voor hoogopgeleiden beter over het land spreiden, investeren in regionale opleidingsmogelijkheden en de woningmarkt toegankelijker maken voor zowel jongeren als ouderen. Daarnaast pleit BBB voor toegankelijke kinderopvang en levensloopbestendige woningen om de bevolkingsopbouw en arbeidsparticipatie te ondersteunen.
BBB ziet het belang van een evenwichtige spreiding van banen en opleidingsmogelijkheden voor hoogopgeleiden over heel Nederland, om regionale ongelijkheid en leegloop van dorpen tegen te gaan. Door in alle regio’s een dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen te realiseren, wil BBB jongeren en volwassenen passende kansen bieden en de regionale economie versterken.
“In alle regio’s streven we naar een zoveel mogelijk dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen, zodat jongeren en volwassenen passende kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Dit bevordert de arbeidsmarktpositie en regionale economische veerkracht.”
“Technologische ontwikkelingen, de vergrijzing en veranderende eisen aan productie en dienstverlening zorgen voor ingrijpende veranderingen op de arbeidsmarkt. Tegelijk dreigt de kloof tussen regio’s en tussen praktijk en theorie groter te worden. BBB wil dat alle regio’s profiteren van economische groei, met meer aandacht voor vakmanschap, praktisch onderwijs en het benutten van lokaal arbeidspotentieel.”
BBB vindt dat toegankelijke kinderopvang en het aantrekkelijker maken van (meer) werken essentieel zijn voor een gezonde bevolkingsopbouw en om arbeidsparticipatie van jonge gezinnen te stimuleren. Het doel is dat werken daadwerkelijk meer oplevert, zodat gezinnen niet worden ontmoedigd om meer uren te werken.
“BBB wil bestaanszekerheid versterken, door ervoor te zorgen dat werken loont, meedoen loont en niemand achterblijft.”
BBB wil de woningmarkt toegankelijker maken voor zowel jongeren als ouderen door te investeren in levensloopbestendige woningen en doorstroming te bevorderen. Dit moet starters helpen sneller een woning te vinden en ouderen in staat stellen langer zelfstandig te wonen.
“We willen maatregelen om ouderen te helpen zelfstandig te blijven wonen. Dit vraagt zowel in de dorpen als in de steden versnelde bouw van seniorenwoningen, met ruimte voor ontmoeting en gezamenlijke voorzieningen. Dit zorgt ook voor doorstroming op de woningmarkt.”
“Jong of oud, starter of doorstromer, iedereen moet kunnen wonen in zijn eigen dorp, stad of regio. Dat vraagt om nieuwbouw én om slimmer gebruik van bestaande woningen en gebouwen.”
BBB benadrukt dat zowel praktisch als theoretisch opgeleiden nodig zijn voor de samenleving en dat het onderwijs beide groepen moet ondersteunen. De partij wil meer waardering voor vakmanschap en een duidelijke verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
“Niet iedereen hoeft een theoretisch diploma te behalen. Timmerlieden, elektriciens, koks, zorgverleners en andere vakmensen zijn onmisbaar voor onze samenleving. Jarenlang is het praktijkonderwijs ondergewaardeerd, terwijl juist daar de vakmensen van de toekomst worden opgeleid.”
“Een verticale leerlijn van praktijkonderwijs via VMBO, MBO tot en met HBO, zorgt voor een goed vestigingsklimaat en veel werkgelegenheid.”
BBB wil dat om- en bijscholingsprogramma’s binnen het HBO en universiteiten worden uitgebreid, zodat hoogopgeleiden zich kunnen aanpassen aan veranderende eisen op de arbeidsmarkt en regionale economieën kunnen versterken.
“Om en bijscholingsprogramma’s moeten aangeboden kunnen worden binnen beroepsopleidingen. Ook binnen het HBO moet worden onderzocht wat mogelijk is om programma’s voor omscholing en bijscholing te bieden.”
BIJ1 zet sterk in op het toegankelijk maken van onderwijs en werk voor iedereen, met bijzondere aandacht voor het gratis maken van kinderopvang en onderwijs, het verlagen van drempels voor hoogopgeleiden en het verbeteren van de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt. Ze willen dat werken daadwerkelijk loont, onder meer door gratis kinderopvang en hogere uitkeringen, en streven naar een inclusieve samenleving waarin wonen, werken en leren voor iedereen bereikbaar is, ongeacht achtergrond. De partij erkent de demografische verschuivingen en wil met structurele investeringen in onderwijs, kinderopvang en levensloopbestendige woningen de samenleving voorbereiden op een toekomst met meer ouderen en relatief minder werkende jongeren.
BIJ1 ziet gratis kinderopvang als essentieel om ouders in staat te stellen meer te werken en zo de arbeidsparticipatie te verhogen, wat belangrijk is gezien de vergrijzing en het afnemende aandeel werkende jongeren. Dit moet bijdragen aan een betere opbouw van de bevolking en ervoor zorgen dat werken ook daadwerkelijk meer oplevert.
“Kinderopvang wordt helemaal gratis. Ook naschoolse activiteiten subsidiëren we flink. School wordt een ontmoetingsplek waar kinderen veilig de hele dag kunnen verblijven.”
“Wij maken kinderopvang gratis voor iedereen. Zo krijgen ouders zekerheid dat hun kinderen goed opgevangen worden, zonder zorgen over te hoge kosten of risico’s van toeslagen.”
Om optimaal gebruik te maken van het potentieel van hoogopgeleide jongeren, wil BIJ1 alle drempels tot het hoger onderwijs wegnemen door het collegegeld af te schaffen, studieschulden kwijt te schelden en de toegang tot theoretisch en wetenschappelijk onderwijs te vergemakkelijken, ook voor werkenden. Dit moet bijdragen aan een maatschappij waarin talenten volledig benut worden.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
“De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen, en door schakelprogramma’s zoals pre-masters.”
BIJ1 erkent de noodzaak van levensloopbestendige woningen in het licht van de vergrijzing en wil bestaande en nieuwe woningen geschikt maken voor mensen met een handicap, ouderen en andere groepen. Dit moet ervoor zorgen dat mensen langer zelfstandig kunnen wonen en de samenleving beter voorbereid is op demografische veranderingen.
“Zo veel mogelijk bestaande- en nieuwbouwwoningen maken we geschikt voor mensen met een handicap. Het VN-verdrag↗ Handicap is hierin het uitgangspunt. Ook testen we nieuwe wijken op toegankelijkheid. Waaronder toegankelijkheid voor vrouwen, jongeren en mensen van kleur.”
Hoewel BIJ1 niet expliciet spreekt over het spreiden van banen voor hoogopgeleiden over Nederland, zetten ze wel in op het versterken van het mbo, het toegankelijker maken van hoger onderwijs voor werkenden en het verbeteren van stagevergoedingen. Dit draagt bij aan een betere aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt en het benutten van het potentieel van hoogopgeleiden.
“Het mbo maken we sterker en breder, en er komen meer kleinschalige vakscholen. De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen, en door schakelprogramma’s zoals pre-masters.”
“Er komt een verplichte stagevergoeding voor studenten van alle onderwijsniveaus. Stagiairs verdienen minimaal een minimumloon voor gewerkte uren.”
BIJ1 wil dat werken daadwerkelijk loont, onder meer door het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van het minimumjeugdloon en het verhogen van uitkeringen. Dit is relevant in een samenleving waar relatief minder jongeren werken en arbeidsparticipatie gestimuleerd moet worden.
“Het minimumloon verhogen we direct naar € 19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering.”
NSC erkent dat Nederland een hoogopgeleide jonge bevolking heeft, maar ziet uitdagingen door de vergrijzing en een relatief kleiner aandeel werkende jongeren. Hun beleid richt zich op het versterken van bestaanszekerheid voor jongeren via hogere lonen, vaste contracten, betere spreiding van banen en woningen, en het toegankelijker maken van kinderopvang en levensloopbestendige woningen. De partij wil zo een samenleving creëren waarin jongeren volwaardig kunnen meedoen en ouderen langer zelfstandig kunnen wonen.
NSC wil de bestaanszekerheid van jongeren vergroten door hogere lonen en meer vaste contracten, zodat werken aantrekkelijker wordt en jongeren meer zekerheid hebben in een vergrijzende samenleving.
“We verhogen juist de lonen voor de jongeren, zorgen dat zij weer een vast contract kunnen krijgen voor meer zekerheid en bouwen meer starterswoningen.”
“We verhogen het minimumjeugdloon zodat jongeren meer gaan verdienen. We willen dat uiteindelijk het jeugdloon vanaf 18 jaar wordt vervangen door het minimumloon.”
Om de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en zowel jongeren als ouderen te ondersteunen, zet NSC in op meer starterswoningen en levensloopbestendige huizen.
“We willen dat de komende jaren substantieel meer betaalbare levensloopbestendige en meer zorgwoningen komen.”
NSC wil banen voor hoogopgeleiden beter over Nederland verspreiden door overheidsdiensten en opleidingen buiten de Randstad te plaatsen, zodat kansen niet alleen in de grote steden liggen.
“De Rijksoverheid moet haar Randstad-focus doorbreken... Inspecties en eventueel ook ministeries moeten verhuizen naar de regio’s buiten de Randstad. Er moet een bindende verhuisnorm komen want anders verandert er niets.”
“Populaire studies zoals rechten en economie worden zo ook op andere locaties aangeboden.”
Om de arbeidsparticipatie van jonge ouders te verhogen en de bevolkingsopbouw te ondersteunen, pleit NSC voor toegankelijke kinderopvang waarbij meer werken ook daadwerkelijk meer oplevert.
“Voor een goede opbouw van de bevolking is een toegankelijke kinderoppas nodig waarbij meer werken ook netto meer opbrengt.”
NSC stimuleert de bouw van woningen die geschikt zijn voor verschillende levensfasen en het makkelijker maken van woningruil, zodat ouderen kunnen doorstromen en jongeren toegang krijgen tot passende woningen.
“Het is nodig om meer geschikte seniorenwoningen te bouwen met voorzieningen zoals ICT, domotica en nabije zorg, waarin senioren zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen.”
“Op het moment dat iemand te groot woont, moet het mogelijk worden om van woning te ruilen met iemand die te klein woont. Dit zien we als gewenste woningruil.”
De VVD erkent dat Nederland een hoogopgeleide jonge bevolking heeft en dat het aandeel ouderen toeneemt, waardoor de druk op werkenden stijgt. Hun visie is dat onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar moeten aansluiten, werken altijd moet lonen, en dat voorzieningen als kinderopvang en levensloopbestendige woningen essentieel zijn om arbeidsparticipatie te verhogen en de samenleving toekomstbestendig te maken. Concrete voorstellen zijn onder meer het sturen op studiekeuze en arbeidsmarktperspectief, bijna gratis kinderopvang voor werkenden, en het stimuleren van woningbouw voor verschillende levensfasen.
De VVD wil dat opleidingen aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt, met meer sturing op studiekeuze en financiering op basis van arbeidsmarktperspectief. Dit moet voorkomen dat er te veel hoogopgeleiden zijn voor te weinig passende banen en zorgt voor een betere spreiding van kansen door het land.
“Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren gaat de overheid meer sturen op de verdeling van aantallen studenten over opleidingen. De bekostiging moet gebaseerd worden op de capaciteit.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“We beperken de studieplaatsen van studies waar evident geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
De VVD vindt dat werken financieel aantrekkelijker moet worden, zodat meer mensen (waaronder jongeren en ouders) gemotiveerd zijn om (meer) te werken. Dit is belangrijk gezien de vergrijzing en het relatief kleinere aandeel werkenden.
“Voor te veel Nederlanders loont het niet om meer uren te werken door een wirwar aan toeslagen en heffingskortingen. Die uren leveren netto soms zelfs minder op dan het minimumloon. Daarom geven we een werkbonus aan tweeverdieners.”
“We maken kinderopvang bijna gratis: We zetten de hervorming van de kinderopvang door. De kinderopvangtoeslag wordt afgeschaft en kinderopvang wordt bijna gratis voor werkende ouders. Op termijn willen we de vierde en vijfde dag kinderopvang volledig gratis maken om voltijd werkende ouders tegemoet te komen. Ouders die meer uren werken, krijgen voorrang.”
Om de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en ouderen langer zelfstandig te laten wonen, zet de VVD in op het bouwen van levensloopbestendige woningen en het schrappen van regels die woningbouw belemmeren. Dit helpt zowel jongeren als ouderen aan passende huisvesting.
“Als er aantrekkelijke seniorenwoningen of betaalbare doorgroeiwoningen bijkomen, komen empty nesters en scheefwoners in beweging.”
“We gaan flink schrappen in bouwregels en nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten.”
“Goede woningen voor ouderen: Om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen, is het belangrijk dat er voldoende zorggeschikte woningen voor ouderen zijn waar zij naar toe willen en kunnen verhuizen.”
D66 ziet een hoogopgeleide jonge generatie als een kans voor innovatie en economische groei, maar erkent de uitdagingen van vergrijzing en arbeidskrapte. Ze willen werk aantrekkelijker maken, kinderopvang bijna gratis maken zodat werken loont, en investeren in levensloopbestendige woningen om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. D66 pleit voor een betere spreiding van kansen en banen voor hoogopgeleiden door heel Nederland, met blijvende aandacht voor gelijke kansen en een leven lang ontwikkelen.
D66 wil dat werken aantrekkelijker wordt, zodat meer mensen (vooral jongeren en ouders) daadwerkelijk meer uren gaan werken. Dit is nodig om de arbeidsmarkt draaiende te houden nu het aandeel ouderen stijgt en er relatief minder werkenden zijn.
Om de woningmarkt in beweging te krijgen en ouderen te laten doorstromen naar passende woningen, wil D66 levensloopbestendige huizen bouwen. Dit maakt woningen vrij voor jongeren en gezinnen en ondersteunt een goede bevolkingsopbouw.
D66 erkent dat banen voor hoogopgeleiden beter over Nederland verspreid moeten worden, zodat talenten overal benut worden en regionale ongelijkheid wordt tegengegaan.
D66 wil dat mensen zich hun hele leven kunnen blijven ontwikkelen, met een goede aansluiting tussen onderwijs en werk, zodat de hoogopgeleide beroepsbevolking flexibel en toekomstbestendig blijft.
“Leven lang ontwikkelen vraagt een goede aansluiting tussen onderwijs en werk. Het vraagt daarnaast om méér leren op de werkvloer. Daarom wil D66 een persoonlijk leerbudget ...”
DENK ziet hoogwaardig onderwijs en gelijke kansen als de basis voor een sterke kenniseconomie en een rechtvaardige samenleving, waarin jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen en bijdragen aan de arbeidsmarkt. De partij pleit voor investeringen in onderwijs, betere toegankelijkheid van kinderopvang en betaalbare, levensloopbestendige woningen om de vergrijzing en de veranderende arbeidsmarkt het hoofd te bieden. DENK wil dat werken loont, onder meer door toegankelijke kinderopvang en het verhogen van het minimumloon, en zet in op het vergroten van de bestaanszekerheid voor jong en oud.
DENK beschouwt onderwijs als de sleutel tot een samenleving waarin jongeren hun potentieel kunnen benutten en de kenniseconomie wordt versterkt. Door te investeren in scholen, leraren en kansengelijkheid wil DENK zorgen dat jongeren – waaronder veel hoogopgeleiden – goed voorbereid zijn op de arbeidsmarkt en maatschappelijke uitdagingen.
“DENK wil dat het Nederlandse onderwijs van de hoogste kwaliteit is, zodat iedere jongere zichzelf volop kan ontwikkelen. Door te investeren in onze scholen en onze leraren, willen wij dat het onderwijs een emancipatiemachine is die garandeert dat ieder kind gelijke kansen heeft.”
“Alleen door onze investeringen in het onderwijs op peil te houden, kan Nederland de kenniseconomie blijven die wij nu zijn.”
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
Om de arbeidsparticipatie van jongeren en jonge ouders te vergroten en de bevolkingsopbouw gezond te houden, wil DENK kinderopvang toegankelijker en betaalbaarder maken. Dit moet ervoor zorgen dat werken daadwerkelijk loont en gezinnen ondersteund worden.
“Wij willen gezinnen ondersteunen met een hogere kinderbijslag en een hoger kindgebonden budget.”
DENK erkent het belang van voldoende, betaalbare en levensloopbestendige woningen, zodat zowel jongeren als ouderen goed kunnen wonen en de doorstroming op de woningmarkt wordt bevorderd. Dit is essentieel in een vergrijzende samenleving met relatief minder werkende jongeren.
“We bevorderen de doorstroming op de woningmarkt, door bijvoorbeeld verhuisbegeleiding en hulp aan ouderen die de behoefte hebben om kleiner te gaan wonen. Hiermee maken we effectiever gebruik van de woningruimte.”
DENK wil dat werken loont, onder meer door het verhogen van het minimumloon en het verlagen van belastingen voor lage- en middeninkomens. Dit moet ervoor zorgen dat meer werken ook daadwerkelijk netto meer oplevert, wat belangrijk is voor de arbeidsparticipatie van jongeren in een vergrijzende samenleving.
De SGP ziet de hoge opleidingsgraad van jongeren als waardevol, maar benadrukt het belang van een evenwichtige arbeidsmarkt met voldoende ruimte voor zowel praktisch als theoretisch opgeleiden. Ze pleiten voor betere regionale spreiding van banen voor hoogopgeleiden, stimulering van beroepsonderwijs, het wegnemen van belemmeringen voor gezinsvorming (zoals toegankelijke kinderopvang en een hoger netto-inkomen bij meer werken), en het bouwen van levensloopbestendige woningen voor jong en oud. De kern van hun visie is een samenleving waarin gezinnen centraal staan, arbeid loont, en wonen en werken goed op elkaar aansluiten.
De SGP vindt dat banen voor hoogopgeleiden niet geconcentreerd moeten zijn in enkele regio’s, maar beter verspreid over Nederland. Dit moet bijdragen aan regionale ontwikkeling en het tegengaan van krimp, zodat ook buiten de Randstad voldoende perspectief is voor hoogopgeleiden.
“De overheid houdt meer rekening met de specifieke regionale positie van instellingen, in het bijzonder waar sprake is van krimpgebieden.”
“De rol van het mbo en hbo in de regio moet duidelijk erkend worden, bijvoorbeeld door goede verankering binnen regionale programma’s van de overheid.”
De SGP waarschuwt voor een te sterke focus op hoger onderwijs en wil het beroepsonderwijs en de maakindustrie aantrekkelijker maken. Ze vinden dat de samenleving niet alleen behoefte heeft aan hoogopgeleiden, maar ook aan vakmensen, en dat beide groepen nodig zijn voor een gezonde arbeidsmarkt.
“De maakindustrie moet momenteel enorm veel moeite doen om nog geschikte medewerkers aan te trekken, mede ook doordat studeren aan een HBO-instelling maatschappelijk gezien nog steeds te veel wordt gestimuleerd ten koste van het MBO.”
“Werken in de maakindustrie moet op alle mogelijke manieren aantrekkelijker worden gemaakt en gestimuleerd, ook door de overheid.”
De SGP erkent dat het geboortecijfer daalt en gezinsvorming onder druk staat. Ze willen belemmeringen voor (aanstaande) ouders, zoals rond werk en inkomen, wegnemen. Dit omvat het aantrekkelijker maken van (meer) werken door te zorgen dat het netto meer oplevert, mede door toegankelijke kinderopvang.
“Er komt een offensief om de vrije val van het geboortecijfer te keren en belemmeringen voor (aanstaande) ouders, bijvoorbeeld rond huisvesting, werk en inkomen, weg te nemen.”
De SGP wil levensloopbestendige woningen realiseren, zodat ouderen kunnen doorstromen en jongeren toegang krijgen tot betaalbare woningen. Ze pleiten voor gevarieerde woonvormen waar jong en oud samenleven, en voor het benutten van bestaande ruimte en het bouwen van nieuwe woningen.
“Er komt een gevarieerd woonaanbod van passende woonvormen voor ouderen, zoals ‘knarrenhofjes’ of ‘kangoeroewoningen’ waar ouderen en jongeren samen leven en elkaar ondersteunen.”
“Het is schrijnend dat jongeren geen betaalbare starterswoning kunnen vinden en daardoor zelfs gezinsvorming uitstellen. Het is ongewenst dat ouderen niet kunnen doorstromen naar geschikte seniorenwoningen.”
50PLUS erkent de demografische verschuiving naar een oudere bevolking en ziet het belang van een goed functionerende arbeidsmarkt, voldoende levensloopbestendige woningen en het benutten van de kennis van zowel jongeren als ouderen. De partij pleit voor het bouwen van levensloopbestendige woningen om doorstroming te bevorderen, het stimuleren van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en het waarborgen van een toegankelijke arbeidsmarkt voor alle leeftijden. Concrete voorstellen richten zich vooral op wonen, arbeidsmarktparticipatie en het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en werk.
50PLUS ziet het bouwen van levensloopbestendige woningen voor ouderen als dé oplossing om woningnood onder jongeren te verminderen, doordat ouderen kunnen doorstromen en zo woningen vrijkomen voor jongere generaties.
“Bouwen voor oud is de komende jaren de oplossing voor woningnood onder jongeren.”
“Als ouderen kunnen doorstromen naar geschikte, levensbestendige en betaalbare huisvesting op de juiste locaties, dan kan de bestaande woningvoorraad efficiënter worden benut.”
“De doelstelling van 290.000 levensloopbestendige woningen wordt gefaseerd gerealiseerd met oog voor netcongestie en bouwcapaciteit om de doorstroming weer écht op gang te krijgen.”
Om de aansluiting van hoogopgeleide jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren en banen beter te spreiden, wil 50PLUS de samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden versterken.
“Betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden.”
50PLUS wil een arbeidsmarkt waarin zowel jongeren als ouderen hun kennis en ervaring kunnen inzetten, en pleit voor het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie en het stimuleren van doorwerken.
FVD vindt dat het Nederlandse onderwijssysteem te veel gericht is op theoretische opleidingen, waardoor er een overschot aan hoogopgeleiden en een tekort aan vakmensen ontstaat. De partij wil het beroepsonderwijs en vakmanschap herwaarderen, universiteiten selectiever maken, en de instroom van internationale studenten beperken. Voor de vergrijzende samenleving pleit FVD voor meer generatiewoningen en een betere positie voor ouderen, maar concrete voorstellen over kinderopvang of het netto meer laten opbrengen van werken ontbreken.
FVD stelt dat het huidige systeem te veel jongeren richting HBO/WO stuurt, wat leidt tot mismatch op de arbeidsmarkt en een tekort aan praktisch geschoolden. Ze willen het beroepsonderwijs aantrekkelijker maken en universiteiten selectiever, zodat niet iedereen automatisch een hoog diploma nastreeft.
“Nederland kampt met een groot tekort aan vakmensen. In de zorg, de techniek, de bouw, het onderwijs en het ambacht is de vraag naar arbeidskrachten enorm, terwijl jongeren vaak worden geduwd richting theoretische of universitaire opleidingen waar lang niet altijd werk voor hen is.”
“Het hoger onderwijs is de afgelopen decennia uitgehold door massalisering, internationalisering en nivellering. Universiteiten en hogescholen zijn steeds meer gaan functioneren als diploma-fabrieken, waar de nadruk ligt op aantallen afgestudeerden in plaats van op kwaliteit en excellentie.”
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
FVD wil het aantal internationale studenten sterk beperken en universiteiten weer primair richten op Nederlandse studenten, om zo de arbeidsmarkt beter te laten aansluiten op de Nederlandse bevolking.
Om de vergrijzing op te vangen en de samenleving toekomstbestendig te maken, wil FVD generatiewoningen stimuleren zodat ouderen en jonge gezinnen elkaar kunnen ondersteunen.
“We stimuleren generatiewoningen, zodat families beter voor elkaar kunnen zorgen en ouderen betrokken worden bij het leven van jonge gezinnen.”
De PVV erkent het belang van goed onderwijs en het opleiden van vakmensen, maar legt de nadruk op het versterken van het mbo en het terugdringen van buitenlandse studenten. De partij richt zich vooral op het verbeteren van de woningmarkt, het toegankelijk maken van zorg en het stimuleren van meer werken, onder andere door het aantrekkelijker maken van mantelzorg en het verlagen van lasten. Specifiek beleid voor de spreiding van banen voor hoogopgeleiden, toegankelijke kinderopvang of levensbestendige woningen wordt nauwelijks uitgewerkt; de focus ligt vooral op betaalbare woningen en het behoud van Nederlandse banen en voorzieningen.
De PVV ziet het mbo als essentieel voor de economie en wil het onderwijs richten op basisvaardigheden en vakmanschap, met minder nadruk op academische of internationale oriëntatie. De partij wil het aantal buitenlandse studenten beperken en bacheloropleidingen weer volledig in het Nederlands geven, waarmee ze impliciet sturen op een maatschappij waarin vakmanschap en Nederlandse afgestudeerden centraal staan.
“Het mbo is het kloppend hart van onze economie. Hier worden onze vakmensen opgeleid: de bouwers, verzorgers, monteurs, chauffeurs, koks, beveiligers, kappers, technici en zoveel meer. Zonder mbo geen draaiend Nederland.”
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
De PVV wil het woningtekort aanpakken door fors te investeren in sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen voor starters, gezinnen, alleenstaanden en ouderen. Er wordt ingezet op snellere bouw, lagere huren en het schrappen van voorrang voor statushouders, maar er is geen specifiek beleid voor de spreiding van banen voor hoogopgeleiden of levensbestendige woningen.
“We bouwen sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen – voor starters, gezinnen, alleenstaanden en ouderen – mét voldoende ruimte voor de auto.”
“De PVV verlaagt volgend jaar de sociale huren met 10%. Woningcorporaties worden gecompenseerd: door voor hen de winstbelasting te schrappen, komt de bouwopgave niet in gevaar.”
De PVV wil het aantrekkelijker maken voor zorgverleners en mantelzorgers om meer te werken, onder andere via een meerwerkbonus en belastingkorting. Dit is bedoeld om het personeelstekort in de zorg op te vangen, mede gezien de vergrijzing, maar er wordt geen direct verband gelegd met kinderopvang of netto meeropbrengst voor werkende ouders.
“Mantelzorgers, die met onvoorwaardelijke liefde en passie anderen verzorgen, zijn van onschatbare waarde. De PVV wil hen financieel belonen met een mantelzorgbonus: wie acht uur per week of meer onbetaalde mantelzorg verleent, krijgt een belastingkorting.”
“Daarnaast voeren we een meerwerkbonus voor het verplegend personeel in: parttimers die meer gaan werken, krijgen een bonus. Zo zorgen we ervoor dat meer werken gaat lonen.”