De VVD wil het bestaande verbod op gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, uitbreiden tot een totaalverbod naar Frans en Belgisch voorbeeld. Daarnaast wil de partij het strafbaar maken om anderen te dwingen tot het dragen van gezichtsbedekkende kleding, met speciale aandacht voor meisjes op school. De VVD ziet het burkaverbod als een maatregel om integratie, veiligheid en de positie van vrouwen te beschermen.
De VVD pleit voor een algeheel verbod op gezichtsbedekkende kleding in navolging van Frankrijk en België, en wil dit binnen het Europees recht realiseren. Het huidige verbod wordt als onvoldoende gezien om integratie en veiligheid te waarborgen.
De VVD wil het niet alleen verbieden om gezichtsbedekkende kleding te dragen, maar ook het dwingen daartoe strafbaar stellen. Dit geldt expliciet ook voor meisjes op school, om hun vrijheid en veiligheid te beschermen.
“We maken het ook strafbaar om anderen te dwingen tot het dragen van gezichtsbedekkende kleding. Dit geldt ook voor meisjes op school.”
De VVD benadrukt het belang van een verbod op gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte als onderdeel van het veiligheidsbeleid en het beschermen van de seculiere samenleving.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding...”
BIJ1 is fel tegen het burkaverbod en wil het direct opheffen. Zij zien het verbod op gezichtsbedekkende kleding als een repressieve maatregel die de zelfbeschikking en vrijheid van moslims, met name vrouwen die een niqab of burka dragen, onnodig beperkt. BIJ1 pleit voor het afschaffen van alle verplichtingen en verboden die de keuzevrijheid rond kleding beperken.
BIJ1 wil het gedeeltelijke verbod op gezichtsbedekkende kleding (“niqab-verbod” of burkaverbod) direct opheffen, omdat zij dit zien als een discriminerende maatregel die moslims stigmatiseert en hun vrijheid beperkt. Het verbod wordt beschouwd als onderdeel van bredere wetgeving die moslims onterecht koppelt aan onveiligheid en wordt daarom expliciet genoemd als maatregel die moet worden ingetrokken.
BIJ1 koppelt het burkaverbod aan bredere anti-moslim wetgeving en wil alle regels die moslims onterecht associëren met onveiligheid intrekken. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere strijd tegen moslimhaat en discriminatie.
“Er komt een daadkrachtige aanpak tegen moslimhaat, dat rechtse politici na een jarenlange haatcampagne tegen moslims inmiddels normaliseerden. Wetten en regels die moslims onterecht koppelen aan onveiligheid trekken we in.”
BVNL is voor een seculiere staat en wil religieuze uitingen, zoals hoofddoeken en andere religieuze kledingstukken, verbieden in overheidsgebouwen. Daarnaast stelt BVNL expliciet dat politieagenten geen hoofddoek, tulband of keppel mogen dragen tijdens hun werk. Er wordt echter nergens expliciet gesproken over een algemeen burkaverbod in de publieke ruimte; het beleid richt zich op neutraliteit van de overheid en haar medewerkers.
BVNL wil dat de staat strikt seculier is en dat religieuze uitingen, waaronder hoofddoeken en andere religieuze kledingstukken, niet zijn toegestaan in overheidsgebouwen. Dit standpunt is gemotiveerd door het streven naar neutraliteit van de overheid en het voorkomen van religieuze beïnvloeding in publieke functies.
“De staat is seculier. Dat betekent dat, zoals in Frankrijk, in overheidsgebouwen geen hoofddoeken of anderszins zijn toegestaan.”
BVNL vindt dat politieagenten neutraal moeten zijn in hun uitingen en daarom geen religieuze symbolen mogen dragen, waaronder hoofddoeken, tulbanden of keppels, tijdens hun werk. Dit is bedoeld om de neutraliteit en het gezag van de politie te waarborgen.
“De politie is neutraal in haar uitingen, daarom kunnen agenten bijvoorbeeld geen hoofddoek, tulband of keppel dragen.”
NSC pleit voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, met enkele uitzonderingen om veiligheidsredenen. Het voorstel is gericht op het herstellen van gezag en het voorkomen van misbruik bij demonstraties en in voetbalstadions, waarbij strikte handhaving wordt nagestreefd.
NSC wil een algemeen verbod op gezichtsbedekkende kleding, zoals de boerka, invoeren. Dit verbod geldt met specifieke uitzonderingen, bijvoorbeeld voor demonstranten die om veiligheidsredenen hun gezicht moeten bedekken, zoals Iraanse dissidenten. Het doel is het herstellen van gezag en het tegengaan van misbruik van gezichtsbedekking bij demonstraties.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding, met uitzonderingen om veiligheidsredenen, zoals voor Iraanse dissidenten die demonstreren bij de Iraanse ambassade.”
Naast het algemene verbod wil NSC een specifiek, streng gehandhaafd verbod op gezichtsbedekkende kleding in voetbalstadions en onderzoekt uitbreiding naar de omgeving van stadions. Dit is bedoeld om relschoppers te kunnen herkennen en aan te pakken.
“Om relschoppers te herkennen en te pakken, moet er een landelijk verbod komen op gezichtsbedekkende kleding in voetbalstadions, met strikte handhaving. Daarnaast moet worden onderzocht of dit verbod ook rondom stadions kan gelden.”
De PVV pleit voor een algeheel boerkaverbod in Nederland, als onderdeel van een bredere inzet tegen zichtbare islamitische uitingen in de publieke ruimte. Dit voorstel wordt gepresenteerd als maatregel ter bescherming van de Nederlandse cultuur, identiteit en veiligheid, en gaat samen met andere verboden op islamitische symbolen en praktijken.
De PVV wil een volledig verbod op het dragen van de boerka in Nederland. Dit wordt gepresenteerd als een concrete maatregel om zichtbare islamitische uitingen in het publieke domein te beperken, met als doel de Nederlandse cultuur en waarden te beschermen. Het boerkaverbod wordt expliciet genoemd als onderdeel van een pakket aan maatregelen tegen islamitische symboliek en religieuze uitingen.
“We voeren een algeheel boerkaverbod in”
Naast het algemene boerkaverbod wil de PVV specifiek gezichtsbedekkende kleding verbieden bij demonstraties. Dit wordt gepresenteerd als een veiligheidsmaatregel om identificatie te vergemakkelijken en ordeverstoring tegen te gaan.
“Verbod op gezichtsbedekkende kleding en gebruik van het Arabisch en andere niet-westerse talen bij demonstraties”
BBB spreekt zich in het verkiezingsprogramma niet expliciet uit over een algemeen burkaverbod, maar pleit wel voor een verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties. Het standpunt richt zich op het waarborgen van openbare orde en veiligheid tijdens demonstraties, waarbij gezichtsbedekking – waaronder mogelijk ook de boerka valt – niet wordt toegestaan.
BBB wil dat tijdens demonstraties geen gezichtsbedekking wordt toegestaan, om handhaving en veiligheid te waarborgen. Dit standpunt is niet gericht op een algemeen burkaverbod in de samenleving, maar specifiek op situaties waarin demonstreren plaatsvindt.
“Verbod gezichtsbedekking bij demonstraties. We accepteren in het kader van handhaving geen bedekking van het gezicht bij demonstraties.”
Het CDA spreekt zich in het verkiezingsprogramma niet expliciet uit over een algemeen burkaverbod, maar benoemt wel het handhaven van het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties. Het programma legt de nadruk op het waarborgen van veiligheid en orde tijdens demonstraties, waarbij gezichtsbedekking niet is toegestaan. Er worden geen bredere voorstellen gedaan over een algemeen burkaverbod in de samenleving.
Het CDA wil het bestaande verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties strikt blijven handhaven. Dit standpunt is gericht op het waarborgen van de openbare orde en het faciliteren van handhaving tijdens demonstraties, niet op een algemeen verbod op gezichtsbedekking in het publieke domein.
“We handhaven het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties.”
De ChristenUnie steunt het verbod op gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, als onderdeel van het aanscherpen van demonstratieregels wanneer de orde of rechten van anderen ernstig worden verstoord. Dit standpunt wordt gepresenteerd in de context van het waarborgen van openbare orde en het tegengaan van intimidatie bij demonstraties.
De ChristenUnie pleit voor het handhaven van het verbod op gezichtsbedekkende kleding, zoals de boerka, vooral in situaties waar demonstraties de openbare orde verstoren of de rechten van anderen beperken. Dit wordt gezien als een maatregel om gerichter op te treden tegen verstoringen en intimidatie bij bijeenkomsten, en past binnen een bredere visie op het beschermen van vrijheden en het voorkomen van misbruik van demonstratierecht.
“Onderdeel daarvan is het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het zo mogelijk verhalen van schade op de organisatoren.”
DENK is fel tegen het burkaverbod en soortgelijke wetgeving die religieuze uitingen van moslims beperkt. Zij willen het niqaabverbod per direct intrekken en zien dit als een voorbeeld van islamofobe pestwetten die de vrijheid van religie schenden.
DENK beschouwt het burkaverbod (specifiek het niqaabverbod) als een discriminerende maatregel tegen moslims en pleit voor directe intrekking ervan. Zij zien deze wet als onderdeel van bredere islamofobe wetgeving die religieuze vrijheid aantast.
“Islamofobe pestwetten worden per direct ingetrokken. Dit geldt bijvoorbeeld voor de wet die informeel onderwijs onder toezicht stelt, het niqaabverbod en de wet toezicht op maatschappelijke organisaties.”
JA21 pleit voor een algeheel boerkaverbod in Nederland. Zij zien gezichtsbedekkende kleding als onwenselijk en willen dit volledig verbieden, waarmee ze verder gaan dan het huidige gedeeltelijke verbod. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere visie op integratie, veiligheid en het beschermen van Nederlandse normen en waarden.
JA21 wil een volledig verbod op het dragen van de boerka en andere gezichtsbedekkende kleding in Nederland. Zij beschouwen gezichtsbedekking als strijdig met openheid, veiligheid en de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Het voorstel is bedoeld om integratie te bevorderen en parallelle samenlevingen tegen te gaan.
“Een algeheel boerkaverbod.”
De Partij voor de Dieren is tegen het gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding (het zogeheten 'boerkaverbod') en wil dit verbod terugdraaien. Zij vinden dat mensen vrij moeten zijn om hun kledingkeuze te maken, ook uit religieuze overwegingen, en willen inclusiviteit en bescherming van individuele rechten waarborgen.
De PvdD wil het gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding (boerkaverbod) afschaffen, omdat zij vinden dat dit de vrijheid van religieuze expressie en persoonlijke keuze beperkt. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere visie op inclusiviteit en het tegengaan van discriminatie, waarbij ook ruimte is voor religieuze uitingen door bijvoorbeeld boa’s.
“Het gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding (boerkaverbod) wordt teruggedraaid.”
De SGP pleit niet voor een algemeen burkaverbod, maar wil gezichtsbedekkende kleding specifiek verbieden bij demonstraties. Hun belangrijkste voorstel is een verbod op gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties, met handhaving en bestraffing bij overtreding, om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.
De SGP wil gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, verbieden tijdens demonstraties. Dit wordt gemotiveerd vanuit het belang van openbare orde, veiligheid en het voorkomen van anonieme deelname aan protesten. Het voorstel is beperkt tot de context van demonstraties en is geen algemeen burkaverbod in de samenleving.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Personen die zich hier niet aan houden worden bestraft.”
Volt is tegen het verbod op religieuze uitingen zoals de hoofddoek voor ambtenaren en politieagenten, en spreekt zich daarmee impliciet uit tegen het burkaverbod. Hun visie is dat iedereen gelijke rechten moet hebben, ongeacht religie, en dat discriminatie op basis van religieuze kleding moet worden bestreden.
Volt verzet zich tegen het verbieden van religieuze kleding, waaronder de hoofddoek en vergelijkbare uitingen, voor mensen die bij de overheid werken. Dit standpunt adresseert het bredere probleem van discriminatie op basis van religie en impliceert verzet tegen het burkaverbod, omdat het dragen van religieuze kleding als een grondrecht wordt gezien.
“Volt is om die reden tegen het verbod op het dragen van een hoofddoek of andere religieuze uitingen voor politieagenten en andere mensen die bij de overheid werken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma