De ChristenUnie neemt een uitgesproken beschermend standpunt in ten aanzien van abortus en euthanasie, waarbij het ongeboren leven en kwetsbare mensen centraal staan. De partij verzet zich tegen verdere normalisering en versoepeling van abortus en euthanasie, pleit voor strengere regels en alternatieven voor vrouwen in nood, en wil een trendbreuk realiseren door betere palliatieve zorg. Concrete voorstellen zijn onder meer het terugdraaien van versoepelingen in de abortuswet, het stoppen van euthanasie bij jongeren met psychisch lijden, en het afwijzen van een wettelijke regeling voor euthanasie bij voltooid leven.
De ChristenUnie wil abortus niet als gewone medische zorg behandelen, is tegen versoepelingen van de abortuswet, en pleit voor herinvoering van de beraadtermijn en een lagere wekengrens. De partij ziet abortus als een tragedie en wil vrouwen alternatieven bieden, waarbij praktische redenen voor abortus moeten worden weggenomen.
“De ChristenUnie blijft zich inzetten voor de bescherming van het ongeboren leven en minder abortussen. We verzetten ons tegen het verstrekken van de abortuspil in de huisartsenpraktijk: het is geen ‘gewone medische zorg’.”
“De zwangerschapsafbreking wordt niet uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. Dit is een bescherming van het ongeboren leven en het beschermt de vrouw tegen een gedwongen abortus.”
“De ChristenUnie is tegen de versoepelingen van de abortuswetgeving in de afgelopen jaren en blijft pleiten voor zorgvuldigheid en bescherming van het ongeboren leven. De zorgvuldigheidseisen in de wet dienen nageleefd te worden. De noodsituatie van de vrouw, waarvan volgens de wet sprake moet zijn, dient duidelijk te zijn voor de arts. We zijn voor herinvoering van de beraadtermijn.”
“Elke abortus is een tragedie, een diep verdriet dat raakt aan het hart van het menselijk bestaan. Wij zetten ons in voor een samenleving waarin abortus niet als oplossing voor onbedoelde zwangerschappen wordt gezien. Vrouwen in noodsituaties verdienen alternatieven, waarin zij veilig zijn en de juiste ondersteuning krijgen.”
“Praktische redenen voor een abortus moeten weggenomen worden, bijvoorbeeld via een urgentieverklaring voor een woning of hulp bij het voortzetten van een opleiding.”
De ChristenUnie wil het aantal euthanasiegevallen terugdringen, is tegen euthanasie bij voltooid leven, en wil euthanasie bij jongeren met ernstig psychisch lijden onder de dertig stopzetten. De partij pleit voor betere palliatieve zorg en meer ondersteuning voor kwetsbare groepen.
“We willen dat ouderen zorg en waardering ontvangen en hun betekenis erkend wordt, en dat er geen glibberig pad naar normalisering van euthanasie bij lichamelijke achteruitgang of levensmoeheid ontstaat.”
“Het absolute en relatieve aantal euthanasiegevallen stijgt elk jaar. Dat is meer dan de demografische ontwikkelingen kunnen verklaren. Euthanasie lijkt een steeds meer gangbare manier van sterven te worden. We zetten in op trendbreuk: een daling van het aantal euthanasiegevallen via verbeterde voorlichting over natuurlijk sterven, goede en voldoende beschikbare hospice- en palliatieve zorg.”
“Totdat hier samen met de sector goed naar is gekeken, wordt euthanasie voor jongeren met ernstig psychisch lijden onder de dertig gestopt.”
“De ChristenUnie is tegen een wettelijke regeling voor euthanasie bij mensen met een ‘voltooid leven’. ‘Middel X’, zelfdodingscapsules of nog te ontwikkelen zelfdodingsmiddelen blijven verboden. Organisaties die dergelijke middelen ontwikkelen en/of beschikbaar stellen, worden strafrechtelijk aangepakt.”
De ChristenUnie baseert haar standpunten op de overtuiging dat elk mensenleven, vanaf het begin tot het einde, intrinsiek waardevol is en bescherming verdient, ongeacht gezondheid, leeftijd of bijdrage aan de samenleving.
“Ieder mens is door God geschapen en vanaf het prille begin tot het einde van het leven door Hem geliefd. Dit uitgangspunt betekent dat de ChristenUnie zich altijd verzet tegen de Nederlandse abortus- en euthanasiepraktijk die indruist tegen één van onze meest elementaire waarden: de beschermwaardigheid van het menselijk leven.”
“Ook rond het levenseinde heeft de overheid de taak om kwetsbaar leven te beschermen. Elk mensenleven is intrinsiek waardevol, ongeacht gezondheid, beperkingen, leeftijd of bijdrage aan de samenleving.”
BIJ1 staat lijnrecht tegenover de CDA-opvattingen over abortus en euthanasie: waar het CDA doorgaans restrictiever is, kiest BIJ1 radicaal voor maximale zelfbeschikking. BIJ1 wil abortus volledig uit het strafrecht halen, de toegang tot abortuszorg en euthanasie verruimen, en zelfbeschikking centraal stellen, ook bij een niet-medische doodswens. De partij pleit voor het decriminaliseren van hulp bij zelfdoding en het toegankelijk maken van een legaal stervensmiddel.
BIJ1 wil abortus uit het Wetboek van Strafrecht halen, het taboe actief bestrijden en abortuszorg volledig integreren in de reguliere zorg. Dit staat haaks op het CDA, dat abortus als moreel en juridisch dilemma ziet en restrictiever is.
“Abortus wordt uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. De overheid stopt met het subsidiëren van organisaties die geen onafhankelijke hulp bieden aan ongewenst zwangere personen.”
“Abortuszorg gaat bovendien onder de reguliere zorg vallen; er komen abortusafdelingen in verloskundigenpraktijken en andere medische centra.”
“Verloskundigen en de huisarts moeten de abortuspil kunnen voorschrijven en werken hierin actief samen met abortusartsen.”
BIJ1 wil euthanasie en hulp bij zelfdoding toegankelijker maken, ook voor mensen met psychiatrisch lijden of een niet-medische doodswens. De partij wil de strafbaarheid van artseneuthanasie opheffen en hulp bij zelfdoding door naasten decriminaliseren, wat veel verder gaat dan het CDA-standpunt.
“We versterken de mogelijkheid om in gesprek te gaan met artsen over een vrijwillig levenseinde. Ook voor mensen zonder indicatie voor palliatieve zorg.”
“Daarom willen we de positie van de patiënt versterken en de keuze voor euthanasie toegankelijker maken. Ook voor mensen die lijden aan een psychiatrische ziekte of een stapeling van ouderdomsaandoeningen.”
“We heffen de strafbaarheid van artseneuthanasie op. Ook moet hulp bij zelfdoding door naasten of andere professionele hulpverleners gedecriminaliseerd worden.”
“Ieder mens moet kunnen kiezen voor een waardige dood in eigen regie, ook als zij niet ziek zijn. Mensen met een weloverwogen persisterende doodswens moeten daarom toegang kunnen krijgen tot een legaal, waardig, veilig en betrouwbaar stervensmiddel.”
BIJ1 stelt zelfbeschikking centraal, zowel bij zwangerschap als bij het levenseinde, en verwerpt morele of religieuze beperkingen zoals het CDA die vaak hanteert.
“BIJ1 gelooft daarbij in de volledige zelfbeschikking van ieder mens om te kiezen voor een waardige dood in eigen regie.”
“Mensen die zwanger zijn en gaan bevallen hebben altijd het recht om zelf beslissingen te nemen over wat er met hun lichaam gebeurt.”
“BIJ1 gelooft dat zelf mogen bepalen wat er met jouw leven en jouw lichaam gebeurt, een belangrijk recht is dat altijd beschermd moet worden.”
De SGP neemt een veel strengere en principiëlere positie in dan het CDA op het gebied van abortus en euthanasie. De partij wil zowel de abortuswet als de euthanasiewet volledig intrekken en ziet geen enkel recht op abortus of euthanasie, in tegenstelling tot het CDA dat ruimte laat voor uitzonderingen en persoonlijke afwegingen. De SGP pleit voor maximale bescherming van het leven vanaf conceptie tot het natuurlijke levenseinde, met concrete voorstellen om abortus en euthanasie sterk te beperken en uiteindelijk te verbieden.
De SGP wil de abortuswet volledig intrekken en abortus in het strafrecht houden, waarmee zij een veel hardere lijn trekken dan het CDA, dat abortus onder voorwaarden toestaat. De partij ziet abortus niet als een recht en wil het aantal abortussen actief terugdringen.
De SGP wil de euthanasiewet intrekken en stelt dat er geen recht op euthanasie bestaat, terwijl het CDA euthanasie onder strikte voorwaarden accepteert. De SGP wil euthanasie bij psychisch lijden verbieden en artsen beschermen tegen druk.
De SGP wil bestaande praktijken verder beperken zolang de wetten nog bestaan, door onder meer de 24-wekengrens te verlagen, een vaste bedenktermijn in te voeren, en alternatieven voor abortus te verplichten.
De SGP benadrukt de beschermwaardigheid van het leven vanaf het prilste begin en verzet zich tegen elke vorm van beëindiging van menselijk leven, inclusief embryo-onderzoek en verruiming van euthanasie.
D66 neemt een uitgesproken liberaal standpunt in tegenover de meer restrictieve en levensbeschermende opvattingen van het CDA over abortus en euthanasie. D66 wil de toegang tot abortus en euthanasie expliciet in de Grondwet vastleggen, beide volledig uit het strafrecht halen en de euthanasiewet verruimen, ook bij psychisch lijden en dementie. De partij benadrukt het recht op zelfbeschikking en autonomie, en kiest voor wettelijke regelingen die individuele keuzevrijheid centraal stellen.
D66 wil abortus en euthanasie grondwettelijk beschermen, in tegenstelling tot het CDA dat deze rechten doorgaans restrictiever benadert. Hiermee wil D66 voorkomen dat toekomstige politieke meerderheden deze rechten kunnen inperken.
“We leggen de toegang tot abortus en euthanasie expliciet vast in de Grondwet.”
D66 streeft ernaar abortus en euthanasie volledig uit het strafrecht te halen, waarmee zij een fundamenteel andere koers varen dan het CDA, dat deze praktijken juist via het strafrecht wil blijven reguleren of beperken.
D66 wil de euthanasiewet verruimen naar situaties van psychisch lijden en dementie, waar het CDA traditioneel zeer terughoudend is. D66 kiest hiermee voor maximale individuele autonomie, ook in complexe gevallen.
“Verruiming van de euthanasiewet, ook bij psychisch lijden en dementie.”
D66 pleit voor een wettelijke regeling voor hulp bij een voltooid leven, waarmee zij ruimte willen bieden aan mensen die hun leven als voltooid beschouwen, een standpunt waar het CDA zich principieel tegen verzet.
“Een wettelijke regeling voor hulp bij een voltooid leven.”
D66 legitimeert haar standpunten door het recht op zelfbeschikking en autonomie te benadrukken, en verwerpt regels gebaseerd op dogma’s of angst, waarmee zij zich expliciet afzet tegen de meer levensbeschermende, religieus geïnspireerde visie van het CDA.
De Partij voor de Dieren (PvdD) wijkt sterk af van het CDA door het recht op zelfbeschikking centraal te stellen bij abortus en euthanasie. PvdD wil abortus volledig uit het strafrecht halen, de vergoeding behouden en benadrukt dat mensen zelf mogen bepalen wanneer ze waardig willen sterven, mits via een zorgvuldig traject. Hun visie is radicaal liberaal op deze thema’s en gericht op maximale autonomie en toegankelijkheid.
PvdD vindt dat vrouwen volledig zelf mogen beslissen over abortus, dat abortuszorg toegankelijk en vergoed moet blijven, en dat abortus geen misdaad is. Dit staat haaks op het restrictievere CDA-standpunt.
PvdD stelt het recht op zelfbeschikking centraal bij het levenseinde en verzet zich tegen arbitraire leeftijdsgrenzen voor euthanasie. Ze eisen een zorgvuldig traject, maar willen dat mensen zelf mogen bepalen wanneer ze waardig sterven.
“De Partij voor de Dieren hecht aan zelfbeschikking en vindt dat mensen zelf mogen bepalen wanneer ze sterven, op een waardige manier. Hier moet een zorgvuldig traject aan voorafgaan.”
“Het vastleggen van een wettelijke leeftijdsgrens voor stervenshulp is arbitrair en zou grote maatschappelijke gevolgen hebben.”
PvdD benadrukt het recht op volledige informatie, second opinions en eigen keuzes bij medische behandelingen, waaronder abortuszorg en hulp bij levenseinde.
“We verstevigen het recht op zeggenschap binnen medische behandelingen. Mensen worden altijd volledig geïnformeerd, hebben recht op een second opinion en maken in overleg met hun behandelaar eigen keuzes. We zorgen dat abortuszorg, hulp bij levenseinde en informatie over donorconceptie goed beschikbaar zijn.”
BBB erkent abortus als een belangrijk recht, maar benadrukt zorgvuldigheid en het belang van het ongeboren leven, met aandacht voor termijnen en preventie. Euthanasie wordt aanvaard bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden, mits zorgvuldig en in een medische setting, maar BBB wijst de voltooidlevenwet af. De partij biedt ruimte voor gewetensvrijheid bij medische-ethische kwesties, wat aansluit bij CDA-tradities, maar is op enkele punten liberaler dan het klassieke CDA.
BBB erkent abortus als een recht en wil het veilig en toegankelijk houden, maar benadrukt dat er niet lichtzinnig mee omgegaan mag worden. Ze willen zorgvuldige afwegingen rond termijnen en ontwikkelingen, en extra aandacht voor preventie van ongewenste zwangerschap. Dit sluit aan bij het CDA-standpunt dat abortus niet lichtvaardig moet worden toegepast, maar BBB is explicieter over het recht op abortus.
“Abortus is een belangrijk recht en moet veilig en toegankelijk zijn voor vrouwen, maar er moet niet lichtzinnig mee omgegaan worden. Hierbij vinden we ook het ongeboren leven belangrijk. Daarom willen we dat er zorgvuldig gekeken wordt naar de termijnen en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast willen we extra aandacht besteden aan de preventie van ongewenste zwangerschap.”
BBB accepteert euthanasie bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden als een daad van barmhartigheid, mits in een medische setting en na zorgvuldige besluitvorming. De partij wijst de voltooidlevenwet expliciet af, omdat deze volgens hen niets toevoegt aan de bestaande praktijk. Dit is vergelijkbaar met het CDA, dat euthanasie onder strikte voorwaarden accepteert en kritisch is op uitbreiding.
“Bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden kan actieve levensbeëindiging een daad van barmhartigheid zijn. Dit moet altijd in een medische setting plaatsvinden, na zorgvuldige besluitvorming.”
“De voltooidlevenwet voegt niets toe aan de huidige euthanasiepraktijk en zullen wij dan ook niet steunen.”
BBB geeft individuele Kamerleden ruimte om bij medische-ethische kwesties naar eigen eer en geweten te stemmen als zij zich niet kunnen vinden in het fractiestandpunt. Dit is een klassiek CDA-principe, waarmee ruimte wordt geboden voor persoonlijke afwegingen binnen de partij.
“Wanneer de afweging zo uitvalt dat individuele Tweede Kamerleden zich niet kunnen vinden in het in te nemen standpunt, krijgen zij de ruimte om naar hun eigen eer en geweten te stemmen.”
BVNL wijkt duidelijk af van de traditionele CDA-opvattingen over abortus en euthanasie door individuele keuzevrijheid centraal te stellen. De partij vindt dat zowel abortus als euthanasie binnen de huidige wetgeving een persoonlijke beslissing is, waarbij de overheid zich niet mag mengen. BVNL benadrukt dat morele keuzes over leven en dood uitsluitend aan het individu zijn, in tegenstelling tot het CDA dat vaak meer waarde hecht aan bescherming van het ongeboren leven en terughoudendheid bij euthanasie.
BVNL stelt dat beslissingen over abortus en euthanasie volledig aan het individu zijn, zolang deze binnen de huidige wetgeving vallen. Dit staat haaks op het CDA, dat doorgaans meer restricties en ethische bezwaren kent. BVNL verwerpt elke vorm van overheidsdwang en benadrukt het recht op lichamelijke integriteit.
“Als volwassen mensen euthanasie willen plegen binnen de huidige wetgeving dan is dat een eigen keuze.”
“Abortus is binnen de grenzen van de huidige wetgeving het individuele recht van de vrouw.”
“Medisch-ethische keuzes horen bij het individu, niet bij de Staat. Belang Van Nederland verwerpt iedere vorm van overheidsdwang als het gaat om beslissingen over het eigen lichaam.”
“Of het nu gaat om vaccinatie, medische behandelingen, seksuele voorkeur, levensovertuiging, of levensbeëindiging: deze keuzes behoren toe aan de mens zelf. De overheid heeft zich hierbuiten te houden.”
Het CDA erkent het belang van ethische discussies rond het begin en einde van het leven, maar kiest voor behoud van bestaande wetgeving op abortus en een terughoudende houding ten aanzien van uitbreiding van euthanasie. De partij wil de Abortuswet ongemoeid laten, is tegen de Wet Voltooid Leven, en pleit voor meer maatschappelijk gesprek en onderzoek naar euthanasie, vooral bij jongeren. De kern van hun visie is het fundamentele respect voor het leven, met nadruk op zorgvuldigheid en maatschappelijke dialoog.
Het CDA kiest ervoor om de huidige Abortuswet niet te wijzigen. Zij benadrukken het belang van het maatschappelijk gesprek over medische en ethische ontwikkelingen, maar stellen expliciet dat de bestaande wetgeving rond abortus gehandhaafd blijft. Dit standpunt is ingegeven door het principe van de beschermwaardigheid van het leven.
“De Abortuswet blijft ongewijzigd.”
Het CDA is geen voorstander van verdere verruiming van euthanasiewetgeving, in het bijzonder de Wet Voltooid Leven. De partij wil het gesprek over het levenseinde stimuleren, met nadruk op zingeving en het vastleggen van wensen, en vraagt om meer onderzoek naar euthanasie bij jongeren.
Het CDA benadrukt het belang van een breed maatschappelijk gesprek over ethische grenzen en consequenties van medische ontwikkelingen, met als uitgangspunt de fundamentele beschermwaardigheid van het leven. Dit geldt zowel bij het begin als het einde van het leven.
“Het CDA wil een maatschappelijk gesprek voeren over grenzen, consequenties en mogelijkheden van deze ontwikkelingen. De overheid kan zo sturing geven vanuit het principe van fundamentele beschermwaardigheid van het leven.”
De VVD neemt een uitgesproken liberaal standpunt in ten opzichte van abortus en euthanasie, dat duidelijk verschilt van de meer terughoudende CDA-opvattingen. De partij ziet abortus als een recht en wil de toegankelijkheid en veiligheid ervan waarborgen, en streeft naar behoud en verduidelijking van de huidige euthanasiewetgeving, inclusief onderzoek naar verdere verbetering. De VVD wil legale abortus uit het Wetboek van Strafrecht halen en benadrukt zelfbeschikking bij het levenseinde, ook voor mensen met dementie en psychiatrische aandoeningen.
De VVD beschouwt abortus als een fundamenteel recht voor vrouwen en wil de toegang tot veilige abortuszorg verbeteren. Dit staat haaks op de meer restrictieve CDA-houding, die abortus als een laatste redmiddel ziet en de huidige wetgeving wil behouden. De VVD wil abortus uit het Wetboek van Strafrecht halen zodra er een volwaardig alternatief is dat vrouwen beschermt en de bestaande termijnen waarborgt.
“Abortus is een recht: Iedere vrouw moet zelf kunnen beslissen bij een onbedoelde en/of ongewenste zwangerschap. We willen voor altijd goede, veilige en toegankelijke abortuszorg.”
“De VVD zet zich actief in om legale abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen, zodra er een volwaardig alternatief komt dat vrouwen beschermt en de bestaande termijnen rond abortus waarborgt.”
De VVD benadrukt het belang van zelfbeschikking bij een waardig levenseinde en wil geen stap terug in de huidige euthanasiewetgeving, in tegenstelling tot het CDA dat terughoudender is en meer nadruk legt op bescherming van kwetsbaren. De VVD wil de wetgeving verduidelijken, vooral voor mensen met dementie en psychiatrische aandoeningen, en laat onderzoeken of de huidige regels nog voldoen.
“Zelfbeschikking voor een waardig en barmhartig levenseinde zijn onlosmakelijk verbonden met liberale zorg, ook voor mensen met dementie en psychiatrische patiënten. We zorgen ervoor dat op het vlak van euthanasie geen stap terug in de tijd wordt gezet.”
“We maken duidelijker wanneer iemand op basis van een schriftelijke wilsverklaring euthanasie verleend kan krijgen. We zorgen voor goede voorlichting. De VVD wil laten onderzoeken of de huidige wet- en regelgeving nog voldoet aan de euthanasiepraktijk zoals deze zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.”
Volt staat lijnrecht tegenover de traditionele CDA-opvattingen over abortus en euthanasie: Volt wil volledige zelfbeschikking over het eigen lichaam, inclusief vrije toegang tot abortus en legale euthanasie zonder strafrechtelijke vervolging. Ze willen deze rechten uit het strafrecht halen en grondwettelijk verankeren, zodat ze niet kunnen worden teruggedraaid. Volt ziet deze kwesties als fundamentele mensenrechten en benadrukt het belang van educatie en bescherming tegen dwang.
Volt beschouwt het recht op abortus als een fundamenteel mensenrecht en wil dit recht wettelijk en grondwettelijk beschermen, in tegenstelling tot het CDA dat traditioneel restrictiever is. Abortus moet uit het Wetboek van Strafrecht en vrij toegankelijk zijn, met duidelijke educatie voor alle leeftijden.
“We willen vrije toegang tot abortus. Daarbij wordt duidelijke en toegankelijke educatie hierover, voor alle leeftijden, als cruciaal gezien. Abortus gaat uit het Wetboek van Strafrecht. Op deze manier wordt abortus definitief uit de criminaliteit gehaald, naar het voorbeeld van onder andere Mexico, Cuba, Uruguay, Guyana en Argentinië.”
“Volt verankert het recht op lichamelijke autonomie als fundamenteel grondrecht in de Grondwet. Volt pleit voor opname van dat recht in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Handvest van de Grondrechten van de EU. Op deze manier verzekert Volt dat iedereen vrij kan beslissen over het eigen lichaam, waaronder het recht op abortus...”
Volt wil dat mensen met een vrijwillige, weloverwogen en blijvende stervenswens legaal toegang krijgen tot euthanasie, en vindt dat hulp bij euthanasie niet in het Wetboek van Strafrecht thuishoort. Dit staat haaks op het CDA, dat doorgaans terughoudender is op dit vlak.
“Mensen met een vrijwillige en weloverwogen, blijvende stervenswens kunnen legaal en onder begeleiding toegang krijgen tot euthanasie. Hulp bij vrijwillige en weloverwogen euthanasie hoort niet thuis in ons Wetboek van Strafrecht.”
Volt wil extra bescherming bieden aan mensen die abortusklinieken bezoeken, door demonstraties in de directe omgeving te verbieden.
“Daarnaast pleit Volt voor een bufferzone rondom abortusklinieken waarin geen demonstranten mogen staan.”
NSC handhaaft de huidige wetgeving rond abortus en euthanasie, maar kiest voor een terughoudende en zorgvuldige benadering, met extra restricties op euthanasie bij psychisch lijden onder de 30 jaar en bij wilsonbekwame mensen. Abortus blijft veilig en legaal, maar NSC wil het aantal abortussen terugdringen via betere voorlichting en toegang tot anticonceptie. De partij steunt geen verruiming van euthanasie (zoals de Wet voltooid leven) en benadrukt het belang van maatschappelijke discussie over medische ethiek.
NSC wil abortus veilig en legaal houden, maar streeft ernaar het aantal abortussen te verminderen door in te zetten op preventie, zoals voorlichting en anticonceptie. Dit sluit aan bij een klassieke CDA-benadering: abortus als laatste redmiddel, met nadruk op het voorkomen ervan.
“We handhaven de huidige wetgeving rondom abortus. Abortus moet veilig en legaal zijn, en moet zoveel mogelijk worden voorkomen door goede voorlichting, goede toegang tot zorg en het vrij verkrijgbaar zijn van anticonceptie.”
NSC handhaaft de bestaande euthanasiewet, maar is terughoudend bij uitbreiding. Er komt een moratorium op euthanasie bij psychisch lijden onder de 30 jaar, en de partij is bezorgd over euthanasie bij wilsonbekwame mensen. Verruiming via de Wet voltooid leven wordt niet gesteund. Dit is strikter dan het huidige CDA-standpunt, dat doorgaans ook terughoudend is.
“We handhaven de huidige wetgeving rondom euthanasie in Nederland bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. We pleiten voor een moratorium op euthanasie en hulp bij zelfdoding bij psychisch lijden onder de 30 jaar. Voordat verdere stappen worden gezet, is meer duidelijkheid nodig over hoe wilsbekwaamheid en de uitzichtloosheid van psychisch lijden bij mensen moet worden beoordeeld. Verder zijn we terughoudend en bezorgd over euthanasie bij wilsonbekwame mensen. We steunen de Wet voltooid leven niet.”
NSC benadrukt dat debatten over abortus en euthanasie met grote zorgvuldigheid moeten worden gevoerd in het politieke en maatschappelijke domein, niet alleen door experts. Dit onderstreept het belang van brede maatschappelijke betrokkenheid, een klassiek CDA-uitgangspunt.
“Het maatschappelijke en politieke debat over medische ethiek en over beginnend en eindigend leven moet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden gevoerd. Deze debatten horen juist thuis in het politieke en maatschappelijke domein, en mogen niet uitsluitend worden overgelaten aan onderzoekers en experts.”
DENK neemt een behoudend standpunt in ten aanzien van abortus en euthanasie, waarbij zij zowel de autonomie van de vrouw als het ongeboren leven willen beschermen en terughoudend zijn met het verruimen van euthanasie. Ze pleiten voor strengere voorwaarden rond abortus, zoals een verplichte bedenktermijn en raadgeving, en willen de mogelijkheden voor euthanasie niet verruimen, maar inzetten op preventie van de doodswens. Hiermee wijkt DENK af van het CDA door meer nadruk te leggen op cultuursensitiviteit en inclusiviteit, maar is op deze thema’s in de praktijk vaak vergelijkbaar behoudend.
DENK wil het recht op abortus beperken door strengere voorwaarden te stellen, waarbij zowel de autonomie van de vrouw als de rechten van het ongeboren leven centraal staan. Ze pleiten voor een verplichte bedenktermijn, verplichte raadgeving en het verlagen van de wettelijke termijn voor abortus, in lijn met buurlanden. Dit standpunt is behoudend en sluit deels aan bij het CDA, maar DENK benadrukt daarnaast cultuursensitiviteit.
“Bij abortus moeten wij recht doen aan de gezondheid en de autonomie van de vrouw én aan de rechten van het ongeboren leven. Dat betekent dat wij de voorwaarden rond abortus zo inrichten dat deze twee uitgangspunten leidend zijn. Wij zijn voor een verplichte bedenktermijn en raadgeving bij abortus en willen de wekengrens meer in lijn brengen met onze buurlanden.”
DENK is tegen het verruimen van de mogelijkheden voor euthanasie en wil in plaats daarvan inzetten op het voorkomen van de wens tot levensbeëindiging, bijvoorbeeld door het aanpakken van depressie en eenzaamheid. Dit standpunt is behoudend en komt overeen met het CDA, maar DENK legt extra nadruk op preventieve zorg en maatschappelijke oorzaken.
“Wij willen geen verruiming van de mogelijkheden voor euthanasie. Wij willen inzetten op meer maatregelen om de wens tot het beëindigen van het leven te voorkomen, bijvoorbeeld door de aanpak van depressie en eenzaamheid.”
GroenLinks-PvdA neemt een uitgesproken liberaal standpunt in ten opzichte van abortus en euthanasie, in tegenstelling tot het CDA dat traditioneel restrictiever is. De partij wil het recht op abortus en euthanasie versterken door beide uit het Wetboek van Strafrecht te halen en de nadruk te leggen op zelfbeschikking en goede zorg. Hiermee positioneert GroenLinks-PvdA zich duidelijk tegenover de meer behoudende CDA-opvattingen over deze ethische kwesties.
GroenLinks-PvdA wil het recht op abortus expliciet beschermen en versterken, in tegenstelling tot het CDA dat doorgaans meer restricties voorstaat. De partij pleit voor het volledig uit het strafrecht halen van abortus en het verbeteren van de hulpverlening en bescherming van vrouwen.
“We staan pal voor het recht van vrouwen om over hun eigen lichaam te beslissen. Dat recht willen we versterken. Abortus verdwijnt uit het Wetboek van Strafrecht. We zetten in op goede hulpverlening en nazorg voor wie een abortus laat uitvoeren en we beschermen vrouwen tegen intimidatie bij klinieken.”
GroenLinks-PvdA wil euthanasie uit het strafrecht halen en het recht op zelfbeschikking bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden wettelijk borgen. Dit staat haaks op het CDA, dat doorgaans terughoudender is en meer nadruk legt op bescherming van het leven.
“Wie ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, ongeacht of dat lichamelijk of geestelijk is, kan een beroep doen op het recht op zelfbeschikking. Daarom halen we euthanasie uit het Wetboek van Strafrecht.”
JA21 steunt het recht op abortus als belangrijk vrouwenrecht, maar wil het debat over de abortustermijn openhouden vanwege medische ontwikkelingen. Op het gebied van euthanasie steunt JA21 de huidige praktijk, maar wijst uitbreiding naar mensen zonder uitzichtloos, medisch lijden of wilsonbekwamen af. Beide standpunten zijn terughoudender dan het CDA, dat traditioneel kritischer is op abortus en euthanasie.
JA21 erkent abortus als een belangrijk vrouwenrecht en wil daar niet aan tornen, maar benadrukt dat door medische ontwikkelingen de levensvatbaarheid van het ongeboren kind toeneemt. Daarom vindt JA21 het belangrijk het maatschappelijk debat over de abortustermijn te blijven voeren, waarmee ze ruimte laten voor mogelijke aanpassing in de toekomst.
“Het recht op abortus is een belangrijk vrouwenrecht waar wij niet aan willen tornen. Door ingrijpende en snelle medisch-wetenschappelijke ontwikkelingen neemt de levensvatbaarheid van het ongeboren kind sterk toe en zal het waarschijnlijk ook blijven toenemen. Het is daarom belangrijk om het maatschappelijk debat over de abortustermijn te blijven voeren.”
JA21 steunt de huidige euthanasiewetgeving zoals die door artsen en patiënten als zorgvuldig wordt ervaren. Ze verzetten zich tegen uitbreiding van euthanasie naar mensen zonder uitzichtloos, medisch lijden of naar wilsonbekwamen, en benadrukken het belang van goede zorg voor kwetsbaren.
“Wij steunen de huidige euthanasiepraktijk, die door artsen en patiënten als zorgvuldig wordt ervaren. Verdere uitbreiding van deze wet naar mensen zonder uitzichtloos, medisch lijden of naar wilsonbekwamen, achten wij dus onwenselijk.”
De SP wijkt duidelijk af van het CDA door het recht op abortus expliciet te verdedigen en te pleiten voor autonomie en zeggenschap over het eigen lichaam. De partij stelt dat het huidige recht op abortus niet verder mag worden beperkt en benadrukt individuele keuzevrijheid, wat contrasteert met de meer restrictieve en gewetensbezwaarde benadering van het CDA. Over euthanasie wordt in de fragmenten niet concreet gesproken.
De SP vindt dat het recht op abortus beschermd moet blijven en niet verder mag worden ingeperkt, in tegenstelling tot het CDA dat vaker pleit voor meer restricties of ruimte voor gewetensbezwaren. De SP benadrukt autonomie en lichamelijke zelfbeschikking als uitgangspunt.
50PLUS wijkt duidelijk af van de traditionele CDA-opvattingen over euthanasie door expliciet te pleiten voor verruiming van de mogelijkheden bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Over abortus wordt in het programma van 50PLUS geen standpunt ingenomen. Het belangrijkste concrete voorstel is het verruimen van de euthanasiewetgeving voor mensen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden.
50PLUS kiest voor een ruimere interpretatie van het recht op euthanasie dan het CDA, dat doorgaans terughoudender is. De partij vindt dat mensen bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden meer regie moeten krijgen over hun levenseinde, en pleit daarom voor verruiming van de bestaande mogelijkheden. Dit standpunt adresseert het probleem van mensen die langdurig lijden zonder uitzicht op verbetering, en stelt hun autonomie centraal.
“De mogelijkheden tot euthanasie worden verruimd als er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden.”
FVD wijkt duidelijk af van het CDA op het gebied van abortus en euthanasie. FVD wil abortus strenger beperken door de termijn te verkorten en een verplichte bedenktermijn in te voeren; over euthanasie wordt in het programma niets concreets gezegd. De partij legt de nadruk op het beschermen van het ongeboren leven, maar erkent individuele beslissingsvrijheid tot op zekere hoogte.
FVD wil abortus strenger reguleren dan nu het geval is, door de wettelijke termijn te verkorten naar 16 weken en een verplichte vijfdaagse bedenktermijn vanaf 8 weken in te voeren. Dit standpunt is restrictiever dan het huidige CDA-standpunt, dat doorgaans de bestaande wetgeving (24 weken, geen verplichte bedenktermijn) respecteert. FVD benadrukt hiermee het belang van zorgvuldigheid en waardigheid van het leven, maar erkent ook individuele keuzevrijheid binnen deze beperkingen.
“We beperken abortus tot zestien weken zwangerschap en stellen vanaf acht weken een verplichte vijfdaagse bedenktermijn in, zodat zorgvuldigheid en waardigheid van het leven samengaat met individuele beslissingsvrijheid.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma