De Partij voor de Dieren (PvdD) beschouwt bomen als essentieel voor klimaat, biodiversiteit en leefbaarheid, en pleit voor massale aanplant en strenge bescherming van bestaande bomen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het planten van minimaal één boom per inwoner per jaar, het aanscherpen van kapvergunningen, en het wereldwijd stoppen van ontbossing voor onder andere veevoer en biomassa. De kern van hun visie is dat bomen onmisbaar zijn voor mens, dier en milieu, en daarom actief beschermd en uitgebreid moeten worden.
PvdD wil het aantal bomen in Nederland fors vergroten, zowel in natuurgebieden als in de bebouwde kom, om klimaatverandering tegen te gaan, biodiversiteit te bevorderen en steden leefbaarder te maken. Ze stellen een concreet doel van minimaal één nieuwe boom per inwoner per jaar en willen vergroening verplicht stellen bij nieuwbouw.
“Daarom gaan we massaal nieuwe bomen planten en oude bomen en bossen versterken en veel beter beschermen tegen kap en brand.”
“We planten massaal inheemse en klimaatbestendige ecosystemen, zoals bos- en duingebieden en kennen deze een beschermde status toe.”
“Daarom scherpen we criteria voor kapvergunningen flink aan en kiezen voor massale aanplant van bomen: ten minste één nieuwe boom per inwoner per jaar.”
“We planten een boom voor elke inwoner, daarmee zetten we 1% van Nederland in de schaduw.”
De partij wil bestaande bomen en bossen veel beter beschermen tegen kap, brand en verstoring. Kapvergunningen worden aangescherpt, verplaatsen krijgt altijd de voorkeur boven kappen, en er komen zware sancties op illegale kap.
“De vergunningverlening voor het kappen van bomen wordt aangescherpt. Wanneer een boom echt niet langer kan blijven staan, verdient verplaatsen altijd de voorkeur boven kappen.”
“Er komen zware sancties op het illegaal kappen van bomen.”
“Bestaande bossen worden echt beschermd. Dus geen kap voor houtproductie, dode bomen blijven liggen en dieren worden niet gestoord.”
“Een grote boom haalt CO2 uit de lucht, bevordert biodiversiteit, heeft een dempend effect bij wateroverlast en droogte en werkt bij hitte net zo verkoelend als tien airco’s: niet kappen, maar planten dus.”
PvdD wil dat Nederland direct stopt met het faciliteren van wereldwijde ontbossing, onder andere door import van soja, palmolie en hout voor biomassa, en pleit voor internationale bescherming van bossen.
“Wat de Partij voor de Dieren betreft stopt Nederland direct met deze praktijken en starten we met het wereldwijd echt beschermen van bossen.”
“Nederland speelt een belangrijke rol in de wereldwijde ontbossing. Honderden miljoenen dieren in de Nederlandse veehouderij wordt dagelijks soja gevoerd, afkomstig van plantages waarvoor tropisch regenwoud is gekapt.”
“En voor het verbranden van hout voor energie in onze biomassacentrales worden bomen gekapt in natuurgebieden in Estland en de VS.”
De partij wil dat steden en dorpen radicaal vergroenen, met meer bomen, groene daken en gevels, en het vervangen van versteende oppervlakken door groen.
“Ook in steden en dorpen zijn bomen van groot belang. Eén grote boom koelt net zo goed als tien airco’s.”
“Waarbij we naast het aanleggen van natuurgebieden ook juist bomen in de bebouwde kom aanplanten.”
“Gemeenten geven het goede voorbeeld door enkel biologisch gekweekte planten aan te planten en op veel te versteende plekken tegels weg te halen die plaatsmaken voor groen.”
FVD wil de massale bomenkap voor biomassa en natuurherstelprojecten stoppen en juist méér bomen planten, ook in stedelijke gebieden. Zij pleiten voor particulier bosbeheer en ondersteunen private natuurinitiatieven, zolang deze ondernemers niet beperken. De partij ziet bomen vooral als onderdeel van een praktisch, door mensen beheerd cultuurlandschap, niet als instrument voor ideologisch natuurbeleid.
FVD verzet zich tegen het grootschalig kappen van bomen voor biomassacentrales en natuurherstelprojecten, omdat zij dit zien als schadelijk en ineffectief. Ze willen bossen behouden en niet opofferen voor wat zij “schijnoplossingen” noemen.
FVD wil actief inzetten op het planten van meer bomen, met nadruk op vergroening van steden. Dit moet bijdragen aan een groenere leefomgeving en het welzijn van burgers.
De partij vindt dat particulieren beter in staat zijn om bossen te beheren dan de overheid. Zij zien particuliere eigenaren als verantwoordelijke beheerders van hun land.
“We laten bosbeheer in grotere mate over aan particulieren, omdat zij bewezen verantwoordelijkheid nemen voor hun land.”
FVD ondersteunt particuliere initiatieven en verenigingen voor natuurbehoud, zolang deze geen beperkingen opleggen aan ondernemers in de omgeving.
“We ondersteunen particuliere initiatieven en verenigingen die zich inzetten voor natuurbehoud, mits zij ondernemers in de omgeving niet beperken.”
BVNL vindt het belangrijk dat er meer bomen komen, vooral in stedelijke gebieden, vanwege de positieve effecten op milieu, biodiversiteit en leefbaarheid. De partij staat ook positief tegenover natuurlijke bosvorming, bijvoorbeeld wanneer heide of zandvlaktes spontaan veranderen in bos. BVNL koppelt het planten van bomen expliciet aan stedelijke ontwikkeling en ziet meer groen als een manier om steden leefbaarder en koeler te maken.
BVNL wil actief meer bomen planten binnen stedelijke gebieden om het milieu te verbeteren en steden leefbaarder te maken. Ze zien vergroening als een concrete maatregel tegen hittestress en als stimulans voor biodiversiteit en een betere leefomgeving voor inwoners.
“We gaan zorgen dat er binnenstedelijk meer bomen worden geplant. Meer bomen is goed voor ons milieu.”
“Er moeten meer bomen komen. Bij stedelijke ontwikkeling wordt hiermee rekening gehouden...”
“Er moet meer groen in steden komen. Steden zijn te warm in de zomer terwijl groen een bewezen afkoelend effect heeft. Groene lanen zijn goed voor de biodiversiteit, leefomgeving en leefbaarheid. Zo wordt het beter leefbaar voor stedelingen en dorpelingen.”
BVNL heeft geen bezwaar tegen het spontaan ontstaan van bos op plekken zoals heide of zandvlaktes, en ziet dit als een natuurlijke ontwikkeling die niet per se bestreden hoeft te worden.
De SP wil Nederland groener maken door grootschalig bomen te planten en het groen in woonwijken fors uit te breiden. Hun belangrijkste voorstellen zijn een Nationaal Bomenplan waarbij voor iedere Nederlander een boom wordt geplant, het invoeren van een landelijke groennorm en het stimuleren van bomenaanplant door boeren. De partij ziet bomen als essentieel voor biodiversiteit, klimaatadaptatie en leefbaarheid.
De SP stelt voor om voor elke Nederlander een boom te planten, waarmee meer dan 100 duizend hectare bos wordt toegevoegd. Dit plan is bedoeld om biodiversiteit te herstellen, het klimaat te verbeteren, stikstofproblemen aan te pakken en steden leefbaarder en koeler te maken.
“Met een Nationaal Bomenplan planten we voor elke Nederlander een boom. Zo kunnen we meer dan 100 duziend hectare bos bijplanten. Door slim bossen te planten kunnen we verschillende problemen tegelijk aanpakken: de achteruitgang van biodiversiteit, klimaat en stikstof.”
“Daarom planten we een boom voor iedere inwoner en voeren we een landelijke groennorm in, als onderdeel van een groots 25jarenplan om elke wijk in Nederland groener en leefbaarder te maken.”
De SP wil dat elke wijk minimaal 30% groenoppervlak krijgt en dat vanuit elk huis minstens drie bomen zichtbaar zijn. Dit moet bijdragen aan verkoeling, gezondheid en leefbaarheid, vooral in versteende en oververhitte stedelijke gebieden.
“Elke wijk krijgt minimaal 30 procent groenoppervlak, elke woning ligt op maximaal driehonderd meter van een groene plek, en drie bomen moeten zichtbaar zijn vanuit elk huis.”
“Straten met bomen zijn tot twee graden koeler. In parken is het verschil nog groter: tot wel acht graden in vergelijking met versteende pleinen.”
De SP wil de bosregeling voor boeren terugbrengen, zodat zij met subsidie bomen kunnen aanplanten op hun land. Dit stimuleert vergroening van het platteland en ondersteunt boeren bij de transitie naar een duurzamere bedrijfsvoering.
“Ook moet de bosregeling voor boeren terugkomen, zodat zij met subsidie bomen kunnen aanplanten op hun land.”
De ChristenUnie ziet bomen als essentieel voor biodiversiteit, leefbaarheid en het tegengaan van hittestress, zowel in natuurgebieden als in stedelijke omgevingen. Ze pleiten voor meer bosaanplant in natuurgebieden en extra bomen in steden, dorpen en langs infrastructuur, met duidelijke aandacht voor het behoud en de uitbreiding van groen. Concrete voorstellen zijn onder meer het voltooien van het Natuurnetwerk Nederland met bosaanplant en het verplicht opnemen van bomen in gemeentelijke omgevingsplannen.
De ChristenUnie wil natuurgebieden robuuster maken door extra bosaanplant, als onderdeel van het versterken van biodiversiteit en het voltooien van het Natuurnetwerk Nederland. Dit is gericht op het behoud van soorten en het herstel van ecosystemen.
“Het Natuurnetwerk Nederland wordt voltooid met speciale aandacht voor bosaanplant, kruidenrijk grasland, houtwallen en moerassen.”
De partij benadrukt het belang van bomen in stedelijke en dorpsomgevingen om hittestress te verminderen, de luchtkwaliteit te verbeteren en de leefbaarheid te vergroten. Gemeenten moeten in hun plannen expliciet ruimte reserveren voor bomen, en er komen meer bomen op bedrijventerreinen, luchthavens en langs wegen.
“Gemeenten houden meer ruimte in hun omgevingsplannen voor groenstroken, bomen, water en parken.”
“Er komen meer bomen en struiken op en rond bedrijventerreinen, luchthavens en langs (snel)wegen.”
“Er wordt rekening gehouden met zaken zoals lokaal klimaat, voldoende schaduw door bomen, tegengaan van verstening en stedelijke oververhitting.”
BIJ1 wil het aantal bomen in Nederlandse steden fors uitbreiden en natuurvriendelijk aanplanten, als onderdeel van een breder biodiversiteits- en natuurbeleid. Ze pleiten voor een nationaal bomenplan en stellen het belang van bomen en ecosystemen centraal in hun visie op klimaatrechtvaardigheid en leefomgeving. Daarnaast willen ze ontbossing tegengaan door een verbod op de import, handel en doorvoer van producten die leiden tot ontbossing.
BIJ1 ziet het vergroten van het aantal bomen als essentieel voor biodiversiteit, leefbaarheid en het tegengaan van hittestress, vooral in stedelijke gebieden. Ze willen dit realiseren via een nationaal bomenplan en door natuurvriendelijke aanplant, waarmee ze inzetten op structurele vergroening van de leefomgeving.
“Er komt een nationaal bomenplan om het aantal bomen in Nederlandse steden fors uit te breiden en natuurvriendelijk aan te planten.”
Om mondiale ontbossing en de negatieve impact op bossen en bomen tegen te gaan, stelt BIJ1 een algeheel verbod voor op de import, handel en doorvoer van producten die bijdragen aan ontbossing. Ze zijn kritisch op compensatiebossen als schijnoplossing.
“Er komt een algeheel verbod op de import, handel en doorvoer van producten die leiden tot ontbossing. Hierbij wordt kritisch gekeken naar het aanplanten van compensatiebossen als schijnoplossing.”
D66 ziet bomen als essentieel onderdeel van een gezonde, groene leefomgeving en stedelijke klimaatadaptatie. Hun belangrijkste concrete voorstel is de invoering van de 3-30-300 regel voor steden: iedereen moet 3 bomen kunnen zien vanuit huis of werk, minimaal 30% van de wijkoppervlakte moet bedekt zijn met bomen, en iedereen woont op maximaal 300 meter van natuur. D66 koppelt het planten en behouden van bomen direct aan het verbeteren van leefbaarheid, biodiversiteit en het weerbaar maken van steden tegen extreem weer.
D66 wil de leefbaarheid en klimaatbestendigheid van steden vergroten door het aantal bomen en de toegankelijkheid van natuur te verhogen. De 3-30-300 regel is een concreet meetbaar beleidsvoorstel dat gericht is op vergroening, verkoeling en het versterken van biodiversiteit in stedelijke gebieden. Dit standpunt adresseert zowel de directe zichtbaarheid van bomen als de structurele vergroening van wijken.
“Voor steden hanteren we de 3-30-300 regel. Iedereen moet vanuit huis of werk 3 bomen kunnen zien, in wijken is minimaal 30% van de oppervlakte bedekt door bomen en iedereen woont op maximaal 300 meter van natuur.”
D66 koppelt het behoud en de aanplant van bomen aan bredere klimaatadaptieve bouwnormen. Bomen worden gezien als essentieel voor het tegengaan van hitte, wateroverlast en droogte in de gebouwde omgeving. Dit standpunt benadrukt de rol van bomen als natuurlijke infrastructuur bij het toekomstbestendig maken van steden.
“Bij de bouw van woningen, infrastructuur en industrie moet verplicht rekening worden gehouden met wateroverlast, hitte, droogt en bodemdaling. Dit klimaatadaptief bouwen wordt de norm.”
DENK benoemt het belang van natuurbehoud en investeringen in natuurgebieden, maar noemt nergens expliciet "bomen" of concrete voorstellen specifiek gericht op bomen. Hun beleid richt zich breder op natuur, vergroening en bescherming van natuurgebieden, zonder specifieke aandacht voor bomen als afzonderlijk thema.
DENK wil investeren in natuurgebieden en de natuur beschermen, met aandacht voor het verminderen van schadelijke stoffen. Dit beleid is gericht op het behoud en de verbetering van de natuur in brede zin, waar bomen impliciet onderdeel van uitmaken, maar zonder specifieke maatregelen voor bomen.
“Meer investeren in onze natuurgebieden. Wij willen dat Nederlanders kunnen genieten van prachtige natuur en wij staan voor investeringen om onze natuur te beschermen. Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”
“DENK staat voor de bescherming van onze natuur. Wij zien het als een verplichting om goed om te gaan met onze leefomgeving.”
GroenLinks-PvdA ziet bomen als essentieel voor het leefbaar houden van steden en dorpen, het tegengaan van klimaatverandering en het versterken van biodiversiteit. De partij wil grootschalig nieuwe bomen en bossen aanplanten, vooral als onderdeel van bredere landschapsherstel- en klimaatadaptatiemaatregelen. Investeringen in schaduwrijke bomen en landschapselementen zijn concrete speerpunten in hun beleid.
GroenLinks-PvdA wil op grote schaal nieuwe bomen en bossen aanplanten als onderdeel van natuurherstel, klimaatadaptatie en het versterken van het landschap. Dit moet bijdragen aan biodiversiteit, schaduw, waterbeheer en het tegengaan van hittestress in stedelijke gebieden.
De VVD erkent het belang van bomen voor biodiversiteit en een gezonde leefomgeving, vooral door het aanplanten van inheemse bomen en struiken in steden en daarbuiten. Tegelijkertijd benadrukt de partij dat vergroening hand in hand moet gaan met economische groei en woningbouw, waarbij regels rond natuurbescherming niet onnodig woningbouw mogen vertragen. De VVD wil vergroening stimuleren, maar kiest voor een pragmatische balans tussen natuur en andere maatschappelijke belangen.
De VVD wil de leefomgeving vergroenen door het aanplanten van inheemse bomen en struiken, als maatregel tegen de achteruitgang van biodiversiteit en ter uitvoering van Europese natuurwetgeving. Dit moet bijdragen aan een gezonde balans tussen natuur en economie, waarbij ondernemers en bedrijven ook een rol krijgen.
“We vergroenen onze leefomgeving, zowel in de steden als daarbuiten, door bijvoorbeeld inheemse bomen en struiken aan te planten. Zo gaan we de achteruitgang van de biodiversiteit in Nederland tegen en geven wij uitvoering aan de Europese Natuurherstelwet, waarbij natuurdoelen moeten worden afgewogen tegen andere belangen.”
De VVD vindt dat bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken en bedrijvigheid voldoende ruimte moet zijn voor bomen, parken en schaduw, als onderdeel van duurzame en leefbare wijken. Tegelijkertijd wil de partij regels en procedures rond natuurbescherming schrappen als deze woningbouw onnodig vertragen.
“Ook in stedelijke gebieden moet er voldoende ruimte zijn voor bomen, parken en schaduw.”
Volt ziet bomen als essentieel voor een gezonde leefomgeving, klimaatadaptatie en het tegengaan van hittestress. Hun belangrijkste concrete voorstellen zijn het ondersteunen van gemeenten bij de 3-30-300-regeling (meer bomen zichtbaar en schaduw in steden) en het actief planten van meer bomen en planten in de EU om CO₂ uit de lucht te halen. Volt koppelt bomenbeleid direct aan klimaatneutraliteit, biodiversiteit en leefbaarheid in stedelijke gebieden.
Volt wil gemeenten ondersteunen bij het realiseren van de 3-30-300-regel: drie bomen zichtbaar vanuit elk huis, 30% schaduw van bomen in de straat, en maximaal 300 meter tot verkoelend groen. Dit moet bijdragen aan verkoeling, gezondheid en leefbaarheid in stedelijke gebieden.
“We ondersteunen gemeenten bij het realiseren van de 3-30-300 regeling in steden. 3 bomen zichtbaar vanuit elk huis, 30% van de straat heeft schaduw van bomen en het is maximaal 300 meter naar het dichtstbijzijnde parkje met verkoelende vergroening.”
Volt pleit voor het actief planten van meer bomen en planten in de EU, met als doel niet alleen klimaatneutraliteit in 2040, maar ook het actief verwijderen van broeikasgassen uit de lucht. Bomen worden hier expliciet gekoppeld aan klimaatmitigatie.
“We planten meer bomen en planten in de EU. Zodat we in 2040 niet alleen volledig klimaatneutraal zijn, maar broeikasgassen dan ook actief uit de lucht halen.”
Het NSC-verkiezingsprogramma noemt bomen niet expliciet als zelfstandig beleidsdoel, maar onderstreept het belang van natuur, biodiversiteit en landschapselementen zoals houtwallen en hagen. Concrete voorstellen over bomen ontbreken; het beleid richt zich vooral op het beschermen van natuur en het verbeteren van het landschap, waarbij bomen slechts indirect worden genoemd als onderdeel van bredere landschapselementen.
NSC erkent het belang van landschapselementen voor natuur en biodiversiteit, waaronder houtwallen en hagen, die vaak uit bomen bestaan. Het beschermen van deze elementen is onderdeel van hun bredere visie op natuurbehoud en landschapskwaliteit, maar er zijn geen specifieke maatregelen of doelen voor het planten of behouden van bomen als zodanig.
“Hierbij koesteren we ook landschapselementen zoals houtwallen, hagen en kwelders.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma