De Partij voor de Dieren (PvdD) wil Nederland zo snel mogelijk omvormen tot een volledig circulaire economie, waarin grondstoffen worden hergebruikt en afval wordt geminimaliseerd. Ze stellen concrete doelen zoals 50% circulariteit in 2030, het invoeren van een grondstoffenplafond, het stimuleren van reparatie en hergebruik, en het belasten van lineaire producten. De partij koppelt circulaire economie direct aan het oplossen van de klimaatcrisis, het verminderen van afhankelijkheid van andere landen en het bevorderen van lokale, duurzame productie.
PvdD streeft naar een snelle transitie naar een circulaire economie, met duidelijke doelen en wettelijke kaders. Ze zien circulariteit als essentieel voor klimaatbeleid, het tegengaan van afval en het verminderen van geopolitieke afhankelijkheden.
“Nederland werkt zo snel mogelijk toe naar een volledig circulaire economie en is in 2030 minimaal 50% circulair.”
“Een circulaire economie is essentieel voor het oplossen van de klimaatcrisis, het stoppen van biodiversiteitsverlies en het verkleinen van geopolitieke afhankelijkheden.”
De partij wil een nationaal grondstoffenplafond invoeren, zodat beleid en productie binnen ecologische grenzen blijven. Dit wordt ondersteund door afdwingbare doelstellingen om consumptie en productie te verminderen.
“In de Rijksbegroting komt naast de uitgavenplafonds ook een grondstoffenplafond. De overheid mag alleen beleid en plannen uitvoeren als dat binnen het grondstoffenplafond past. Er komt een nationaal plan met afdwingbare doelstellingen om het aantal spullen dat we produceren en consumeren omlaag te brengen.”
Om circulaire producten aantrekkelijker te maken, wil PvdD een circulariteitsbijdrage op niet-circulaire producten en belastingvoordelen voor hergebruik en recycling.
“Er komt een circulariteitsbijdrage op alle lineaire producten (producten waar geen circulair systeem voor is). Zo kunnen reparatie en circulaire producten goedkoper worden.”
“Door de belasting aan te passen maken we gerecyclede grondstoffen goedkoper dan grondstoffen die voor het eerst gewonnen zijn.”
De partij wil dat industrie en bouw verplicht materialenpaspoorten gebruiken en een verplicht aandeel recyclaat in producten, te beginnen bij textiel.
PvdD wil reparatie, refurbishment en tweedehands markten stimuleren door fiscale maatregelen en ondersteuning van kringloopbedrijven.
“De dubbele btw op producten die voor hergebruik en refurbishment opnieuw op de markt worden gezet, wordt geschrapt. De overheid stimuleert de tweedehands markt, ruil- en deelplatformen en reparatiediensten.”
“Kringloopwinkels worden extra ondersteund. Alle milieustraten werken samen met kringloopbedrijven om zoveel mogelijk complete producten te hergebruiken in plaats van de materialen te recyclen.”
De overheid moet circulaire ondernemers ondersteunen door circulariteit als harde eis te stellen bij aanbestedingen.
“Circulariteit wordt een randvoorwaarde in het aanbestedingsbeleid van de overheid. Dit ondersteunt Nederlandse circulaire ondernemers.”
Om de circulaire economie te bevorderen, wil de partij de export van afval stoppen en een verbod op het verbranden van recyclebare materialen invoeren.
PvdD wil dat het onderwijs meer aandacht besteedt aan circulair productontwerp en reparatietechnieken, zodat circulaire ambachten behouden blijven.
“In het onderwijs wordt dit ondersteund door in lessen extra aandacht te besteden aan herontwerp van producten naar circulaire producten en door les te geven in reparatietechnieken.”
“Het onderwijs moet beter aansluiten op toekomstige behoeften, waardoor mensen worden opgeleid voor een toekomstbestendige en duurzame arbeidsmarkt. Hierdoor gaan circulaire ambachten die juist heel hard nodig zijn, zoals reparatie of houtbewerking, niet verloren door vergrijzing.”
Volt ziet de circulaire economie als essentieel voor een duurzame toekomst en wil deze versnellen met concrete maatregelen zoals subsidies voor circulaire koplopers, een verbod op vernietiging van ongebruikte producten, uitbreiding van het recht op reparatie, en vereenvoudiging van afvalwetgeving. De partij kiest voor een gelijk speelveld voor duurzame productie, stimuleert hergebruik en recycling, en wil dat circulaire producten de norm worden. Volt koppelt deze visie aan strengere prijsstelling op milieu-impact en Europese samenwerking voor circulaire innovatie.
Volt wil circulaire bedrijven ondersteunen met subsidies om het prijsverschil met vervuilende alternatieven te overbruggen. Zo krijgen duurzame productieprocessen een eerlijke kans om op te schalen en wordt een gelijk speelveld gecreëerd.
“We creëren gelijke kansen voor circulaire koplopers met een subsidie van Stimulering Circulaire Economie (SCE) voor de onrendabele top van duurzame productieprocessen, naar voorbeeld van de SDE(++). Deze subsidie overbrugt het prijsverschil tussen circulaire en vervuilende alternatieven, zoals gerecycled plastic versus virgin plastic, in een economie die nu nog gericht is op lineaire productie.”
Volt wil verspilling tegengaan door producenten te verbieden ongebruikte producten te vernietigen of te dumpen, met name gericht op fast fashion en elektronica.
“Er komt een verbod voor producenten om ongebruikte producten, zoals kleding en elektronica, te vernietigen of te dumpen. Op deze manier zorgen we ervoor dat bijvoorbeeld fast fashion langzaam maar zeker tot het verleden behoort.”
Volt wil reparatie de norm maken door het recht op reparatie uit te breiden, een landelijk reparatiefonds op te richten en hergebruik te stimuleren via infrastructuur en vouchers.
“We breiden het recht op reparatie fors uit en we maken van reparatie de norm, in plaats van de uitzondering. We zetten in op een Landelijk Reparatiefonds. Zo wordt reparatie weer aantrekkelijk voor consumenten én rendabel voor ondernemers.”
“Het fonds stimuleert niet alleen duurzame consumptie, maar ook vakmanschap en lokale werkgelegenheid in de circulaire economie.”
Volt wil op Europees niveau duidelijke categorieën voor recyclebare stoffen en een versimpeling van afvalwetgeving, zodat afval makkelijker als grondstof kan worden ingezet.
“We willen toe naar goed recyclebare producten. Dat betekent dat we op Europees niveau willen werken aan het definiëren van categorieën voor recyclebare stoffen. Op producten die in de EU verkocht worden moet te zien zijn uit welke categorieën recyclebare stoffen ze bestaan en hoe deze categorieën moeten worden gescheiden aan het einde van de levenscyclus van een product.”
“De huidige afvalwetgeving is te complex en maakt het verwerken van afval tot producten onnodig moeilijk. We pleiten voor versimpeling van deze wetgeving zodat afval een grondstof wordt, bijvoorbeeld door Europees geldende grondstofverklaringen.”
Volt wil dat de milieu- en sociale impact van producten zwaarder wordt meegewogen in de prijs, zodat duurzame producten aantrekkelijker worden voor consumenten.
“We rekenen de milieu- en sociale impact van producten strenger mee in de prijzen van producten. Zo verleiden we consumenten duurzame producten te kopen en stimuleren we bedrijven om hun producten duurzamer te maken. Met de opbrengsten hiervan maken we duurzame producten goedkoper.”
Volt ziet circulaire landbouw als belangrijk voor zowel voedselvoorziening als de bouw- en industriesector, met nadruk op efficiënte verwerking van gewassen en reststromen.
“De circulaire landbouw wordt naast voedselvoorziening, ook belangrijk voor de bouw- en industriesector. We moeten toewerken naar een zo veel mogelijk natuurinclusieve en grondgebonden landbouwcyclus, waarin gewassen zo efficiënt mogelijk verwerkt worden in de keten.”
D66 wil dat Nederland in 2050 volledig circulair is en zet stevig in op het hergebruik van materialen en producten om grondstoffen te besparen en afval te verminderen. De partij stelt ambitieuze doelen, zoals het halveren van het gebruik van nieuwe grondstoffen in 2030, circulaire aanbestedingen door de overheid, producentenverantwoordelijkheid en digitale productpaspoorten. D66 ziet de circulaire economie als essentieel voor milieu, economie en innovatie, en koppelt hieraan concrete verplichtingen voor bedrijven en overheid.
D66 stelt duidelijke, meetbare doelen voor de circulaire economie: Nederland moet in 2050 volledig circulair zijn, met in 2030 al een halvering van het gebruik van nieuwe grondstoffen. Hiermee wil de partij verspilling tegengaan en het milieu beschermen.
“In 2050 is Nederland volledig circulair. In 2030 is het gebruik van nieuwe grondstoffen al gehalveerd.”
De overheid moet het goede voorbeeld geven door circulair in te kopen en aan te besteden, met concrete percentages en deadlines per sector. Dit moet innovatie stimuleren en sectoren gericht verduurzamen.
“In 2035 is minstens de helft van hun aanbestedingen circulair en in 2045 alles. We maken per sector circulaire doelen, zoals voor de bouw, textiel, plastics en metalen.”
D66 wil dat producenten verantwoordelijk blijven voor hun producten gedurende de hele levenscyclus, inclusief afvalbeheer en hergebruik. Producten krijgen een digitaal paspoort met informatie over herkomst, samenstelling en recyclebaarheid, om circulariteit te bevorderen en fast fashion tegen te gaan.
“Producenten blijven verantwoordelijk voor hun producten, van introductie en verkoop tot hergebruik of recycling aan het einde van de levensduur.”
“Elk product krijgt een digitaal paspoort met informatie over de herkomst en samenstelling van het product, en hoe het te recyclen is. Hiermee dringen we ook fast fashion terug.”
D66 wil dat Nederland vooroploopt in de schone maakindustrie, met focus op circulaire bouwmaterialen, groene chemie en biobased plastics. Dit moet innovatie, infrastructuur en een afzetmarkt voor circulaire producten versterken.
“D66 wil dat Nederland vooroploopt in de schone maakindustrie: van circulaire bouwmaterialen en groene chemie tot biobased plastics en groene waterstof.”
Om circulariteit te bevorderen, stelt D66 eisen aan hoe goed producten te repareren zijn en aan het afvalbeheer van producten die in Nederland verkocht worden.
“We zorgen dat producenten verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die ze in Nederland verkopen. Ook stellen we eisen aan hoe goed producten te repareren zijn.”
De SGP erkent het belang van een circulaire economie en wil deze stimuleren door concrete maatregelen zoals het bevorderen van hergebruik van materialen, het invoeren van heffingen op vervuilende producten, en het ondersteunen van circulaire bouw. De partij legt nadruk op het praktisch en werkbaar maken van regelgeving, met oog voor economische haalbaarheid en behoud van een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven. De SGP ziet circulaire economie vooral als een manier om grondstoffengebruik te verminderen en reststromen beter te benutten, zonder te vervallen in onrealistisch wensdenken.
De SGP wil circulaire economie bevorderen door financiële prikkels en regelgeving die hergebruik en recycling stimuleren, en vervuilende of niet-duurzame producten ontmoedigen. Dit moet leiden tot minder afval, meer hergebruik en een duurzamere productieketen.
“Er komt een heffing voor gebruik van plastic polymeren in producten die op onze markt komen. Dat stimuleert de toepassing van gerecycled plastic.”
“Goedkope ultra fast fashion worden uitgebannen door een fikse heffing op kledingstukken die maar kort meegaan.”
“Het Rijk ondersteunt en stimuleert de toepassing van de RestWaarde Index bij gebouwen, zodat circulaire bouw beter verankerd wordt in onder meer aanbestedingen.”
“Er komt onderzoek naar de mogelijkheid om de BTW op hergebruikte bouwmaterialen te verlagen.”
De SGP wil het eenvoudiger maken om afvalstoffen als grondstof te hergebruiken, mits dit veilig is. Dit verlaagt drempels voor circulaire initiatieven en bevordert een efficiënter gebruik van materialen.
“Herbruikbare afvalstoffen dienen eenvoudiger de ‘einde afval’ status te krijgen, mits aan het voorzorgsprincipe voldaan wordt dat de materialen geen schade aan de omgeving veroorzaken.”
De SGP ziet kringlooplandbouw als een belangrijk onderdeel van de circulaire economie, maar waarschuwt voor onrealistische verwachtingen. De focus ligt op vermindering van grondstoffengebruik en beter benutten van reststromen in de landbouw.
“Kringlopen is werken voor boer en milieu... Dat betekent werken aan minder grondstoffengebruik, minder verliezen naar het milieu en beter gebruik van reststromen, zonder onszelf te verliezen in niet reëel wensdenken.”
De SP wil de overgang maken van een wegwerpeconomie naar een circulaire economie waarin hergebruik, reparatie en recycling centraal staan. Ze pleiten voor strengere duurzaamheidseisen, het recht op reparatie, en het terugbrengen van afvalinzameling in publieke handen om verspilling en afhankelijkheid van grondstoffen te verminderen. De partij ziet een circulaire economie als essentieel voor een eerlijke, duurzame samenleving waarin mens en milieu voorop staan.
De SP wil af van de wegwerpeconomie door producten herbruikbaar, repareerbaar en duurzaam te maken. Ze willen verspilling tegengaan door hergebruik, reparatie en recycling tot de norm te maken, met als doel een sterke, onafhankelijke en eerlijke economie die minder afhankelijk is van buitenlandse grondstoffen.
“We stoppen met de wegwerpeconomie. Producten worden herbruikbaar, repareerbaar en duurzaam. We ontmoedigen vervuiling en stimuleren hergebruik. Recyclen wordt de norm, net als schonere technologieën en alternatieve energiedragers zoals waterstof.”
“We bouwen aan een economie die zuinig en slim omgaat met grondstoffen, zodat we sterk en onafhankelijk zijn. Door hergebruik, reparatie en recycling wordt verspilling verleden tijd. Zo creëren we een toekomst waarin iedereen profiteert van een eerlijke, duurzame en circulaire economie.”
“We willen onafhankelijk zijn van onvrije landen en buitenlandse bedrijven voor onze grondstoffen. Daarom verminderen we ons grondstoffengebruik en bouwen we een circulaire economie op. Hergebruik, reparatie en recycling worden de norm.”
De SP wil het recht op reparatie wettelijk vastleggen en strengere kwaliteitseisen invoeren, zodat producten langer meegaan en minder snel worden weggegooid. Dit moet bijdragen aan minder afval en meer hergebruik, zowel nationaal als op Europees niveau.
“We pleiten voor Europese regels die producten reparatievriendelijk en duurzaam maken, met strengere kwaliteitseisen en een recht op reparatie in alle lidstaten zodat we niet tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden.”
“Iedereen moet producten kunnen laten repareren in plaats van weggooien. We voeren het right to repair in, zodat fabrikanten verplicht reserveonderdelen en reparatieinstructies beschikbaar stellen.”
De SP wil afvalinzameling en -verwerking weer onder publieke regie brengen, omdat marktwerking volgens hen leidt tot verkeerde prikkels en meer verspilling. Door deze taken te nationaliseren, willen ze maatschappelijke doelen boven winst stellen en zo bijdragen aan een circulaire economie.
“Afvalinzameling en verwerking is een maatschappelijke taak, die wat ons betreft niet overgelaten kan worden aan de markt. Door deze taak te privatiseren zijn er te veel negatieve financiële prikkels voor bedrijven om winst boven hun maatschappelijke taken te stellen met veel negatieve gevolgen van dien. Afvalverwerking en inzameling worden weer onderdeel van de publieke sector.”
De VVD ziet de circulaire economie als een middel om uitstoot te verminderen, grondstoffen te besparen en geopolitieke afhankelijkheid te verkleinen, met duidelijke doelen voor 2030 en 2050. Ze willen onnodige regels schrappen, innovatie stimuleren, en ondernemers ondersteunen met onder andere mogelijke btw-verlaging op tweedehands producten en reparaties. De overheid moet actief knelpunten wegnemen en circulaire initiatieven zoals biobased bouwen en recht op reparatie stimuleren.
De VVD wil dat Nederland in Europees verband vooroploopt met circulariteit, langere levensduur van producten, hergebruik en innovatie, om zo uitstoot te verminderen en minder afhankelijk te zijn van schaarse grondstoffen. Concrete doelen zijn 50% circulariteit in 2030 en 100% in 2050. De overheid moet investeren in circulaire technologie, onnodige regels schrappen en samen met ondernemers praktische knelpunten oplossen.
“We streven naar 50% circulariteit in 2030 en 100% circulariteit in 2050. We willen daarom onnodige regels schrappen, we blijven investeringen in circulaire technologie en innovatie stimuleren, en samen met ondernemers nemen we praktische knelpunten weg.”
“Circulariteit is geen doel op zichzelf, maar een middel om uitstoot te verminderen, uitputting van de aarde te voorkomen en om geopolitieke afhankelijkheid voor schaarse grondstoffen te beperken. Een schone economie is een circulaire economie.”
De overheid moet actief circulaire initiatieven stimuleren, zoals biobased bouwen, circulair slopen, duurzaam design en recht op reparatie. Daarnaast onderzoekt de VVD een btw-verlaging op tweedehands producten en reparaties om de circulaire economie te bevorderen, en wil ze kritische grondstoffen terugwinnen uit afvalstromen.
“De overheid vervult een actieve rol, bijvoorbeeld door het stimuleren van biobased bouwen, circulair slopen, duurzaam design en het vormgeven van ‘recht op reparatie’.”
“Om mkb-ondernemers te ondersteunen en de circulaire economie te stimuleren, onderzoeken we of we de btw op tweedehands consumentenproducten en reparaties kunnen verlagen.”
“Ook gaan we kritische grondstoffen terugwinnen uit afvalstromen en schoon water uit afvalwater.”
De VVD wil dat de overheid in haar aanbestedingen vaker voorwaarden stelt die de overgang naar een circulaire economie stimuleren, zodat Nederlandse bedrijven hierop kunnen inspelen en belangrijke transities worden versneld.
“We willen echter dat de overheid voortaan in haar aanbestedingsbeleid vaker voorwaarden stelt waaraan Nederlandse bedrijven kunnen voldoen en belangrijke transities een zetje geeft, zoals de overgang naar een circulaire economie.”
BVNL noemt het begrip "circulaire economie" nauwelijks en heeft geen expliciet beleid gericht op het stimuleren van een circulaire economie. Hun economische visie is sterk gericht op deregulering, het verminderen van overheidsbemoeienis en het stimuleren van ondernemersvrijheid, waarbij kringloopprincipes slechts zijdelings worden genoemd in relatie tot landbouw. Concrete voorstellen voor circulaire economie ontbreken vrijwel volledig.
BVNL positioneert zich niet als voorstander van circulaire economiebeleid en noemt het begrip niet in haar programma. De partij richt zich op het verminderen van regels, het afschaffen van subsidies en het stimuleren van een vrije markteconomie, zonder aandacht voor circulaire principes als hergebruik, afvalreductie of grondstoffenkringlopen. Alleen in de landbouw wordt het begrip "kringloop" kort genoemd, maar zonder bredere beleidsvoorstellen.
“Natuurlijke mest is nodig voor de groei van gewassen en in de agrarische sector cruciaal voor de kringloop.”
BVNL verzet zich tegen overheidsmaatregelen die gedragsverandering of verduurzaming via belastingen of subsidies afdwingen. Dit betekent dat instrumenten die vaak worden ingezet om circulaire economie te stimuleren, zoals milieubelastingen of subsidies voor circulaire innovaties, door BVNL worden afgewezen.
De partij ziet ondernemers en bedrijven als de motor van de economie en wil vooral ruimte geven aan innovatie en ondernemerschap, zonder extra regels of circulaire verplichtingen. Er is geen aandacht voor circulaire businessmodellen of stimulering van hergebruik en recycling.
Het CDA ziet de circulaire economie als essentieel voor een duurzame en toekomstbestendige economie, waarbij het verminderen van grondstoffengebruik en het stimuleren van circulaire productie centraal staan. De partij wil de vraag naar circulaire producten stimuleren via Europese normering, het Nationaal Programma Circulaire Economie versnellen, en circulaire criteria opnemen in het overheidsaanbestedingsbeleid. Ook worden financiële instrumenten en investeringen gericht op de circulaire economie toegankelijker gemaakt.
Het CDA wil de transitie naar een circulaire economie versnellen door de vraag naar circulaire producten te stimuleren, vooral via Europese productnormering. Dit moet zorgen voor een gelijk speelveld en voldoende duurzame grondstoffen.
“We stimuleren de vraag naar duurzame producten, zowel low-carbon als circulair, via Europese productnormering, in lijn met de Clean Industrial Deal. Tegelijkertijd maakt Nederland werk van voldoende beschikbaarheid van alternatieve, duurzame grondstoffen om in deze vraag te kunnen voorzien.”
Het CDA erkent het belang van een nationale aanpak en wil het bestaande programma voor de circulaire economie versnellen om sneller resultaten te boeken.
“We versnellen het Nationaal Programma Circulaire Economie.”
De overheid moet volgens het CDA het goede voorbeeld geven door bij aanbestedingen rekening te houden met circulariteit, duurzaamheid en klimaatafdruk van producten.
“In het overheidsaanbestedingbeleid wordt rekening gehouden met de duurzaamheid, circulariteit en klimaatafdruk van producten.”
“De overheid heeft een voorbeeldfunctie als aanbesteder en investeerder. In het overheidsaanbestedingbeleid wordt rekening gehouden met de duurzaamheid, circulariteit en klimaatafdruk van producten.”
Het CDA wil dat financiële instrumenten, zoals exportkredietverzekeringen en maatwerksubsidies, beter beschikbaar komen voor circulaire economie, met speciale aandacht voor duurzame groei van de industrie.
“Financiële instrumenten zoals exportkredietverzekeringen, maatwerksubsidies voor duurzame handel en financieringsmogelijkheden voor circulaire economie worden toegankelijker. Hierbij is specifiek aandacht voor duurzame en inclusieve groene groei van Nederlandse industrie.”
Forum voor Democratie (FVD) wijst het concept van de circulaire economie en aanverwante duurzaamheidsbeleid expliciet af. De partij verzet zich tegen klimaat- en milieuregels die circulaire principes stimuleren, en pleit voor het schrappen van deze regels ten gunste van economische groei, innovatie en lagere lasten voor burgers en bedrijven. FVD ziet circulaire economie als onderdeel van een "kostbaar en zinloos" klimaatbeleid en wil terug naar traditionele economische modellen gebaseerd op goedkope energie en minder overheidsbemoeienis.
FVD verwerpt expliciet beleid dat gericht is op de circulaire economie, waaronder klimaatmaatregelen, milieuregels en verduurzaming. De partij ziet deze als belemmeringen voor economische groei, innovatie en betaalbaarheid, en pleit voor het volledig schrappen ervan. FVD positioneert zich hiermee radicaal tegenover circulaire economie-initiatieven en kiest voor traditionele economische groei boven duurzaamheid.
“We schrappen het stikstofbeleid volledig, heffen de zogeheten landbouwkalender op en herstellen de energiebelastingkorting voor tuinders en (agrarische) industrie. We stoppen de (semi-)gedwongen onteigeningen, bieden meer subsidies voor innovatieve landbouw en bevorderen export zonder EU-beperkingen.”
“Geen verduurzaming van het huidige woningaanbod waardoor kapitaal beschikbaar komt voor de aanbouw van nieuwe woningen. We schrappen de klimaat- en milieuregels die de bouwsector beknellen.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
“We verwerpen de mythe van een klimaatcrisis en zien geen enkele reden om afstand te nemen van deze natuurlijke energiebronnen.”
“Wanneer je stopt met de uiterst kostbare en volstrekt zinloze klimaat- en stikstofplannen;”
NSC wil de economie verduurzamen door in te zetten op een circulaire economie waarin hergebruik en biobased materialen centraal staan. Ze pleiten voor duidelijke politieke keuzes, meer verantwoordelijkheid voor producenten, en het stimuleren van tweedehands en refurbished producten. Concrete maatregelen zijn onder andere het transformeren van de chemische industrie, het verplichten van statiegeld op meer verpakkingen, en het stimuleren van circulaire bouwstoffen.
NSC ziet de circulaire economie als noodzakelijk voor duurzaamheid en wil de transitie van de oude maakindustrie naar een economie met minder nieuwe grondstoffen. Ze richten zich op het stimuleren van biobased en hergebruikte materialen, en willen Europese initiatieven ondersteunen die circulaire producten bevorderen.
“Nieuw Sociaal Contract zet in op een circulaire economie. Hiervoor zijn duidelijke keuzes in de politiek noodzakelijk. We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk. We zetten in op Europese initiatieven die biobased en circulaire producten (plastics) stimuleren. Afval wordt zoveel mogelijk gebruikt als grondstof. We hebben hierbij bijzondere aandacht voor de einde-afvalstatus.”
“We geloven dat op de fundamenten van de oude maakindustrie een nieuwe economie kan ontstaan, waarbij we minder of geen nieuwe grondstoffen nodig hebben en vooral gebruikmaken van biobased en hergebruikte materialen.”
NSC wil dat circulaire keuzes, zoals hergebruik en reparatie, de logische en voordelige optie worden voor consumenten. Ze willen afspraken maken met winkels over het aanbieden van tweedehands en refurbished producten en reparatie laagdrempelig maken.
“Circulaire keuzes moeten de logische en voordelige optie worden. We maken afspraken met winkels in elektronica, meubels en kleding over het aanbieden van tweedehands en refurbished producten. Reparatie moet laagdrempelig en niet te duur beschikbaar zijn, zodat het aantrekkelijk wordt producten een tweede leven te geven.”
NSC vindt dat producenten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor afval en wil het statiegeldsysteem uitbreiden naar meer verpakkingen om ontwijkgedrag en onduidelijkheid te voorkomen.
“Nieuw Sociaal Contract wil dat producenten meer verantwoordelijkheid nemen en veel meer inleverpunten realiseren. Er komt verplicht statiegeld op alle plastic sapflessen en buitenlandse flesjes en blikjes. Dit voorkomt onduidelijkheid en ontwijkgedrag.”
NSC wil een nieuw systeem voor bouwstoffen op basis van industriële afvalstromen, waarbij eerst moet worden aangetoond dat een bouwstof geen milieuschade veroorzaakt voordat deze wordt toegepast.
“Nieuw Sociaal Contract wil een nieuw systeem inrichten voor bouwstoffen op basis van industriële afvalstromen. In dit systeem moet eerst worden aangetoond dat een bouwstof géén milieuschade veroorzaakt, voordat toepassing wordt toegestaan.”
De ChristenUnie ziet de circulaire economie als essentieel voor een duurzame toekomst en wil deze versneld stimuleren door Europese normering, producentenverantwoordelijkheid en financiële ondersteuning van hergebruikketens. Ze pleiten voor het dwingender opleggen van ketenafspraken, het verplicht scheiden van afvalstromen en een verbod op het verbranden van recyclebare materialen. De partij benadrukt dat dit moet gebeuren zonder onnodige administratieve lasten en met een eerlijk speelveld voor bedrijven.
De ChristenUnie vindt dat de circulaire economie alleen kan slagen als er op Europees niveau duidelijke normen worden gesteld en ketenafspraken dwingender worden opgelegd. Dit moet ervoor zorgen dat circulaire producten concurrerender worden en dat producenten verantwoordelijkheid nemen voor hun afvalstromen.
“Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen. We stimuleren de circulaire capaciteit van de industrie, bijvoorbeeld met ketenafspraken. Ketenafspraken met onvoldoende resultaat, zoals statiegeld op blikjes, worden dwingender opgelegd.”
“Producenten worden waar mogelijk verantwoordelijk voor identificeerbare stromen, zoals luiers of plastics.”
De partij wil bestaande hergebruikketens financieel ondersteunen en stelt voor om het scheiden van afval verplicht te maken, evenals een verbod op het verbranden van recyclebare materialen. Dit moet de levensduur van materialen verlengen en de circulaire economie versterken.
“Bestaande, soms prille hergebruikketens worden indien nodig financieel ondersteund. Met verplichte bronscheiding of nasortering en een verbrandingsverbod op recyclebare materialen, blijven deze langer”
De ChristenUnie benadrukt dat het stimuleren van de circulaire economie niet mag leiden tot onnodig zware administratieve verplichtingen voor bedrijven. Ze willen een eerlijk speelveld creëren zodat circulaire bedrijven niet op achterstand komen.
“Bij dit alles is van belang dat een eerlijk speelveld ontstaat en dat geen onnodig zware administratieve verplichtingen worden opgetuigd.”
BIJ1 pleit voor een radicaal eerlijke en circulaire economie waarin grondstoffen en productieprocessen duurzaam, rechtvaardig en collectief worden beheerd. De partij wil publieke investeringen in circulaire infrastructuur, circulair renoveren van woningen, en een grondige herziening van consumptie en productie om verspilling te minimaliseren en grondstoffen te hergebruiken. BIJ1 koppelt de circulaire economie nadrukkelijk aan sociale rechtvaardigheid en democratische controle.
BIJ1 wil dat Nederland grondstoffen veel zuiniger, slimmer en rechtvaardiger gebruikt, met als doel minder verspilling en meer hergebruik. Dit is onderdeel van een bredere visie op een duurzame, rechtvaardige samenleving waarin productie en consumptie fundamenteel veranderen.
“Daarom gaan we radicaal eerlijk en circulair om met grondstoffen: minder, beter, langer en opnieuw.”
De partij stelt voor dat de overheid grootschalig investeert in circulaire infrastructuur en het circulair renoveren van bestaande woningen, waarbij de markt geen rol speelt en collectief eigendom centraal staat.
“De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle.”
“Die miljarden gaan naar sociale woningbouw op grote schaal, coöperatieve woonvormen, en bestaande huurwoningen circulair renoveren en verduurzamen.”
GroenLinks-PvdA wil dat Nederland in 2050 volledig circulair is, waarbij grondstoffen worden hergebruikt en afval als secundaire grondstof wordt gezien. De partij stelt concrete verplichtingen en stimuleringsmaatregelen voor, zoals het beprijzen van achterblijvers, een bijmengverplichting voor circulaire plastics en het invoeren van een ‘end-of-waste’ status. Hun visie is dat een circulaire economie Nederland minder afhankelijk maakt van andere landen en de economie verduurzaamt.
GroenLinks-PvdA streeft naar een volledig circulaire economie in 2050, waarin Nederlandse bedrijven en producten circulair zijn en grondstoffen maximaal worden hergebruikt. De overheid stimuleert koplopers en beprijsd achterblijvers om deze transitie te versnellen. Dit moet leiden tot minder afhankelijkheid van schaarse grondstoffen en een duurzamere economie.
“Nederlandse bedrijven en producten die in Nederland worden verkocht zijn volledig circulair in 2050. De overheid helpt circulaire koplopers, onder andere door achterblijvers te beprijzen.”
Om de circulaire economie concreet te maken, introduceert GroenLinks-PvdA een bijmengverplichting voor circulaire plastics en een ‘end-of-waste’ status. Hierdoor wordt afval als secundaire grondstof erkend, wat circulair ondernemen makkelijker maakt en de afhankelijkheid van primaire grondstoffen vermindert.
“Daarom komt er een bijmengverplichting van circulaire plastics en een ‘end-of-waste’ status zodat afval wordt geclassificeerd als secundaire grondstof en het makkelijker wordt circulair te ondernemen.”
De partij koppelt de circulaire economie expliciet aan strategische autonomie: door grondstoffen te hergebruiken, wordt Nederland minder afhankelijk van import en externe landen. Dit wordt gezien als essentieel voor economische weerbaarheid en verduurzaming.
“Grondstoffen worden steeds schaarser, en we willen onafhankelijker worden van andere landen. Door naar een circulaire economie toe te groeien hergebruiken we grondstoffen en verduurzamen we onze economie.”
JA21 steunt de circulaire economie alleen als deze economisch rendabel is en verzet zich tegen overheidssturing en subsidies die innovatie belemmeren. Hun focus ligt op het faciliteren van ondernemers, het verminderen van regeldruk en het afbouwen van overheidsbemoeienis, waarbij duurzaamheid en circulariteit geen doel op zich zijn maar slechts worden ondersteund als ze aantoonbaar bijdragen aan welvaart. Concrete voorstellen zijn het versnellen van vergunningsprocedures voor strategische sectoren en het stoppen van marktverstorende subsidies.
JA21 ziet duurzaamheid en circulaire economie niet als intrinsieke doelen, maar ondersteunt deze alleen als ze economisch voordeel opleveren. De partij verzet zich tegen symboolbeleid en pleit voor een realistische, op welvaart gerichte benadering waarbij innovatie en strategische autonomie voorop staan.
“Duurzaamheid en circulaire economie alleen ondersteunen als het rendeert.”
JA21 wil een einde maken aan overheidssturing van de economie via subsidies, omdat dit volgens hen innovatie belemmert en markten verstoort. Dit standpunt raakt direct aan de circulaire economie, omdat veel circulaire initiatieven afhankelijk zijn van overheidssteun.
“Drastische afbouw van subsidies die markten verstoren en innovatie belemmeren. Er komt een einde aan het sturen van de economie vanuit de overheid.”
JA21 wil vergunningsprocedures, onder andere voor circulaire projecten, versnellen, maar geeft expliciet voorrang aan sectoren die bijdragen aan strategische autonomie en economische toekomstbestendigheid. Circulariteit is dus ondergeschikt aan economische en strategische belangen.
“Vergunningsprocedures versnellen voor onder andere stikstof en aansluitingen op het energienet. Hierbij voorrang geven aan strategische sectoren zoals defensie maken we onze industrie toekomstbestendig.”
50PLUS wil een circulaire economie stimuleren, waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend wordt met het gebruik van nieuwe grondstoffen. Ze pleiten voor Europese afstemming en zijn tegen nationale extra regels of heffingen, met als doel zowel het milieu te beschermen als de concurrentiepositie van Nederland te behouden.
50PLUS ziet een circulaire economie als een manier om grondstoffen efficiënter te gebruiken en afval te verminderen, mits recycling economisch aantrekkelijk wordt gemaakt. Ze willen dat recycling van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen, zodat bedrijven gestimuleerd worden om circulair te werken.
“Een circulaire economie waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen.”
Om een gelijk speelveld te behouden en de concurrentiepositie van Nederland niet te schaden, wil 50PLUS geen nationale CO2-heffingen of extra regels bovenop Europese afspraken. Ze vinden dat klimaat- en circulaire economiebeleid alleen effectief is als het op Europees niveau wordt afgestemd.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
BBB noemt de circulaire economie slechts zijdelings en zonder concrete beleidsvoorstellen. De partij ziet vooral kansen in regionale economische ontwikkeling en innovatie, waarbij circulaire toepassingen worden genoemd als onderdeel van bredere industriële en economische groei, maar werkt dit niet uit tot een eigenstandig beleid. Specifieke maatregelen of een duidelijke visie op de circulaire economie ontbreken.
BBB erkent de potentie van circulaire toepassingen binnen regionale economische clusters, maar werkt dit niet uit tot een concreet beleid voor de circulaire economie. De partij noemt circulaire toepassingen in één adem met andere sectoren en ziet vooral kansen in regionale samenwerking en innovatie, zonder verdere uitwerking.
De PVV verwerpt het beleid rond circulaire economie en duurzaam bouwen expliciet. Zij willen stoppen met het stimuleren of verplichten van circulair bouwen en andere circulaire maatregelen, omdat ze deze als onnodig, betuttelend en kostbaar beschouwen. De partij kiest voor het schrappen van duurzaamheidseisen en circulaire bouwvoorschriften, en wil geen verplichtingen of subsidies op dit vlak.
De PVV is fel tegenstander van circulair bouwen en het opleggen van duurzaamheidseisen in de bouw. Zij zien deze eisen als bureaucratisch, kostenverhogend en belemmerend voor snelle woningbouw. Volgens de PVV moet het "geneuzel" over circulair bouwen stoppen om de bouw te versnellen en betaalbaar te houden.
“We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
De PVV verwerpt overheidsbeleid dat circulair gedrag bij burgers wil afdwingen, zoals hergebruik, afvalscheiding of andere circulaire leefstijlmaatregelen. Zij zien dit als betutteling en vinden dat de overheid zich hier niet mee moet bemoeien.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee! Het zijn totaal verkeerde, zinloze prioriteiten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma