Volt wil dat boeren overstappen naar duurzame, biologische en natuurinclusieve landbouw, met een eerlijke prijs voor hun producten en minder milieuschade. Ze pleiten voor strengere regels voor intensieve veehouderij, stimuleren innovatie en samenwerking, en willen boeren financieel ondersteunen bij de transitie. De kern van hun visie is een toekomstbestendige landbouw die mens, natuur en economie in balans brengt.
Volt vindt dat de huidige landbouw te veel druk legt op natuur en gezondheid, en wil boeren ondersteunen bij de omschakeling naar duurzame, biologische en circulaire landbouw. Ze willen dat boeren eerlijk beloond worden voor natuur- en diervriendelijke keuzes en dat de sector toekomstbestendig wordt gemaakt door innovatie en kennisdeling.
“Boeren en de natuur moeten samenwerken en elkaar versterken. De landbouw van nu legt een te grote druk op de natuur en brengt risico’s voor onze gezondheid.”
“We ondersteunen de overstap naar duurzame landbouw en zorgen dat ondernemers een eerlijke prijs krijgen voor hun producten.”
“Grondgebonden, biologisch, circulair en natuurinclusief boeren passen binnen onze visie, die gericht is op terugdringen van het gebruik van krachtvoer, kunstmest en pesticiden.”
“Ook worden boeren beter beloond voor natuur- en diervriendelijke keuzes zoals kruidenrijk grasland, ecologische akkerranden, agroforestry, extensivering en weidegang.”
“Volt wil naar een Europees landbouwbeleid waarin we subsidies voor grondgebruik afbouwen en boeren belonen die investeren in zaken als koolstofopslag, natuurherstel, klimaatmitigatie en -adaptatie en maatregelen ter bevordering van biodiversiteit.”
Volt wil het aantal dieren per hectare beperken, megastallen verbieden en intensieve veehouderij alleen toestaan waar het ecologisch verantwoord is. Ze pleiten voor een slimme indeling van landbouwtypes in Nederland en de EU, zodat boeren duidelijkheid krijgen over waar welke vorm van landbouw mogelijk is.
“Er komt een maximaal aantal dieren per hectare. Dit getal ligt lager in de buurt van natuurgebieden.”
“De intensieve veehouderij past niet in een milieu- en diervriendelijke landbouw.”
“Volt wil een verbod op megastallen.”
“We willen voor de EU een nieuw landschapskader ontwikkelen: een slimme indeling van landbouwtypes. Zo komen intensieve bedrijven op plekken waar dat kan, en natuurvriendelijke boeren op locaties waar dat beter past. Dit maakt het landschap gezonder, verbetert de natuur en het water en geeft boeren duidelijkheid en een toekomst.”
Volt stimuleert innovatie zoals precisielandbouw en biopesticiden, en wil dat kennis breed gedeeld wordt. Ze willen dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor duurzame producten, onder andere door een Europees ecolabel en onderzoek naar prijsmechanismen.
“We zetten in op innovaties die de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren, zoals biopesticiden.”
“We bevorderen innovatie zoals precisielandbouw. We willen dat die nieuwe kennis maximaal gedeeld wordt in de EU door toegankelijke en laagdrempelige landbouwvoorlichting gebaseerd op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.”
“De prijs van voedsel moet de werkelijke kosten weerspiegelen, dus ook rekening houden met de kosten van negatieve effecten van een product op het milieu, dierenwelzijn of de samenleving. Dit maakt het voor consumenten makkelijker om te kiezen voor duurzame producten en boeren krijgen een eerlijkere prijs voor hun product.”
“Er komt een Europees ecolabel dat duurzaamheidseisen meeneemt en bepaalt wat een eerlijke prijs is voor een product.”
Volt wil boeren financieel ondersteunen bij de overstap naar natuurinclusieve, circulaire landbouw en ruimhartig compenseren als eerdere overheidsbeloftes onuitvoerbaar blijken.
“Landbouwers voor wie dit niet mogelijk is, worden ruimhartig financieel gecompenseerd voor de eerdere, onuitvoerbare, beloftes van de overheid.”
“De Rijksoverheid helpt boeren en tuinders door het delen van kennis, innovatie en het opzetten van coöperaties op het gebied van alternatieven voor bestrijdingsmiddelen zoals natuurlijke gewasbescherming en groene middelen, en op het gebied van bezuinigende innovaties zoals precisielandbouw, robotica en strokenteelt.”
De SGP kiest nadrukkelijk voor het behoud van het agrarisch familiebedrijf en een duurzaam verdienmodel voor boeren, met oog voor voedselzekerheid en respect voor natuur en dierenwelzijn. De partij wil boeren ruimte en tijd geven om te verduurzamen, pleit voor minder regeldruk, behoud van fiscale voordelen, en eerlijke concurrentie. Concrete voorstellen zijn onder meer het versterken van het verdienmodel, het aanpassen van belastingregels, het stimuleren van kringlooplandbouw, en bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken.
De SGP vindt dat boeren alleen kunnen verduurzamen als hun verdienmodel gezond is. Daarom pleit de partij voor behoud van fiscale voordelen, toegankelijke steunregelingen voor jonge boeren, en het aanpassen van belastingregels aan de landbouwpraktijk. Dit moet bedrijfsovername en investeringen in verduurzaming mogelijk maken.
“Wie rood staat, kan niet groen zijn. We maken ons sterk voor een duurzaam verdienmodel voor boeren en tuinders.”
“De winstbelasting voor landbouwbedrijven gaat beter aansluiten op de landbouwpraktijk, bijvoorbeeld door te rekenen met het voortschrijdend gemiddelde over enkele jaren. Er komt een fiscale investeringsreserve voor investeringen in stalvernieuwing voor milieu en dierenwelzijn.”
“De SGP wil behoud van fiscale voordelen voor de land- en tuinbouw, zoals de landbouwvrijstelling, en van steunregelingen voor jonge boeren.”
“Bedrijfsovername wordt gefaciliteerd door het verminderen van administratieve drempels en toegankelijke steunregelingen.”
De SGP wil dat Nederlandse boeren niet op achterstand worden gezet door internationale handelsakkoorden of oneerlijke concurrentie. Import van voedsel dat niet aan Europese eisen voldoet moet worden belast, en boeren moeten sterker staan tegenover supermarktketens.
“Handelsakkoorden mogen onze boeren niet op achterstand zetten. Import van voedsel dat niet volgens de Europese maatlat voor voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieu geproduceerd is, wordt belast en zoveel mogelijk geweerd, waarbij de opbrengst zoveel mogelijk wordt geïnvesteerd in verduurzaming van de landbouw.”
“Het mededingingsbeleid wordt zo aangepast dat de duizenden agrarische ondernemers eenvoudiger een vuist kunnen maken tegenover het handjevol inkooporganisaties van supermarktketens.”
De partij vindt dat de regeldruk voor boeren te hoog is en wil meer doelvoorschriften in plaats van stapeling van regels. Boeren moeten kunnen kiezen voor eenvoudige regels of doelsturing met meer ruimte, ondersteund door een agrarische autoriteit.
“De land- en tuinbouw is de sector met de hoogste regeldruk. De SGP wil werkbaar beleid, toekomstperspectief voor de duizenden agrarische gezinsbedrijven en meer doelvoorschriften in plaats van een stapeling middelvoorschriften.”
“De SGP stelt in het mest- en emissiebeleid een twee sporen aanpak voor: een boer kan kiezen voor eenvoudige regels en minder ruimte, of voor doelvoorschriften in combinatie met de Kringloopwijzer, een afrekenbare stoffenbalans, gerichte metingen en certificering, en meer ruimte.”
“Er komt een agrarische autoriteit, vergelijkbaar met de Autoriteit Diergeneesmiddelen, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van doelsturing.”
De SGP ziet kringlooplandbouw als essentieel voor zowel boer als milieu. Investeringen in verduurzaming moeten terugverdiend kunnen worden, en het Investeringsfonds Duurzame Landbouw wordt versterkt.
“Kringlopen is werken voor boer en milieu... werken aan minder grondstoffengebruik, minder verliezen naar het milieu en beter gebruik van reststromen, zonder onszelf te verliezen in niet reëel wensdenken.”
“Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw dat ondernemers middels investeringssteun, omschakelvergoedingen en garantstellingen helpt bij verduurzaming wordt versterkt.”
“Overheid en ketenpartijen zorgen ervoor dat investeringen in verbetering van dierenwelzijn terugverdiend kunnen worden.”
De SGP wil vruchtbare landbouwgronden zoveel mogelijk behouden voor voedselproductie en blijvende landbouwbedrijven voldoende ruimte geven om door te gaan.
BBB ziet boeren als de ruggengraat van de Nederlandse voedselvoorziening en pleit voor bescherming van het boerenbedrijf, met nadruk op voedselzekerheid, innovatie en minder regeldruk. De partij verzet zich tegen gedwongen krimp van de sector en wil boeren perspectief bieden door behoud van derogatie, het schrappen van nationale koppen op Europees beleid en het centraal stellen van vakkennis. BBB kiest voor realistisch, uitvoerbaar beleid dat boeren ruimte en vertrouwen geeft om duurzaam te produceren.
BBB beschouwt boeren als essentieel voor voedselzekerheid, economie en landschap, en wil hen beschermen tegen beleid dat hun voortbestaan bedreigt. De partij benadrukt het belang van productie op eigen bodem en ziet het behoud van boeren als strategisch voor Nederland.
“Boeren, tuinders, vissers en telers vormen al generaties lang de ruggengraat van onze voedselvoorziening en het landschap waarin we leven.”
“We zetten ons in voor realistisch natuurbeleid dat uitgaat van samenwerking met boeren, niet van het wegjagen ervan.”
“Boeren verdienen toekomstperspectief, geen afbraakbeleid.”
“Onze boeren verdienen waardering geen wantrouwen. Zij zijn geen vervuilers, maar verzorgers van het land.”
BBB wil nationale koppen op Europees beleid schrappen, innovatie stimuleren en boeren handelingsperspectief bieden bij verduurzaming. De partij pleit voor beleid dat aansluit bij de praktijk en ruimte geeft aan boeren om via innovatie en vakmanschap bij te dragen aan natuurherstel en voedselzekerheid.
“BBB wil de nationale koppen op Europees beleid schrappen en meer ruimte bieden aan boeren om via innovatie, vakmanschap en grondgebonden werken bij te dragen aan natuurherstel én voedselzekerheid.”
“Boeren moeten handelingsperspectief krijgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering, zodat zij met vertrouwen kunnen investeren in milieuvriendelijke methoden.”
“Innovatie krijgt de ruimte die het verdient, procedures worden aangepast en innovatiemiddelen zo ingericht dat nieuwe vindingen snel juridisch houdbaar toegepast kunnen worden en doelen worden gehaald.”
BBB verzet zich tegen de afbouw van derogatie en wil deze behouden om verantwoord mestgebruik mogelijk te houden. Dit moet boeren zekerheid geven en bijdragen aan een duurzame landbouwsector.
“De derogatie voor grasland moet behouden blijven en boeren moeten vertrouwen krijgen in natuurbeheer, zodat zij hun bedrijfsvoering duurzaam kunnen voortzetten.”
“Alles wordt op alles gezet om de afbouw van de huidige derogatie terug te draaien en met de EU tot betere en wel werkbare normen en afspraken te komen.”
BBB stelt voedselzekerheid centraal in het beleid en wil dat alle maatregelen worden getoetst op hun impact op de voedselvoorziening. Het verdwijnen van boeren wordt gezien als een bedreiging voor nationale veiligheid en bestaanszekerheid.
“Een stabiele en betaalbare voedselvoorziening begint bij een sterke, toekomstbestendige landbouw en visserijsector. Daarom staat voedselzekerheid voortaan centraal in beleid, met een eigen directie op het ministerie en een stevig afwegingskader bij ruimtelijke keuzes.”
“Als we niet staan voor onze eigen boeren, verliezen we meer dan alleen voedselproductie. We verliezen grip op onze bestaanszekerheid.”
BBB wil dat boeren, als professionals met vakkennis, centraal staan in het beleid. De partij pleit voor doelsturing in plaats van middelsturing en wil dat boeren het roer in handen krijgen bij de uitvoering van landbouwbeleid.
“De vakkennis van boeren, tuinders, telers en vissers staat daarom centraal: we gaan van middel naar doelsturing. De boer staat hierbij aan het roer.”
Het CDA wil boeren een langjarig en voorspelbaar toekomstperspectief bieden, met nadruk op voedselzekerheid, gezonde bedrijfsvoering en ondersteuning van jonge boeren. Ze pleiten voor structurele overheidsregie, regionale grondbanken, financiële stimulansen voor duurzame landbouw en het herstellen van het Stikstoffonds. De partij benadrukt samenwerking in de keten en wil regelgeving vereenvoudigen en meer op doelen sturen.
Het CDA vindt het belangrijk dat boeren, en met name jonge boeren, zekerheid krijgen over hun toekomst door langjarig beleid, overheidsregie en ondersteuning bij bedrijfsovername. Dit moet bijdragen aan voedselzekerheid en een gezonde landbouwsector, waarbij grond en middelen gericht worden ingezet voor boeren die willen doorgaan.
“Het Rijk geeft langjarig commitment om fatsoenlijke bedrijfsvoering en gezonde bedrijven mogelijk te maken. Ook milieugebruiksruimte wordt vastgesteld voor de lange termijn.”
“Gronden en bedrijfslocaties van boeren zonder bedrijfsopvolgers moeten met behulp van regie en stimulerende regelingen vanuit de overheid, worden verschoven naar de (jonge) boeren die door willen.”
“Er moet aandacht zijn voor een perspectief voor (jonge) boeren door te onderzoeken hoe we drempels kunnen verlagen om als opvolger door te gaan.”
“We willen focus op het behoud van maatwerk voor lidstaten. We willen daarin aandacht voor overnames door jonge boeren, de Europese voedselstrategie en innovatiegelden om de landbouw verder te verduurzamen.”
Het CDA wil dat boeren eerlijk worden beloond, onder andere via langjarige contracten voor agrarisch natuurbeheer en door ketenpartijen te verplichten hun verantwoordelijkheid te nemen. Ook pleiten ze voor regionale grondbanken en het herintroduceren van ondersteunende organisaties om de sector toekomstbestendig te maken.
“Voor boeren en vissers een eerlijke prijs voor het voedsel dat ze produceren, ruimte om te kunnen ondernemen, grond die betaalbaar is.”
“Ook ketenpartijen – zoals supermarkten, verwerkers en banken – moeten hun verantwoordelijkheid nemen en boeren helpen bij de transitie naar duurzame landbouw, ook financieel.”
“We willen langjarige contracten voor agrarisch natuurbeheer waarin een fatsoenlijke prijs voor de verrichte werkzaamheden wordt betaald.”
“Om grondmobiliteit te creëren komen er regionale grondbanken onder de regie van regionale landinrichtingscommissies om zo herinrichting van landbouw en natuur te creëren.”
“Wij herintroduceren de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de productschappen 2.0. Hierdoor ontstaat er meer balans in de keten en wordt de organisatie- en slagkracht vergroot.”
Het CDA wil af van grillige regelgeving en kiest voor langjarige, voorspelbare doelsturing. Ze willen het Stikstoffonds herstellen om boeren te ondersteunen bij de noodzakelijke transitie en sturen op emissienormen per bedrijf, waarbij koplopers worden beloond.
“In de wet- en regelgeving stappen we over naar langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. De overheid stelt alleen heldere en meetbare normen en investeert in handhaving daarvan.”
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf. Hiermee belonen we koplopers en ligt er een grotere opgave bij bedrijven die nog meer moeten doen.”
“We herstellen het Stikstoffonds, zodat ruime middelen beschikbaar zijn om de noodzakelijke transitie in de agrarische sector en natuurbeheer mogelijk te maken.”
De PVV ziet boeren als het hart van Nederland en wil hen maximale ruimte geven om te produceren, innoveren en concurreren. De partij verzet zich fel tegen stikstofregels, Natura 2000-gebieden en gedwongen uitkoop of onteigening van boeren, en wil nationale voedselvoorziening prioriteren. Concrete voorstellen zijn onder meer het schrappen van stikstofregels, het verhogen van stikstofnormen, het legaliseren van PAS-melders, het invoeren van een keurmerk voor Nederlandse producten en het versoepelen van EU-regels.
De PVV beschouwt boeren als essentieel voor voedselzekerheid en de Nederlandse economie. De partij wil boeren weer ruimte geven om te produceren en concurreren, en stelt voor om een vrijwillig keurmerk voor Nederlandse producten in te voeren. Het doel is om de nationale voedselvoorziening op 1 te zetten en boeren te beschermen tegen buitenlandse concurrentie.
“Onze boeren, tuinders en vissers staan onder grote druk, maar feit is: ze zijn onmisbaar. Geen boeren, geen eten. Het is van groot belang dat we onze voedselvoorziening zoveel mogelijk in eigen land houden. Wij geven boeren weer ruimte om te produceren, innoveren en concurreren.”
“Laat boeren doen waar ze goed in zijn: gezonde producten van Nederlandse bodem maken om trots op te zijn. De PVV wil dat die producten niet worden weggeconcurreerd, maar behouden blijven.”
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Keurmerk Promotie van Vaderlands Voedsel (PVV) voor producten van eigen bodem”
De PVV ziet stikstofregels en Natura 2000-gebieden als het grootste probleem voor boeren. De partij wil deze regels schrappen of versoepelen, het aantal Natura 2000-gebieden verminderen of verkleinen, en de stikstofnormen verhogen. Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren wordt uitgesloten.
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels. Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Versoepeling van de Brusselse regels; verminderen van het aantal natuurgebieden met Natura 2000-status en/of verkleinen van gebieden”
“Rekenkundige ondergrens voor stikstof ophogen”
“Kritische depositiewaarden uit de wet”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is absoluut een no-go”
“PAS-melders krijgen onmiddellijk een vergunning”
De PVV wil dat boeren hun producten rechtstreeks aan consumenten kunnen verkopen zonder onnodige regels, registraties of btw-heffingen. Dit moet de positie van boeren versterken en lokale consumptie stimuleren.
De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet boeren als slachtoffers van het huidige landbouwsysteem en pleit voor een radicale omslag naar kleinschalige, plantaardige en biologische landbouw. Ze willen boeren actief ondersteunen bij de omschakeling, het aantal dieren in de veehouderij drastisch verminderen en boeren een eerlijker verdienmodel bieden dat samenwerkt met de natuur. De kern van hun visie is: minder dieren, meer plantaardige productie, en een duurzaam, eerlijk toekomstperspectief voor boeren.
PvdD wil het aantal dieren in de veehouderij met minstens 75% verminderen en boeren helpen omschakelen naar plantaardige, biologische productie. Dit moet leiden tot meer biodiversiteit, minder milieuproblemen en een duurzaam verdienmodel voor boeren.
“Het totale aantal dieren dat in de Nederlandse veehouderij wordt gefokt en gedood krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar. Biologisch geteelde plantaardige eiwitgewassen voor menselijke consumptie hebben de toekomst, zoals bonen, linzen, lupinen, erwten en soja; de bodem knapt er zichtbaar van op en voor boeren bieden ze een duurzaam perspectief.”
“De Partij voor de Dieren wil boeren helpen omschakelen naar een gezonde en toekomstbestendige landbouw.”
“Door boeren te helpen overschakelen naar plantaardige landbouw komt er veel grond vrij die we veel beter kunnen verdelen.”
De partij wil dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten, beschermd worden tegen oneerlijke concurrentie, en ondersteund worden bij de transitie naar duurzame landbouw. Ze pleiten voor een eerlijke-prijs-bewijs, het verbieden van niet-kostendekkende contracten, en het opzetten van een boeren(grond)bank.
“Boeren en tuinders krijgen de mogelijkheid om zich samen sterk te maken voor een eerlijke inkoopprijs voor hun product. Ook komt er een eerlijke-prijs-bewijs: tussenhandelaren, supermarkten en andere retailers moeten aantonen dat zij een faire inkoopprijs betalen aan de boer. Contracten met een leveringsplicht voor een niet-kostendekkende prijs worden verboden.”
“Er komt een nieuwe boeren(grond)bank die mensen die boer willen worden ondersteunt met onderwijs in plantaardige, biologische teelten, grond en materiaal.”
“Boeren worden beschermd tegen oneerlijke concurrentie van buitenaf. We blokkeren alle Europese vrijhandelsverdragen die leiden tot import van goedkope producten die beneden onze eigen standaarden zijn geproduceerd.”
PvdD wil de trend van schaalvergroting keren en juist meer kleinschalige, lokaal verankerde boeren stimuleren, omdat deze bijdragen aan biodiversiteit, natuur en gezonde voedselproductie.
De overheid moet boeren actief ondersteunen met kennis, subsidies voor omschakeling, en onafhankelijke landbouwvoorlichters om de invloed van de agro-industrie te doorbreken.
“Begroting worden gebruikt om boeren te helpen overschakelen naar biologische, plantaardige productie. Daarna worden de subsidies afgeschaft.”
“De overheid investeert zelf weer in een dienst van landbouwvoorlichters. Op die manier doorbreken we de invloed van de adviseurs van de landbouwgif- en veevoerindustrie, en helpen we boeren om écht te verduurzamen.”
PvdD wil dat boeren zich richten op regionale productie voor mensen in Nederland en omringende landen, en stimuleert korte ketens en samenwerking tussen boer en burger.
“Voor al het voedsel waarbij dat kan, gaan we de productie regionaal organiseren: Nederlandse boeren gaan primair werken voor het voeden van mensen in Nederland en omringende landen.”
“Initiatieven voor regionale voedselproductie en de verbinding tussen boer en burger worden volop gestimuleerd.”
De SP kiest nadrukkelijk voor het behoud en de versterking van het boerenbestand, met nadruk op kleinere, duurzame gezinsbedrijven die eerlijk beloond worden en in balans werken met natuur en omgeving. De partij wil een rechtvaardige transitie waarbij niet de boeren, maar vooral agroconcerns, supermarkten en banken de kosten dragen, en zet in op meer boeren, toegang tot grond voor jonge boeren, en een eerlijke prijs voor hun producten.
De SP wil af van grootschalige, exportgerichte landbouw en bio-industrie, en kiest voor meer kleinere, duurzame boerenbedrijven die lokaal produceren en eerlijk beloond worden. Dit moet zorgen voor een leefbaar platteland, gezond voedsel en een goed inkomen voor boeren.
“We kiezen voor kleinere, duurzame bedrijven in plaats van grootschalige export en bioindustrie. We kiezen voor boeren die een eerlijke prijs voor hun voedsel krijgen en op een goede manier hun werk kunnen doen in plaats van de winstmarges van aandeelhouders.”
“In plaats van minder, willen wij meer boeren. Meer boeren die in balans produceren met natuur, milieu en landschap. Schaalvergroting en exportgerichte bioindustrie maken plaats voor gezinsbedrijven die lokaal produceren.”
De SP wil dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten, onder andere door het verkorten van ketens, het steunen van coöperaties, en het aanpakken van de macht van supermarkten en verwerkers. Banken en ketenreuzen moeten meebetalen aan de transitie.
“Supermarkten gaan eerlijke prijzen betalen voor agrarische producten. We voorkomen dat consumenten de prijs betalen door de woekerwinsten in de keten aan te pakken.”
“Coöperaties en producentenorganisaties krijgen steun om samen sterker te staan tegen supermarkten en verwerkers. Zo houden boeren zeggenschap over hun producten en prijzen.”
“De Autoriteit Consument en Markt (ACM) krijgt extra bevoegdheden om de inkoopmacht van supermarkten te begrenzen en minimumprijsafspraken te bekrachtigen zodat boeren een kostendekkende, eerlijke prijs ontvangen.”
De SP wil de toegang tot landbouwgrond voor jonge en startende boeren verbeteren via een Publiek Landfonds, en grondspeculatie tegengaan. Ook krijgen omschakelaars naar duurzame landbouw financiële steun.
“Er komt een Publiek Landfonds dat landbouwgrond opkoopt en beschikbaar stelt aan jonge en startende boeren die willen werken aan een circulaire en duurzame landbouw.”
“Speculatie op landbouwgrond door banken, pensioenfondsen en buitenlandse investeerders wordt verboden. Dit zogenoemde land grabbing maken we een einde aan, zodat grond in handen blijft van boeren en gemeenschappen.”
“Omschakelaars krijgen de eerste jaren financiële steun.”
De SP wil dat de kosten van de omslag naar duurzame landbouw vooral worden gedragen door agroconcerns, supermarkten en banken, niet door individuele boeren. Banken en institutionele beleggers worden verplicht om financiering van intensieve veehouderij af te bouwen en financieel bij te dragen aan schadeherstel.
“Niet de individuele boer, maar de agroconcerns, supermarkten en banken die decennialang hebben verdiend aan schaalvergroting en overproductie, gaan meebetalen aan deze omslag.”
“Banken en institutionele beleggers bouwen financiering van kunstmest, pesticiden en intensieve veehouderijen af. Zij worden wettelijk verplicht een transitieplan met duidelijke reductiedoelen te publiceren en financieel bij te dragen aan schadeherstel voor natuur, klimaat, boeren en gezondheid.”
De SP wil dat boeren inkomensondersteuning krijgen in tijden van crisis, zoals bij misoogsten door droogte of overstromingen, om hun bestaanszekerheid te waarborgen.
“Boeren krijgen toegang tot inkomensondersteuning in tijden van crisis, bijvoorbeeld bij misoogsten door droogte of overstromingen, zodat zij bestaanszekerheid houden.”
De SP wil minder dieren per hectare, afbouw van kunstmest en landbouwgif, en ondersteuning voor boeren die natuurinclusief werken. De nadruk ligt op landbouw in balans met natuur, bodem en klimaat.
“De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare. Kunstmest en landbouwgif worden afgebouwd, mestvergisting en andere mislukte technologische trucs worden gestopt. Boeren die al natuurinclusief werken of zeldzame rassen houden, worden niet gestraft maar juist ondersteund.”
De ChristenUnie wil boeren perspectief bieden door te kiezen voor een extensievere, natuurvriendelijke landbouw met minder regels en meer vertrouwen in het vakmanschap van de boer. Ze pleiten voor doelsturing in plaats van middelvoorschriften, een hernieuwd verdienmodel, ondersteuning bij bedrijfsovername en structurele beloning voor milieuprestaties. De partij ziet boeren als rentmeesters van het landschap en wil hun rol in natuurbeheer en kringlooplandbouw versterken.
De ChristenUnie wil af van gedetailleerde regelgeving en kiest voor doelsturing, waarbij boeren meer ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan milieudoelen. Dit moet het ondernemerschap versterken en onnodige bureaucratie verminderen.
“Boeren moeten weer kunnen ondernemen. Er komt daarom zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften.”
“De overheid werkt vanuit vertrouwen in het vakmanschap van de boer, en ondersteunt waar nodig.”
“We stappen af van ingewikkelde berekeningen over waar stikstof precies terechtkomt en richten ons op het verminderen van de daadwerkelijke uitstoot. Ondernemers en dus ook boeren benaderen we vanuit vertrouwen in hun vakmanschap.”
De partij erkent dat het huidige landbouwsysteem niet in balans is met natuur en omgeving. Ze willen een extensievere landbouw, krimp van de veestapel waar nodig, maar altijd met een passend verdienmodel voor de boer.
“De ChristenUnie streeft naar een gebalanceerde landbouwsector: extensiever en met meer oog voor de natuur. Krimp van de veestapel gaat daarbij gepaard met een passend hernieuwd verdienmodel voor de boer.”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
Boeren moeten structureel beloond worden voor extra prestaties op het gebied van milieu, dierenwelzijn en natuurbeheer. De partij wil agrarisch natuurbeheer uitbreiden en boeren hiervoor langjarig compenseren.
“Boeren worden structureel beloond voor de extra prestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn.”
“Agrarisch natuur- en landschapsbeheer, uitgevoerd door (een collectief van) boeren, is daar bij uitstek dé route daarvoor. Hier zetten we vol op in en trekken we extra middelen voor uit zodat natuur- en landschapsbeheer door boeren wordt uitgebreid en boeren een passende langjarige vergoeding ontvangen voor hun werk.”
De ChristenUnie wil het voor jonge boeren en zij-instromers makkelijker maken om een bedrijf over te nemen, onder andere via garantieregelingen en stimulering van langlopende pacht.
De partij wil de melkveehouderij grondgebonden maken en kringlooplandbouw stimuleren, zodat mest, voer en productie beter in balans zijn met de omgeving.
FVD wil de Nederlandse boeren maximale vrijheid geven en verzet zich fel tegen extra regelgeving, onteigening en EU-beperkingen. Hun kernvoorstellen zijn het volledig schrappen van het stikstofbeleid, het afschaffen van de landbouwkalender, het stoppen van gedwongen uitkoop en het creëren van een gelijk speelveld met het buitenland. De partij ziet boeren als de ruggengraat van Nederland en wil hun bestaansrecht, innovatiekracht en exportpositie beschermen.
FVD stelt dat het stikstofbeleid onterecht boeren onder druk zet en wil dit beleid volledig afschaffen, inclusief alle vormen van (gedwongen) onteigening of uitkoop. Ze vinden dat boeren niet als veroorzakers van een crisis moeten worden aangewezen en dat hun bestaansrecht en voedselproductie centraal moeten staan.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“We gaan nooit over tot gedwongen onteigening van boeren en ook niet tot ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld, zodat de agrarische sector in Nederland behouden blijft.”
“Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
FVD wil dat Nederlandse boeren niet zwaarder worden gereguleerd dan hun buitenlandse collega’s. Ze pleiten voor het afschaffen van de landbouwkalender, het behouden van goedgekeurde gewasbeschermingsmiddelen, en het stoppen van EU-beperkingen zoals de Green Deal. Dit moet de concurrentiepositie van Nederlandse boeren versterken.
“We zorgen dat Nederlandse boeren niet strenger gereguleerd worden dan hun collega’s in buurlanden, zodat zij eerlijk kunnen concurreren.”
“We geven boeren de vrijheid om zelf te bepalen wanneer zij zaaien en oogsten.”
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) die reeds zijn goedgekeurd, blijven goedgekeurd, zodat Nederlandse boeren competitief blijven.”
“We stoppen met EU-beperkingen zoals de Green Deal en het verbod op pulsvisserij, en zorgen voor een gelijk speelveld, zodat Nederlandse boeren met dezelfde gewasbeschermingsmiddelen kunnen werken als hun buitenlandse collega’s.”
FVD wil innovatie in de landbouw stimuleren, onder andere via subsidies voor precisielandbouw, en het makkelijker maken voor boerenbedrijven om over te gaan naar de volgende generatie. Dit moet de sector toekomstbestendig maken.
FVD maakt voedselautonomie tot nationaal speerpunt en wil dat Nederland zoveel mogelijk zelfvoorzienend is in voedselproductie. Ze verzetten zich tegen EU-regels die dit belemmeren.
BVNL ziet boeren als essentieel voor voedselzekerheid en de Nederlandse economie, en verzet zich fel tegen het huidige stikstof- en klimaatbeleid dat boeren belemmert. De partij wil het stikstofbeleid en bijbehorende fondsen direct afschaffen, geen boeren meer uitkopen, en boeren juist meer ruimte geven om te ondernemen, onder andere door het versoepelen van mestregels en het behouden van landbouwvrijstellingen.
BVNL beschouwt het stikstofbeleid als bureaucratisch en schadelijk voor boeren en wil het per direct beëindigen. De partij is tegen het uitkopen van boeren, ook niet 'vrijwillig', en wil dat boeren weer in rust kunnen ondernemen zonder overheidsdwang. Dit standpunt adresseert het probleem van onzekerheid en druk op boerenbedrijven door overheidsmaatregelen.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
BVNL wil boeren meer vrijheid geven in hun bedrijfsvoering, onder andere door het versoepelen van mestregels, het behouden van landbouwvrijstellingen, en het afschaffen van kalenderlandbouw. Dit moet de productiviteit verhogen en de administratieve last verlagen, zodat boeren efficiënter en duurzamer kunnen werken.
“De landbouwvrijstelling blijft bestaan. Boeren kopen grond met geld waar ze al belasting over betaald hebben. BVNL is tegen dubbel belasten.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest. Op dit moment worden agrarische ondernemers gedwongen hun gewassen te summier te bemesten of uit te wijken naar kunstmest dat bovendien slecht is voor het grondwater.”
“Kalenderlandbouw is niet mogelijk en dient afgeschaft te worden. Agrarische ondernemers dienen zelf naar eigen inzicht te bepalen wanneer er bemest, gezaaid, gepoot en geoogst wordt.”
BVNL benadrukt het belang van Nederlandse boeren voor voedselzekerheid en export, en wil hen koesteren in plaats van beperken. De partij ziet boeren als de meest duurzame en efficiënte ter wereld en vindt dat Nederland voedselsoeverein moet blijven.
“Geen boeren, geen eten. Nederland heeft de meest duurzame, meest efficiënte en meest diervriendelijke boeren van de wereld en we zijn de een na grootste agri-exporteur ter wereld, na de VS. Daarom moeten wij onze boeren koesteren en trots zijn op deze prachtige sector.”
“Voedselsoevereiniteit moet een speerpunt zijn voor Nederland.”
D66 erkent dat boeren klem zitten tussen markt, overheid en consument, en wil boeren perspectief bieden door te sturen op een duurzame, natuurinclusieve landbouw met eerlijke beloning. De partij kiest voor gerichte uitkoop gekoppeld aan gebiedsdoelen, versterking van het verdienmodel van boeren, en Europese afspraken voor een gelijk speelveld. Krimp van de veestapel en een fundamentele omslag in de melkveehouderij zijn volgens D66 logische en noodzakelijke stappen.
D66 wil dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun werk, met meer transparantie en betere beloning voor duurzame producten. Het versterken van korte ketens en regionale samenwerking moet het verdienmodel van boeren verbeteren, zodat zij kunnen investeren in natuur en landschap.
“Boeren krijgen een eerlijke beloning voor hun bijdrage aan de natuur en het landschap. We versterken hun verdienmodellen. Korte ketens tussen boeren en consumenten, reële grondprijzen en samenwerking in de regio maken dat mogelijk.”
“Tegelijkertijd erkennen we dat boeren klem zitten door de macht van grote supermarkten en de agrobusiness. ... D66 wil deze marktmacht aanpakken en eerlijke verhoudingen in de keten.”
Uitkoop van boeren is voor D66 geen doel op zich, maar een instrument om de transitie naar natuurinclusieve en minder intensieve landbouw te ondersteunen. Uitkoop wordt gekoppeld aan gebiedsgerichte doelen en duurzame toekomstplannen, niet aan willekeur.
“D66 ziet uitkoop van boeren niet als doel op zich. Uitkoop is een instrument dat de omslag naar een natuurinclusieve en minder intensieve landbouw moet ondersteunen. ... Wel met een nieuw voorstel dat uitkoop nadrukkelijk verbindt aan doelen per gebied en aan duurzame plannen voor de toekomst van de sector.”
D66 noemt krimp van de veestapel een logisch gevolg van de noodzakelijke transitie en wil een fundamentele verandering van het bedrijfsmodel in de melkveehouderij, gericht op duurzaamheid, biodiversiteit en dierwelzijn.
D66 wil dat Nederland zich in de EU inzet voor gelijke regels voor alle Europese boeren, eerlijke handelsafspraken en steun voor duurzame koplopers. Europese afspraken over kringlooplandbouw, CO₂-beprijzing en dierenwelzijn zijn noodzakelijk.
“D66 wil dat Nederland zich in de Europese Unie sterk maakt voor gelijke regels voor alle Europese boeren. Dat betekent: eerlijke handelsafspraken en steun voor boeren die vooroplopen in duurzaamheid.”
“We pleiten voor Europese afspraken over kringlooplandbouw, beprijzen van CO₂ en eisen aan dierenwelzijn.”
De omslag naar duurzame landbouw lukt volgens D66 alleen als boeren, maatschappelijke organisaties en overheid samen optrekken. Landelijk beleid wordt regionaal uitgewerkt, met duidelijke doelen, stabiele regels en voldoende middelen.
“De omslag naar een duurzame landbouw lukt alleen als boeren, maatschappelijke organisaties en overheid écht samen optrekken. Landelijk beleid wordt regionaal uitgewerkt, passend bij de lokale situatie.”
“De landelijke overheid blijft regisseur: duidelijke doelen, stabiele regels en voldoende geld.”
GroenLinks-PvdA wil boeren ondersteunen bij de omslag naar duurzame, natuurvriendelijke landbouw en streeft naar een eerlijk inkomen voor boeren die bijdragen aan landschap en natuur. De partij pleit voor minder intensieve veehouderij, strengere milieuregels, en eerlijke prijzen in de keten, met concrete voorstellen zoals langjarige contracten, duurzame pacht, en het uitkopen van intensieve veehouders nabij natuurgebieden. De kern van hun visie is dat boeren een centrale rol spelen in natuurbeheer en voedselproductie, maar dat dit alleen houdbaar is als het ecologisch en economisch verantwoord gebeurt.
GroenLinks-PvdA vindt dat boeren een eerlijk inkomen moeten krijgen voor hun werk, vooral als zij bijdragen aan natuurbeheer. De partij wil dat de hele keten, inclusief supermarkten, meewerkt aan eerlijke prijzen en dat overheden langjarige contracten afsluiten met boeren voor natuurbeheer. Dit moet boeren stimuleren om te verduurzamen en geeft financiële zekerheid.
“Boeren moeten een eerlijk inkomen kunnen verdienen. Daar moet de hele keten, inclusief supermarkten, aan meewerken. We moedigen langjarige afspraken aan tussen boeren en afnemers met kostendekkende vergoedingen.”
“Overheden gaan daarom langjarige contracten aan met boeren en in Europa strijden we voor hoge milieunormen en voor Europese landbouwsubsidies die goede omgang met de natuur belonen.”
“Boeren krijgen een eerlijke prijs. Daar moet de hele keten, inclusief supermarkten, aan meewerken.”
De partij wil af van industriële en intensieve landbouw en zet in op extensivering, biologische landbouw en grondgebonden productie. Boeren worden geholpen bij de omschakeling en krijgen een vergoeding voor landschapsbeheer. Dit moet bijdragen aan een gezondere natuur, minder dieren per hectare, en minder schadelijke stoffen in het milieu.
“We kiezen voor circulaire landbouw, waarbij we landbouw aanpassen op wat het land aankan. Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
“Biologische boeren laten al jaren zien dat het produceren van gezond en hoogwaardig voedsel met een kleine voetafdruk mogelijk is. Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap.”
“De jarenlange focus op schaalvergroting en intensivering heeft de natuur en boeren uitgeput. Het aantal boeren neemt af terwijl het aantal megastallen stijgt. Industriële landbouw is slecht voor ons klimaat, onze natuur, ons landschap, dierenwelzijn en onze gezondheid.”
Om natuur en woningbouw te beschermen, wil GroenLinks-PvdA de veestapel verkleinen, vooral in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. Waar nodig worden intensieve veehouders uitgekocht, zodat vergunningverlening voor woningbouw weer mogelijk wordt.
“De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur. Rondom natuurgebieden als de Veluwe en de Peel starten we direct met het uitkopen van intensieve veehouders zodat binnen een half jaar de vergunningverlening voor woningbouw weer loopt.”
De partij wil de pachtregels hervormen zodat boeren meer zekerheid krijgen en gestimuleerd worden tot duurzame bedrijfsvoering. Overheden moeten grond niet aan de hoogste bieder verpachten, maar aan boeren die zich inzetten voor natuur en milieu.
“De huidige pachtregels houden boeren gevangen in kortetermijndenken en stimuleren de intensieve landbouw. Met een nieuwe pachtwet keren we het tij. Langjarige, duurzame pacht wordt de standaard.”
“Overheden geven het goede voorbeeld, door grond niet aan de hoogste bieder te verpachten maar door de inspanning voor natuur en milieu leidend te laten zijn.”
NSC wil boeren meer perspectief en zekerheid bieden door te focussen op een goed verdienmodel, minder gedetailleerde overheidsvoorschriften en meer ruimte voor innovatie. Ze kiezen voor een meer grondgebonden, circulaire landbouw met minder intensieve veehouderij en zetten in op doelsturing bij milieunormen, waarbij jonge en duurzame boeren extra ondersteund worden. De partij wil af van modelmatige detailsturing en pleit voor een integrale, regionale aanpak van stikstof en andere milieuproblemen.
NSC vindt dat boeren een eerlijke prijs moeten krijgen voor hun producten en dat jonge boeren duidelijkheid en toekomstperspectief verdienen. De overheid moet zich minder bemoeien met de bedrijfsvoering en ruimte laten voor innovatie en ondernemerschap.
“We willen jonge boeren die het bedrijf van hun ouders willen overnemen duidelijkheid en perspectief bieden. De basis is een goed verdienmodel. Dat begint ermee dat boeren en tuinders een eerlijke prijs ontvangen voor hun product.”
“We blijven ruimte bieden aan innovatie en ondernemerschap van boeren zelf. De overheid onthoudt zich van gedetailleerde voorschriften over de bedrijfsvoering, zoals ten aanzien van het voerbeleid en de oogstperiode.”
NSC wil de hoeveelheid vee beter afstemmen op de milieugebruiksruimte en beschikbare grond, met een kleinere melkveestapel en minder ruimte voor intensieve veehouderij. Jonge boeren moeten ruimte krijgen om hun bedrijf duurzaam te ontwikkelen.
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap.”
“De omvang van de melkveestapel zal iets kleiner worden dan nu het geval is, maar zal ruimte geven voor jonge boeren om hun bedrijf duurzaam te ontwikkelen. Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest.”
NSC wil af van de huidige modelmatige detailsturing bij stikstofbeleid en geeft boeren meer vrijheid om zelf te bepalen hoe ze aan uitstootnormen voldoen. Boeren met geringe uitstoot moeten een toekomst krijgen, en jonge/duurzame boeren worden extra ondersteund.
“Boeren krijgen meer ruimte om te bepalen hoe zij de uitstootnormen halen, op basis van doelsturing. Boeren die het goed doen, moeten een beloning krijgen.”
“We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius.”
“We zetten in op een door de wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare rekenkundige ondergrens van 1 mol/ha/jaar om de modellenwerkelijkheid aan te pakken en boeren met geringe stikstofuitstoot een toekomst te geven.”
NSC wil geschikte gronden aanwijzen als agrarische hoofdstructuur en boeren die bijdragen aan natuurherstel een vaste vergoeding geven.
“Voor de akkerbouw en veeteelt wijzen we daarom geschikte gronden aan als agrarische hoofdstructuur. In dit gebied wordt landbouwgrond beschermd en krijgen innovatieve gezinsbedrijven ruimte om duurzaam te produceren voor de nationale en internationale markt.”
“Verder willen we landbouwgrond bestemmen voor maatschappelijke landbouw, met minder dieren en meer ruimte voor natuurherstel. Boeren ontvangen hiervoor een vaste vergoeding.”
De VVD wil boeren meer zekerheid en ruimte geven door te kiezen voor doelgerichte emissiereductie, innovatie en minder beperkende regelgeving. Ze pleiten voor het afschaffen van middelvoorschriften, het geven van meer regie aan boeren zelf, en het stimuleren van verduurzaming en innovatie in de landbouw. De partij ziet voedselproductie als strategisch belangrijk en wil de internationale koppositie van Nederlandse boeren behouden.
De VVD wil af van starre overheidsregels en kiest voor doelsturing: boeren krijgen duidelijke doelen voor emissiereductie, maar mogen zelf bepalen hoe ze die halen. Dit moet de onzekerheid verminderen, innovatie stimuleren en het ondernemerschap van boeren versterken.
“De boer aan het roer: Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier. Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
“We gaan de handen ineenslaan met het bedrijfsleven om over te gaan op afrekenbare doelen en metingen op bedrijfsniveau. Doelen op het gebied van bodemvruchtbaarheid en waterkwaliteit worden het uitgangspunt van ons bemestingsbeleid, waarbij voor waterkwaliteit ook gekeken wordt naar de vervuilingsbron. Op het moment dat doelsturing aantoonbaar tot resultaat leidt, schaffen we middelvoorschriften af.”
“Knellende regelgeving en juridische onzekerheid leiden nu tot stilstand en dat is achteruitgang. De politiek moet daarom duidelijkheid geven over de toekomst, zodat (jonge) boeren weten waar ze aan toe zijn en kunnen investeren in hun bedrijf.”
De VVD ziet verduurzaming en technologische innovatie als essentieel voor de toekomst van de landbouw en de internationale concurrentiepositie van Nederlandse boeren. Ze willen boeren ondersteunen bij het verduurzamen van hun productie en ruimte geven aan nieuwe technieken.
“We helpen boeren om hun voedselproductie verder te verduurzamen. De ervaring, kennis en waardeketens die de Nederlandse voedselsector rijk is, geven ons een uitgelezen kans om hier de land- en tuinbouw van de toekomst te ontwerpen.”
“We kijken met optimisme naar ontwikkelingen zoals precisiefermentatie, kweekvlees en nieuwe genomische technieken zoals CRISPR-Cas.”
De VVD benadrukt het belang van een sterke, innovatieve landbouwsector voor de strategische autonomie en internationale positie van Nederland. Boeren zijn volgens de partij cruciaal voor voedselzekerheid en export.
“Voedselproductie is geopolitiek: Vanwege onze vruchtbare grond en dankzij onze boeren, ondernemers, bedrijven en kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit hebben wij een internationale voortrekkersrol als het gaat om efficiënte en technologisch geavanceerde voedselproductie.”
“We zijn trots op deze voortrekkersrol en willen die graag behouden en versterken. De agri-producten, kennis en innovatiekracht van onze agrarische sector zijn een belangrijk exportproduct, zeker met het oog op de groeiende wereldbevolking.”
De VVD erkent de onzekerheid waarin boeren verkeren door onder andere de stikstofproblematiek en wil snel duidelijkheid en werkbare regelgeving bieden, zodat boeren kunnen investeren en doorgaan met hun bedrijf.
“Boeren zitten al te lang in onzekerheid. Recent onderzoek toont aan dat de stikstofproblematiek tot tientallen miljarden euro’s aan economische schade leidt. We moeten daarom op korte termijn concrete resultaten boeken om te voorkomen dat de bouw van woningen en wegen langer stilligt en dat boeren in nog meer onzekerheid komen.”
“Als liberalen willen we dat boeren, tuinders en vissers de vrijheid krijgen om te ondernemen.”
JA21 staat pal achter de Nederlandse boeren en verzet zich tegen gedwongen uitkoop, onrealistische milieuregels en symboolpolitiek. De partij wil boeren toekomstperspectief bieden via voorspelbaar beleid, technologische innovatie, vrijwillige regelingen en meer waardering voor hun rol in voedselzekerheid en landschapsbeheer.
JA21 verzet zich fel tegen het gedwongen uitkopen van boeren en pleit voor pragmatische, haalbare oplossingen waarbij boeren, natuur en economie naast elkaar bestaan. De partij ziet technologische innovatie en vrijwillige regelingen als alternatief voor dure en ineffectieve uitkoopmaatregelen.
“JA21 staat pal achter de Nederlandse landbouw- en visserijsector... en verzetten ons tegen symboolpolitiek en gedwongen uitkoop van boeren.”
“Het lukraak uitkopen van boeren voor miljarden euro’s is waanzinnig kostbaar en doet feitelijk weinig voor onze natuur. JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
JA21 wil boeren zekerheid bieden door te kiezen voor een voorspelbaar, langetermijn landbouwbeleid dat ruimte geeft aan technologische innovatie en investeringen. Snelle beleidsomslagen worden als schadelijk gezien; boeren moeten de tijd en ruimte krijgen om zich aan te passen en te investeren in duurzame productie.
JA21 benadrukt de cruciale rol van boeren in het beheer van het Nederlandse landschap, het waarborgen van voedselzekerheid en het leveren van hoge opbrengsten met relatief lage milieudruk. De partij ziet boeren als partners in natuurbeheer en innovatie, niet als tegenpolen van natuur.
“Boeren en tuinders beheren dit landschap dagelijks en geven daarmee vorm aan het karakter van Nederland. Via het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) dragen zij aantoonbaar bij aan biodiversiteit en landschapskwaliteit.”
“De combinatie van kennis, innovatie en schaal levert Nederland een toonaangevende positie op in de wereldwijde voedselproductie.”
JA21 pleit voor regionale maatwerkoplossingen, agrarisch natuurbeheer en vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen in plaats van generieke, landelijke dwangmaatregelen. Dit moet boeren perspectief bieden zonder hun bestaanszekerheid te ondermijnen.
“Het fundament van eventuele nieuwe plannen dient gericht te zijn op regionale maatwerkaanpak, agrarisch natuurbeheer, haalbare natuurdoelen en de herijking van Natura2000-gebieden.”
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
BIJ1 erkent dat veel boeren door overheidsbeleid in een onhoudbare positie zijn gebracht en pleit voor een rechtvaardige transitie naar biologische, agro-ecologische landbouw. Ze willen boeren ondersteunen met gegarandeerd inkomen, schuldsanering en uitkoopregelingen, terwijl de veestapel drastisch wordt verkleind en de macht van banken en agro-industrie wordt ingeperkt. De kern van hun visie is dat boeren niet de dupe mogen worden van falend beleid, maar juist geholpen moeten worden bij de noodzakelijke omslag naar duurzame landbouw.
BIJ1 vindt dat boeren decennialang door de politiek zijn gestimuleerd tot schaalvergroting en nu niet de dupe mogen worden van de stikstofcrisis en de noodzakelijke landbouwtransitie. Ze pleiten voor directe, sociaal verantwoorde uitkoopregelingen en een gegarandeerd boereninkomen tijdens de omschakeling naar biologische landbouw.
“We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren. Dit moet op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting is.”
“In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
BIJ1 wil boeren bevrijden uit de financiële wurggreep van banken, met name de Rabobank, door een publieke investeringsbank op te richten die schulden afkoopt en investeringen in ecologische transitie vergemakkelijkt. De Rabobank moet worden gedwongen deze schulden als verlies af te schrijven.
“Om boeren te bevrijden uit de wurggreep van de Rabobank komt er een publieke investeringsbank die investeringen in de ecologische transitie vergemakkelijkt. Deze bank koopt schulden af van boeren die in de zogenaamde ‘groene revolutie’ gedwongen zijn tot schaalvergroting. De overheid zet zich in om Rabobank te dwingen deze schulden af te schrijven als verlies, zodat de maatschappij hier niet voor op hoeft te dragen.”
BIJ1 wil dat bij bedrijfsbeëindiging een Nationale Grondbank het eerste recht op koop krijgt, zodat grond en rechten kunnen worden verpacht aan biologische, agro-ecologische boeren.
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond en van dieren- en emissierechten. Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
BIJ1 streeft naar een forse reductie van de veestapel en het afbouwen van de bio-industrie, met als doel minder dieren maar meer boeren, en verplichte weidegang en uitloop voor dieren.
“De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
BIJ1 wil dat boeren voorlichting en subsidie krijgen voor preventieve maatregelen tegen wolven, in plaats van het doden van deze beschermde dieren.
“Veehouders en boeren krijgen voorlichting over het beschermen van hun dieren zonder wolven te doden. Voor preventieve maatregelen zoals wolfwerende hekken komt subsidie waar dat nodig is.”
50PLUS spreekt haar trots uit over de Nederlandse boeren en wil hun positie versterken door te kiezen voor innovatie, voedselzekerheid en een landbouwbeleid dat niet strenger is dan in buurlanden. De partij benadrukt het belang van een goed toekomstperspectief voor jonge agrariërs en pleit voor een gelijk speelveld binnen Europa. Concrete voorstellen richten zich op het ondersteunen van boeren die bijdragen aan zowel productie als natuurherstel.
50PLUS waardeert de bijdrage van boeren aan de economie en voedselvoorziening en wil hun toekomstperspectief verbeteren, vooral voor jonge ondernemers. De partij kiest expliciet voor boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid én natuurherstel, en wil voorkomen dat het Nederlandse landbouwbeleid strenger is dan dat van buurlanden. Dit standpunt adresseert de zorgen over concurrentiepositie en duurzaamheid in de agrarische sector.
“50PLUS is trots op de Nederlandse boerenstand en de geweldige sectoren die zij hebben opgebouwd. Onze hele samenleving profiteert mee van deze exportsector.”
“Wij willen bijdragen aan een goed perspectief voor de jonge ondernemers in de agrarische sector in Nederland.”
“We kiezen voor: • Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel.”
“Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”
DENK erkent het belang van het terugdringen van stikstofuitstoot in de landbouw en kiest daarbij voor vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren. De partij benadrukt het belang van natuurbehoud, maar wil boeren niet dwingen en kiest voor een vrijwillige aanpak.
DENK wil de stikstofuitstoot in de landbouw verminderen om natuur en leefomgeving te beschermen. In plaats van verplichte maatregelen kiest de partij voor vrijwillige uitkoopregelingen, waarmee boeren zelf kunnen besluiten te stoppen of hun bedrijf aan te passen. Dit moet bijdragen aan het halen van de stikstofdoelen zonder boeren te dwingen.
“Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw,”