De SP is kritisch op het uitkopen van boeren als standaardoplossing en kiest in plaats daarvan voor een rechtvaardige transitie waarbij de lasten vooral bij agroconcerns, supermarkten en banken worden gelegd. De partij wil dat de overheid actief ingrijpt op de grondmarkt en boeren ondersteunt bij omschakeling naar duurzame landbouw, zonder dat het aantal boeren afneemt.
De SP verwerpt het idee van grootschalige uitkoop van boeren en pleit voor een systeem waarbij boeren juist behouden blijven en ondersteund worden bij de overgang naar duurzame landbouw. De verantwoordelijkheid voor de kosten van deze transitie wordt gelegd bij de grote ketenpartijen die van het oude systeem hebben geprofiteerd.
“Niet de individuele boer, maar de agroconcerns, supermarkten en banken die decennialang hebben verdiend aan schaalvergroting en overproductie, gaan meebetalen aan deze omslag.”
“De SP maakt die omslag rechtvaardig: niet minder boeren, maar minder dieren en meer grip op hoe we zorgen voor onze grond, ons voedsel en ons land.”
“Omschakelaars krijgen de eerste jaren financiële steun.”
In plaats van boeren uit te kopen, wil de SP dat de overheid actief ingrijpt op de grondmarkt om grond beschikbaar te houden voor duurzame boeren en jonge starters. Uitkoop wordt niet als hoofdinstrument genoemd; het accent ligt op publieke regie en het tegengaan van speculatie.
“De overheid grijpt actief in op de grondmarkt, zodat gronden beschikbaar blijven voor boeren die duurzaam en in balans met hun omgeving willen werken.”
“Er komt een Publiek Landfonds dat landbouwgrond opkoopt en beschikbaar stelt aan jonge en startende boeren die willen werken aan een circulaire en duurzame landbouw.”
De SP wil boeren inkomenszekerheid bieden tijdens de omschakeling naar duurzame landbouw, in plaats van ze uit te kopen of te laten verdwijnen. Dit gebeurt via inkomensondersteuning en beloning voor ecosysteemdiensten.
“Boeren krijgen toegang tot inkomensondersteuning in tijden van crisis, bijvoorbeeld bij misoogsten door droogte of overstromingen, zodat zij bestaanszekerheid houden.”
“Boeren worden beloond voor het leveren van ecosysteemdiensten, zoals waterberging, biodiversiteit en koolstofvastlegging, naast hun voedselproductie.”
BBB is fel tegen het gedwongen uitkopen of onteigenen van boeren en pleit voor het behoud van boerenbedrijven als kern van voedselzekerheid en plattelandseconomie. De partij wil geen gedwongen uitkoop, verplaatsing of extensivering op basis van stikstof, maar kiest voor maatwerk, innovatie en vrijwillige oplossingen. BBB benadrukt dat beleid boeren perspectief moet bieden en dat voedselzekerheid altijd voorop moet staan.
BBB verzet zich expliciet tegen het gedwongen uitkopen, onteigenen of verplaatsen van boeren als instrument voor stikstof- of natuurbeleid. De partij ziet dit als schadelijk voor voedselzekerheid, familiebedrijven en het platteland. BBB wil dat extensiveringsmaatregelen alleen in uiterste noodzaak en op vrijwillige basis worden ingezet.
“Geen gedwongen onteigening. Geen gedwongen onteigening of gedwongen uitkoop, gedwongen verplaatsing of gedwongen extensivering op basis van stikstof.”
“BBB kiest voor realistisch beleid zonder gedwongen maatregelen, met ruimte voor boeren, vissers en voedselproducenten om te blijven doen waar ze goed in zijn.”
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn, net zomin als je een kip vraagt om geen ei meer te leggen.”
BBB koppelt het afwijzen van gedwongen uitkoop direct aan het belang van voedselzekerheid en het bieden van toekomstperspectief aan boeren. De partij stelt dat het verdwijnen van boerenbedrijven leidt tot verlies van voedselproductie, werkgelegenheid en plattelandsleefbaarheid.
“Het op grote schaal verdwijnen van agrariërs en vissers en daarmee aanverwante bedrijven is een grote zorg.”
“Boeren verdienen toekomstperspectief, geen afbraakbeleid.”
“We kiezen niet voor klimaatgekte, maar voor klimaatrealisme: beleid dat werkt, uitvoerbaar is en draagvlak heeft. Onze boeren verdienen waardering geen wantrouwen.”
Het CDA kiest niet expliciet voor het grootschalig uitkopen van boeren, maar richt zich op het stimuleren van grondmobiliteit en het ondersteunen van jonge boeren via regionale grondbanken en herverkaveling. Uitkopen wordt niet als hoofdinstrument genoemd; de partij zet vooral in op vrijwillige verschuiving van gronden, langjarig structuurbeleid en het faciliteren van bedrijfsopvolging, met oog voor toekomstperspectief en behoud van voedselzekerheid.
Het CDA wil grondmobiliteit bevorderen door regionale grondbanken op te richten en wettelijke herverkaveling mogelijk te maken. Dit moet de vrijwillige verschuiving van gronden van stoppende boeren zonder opvolgers naar jonge, blijvende boeren vergemakkelijken, in plaats van directe uitkoop. Het doel is een toekomstbestendige landbouwsector zonder gedwongen onteigening.
“Om grondmobiliteit te creëren komen er regionale grondbanken onder de regie van regionale landinrichtingscommissies om zo herinrichting van landbouw en natuur te creëren.”
“Gronden en bedrijfslocaties van boeren zonder bedrijfsopvolgers moeten met behulp van regie en stimulerende regelingen vanuit de overheid, worden verschoven naar de (jonge) boeren die door willen.”
“We zetten in op het bestaande landinrichtingsinstrumentarium, zoals wettelijke herverkaveling.”
Het CDA wil met langjarig beleid en stimulerende regelingen drempels voor bedrijfsopvolging verlagen, zodat jonge boeren kunnen blijven ondernemen. Uitkopen wordt niet als doel genoemd; het accent ligt op het faciliteren van overnames en het bieden van perspectief aan blijvende boeren.
Het CDA wil het Stikstoffonds herstellen om de transitie in de agrarische sector mogelijk te maken. Hoewel uitkopen niet expliciet wordt genoemd, kunnen middelen uit dit fonds indirect worden ingezet voor vrijwillige beëindiging of verplaatsing van bedrijven.
“We herstellen het Stikstoffonds, zodat ruime middelen beschikbaar zijn om de noodzakelijke transitie in de agrarische sector en natuurbeheer mogelijk te maken.”
BIJ1 wil boeren op een sociaal verantwoorde manier uitkopen als onderdeel van een snelle en rechtvaardige aanpak van de stikstofcrisis en het afbouwen van de bio-industrie. Ze pleiten voor directe openstelling van een uitkoopregeling, waarbij recht wordt gedaan aan boeren die door overheidsbeleid tot schaalvergroting zijn aangezet, en koppelen dit aan bredere structurele hervormingen in de landbouwsector.
BIJ1 vindt het noodzakelijk om snel een uitkoopregeling te openen voor boeren, met nadruk op sociale rechtvaardigheid, omdat veel boeren door decennialang overheidsbeleid tot schaalvergroting zijn gestimuleerd. De uitkoop moet boeren perspectief bieden en bijdragen aan het oplossen van de stikstofcrisis en het afbouwen van de veestapel.
“We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren. Dit moet op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting is.”
“Deze vertraging zet Nederland op slot en heeft een grote impact op onze natuur, woningbouw en industrie. Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd. Dit moet echter op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting was. We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
Naast vrijwillige uitkoop wil BIJ1 ook sluiting en onteigening van grote intensieve veehouderijen (megastallen) om de bio-industrie af te bouwen. Dit is onderdeel van hun bredere visie om de veestapel fors te verkleinen en de landbouw te verduurzamen.
“De bio-industrie willen we afbouwen en uiteindelijk zien verdwijnen. Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
Wanneer boeren stoppen, wil BIJ1 dat een Nationale Grondbank als eerste grond en rechten kan kopen, zodat deze kunnen worden verpacht aan biologische, agro-ecologische boeren. Dit voorkomt speculatie en ondersteunt de gewenste landbouwtransitie.
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond en van dieren- en emissierechten. Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
FVD is fel tegen zowel gedwongen als ‘vrijwillige’ uitkoop van boeren, inclusief het gebruik van belastinggeld hiervoor. Hun kernvoorstel is het volledig schrappen van het stikstofbeleid en het waarborgen dat boeren kunnen blijven boeren zonder overheidsdwang of financiële prikkels om te stoppen.
FVD verzet zich principieel tegen elke vorm van uitkoop van boeren, of dit nu gedwongen gebeurt of zogenaamd ‘vrijwillig’ met belastinggeld. Zij zien dit als schadelijk voor de agrarische sector en de nationale voedselvoorziening, en pleiten voor het behoud van boerenbedrijven zonder inmenging van de overheid.
“We gaan nooit over tot gedwongen onteigening van boeren en ook niet tot ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld, zodat de agrarische sector in Nederland behouden blijft.”
“We verzetten ons tegen gedwongen onteigening en ook tegen ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld; behoud van de agrarische sector staat voorop.”
“Gedwongen onteigening, ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld en het beperken van de veestapel horen niet thuis in een gezond landbouwbeleid.”
FVD koppelt hun afwijzing van uitkoop direct aan het volledig afschaffen van het stikstofbeleid. Zij stellen dat er geen stikstofcrisis is en dat boeren gewoon moeten kunnen blijven boeren, waarmee uitkoop overbodig wordt.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
NSC wil het uitkopen van boeren beperken tot intensieve veehouderij in concentratiegebieden en is tegen gedwongen uitkoop. Ze stoppen met de huidige aanpak van piekbelasters en richten toekomstige opkoopprogramma’s op stoppers en verouderde bedrijven, met nadruk op vrijwilligheid en perspectief voor jonge en duurzame boeren.
NSC verschuift de focus van het opkoopbeleid naar vrijwillige uitkoop van intensieve veehouderijen in concentratiegebieden, waarbij geen nieuwe megastallen worden toegestaan. Dit moet bijdragen aan een meer grondgebonden, circulaire landbouw en het verminderen van milieudruk, zonder jonge of duurzame boeren te benadelen.
“In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen.”
“Toekomstige opkoopprogramma’s spitsen zich toe op concentratiegebieden, stoppers en verouderde bedrijven. Voor jonge boeren, duurzame boeren en bedrijven moet er een toekomst zijn; zij worden met een transitieplan ondersteund.”
NSC is expliciet tegen gedwongen uitkoop van boeren en wil rechtszekerheid en bescherming voor grondeigenaren waarborgen. Uitkoop moet altijd op vrijwillige basis plaatsvinden, met oog voor de belangen van de sector en het platteland.
“We zijn tegen gedwongen uitkoop.”
NSC wil af van de huidige opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het rekenmodel Aerius. Ze pleiten voor een meer praktijkgerichte, integrale benadering waarbij ook andere doelen en belangen worden meegewogen.
“We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius.”
De SGP is tegen gedwongen uitkoop van boeren en wil dat stoppen van agrarische bedrijven uitsluitend op vrijwillige basis gebeurt, met goede financiële voorwaarden. Ze pleiten voor vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen en verzetten zich expliciet tegen onteigening of het intrekken van rechtmatig verleende vergunningen.
De SGP vindt dat boeren niet gedwongen mogen worden hun bedrijf te verkopen of te stoppen; uitkoop moet altijd vrijwillig zijn. Ze benadrukken het belang van eigendomsbescherming en verzetten zich tegen het makkelijker maken van onteigening of het intrekken van vergunningen. Dit standpunt is ingegeven door het belang van rechtszekerheid en het beschermen van boeren tegen overheidsdwang.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag alleen als uiterste redmiddel, met volledige schadeloosstelling.”
“Onteigening moet zeker niet makkelijker gemaakt worden. De SGP vindt goede bescherming van grondeigendom belangrijk.”
De SGP ondersteunt vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen als instrument om milieudoelen te halen, maar wijst generieke of verplichte maatregelen af. Ze zien vrijwillige regelingen als een manier om boeren perspectief te bieden zonder hen te dwingen te stoppen.
“De spanning op de mestmarkt kan omlaag door een vorm van derogatie, volledige verrekening van gasvormige stikstofverliezen en vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen, niet door een generieke korting op fosfaatrechten.”
De SGP wil dat boeren die vrijwillig stoppen financieel worden ondersteund, onder andere door fiscale voordelen bij bedrijfsbeëindiging. Dit moet het voor boeren aantrekkelijker maken om vrijwillig te stoppen en geeft blijvende boeren perspectief.
“De fiscale afrekening voor stoppende landbouwbedrijven gaat omlaag door deze aanslag op korte termijn aanzienlijk te beperken en deze korting daarna langzaam weer te verminderen. Het geeft perspectief voor blijvers.”
De ChristenUnie kiest nadrukkelijk voor het behouden van boerenbedrijven door te sturen op emissiereductie en innovatie, in plaats van het grootschalig uitkopen van boeren. Boeren krijgen bedrijfsspecifieke doelen en worden ondersteund bij verduurzaming, waarbij uitkoop slechts als laatste redmiddel wordt gezien als doelen niet worden gehaald. De partij wil zo het verdwijnen van boerenbedrijven beperken en belastinggeld efficiënter inzetten.
De ChristenUnie verwerpt het huidige beleid waarin het uitkopen van boeren centraal staat en kiest voor doelsturing op emissies, innovatie en extensivering. Uitkoop wordt alleen als uiterste consequentie genoemd wanneer boeren onvoldoende bijdragen aan de gestelde doelen. Dit beleid moet het aantal bedrijfsbeëindigingen beperken en is volgens de partij effectiever en goedkoper.
“Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven. De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.”
“Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie.”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
JA21 is fel tegen de gedwongen uitkoop van boeren en noemt het uitkopen van boeren voor miljarden euro’s “waanzinnig kostbaar” en ineffectief voor de natuur. In plaats daarvan pleit de partij voor vrijwillige regelingen, technologische innovatie en maatwerk per regio, met nadruk op rechtszekerheid en economische ruimte voor boeren.
JA21 verzet zich expliciet tegen het gedwongen uitkopen van boeren, omdat dit volgens de partij weinig oplevert voor de natuur en extreem duur is. Zij zien dit als symboolpolitiek en pleiten voor alternatieven die boeren perspectief bieden.
“Het lukraak uitkopen van boeren voor miljarden euro’s is waanzinnig kostbaar en doet feitelijk weinig voor onze natuur. JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
“Wij staan voor toekomstbestendige sectoren en verzetten ons tegen symboolpolitiek en gedwongen uitkoop van boeren.”
In plaats van uitkoop wil JA21 inzetten op technologische innovatie, fiscale stimulansen en vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen, vooral nabij Natura2000-gebieden. De partij ziet pragmatisme en maatwerk als de weg vooruit.
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
De Partij voor de Dieren wil het aantal dieren in de veehouderij drastisch verminderen en ziet het uitkopen van boeren als een tijdelijke, gerichte maatregel, vooral gericht op megastallen. Hun voorkeur ligt bij het ondersteunen van boeren om over te schakelen naar plantaardige en biologische landbouw, waarbij subsidies en begeleiding worden ingezet in plaats van generieke uitkoop. Uitkoop wordt alleen expliciet genoemd voor megastallen in het kader van stikstof- en klimaataanpak.
De PvdD noemt het gericht opkopen van megastallen als een concrete maatregel om de stikstof- en klimaatproblemen aan te pakken. Dit is de enige expliciete verwijzing naar het daadwerkelijk uitkopen van boeren, en het betreft uitsluitend de grootste en meest vervuilende bedrijven.
“Deze stallen zullen als eerste opgekocht worden in het kader van de stikstof- en klimaataanpak.”
De partij wil boeren vooral helpen omschakelen naar biologische en plantaardige productie, met inzet van subsidies en begeleiding, in plaats van breed uitkopen. Uitkoop is dus niet het primaire instrument; de focus ligt op transitie en toekomstperspectief voor boeren.
“De honderden miljoenen euro’s aan landbouwsubsidies uit de huidige begroting worden gebruikt om boeren te helpen overschakelen naar biologische, plantaardige productie. Daarna worden de subsidies afgeschaft.”
“Door boeren te helpen overschakelen naar plantaardige landbouw komt er veel grond vrij die we veel beter kunnen verdelen.”
De VVD kiest niet voor het verplicht uitkopen van boeren, maar wil boeren vooral perspectief bieden door middel van vrijwillige regelingen, innovatie en doelsturing op emissiereductie. Uitkopen wordt alleen als vrijwillige optie genoemd binnen een bredere gebiedsgerichte aanpak, waarbij het behoud van ondernemerschap en het verminderen van onzekerheid voor boeren centraal staan.
De VVD ziet vrijwillige uitkoop als één van de instrumenten binnen een gebiedsgerichte aanpak om stikstofuitstoot te verminderen, maar legt de nadruk op vrijwilligheid en het bieden van alternatieven zoals innovatie en nieuwe verdienmodellen. Het doel is om boeren perspectief te bieden en onzekerheid te verminderen, niet om gedwongen uitkoop als hoofdroute te hanteren.
“uitvoering waarbij de gebiedsgerichte aanpak centraal staat, onder meer met ruimtelijke ordeningsinstrumentarium, ondersteuning van nieuwe verdienmodellen, vrijwillige regelingen en gerichte inzet van middelen voor agrarisch natuurbeheer.”
De VVD wil boeren vooral ruimte geven om zelf te kiezen hoe zij aan emissiereductie voldoen, bijvoorbeeld via innovatie, managementmaatregelen of extensivering. Uitkopen wordt niet als standaardoplossing gepresenteerd; het beleid richt zich op het behouden van ondernemerschap en het bieden van keuzemogelijkheden.
“Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
“We gaan bezien hoe we vrijwillige en extra emissiereducties kunnen belonen.”
Volt is voorstander van een uitkoopregeling voor boeren die niet kunnen of willen verduurzamen, met als uitgangspunt vrijwillige uitkoop waar mogelijk en verplichte uitkoop als het echt niet anders kan. De partij wil dat de overheid het recht op eerste koop van grond krijgt, zodat deze grond kan worden ingezet voor natuurvriendelijke landbouw. Volt streeft naar snelle duidelijkheid voor agrarische ondernemers en koppelt uitkoop aan voorwaarden voor extensivering en natuurherstel.
Volt biedt boeren die niet kunnen verduurzamen een uitkoopregeling, waarbij vrijwillige uitkoop de voorkeur heeft, maar verplichte uitkoop mogelijk is als het noodzakelijk is. Dit moet zorgen voor snelle duidelijkheid en perspectief voor boeren, en bijdragen aan het behalen van natuur- en stikstofdoelen.
“Volt biedt de bedrijven die niet in staat zijn te verduurzamen een uitkoopregeling. We hanteren daarbij het principe: een vrijwillige uitkoopregeling daar waar mogelijk, een verplichte uitkoopregeling als het echt niet anders kan. We streven ernaar om z.s.m. duidelijkheid te scheppen voor de agrarische ondernemers. We nemen een beslissing zodra dat kan en zijn daar duidelijk over.”
Volt wil dat de overheid het recht op eerste koop van grond krijgt via een grondbank, zodat grond van stoppende boeren kan worden ingezet voor extensieve en natuurvriendelijke landbouw. Dit voorkomt speculatie en zorgt dat uitkoop bijdraagt aan de gewenste landbouwtransitie.
“Daarnaast richten we een grondbank op en zorgen we ervoor dat de overheid het recht op eerste koop van grond heeft. Zo kan grond van boeren die met hun bedrijf stoppen, worden opgekocht, en tegen een lagere prijs en met voorwaarden voor een natuurvriendelijke bedrijfsvoering uitgegeven worden aan boeren die willen extensiveren.”
Volt erkent dat niet alle boeren kunnen omschakelen naar natuurinclusieve, circulaire landbouw en wil hen ruimhartig financieel compenseren voor eerdere, onuitvoerbare overheidsbeloftes.
“Landbouwers voor wie dit niet mogelijk is, worden ruimhartig financieel gecompenseerd voor de eerdere, onuitvoerbare, beloftes van de overheid.”
50PLUS spreekt in haar verkiezingsprogramma haar trots uit over de Nederlandse boeren en benadrukt het belang van een goed toekomstperspectief voor jonge agrariërs, maar doet géén concrete voorstellen voor het uitkopen van boeren. Het programma richt zich vooral op het ondersteunen van boeren die willen vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel, zonder expliciet het uitkopen van boeren als beleidsmaatregel te noemen.
50PLUS kiest ervoor om boeren te ondersteunen die willen vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel, in plaats van het actief uitkopen van boeren. Het programma benadrukt het belang van een concurrerend landbouwbeleid en het bieden van perspectief aan jonge ondernemers, maar noemt geen uitkoopregelingen of gedwongen opkoop.
BVNL is fel tegen het uitkopen van boeren, zowel verplicht als "vrijwillig" door de overheid. Zij willen het huidige stikstofbeleid volledig afschaffen en vinden het onnodig en onwenselijk om landbouwgrond met belastinggeld op te kopen en aan de natuur terug te geven. BVNL pleit voor het behoud van boerenbedrijven en ziet geen enkele reden om boeren uit te kopen.
BVNL verwerpt het uitkopen van boeren als beleidsinstrument, omdat zij het onnodig vinden om landbouwgrond met belastinggeld op te kopen en terug te geven aan de natuur. Zij stellen dat het stikstofbeleid direct moet worden afgeschaft, zodat boeren hun werk kunnen blijven doen zonder overheidsingrijpen. Dit standpunt is expliciet en concreet geformuleerd.
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
DENK is voorstander van het verminderen van stikstofuitstoot en wil hiervoor inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren. Gedwongen uitkoop wordt alleen als uiterste middel niet uitgesloten. De partij benadrukt dat bewezen en effectieve innovaties in de landbouw ook ondersteund moeten worden.
DENK wil de stikstofuitstoot terugdringen door boeren vrijwillig uit te kopen, waarbij gedwongen uitkoop slechts als laatste redmiddel wordt gezien. De partij kiest hiermee voor een aanpak die boeren perspectief biedt en innovatie stimuleert, maar sluit ingrijpen niet volledig uit als het noodzakelijk blijkt.
“Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
Naast uitkoopregelingen wil DENK dat bewezen en effectieve innovaties in de landbouw die tot vergroening leiden, actief worden ondersteund. Dit biedt boeren alternatieven en draagt bij aan het behalen van milieudoelen zonder uitsluitend op uitkoop te focussen.
“Bewezen en effectieve innovaties in de landbouw die tot vergroening leiden moeten worden ondersteund.”
GroenLinks-PvdA wil boeren gericht uitkopen, vooral intensieve veehouders nabij natuurgebieden, om natuurherstel en woningbouw mogelijk te maken. Ze zijn bereid tot gedwongen uitkoop als vrijwillige maatregelen onvoldoende zijn, met prioriteit voor piekbelasters. Het uitkopen van boeren wordt gezien als noodzakelijk om de stikstofuitstoot te verminderen en de vergunningverlening voor woningbouw weer op gang te brengen.
GroenLinks-PvdA pleit voor het gericht uitkopen van intensieve veehouders, met name rondom kwetsbare natuurgebieden, om de stikstofuitstoot snel te verminderen en ruimte te creëren voor woningbouw. Indien nodig zijn ze bereid tot dwingende of gedwongen uitkoop, vooral bij piekbelasters, als vrijwillige maatregelen niet snel genoeg effect hebben.
“Rondom natuurgebieden als de Veluwe en de Peel starten we direct met het uitkopen van intensieve veehouders zodat binnen een half jaar de vergunningverlening voor woningbouw weer loopt.”
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
De PVV is fel tegen elke vorm van gedwongen uitkoop of onteigening van boeren. Hun belangrijkste voorstel is om boeren juist te beschermen, Natura 2000-regels te versoepelen en stikstofdoelen te verzwakken, zodat boeren kunnen blijven produceren en niet hoeven te worden uitgekocht.
De PVV verzet zich expliciet tegen het uitkopen of onteigenen van boeren, omdat zij vinden dat boeren essentieel zijn voor de Nederlandse voedselvoorziening en cultuur. Volgens de partij zijn de huidige stikstof- en natuureisen te streng en moeten deze worden versoepeld, zodat boeren niet hoeven te verdwijnen.
D66 ziet het uitkopen van boeren niet als een doel op zich, maar als een instrument om de overgang naar een duurzamere, natuurinclusieve en minder intensieve landbouw te ondersteunen. Uitkoop moet volgens D66 altijd gekoppeld zijn aan gebiedsgerichte doelen en duurzame toekomstplannen voor de sector, en niet willekeurig plaatsvinden. De partij wil boeren vooral helpen bij de omslag naar duurzame landbouw, waarbij uitkoop alleen wordt ingezet als onderdeel van een breder, toekomstgericht beleid.
D66 beschouwt het uitkopen van boeren niet als een op zichzelf staand doel, maar als een middel om de landbouwsector te verduurzamen en natuurinclusiever te maken. Uitkoop wordt alleen overwogen als het direct bijdraagt aan gebiedsgerichte doelen en toekomstbestendige plannen, en niet als willekeurige opkoop. Hiermee wil D66 voorkomen dat uitkoop een generiek middel wordt zonder duidelijke richting of effectiviteit.
“D66 ziet uitkoop van boeren niet als doel op zich. Uitkoop is een instrument dat de omslag naar een natuurinclusieve en minder intensieve landbouw moet ondersteunen. We willen boeren helpen die omslag te maken. Niet met willekeurige opkoop. Wel met een nieuw voorstel dat uitkoop nadrukkelijk verbindt aan doelen per gebied en aan duurzame plannen voor de toekomst van de sector.”