De ChristenUnie wil dakloosheid structureel beëindigen en ziet huisvesting als een eerste levensbehoefte. Hun belangrijkste voorstellen zijn het uitvoeren van het nationaal actieplan dakloosheid met 'Housing First' als uitgangspunt, het afschaffen van de kostendelersnorm, en het stoppen met grootschalige slaapzalen in de opvang. De partij legt nadruk op preventie, snelle huisvesting en het benutten van bestaande solidariteit in de samenleving.
De ChristenUnie streeft ernaar dat in 2030 niemand meer op straat hoeft te slapen, met het principe 'eerst een huis' als basis. Ze willen dakloosheid voorkomen door te investeren in bestaanszekerheid, betaalbare woningen, het voorkomen van huisuitzettingen en het afschaffen van de kostendelersnorm. Ook wordt grootschalige opvang in slaapzalen beëindigd omdat dit herstel belemmert.
“We voeren het nationaal actieplan dakloosheid uit, zodat in 2030 niemand meer op straat hoeft te slapen. Eerst een huis (‘Housing first’) is daarbij het uitgangspunt.”
“We voorkomen dakloosheid door te investeren in bestaanszekerheid, het bouwen van voldoende betaalbare woningen, het voorkomen van huisuitzettingen bij betalingsachterstanden en het afschaffen van de kostendelersnorm.”
“We maken een einde aan slaapzalen in de maatschappelijke opvang omdat grootschalige opvang mensen onvoldoende rust, veiligheid en privacy biedt om tot herstel te komen.”
“Gemeenten moeten zich inspannen om alle mensen die dakloos zijn te huisvesten, ook de niet-zichtbare daklozen omdat ze bijvoorbeeld bij vrienden op de bank slapen (EHTOS-light definitie).”
De ChristenUnie wil de kostendelersnorm afschaffen voor mensen die onderdak bieden aan iemand in nood. Hiermee willen ze solidariteit bevorderen en voorkomen dat mensen financieel gestraft worden als ze een dakloze opvangen, wat direct bijdraagt aan het verminderen van dakloosheid.
“Daarom schaffen we de kostendelersnorm in de Participatiewet af voor mensen die onderdak bieden aan iemand in nood of bereid zijn om hun woning te delen met iemand anders.”
“Zo maken we ruimte voor echte solidariteit en versterken we de basis van onze samenleving: de bereidheid om naar elkaar om te zien. Bovendien helpt dit direct in de strijd tegen woningnood.”
“We schaffen de kostendelersnorm in de Participatiewet af voor mensen die tijdelijk of structureel onderdak bieden aan iemand in nood of bereid zijn om hun woning te delen met iemand anders.”
De SP beschouwt dakloosheid als een gevolg van politieke keuzes en niet als individueel falen, en wil dakloosheid vóór 2030 uitbannen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het wettelijk voorrang geven van daklozen bij sociale huurwoningen, het toepassen van het Housing First-principe, het verbieden van huisuitzettingen zonder alternatief, en het aanpakken van leegstand om direct woonruimte te creëren. De partij zet in op structurele preventie en snelle toegang tot een eigen woning als mensenrecht.
De SP wil dat alle dakloze mensen, ongeacht hun situatie, wettelijk voorrang krijgen bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Dit moet zorgen voor een stabiele basis, omdat zonder woning geen werk, zorg of bestaanszekerheid mogelijk is.
“We maken daarom wettelijk mogelijk dat alle dakloze mensen, ongeacht hun situatie, voorrang krijgen bij de toewijzing van sociale huurwoningen.”
De partij kiest expliciet voor het Housing First-principe: eerst een woning, daarna begeleiding. Dit is bedoeld om dakloosheid structureel uit te bannen en mensen direct een stabiele woonplek te bieden.
“We nemen het Housing Firstprincipe als uitgangspunt: mensen krijgen éérst een woning en daarna passende begeleiding als dat nodig is.”
Om te voorkomen dat mensen dakloos raken, wil de SP huisuitzettingen zonder alternatief verbieden en belemmeringen zoals de kostendelersnorm en het zelfredzaamheidscriterium afschaffen.
“We verbieden huisuitzettingen zonder alternatief, schaffen de kostendelersnorm en het zelfredzaamheidscriterium af en zorgen ervoor dat niemand vastloopt door kleine schulden of gebrek aan een briefadres.”
De SP wil leegstaande panden extra belasten en, indien nodig, onteigenen om deze snel bewoonbaar te maken voor dak- en thuislozen. Dit moet direct bijdragen aan het oplossen van de woningnood.
“Leegstaande panden worden extra belast, zodat speculatie niet langer loont. Als eigenaren geen plannen hebben om de panden te gebruiken of geschikt te maken voor bewoning, kunnen gemeenten deze onteigenen.”
“Gebouwen die nu leegstaan, worden zo snel mogelijk bewoonbaar gemaakt voor jongeren, starters, dak en thuisloze mensen en andere woningzoekenden.”
Totdat dakloosheid is opgelost, moeten ook onverzekerde daklozen recht hebben op noodzakelijke zorg.
“Iedereen in Nederland heeft recht op zorg, ook als mensen geen zorgverzekering hebben doordat ze bijvoorbeeld dakloos zijn. Totdat armoede en dakloosheid volledig zijn verholpen, zetten we ons in om zo snel mogelijk te zorgen dat iedereen verzekerd is. Mensen die (nog) geen verzekering hebben krijgen recht op de zorg die zij nodig hebben.”
De SP signaleert dat een groeiend deel van de daklozen arbeidsmigrant is en koppelt dit aan het beleid rond arbeidsmigratie en huisvesting.
“Een steeds groter deel van de dak en thuislozen in Nederland is arbeidsmigrant.”
Het PVV-verkiezingsprogramma noemt het probleem van dakloosheid niet expliciet, noch worden daklozen als doelgroep direct benoemd. Wel richt de partij zich op het vergroten van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen voor Nederlanders, met als doel te voorkomen dat mensen zonder dak boven hun hoofd komen te zitten. De belangrijkste voorstellen zijn het bouwen van meer betaalbare woningen en het schrappen van voorrang voor statushouders, zodat Nederlanders sneller een woning kunnen krijgen.
De PVV ziet het woningtekort als een groot probleem waardoor gewone Nederlanders moeite hebben om een dak boven hun hoofd te krijgen. De partij wil sociale huren verlagen, inkomensgrenzen verhogen en fors investeren in woningbouw, met expliciete focus op Nederlanders. Dit beleid is indirect relevant voor daklozen, omdat het gericht is op het voorkomen van dakloosheid door het vergroten van het woningaanbod en het verbeteren van betaalbaarheid.
“Het hebben van een dak boven je hoofd is onbereikbaar én onbetaalbaar geworden. Het is schandalig dat heel normale Nederlanders die keihard hun best doen zo aan hun lot worden overgelaten.”
“De PVV verlaagt volgend jaar de sociale huren met 10%. Woningcorporaties worden gecompenseerd: door voor hen de winstbelasting te schrappen, komt de bouwopgave niet in gevaar. Ook verhogen we de inkomensgrenzen voor betaalbare huurwoningen, zodat meer woningzoekenden hiervoor in aanmerking komen.”
“Woningbouw moet weer een nationale topprioriteit worden. De PVV wil een nationaal crisisplan voor voldoende woningen. Daar trekken we fors extra geld voor uit. We bouwen sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen – voor starters, gezinnen, alleenstaanden en ouderen – mét voldoende ruimte voor de auto.”
De PVV stelt dat het onrechtvaardig is dat statushouders voorrang krijgen op sociale huurwoningen, terwijl Nederlanders lang moeten wachten. Door deze voorrang af te schaffen, wil de partij de wachttijd voor Nederlanders verkorten en zo voorkomen dat zij dakloos raken.
“Nooit meer voorrang op sociale huurwoningen voor statushouders – ook niet met urgentie”
“Sinds 2010 zijn er al zo’n 190.000 sociale huurwoningen mét voorrang aan statushouders weggegeven – zonder dat zij iets aan dit land hebben bijgedragen. Ondertussen staan de Nederlanders steeds langer op de wachtlijst staan: tien, vijftien, soms wel twintig jaar. Dit is pure discriminatie en onacceptabel.”
“In de Tweede Kamer is het PVV-voorstel aangenomen dat ervoor zorgt dat statushouders nooit meer voorrang krijgen – ook niet met urgentie.”
De Partij voor de Dieren vindt dakloosheid onacceptabel en beschouwt het als de meest extreme vorm van sociale uitsluiting. Ze willen bureaucratische drempels wegnemen, zorgen voor voldoende gratis opvangplekken (ook voor huisdieren), het recht op urgentieverklaring bij wonen voor daklozen, en een einde maken aan het beboeten van daklozen voor slapen in de openbare ruimte.
De PvdD wil onnodige bureaucratische regels die daklozen belemmeren in de toegang tot hulp en huisvesting afschaffen. Ze zien deze regels als een belangrijke oorzaak van bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.
“Onnodige bureaucratie die de hulp aan dakloze mensen belemmert, zoals het zelfredzaamheidscriterium, wordt afgeschaft.”
De partij pleit voor structurele, toegankelijke opvang voor daklozen in elke gemeente, inclusief het recht op een urgentieverklaring voor woonruimte. Ook huisdieren mogen geen belemmering vormen voor opvang.
“Dakloze mensen krijgen standaard een urgentieverklaring bij wonen.”
“In elke gemeente komen voldoende gratis slaapplaatsen, met aparte kamers. Bij slecht weer en kou mag een huisdier nooit een weigeringsgrond vormen voor opvang van de dakloze: ook voor huisdieren wordt een passende plaats gezocht, bijvoorbeeld in het asiel als het niet in de daklozenopvang kan.”
De PvdD wil een einde maken aan het criminaliseren van daklozen door het beboeten voor slapen in de openbare ruimte te verbieden.
“Er wordt een einde gemaakt aan het beboeten van dakloze mensen voor het slapen in de openbare ruimte.”
De partij wil dat dak- en thuislozen altijd toegang hebben tot de juiste zorg, en dat bezuinigingen op relevante regelingen worden teruggedraaid.
“Voor dak- en thuislozen, asielzoekers en arbeidsmigranten is de juiste zorg beschikbaar. De bezuinigingen op de CAK-regeling en de subsidieregeling voor zorg aan onverzekerden (sov) worden teruggedraaid.”
De PvdD vindt dat toegang tot daklozenopvang niet afhankelijk mag zijn van nationaliteit of verblijfsstatus.
“Toegang tot voedselbanken en daklozenopvang wordt losgekoppeld van nationaliteit en verblijfsstatus.”
Volt ziet dakloosheid primair als een woonprobleem en wil dakloosheid uiterlijk in 2030 uitbannen door het bieden van (tijdelijke) huisvesting, begeleiding en het versoepelen van toegang tot sociale voorzieningen. De partij kiest voor bewezen concepten als ‘housing first’, investeert in tijdelijke woningen, en wil regels rondom briefadressen en urgentieverklaringen versoepelen om dak- en thuislozen sneller te helpen aan een stabiel bestaan.
Volt investeert in tijdelijke, eenvoudige woningen voor dak- en thuislozen, inclusief mensen met verslavings- of psychische problemen, en biedt begeleiding volgens het ‘housing first’-concept. Hiermee wil Volt voorkomen dat mensen langdurig zonder onderdak zitten en hen toegang geven tot reguliere voorzieningen.
“Volt helpt mensen die dak- of thuisloos worden door extra te investeren in tijdelijke huisvesting, waar mensen kunnen verblijven tot definitieve huisvesting mogelijk is. Dit kan al dan niet met begeleiding. Het gaat om eenvoudige (groeps-)woningen, zoals duurzame herplaatsbare circulaire prefabwoningen. Deze woningen zijn ook bedoeld voor dak- en thuisloze mensen met een verslavingsachtergrond of psychische bagage. We bieden hen onderdak met een adres dat hen toegang geeft tot reguliere voorzieningen. We bieden ook begeleiding aan, conform het inmiddels bewezen ‘housing first’-concept, om hun situatie te verbeteren.”
Volt committeert zich aan het uitbannen van dakloosheid in 2030, voert het nationale actieplan uit en wil met een landelijke telling het probleem in kaart brengen. Dakloosheid wordt expliciet als woonprobleem benoemd, waarvoor eerst een (t)huis nodig is.
“Volt houdt zich aan de Europese verklaring van Lissabon om dakloosheid per 2030 uit te bannen. Om dit te realiseren gaan we het Nationale Actieplan Dakloosheid ‘eerst een thuis’ uitvoeren. We gaan landelijk aan de slag met een ETHOS-telling om inzicht te krijgen in het dakloosheidsprobleem. Ook gaan we concrete stappen zetten om dak- en thuisloze mensen te helpen met eerst een (t)huis, want dakloosheid is een woonprobleem.”
Volt wil de regels voor het verkrijgen van een briefadres versoepelen en loketten oprichten, zodat daklozen sneller toegang krijgen tot sociale voorzieningen, onderwijs en werk. Dit moet de drempel naar een volwaardig leven verlagen.
“Een briefadres is een voorwaarde voor het ontvangen van sociale voorzieningen en het opbouwen van een volwaardig leven. Volt versoepelt daarom de regels voor het verkrijgen van een briefadres en richt loketten op waar een briefadres wordt aangeboden aan groepen woningzoekenden, zoals statushouders en mensen die dakloos zijn. Op die manier kunnen deze mensen bijvoorbeeld eerder aan een opleiding beginnen of een baan krijgen.”
Volt erkent de extra kwetsbaarheid van dakloze lhbtqia+’ers en pleit voor specifieke, veilige opvangplekken voor deze groep.
“Dakloze lhbtqia+’ers moeten veilig opgevangen kunnen worden op specifieke opvangplekken voor dakloze lhbtqia+’ers.”
Volt wil jongeren die uit de residentiële jeugdzorg komen beter begeleiden naar zelfstandigheid om het risico op dakloosheid te verkleinen.
“Volt wil dat jongeren voldoende hulp krijgen bij deze transitie in de vorm van begeleiding naar een stabiele basis waarin school, werk, inkomen, welzijn en support geregeld zijn. Dit zal het risico op dakloosheid en het langdurig laten voortbestaan van mentale problemen drastisch verminderen.”
Volt wil dat arbeidscontracten en huurcontracten voor arbeidsmigranten onafhankelijk van elkaar bestaan, zodat het beëindigen van werk niet direct tot dakloosheid leidt.
“Om die reden pleit Volt ervoor dat arbeidscontracten altijd onafhankelijk moeten bestaan van een huurcontract. Hierdoor is een arbeidsmigrant niet direct dakloos, indien de arbeidsrelatie ophoudt.”
GroenLinks-PvdA wil dakloosheid in Nederland structureel beëindigen en vindt dat niemand op straat hoort te slapen. De partij zet in op het principe 'Housing First', voldoende opvang en begeleiding, en het voorkomen van huisuitzettingen door betaalachterstanden. Specifieke aandacht is er voor dakloze arbeidsmigranten en mensen zonder verblijfsstatus, met programma’s gericht op opvang en begeleiding.
GroenLinks-PvdA streeft ernaar dat niemand meer op straat hoeft te slapen en wil onvrijwillige dakloosheid uiterlijk in 2030 beëindigen. De partij kiest voor het 'Housing First'-principe: eerst een huis, daarna begeleiding, zodat mensen weer zelfstandig kunnen wonen.
“We houden vast aan de afspraak om onvrijwillige dakloosheid in 2030 te beëindigen. Ook zorgen we ervoor dat mensen allereerst een dak boven het hoofd krijgen (Housing First). We zorgen voor voldoende voorzieningen en begeleiding zodat mensen weer zelfstandig kunnen wonen, en kunnen blijven wonen.”
Om te voorkomen dat mensen dakloos raken door financiële problemen, wil GroenLinks-PvdA huisuitzettingen vanwege betaalachterstanden verbieden. Alleen bij criminele activiteiten mag nog tot uitzetting worden overgegaan.
“Huisuitzettingen, zowel door woningcorporaties als particuliere verhuurders, zijn alleen nog toegestaan vanwege criminele activiteiten en niet meer vanwege betaalachterstanden.”
De partij erkent het probleem van dakloze arbeidsmigranten en wil een structureel programma voor opvang en begeleiding, gericht op terugkeer naar werk of het land van herkomst.
“Om dakloosheid en overlast tegen te gaan komt er een structureel programma voor de opvang van niet-rechthebbende EU-arbeidsmigranten. Zo wordt deze groep begeleid naar werk of naar het land van herkomst.”
GroenLinks-PvdA vindt dat iedereen in Nederland, ook mensen zonder verblijfsstatus, recht heeft op onderdak en eerste levensbehoeften. Het doel is te voorkomen dat mensen zonder papieren op straat moeten leven.
“Iedereen die in Nederland verblijft, heeft recht op eerste levensbehoeften als zorg, onderdak, voedsel en rechtsbijstand.”
“We voorkomen zo veel mogelijk dat deze mensen zonder papieren en perspectief op straat moeten leven.”
JA21 ziet dakloosheid in grote steden vooral als gevolg van ongeremde arbeidsmigratie, waarbij veel daklozen volgens hen aan lager wal geraakte en verslaafde Midden- en Oost-Europeanen zijn. Hun belangrijkste voorstel is om deze groep EU-migranten bij verlies van werk terug te sturen naar het land van herkomst, in plaats van hen als dakloze in Nederland te laten blijven. JA21 pleit voor strenge handhaving, aanpak van woonmisstanden en het vergemakkelijken van gedwongen terugkeer.
JA21 stelt dat veel daklozen in grote steden bestaan uit werkloze, verslaafde EU-migranten en ziet hun aanwezigheid als een probleem voor leefbaarheid en veiligheid. De partij wil dat deze groep bij verlies van werk hun verblijfsgrond verliest en terugkeert naar het land van herkomst, in plaats van als dakloze in Nederland te blijven. Dit moet worden bereikt door strenge handhaving van inschrijvingsplicht, aanpak van woonmisstanden en het makkelijker maken van gedwongen terugkeer.
“Veel van de daklozen in onze grote steden zijn aan lager wal geraakte en verslaafde Midden- en Oost-Europeanen. Zij verkeren niet alleen in een mensonterende situatie, maar drukken ook een zwaar negatief stempel op de leefbaarheid en veiligheid. Het is daarom noodzakelijk om, naast de regulering die JA21 bepleit, op korte termijn stappen te zetten om problemen die veroorzaakt worden door ongeremde arbeidsmigratie aan te pakken. Hierbij is het noodzakelijk om veel nadrukkelijker in te zetten op terugkeer van EU-migranten die geen toekomst meer in Nederland hebben. ‘Werkloze arbeidsmigrant’ is een contradictio in terminis. Bij verlies van werk vervalt de verblijfsgrond en is niet als dakloze in Nederland blijven, maar terugkeer het antwoord.”
“Gedwongen terugkeer van EU-ingezetenen (in de praktijk vaak EU-arbeidsmigranten) die overlast veroorzaken of een gevaar voor de openbare orde zijn, makkelijker maken: het huidige benodigde aantal registraties om dossiers aan de IND te kunnen overdragen terugdringen, scherpe afspraken met landen van herkomst over terugkeer.”
“Strenge handhaving van inschrijvingsplicht bij gemeenten.”
“Woonmisstanden en uitbuiting hard aanpakken: streng controleren en handhaven op overbewoning, aanpakken malafide verhuurders en uitzendbureaus, invoering verhuurdersvergunningen, huisvesting zoveel mogelijk op terrein van de werkgever in plaats van in woonwijken en recreatieparken.”
BIJ1 erkent dakloosheid als een door het systeem veroorzaakte crisis en maakt het bestrijden van dak- en thuisloosheid tot een primaire doelstelling van het nationale woonbeleid. De partij kiest voor een radicale Housing First-aanpak: er moeten direct voldoende gratis zelfstandige woningen komen voor alle dak- en thuislozen, met als doel nul daklozen in 2030. Dak- en thuisloze mensen krijgen daarbij actieve ondersteuning in zorg en werk, ongeacht hun achtergrond of verblijfsstatus.
BIJ1 ziet dakloosheid als een systemisch probleem en wil dit structureel oplossen door het bieden van gratis, zelfstandige woningen aan alle dak- en thuislozen. De partij streeft naar het volledig uitbannen van dakloosheid in 2030 en koppelt dit aan intensieve begeleiding op het gebied van zorg en werk, inclusief voor dakloze EU-arbeiders en ongedocumenteerden.
“We maken het bestrijden van dak- en thuisloosheid een primaire doelstelling van het nationaal woonbeleid. Dit doen we door middel van de Housing First-aanpak. Hiervoor worden er direct genoeg gratis zelfstandige woningen voor alle dak- en thuislozen gerealiseerd, met het doel om in 2030 nul dakloze mensen te hebben (Lissabon Verklaring). Dak- en thuisloze mensen worden hierbij actief ondersteund in zorgbehoeften – ook bij verslavingsproblemen – en bij het zoeken naar passend werk. Daarbij wordt ook de opvang van dakloze EU-arbeiders en ongedocumenteerde mensen gegarandeerd.”
BIJ1 beschouwt wonen als een fundamenteel recht en wil dakloosheid structureel uitbannen door het woonbeleid radicaal te hervormen. De partij wijst het huidige beleid af als onvoldoende en pleit voor alternatieve woonvormen en bescherming van kwetsbare groepen tegen gentrificatie en huisjesmelkers.
“Dak- en thuisloosheid pakken we bij de wortels aan. De huidige wetten en regels van wonen zijn niet democratisch en niet genoeg.”
Om het woningtekort voor dak- en thuislozen op te lossen, wil BIJ1 een gemeentelijk fonds voor de onteigening van leegstaande woningen, die vervolgens uitsluitend voor maatschappelijke doeleinden mogen worden ingezet.
“Er komt een door de overheid gesubsidieerd gemeentelijk fonds voor de onteigening van leegstaande woningen. Onteigende objecten mogen vervolgens alleen worden ingezet voor een maatschappelijke bestemming.”
BBB erkent dat het aantal daklozen in Nederland toeneemt en koppelt dit direct aan het tekort aan betaalbare woningen. Hun belangrijkste voorstel is het vergroten van het woningaanbod, zodat iedereen, inclusief daklozen, toegang krijgt tot een eigen huis en een leefbare buurt.
BBB ziet het gebrek aan woningen als de belangrijkste oorzaak van dakloosheid en wil dit oplossen door meer betaalbare huizen te bouwen. Ze benadrukken dat het hebben van een eigen plek essentieel is en dat gezinnen nu zelfs in garageboxen wonen door het woningtekort.
“Ook het aantal daklozen in ons land neemt steeds verder toe. Gezinnen die met kinderen in een garagebox wonen, lijkt ondertussen de normaalste zaak van de wereld. Terwijl zij jarenlang op een wachtlijst staan, neemt de druk op de woningmarkt steeds verder toe.”
“De basis voor iedereen begint bij een eigen plek onder de zon. Een huis om in te wonen, een buurt om in te leven. Maar voor steeds meer mensen is dat onbereikbaar geworden. Er zijn te weinig woningen en de huizen die er zijn, zijn vaak onbetaalbaar.”
D66 ziet dakloosheid primair als een woonprobleem en de ernstigste schending van het basisrecht op wonen. De partij steunt het Nationaal Actieplan Dakloosheid en wil structureel beleid voeren om iedereen een thuis te bieden, met nadruk op preventie en samenwerking tussen relevante partijen.
D66 erkent dakloosheid als een fundamenteel woonprobleem en koppelt het direct aan het recht op wonen. De partij steunt bestaande landelijke plannen en benadrukt het belang van structurele oplossingen om dakloosheid te voorkomen en op te lossen.
“Dakloosheid is een woonprobleem en de ergste schending van het basisrecht op wonen. We steunen daarom het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Iedereen een thuis.”
D66 benadrukt dat samenwerking tussen banken, huiseigenaren, gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties noodzakelijk is om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen, wat dakloosheid kan helpen voorkomen. Regie en maatwerk zijn volgens D66 essentieel om te zorgen dat mensen niet tussen wal en schip vallen.
“Voor doorstroming is regie nodig. Het vraagt om heel goede samenwerking tussen banken, huiseigenaren, gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties.”
DENK ziet het voorkomen van dakloosheid als een direct gevolg van de woningcrisis en maakt het bestrijden hiervan tot een topprioriteit. Hun belangrijkste voorstel is het versneld bouwen van betaalbare woningen en het waarborgen van huisvesting als fundamenteel recht, zodat niemand meer dakloos hoeft te raken door het tekort aan betaalbare woonruimte.
DENK stelt dat de woningcrisis mensen noodgedwongen dakloos maakt en wil daarom dat de overheid alles op alles zet om het tekort aan betaalbare woningen snel op te lossen. Het recht op huisvesting moet weer centraal staan, zodat iedereen een betaalbare woning kan krijgen en dakloosheid wordt voorkomen.
“Mensen kunnen hun toekomst niet opbouwen, wonen noodgedwongen thuis of zijn in sommige gevallen zelfs dakloos geraakt vanwege de hardnekkige crisis op de woningmarkt.”
“De komende periode moet dan ook alles op alles gezet worden om het tekort aan betaalbare woningen zo snel mogelijk in te lopen. Huisvesting moet weer een fundamenteel recht worden.”
NSC erkent de groei van het aantal (jonge) daklozen en vindt dat iedereen meetelt, ook de zogenoemde 'zelfredzame dakloze'. Ze willen gemeenten middelen en een opgave geven om daklozen op te vangen en ondersteunen, en pleiten voor voorrang voor dakloze gezinnen met kinderen bij het toewijzen van woningen. Daarnaast willen ze de toegang tot zorg voor dak- en thuislozen verbeteren en het aantal onverzekerden terugdringen.
NSC ziet de toename van (jonge) daklozen als een urgent probleem en vindt dat ook 'zelfredzame daklozen' niet mogen worden vergeten. Gemeenten krijgen expliciet de taak en middelen om deze groep op te vangen en te ondersteunen. Dakloze gezinnen met minderjarige kinderen krijgen voorrang bij huisvesting.
“We maken ons zorgen over de toename van het aantal (jonge) daklozen in de crisisopvang. Iedereen telt mee, ook mensen die nu wollig als ‘zelfredzame dakloze’ worden omschreven. Gemeenten krijgen een opgave en middelen om deze groep op te vangen en te ondersteunen. Dakloze gezinnen met minderjarige kinderen moeten met voorrang een huis krijgen.”
NSC vindt dat bestaanszekerheid ook zorg voor dak- en thuislozen betekent. Ze willen de toegang tot zorg verbeteren en het aantal onverzekerden onder deze groep actief terugdringen.
“Bestaanszekerheid betekent zorg voor iedereen, ook voor onverzekerde patiënten zoals dak- en thuislozen of uitgeprocedeerde asielzoekers. We willen de toegang tot zorg verbeteren en het aantal onverzekerden actief terugdringen.”
50PLUS erkent dakloosheid als een probleem dat samenhangt met wonen, zorg en kwetsbaarheid, en noemt daklozen expliciet als doelgroep voor passende woonvormen. Hun belangrijkste voorstel is het bevorderen van innovatieve en kleinschalige woonvoorzieningen waar ook daklozen terechtkunnen, samen met ouderen en mensen met een zorgbehoefte. Concrete maatregelen of diepgaande visie specifiek gericht op daklozen ontbreken verder in het programma.
50PLUS wil de woonproblematiek van daklozen aanpakken door het stimuleren van innovatieve, kleinschalige woonvormen die zorg, gemeenschap en zelfstandigheid combineren. Daklozen worden hierbij expliciet genoemd als doelgroep, samen met ouderen en ernstig verwarde personen, maar verdere uitwerking of specifieke maatregelen ontbreken.
“We bevorderen een brede aanpak voor tehuizen, afgestemd op de persoonlijke situatie voor personen op leeftijd, met zorgbehoefte, daklozen en ernstig verwarde personen.”
Het CDA benoemt dakloosheid slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma, met als belangrijkste concrete voorstel het voorkomen van dak- en thuisloosheid onder arbeidsmigranten door vrijwillige terugkeer te ondersteunen. Specifiek beleid gericht op de bredere groep daklozen ontbreekt; het programma richt zich vooral op huisvesting, sociale zekerheid en kwetsbare groepen in algemene zin.
Het CDA erkent het risico op dak- en thuisloosheid bij werkloze arbeidsmigranten en wil dit voorkomen door vrijwillige terugkeer te ondersteunen in samenwerking met EU-landen van herkomst. Dit standpunt adresseert een specifieke groep binnen het bredere daklozenvraagstuk, maar biedt geen bredere aanpak voor andere daklozen.
“Vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten wordt extra ondersteund om dak- en thuisloosheid te voorkomen; hiervoor zoeken we samenwerking met de EU-landen van herkomst.”
De SGP erkent dat het aantal dak- en thuislozen de afgelopen tien jaar is verdubbeld en vindt dat de huidige aanpak tekortschiet. Hun belangrijkste voorstel is het aanscherpen van het Nationaal Actieplan Dakloosheid, met als doel dak- en thuislozen uit de maatschappelijke opvang te krijgen en te voorzien van huisvesting. De partij legt de nadruk op structurele huisvesting als oplossing, niet op tijdelijke opvang.
De SGP vindt het onacceptabel dat het aantal dak- en thuislozen zo sterk is toegenomen en stelt dat de huidige plannen onvoldoende zijn. Ze willen het Nationaal Actieplan Dakloosheid aanscherpen en richten zich expliciet op het realiseren van huisvesting voor dak- en thuislozen, zodat zij uit de opvang kunnen stromen en weer zelfstandig kunnen wonen.
“Het aantal dak- en thuislozen is de afgelopen tien jaar verdubbeld. De inzet moet zijn om dak- en thuislozen uit de maatschappelijke opvang te krijgen en te zorgen voor huisvesting. De huidige plannen schieten tekort. Het Nationaal Actieplan Dakloosheid wordt daarom aangescherpt.”
De VVD noemt dakloosheid slechts in de context van arbeidsmigranten en neemt geen standpunt in over Nederlandse daklozen of dakloosheid in het algemeen. Hun belangrijkste voorstel is het terugsturen van overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten, waarbij ze geen bredere visie of beleid presenteren voor andere groepen daklozen.
De VVD wil overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten, inclusief EU-burgers, terugsturen naar hun land van herkomst. Dit standpunt richt zich uitsluitend op deze specifieke groep en adresseert dakloosheid niet als maatschappelijk probleem, maar als een kwestie van openbare orde en migratie.
“Er is geen plek voor overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten in Nederland. Ook arbeidsmigranten uit de EU worden teruggestuurd.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma