De Partij voor de Dieren (PvdD) wil biologisch tuinieren en biologische teelt stimuleren door het gebruik van gif en kunstmest in de (sier)tuinbouw te verbieden en de omschakeling naar biologische, gifvrije en duurzame teelt financieel en fiscaal te ondersteunen. De partij pleit voor het stimuleren van biologisch gekweekte (tuin)planten, het verhogen van de BTW op niet-biologische bloemen en planten, en het geven van voorrang aan biologische producten in het beleid van gemeenten en openbare ruimte.
PvdD wil een radicale omschakeling naar gifvrije en biologische tuinbouw, omdat het gebruik van landbouwgif en kunstmest schadelijk is voor biodiversiteit, bodemgezondheid en volksgezondheid. Dit verbod is bedoeld om de basis voor gezond biologisch tuinieren te leggen en de natuur te herstellen.
De partij wil de verkoop en het gebruik van biologisch gekweekte (tuin)planten en bloemen stimuleren, onder meer door fiscale maatregelen en subsidies. Dit verlaagt de drempel voor burgers en gemeenten om voor biologische alternatieven te kiezen en ontmoedigt het gebruik van niet-biologische producten.
“Het aanschaffen van biologisch gekweekte (tuin)planten wordt via subsidies gestimuleerd.”
“We stimuleren biologische bloementeelt. We schrappen de verlaagde BTW op sierteelt. Daarmee gaat de BTW op niet biologische bloemen en (tuin)planten van 9 naar 21%. De extra opbrengsten kunnen we gebruiken voor het stimuleren van biologische bloementeelt.”
PvdD wil dat gemeenten het goede voorbeeld geven door uitsluitend biologisch gekweekte planten te gebruiken bij het vergroenen van de openbare ruimte. Dit draagt bij aan de bewustwording en normalisering van biologisch tuinieren in de samenleving.
“Gemeenten geven het goede voorbeeld door enkel biologisch gekweekte planten aan te planten en op veel te versteende plekken tegels weg te halen die plaatsmaken voor groen.”
De partij erkent dat de overgang naar biologische tuinbouw en tuinieren ondersteuning vereist. Daarom wil PvdD telers en werknemers helpen bij omscholing en de overstap naar duurzame, biologische teelten.
De SP noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar zet sterk in op het stimuleren van biologische en natuurinclusieve landbouw. De partij wil landbouw die werkt met de natuur, minder kunstmest en pesticiden gebruikt, en boeren financieel ondersteunt bij de omschakeling naar biologische teelt. Concrete voorstellen zijn onder meer het afbouwen van landbouwgif, het belonen van milieuvriendelijke teeltmethoden en het inzetten van landbouwsubsidies voor biologische omschakeling.
De SP wil boeren actief ondersteunen bij de overstap naar biologische en milieuvriendelijke teeltmethoden, met minder kunstmest en pesticiden. Dit moet zorgen voor gezondere bodems, meer biodiversiteit en veilig voedsel. Hoewel "biologisch tuinieren" niet letterlijk wordt genoemd, sluit deze visie direct aan bij de principes ervan.
“Landbouwsubsidies worden volledig ingezet voor omschakeling naar duurzame en biologische landbouw. Omschakelaars krijgen de eerste jaren financiële steun.”
“Boeren krijgen steun om over te stappen op milieuvriendelijke teeltmethoden. Zo zorgen we voor gezond voedsel en houden we onze bodem, het water en de natuur schoon.”
“We schakelen om naar landbouw die werkt mét de natuur. Minder kunstmest, minder gif, minder dieren per hectare.”
De SP wil het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest zo snel mogelijk verminderen en uiteindelijk verbieden, om zo de gezondheid van mens en natuur te beschermen. Dit beleid creëert ruimte voor biologische teeltmethoden, waaronder biologisch tuinieren.
Boeren die al natuurinclusief of biologisch werken, worden niet gestraft maar juist ondersteund. De SP wil hen financieel belonen voor hun bijdrage aan biodiversiteit, waterberging en koolstofvastlegging.
BIJ1 pleit voor een volledige transitie naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem binnen tien jaar, waarbij boeren worden ondersteund met een gegarandeerd inkomen en onderwijs gericht op biologische landbouw. Kunstmest en chemische pesticiden worden uitgefaseerd, en grond wordt actief beschikbaar gesteld aan biologische boeren. Het programma bevat geen specifieke voorstellen voor particulier "biologisch tuinieren", maar richt zich op structurele hervormingen in de landbouwsector.
BIJ1 wil dat Nederland binnen tien jaar volledig overstapt op een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. Dit wordt gezien als noodzakelijk om natuur, klimaat en volksgezondheid te beschermen. Boeren krijgen hierbij ondersteuning via gegarandeerd inkomen, onderwijs en toegang tot grond, en er wordt ingezet op het uitfaseren van kunstmest en chemische pesticiden. Dit standpunt adresseert de noodzaak van duurzame voedselproductie, maar richt zich primair op de professionele landbouwsector, niet op particulier tuinieren.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw.”
“Kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond... Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
“Alle banden tussen de Wageningen Universiteit & Research (WUR) en de agro-industrie worden verbreken we... De WUR vormen we om... naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst. Ook hbo en mbo landbouwopleidingen gaan zich volledig richten op het onderwijzen van biologische, agro-ecologische landbouw.”
BIJ1 wil dat sierteelt (bloementeelt) vanaf 2028 uitsluitend biologisch mag plaatsvinden. Dit is een concrete maatregel om het gebruik van chemische middelen in de sierteeltsector te stoppen.
“Per 2028 is er alleen nog biologische sierteelt toegestaan.”
De SGP benoemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen specifiek beleid gericht op deze vorm van tuinieren. Wel pleit de partij voor meer ruimte voor niet-chemische gewasbescherming, versnelling van de toelating van groene middelen, en investeringen in praktijkonderzoek naar duurzame teeltsystemen. De focus ligt op het ondersteunen van weerbare, duurzame landbouw en tuinbouw, maar zonder expliciete aandacht voor of stimulering van biologische tuinbouw door burgers.
De SGP wil dat boeren en tuinders meer ruimte krijgen om niet-chemische, groene gewasbeschermingsmiddelen toe te passen. Dit sluit aan bij principes van biologisch tuinieren, maar de partij richt zich primair op de professionele landbouwsector en niet op particuliere tuinders. Het doel is verduurzaming van de sector zonder het verbieden van middelen zonder alternatieven.
“De toelatingsprocedure voor groene gewasbeschermingsmiddelen wordt versneld en vereenvoudigd.”
“Telers die werk maken van een weerbaar teeltsysteem met niet-chemische gewasbescherming en toepassing van precisietechnieken krijgen meer ruimte voor inzet van corrigerende middelen mocht de nood aan de man komen.”
De SGP pleit voor meer praktijkonderzoek en proefboerderijen gericht op duurzame en weerbare teeltsystemen. Dit kan indirect bijdragen aan kennisontwikkeling over biologische (en dus ook biologische tuinier-)methoden, maar de focus ligt op de agrarische sector en niet op particuliere tuinen.
Volt ziet de toekomst van voedselproductie als biologisch en wil dat een aanzienlijk deel van de landbouw in 2030 biologisch is. Ze stimuleren de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw door wetgeving te vereenvoudigen, innovatie te ondersteunen en biologische producten te promoten, ook binnen overheidsorganisaties. Concrete beleidsmaatregelen richten zich op het vergroten van het aandeel biologische landbouw, kennisdeling en het stimuleren van natuurlijke gewasbescherming.
Volt streeft ernaar dat een kwart van de landbouw in 2030 biologisch is, als onderdeel van hun visie op een duurzame voedselvoorziening. Dit moet bereikt worden door wetgeving te vereenvoudigen en de sector perspectief te bieden, zodat biologische productie aantrekkelijker wordt voor boeren.
“De toekomst van ons eten is biologisch. Daarom streeft Volt ernaar dat 25% van de landbouw in 2030 biologisch is.”
Volt wil de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren door innovatie, kennisdeling en het gebruik van biopesticiden. Ze zien hierin een rol voor technologie en onafhankelijke landbouwvoorlichting, zodat boeren ondersteund worden bij de overstap naar duurzamere methoden.
“We zetten in op innovaties die de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren, zoals biopesticiden.”
“We bevorderen innovatie zoals precisielandbouw. We willen dat die nieuwe kennis maximaal gedeeld wordt in de EU door toegankelijke en laagdrempelige landbouwvoorlichting gebaseerd op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.”
Volt wil het gebruik van biologische producten binnen overheidsorganisaties tot standaard maken, om zo de markt voor duurzame producenten te ondersteunen en afzet te garanderen.
“Binnen overheidsorganisaties wordt het gebruik van vegetarische en biologische producten de standaard, met duurzame streekproducten waar mogelijk. Zo ondersteunen we deze markten en is afzet voor duurzame producenten gegarandeerd.”
Forum voor Democratie (FVD) noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct op deze praktijk gericht zijn. Het programma focust op het verminderen van regelgeving voor boeren, het stimuleren van particulier natuurbeheer en het afwijzen van strengere milieuregels, maar noemt geen specifieke stimulans of beleid voor biologische of ecologische teeltmethoden in de tuinbouw of particuliere tuinen. FVD kiest voor maximale vrijheid voor agrariërs en tuinders, zonder expliciete voorkeur voor biologische of conventionele methoden.
FVD pleit voor het wegnemen van regels en het geven van maximale vrijheid aan boeren en tuinders, zodat zij zelf kunnen bepalen hoe zij hun bedrijf of tuin inrichten. Dit betekent dat zowel biologische als gangbare methoden mogelijk zijn, maar er is geen specifieke stimulans voor biologisch tuinieren.
“We geven boeren de vrijheid om zelf te bepalen wanneer zij zaaien en oogsten.”
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) die reeds zijn goedgekeurd, blijven goedgekeurd, zodat Nederlandse boeren competitief blijven.”
“We verlagen de lasten voor tuinders en de agrarische sector door terugbrengen van de energiebelastingkorting.”
GroenLinks-PvdA zet stevig in op de uitbreiding van biologische landbouw, maar noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in het verkiezingsprogramma. Hun beleid richt zich op het stimuleren van biologische productie, het verminderen van chemische bestrijdingsmiddelen en het ondersteunen van boeren bij de omschakeling naar biologische methoden. Concrete voorstellen zijn gericht op landbouw, maar kunnen indirect relevant zijn voor burgers die biologisch willen tuinieren.
GroenLinks-PvdA wil biologische productie vergroten en boeren ondersteunen bij de overstap naar biologische methoden, met als doel gezonder voedsel en een kleinere ecologische voetafdruk. Hoewel het programma zich primair richt op landbouw, zijn de uitgangspunten en stimulansen voor biologische productie ook relevant voor burgers die biologisch tuinieren willen bevorderen.
“Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap. Ook stimuleren we het bijmengen van biologische producten en biologische inkoop.”
Het programma pleit voor het verbieden en minimaliseren van chemische bestrijdingsmiddelen, wat direct aansluit bij de principes van biologisch tuinieren. Dit beleid is bedoeld om de gezondheid van mens en natuur te beschermen en kan burgers stimuleren om zelf ook zonder chemische middelen te tuinieren.
NSC benoemt biologisch tuinieren niet expliciet, maar zet in op het stimuleren van biologische en streekproducten en het verduurzamen van de tuinbouwsector. De partij wil de toegang tot biologische producten voor consumenten verbeteren en pleit voor minder pesticidengebruik in de sierteelt. Concrete voorstellen zijn het versoepelen van verkoopvoorwaarden voor boeren en het bevorderen van duurzame teeltmethoden.
NSC wil dat consumenten makkelijker toegang krijgen tot biologische en streekproducten, onder andere door afspraken in de keten en versoepeling van verkoopregels voor boeren. Dit moet de afzet van biologische producten stimuleren en de positie van duurzame producenten versterken.
“We bevorderen dat er in de keten afspraken worden gemaakt over een betere toegang van consumenten tot biologische en streekproducten. De voorwaarden waaraan boeren moeten voldoen om hun producten op eigen erf te verkopen moeten worden versoepeld.”
De partij vindt dat de tuinbouw en sierteelt verder moeten verduurzamen, met een duidelijke focus op het terugdringen van pesticiden en het gebruik van milieuvriendelijkere alternatieven. Dit sluit aan bij de principes van biologisch tuinieren, waar chemische middelen worden geminimaliseerd.
“De sierteelt moet de komende jaren stevige stappen zetten op het terugdringen van pesticidengebruik en deze vervangen door middelen die vriendelijker zijn voor insecten en minder risico voor de volksgezondheid opleveren.”
NSC wil dat de overheid zelf het goede voorbeeld geeft door in eigen restaurants en catering te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel, wat de vraag naar biologische producten kan stimuleren.
“De overheid geeft in eigen restaurants en bij het inhuren van catering het goede voorbeeld door te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel.”
Het BBB-verkiezingsprogramma noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet, maar benoemt wel het versneld toelaten van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen en groene middelen als onderdeel van hun beleid voor gewasbescherming. BBB ziet biologische alternatieven als waardevolle aanvulling, maar benadrukt dat deze alleen worden ingezet als ze volwaardig en betaalbaar zijn, en plaatst innovatie en praktische toepasbaarheid centraal.
BBB wil dat boeren, tuinders en telers toegang houden tot een breed scala aan gewasbeschermingsmiddelen, waarbij biologische en groene alternatieven versneld worden toegelaten. Dit standpunt is vooral gericht op het ondersteunen van duurzame en innovatieve vormen van tuinbouw, waaronder biologisch tuinieren, mits deze alternatieven effectief en betaalbaar zijn.
“Er komt een versnelde toelating van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen en zogenoemde groene middelen.”
BBB stelt dat bestaande, in de EU toegestane middelen niet verboden mogen worden zolang er geen volwaardige en betaalbare biologische alternatieven zijn. Dit betekent dat de overstap naar biologische tuinbouwmethoden niet wordt afgedwongen, maar gefaciliteerd als de alternatieven in de praktijk werken.
“In de EU toegestane middelen worden niet verboden zolang er geen volwaardig en betaalbaar alternatieven zijn.”
BVNL noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in het verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct op deze praktijk gericht zijn. Het programma focust vooral op landbouw, mestnormen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij de nadruk ligt op het versoepelen van regels voor reguliere landbouw en het behoud van productiecapaciteit. Specifiek beleid of stimulering voor biologisch tuinieren ontbreekt volledig.
BVNL benoemt biologisch tuinieren nergens expliciet en doet geen voorstellen die deze vorm van tuinieren stimuleren of faciliteren. De partij richt zich op het versoepelen van landbouwregels, het gebruik van dierlijke mest en het behoud van gangbare gewasbeschermingsmiddelen, wat haaks staat op de uitgangspunten van biologisch tuinieren (zoals het vermijden van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen).
“Naast mechanische onkruidbestrijding zijn gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk om hoge opbrengsten te realiseren.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest. Op dit moment worden agrarische ondernemers gedwongen hun gewassen te summier te bemesten of uit te wijken naar kunstmest dat bovendien slecht is voor het grondwater.”
Het CDA benoemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar erkent het belang van biologische beschermingsmiddelen en geïntegreerde gewasbescherming als onderdeel van een duurzamere landbouw. Het beleid richt zich op het versnellen van de toelating van goed geteste biologische middelen en het verminderen van de afhankelijkheid van chemische gewasbescherming. Concrete voorstellen voor particulier biologisch tuinieren ontbreken; de focus ligt op de agrarische sector.
Het CDA wil dat biologische beschermingsmiddelen sneller worden toegelaten om boeren te ondersteunen bij het verminderen van chemische middelengebruik. Dit sluit aan bij de wens om duurzamer te produceren, maar is primair gericht op de professionele landbouw, niet op particuliere tuinders.
“Er komt meer ruimte voor geïntegreerde gewasbescherming en goed geteste biologische beschermingsmiddelen worden sneller toegelaten.”
Het CDA streeft naar een afname van de afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen door te investeren in alternatieven, waaronder biologische opties. Dit beleid is bedoeld om de leefomgeving gezonder te maken voor boeren en omwonenden.
“Er komt een investeringsimpuls voor gewasbescherming, zodat de afhankelijkheid van chemische middelen afneemt.”
Het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet en doet geen concrete voorstellen die direct op particulier of collectief biologisch tuinieren gericht zijn. Wel zet de partij in op verduurzaming van landbouw, stimulering van biologisch en duurzaam inkopen, en het verminderen van chemische middelen, wat indirect relevant kan zijn voor biologische tuinbouw. Specifiek beleid of stimulering voor biologisch tuinieren als burgerinitiatief of hobby ontbreekt.
De ChristenUnie wil dat de overheid het goede voorbeeld geeft door biologisch en duurzaam inkopen de norm te maken, wat indirect de vraag naar biologische producten – waaronder uit biologische tuinbouw – kan vergroten. Dit is echter vooral gericht op overheidsaanbestedingen en niet op particulier tuinieren.
“We maken lokaal, duurzaam en biologisch inkopen de norm, ook bij aanbestedingen.”
De partij streeft naar een forse reductie van chemische gewasbeschermingsmiddelen en snellere toelating van groene alternatieven. Dit sluit aan bij de principes van biologisch tuinieren, maar is primair gericht op de landbouwsector.
“We zetten in op fors minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en stellen daarom met de sector een reductiedoel op. Groene middelen moeten sneller beschikbaar komen.”
D66 noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet, maar stimuleert wel natuurinclusieve en biologische (dynamische) landbouw, burgerinitiatieven voor natuurherstel en vergroening van tuinen en balkons. Hun beleid richt zich op het ondersteunen van initiatieven die biodiversiteit bevorderen, waaronder biologische landbouw en het vergroenen van particuliere tuinen, als onderdeel van een bredere visie op natuurinclusief leven en landbouw.
D66 ziet biologische (dynamische) landbouw en burgerinitiatieven als belangrijke middelen om biodiversiteit te versterken en natuurherstel te realiseren. Ze willen deze initiatieven meer ruimte en ondersteuning geven, en tuinen en balkons omvormen tot plekken vol leven. Dit sluit aan bij de bredere visie van D66 op natuurinclusief beleid, waarbij ook kleinschalige landbouwinitiatieven zoals permacultuur en biologische landbouw worden gestimuleerd.
“Duizenden burgerinitiatieven herstellen en versterken de natuur. Die geven we meer ruimte en ondersteuning. Ook komt er een actieplan ‘De tuin van Nederland’: tuinen en balkons worden plekken vol leven.”
“Ook kleinschaliger landbouwinitiatieven met een productiewijze die bijdraagt aan biodiversiteit zoals permacultuur, biologische (dynamische) landbouw, agro-ecologie kunnen hier onderdeel vanuit maken.”
JA21 noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar spreekt wel over het stimuleren van biologische landbouw. Het programma legt de nadruk op technologische innovatie, voedselzekerheid en het ondersteunen van de agrarische sector, waarbij biologische landbouw als één van de te stimuleren vormen wordt genoemd. Concrete voorstellen over biologisch tuinieren of stadslandbouw ontbreken.
JA21 wil biologische landbouw stimuleren als onderdeel van een breder landbouwbeleid dat inzet op voedselzekerheid, innovatie en keuzevrijheid voor boeren. Het stimuleren van biologische landbouw wordt genoemd naast andere maatregelen, maar er worden geen specifieke acties of doelen voor biologisch tuinieren of kleinschalige biologische teelt in stedelijke omgeving genoemd.
“Biologische landbouw stimuleren.”
Het VVD-verkiezingsprogramma noemt "biologisch tuinieren" niet expliciet en biedt geen specifiek beleid gericht op deze praktijk. Wel spreekt de VVD zich uit voor innovatie in de landbouw, waaronder snellere toelating van groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsmiddelen, maar de focus ligt vooral op technologische vooruitgang en ondernemerschap in de agrarische sector. Concrete voorstellen voor het stimuleren van biologisch tuinieren of stadslandbouw ontbreken.
De VVD wil innovatie in de landbouw stimuleren door Europese goedkeuring voor groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsmiddelen te versnellen. Dit is vooral bedoeld om het gebruik van chemische middelen terug te dringen, maar het beleid richt zich op de agrarische sector als geheel en niet specifiek op particulier of kleinschalig biologisch tuinieren.
“We willen tevens Europese goedkeuring voor andere innovaties zoals duurzame vangsttechnieken in de visserij, RENURE en versnelde toelating van groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsstoffen en -middelen, zodat chemie kan worden teruggedrongen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma