Het CDA-verkiezingsprogramma 2025 bevat geen expliciet standpunt of concreet beleidsvoorstel over het boerkaverbod. Er wordt nergens direct verwezen naar het boerkaverbod, gezichtsbedekkende kleding, of aanverwante regelgeving. Het programma benadrukt wel het belang van discriminatiebestrijding, gelijke behandeling en respect voor religieuze diversiteit, maar zonder specifieke verwijzing naar het boerkaverbod.
Het CDA-programma benoemt het boerkaverbod niet en doet geen concrete voorstellen voor het handhaven, uitbreiden of afschaffen ervan. De partij richt zich op bredere thema’s zoals discriminatiebestrijding en godsdienstvrijheid, maar zonder deze te koppelen aan gezichtsbedekkende kleding of het boerkaverbod.
“We treden hard op tegen elke vorm van discriminatie en stereotypering, onder meer van moslims.”
“We onderschrijven het belang van een gelijkwaardige positie van vrouwen in onze samenleving.”
“We staan pal voor godsdienstvrijheid, we geloven in de kracht van saamhorigheid, maar keuren het af als die vrijheid wordt misbruikt om haat, verdeeldheid of parallelle samenlevingen te bevorderen.”
De VVD wil het bestaande verbod op gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, uitbreiden tot een totaalverbod naar Frans en Belgisch voorbeeld. Daarnaast wil de partij het strafbaar maken om anderen te dwingen tot het dragen van gezichtsbedekkende kleding, met speciale aandacht voor meisjes op school. De VVD ziet het boerkaverbod als een maatregel ter bescherming van vrijheid, gelijkheid en integratie in Nederland.
De VVD pleit voor een algeheel verbod op gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte, geïnspireerd door het beleid in Frankrijk en België. Dit moet de zichtbaarheid en veiligheid in de samenleving vergroten en bijdragen aan integratie.
De VVD wil het niet alleen bij een verbod laten, maar ook het dwingen tot het dragen van gezichtsbedekkende kleding strafbaar stellen. Dit geldt expliciet ook voor meisjes op school, om hun zelfbeschikking en vrijheid te beschermen.
“We maken het ook strafbaar om anderen te dwingen tot het dragen van gezichtsbedekkende kleding. Dit geldt ook voor meisjes op school.”
BIJ1 is fel tegen het boerkaverbod en wil het verbod op gezichtsbedekkende kleding direct opheffen. Zij zien het verbod als een repressieve maatregel die de vrijheid van religieuze expressie en zelfbeschikking aantast, en koppelen het aan bredere anti-moslimwetgeving die zij willen terugdraaien.
BIJ1 pleit voor het onmiddellijk afschaffen van het verbod op gezichtsbedekkende kleding, inclusief het zogeheten boerkaverbod. Zij beschouwen dit verbod als een onnodige, repressieve verplichting die de rechten van moslims en de vrijheid van zelfbeschikking schendt. Het opheffen van het boerkaverbod wordt expliciet genoemd als onderdeel van hun strijd tegen moslimhaat en discriminatie.
NSC pleit voor een algemeen verbod op gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, met enkele uitzonderingen om veiligheidsredenen. Het verbod wordt expliciet genoemd als maatregel om het gezag te herstellen en de openbare orde te waarborgen, met specifieke aandacht voor demonstraties en voetbalstadions.
NSC wil een verbod op gezichtsbedekkende kleding, zoals de boerka, invoeren in het publieke domein. Dit wordt gemotiveerd vanuit het belang van veiligheid, het handhaven van gezag en het voorkomen van misbruik bij demonstraties. Er worden uitzonderingen gemaakt voor situaties waarin gezichtsbedekking noodzakelijk is om veiligheidsredenen, bijvoorbeeld voor Iraanse dissidenten bij demonstraties.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding, met uitzonderingen om veiligheidsredenen, zoals voor Iraanse dissidenten die demonstreren bij de Iraanse ambassade.”
Naast het algemene verbod wil NSC een specifiek, streng gehandhaafd verbod op gezichtsbedekkende kleding in voetbalstadions. Dit is bedoeld om relschoppers te kunnen identificeren en de veiligheid te vergroten, met de mogelijkheid om het verbod uit te breiden naar de omgeving van stadions.
“Er moet een landelijk verbod komen op gezichtsbedekkende kleding in voetbalstadions, met strikte handhaving. Daarnaast moet worden onderzocht of dit verbod ook rondom stadions kan gelden.”
De PVV pleit voor een algeheel boerkaverbod in Nederland. Dit betekent dat het dragen van de boerka volledig verboden wordt, als onderdeel van bredere maatregelen tegen zichtbare islamitische uitingen in de publieke ruimte. De partij koppelt dit aan het beschermen van de Nederlandse cultuur en het tegengaan van islamitische invloed.
De PVV wil het dragen van de boerka volledig verbieden in Nederland. Dit voorstel wordt gepresenteerd als onderdeel van een bredere inzet tegen islamitische symbolen en uitingen in de openbare ruimte, met als doel de Nederlandse identiteit te beschermen en zichtbare islamitische invloed terug te dringen.
De Partij voor de Dieren wil het gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding (het boerkaverbod) terugdraaien. Zij vinden dat iedereen vrij moet zijn om religieuze uitingen te dragen, ook in publieke functies zoals bij boa’s. Het partijstandpunt is gericht op het bevorderen van inclusiviteit en het tegengaan van discriminatie op basis van religieuze kleding.
De PvdD is tegen het huidige boerkaverbod en wil dat mensen vrij zijn om gezichtsbedekkende kleding te dragen, ook in publieke ruimtes. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere visie op inclusiviteit, vrijheid van religieuze expressie en het bestrijden van discriminatie.
BBB spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit over een algemeen boerkaverbod, maar pleit wel voor een verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties. Het programma benadrukt het belang van handhaving van de openbare orde en veiligheid, waarbij gezichtsbedekking niet wordt geaccepteerd in het kader van demonstraties. Over een breder verbod op boerka’s of niqaabs in de publieke ruimte wordt niet gesproken.
BBB wil dat bij demonstraties geen gezichtsbedekking wordt toegestaan, met het oog op handhaving van de openbare orde en veiligheid. Dit standpunt richt zich specifiek op het voorkomen van anonieme deelname aan demonstraties, niet op een algemeen verbod op religieuze gezichtsbedekking in het publieke domein.
“Verbod gezichtsbedekking bij demonstraties. We accepteren in het kader van handhaving geen bedekking van het gezicht bij demonstraties.”
BVNL spreekt zich in het verkiezingsprogramma niet expliciet uit over een boerkaverbod, maar pleit wel voor een seculiere staat en het verbieden van religieuze uitingen zoals hoofddoeken in overheidsgebouwen. Het programma bevat geen concrete voorstellen voor een algemeen boerkaverbod in de publieke ruimte, maar benadrukt het belang van neutraliteit van de overheid en het beperken van religieuze symbolen binnen overheidsinstellingen.
BVNL wil dat de staat strikt seculier is en volgt hierin het Franse model, waarbij religieuze uitingen zoals hoofddoeken niet zijn toegestaan in overheidsgebouwen. Dit standpunt richt zich op het waarborgen van neutraliteit van de overheid en het voorkomen van religieuze beïnvloeding in de publieke sector, maar betreft alleen overheidsgebouwen en niet de gehele publieke ruimte.
“De staat is seculier. Dat betekent dat, zoals in Frankrijk, in overheidsgebouwen geen hoofddoeken of anderszins zijn toegestaan.”
De ChristenUnie steunt het verbod op gezichtsbedekkende kleding, waaronder de boerka, als onderdeel van het aanscherpen van demonstratievoorwaarden en het beschermen van de openbare orde. Zij zien dit als een maatregel om verstoringen en beperkingen van rechten en vrijheden van anderen tegen te gaan, en plaatsen het in de context van het waarborgen van een vreedzame samenleving.
De ChristenUnie wil het bestaande verbod op gezichtsbedekkende kleding, zoals de boerka, behouden en expliciet inzetten als onderdeel van het beleid om demonstraties die de orde verstoren of de rechten van anderen beperken, gerichter aan te pakken. Dit standpunt wordt gemotiveerd vanuit het belang van openbare orde en het beschermen van de rechten en vrijheden van anderen.
“Onderdeel daarvan is het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het zo mogelijk verhalen van schade op de organisatoren.”
DENK is fel tegen het boerkaverbod (niqaabverbod) en wil deze wet per direct intrekken. Zij zien het verbod als een islamofobe pestwet die de vrijheid van religieuze uiting onnodig beperkt en discriminatie in de hand werkt. DENK pleit voor het beschermen van religieuze vrijheden en het terugdraaien van wetten die specifiek moslims benadelen.
DENK beschouwt het boerkaverbod als een discriminerende en islamofobe maatregel die de vrijheid van religieuze uiting schaadt. Zij willen deze wet onmiddellijk afschaffen om gelijke behandeling en religieuze vrijheid te waarborgen.
“Islamofobe pestwetten worden per direct ingetrokken. Dit geldt bijvoorbeeld voor de wet die informeel onderwijs onder toezicht stelt, het niqaabverbod en de wet toezicht op maatschappelijke organisaties.”
JA21 pleit voor een algeheel boerkaverbod in Nederland. Zij zien gezichtsbedekkende kleding als onwenselijk en willen dit volledig verbieden, waarmee ze inzetten op zichtbaarheid en veiligheid in de samenleving. Het voorstel is concreet en expliciet gericht op een wettelijk verbod op het dragen van de boerka.
JA21 wil een totaalverbod op het dragen van de boerka in Nederland. Dit standpunt is ingegeven door zorgen over zichtbaarheid, veiligheid en het waarborgen van open communicatie in de publieke ruimte. Het voorstel is expliciet en zonder uitzonderingen geformuleerd.
“Een algeheel boerkaverbod.”
De SGP pleit voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties, waarmee zij impliciet ook het dragen van een boerka in deze context willen verbieden. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere inzet op het waarborgen van de openbare orde en veiligheid tijdens demonstraties. Buiten de context van demonstraties wordt geen expliciet standpunt over een algemeen boerkaverbod ingenomen.
De SGP wil gezichtsbedekkende kleding, waaronder boerka’s, verbieden bij demonstraties om de openbare orde te handhaven en identificatie mogelijk te maken. Dit voorstel richt zich specifiek op het voorkomen van anonieme deelname aan protesten die kunnen uitmonden in dreiging of dwang.
“Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Personen die zich hier niet aan houden worden bestraft.”
Volt spreekt zich niet expliciet uit over het boerkaverbod, maar is duidelijk tegen het verbieden van religieuze uitingen zoals de hoofddoek voor ambtenaren. Hun visie is dat iedereen gelijke rechten moet hebben, ongeacht religie, en dat discriminatie op basis van religieuze uitingen actief bestreden moet worden. Volt kiest voor inclusie en het beschermen van individuele vrijheden, ook in de publieke sector.
Volt verzet zich tegen het verbieden van religieuze uitingen, zoals het dragen van een hoofddoek, voor ambtenaren en politieagenten. Dit standpunt is relevant voor het boerkaverbod, omdat het een bredere afwijzing van kledingverboden op religieuze gronden impliceert. Volt ziet dergelijke verboden als discriminerend en strijdig met gelijke behandeling.
“Volt is om die reden tegen het verbod op het dragen van een hoofddoek of andere religieuze uitingen voor politieagenten en andere mensen die bij de overheid werken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma