NSC pleit voor versterking van de Nederlandse data soevereiniteit door gevoelige overheidsdata zoveel mogelijk lokaal op te slaan, digitale autonomie te vergroten en burgers meer zeggenschap te geven over hun eigen gegevens. Ze willen de afhankelijkheid van buitenlandse (met name Amerikaanse) cloudproviders verminderen, strenge regels voor datadeling tussen overheden invoeren en privacy van burgers beter waarborgen via transparantie en technologische oplossingen. De kern van hun visie is dat Nederland controle moet houden over cruciale data en infrastructuur, zowel voor nationale veiligheid als voor burgerrechten.
NSC ziet het als essentieel dat gevoelige overheidsdata binnen Nederland worden opgeslagen en beschermd tegen buitenlandse toegang. Dit moet de nationale veiligheid waarborgen en de risico’s van buitenlandse inmenging of afhankelijkheid minimaliseren.
“Gevoelige overheidsdata worden zoveel mogelijk lokaal opgeslagen. Voor het delen en verhandelen van deze data tussen verschillende overheidsorganisaties moeten strenge regels gelden.”
“De risicovolle afhankelijkheid van de Nederlandse overheid van de Amerikaanse cloud moet daarom met spoed worden afgebouwd. In ICT-aanbestedingen moet onze digitale autonomie zwaarder meewegen. Er moet meer gebruik worden gemaakt van lokale en Europese (cloud)oplossingen, in lijn met de voorstellen uit onze initiatiefnota ‘Wolken aan de horizon’.”
“Nederland is nu te afhankelijk van Amerikaanse technologie. Voor onze weerbaarheid is het noodzakelijk dat we een hogere mate van digitale autonomie bereiken, vooral op cruciale onderdelen als cloud-infrastructuur.”
NSC wil dat burgers meer controle krijgen over hun persoonlijke data die door de overheid worden verzameld en verwerkt. Transparantie over datagebruik en het recht op inzage en bezwaar zijn hierbij centrale uitgangspunten.
“We hanteren het principe dat de burger zo veel mogelijk zeggenschap moet krijgen over de data die over hem of haar worden verzameld en verwerkt. Daarom willen we verkennen of er bij digitale dienstverlening gebruikgemaakt kan worden van een persoonlijke digitale kluis die de burger zelf beheert.”
“Wanneer een persoon/bedrijf/instantie deze gegevens wil opvragen, wordt de zoekvraag geregistreerd en gemeld bij de burger. Burgers kunnen dan zien wie hun data gebruikt en er eventueel een klacht over indienen.”
“We geven burgers volledig digitaal toegang tot hun (fiscale) gegevens, zodat zij weten wat de overheid allemaal over hen bewaart.”
NSC wil voorkomen dat data van Nederlandse burgers door buitenlandse technologiebedrijven worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het trainen van AI-modellen. Dit is een expliciete maatregel om data soevereiniteit te beschermen tegen commerciële exploitatie door niet-Europese partijen.
“We moeten voorkomen dat de overheid data van onze burgers voedt aan de tech-reuzen omdat zij hun AI-modellen daarop trainen. De overheid moet wanneer het nuttig is zeker gebruik maken van AI-toepassingen, maar hierbij omwille van de veiligheid en privacy bij voorkeur kiezen voor soevereine of lokaal draaiende AI-modellen.”
BVNL benadrukt het belang van nationale controle over data en digitale infrastructuur, waarbij privacy, encryptie en het recht op offline leven centraal staan. De partij verzet zich tegen Europese en supranationale inmenging in digitale identiteit, programmeerbaar geld en grootschalige dataverzameling door de overheid. Concrete voorstellen zijn het stoppen van ongeremde informatieverzameling, het waarborgen van encryptie, en het afwijzen van een digitale euro of centrale digitale munt.
BVNL wil dat Nederland zelf zeggenschap houdt over digitale gegevens en infrastructuur, zonder inmenging van de EU of andere supranationale organen. Dit wordt gezien als essentieel voor de bescherming van privacy en nationale soevereiniteit. De partij verzet zich tegen Europese digitale identiteit, programmeerbaar geld en centrale digitale valuta, en pleit voor het behoud van cash geld.
“BVNL wil dat Nederlanders in vrijheid kunnen leven zonder door de overheid gevolgd te worden. Daarom willen we geen Digitale Europese Identiteit, geen Digitale Euro, geen Central Bank Digital Currency, geen monitoring van financiële transacties boven de honderd euro en het behoud van cash geld.”
“De overheid zal geen medewerking verlenen aan het invoeren van programmeerbaar geld. Er komt geen Central Bank Digital Currency (CBDC).”
BVNL stelt privacy als fundamenteel recht en wil strengere controle op het verzamelen en gebruiken van persoonsgegevens. De partij wil dat de overheid stopt met het ongeremd verzamelen van informatie en het samenstellen van profielen van burgers.
“De overheid stopt met ongeremde informatieverzameling over burgers en het samenstellen van profielen van burgers (met bijvoorbeeld het programma Palentir e.d.).”
“Privacy is een fundamenteel recht dat we koesteren en beschermen. BVNL erkent het belang van privacy in het digitale tijdperk en zal doen wat nodig is om de privacy van burgers te waarborgen.”
BVNL ziet encryptie als essentieel voor data-soevereiniteit en privacy. De partij verzet zich tegen pogingen om encryptie te verzwakken en wil investeren in veilige technologieën.
“BVNL is vastberaden om het behoud van encryptie te waarborgen, omdat dit essentieel is voor de bescherming van persoonlijke gegevens en het communicatiegeheim. We zullen ons verzetten tegen pogingen om encryptie te verzwakken of te verbieden, en in plaats daarvan investeren in veilige technologieën die privacy en online veiligheid bevorderen.”
BVNL vindt dat burgers altijd de keuze moeten houden om offline te blijven en offline toegang te houden tot essentiële diensten, als onderdeel van data-soevereiniteit.
“Dat het recht behouden blijft op een offline leven en offline toegang tot essentiële maatschappelijke diensten gewaarborgd blijft.”
FVD beschouwt data soevereiniteit als het recht van Nederland en haar burgers om zelf te bepalen hoe hun digitale gegevens worden beschermd en gebruikt, zonder inmenging van internationale of supranationale instanties. Ze willen nationale controle over digitale communicatie, verzetten zich tegen Europese digitale identificatie en biometrische registratie, en pleiten voor het schrappen van internationale verdragen die nationale zeggenschap over data beperken.
FVD wil dat digitale communicatie dezelfde grondwettelijke bescherming krijgt als brief- en telefoonverkeer, zodat Nederlandse burgers soeverein zijn over hun digitale gegevens en communicatie. Dit moet voorkomen dat internationale of Europese regelgeving de privacy van Nederlanders ondermijnt.
“Forum voor Democratie vindt dat dit recht in de moderne tijd ook moet gelden voor digitale communicatie tussen burgers. Iedereen moet vertrouwelijk en zonder toezicht of censuur kunnen communiceren, ook online.”
“Het briefgeheim, zoals vastgelegd in artikel 13 van de Grondwet, gaat ook gelden voor digitale communicatie, zodat e-mails en berichten dezelfde bescherming genieten als briefpost en telefoongesprekken.”
FVD verzet zich tegen Europese plannen voor een centrale digitale identiteit en het registreren van biometrische data, omdat dit de controle over persoonsgegevens bij internationale instanties legt en de anonimiteit van burgers bedreigt. Dit is volgens FVD in strijd met nationale data soevereiniteit.
FVD wil dat Nederlandse wetgeving altijd boven internationale verdragen gaat staan, zodat Nederland volledige zeggenschap houdt over data, privacy en digitale soevereiniteit. Dit voorkomt dat buitenlandse regels of afspraken de nationale controle over data ondermijnen.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, en zetten daarmee het monistisch stelsel om in een dualistisch stelsel, zoals in Duitsland en de Verenigde Staten. Internationale verdragen worden hierdoor pas geldig nadat ze door het Nederlandse parlement zijn omgezet in een nationale wet.”
“We halen overgedragen soevereiniteit terug, zodat we weer de baas worden in eigen land.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit voor digitale soevereiniteit door controle over data en digitale infrastructuur terug te brengen naar burgers en publieke instellingen, en de afhankelijkheid van Big Tech en buitenlandse wetgeving te verminderen. Ze willen dat data zoveel mogelijk in Europese handen blijft, burgers zeggenschap krijgen over hun eigen gegevens, en publieke alternatieven voor digitale diensten worden gestimuleerd. Concrete voorstellen zijn onder meer het opslaan van data bij Europese bedrijven, het verbieden van dataverkoop zonder toestemming, en het stimuleren van open source alternatieven.
PvdD wil dat Nederlandse data zoveel mogelijk wordt opgeslagen bij Nederlandse of Europese bedrijven om te voorkomen dat deze onder buitenlandse (met name Amerikaanse of Chinese) wetgeving valt. Dit moet de controle over data terugbrengen naar Europa en de digitale soevereiniteit versterken.
“Nederlandse data worden zo veel mogelijk opgeslagen in datacenters van Nederlandse of Europese bedrijven, zodat deze niet vallen onder Amerikaanse of Chinese wetgeving.”
“De Partij voor de Dieren kiest voor digitale soevereiniteit en publieke regie. Technologie moet transparant, controleerbaar en dienstbaar zijn aan mens, dier, natuur en democratie, nooit aan winst of macht.”
De partij vindt dat burgers altijd de zeggenschap moeten houden over hun eigen data. Verkoop van data zonder expliciete toestemming wordt verboden, en bedrijven moeten transparanter zijn over het gebruik van data en algoritmes.
“We begrenzen de mogelijkheden waarvoor onze data gebruikt mogen worden en verbieden de verkoop van data zonder expliciete toestemming.”
“We zorgen ervoor dat gebruikers, van bijvoorbeeld horloges die gezondheidsgegevens registreren, de zeggenschap krijgen over de gegevens en niet de bedrijven.”
PvdD wil publieke alternatieven voor digitale diensten stimuleren en overheden, scholen en zorginstellingen laten overstappen op open source, non-profit en Europese alternatieven. Zo wordt de afhankelijkheid van Big Tech verminderd en de digitale soevereiniteit vergroot.
“De overheid gaat open standaarden, open-sourcesoftware en open hardware stimuleren en waar mogelijk gebruiken. Dit gebeurt sowieso in publieke sectoren: overheden, scholen en zorginstellingen stappen af van Big Tech-diensten. De overheid ontwikkelt een exitstrategie en investeert in open source, non-profit en Europese alternatieven.”
Datacenters worden alleen toegestaan als ze ten dienste staan aan Europese publieke digitale infrastructuur, om de afhankelijkheid van Big Tech te verkleinen en digitale soevereiniteit te waarborgen.
“Datacenters worden slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegestaan, en uitsluitend wanneer zij ten dienste staan aan Europese publieke digitale infrastructuur opdat we de afhankelijkheid van Big Tech verkleinen.”
Volt pleit voor versterking van data soevereiniteit door digitale autonomie van Nederland en de EU te vergroten, afhankelijkheid van niet-Europese technologie te verminderen en burgers meer zeggenschap te geven over hun data. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het overstappen op Europese digitale infrastructuur, het invoeren van een Digital Sovereignty Score, en het waarborgen van privacy en transparantie bij datagebruik. Volt ziet data soevereiniteit als essentieel voor democratische controle, veiligheid en bescherming van fundamentele rechten.
Volt wil dat de overheid niet langer afhankelijk is van commerciële, niet-Europese platforms en streeft naar volledige overstap op Europese alternatieven. Dit moet de digitale soevereiniteit en zeggenschap over publieke data waarborgen en risico’s van buitenlandse afhankelijkheid minimaliseren.
“De overheid geeft het goede voorbeeld en is in 2030 volledig overgestapt op EU-alternatieven voor haar digitale infrastructuur. De Nederlandse overheid streeft scherpe en haalbare ambities na, zoals de plannen van Denemarken, om van Microsoft producten over te stappen naar open source software. Overheidsdata en publieke infrastructuur moeten niet langer draaien op commerciële platforms zoals Microsoft, Amazon of Google.”
“Europese waarden zijn leidend bij overheidsdigitalisering, zodat transparantie, zeggenschap en digitale soevereiniteit gewaarborgd blijven.”
Volt wil de digitale afhankelijkheid van overheden inzichtelijk en meetbaar maken via een jaarlijkse Digital Sovereignty Score. Dit instrument moet beleidssturing versterken en de overgang naar Europese en open source alternatieven versnellen.
“Met de Digital Sovereignty Score maken we de digitale afhankelijkheid van overheden inzichtelijk. Door jaarlijks te rapporteren in hoeverre publieke diensten afhankelijk zijn van niet-EU-technologie (zoals cloudinfrastructuur of software) en welke stappen zij zetten naar open source en Europese alternatieven, maken we digitale autonomie concreet en meetbaar.”
Volt wil burgers meer controle geven over hun digitale identiteit en datastromen door DigiD en de Europese Digital Identity Wallet te vervangen door een biometrisch systeem op publieke, transparante infrastructuur. Dit moet interoperabiliteit, privacy en zeggenschap over data garanderen.
“We verbeteren de digitale identiteit binnen de EU door zowel de Nederlandse DigiD als de Europese Digital Identity Wallet te vervangen door biometrische identificatie op publieke, transparante infrastructuur. Alleen dan behouden burgers en overheden zeggenschap over toegang, beveiliging en datastromen.”
Volt benadrukt dat persoonsgegevens eigendom zijn van het individu en dat burgers altijd inzicht en controle moeten hebben over wie hun data gebruikt en waarvoor. Privacy by design is het uitgangspunt bij elk nieuw systeem.
“Persoonsgegevens zijn van jezelf en jij mag dus bepalen óf, met wie en waarom je ze deelt.”
“Burgers hebben altijd inzicht in wie hun gegevens bekijken en waarvoor. Privacy by design is het uitgangspunt bij ieder nieuw systeem.”
BBB wil de digitale soevereiniteit van Nederland versterken door vitale digitale infrastructuur en publieke data zoveel mogelijk in Nederlands of Europees beheer te houden, en de afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven en cloudleveranciers af te bouwen. De partij pleit voor nationale controle over data, inzet op open source, en actieve keuze voor Nederlandse bedrijven bij digitaliseringsprojecten. BBB ziet data soevereiniteit als essentieel voor nationale veiligheid, privacy en autonomie.
BBB ziet het uit handen geven van digitale infrastructuur en publieke data aan buitenlandse partijen als een strategisch risico voor nationale veiligheid en autonomie. Daarom wil de partij deze infrastructuur en data zoveel mogelijk in Nederlands of Europees bezit houden en beschermen.
“Vitale infrastructuur in eigen beheer. Publieke en vitale digitale netwerken blijven zoveel mogelijk in bezit van Nederlandse of Europese bedrijven of samenwerkingsverbanden.”
“Publieke data nationaal beschermen. Overheidsdata en privacygevoelige informatie worden opgeslagen bij Nederlandse of Europese partijen die de hoogste beveiligingsnormen hanteren.”
BBB wil de zelfredzaamheid van Nederland vergroten door de afhankelijkheid van buitenlandse cloud- en softwareleveranciers stap voor stap te verminderen. Dit moet de strategische kwetsbaarheid van Nederland verkleinen en de controle over data versterken.
“Zelfredzaamheid vergroten. Afhankelijkheid van buitenlandse cloud en software leveranciers wordt waar mogelijk stap voor stap afgebouwd.”
Om data soevereiniteit te bevorderen, wil BBB dat de overheid als “launching customer” actief kiest voor innovatieve Nederlandse bedrijven bij digitaliseringsprojecten en standaard inzet op open source en open standaarden.
“Actieve keuze voor Nederlandse bedrijven bij digitaliseringsprojecten. De overheid kiest als “launching customer” actief voor innovatieve Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij digitaliseringsprojecten.”
“Standaard open source en open standaarden. Nieuwe overheidsprojecten maken waar mogelijk gebruik van open sourcesoftware en open standaarden om kosten te drukken en applicaties inzetbaar te maken op meerdere overheidslagen.”
De ChristenUnie pleit voor meer data soevereiniteit door Nederland en Europa minder afhankelijk te maken van grote (vooral niet-Europese) techbedrijven en burgers meer controle te geven over hun eigen data. Ze willen Europese alternatieven stimuleren, copyright op persoonlijke data invoeren, en het recht op verwijdering van data wettelijk versterken. De partij is kritisch op centrale Europese digitale identiteiten en benadrukt privacy en vrijwilligheid.
De ChristenUnie wil de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa versterken door minder afhankelijk te zijn van grote, vooral Amerikaanse, techbedrijven. Dit moet bereikt worden door het stimuleren van Europese alternatieven en open source oplossingen. Het doel is controle over data terug te brengen naar burgers en overheden, en strategische autonomie te vergroten.
“De overheid zorgt ervoor dat ze zelf niet afhankelijk wordt van niet-Europese techbedrijven, door zo veel mogelijk gebruik te maken van Europese alternatieven of open source oplossingen.”
“We willen dat Nederland (en Europa) minder afhankelijk wordt van anderen waar het gaat om essentiële producten zoals grondstoffen, basisproducten, digitale diensten (incl. onafhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen), voedsel en energie.”
De ChristenUnie wil burgers meer zeggenschap geven over hun persoonlijke data, onder andere door het recht op verwijdering te versterken en copyright op lichaamsdata in te voeren. Dit moet de data soevereiniteit van individuen beschermen tegen misbruik door bedrijven en platforms.
“Via het auteursrecht krijgen Nederlanders, naar Deens voorbeeld, copyright op hun eigen lichaam, gezichtskenmerken en stem, als vorm van bescherming van de lichamelijke integriteit. Er komt een beter wettelijk geborgd recht op een schone lei, zodat consumenten op een duidelijke plek een verzoek kunnen indienen om al hun data te laten vernietigen.”
De ChristenUnie is kritisch over de ontwikkeling van een centrale Europese Digitale Identiteit (eID) en stelt strikte voorwaarden aan privacy, transparantie en vrijwilligheid. Dit standpunt is direct verbonden aan data soevereiniteit, omdat het gaat om wie controle heeft over digitale identiteiten en persoonsgegevens.
“De ChristenUnie is kritisch op de ontwikkelingen rondom de Europese Digitale Identiteit (eID). Als er een eID komt, moet dit vrijwillig, transparant en privacy-proof zijn. Er komt geen Europees Burgerservicenummer.”
D66 vindt dat mensen zelf de regie moeten hebben over hun eigen data en wil Nederland en Europa digitaal onafhankelijk maken van buitenlandse techbedrijven. Ze stellen voor om het "Baas-over-eigen-bitsprincipe" in te voeren, kiezen voor Europese digitale infrastructuur en willen een bewindspersoon die publieke sectoren losmaakt van Amerikaanse en Chinese techreuzen.
D66 wil dat burgers zelf bepalen wat er met hun data gebeurt, als reactie op de macht van grote techbedrijven en buitenlandse machten. Dit principe moet de digitale autonomie van individuen en van Nederland en de EU versterken, zodat data niet in handen komt van partijen die andere waarden nastreven.
“D66 introduceert het Baas-over-eigen-bitsprincipe. Mensen krijgen zelf de regie over hun online leven.”
D66 ziet afhankelijkheid van Amerikaanse en Chinese techbedrijven als een risico voor data soevereiniteit. Ze willen daarom Europese oplossingen voor digitale infrastructuur en strenge handhaving van Europese regels, met een bewindspersoon die publieke sectoren losmaakt van deze buitenlandse bedrijven.
“We zorgen voor digitale onafhankelijkheid, van de cloud en infrastructuur tot apps en algoritmes. We kiezen voor Europese oplossingen en stevige handhaving van Europese regels.”
“Een bewindspersoon voor Technologie en Innovatie krijgt onder meer de taak om het Rijk en publieke sectoren los te maken van grote techbedrijven uit Amerika en China.”
“De ontwikkeling van AI in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en overheidsdiensten is gevoelig. Daarom laten we dat niet over aan buitenlandse bedrijven die alleen uit zijn op winst en schaal.”
GroenLinks-PvdA streeft naar meer Europese data soevereiniteit door afhankelijkheid van buitenlandse (met name Amerikaanse en Chinese) techbedrijven te verminderen en data op Europees grondgebied te houden. Ze willen investeren in Europese digitale infrastructuur, publieke alternatieven en waarborgen dat burgers controle houden over hun eigen data. Concrete voorstellen zijn onder andere het bouwen van Europese alternatieven, het verplichten van dataportabiliteit en het stimuleren van digitale autonomie.
GroenLinks-PvdA wil de digitale afhankelijkheid van niet-Europese partijen verminderen door te investeren in Europese technologie en data-infrastructuur. Dit moet de controle over data versterken en de soevereiniteit van Europa op digitaal gebied vergroten.
“Samen met Europese partners maken we haast met het bouwen van Europese alternatieven en het stallen van data op Europees grondgebied.”
“De Rijksoverheid investeert als grootste IT-afnemer van het land in Europese digitale diensten.”
Om individuele data soevereiniteit te versterken, wil GroenLinks-PvdA dat burgers eenvoudig hun data kunnen meenemen naar andere dienstverleners. Dit bevordert keuzevrijheid en eerlijke concurrentie.
“Het moet met één klik op de knop mogelijk zijn om over te stappen naar een nieuwe dienstverlener en al je data mee te nemen. Dataportabiliteit – het makkelijk verplaatsen van gegevens tussen diensten – wordt in Europa standaard voor online platforms.”
De partij erkent de risico’s van de dominantie van grote buitenlandse techbedrijven en wil hun macht beperken door te investeren in Europese digitale diensten en technologie.
“Europa is te afhankelijk van Amerikaanse tech-giganten. We bouwen hun macht af door te investeren in Europese digitale diensten en technologie.”
De SGP pleit voor versterking van individuele data soevereiniteit, waarbij burgers en ondernemers zelf zeggenschap krijgen over hun eigen data in plaats van bedrijven of overheden. Ze willen concreet individueel eigenaarschap van data, copyright op lichaam en stem, en meer transparantie van bedrijven over datagebruik. Daarnaast streeft de SGP naar technologische soevereiniteit door te investeren in eigen technologie en het beperken van buitenlandse afhankelijkheid.
De SGP vindt dat burgers en ondernemers zelf moeten bepalen wat er met hun data gebeurt, in plaats van dat bedrijven of fabrikanten daarover beslissen. Dit moet de privacy en autonomie van individuen versterken en misbruik van persoonlijke gegevens tegengaan.
“De SGP wil toe naar zoveel mogelijk ‘individueel eigenaarschap’ van data. Niet de autofabrikant en het energiebedrijf, maar de auto- en de woningbezitter moeten bepalen wat er met ‘hun’ data gebeurt.”
“Bedrijven en organisaties moeten transparant zijn over het gebruik van data van burgers.”
Om burgers meer controle te geven over hun digitale identiteit en te beschermen tegen misbruik zoals deepfakes, wil de SGP dat mensen auteursrecht krijgen op hun eigen lichaam, gezichtskenmerken en stem.
“Burgers krijgen, naar Deens voorbeeld, op grond van de Auteurswet copyright op hun eigen lichaam, gezichtskenmerken en stem.”
De SGP wil dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse technologie (zoals uit China en de VS) door te investeren in eigen technologische productie en innovatie. Dit moet de nationale controle over data en digitale infrastructuur vergroten.
“Nederland heeft meer technologische soevereiniteit nodig. De SGP wil daarom investeren in regionale productiecapaciteit voor nieuwe technologieën zoals een AI-fabriek in Groningen, waarbij het Nederlands belang prevaleert boven Europees belang.”
DENK benadrukt het belang van digitale onafhankelijkheid en privacybescherming als kern van data-soevereiniteit. Ze willen de macht van grote technologiebedrijven beperken, investeren in digitale veiligheid en zorgen dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse systemen. Concrete voorstellen zijn onder meer strengere privacywaarborgen, meer toezicht en investeren in een veilige, onafhankelijke digitale infrastructuur.
DENK ziet data-soevereiniteit als het waarborgen van controle over eigen digitale infrastructuur en persoonsgegevens, los van buitenlandse invloed en bigtech-bedrijven. Dit moet de privacy van burgers beschermen en de afhankelijkheid van andere landen en grote bedrijven verminderen.
“We moeten ook inzetten op onafhankelijkheid van onze systemen van andere landen en grote bedrijven.”
“Wij willen inzetten op betere waarborgen van de online privacy. Dat betekent dat handel in persoonsgegevens aan banden wordt gelegd en de macht van de bigtech bedrijven Europees moet worden ingeperkt.”
“Er moet meer geïnvesteerd worden in digitale veiligheid.”
De SP pleit voor maximale controle van burgers over hun eigen data en wil de afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven en clouddiensten verminderen om data soevereiniteit te waarborgen. Ze stellen strikte regels voor dataminimalisatie, het recht op verwijdering van persoonsgegevens, en investeren in publieke, open source digitale infrastructuur binnen Nederland en Europa.
De SP vindt dat burgers zelf zeggenschap moeten hebben over hun persoonsgegevens. Overheden en bedrijven mogen alleen strikt noodzakelijke data verzamelen, en burgers moeten het recht hebben hun gegevens te laten verwijderen, ook als deze zijn gedeeld met derden. Dit beschermt de privacy en voorkomt misbruik van data door commerciële partijen.
“Baas over eigen data. Dataminimalisatie wordt de norm. Overheden en bedrijven mogen geen overbodige persoonsgegevens verzamelen, zoals locatiegegevens zonder duidelijke noodzaak. Er komen duidelijke regels over wat banken, verzekeraars en andere bedrijven over mensen mogen verzamelen en mogen besluiten op basis van statistische analyses van persoonsgegevens. De verkoop van data aan derden moet zo veel mogelijk beperkt worden. Iedereen moet het recht hebben om zijn gegevens te laten verwijderen. Inclusief data die is doorgegeven aan andere partijen of in systemen is verwerkt. De gegevens die overblijven moeten zo worden verwerkt dat iemands identiteit beschermd blijft.”
Om data soevereiniteit te versterken, wil de SP de afhankelijkheid van Amerikaanse techbedrijven en clouddiensten verminderen. Ze pleiten voor investeringen in Nederlandse en Europese alternatieven, gebruik van open source software, en opslag van publieke data in Nederlandse datacentra.
“Digitale autonomie. In grote mate is de Nederlandse overheid afhankelijk van Amerikaanse digitale producten, clouddiensten en datacentra. We moeten investeren in alternatieven in Nederland en Europa, zodat we de afhankelijkheid van de VS kunnen verminderen. Overheden maken zo veel mogelijk gebruik van open source en zorgen ervoor dat hun systemen leverancier onafhankelijk zijn, onder meer door het gebruik van open standaarden.”
“Publieke data wordt veilig opgeslagen in publieke datacentra in Nederland.”
50PLUS benoemt het belang van digitale veiligheid en onafhankelijkheid van buitenlandse en commerciële partijen, maar het begrip "data soevereiniteit" wordt niet expliciet genoemd of uitgewerkt. Hun concrete voorstellen richten zich vooral op het versterken van digitale weerbaarheid en het verbeteren van de regie van de overheid op digitale infrastructuur, met als doel meer controle over data en technologie in Nederland.
50PLUS wil dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse en commerciële partijen op het gebied van digitale systemen, wat raakt aan het thema data soevereiniteit. Dit wordt vooral gemotiveerd door zorgen over digitale veiligheid en de wens om de controle over kritieke digitale infrastructuur in eigen hand te houden.
“We willen dat er extra geïnvesteerd wordt in de veiligheid van onze systemen om onafhankelijk te worden van commerciële en buitenlandse partijen.”
De partij pleit voor een sterkere regie van de overheid op digitale zaken en AI, waarmee impliciet wordt ingezet op meer nationale controle over data en digitale technologieën. Dit sluit aan bij het streven naar data soevereiniteit, hoewel het niet expliciet zo wordt benoemd.
“Digitale zaken en AI-implementatie worden door de overheid beter gecoördineerd.”
BIJ1 pleit voor maximale controle van burgers over hun eigen data en het beperken van dataverzameling door de overheid en justitie tot het strikt noodzakelijke. Ze willen strenge, afdwingbare privacywaarborgen, minimale gegevensdeling met buitenlandse diensten, en transparant toezicht door privacywaakhonden. Hun visie op data soevereiniteit draait om het beschermen van individuele rechten en het voorkomen van misbruik of overmatige surveillance.
BIJ1 wil dat de overheid en justitie alleen het strikt noodzakelijke aan data verzamelen, met streng toezicht en afdwingbare adviezen van privacywaakhonden. Dit moet burgers beschermen tegen onnodige inbreuk op hun privacy en waarborgen dat data niet zonder noodzaak wordt opgeslagen of gedeeld.
“Alle dataverzameling door overheid en justitie wordt geminimaliseerd tot het absoluut noodzakelijke, en er komt altijd streng toezicht van privacywaakhonden. De adviezen van privacywaakhonden worden openbaar en afdwingbaar met sancties die verder gaan dan de huidige ineffectieve bestuurlijke boetes.”
BIJ1 wil de bevoegdheden van inlichtingen- en veiligheidsdiensten inperken en het delen van gegevens met buitenlandse geheime diensten aan banden leggen. Dit is bedoeld om te voorkomen dat Nederlandse persoonsgegevens zonder strikte controle in buitenlandse handen komen, wat de data soevereiniteit van burgers versterkt.
“Hun bevoegdheden worden ingeperkt, en gegevensverstrekking aan buitenlandse geheime diensten wordt aan banden gelegd.”
JA21 vindt dat Nederland controle moet houden over zijn eigen data en digitale infrastructuur, zodat we niet afhankelijk zijn van buitenlandse (met name Amerikaanse of Chinese) techbedrijven. Ze willen investeren in strategische technologie en digitale veiligheid om de digitale soevereiniteit van Nederland te waarborgen.
JA21 ziet het als een probleem dat Nederland nu grotendeels afhankelijk is van Amerikaanse en Chinese technologiebedrijven voor essentiële digitale diensten. Om de digitale soevereiniteit te versterken, wil JA21 investeren in strategische technologie en digitale veiligheid, zodat Nederland zelf de controle houdt over zijn data en digitale infrastructuur.
“Nederland mogen niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese techbedrijven. We investeren in strategische technologie en digitale veiligheid.”
JA21 verzet zich tegen Europese plannen voor een digitale euro en een digitale Europese identiteit, omdat deze de nationale controle over data en privacy kunnen ondermijnen. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere visie op nationale soevereiniteit, ook op het gebied van data.
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
De VVD vindt het belangrijk dat Nederland en Europa meer controle krijgen over hun eigen data en digitale infrastructuur, om afhankelijkheid van buitenlandse (vooral Amerikaanse) technologie te verminderen en de digitale soevereiniteit te versterken. De partij pleit voor Europese en Nederlandse alternatieven voor cloud- en softwarediensten, en wil de veiligheid van digitale producten verhogen via Europese certificering. Concrete voorstellen richten zich op het versterken van de Europese digitale infrastructuur en het beschermen van vitale processen tegen buitenlandse invloed.
De VVD wil de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa vergroten door minder afhankelijk te zijn van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra. Dit moet de autonomie waarborgen, risico’s beperken en vitale processen beschermen tegen buitenlandse invloed.
“Nederland en Europa moeten minder afhankelijk worden van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra: De VVD pleit daarom voor versterking van de Europese digitale infrastructuur en eigen technologische alternatieven (Nederlandse en Europese clouds), zodat we onze autonomie behouden, risico’s beperken en vitale processen niet in buitenlandse handen leggen.”
Om de digitale soevereiniteit van Europa te versterken, wil de VVD een Europees certificeringssysteem voor kritieke hard- en software. Dit moet de veiligheid verhogen en consumenten meer vertrouwen geven in technologie.
“We willen een certificeringssysteem op Europees niveau voor kritieke hard- en software. Digitale producten moeten veiliger door fabrikanten te verplichten al vanaf het ontwerp aandacht te besteden aan cyberveiligheid. Dit beschermt burgers en bedrijven beter tegen hackers, verkleint economische schade en versterkt de digitale soevereiniteit van Europa.”
Het CDA benoemt het belang van privacybescherming en het delen van gegevens, maar ziet de huidige Europese privacywetgeving (AVG) soms als belemmerend voor samenwerking en efficiëntie. Het programma bevat geen expliciet uitgewerkt beleid voor data soevereiniteit, maar pleit wel voor het kritisch herzien van bestaande privacywetgeving om ruimte te creëren waar dit voordelen oplevert voor betrokkenen.
Het CDA vindt dat de Algemene verordening Gegevensbescherming (AVG) soms efficiënte samenwerking en gegevensdeling belemmert. Daarom wil de partij deze wet kritisch tegen het licht houden en waar mogelijk ruimte benutten voor het delen van data, mits dit evident in het voordeel is van betrokkenen. Dit raakt aan het thema data soevereiniteit, omdat het gaat over de controle en het eigenaarschap van data binnen wettelijke kaders.
“Waar de Algemene verordening Gegevensbescherming belangrijk is in het beschermen van privacygegevens van inwoners, zit de wet ook vaak efficiënte samenwerking door delen van gegevens in de weg en zorgt de wet voor administratieve lasten. We houden deze wet goed tegen het licht. Daar waar voordelen voor betrokkenen evident zijn, willen we de ruimte benutten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma