De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet biologisch als de nieuwe norm voor landbouw, voedselproductie en consumptie, met een sterke nadruk op plantaardig en diervriendelijk. Ze willen biologische productie stimuleren via subsidies, belastingmaatregelen, voorrang in beleid en gratis biologische voedselpakketten, en pleiten voor een radicale omschakeling van de landbouw en het voedselaanbod naar biologisch en plantaardig. De kern van hun visie is dat biologisch voedsel en landbouw essentieel zijn voor gezondheid, natuur, dierenwelzijn en een duurzame toekomst.
PvdD wil dat biologische, plantaardige en natuurinclusieve landbouw de standaard wordt in Nederland, als alternatief voor gangbare, vervuilende landbouw. Ze zien biologische boeren als voorbeeld en willen de omschakeling stimuleren met subsidies, kennis en eerlijke prijzen.
“Biodiverse, natuurinclusieve, biologische en regeneratieve land- en tuinbouw worden de norm, zoals strokenteelt, permacultuur, agrobosbouw (de combinatie van landbouw en bosbouw op hetzelfde perceel) en andere agro-ecologische systemen.”
“Biologische boeren en tuinders laten al decennialang zien hoe je voedselkringlopen kunt sluiten en gezond voedsel kunt produceren in samenwerking met de natuur. De Partij voor de Dieren zegt: maak van dit boerenvakmanschap de leidraad voor de landbouw in Nederland.”
“We willen een landbouw die ruimte biedt aan kleinschalige, biologische, lokaal verankerde boeren.”
“De omschakeling naar deze teelten wordt volop gestimuleerd en gefaciliteerd.”
“In het agrarisch onderwijs stimuleren we het verder versterken van de positie van biologische landbouw en natuurinclusief ondernemerschap.”
De partij wil biologisch voedsel voor iedereen bereikbaar maken, onder andere via gratis biologische voedselpakketten voor mensen met een laag inkomen, 100% biologische maaltijden op scholen en in zorginstellingen, en het stimuleren van biologische keuzes in het voedselaanbod.
“Mensen die niet rond kunnen komen krijgen wekelijks een gratis biologisch voedselpakket.”
“Net als in veel andere landen gaan scholen gezonde maaltijden aanbieden, met 100% biologische en plantaardige inkoop.”
“Ziekenhuizen en andere zorginstellingen serveren gezonde, plantaardige en biologische voeding.”
“Het voedselaanbod wordt ingericht op de biologische, diervriendelijke en gezonde keuze.”
“We willen dat gezond, biologisch, duurzaam, lokaal en plantaardig eten makkelijker en goedkoper wordt.”
PvdD wil biologische productie financieel aantrekkelijker maken door subsidies, belastingmaatregelen en het principe 'de vervuiler betaalt', zodat biologische producten concurrerender worden dan gangbare alternatieven.
“De extra opbrengsten kunnen we gebruiken voor het stimuleren van biologische bloementeelt.”
“Op die manier hoeft de belastingbetaler niet langer op te draaien voor vervuiling en versterken we het concurrentievermogen van biologische, plantaardige producenten.”
“De opbrengsten daarvan worden gebruikt om boeren te ondersteunen in de overgang naar duurzame, biologische praktijken en om biologisch voedsel toegankelijk te maken voor mensen.”
De partij wil dat biologisch centraal staat in het nationale voedselbeleid, met een nieuw ministerie dat inzet op biologisch en plantaardig voedsel en de positie van biologische boeren.
“Er komt integraal voedselbeleid, waarin het recht op gezond, biologisch en plantaardig voedsel en de positie van duurzame, biologische en diervriendelijke boeren centraal staan.”
PvdD wil de omschakeling naar biologische bloementeelt en gewasveredeling stimuleren en gangbare, vervuilende teelten afbouwen.
De partij zet in op grootschalige publiekscampagnes en educatie om de voordelen van biologisch eten breed bekend te maken.
“In Nederland starten we een grootschalige en langlopende publiekscampagne over de voordelen van plantaardig en biologisch eten.”
BIJ1 wil dat Nederland volledig overstapt op een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem binnen tien jaar. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het uitfaseren van kunstmest en pesticiden, het stimuleren van biologische boeren via grondbeleid, en het verplicht stellen van biologische sierteelt. Hun visie is dat biologische landbouw noodzakelijk is voor klimaat, natuur en rechtvaardigheid voor boeren.
BIJ1 kiest radicaal voor een biologische landbouwtransitie om natuur, klimaat en boeren te beschermen. Ze willen kunstmest en pesticiden uitfaseren, boeren inkomenszekerheid bieden, en het landbouwbeleid volledig richten op biologische en agro-ecologische productie.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw.”
“Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
Om biologische boeren te stimuleren, wil BIJ1 dat een Nationale Grondbank bij bedrijfsbeëindiging grond en rechten opkoopt en deze specifiek aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht. Dit moet de toegang tot land voor biologische boeren vergroten.
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond en van dieren- en emissierechten. Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
BIJ1 wil de sierteeltsector verduurzamen door vanaf 2028 uitsluitend biologische sierteelt toe te staan, waarmee ze een harde norm stellen voor deze sector.
“Per 2028 is er alleen nog biologische sierteelt toegestaan.”
BIJ1 wil dat landbouwonderwijs en wetenschappelijk onderzoek zich uitsluitend richten op biologische en agro-ecologische systemen, en verbreekt daarom de banden tussen Wageningen Universiteit en de agro-industrie.
“De WUR vormen we om van een universiteit en onderzoeksinstituut in dienst van agro-multinationals naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst. Ook hbo en mbo landbouwopleidingen gaan zich volledig richten op het onderwijzen van biologische, agro-ecologische landbouw.”
Volt ziet een toekomst waarin biologisch voedsel en landbouw de norm worden, met als concreet doel dat in 2030 minstens 25% van de landbouw biologisch is. Ze willen dit bereiken door wetgeving te vereenvoudigen, innovatie te stimuleren, en biologische producten standaard te maken binnen overheidsorganisaties. De partij koppelt biologisch expliciet aan duurzaamheid, eerlijke prijzen voor boeren en een gezonder voedselsysteem.
Volt wil dat een kwart van de landbouw in 2030 biologisch is, als duidelijke stap richting een duurzamer en gezonder voedselsysteem. Dit streefgetal moet perspectief bieden aan de sector en wordt ondersteund door vereenvoudiging van Europese wetgeving.
“De toekomst van ons eten is biologisch. Daarom streeft Volt ernaar dat 25% van de landbouw in 2030 biologisch is.”
Volt wil het gebruik van biologische producten binnen overheidsorganisaties tot standaard maken, om zo de markt voor biologische en duurzame producenten te ondersteunen en afzet te garanderen.
“Binnen overheidsorganisaties wordt het gebruik van vegetarische en biologische producten de standaard, met duurzame streekproducten waar mogelijk. Zo ondersteunen we deze markten en is afzet voor duurzame producenten gegarandeerd.”
Volt stimuleert innovaties die de omschakeling naar biologische landbouw mogelijk maken, zoals biopesticiden en kennisdeling, en ziet biologisch als onderdeel van een bredere visie op natuurinclusieve en circulaire landbouw.
“We zetten in op innovaties die de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren, zoals biopesticiden.”
“Grondgebonden, biologisch, circulair en natuurinclusief boeren passen binnen onze visie, die gericht is op terugdringen van het gebruik van krachtvoer, kunstmest en pesticiden.”
Volt koppelt biologisch expliciet aan duurzaamheid, gezondheid en eerlijke prijzen, en ziet gedragsverandering en technologie als middelen om biologische en duurzame landbouw te realiseren.
“Wij kiezen voor landbouw die eerlijker is voor mens en natuur. Biologisch en duurzaam.”
De ChristenUnie benoemt "biologisch" niet expliciet als speerpunt, maar zet in op minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen, bescherming van kleinschalige teelten en stimulering van duurzame landbouwpraktijken. Concrete voorstellen richten zich op het versneld beschikbaar maken van groene middelen, het beschermen van de vollegrondsgroenteteelt en het verminderen van chemische input. De partij koppelt deze maatregelen aan het versterken van biodiversiteit en het weerbaarder maken van landbouw tegen ziekten en plagen.
De ChristenUnie wil het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen fors verminderen en groene alternatieven sneller toelaten. Dit moet bijdragen aan een hogere biodiversiteit, betere bodemvruchtbaarheid en weerbaarheid tegen ziekten, wat aansluit bij de principes van biologische landbouw, ook al wordt het woord "biologisch" niet expliciet genoemd. De partij ziet bescherming van kleinschalige teelten en de vollegrondsgroenteteelt als essentieel.
“We zetten in op fors minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en stellen daarom met de sector een reductiedoel op. Groene middelen moeten sneller beschikbaar komen.”
“De toelating van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb wordt in lijn gebracht met kwaliteitsnormen voor de natuur, water en volksgezondheid.”
“Anderzijds verdienen kleinschalige teelten en de oer-Hollandse vollegrondsgroenteteelt bescherming.”
GroenLinks-PvdA ziet biologische landbouw als een belangrijk alternatief voor de huidige intensieve landbouw en wil deze sector fors uitbreiden. Ze willen boeren ondersteunen bij de omschakeling naar biologische productie, onder meer via eerlijke vergoedingen en stimulering van biologische producten en inkoop. Daarnaast stimuleren ze biologisch afbreekbare alternatieven voor plastic.
GroenLinks-PvdA beschouwt biologische landbouw als een bewezen manier om gezond voedsel te produceren met een kleine ecologische voetafdruk. Ze willen de biologische sector laten groeien door boeren te helpen omschakelen en hen eerlijk te belonen voor natuur- en landschapsbeheer. Ook wordt het gebruik van biologische producten en inkoop actief gestimuleerd.
“Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap. Ook stimuleren we het bijmengen van biologische producten en biologische inkoop.”
“Samen met innovatieve bedrijven, mkb’ers en biologische boeren werken we aan een groene toekomst.”
Naast landbouw stimuleert GroenLinks-PvdA het gebruik van biologisch afbreekbare alternatieven voor plastic, als onderdeel van hun bredere circulaire economiebeleid. Dit moet plasticvervuiling tegengaan en de transitie naar duurzamere materialen versnellen.
“Biologisch afbreekbare alternatieven worden gestimuleerd.”
BBB erkent het belang van biologische gewasbeschermingsmiddelen als alternatief voor gangbare middelen en wil de toelating hiervan versnellen. Het programma legt de nadruk op praktische, betaalbare alternatieven voor boeren, waarbij innovatie en wetenschappelijke beoordeling centraal staan. Biologisch wordt vooral gezien als onderdeel van een bredere gereedschapskist voor duurzame landbouw, niet als doel op zich.
BBB wil dat boeren toegang houden tot effectieve middelen om hun gewassen te beschermen, maar erkent de noodzaak van duurzamere alternatieven. Daarom pleit de partij voor een versnelde toelating van nieuwe biologische en groene gewasbeschermingsmiddelen, zolang deze volwaardig en betaalbaar zijn. Dit moet innovatie stimuleren en de milieu-impact van de landbouw verlagen, zonder de sector onnodig te belasten.
D66 ziet biologische landbouw als een belangrijk onderdeel van de transitie naar een natuurinclusieve en duurzame landbouw die bijdraagt aan biodiversiteit en natuurherstel. Ze willen kleinschalige, biologische landbouwinitiatieven actief stimuleren en integreren in het natuurbeleid, als alternatief voor intensieve landbouw en de bio-industrie.
D66 kiest expliciet voor het stimuleren van biologische (dynamische) landbouw als onderdeel van een bredere omslag naar landbouw die natuur en biodiversiteit versterkt. Dit wordt gezien als een concreet alternatief voor intensieve landbouw, met als doel natuurherstel, biodiversiteit en een duurzaam verdienmodel voor boeren.
“Ook kleinschaliger landbouwinitiatieven met een productiewijze die bijdraagt aan biodiversiteit zoals permacultuur, biologische (dynamische) landbouw, agro-ecologie kunnen hier onderdeel vanuit maken.”
“zoals permacultuur, biologische (dynamische) landbouw, agro-ecologie kunnen hier onderdeel vanuit maken.”
Het PVV-verkiezingsprogramma noemt "biologisch" uitsluitend in de context van geslacht en gender, waarbij de partij stelt dat het biologische geslacht weer leidend moet zijn in wetten en beleid. Er zijn geen standpunten of voorstellen over biologische landbouw, voeding, of andere relevante thema’s; de term wordt alleen gebruikt in de discussie rond genderidentiteit.
De PVV wil dat het biologische geslacht (man of vrouw) weer centraal staat in wetgeving en beleid, als reactie op wat zij zien als doorgeschoten genderideologie. Dit standpunt is bedoeld om duidelijkheid te scheppen en vrouwenrechten te beschermen, en verzet zich tegen het erkennen van meer dan twee geslachten of het gebruik van een "X" in het paspoort.
BVNL noemt "biologisch" uitsluitend in de context van geslachtsidentiteit en sport, niet in relatie tot landbouw, voedsel of duurzaamheid. Het enige concrete standpunt is dat "biologische mannen" niet worden toegelaten tot vrouwensporten en vrouwenspecifieke ruimtes. Er zijn geen beleidsvoorstellen of visies over biologische landbouw, voeding of duurzaamheid.
BVNL stelt expliciet dat "biologische mannen" uitgesloten moeten worden van vrouwensporten, vrouwenkleedkamers, vrouwengevangenissen en andere voor vrouwen bedoelde ruimtes. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere visie op het beschermen van vrouwenrechten en het tegengaan van genderbeleid dat zij als ideologisch beschouwen.
“Biologische mannen worden niet toegelaten in vrouwensporten, vrouwenkleedkamers, vrouwengevangenissen en ander voor vrouwen bedoelde ruimten.”
Het CDA ziet een rol voor biologische beschermingsmiddelen als alternatief voor chemische gewasbescherming en wil de toelating hiervan versnellen. Hun beleid richt zich op het stimuleren van innovatie en het verminderen van afhankelijkheid van chemische middelen in de landbouw, met aandacht voor een gezonde leefomgeving en toekomstbestendige landbouw.
Het CDA wil dat goed geteste biologische beschermingsmiddelen sneller worden toegelaten om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Dit moet bijdragen aan een gezondere leefomgeving voor boeren, hun gezinnen en omwonenden, en de transitie naar duurzamere landbouw versnellen.
“Er komt meer ruimte voor geïntegreerde gewasbescherming en goed geteste biologische beschermingsmiddelen worden sneller toegelaten.”
JA21 steunt het stimuleren van biologische landbouw als onderdeel van een breder landbouwbeleid gericht op innovatie, voedselzekerheid en duurzaamheid. Het programma noemt expliciet het stimuleren van biologische landbouw, maar werkt dit verder niet concreet uit met specifieke maatregelen of doelen. De aandacht voor biologisch is beperkt tot een korte, duidelijke beleidswens.
JA21 ziet biologische landbouw als een waardevolle aanvulling op het Nederlandse landbouwsysteem en wil deze stimuleren. Dit past binnen hun visie op een voorspelbaar, innovatief en toekomstgericht landbouwbeleid dat voedselzekerheid waarborgt. De partij noemt het stimuleren van biologische landbouw expliciet als beleidsdoel, maar geeft geen verdere details over de invulling of omvang van deze stimulering.
“Biologische landbouw stimuleren.”
NSC wil de toegang tot biologische producten voor consumenten verbeteren en boeren meer ruimte geven om deze producten direct te verkopen. Het programma bevat één concreet beleidsvoorstel: het bevorderen van afspraken in de keten voor betere toegang tot biologische en streekproducten, en het versoepelen van verkoopvoorwaarden voor boeren.
NSC ziet het vergroten van de beschikbaarheid van biologische producten als een manier om verduurzaming te stimuleren en consumenten meer keuze te bieden. Door ketenafspraken en minder strenge regels voor verkoop op het boerenerf, wil NSC zowel de biologische sector als regionale producten ondersteunen.
“We bevorderen dat er in de keten afspraken worden gemaakt over een betere toegang van consumenten tot biologische en streekproducten. De voorwaarden waaraan boeren moeten voldoen om hun producten op eigen erf te verkopen moeten worden versoepeld.”
De SGP noemt "biologisch" uitsluitend in de context van de "biologische band tussen moeder en kind" bij draagmoederschap en adoptie, en niet in relatie tot biologische landbouw, voeding of natuurbeheer. Hun standpunt richt zich op het beschermen van deze biologische band als essentieel voor het welzijn van het kind en het gezin, met concrete voorstellen om deze band juridisch te waarborgen.
De SGP vindt het belangrijk dat de biologische relatie tussen moeder en kind wordt beschermd, vooral bij draagmoederschap en adoptie. Zij zien deze band als fundamenteel voor de identiteit en het welzijn van het kind en willen dat deze altijd op de geboorteakte vermeld blijft. Dit standpunt is niet gerelateerd aan landbouw, voeding of milieu, maar uitsluitend aan familierecht en gezinsbeleid.
“De biologische band tussen moeder en kind moet beschermd worden. Deze band dient behouden te blijven op de geboorteakte.”
De SP wil de omschakeling naar biologische landbouw actief stimuleren en ondersteunen, met financiële hulp voor boeren die deze stap zetten. Biologische landbouw wordt gezien als een belangrijk onderdeel van een duurzame, diervriendelijke en natuurvriendelijke voedselproductie, waarbij subsidies en beleid gericht worden ingezet om deze transitie mogelijk te maken.
De SP vindt dat boeren die willen overstappen op biologische landbouw daarvoor financiële steun moeten krijgen. Dit moet de drempel verlagen en de verduurzaming van de landbouw versnellen. Landbouwsubsidies worden specifiek ingezet om deze omschakeling te bevorderen.
“Landbouwsubsidies worden volledig ingezet voor omschakeling naar duurzame en biologische landbouw. Omschakelaars krijgen de eerste jaren financiële steun.”
De VVD erkent het belang van biologische gewasbeschermingsmiddelen als onderdeel van verduurzaming in de landbouw, maar plaatst deze vooral in de context van innovatie en het terugdringen van chemische middelen. Hun belangrijkste concrete voorstel is het versnellen van de toelating van groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsmiddelen, zodat boeren meer duurzame alternatieven kunnen gebruiken.
De VVD wil dat boeren sneller toegang krijgen tot groene, biologische en laag-risico gewasbeschermingsmiddelen als alternatief voor chemische middelen. Dit moet innovatie stimuleren en bijdragen aan een duurzamere landbouw, waarbij de nadruk ligt op effectiviteit en het verminderen van chemisch gebruik.
“We willen tevens Europese goedkeuring voor andere innovaties zoals duurzame vangsttechnieken in de visserij, RENURE en versnelde toelating van groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsstoffen en -middelen, zodat chemie kan worden teruggedrongen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma