De Partij voor de Dieren noemt het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma. Wel pleit de partij voor een strengere aanpak van landbouwgif, met als doel het gebruik ervan volledig te verbieden en de volksgezondheid en biodiversiteit te beschermen. De belangrijkste voorstellen zijn het invoeren van een giftaks, het verbieden van landbouwgif in de buurt van mensen en natuur, en het stimuleren van biologische alternatieven.
De PvdD wil het gebruik van landbouwgif zo snel mogelijk beëindigen vanwege de schadelijke effecten op mens, dier en natuur. Totdat een totaalverbod is gerealiseerd, worden strenge beperkingen en financiële prikkels ingezet om het gebruik te ontmoedigen en boeren te ondersteunen bij de omschakeling naar duurzame alternatieven. Dit raakt direct aan het werkterrein van het Ctgb, dat verantwoordelijk is voor de toelating van dergelijke middelen.
“Totdat landbouwgif verboden is, komt er een giftaks: hoe groter de bijkomende schade door het gif is, hoe hoger de taks. De opbrengsten daarvan worden gebruikt om boeren te ondersteunen in de overgang naar duurzame, biologische praktijken en om biologisch voedsel toegankelijk te maken voor mensen.”
“Totdat het gebruik van landbouwgif is gestopt, wordt het direct verboden in de buurt van woningen en scholen (minstens 500 meter afstand), openbare wegen, fiets- en wandelpaden en plekken waar mensen werken, kinderen spelen, dieren verblijven en natuurgebieden aanwezig zijn.”
“Er komt een verbod op het gebruik van landbouwgif op weilanden.”
De partij wil de omschakeling naar biologische teelt versnellen door financiële prikkels en het beëindigen van gangbare, op gif gebaseerde sierteelt. Hiermee wordt het gebruik van middelen die door het Ctgb worden toegelaten actief ontmoedigd.
“We stimuleren biologische bloementeelt. We schrappen de verlaagde BTW op sierteelt. Daarmee gaat de BTW op niet biologische bloemen en (tuin)planten van 9 naar 21%. De extra opbrengsten kunnen we gebruiken voor het stimuleren van biologische bloementeelt.”
“Vanwege de grote hoeveelheid energie, kunstmest en landbouwgif die nodig is voor een bosje bloemen, beëindigen we de gangbare sierteelt.”
Het CDA vertrouwt op de wetenschappelijke en onafhankelijke beoordelingen van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb en wil hun analyses en methoden respecteren. Ze pleiten voor sneller toelaten van goed geteste biologische middelen, meer ruimte voor geïntegreerde gewasbescherming en het verminderen van afhankelijkheid van chemische middelen. De partij ziet het Ctgb als een essentieel, onafhankelijk instituut voor de borging van voedselveiligheid en een gezonde leefomgeving.
Het CDA benadrukt het belang van het Ctgb als onafhankelijke, wetenschappelijke beoordelaar van gewasbeschermingsmiddelen. Ze willen dat het beleid en de toelating van middelen gebaseerd blijft op deze analyses, die verankerd zijn in Europese en nationale wetgeving. Dit standpunt adresseert de maatschappelijke zorgen over voedselveiligheid en milieu, en positioneert het Ctgb als onmisbare autoriteit in het toelatingsproces.
“We vertrouwen op de wetenschappelijke en onafhankelijke beoordelingen van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb en respecteren hun analyses en methoden, die zijn verankerd in Europese en nationale wetgeving.”
Het CDA wil innovatie stimuleren door sneller goed geteste biologische beschermingsmiddelen toe te laten en de afhankelijkheid van chemische middelen te verminderen. Dit sluit aan bij hun streven naar een gezondere leefomgeving en duurzamere landbouw, waarbij het Ctgb een rol speelt in de beoordeling en toelating van deze alternatieven.
De SGP vindt dat het toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen, waar het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) een centrale rol in speelt, te streng en te traag is. De partij wil dat het Europese toelatingsbeleid wordt hervormd, met meer aandacht voor praktische risico’s, alternatieven en de gevolgen voor geïntegreerde gewasbescherming. Ook pleit de SGP voor snellere en eenvoudigere procedures voor groene middelen en ruimere vrijstellingen bij acute teeltproblemen.
De SGP vindt dat het huidige Europese toelatingsbeleid te veel uitgaat van theoretische gevaren en te weinig van de praktijk, waardoor boeren onvoldoende middelen hebben voor effectieve gewasbescherming. De partij wil dat bij de beoordeling van middelen meer rekening wordt gehouden met alternatieven en de gevolgen voor geïntegreerde gewasbescherming en teelten. Dit raakt direct aan de rol van het Ctgb, dat deze toelatingen uitvoert.
“Het Europese toelatingsbeleid gaat wat de SGP betreft op de schop. Brussel moet niet kijken naar het potentiële gevaar van een werkzame stof, maar naar de risico’s in de praktijk. Bij de beoordeling van werkzame stoffen en middelen wordt beter rekening gehouden met beschikbare alternatieven en de gevolgen voor geïntegreerde gewasbescherming en teelten.”
De SGP wil dat de toelatingsprocedure voor groene gewasbeschermingsmiddelen wordt versneld en vereenvoudigd. Dit moet innovatie en verduurzaming in de landbouw stimuleren en boeren sneller toegang geven tot milieuvriendelijkere alternatieven.
“De toelatingsprocedure voor groene gewasbeschermingsmiddelen wordt versneld en vereenvoudigd.”
De SGP pleit ervoor dat Nederland, net als omringende landen, sneller vrijstellingen of ontheffingen verleent als teelten in gevaar komen door het ontbreken van toegelaten middelen. Dit moet voorkomen dat oogsten mislukken door een te rigide toelatingspraktijk.
“Nederland verleent net als in omringende landen eerder een vrijstelling of ontheffing als teelten in gevaar komen.”
De ChristenUnie wil dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) strenger wordt afgestemd op normen voor natuur, water en volksgezondheid. Ze pleiten voor een sterke reductie van chemische middelen, snellere toelating van groene alternatieven en een gericht verbod op glyfosaat voor grasland en groenbemesters.
De ChristenUnie vindt dat het Ctgb bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen meer rekening moet houden met de impact op natuur, water en volksgezondheid. Dit moet leiden tot minder gebruik van chemische middelen, snellere beschikbaarheid van groene alternatieven en een verbod op bepaalde schadelijke stoffen. Het doel is om landbouw en natuur beter in balans te brengen en de volksgezondheid te beschermen.
“De toelating van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb wordt in lijn gebracht met kwaliteitsnormen voor de natuur, water en volksgezondheid. We willen een gericht verbod op het gebruik van glyfosaat voor grasland en groenbemesters.”
“We zetten in op fors minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en stellen daarom met de sector een reductiedoel op. Groene middelen moeten sneller beschikbaar komen.”
FVD noemt het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar hun standpunt over gewasbeschermingsmiddelen raakt direct aan het werkterrein van het Ctgb. FVD wil dat reeds goedgekeurde gewasbeschermingsmiddelen goedgekeurd blijven en pleit voor een gelijk speelveld voor Nederlandse boeren ten opzichte van het buitenland. Concrete voorstellen over het Ctgb zelf ontbreken.
FVD wil dat gewasbeschermingsmiddelen die al zijn goedgekeurd, hun toelating behouden, zodat Nederlandse boeren concurrerend blijven. Dit standpunt raakt direct aan het werk van het Ctgb, dat verantwoordelijk is voor de toelating van deze middelen. FVD adresseert hiermee het probleem van strengere nationale regelgeving ten opzichte van het buitenland.
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) die reeds zijn goedgekeurd, blijven goedgekeurd, zodat Nederlandse boeren competitief blijven.”
FVD wil dat Nederlandse boeren dezelfde middelen mogen gebruiken als buitenlandse producenten die op de Nederlandse markt leveren. Dit standpunt is relevant voor het Ctgb, omdat het pleit voor harmonisatie van toelatingen en regelgeving.
“Wanneer buitenlandse producten met bepaalde gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten op onze markt, moeten Nederlandse boeren die middelen ook kunnen gebruiken.”
BBB stelt het oordeel van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) centraal bij het beleid rond gewasbeschermingsmiddelen. Zij vinden dat het wetenschappelijke oordeel van het Ctgb leidend moet zijn, boven dat van andere instanties, en willen dat handhaving bij slechte naleving wordt verbeterd.
BBB vindt dat het wetenschappelijke oordeel van het Ctgb doorslaggevend moet zijn bij de toelating en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Hiermee wil de partij voorkomen dat andere instanties met minder wetenschappelijke onderbouwing het beleid bepalen. Slechte naleving of handhaafbaarheid moet door de NVWA worden aangepakt met een verbeterplan.
“We houden oog voor wat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) als wetenschappelijke instantie zegt. Het oordeel van de Ctgb is leidend boven dat van instanties als de NVWA. Bij slechte naleving of slechte handhaafbaarheid moet NVWA zorgen voor een plan om dat te verbeteren.”
BVNL noemt het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) in haar verkiezingsprogramma uitsluitend in de context van landbouwbeleid. De partij benadrukt het belang van het Ctgb als onafhankelijke instantie voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en verzet zich tegen aanvullende nationale beperkingen bovenop de besluiten van het Ctgb. BVNL wil dat boeren kunnen vertrouwen op de toelatingen van het Ctgb zonder extra Nederlandse regelgeving.
BVNL vindt dat het Ctgb als onafhankelijke instantie moet bepalen welke gewasbeschermingsmiddelen zijn toegestaan, en dat Nederland geen strengere regels moet opleggen dan het Ctgb voorschrijft. De partij ziet aanvullende nationale beperkingen als onnodig en belemmerend voor de landbouwsector.
“Het Ctgb is de onafhankelijke instantie die bepaalt welke gewasbeschermingsmiddelen zijn toegestaan. BVNL is tegen aanvullende nationale beperkingen bovenop de besluiten van het Ctgb.”
JA21 wil dat het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) extra middelen krijgt om de beoordelingscapaciteit te vergroten, zodat nieuwe gewasbeschermingsmiddelen sneller kunnen worden toegelaten. Hiermee beoogt JA21 innovatie in de landbouw te stimuleren en boeren sneller toegang te geven tot moderne middelen.
JA21 ziet het trage toelatingsproces van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen als een belemmering voor innovatie en concurrentiekracht in de landbouw. Door het Ctgb extra middelen te geven, wil de partij zorgen dat boeren sneller kunnen beschikken over nieuwe, veilige middelen, wat bijdraagt aan voedselzekerheid en technologische vooruitgang.
“Extra middelen voor de beoordelingscapaciteit bij het Ctgb, zodat nieuwe gewasbeschermingsmiddelen sneller kunnen worden toegelaten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma