Volt noemt Chemelot niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die specifiek op Chemelot als industriecomplex of locatie zijn toegespitst. Wel zijn er algemene standpunten over verduurzaming van de industrie, strengere vergunningen en het stimuleren van groene chemie, die indirect relevant kunnen zijn voor Chemelot als groot industrieel cluster.
Volt wil dat de meest vervuilende bedrijven uit de oude economie zich snel aanpassen aan strengere vergunningen, met als uiterste middel het intrekken van vergunningen. Daarnaast wordt vergroening van de industrie gestimuleerd, onder meer door investeringen in groene chemie en circulaire productie. Dit raakt Chemelot als groot industrieel cluster, maar wordt niet specifiek benoemd.
“We verplichten de meest vervuilende bedrijven uit de oude economie zich zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe strengere vergunningen. Met als uiterste middel het intrekken van de vergunningen en vervolgens stopzetten van bedrijfsactiviteiten van de onderneming.”
“We zorgen ervoor dat publieke, private en institutionele investeerders beter kunnen bijdragen aan Europese transities. Dit doen we door de risicoclassificatie van sleuteltechnologieën, zoals cleantech, groene chemie of kritieke digitale infrastructuur, realistischer in te richten.”
Volt zet in op Europese samenwerking voor de productie, transport en inzet van groene waterstof, met name voor zware industrie. Dit is relevant voor Chemelot als potentiële afnemer en producent van waterstof, maar Chemelot wordt niet expliciet genoemd.
“Voor sommige sectoren met een constante energievraag, zoals zware industrie, zetten we in op groene waterstof als duurzaam alternatief.”
“De financiering van transport en productie van groene waterstof breiden we uit. We zetten in op een Europese aanpak zodat investeringen in andere EU-landen, in het bijzonder onze buurlanden, op elkaar afgestemd zijn.”
De ChristenUnie wil voor het industriegebied Chemelot gebiedsspecifieke, bindende stikstofemissieplafonds invoeren als onderdeel van hun bredere stikstof- en klimaatbeleid. Ze kiezen voor maatwerkafspraken met industriële piekbelasters, waarbij elektrificatie van processen en aantoonbare stikstofreductie centraal staan om vergunningverlening mogelijk te maken.
De ChristenUnie stelt dat industriegebieden zoals Chemelot regionale, gebiedsspecifieke emissieplafonds voor stikstof krijgen. Dit moet zorgen voor gerichte reductie van stikstofuitstoot, waarbij maatwerkafspraken met piekbelasters worden gemaakt en verdere elektrificatie van industriële processen wordt gestimuleerd. Het doel is om vergunningverlening voor andere sectoren mogelijk te maken en tegelijkertijd de natuur te beschermen.
“Ook worden er regionale stikstofbalansen opgesteld, zoals in Rijnmond en Chemelot, waar gebiedsspecifieke emissieplafonds gaan gelden.”
“Industrieën met een hoge stikstofuitstoot krijgen, naast klimaatdoelen, bindende stikstofdoelen opgelegd. De regering maakt maatwerkafspraken met industriële piekbelasters. Ook worden er regionale stikstofbalansen opgesteld, zoals in Rijnmond en Chemelot, waar gebiedsspecifieke emissieplafonds gaan gelden.”
“Industriële processen worden waar mogelijk verder geëlektrificeerd. In alle sectoren geldt dat aantoonbare stikstofreductie moet leiden tot vergunningverlening.”
De SP vindt dat de industrie, waaronder Chemelot in Limburg, moet blijven bestaan in Nederland, maar dan wel schoner, innovatiever en onder publieke regie. Ze willen investeren in verduurzaming van deze industrieën en stellen duidelijke randvoorwaarden en strenge regels, zodat maatschappelijke belangen voorop staan en niet de winst van bedrijven.
De SP ziet Chemelot als een cruciale sector voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid, maar benadrukt dat deze industrie moet verduurzamen en onder strengere publieke voorwaarden moet opereren. De overheid moet investeren in innovatie en verduurzaming, en tegelijkertijd zorgen voor duidelijke regels en betekenisvolle boetes om maatschappelijke belangen te beschermen.
BIJ1 noemt Chemelot niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar plaatst het chemiecomplex impliciet onder de categorie "ziekmakende installaties" samen met bedrijven als Tata en Chemours. Hun standpunt is dat zulke vervuilende bedrijven waar mogelijk worden genationaliseerd en vergroend, en anders gesloten, met compensatie voor werknemers. De kern van hun visie is dat de volksgezondheid en het milieu voorop staan, waarbij grote vervuilers niet langer mogen blijven bestaan als ze niet kunnen verduurzamen.
BIJ1 wil dat zwaar vervuilende bedrijven zoals Chemelot worden genationaliseerd en vergroend, of anders gesloten als vergroening niet mogelijk is. Dit beleid is gericht op het beschermen van de volksgezondheid en het milieu, en het voorkomen dat de vervuilingsproblematiek wordt verplaatst naar het buitenland. Werknemers krijgen bij sluiting recht op ruimhartige transitie- of vroegpensioenregelingen.
“Ziekmakende installaties, zoals Tata en Chemours, worden waar mogelijk genationaliseerd en vergroend, en anders gesloten. Waar sluiting of verkleining onvermijdelijk is, zullen werknemers worden gecompenseerd met ruimhartige transitie- of vroegpensioenregelingen. Hierbij wordt altijd in acht genomen dat de vervuilingsproblematiek niet verplaatst naar landen buiten Europa.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma