De PVV pleit voor een zeer vergaande cultuurasimilatie waarbij nieuwkomers en minderheden zich volledig dienen aan te passen aan de Nederlandse taal, cultuur en tradities. Dit wordt afgedwongen via strikte taal- en gedragseisen, het verbieden van niet-westerse culturele uitingen in het publieke domein, en het ontmoedigen of verbieden van islamitische en multiculturele invloeden. De partij koppelt sociale rechten en burgerschap expliciet aan het overnemen van de Nederlandse identiteit en het afwijzen van andere culturele uitingen.
De PVV wil het gebruik van niet-westerse talen en symbolen in de openbare ruimte en bij overheidsdiensten verbieden, om zo de Nederlandse taal en cultuur te beschermen en cultuurasimilatie af te dwingen. Dit betreft onder meer het verbieden van Arabische teksten in winkelstraten, het verplicht spreken van Nederlands op scholen, en het weren van islamitische hoofddoekjes en gebedsoproepen uit overheidsgebouwen.
“Geen overheidsinformatie in het Arabisch of andere niet-westerse talen”
“Verbod op Arabische en andere niet-westerse teksten in onze (winkel)straten”
“Verbod op het dragen van islamitische hoofddoekjes in alle overheidsgebouwen inclusief de Staten-Generaal”
“Verbod op de islamitische gebedsoproep”
“Op school en op het schoolplein wordt alleen Nederlands gesproken.”
De PVV stelt voor om sociale voorzieningen en burgerschapsrechten afhankelijk te maken van het beheersen van de Nederlandse taal en het overnemen van Nederlandse normen. Wie zich niet aanpast, verliest rechten of wordt ontmoedigd te blijven.
De PVV wil islamitisch onderwijs verbieden en het onderwijs inzetten om Nederlandse identiteit en trots te bevorderen, waarbij uitsluitend de Nederlandse taal wordt gebruikt en vaderlandse geschiedenis centraal staat. Multiculturele en woke-invloeden worden geweerd.
De PVV verwerpt multiculturalisme en wil actief Nederlandse tradities, symbolen en feesten centraal stellen, waarbij afwijkende culturele uitingen worden ontmoedigd of verboden.
“Wij willen weer collectief trots zijn op ons land en op wie we zijn – in plaats van excuses maken voor het verleden van onze voorouders. Geen misplaatste schaamtecultuur, maar het koesteren van onze tradities, de standbeelden van onze nationale helden en onze feesten als Kerstmis, Sinterklaas mét Zwarte Piet en Pasen.”
“Wie naar de publieke omroep kijkt, ziet een ander 'Nederland': multiculturalisme wordt gepresenteerd als verrijking, voor het slavernijverleden zouden we ons moeten schamen, trots op ons land is er al helemaal niet meer bij...”
De VVD stelt duidelijke eisen aan cultuurasimilatie: nieuwkomers moeten zich actief aanpassen aan de Nederlandse taal, cultuur en waarden om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Integratie is geen vrijblijvende keuze maar een plicht, waarbij het onderschrijven van Nederlandse normen, het spreken van de taal en het afwijzen van onvrije of antidemocratische opvattingen centraal staan. Wie zich structureel afzet tegen deze kernwaarden, wordt uitgesloten van rechten en voorzieningen.
De VVD vindt dat nieuwkomers zich actief moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving door de taal te leren en de Nederlandse waarden te onderschrijven. Dit wordt gezien als voorwaarde voor burgerschap, huisvesting en toegang tot voorzieningen. Het doel is het beschermen van de liberale, vrije samenleving en het tegengaan van parallelle samenlevingen of onvrije praktijken.
“De Nederlandse taal spreken is cruciaal om vol mee te doen in onze samenleving. Daarom moet iedereen die Nederlander wil worden dat kunnen. Het is onacceptabel dat migranten die onvoldoende Nederlands spreken Nederlander mogen worden. Daarom willen wij de taaleis voor naturalisatie verhogen naar het basisniveau voor de werkvloer.”
“Toegang tot de Nederlandse samenleving alleen bij onderschrijving van Nederlandse cultuur en waarden: Statushouders die op azc’s verblijven komen pas in aanmerking voor andere vormen van huisvesting op het moment dat zij zowel in woord als in daad achter de Nederlandse waarden staan. Hierop wordt vooraf actief en intensief getoetst.”
“Iedereen die in ons vrije land woont en wil wonen, dient zich aan te passen aan waar Nederland al eeuwen voor staat: vrijheid en hard werken.”
“We maken heldere afspraken over integratie: die is niet vrijblijvend, maar een plicht.”
“Wie onze waarden structureel afwijst, of zich zelfs tegen onze samenleving keert, heeft hier geen toekomst.”
De VVD stelt dat mensen die zich beroepen op cultuur of religie om zich af te zetten tegen de Nederlandse samenleving, of die onvrije, antidemocratische of discriminerende opvattingen aanhangen, worden uitgesloten van rechten, voorzieningen en maatschappelijke dialoog. Dit geldt ook voor organisaties die integratie belemmeren.
“Maar dat geldt niet voor mensen die zich beroepen op cultuur, religie of het verheerlijken van een ander regime, met hun rug naar onze samenleving staan, niet willen meedoen of zelfs anderen onderdrukken. Dan vinden zij ons tegenover zich.”
“Organisaties die integratie tegengaan zijn geen gesprekspartners meer in de maatschappelijke dialoog om integratiebeleid te maken.”
“Voor nieuwkomers die de shariawetgeving aanhangen is geen plek in Nederland.”
“We gaan met de stofkam door subsidieregelingen. We toetsen of organisaties de integratie van nieuwkomers belemmeren. Als dit het geval is wordt de subsidie ingetrokken.”
De VVD ziet werk en (voor)schoolse educatie als essentiële instrumenten voor cultuurasimilatie. Statushouders moeten direct aan het werk en kinderen van inburgeraars krijgen verplicht voorschoolse educatie om taal en waarden te leren.
“Integreren doe je het beste op de werkvloer. Werk is het allerbelangrijkste instrument om integratie voor elkaar te krijgen en te voorkomen dat mensen afglijden in de criminaliteit of het fundamentalisme.”
“Voorschoolse educatie biedt een belangrijke kans om vroeg taalvaardigheid te ontwikkelen en om kennis te maken met de Nederlandse waarden en normen. Om taalachterstanden te voorkomen en een succesvolle start op de basisschool te maken, verplichten we dit voor kinderen van inburgerende ouders.”
De VVD wil de eisen voor naturalisatie en toegang tot uitkeringen fors aanscherpen, met nadruk op taal, gedrag en het onderschrijven van Nederlandse waarden. Niet voldoen leidt tot uitsluiting van rechten.
“Wij willen in ieder geval de standaardtermijn verdubbelen naar tien jaar, de taaleis verhogen naar het basisniveau voor de werkvloer, voor volwassenen een inkomens- of opleidingseis introduceren, de eis stellen dat een aanvrager niet overmatig aanspraak heeft gemaakt op sociale voorzieningen en de eis stellen dat een aanvrager niet in aanraking met justitie mag zijn geweest.”
“We korten mensen op de uitkering die geen Nederlands spreken en dit niet willen leren. Statushouders die niet komen opdagen bij de taalles of verzuimen naar examens te komen moeten een boete betalen of worden gekort op de uitkering, naast het feit dat ze daarmee niet inburgeren en dus niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking komen.”
BVNL vindt dat immigranten zich volledig moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur, taal en waarden, en verwerpt het idee dat de Nederlandse samenleving zich aanpast aan nieuwkomers. Concrete voorstellen zijn onder meer het verplicht leren van de Nederlandse taal, het stellen van assimilatie-eisen voor toegang tot sociale voorzieningen en het uitdragen van de Nederlandse identiteit in onderwijs en publieke ruimte.
BVNL stelt dat cultuurasimilatie essentieel is: immigranten dienen de Nederlandse taal te leren, te werken en de Nederlandse kernwaarden te omarmen. De partij koppelt rechten zoals een woning, uitkering of paspoort expliciet aan het voldoen aan deze eisen, en benadrukt dat de Nederlandse cultuur leidend is – niet die van nieuwkomers.
“Immigranten die al in Nederland zijn passen zich aan. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal leren en bijdragen aan de samenleving. Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
“Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
“De Nederlandse identiteit, cultuur, burgerschap en daarbij horende kernwaarden moeten worden doorgegeven in het onderwijs.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
BVNL koppelt verblijfsrechten, naturalisatie en sociale voorzieningen aan het actief assimileren. Wie niet voldoet aan de eisen (zoals taalbeheersing, werken, of geen crimineel gedrag) verliest rechten of wordt uitgezet.
“Het aanvragen van een Nederlands paspoort kan pas na 10 jaar, in plaats van na 5 jaar.”
“Immigranten die binnen 5 jaar na toekenning van hun verblijfsvergunning veroordeeld worden voor een misdrijf, verliezen hun verblijfsvergunning.”
“Immigranten die zich blijvend willen vestigen in Nederland, en kunnen werken maar dit weigeren, en die niet financieel redzaam zijn, worden Nederland uitgezet en verliezen elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
BVNL wil de Nederlandse cultuur en kernwaarden actief uitdragen en beschermen, onder meer via het onderwijs en door het beperken van religieuze uitingen in overheidsgebouwen.
JA21 stelt dat de Nederlandse cultuur leidend moet zijn en verwacht volledige cultuurasimilatie van nieuwkomers: wie Nederlander wil worden, moet de Nederlandse taal, wetten, normen, waarden en cultuur omarmen. Het programma bevat concrete voorstellen zoals strengere naturalisatie-eisen, het afwijzen van naturalisatie bij conflicterende ideologieën, en het ontmoedigen van parallelle samenlevingen, met een nadruk op het tegengaan van islamitische invloeden die haaks staan op westerse waarden.
JA21 wil dat alleen migranten die bereid zijn de Nederlandse cultuur, normen en waarden volledig te omarmen, kunnen naturaliseren. De partij stelt dat beheersing van de taal en basiskennis niet volstaat; volledige cultuurasimilatie is een harde voorwaarde. Dit moet parallelle samenlevingen en culturele botsingen voorkomen.
“Wie Nederlander wil worden, moet bereid zijn onze wetten, normen, waarden en cultuur te omarmen. Dat is niet te veel gevraagd, dat is wat JA21 betreft niets minder dan een voorwaarde.”
“De eisen voor naturalisatie aanscherpen: pas na minstens tien jaar rechtmatig verblijf.”
“Meer juridische ruimte creëren om naturalisatie af te wijzen bij een gegrond vermoeden van een ideologie die haaks staat op onze manier van leven of het streven naar een parallelle samenleving, vergelijkbaar met afwijzingen op grond van 1F (oorlogsmisdaden en misdaden tegen de vrede of menselijkheid).”
“De taaleis in de bijstand aanscherpen en strikt handhaven.”
JA21 stelt dat de Nederlandse (westerse) cultuur altijd moet prevaleren boven andere, met name de islamitische cultuur. Er is geen ruimte voor concessies of het ontstaan van parallelle samenlevingen; waar culturen botsen, moet de Nederlandse cultuur dominant zijn.
“De Nederlandse cultuur moet de leidende cultuur in onze samenleving zijn en blijven. De multiculturele samenleving, voor zover hij ooit heeft bestaan, functioneert zeer moeizaam. Waar culturen botsen, in de praktijk vaak onze vrije Westerse cultuur en de islamitische cultuur, dan prevaleert de Westerse en is er geen ruimte voor concessies.”
“Ongecontroleerde immigratie in combinatie met vrijblijvend - of zelfs volkomen ontbrekend - integratiebeleid, heeft geleid tot het ontstaan van parallelle samenlevingen, het onherkenbaar veranderen van wijken in onze steden en een Nederlandse cultuur die steeds verder onder druk komt te staan.”
JA21 ziet bepaalde islamitische opvattingen als onverenigbaar met Nederlandse waarden en wil deze actief tegengaan, onder meer via toezicht op islamitisch onderwijs en het verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën. Dit moet voorkomen dat schadelijke culturele invloeden wortel schieten en de asimilatie belemmeren.
“De islamitische cultuur kent nu eenmaal schadelijke opvattingen over vrouwen, homoseksuelen en joden. Dit moet open en bloot kunnen worden besproken.”
“Verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs.”
“De bron van radicalisering wegnemen: verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën, sluiten van instellingen waar wordt aangezet tot geweld waaronder bijvoorbeeld bepaalde moskeeën en informele islamitische onderwijsinstellingen.”
JA21 wil remigratie actief bevorderen voor migranten die niet succesvol integreren of asimileren, onder meer door het (her)invoeren van remigratie-uitkeringen. Dit moet voorkomen dat groepen die niet willen of kunnen asimileren, blijvend in Nederland blijven.
“Bevorderen van remigratie bij mislukte integratie: (her)invoering van remigratie-uitkeringen.”
Het CDA legt de nadruk op integratie door verplichte inburgering, taalverwerving en actieve deelname aan de samenleving, waarbij nieuwkomers zich aan Nederlandse wetten en normen moeten houden. De partij ziet taal en werk als de belangrijkste middelen voor succesvolle cultuurasimilatie, met verplichte taaltrajecten voor statushouders en arbeidsmigranten en sancties bij onvoldoende inzet. Tegelijkertijd benadrukt het CDA dat de samenleving eerlijke kansen moet bieden en discriminatie moet tegengaan.
Het CDA stelt dat succesvolle cultuurasimilatie begint met het verplicht leren van de Nederlandse taal en actieve deelname aan de samenleving. Gemeenten en werkgevers krijgen een duidelijke rol in het organiseren en afdwingen van deze trajecten, met sancties bij onvoldoende inzet. Het doel is dat nieuwkomers zo snel mogelijk kunnen meedoen en zich aanpassen aan de Nederlandse samenleving.
“Elke statushouder is verplicht in te burgeren en actief mee te doen in de samenleving. Dat kan via taallessen, vrijwilligerswerk en betaald werk.”
“Inburgeringsplichtigen spreken en schrijven binnen maximaal drie jaar de Nederlandse taal.”
“Voor alle statushouders is het inburgeringsonderwijs verplicht, in het uiterste geval op straffe van verlies van hun status.”
“Arbeidsmigranten die hier langdurig verblijven, volgen een verplicht taaltraject dat is toegespitst op werk en deelnemen in de samenleving. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk.”
“Kinderen van statushouders volgen verplichte voor- en vroegschoolse educatie, zodat ze snel meedoen op school. Arbeidsmigranten die hier langer blijven, volgen een taaltraject.”
Het CDA ziet integratie als een wederkerige opdracht: nieuwkomers moeten zich inspannen om te integreren, maar de samenleving moet ook eerlijke kansen bieden en discriminatie tegengaan. Het doel is een samenleving waarin mensen worden gewaardeerd om hun inzet en prestaties, niet om hun afkomst.
“Integratie is een wederkerige opdracht. Aan nieuwkomers is het de taak – zoals aan alle inwoners van Nederland – om vorm en inhoud te geven aan het democratisch burgerschap. Om zich aan onze wetten en regels te houden, zich actief in te spannen om te integreren en Nederlands te leren. Van de samenleving mag worden verwacht dat ze nieuwkomers eerlijke kansen geeft in het onderwijs, op een baan, en dat ze waar nodig nieuwkomers een extra zetje geeft.”
“Waar we de mens zien en niet de migrant met een andere achternaam.”
“We treden hard op tegen elke vorm van discriminatie en stereotypering, onder meer van moslims.”
Het CDA wil dat migrantenorganisaties, kerken en moskeeën mede verantwoordelijkheid dragen voor de integratie van nieuwkomers. Door samenwerking met deze organisaties wordt cultuurasimilatie ondersteund vanuit verschillende hoeken van de samenleving.
“We versterken de samenwerking met migrantenorganisaties, kerken en moskeeën zodat zij mede de verantwoordelijkheid dragen voor een succesvolle integratie van nieuwkomers.”
De ChristenUnie ziet succesvolle integratie als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, samenleving en nieuwkomers, waarbij nieuwkomers een morele plicht hebben om de Nederlandse taal, waarden, grondwettelijke bepalingen en christelijke wortels te aanvaarden. Concrete voorstellen zijn onder meer verplichte taallessen, het onderschrijven van de participatieverklaring en het stellen van integratie-eisen aan gezinshereniging en arbeidsmigratie. De partij benadrukt dat integratie meer is dan economische participatie en expliciet het overnemen van Nederlandse kernwaarden en taalvaardigheid vereist.
De ChristenUnie stelt dat integratie niet alleen draait om economische bijdrage, maar vooral om het aanvaarden van de Nederlandse samenleving, inclusief taal, grondwettelijke bepalingen en christelijke wortels. Nieuwkomers hebben een morele plicht om in te burgeren en de Nederlandse waarden te respecteren; dit geldt voor alle migranten, ongeacht verblijfsduur of -reden. De partij koppelt succesvolle integratie expliciet aan het beheersen van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring.
“Integratie draait niet alleen om economische bijdrage, maar vooral om het aanvaarden van de Nederlandse samenleving, inclusief onze taal, grondwettelijke bepalingen (o.a. vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, respect voor minderheden), geschiedenis, en christelijke wortels van ons land. Het beheersen van de Nederlandse taal, ook door arbeidsmigranten, is daarbij essentieel.”
“Tegelijk rust er op de nieuwkomers een morele plicht om in te burgeren. Dit geldt voor inburgeringsplichtigen, maar ook voor iedereen die Nederland als (tijdelijk) thuis kiest.”
“Voor succesvolle integratie is beheersing van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring essentieel. Integratie vraagt van mensen dat ze niet alleen fysiek, maar ook mentaal verhuizen. Niet alleen onze taal leren, maar ook onze waarden leren kennen en respecteren.”
De partij wil verplichte taallessen en het combineren van inburgeringstrajecten met werk of vrijwilligerswerk, zodat nieuwkomers sneller integreren en binding krijgen met de lokale gemeenschap. Ook arbeidsmigranten en gezinsherenigers moeten aan deze eisen voldoen; integratievoorwaarden worden aan verblijfsvergunningen gekoppeld.
“We stimuleren integratie van studenten via verplichte taallessen en meer studentenkamers in traditionele studentenhuizen, georganiseerd door de ontvangende onderwijsinstellingen.”
“Taal- en inburgeringstrajecten worden gecombineerd met een betaalde baan of vrijwilligerswerk en kunnen zo snel mogelijk starten na aankomst in Nederland.”
“Aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“De herenigde gezinsleden moeten zich inpassen in de Nederlandse samenleving en Nederland mag hier eisen aan stellen. Dit geldt voor zowel vluchtelingen en arbeidsmigranten als expats.”
De ChristenUnie wil de eisen voor naturalisatie en blijvend verblijf aanscherpen: het recht op bescherming leidt niet automatisch tot Nederlanderschap. Alleen wie de taal beheerst en de waarden onderschrijft, komt in aanmerking; er is mildheid voor wie wel wil maar niet kan.
“We verwachten van alle Nederlanders een actieve bijdrage aan de maatschappij. Het spreken van het Nederlands en het onderschrijven van de waarden zoals vastgelegd in de grondwet is daarvoor randvoorwaarde. Daar schort het nog weleens aan. Daarom kijken we kritisch naar de bestaande eisen en scherpen we deze waar nodig aan.”
“Het recht op bescherming leidt niet automatisch na een aantal jaar tot het recht op Nederlanderschap. Daarbij zijn we mild voor hen die wel willen, maar niet kunnen.”
NSC vindt dat nieuwkomers zich actief moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving door de taal te leren, de kernwaarden te omarmen en bij te dragen aan sociale samenhang. Ze stellen concrete eisen aan taalbeheersing, burgerschap en het respecteren van Nederlandse normen en waarden, en willen deze eisen aanscherpen en wettelijk verankeren. Assimilatie wordt gezien als noodzakelijk voor een stabiel, sociaal Nederland en als voorwaarde voor het verkrijgen van burgerschap.
NSC benadrukt dat het beheersen van de Nederlandse taal en het omarmen van Nederlandse waarden essentieel zijn voor iedereen die deel wil uitmaken van de samenleving. Dit wordt gezien als voorwaarde voor integratie en burgerschap, en als middel om sociale samenhang te waarborgen.
“Het moet voor nieuwkomers en Nederlanders duidelijk zijn wat het betekent om Nederlands staatsburger te zijn: waarden omarmen, de taal spreken, rechten én plichten kennen.”
“Nieuwkomers moeten goed ingeburgerd zijn in de Nederlandse samenleving en de principes van onze democratische rechtsstaat begrijpen en omarmen. Hiervoor is het essentieel dat nieuwkomers de Nederlandse taal beheersen. We willen de taaleis voor nieuwkomers aanscherpen naar B1-niveau.”
“We zijn daarom kritisch op ontwikkelingen waarbij de Nederlandse taal naar de achtergrond verdwijnt. Daarom komen we met maatregelen om het Nederlands op straat, op de werkvloer, in de klas en collegezaal weer gangbaar te maken.”
NSC wil de Nederlandse identiteit expliciet verankeren in de maatschappij en verwacht van iedereen, ongeacht afkomst, actieve participatie en het delen van kernwaarden. Assimilatie wordt niet als vrijblijvend gezien, maar als noodzakelijke bijdrage aan het grotere geheel.
“Daarom wil Nieuw Sociaal Contract de Nederlandse identiteit uitdrukkelijk verankeren in onze maatschappij. Of iemand hier geboren is, later is gekomen of tijdelijk verblijft, we verwachten dat iedereen zich onderdeel voelt van de samenleving en eraan bijdraagt.”
“Bijdragen aan het grote geheel is niet vrijblijvend, maar noodzakelijk voor een stabiel en sociaal Nederland.”
“We spreken de Nederlandse taal, bewaren (lokale) tradities en delen welvaart. We kennen onze rechten en plichten.”
NSC stelt dat praktijken die in strijd zijn met Nederlandse vrijheden en waarden, zoals huwelijksdwang of eerwraak, niet worden getolereerd. Assimilatie betekent ook het afzweren van dergelijke praktijken.
“We accepteren geen praktijken die haaks staan op onze waarden en vrijheden, zoals huwelijksdwang, genitale verminking, eerwraak, lijfstraffen binnen de opvoeding of polygamie.”
Werk en actieve deelname aan de samenleving worden als cruciaal gezien voor succesvolle assimilatie. NSC koppelt inburgeringstrajecten aan werk en burgerschapsvorming vanaf jonge leeftijd.
“Statushouders krijgen bij inschrijving in de gemeente direct een baan of verplicht participatietraject aangeboden zodat ze kunnen meedoen in de samenleving, zelfredzaam worden en integreren.”
“Burgerschapsvorming begint al jong. Leerlingen moeten in alle niveaus van onderwijs leren wat het betekent om te leven in een democratische rechtsstaat.”
BBB stelt duidelijke eisen aan cultuurasimilatie: nieuwkomers moeten de Nederlandse taal leren, onze wetten en waarden accepteren, en actief bijdragen aan de samenleving. De partij koppelt inburgering en toelating expliciet aan het behalen van taal- en integratiedoelen, en wil streng toezien op naleving. BBB verwerpt overheidscommunicatie in andere talen dan het Nederlands en wil een stop op nieuwe islamitische scholen vanwege zorgen over integratie en parallelle gemeenschappen.
BBB vindt dat succesvolle cultuurasimilatie begint bij het beheersen van de Nederlandse taal en het actief meedoen aan de samenleving. Migranten moeten verplicht een taalcursus volgen en minimaal B1-niveau behalen, en inburgering is een voorwaarde voor toelating. De partij wil dat nieuwkomers binnen een jaar een opleiding volgen, vrijwilligerswerk doen of werken, anders worden uitkeringen gekort.
“Migranten dienen een verplichte taalcursus te volgen en minimaal B1niveau te behalen.”
“Inburgeringscursus direct na eerste goedkeuring aanvraag. Zodra de asielaanvraag, die buiten de EUgrenzen wordt gedaan, voorlopig is goedgekeurd, start de asielzoeker met een inburgerings cursus. Pas als die is behaald, wordt de aanvraag definitief goedgekeurd en mag de migrant naar Nederland komen.”
“Nieuwkomers moeten een bijdrage leveren aan ons land. Binnen een jaar volgt iemand een opleiding, doet vrijwilligerswerk of heeft een betaalde baan. Wie dat weigert, wordt gekort op uitkeringen en toeslagen.”
BBB stelt dat samenleven in Nederland begint bij het respecteren van Nederlandse waarden, normen en wetten. Het niet naleven hiervan leidt volgens de partij tot parallelle gemeenschappen en risico op radicalisering. BBB wil daarom strikter toezien op naleving en richt zich alleen op mensen die "oprecht willen meedoen".
“Samenleven in Nederland begint bij het respecteren van onze waarden, normen, wetten en omgangs vormen. Dat veronderstelt erkenning van de Nederlandse cultuur en identiteit, die in elke regio een eigen invulling kent.”
“Als migranten onze wetten, tradities en gebruiken afwijzen of niet naleven, ontstaat het risico van parallelle gemeenschappen en groeit de kans op radicalisering.”
“Aanvaarden van de regels van onze democratische rechtsstaat is wezenlijk. Op de naleving daarvan gaan we strikter toezien.”
BBB wil cultuurasimilatie bevorderen door te stoppen met overheidscommunicatie in talen als Arabisch of Turks. Volgens de partij belemmert dit het leren van Nederlands en daarmee de integratie.
“Geen Arabische of Turkse folders van de overheid meer door de brievenbus. Want anders leren deze migranten al helemaal geen Nederlands. We stoppen met overheidscommunicatie in andere talen dan het Nederlands, Fries, Engels of streektalen.”
BBB koppelt cultuurasimilatie aan zorgen over islamitische scholen, die volgens de partij bijdragen aan gebrekkige integratie en parallelle gemeenschappen. Daarom wil BBB een stop op nieuwe islamitische scholen.
“Met het oog op de grote problemen bij islamitische scholen vanwege gebrekkige integratie, buitenlandse invloeden, onderwijskwaliteit, radicalisering en anti westerse opvattingen moet er een stop komen op nieuwe islamitische scholen.”
De SGP vindt dat nieuwkomers zich moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving door de taal te leren, kennis te nemen van de nationale cultuur en symbolen, en de christelijke wortels van Nederland te respecteren. Er worden stevige eisen gesteld aan integratie, waarbij cultuur en religie expliciet worden meegewogen bij toelating en inburgering, met als doel het voorkomen van desintegratie en het behouden van een hechte gemeenschap.
De SGP stelt dat integratie alleen slaagt als nieuwkomers zich actief aanpassen aan de Nederlandse taal, cultuur en gedeelde nationale waarden, waarbij de christelijke traditie centraal staat. Dit wordt gezien als noodzakelijk om gevoelens van vervreemding en desintegratie tegen te gaan en de samenleving als gemeenschap te behouden.
“Van nieuwkomers mag verwacht worden dat ze zich aanpassen en zo snel mogelijk Nederlands leren en spreken. Daarnaast is meedoen dé sleutel tot een succesvolle integratie.”
“Aan nieuwkomers mogen stevige eisen worden gesteld, zoals het onderschrijven van onze breed gedeelde, nationale ‘spelregels’ en het spreken van de Nederlandse taal.”
“Inburgering dient in ieder geval te leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal, maar ook tot kennis van historische gebeurtenissen, nationale symbolen (zoals ons volkslied en koningshuis), ons cultureel erfgoed en de manier waarop wij in een rechtsstaat samenleven.”
“Bij toelating van (arbeids)migranten wordt allereerst gekeken naar werving van Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland, vervolgens naar mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot de Nederlandse samenleving.”
De SGP wil dat bij toelating van migranten en asielzoekers de culturele en religieuze achtergrond expliciet wordt meegewogen, om integratieproblemen te voorkomen en de christelijke identiteit van Nederland te beschermen.
“Het moet mogelijk worden culturele en religieuze achtergrond mee te laten wegen bij asielaanvragen, om integratieproblemen zoveel mogelijk te voorkomen.”
“Bij toelating moeten cultuur en religie een grotere rol gaan spelen. We bouwen immers aan een samenleving die een gemeenschap wil zijn, geen los zand.”
De SGP benadrukt dat integratie niet betekent dat nieuwkomers progressief-seculiere waarden zoals abortus of het homohuwelijk moeten omarmen; de nadruk ligt op de klassieke christelijke traditie en nationale symbolen.
BIJ1 verwerpt cultuurasimilatie en pleit voor een samenleving waarin diversiteit wordt gewaardeerd en niet wordt onderdrukt. Zij willen het onderwijs, cultuur- en mediabeleid dekoloniseren, ruimte maken voor niet-westerse perspectieven en het idee bestrijden dat nieuwkomers zich eenzijdig moeten aanpassen. Concreet betekent dit het afschaffen van de inburgeringstoets, het dekoloniseren van curricula, en het bindend maken van culturele diversiteitscodes.
BIJ1 ziet cultuurasimilatie als een voortzetting van koloniale denkbeelden en wil deze actief bestrijden door het onderwijs en de cultuursector te dekoloniseren. Dit betekent meer aandacht voor niet-westerse perspectieven, het verwijderen van eurocentrisch en racistisch lesmateriaal, en het erkennen van de waarde van diverse verhalen en kennis.
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis. We rekenen af met de focus op Europa en lesmateriaal dat racisme in de hand werkt.”
“Dit gebeurt onder andere door curricula in het onderwijs te dekoloniseren, gedekoloniseerde lesmethodes en de waarde van niet-westerse kennis te erkennen.”
“Er komt plek binnen culturele- en media-instellingen om aandacht te hebben voor de Nederlandse koloniale geschiedenis en slavernijverleden, vanuit het perspectief van de voormalige koloniën.”
BIJ1 verzet zich tegen instrumenten die cultuurasimilatie afdwingen, zoals de inburgeringstoets, en pleit voor het recht op eigen culturele expressie zonder dwang tot aanpassing. Zij zien sociale cohesie als een wederzijds proces, niet als een eenzijdige eis aan nieuwkomers.
“De inburgeringstoets wordt afgeschaft.”
“De aanpassing mag niet enkel van ‘de ander’ worden verwacht; sociale cohesie is geen eenrichtingsverkeer en ontstaat niet door uitsluiting, maar door verbinding – door de bereidheid van mensen met een verschillende achtergrond om elkaar te ontmoeten en samen te bouwen aan een rechtvaardige toekomst.”
Om cultuurasimilatie tegen te gaan, wil BIJ1 dat inclusie en culturele diversiteit niet vrijblijvend zijn, maar wettelijk en financieel worden verankerd. Dit moet zorgen voor structurele ruimte voor ondervertegenwoordigde groepen en verhalen.
DENK verwerpt cultuurasimilatie en pleit juist voor cultuursensitieve, inclusieve benaderingen in zorg, onderwijs en samenleving. De partij wil dat mensen hun eigen culturele en religieuze identiteit kunnen behouden en dat beleid en instituties zich aanpassen aan diversiteit, in plaats van andersom. Concrete voorstellen zijn onder meer cultuursensitieve zorg als harde eis, meertaligheid in het onderwijs, en bescherming van religieus en bijzonder onderwijs.
DENK vindt dat zorg niet gericht moet zijn op assimilatie, maar op het respecteren van culturele achtergronden van patiënten. Cultuursensitieve en inclusieve zorg wordt een harde eis, zodat mensen niet hoeven te assimileren om goede zorg te krijgen.
In plaats van cultuurasimilatie via het onderwijs, wil DENK ruimte voor meertaligheid en aandacht voor verschillende culturele achtergronden. Dit voorkomt dat leerlingen hun eigen taal en cultuur moeten opgeven.
“Meertaligheid stimuleren, door het aanbieden van lessen in veel gesproken talen in Nederland zoals het Turks, Marokkaans Arabisch en Pools.”
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
DENK verzet zich tegen cultuurasimilatie door het recht op religieus en bijzonder onderwijs te verdedigen. Zij willen dat ouders en scholen hun eigen culturele en religieuze identiteit kunnen behouden, zonder extra belemmeringen of overheidscontrole.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
De Partij voor de Dieren verwerpt cultuurasimilatie als beleidsdoel en kiest expliciet voor inclusie, gelijkwaardigheid en het tegengaan van discriminatie. Zij pleiten voor het waarborgen van culturele diversiteit, het bestrijden van institutionele uitsluiting en het bevorderen van volwaardige participatie van nieuwkomers zonder assimilatie-eisen. Concrete voorstellen zijn onder meer het aanpassen van onderwijs en beleid om diversiteit te weerspiegelen en het bieden van snelle, humane integratie voor vluchtelingen.
De PvdD benadrukt dat nieuwkomers snel en volledig moeten kunnen meedoen in de maatschappij, zonder dat zij hun eigen cultuur hoeven op te geven. Het beleid richt zich op inclusie en het bestrijden van discriminatie, niet op het opleggen van cultuurasimilatie. De partij investeert zowel in de opvang van vluchtelingen als in de acceptatie van nieuwkomers door de samenleving.
“Zodra mensen een verblijfsvergunning krijgen, moeten ze snel en volledig mee kunnen doen in de maatschappij.”
“De Partij voor de Dieren wil investeren in de opvang en integratie van vluchtelingen in Nederland én investeren in de acceptatie van nieuwkomers onder de Nederlandse bevolking.”
In het onderwijs en de culturele sector wordt actief ingezet op het weerspiegelen van de diversiteit van de samenleving, het bestrijden van eurocentrisme en het bevorderen van inclusie. Dit staat haaks op cultuurasimilatie, omdat het ruimte biedt aan verschillende achtergronden en perspectieven.
“Samenstellers van leermethoden zorgen bij ieder vak voor een representatieve weerspiegeling van de samenleving in hun lesmateriaal. Er worden hierover afspraken gemaakt met uitgeverijen. Diversiteit, inclusie en emancipatie zijn hierbij een aandachtspunt.”
“De koloniale geschiedenis en de geschiedenis van arbeidsmigratie naar Nederland gaan een vast onderdeel uitmaken van het onderwijs en lesmateriaal. Een globaal en niet-eurocentrisch perspectief op de wereld en de geschiedenis wordt gestimuleerd en krijgt ruime aandacht.”
“Daarvoor wordt de naleving van de Code Diversiteit en Inclusie gestimuleerd.”
De partij verzet zich tegen elke vorm van institutionele uitsluiting, waaronder discriminatie op basis van afkomst, religie of cultuur. Dit beleid is expliciet anti-assimilationistisch, omdat het uitgaat van gelijkwaardigheid en het recht op culturele eigenheid.
“De overheid treedt daadkrachtig op tegen alle vormen van discriminatie op basis van (vermeende) afkomst, etniciteit, seksuele geaardheid, gender, religie of levensovertuiging, handicap, leeftijd of politieke overtuiging.”
“Wet- en regelgeving worden getoetst op risico’s van discriminatie en waar nodig aangepast.”
D66 verwerpt cultuurasimilatie als uitgangspunt en kiest voor een inclusieve benadering waarbij nieuwkomers vanaf het begin actief kunnen deelnemen aan de samenleving, met wederzijdse inzet van zowel nieuwkomers als de ontvangende samenleving. De partij benadrukt het belang van gelijke kansen, het recht om jezelf te zijn, en het tegengaan van uitsluiting, racisme en discriminatie. Concrete voorstellen zijn onder meer het direct mogelijk maken van taalonderwijs, werk en opleiding voor nieuwkomers, en het bevorderen van een diverse en toegankelijke culturele sector.
D66 verwerpt het idee van eenrichtingsverkeer waarbij nieuwkomers zich volledig moeten aanpassen aan de dominante cultuur. In plaats daarvan pleit de partij voor een integratiebeleid waarin zowel nieuwkomers als de ontvangende samenleving zich inspannen voor succesvolle participatie. Dit beleid richt zich op het direct mogelijk maken van taalonderwijs, werk en opleiding, en benadrukt het belang van menselijke waardigheid en gelijke kansen.
“Daarom kiest D66 voor integratiebeleid dat meer is dan eenrichtingsverkeer of een taalcursus. We vragen inzet van de nieuwkomers en van de ontvangende samenleving.”
“We stellen mensen in staat om vanaf dag één mee te doen aan onze samenleving. We maken taal, onderwijs en werk vanaf dag één mogelijk. D66 wil dat kansrijke asielzoekers verplicht Nederlands leren, mogen werken en de kans krijgen om een opleiding te volgen die aansluit bij de ervaring die mensen eerder hebben opgedaan.”
D66 stelt expliciet dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn, ongeacht afkomst, geloof of achtergrond, en verzet zich tegen elke vorm van uitsluiting of druk tot assimilatie. De partij benadrukt het belang van inclusie, diversiteit en het actief bestrijden van discriminatie als kern van haar visie op samenleven.
“Vrijheid bestaat pas als écht als élke Nederlander meetelt, meedoet en zichzelf mag zijn – zonder uitzondering.”
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 ziet culturele diversiteit als een verrijking en streeft naar een toegankelijke en diverse culturele sector, zonder druk tot assimilatie in één dominante cultuur. Kunst, cultuur en taal worden ingezet als verbindende factoren, niet als instrumenten voor assimilatie.
GroenLinks-PvdA verwerpt cultuurasimilatie als doel en kiest expliciet voor een inclusieve benadering: nieuwkomers worden gestimuleerd om de Nederlandse taal te leren en kennis te maken met de cultuur, maar behoud van eigen achtergrond en diversiteit staat centraal. De partij zet in op snelle integratie via taalonderwijs, ontmoeting en participatie, en benadrukt het belang van wederzijds begrip tussen nieuwkomers en de ontvangende samenleving. Assimilatie als eenzijdige aanpassing aan de dominante cultuur wordt niet nagestreefd; in plaats daarvan ligt de focus op inclusiviteit en wederzijdse kennismaking.
GroenLinks-PvdA wil dat nieuwkomers snel deelnemen aan de samenleving, vooral door taalonderwijs en ontmoeting, maar zonder verplichte cultuurasimilatie. Het doel is wederzijds begrip en participatie, niet het opgeven van de eigen cultuur. De partij ziet integratie als tweerichtingsverkeer en benadrukt inclusiviteit.
“We stimuleren daarnaast dat nieuwkomers en lokale bewoners elkaars achtergrond en gewoonten leren kennen.”
“Mensen moeten al tijdens hun asielprocedure kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving.”
“We investeren in zinvolle dagbesteding en zelfontplooiing door snellere toegang tot taalonderwijs.”
De partij wil dat nieuwkomers actief in aanraking komen met Nederlandse kunst en cultuur, maar zonder dwang tot assimilatie. Het beleid is gericht op kennismaking en participatie, niet op het vervangen van de eigen culturele identiteit.
“Musea, podia en andere cultuurinstellingen worden in staat gesteld om actief en gericht specifieke groepen te laten kennismaken met kunst en cultuur, zoals jongeren, ouderen en nieuwkomers.”
“We willen alle mensen, alle inkomensgroepen, alle leeftijden en alle levensovertuigingen bereiken. Wij voeren actief beleid om diversiteit binnen culturele instellingen en organisaties te bevorderen...”
Hoewel GroenLinks-PvdA ruimte biedt voor diversiteit, stelt de partij grenzen waar onderwijs indruist tegen Nederlandse waarden en normen. Dit is geen pleidooi voor cultuurasimilatie, maar wel voor het bewaken van fundamentele normen.
“Helaas zijn er te veel voorbeelden van weekendscholen waar les wordt gegeven op een manier die indruist tegen Nederlandse waarden en normen. Waar dit gebeurt pakken we dit aan.”
De SP verwerpt cultuurasimilatie als doel op zich, maar legt nadruk op gedeelde normen, waarden en taal als basis voor integratie. De partij wil dat nieuwkomers vanaf dag één Nederlands leren en dat integratie een kerntaak van de overheid wordt, met aandacht voor sociale samenhang en het bestrijden van segregatie, zonder culturele diversiteit te onderdrukken.
De SP ziet het beheersen van de Nederlandse taal als essentieel om verschillen te overbruggen en volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Taalonderwijs moet vanaf dag één verplicht zijn voor alle nieuwkomers, ongeacht hun achtergrond, en de overheid moet hierin een actieve rol spelen.
“Om verschillen te overbruggen, je buren te leren kennen of om elkaar aan te spreken, moet je dezelfde taal spreken. De overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat mensen die hier komen wonen vanaf dag één Nederlands leren.”
“Daarom is het belangrijk dat iedereen die naar Nederland komt en hier komt wonen, ongeacht of je vluchteling, expat, arbeids, kennis of studiemigrant bent, vanaf dag één de taal leert.”
“De overheid is verantwoordelijk voor het bieden van goede taallessen aan vluchtelingen. Bedrijven en kennisinstellingen dragen de zorg voor taallessen voor arbeids en kennismigranten die zij hier zelf naartoe halen. Iedereen moet toewerken naar taalniveau B1.”
De SP benadrukt het belang van gedeelde vrijheden, grondrechten en plichten als basis voor integratie, maar zonder het opleggen van cultuurasimilatie of het onderdrukken van culturele diversiteit. Specifiek beleid richt zich op het aanpakken van problemen als eergerelateerd geweld en genitale verminking, niet op het uitwissen van culturele identiteit.
“Naast taal moet er bij de inburgering aandacht zijn voor de vrijheden en de grondwettelijke rechten en plichten die we in ons land kennen. Specifiek beleid komt er voor mensen met een grote afstand tot onze samenleving, zodat problemen als taal en werkloosheid, maar ook eergerelateerd geweld en genitale verminking, beter kunnen worden aangepakt.”
De SP wil segregatie tegengaan door gemengde scholen en buurten te bevorderen, zodat mensen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten en samenleven. Dit is gericht op sociale samenhang, niet op het dwingen tot culturele assimilatie.
“We bestrijden de tweedeling en segregatie op school en in de buurt, bijvoorbeeld door woningen te bouwen in verschillende prijsklassen. In rijkere gemeenten en buurten wordt ook voldoende ruimte gemaakt voor de huisvesting van nieuwkomers.”
De SP vindt dat cultuur divers, kritisch en verbindend moet zijn, en dat ook nieuwkomers volwaardig moeten kunnen deelnemen aan het culturele leven, zonder uitsluiting of assimilatie-eis.
“Cultuur moet divers, kritisch en verbindend zijn. We steunen zowel vernieuwende makers als traditionele kunstvormen. Uitsluiting en discriminatie in de sector bestrijden we en we zorgen ervoor dat ook jongeren, nieuwkomers en mensen met een beperking mee kunnen doen.”
Volt verwerpt cultuurasimilatie als uitgangspunt en kiest expliciet voor een inclusieve samenleving waarin ruimte is voor culturele diversiteit, wederzijds begrip en het behoud van eigen identiteit. Hun beleid richt zich op het bestrijden van discriminatie, het bevorderen van inclusieve cultuureducatie en het ondersteunen van zowel lokale als minderheidsculturen, zonder assimilatie te eisen van nieuwkomers of minderheden. Volt ziet culturele uitwisseling en participatie als verrijking, niet als een verplichting tot aanpassing aan een dominante cultuur.
Volt benadrukt dat samenleven betekent investeren in wat mensen verbindt, met respect voor ieders achtergrond, en verzet zich tegen het idee dat nieuwkomers of minderheden zich volledig moeten aanpassen aan een dominante cultuur. Het beleid is gericht op het bestrijden van discriminatie en het creëren van een samenleving waarin iedereen zich thuis kan voelen, ongeacht afkomst.
Volt kiest expliciet voor het koesteren en ondersteunen van lokale, regionale en minderheidsculturen, en ziet culturele diversiteit als een waarde die behouden moet blijven binnen de samenleving. Dit staat haaks op cultuurasimilatie, omdat Volt juist ruimte biedt aan verschillende culturele identiteiten.
“We koesteren plaatselijke/regionale gebruiken, sporten of ambachten en ondersteunen behoud en verspreiding van kennis hierover. We ondersteunen (culturele) uitingen, zoals bijvoorbeeld toneel en locatietheater, in het Fries en in minderheidstalen en dialecten. Hiermee geven we invulling aan ons streven naar behoud van eigen identiteit, tradities en diversiteit binnen de Europese context.”
Volt pleit voor een inclusief, niet-Eurocentrisch perspectief in het onderwijs, waarbij ruimte is voor verschillende geschiedenissen en culturen. Dit beleid is expliciet anti-assimilatiorisch, omdat het niet de dominante cultuur centraal stelt, maar juist diversiteit en meervoudigheid erkent.
“De koloniale geschiedenis en het slavernijverleden worden herschreven en verankerd in het geschiedenisonderwijs vanuit een inclusief, niet-Eurocentrisch perspectief.”
Volt stelt dat nieuwkomers recht hebben op deelname aan de samenleving en ondersteunt hun participatie, maar zonder assimilatie te eisen. De nadruk ligt op het benutten van talenten en het vergroten van integratiemogelijkheden op basis van bestaande sociale netwerken en taalvaardigheid, niet op het opgeven van de eigen cultuur.
“Wij geloven dat alle nieuwkomers het recht toekomt om op een zinvolle manier deel te nemen aan de samenleving. Nederland kan hun vaardigheden, talenten, ervaringen en ideeën inzetten en hen zo in staat stellen een onafhankelijk leven op te bouwen en een bijdrage te leveren aan onze samenleving.”
“Mensen moeten zelf kunnen kiezen in welk land binnen de EU zij hervestigd worden, waarbij er rekening gehouden wordt met betekenisvolle banden met Europese landen en behoeften, zoals bestaande sociale netwerken, taalvaardigheid of medische conditie. Zo worden ook integratiemogelijkheden vergroot.”
FVD pleit voor het actief beschermen en versterken van de Nederlandse cultuur en identiteit door immigratie sterk te beperken, remigratie te stimuleren en alleen migranten toe te laten die cultureel compatibel zijn. Zij wijzen cultuurasimilatie niet expliciet als beleid af of toe, maar hun voorstellen zijn gericht op het minimaliseren van culturele diversiteit en het behouden van een homogene Nederlandse samenleving. Concrete maatregelen zijn een naturalisatiestop, een GreenCard-systeem voor alleen cultureel compatibele arbeidsmigranten, en het stimuleren van remigratie voor wie niet integreert.
FVD wil alleen migranten toelaten die passen bij de Nederlandse cultuur en expliciet cultureel compatibel zijn, om zo cultuurasimilatie te voorkomen en de Nederlandse identiteit te beschermen. Dit wordt gekoppeld aan een streng GreenCard-systeem en het afschaffen van permanente verblijfsvergunningen.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
FVD ziet het gebrek aan integratie en cultuurasimilatie als een probleem en wil daarom remigratie actief stimuleren, met financiële prikkels en begeleiding, voor migranten en hun nakomelingen die niet aarden in Nederland.
“We bieden migranten en hun kinderen en kleinkinderen remigratiebeurzen en begeleiding door coaches aan, zodat terugkeer naar hun landen van herkomst haalbaar en aantrekkelijk wordt.”
FVD wil de Nederlandse cultuur en identiteit actief beschermen en versterken, onder meer door het beperken van immigratie, het centraal stellen van Nederlandse waarden, en het uitdragen van nationale tradities in onderwijs en cultuurbeleid.
“Onze cultuur en identiteit moeten we behouden en versterken. Daarom stoppen we met asielopvang in Nederland, investeren we in opvang in de regio en stellen illegaal verblijf strafbaar.”
“Het is tijd om het roer radicaal om te gooien: Nederland moet weer baas in eigen huis worden, met een migratiebeleid dat gericht is op bescherming van onze cultuur, welvaart en veiligheid.”
50PLUS koppelt cultuurasimilatie primair aan het beheersen van de Nederlandse taal als voorwaarde voor het verkrijgen van het Nederlanderschap. Daarnaast benadrukt de partij het belang van het Nederlands als voertaal in het hoger onderwijs. Concrete voorstellen richten zich op taalbeheersing en het beperken van Engelstalig onderwijs, maar er is geen breed uitgewerkt beleid rond bredere culturele assimilatie.
50PLUS stelt dat het beheersen van de Nederlandse taal een noodzakelijke voorwaarde is om Nederlander te worden. Hiermee wil de partij waarborgen dat nieuwkomers zich kunnen aanpassen aan de Nederlandse samenleving en actief kunnen deelnemen. Dit standpunt adresseert cultuurasimilatie direct door taal als kernvoorwaarde te stellen voor integratie en burgerschap.
“Voorwaarde om Nederlander te worden is dat men de Nederlandse taal beheerst.”
De partij wil dat hoger en universitair onderwijs in principe in het Nederlands wordt aangeboden, met slechts beperkte uitzonderingen. Dit voorstel is bedoeld om de positie van de Nederlandse taal te beschermen en te voorkomen dat Engelstalig onderwijs de integratie van buitenlandse studenten belemmert. Het raakt cultuurasimilatie doordat het de verwachting uitspreekt dat ook hoger opgeleiden zich cultureel en taalkundig aanpassen.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”