De Partij voor de Dieren (PvdD) is uitgesproken kritisch over biotechnologie, met name genetische manipulatie en klonen bij planten en dieren. Ze pleiten voor een verbod op gentechnologie in landbouw en dierproeven, stimuleren traditionele veredeling, en willen patentering van leven en veredelingstechnieken tegengaan.
PvdD beschouwt genetische manipulatie en klonen van planten en dieren als ethisch onaanvaardbaar en schadelijk voor biodiversiteit, dierenwelzijn en voedselzekerheid. Ze willen een nationaal en Europees verbod op de teelt, import en productie van genetisch gemodificeerde organismen en gekloonde dieren, inclusief nieuwe technieken als CRISPR-Cas.
“Nederland wordt gentechvrij. De teelt en import van genetisch gemanipuleerde gewassen wordt verboden.”
“Het genetisch manipuleren en klonen van dieren is ethisch onaanvaardbaar en brengt ernstig dierenleed met zich mee.”
“Biotechnologie bij dieren – waaronder genetische manipulatie en klonen – wordt verboden.”
“De Partij voor de Dieren verzet zich daartegen, en is tegen de inzet van gentech, inclusief nieuwe technieken zoals CRISPR-Cas.”
In plaats van biotechnologie wil de PvdD inzetten op biologische, traditionele veredeling om gezonde en weerbare gewassen te ontwikkelen, zonder de risico’s van genetische manipulatie.
“Biologische (traditionele) gewasveredeling wordt gestimuleerd, voor de ontwikkeling van gezonde en weerbare rassen.”
De PvdD verzet zich tegen het patenteren van planten, dieren en veredelingstechnieken door bedrijven, omdat dit de voedselmarkt en biodiversiteit bedreigt. Ze pleiten voor een sterk kwekersrecht voor boeren.
De partij wil verplichte, duidelijke etikettering van producten die gentech-ingrediënten bevatten of afkomstig zijn van dieren gevoed met genetisch gemanipuleerde gewassen, zodat consumenten een geïnformeerde keuze kunnen maken.
“Er komt verplichte etikettering voor vlees, zuivel, vis en eieren afkomstig van dieren die zijn gevoed met genetisch gemanipuleerde gewassen. Wanneer gentech-ingrediënten zijn verwerkt in een product, wordt dit duidelijk vermeld op de voorkant van het product of de verpakking.”
Volt ziet biotechnologie als een strategisch speerpunt voor innovatie, economische groei en maatschappelijke vooruitgang in Nederland en Europa. De partij wil investeren in sterke regionale biotech-ecosystemen, publiek-private samenwerking en Europese autonomie op het gebied van biotech, met nadruk op betaalbare medicijnen, kennisdeling en ethisch verantwoord gebruik. Concrete voorstellen zijn onder meer het opzetten van een Europees Tech Fund voor biotech, het versterken van regionale biotech-hubs, en het waarborgen van publieke belangen bij biotech-innovaties.
Volt wil Nederland positioneren als een toonaangevend biotech-land door te investeren in regionale hubs en samenwerking tussen universiteiten, bedrijven en publieke instellingen. Dit moet leiden tot meer innovatie, kennisuitwisseling en economische groei, naar het voorbeeld van succesvolle regio’s als Boston.
“Volt investeert in sterke regionale biotech- en lifesciences-ecosystemen naar het voorbeeld van Boston. Daar werken universiteiten, ziekenhuizen, start-ups en bedrijven op korte afstand samen. We versterken bestaande hubs zoals Amsterdam Science Park, Leiden Bio Science Park en Pivot Park in Oss.”
“We bevorderen ook gedeelde onderzoeksprojecten, klinische studies en opleidingsprogramma’s tussen verschillende plaatsen, zodat Nederland als één samenhangend biotech-ecosysteem functioneert.”
Volt pleit voor een Europees Tech Fund dat risicodragend investeert in strategische innovaties, waaronder biotech, om de technologische autonomie van de EU te versterken en talent in Europa te houden.
“Wij kiezen voor een Europees Tech Fund dat risicovolle investeringen doet in innovaties zoals AI, kwantumtechnologie en biotech.”
“Om de digitale en technologische autonomie van de EU te versterken richten we een Europees Tech Fund op dat risicodragend investeert in strategische innovaties, van AI en kwantumtechnologie tot cleantech en biotech.”
Volt wil dat biotech-innovaties die met publiek geld zijn ontwikkeld, betaalbaar blijven en in publieke handen blijven. Hiervoor wordt een publiek loket opgericht dat lifesciencesondernemers ondersteunt bij markttoegang en prijsafspraken.
“Volt richt een publiek loket op dat lifesciencesondernemers en academische instellingen ondersteunt bij markttoegang tot de EU, inclusief EMA-dossierbegeleiding en financiering van registratieprocedures. Dit loket richt zich op bedrijven en instituten die publieke belangen centraal stellen: ontwikkelde medicijnen en therapieën blijven zo in handen van Nederlandse of Europese publieke instellingen en worden zo betaalbaar.”
Volt ziet biotechnologie als een middel om de landbouw te verduurzamen, onder andere via kweekvlees, biopesticiden en alternatieve eiwitten. Dit draagt bij aan voedselzekerheid, milieubescherming en vermindering van dierlijke productie.
“Ook geven we meer aandacht aan het ontwikkelen van nieuwe en duurzame opties voor onze voeding, zoals kweekvlees.”
“We zetten in op innovaties die de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren, zoals biopesticiden.”
“Via een Europees publiek-privaat innovatiefonds maken we ruimte voor baanbrekend onderzoek naar alternatieve eiwitten, kweekvlees en voedseltechnologie.”
De SGP staat zeer kritisch tegenover biotechnologie en stelt duidelijke ethische grenzen, vooral vanuit een christelijk perspectief op de orde van de schepping. De partij pleit voor het respecteren van soortgrenzen, het verbieden van mens-diercombinaties, en het handhaven van een moratorium op kiembaanmodificatie. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbod op experimenten met dierlijke genen, het juridisch onderscheiden van embryo’s, en het stimuleren van alternatieven voor dierproeven.
De SGP vindt dat biotechnologische toepassingen altijd met ontzag voor de scheppingsorde moeten plaatsvinden en dat soortgrenzen niet overschreden mogen worden. Dit standpunt is geworteld in hun christelijke visie op de natuur en het leven, en richt zich op het voorkomen van ethisch grensoverschrijdende praktijken zoals het mengen van genetisch materiaal tussen soorten.
“Bij de praktische toepassing van biotechnologie past ontzag voor de orde in Gods schepping. Soortgrenzen dienen gerespecteerd te worden.”
“De overheid faciliteert veredeling van weerbare rassen en geeft ruimte voor nieuwe veredelingstechnieken, zolang soortgrenzen niet overschreden worden.”
De SGP wijst het ontwikkelen van mens-diercombinaties en genetische experimenten met dieren principieel af, vanwege morele en Bijbelse bezwaren. Dit betreft zowel het klonen als het manipuleren van dierlijke genen in laboratoria.
De SGP wil het bestaande moratorium op kiembaanmodificatie handhaven en benadrukt het belang van het juridisch onderscheiden van embryo’s en embryo-achtige structuren. Dit standpunt is bedoeld om ethische grenzen te bewaken en het menselijk leven te beschermen vanaf het allereerste begin.
De SGP wil het aantal proefdieren sterk verminderen en investeert in alternatieven, met het doel om dierproeven zoveel mogelijk te vervangen door andere methoden.
“Het aantal proefdieren moet echt omlaag. Er wordt geïnvesteerd in alternatieven en juridisch ruimte gegeven om die alternatieven toe te passen.”
De SP benoemt biotechnologie niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar neemt wel duidelijke standpunten in over onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en de invloed van commerciële belangen op technologische innovatie, waaronder biotechnologie. De partij wil publieke zeggenschap over onderzoek, strikte onafhankelijkheid van kennisinstellingen en transparantie over geldstromen, met bijzondere aandacht voor landbouw en geneesmiddelenontwikkeling.
De SP wil dat onderzoek naar biotechnologie, zoals nieuwe geneesmiddelen en landbouwinnovaties, onafhankelijk en publiek gefinancierd wordt, zonder sturing door commerciële belangen. Dit moet de maatschappelijke waarde van kennis waarborgen en belangenverstrengeling voorkomen.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
“Onafhankelijk onderzoek vereist publieke zeggenschap. Steeds vaker bepalen commerciële belangen wat er onderzocht wordt, hoe, en met welk doel. ... Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek.”
“De belangen van multinationals worden losgekoppeld van de Wageningen Universiteit. ... De Wageningen Universiteit en andere landbouw kennisinstellingen hanteren strikte onafhankelijkheidscodes. Geldstromen tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en beleidsinstituten moeten openbaar zijn.”
De SP wil dat de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, een belangrijk toepassingsgebied van biotechnologie, in publieke handen komt om de macht van farmaceutische bedrijven te breken en de beschikbaarheid van medicijnen te garanderen.
“De beschikbaarheid van medicijnen mag niet afhangen van het winstbelang van multinationals ... Daarom richten we een nationaal onderzoeksfonds op voor de ontwikkeling van geneesmiddelen in publieke handen.”
“We richten een Nationaal Onderzoeksfonds Geneesmiddelen op. De medicijnen die daar worden ontwikkeld, blijven in publieke handen.”
De SP pleit voor strikte onafhankelijkheid van landbouwonderzoek en meer steun voor traditionele veredeling, waarmee ze impliciet kritisch is op commerciële biotechnologische innovaties in de landbouw.
BIJ1 kiest in haar verkiezingsprogramma duidelijk voor een landbouwtransitie naar biologische en agro-ecologische systemen, waarbij biotechnologie als industriële innovatie niet wordt genoemd of gestimuleerd. De partij wil de banden tussen wetenschap en de agro-industrie verbreken en richt zich op transparant, publiek onderzoek naar biologische landbouw, met een nadruk op het uitfaseren van kunstmest, pesticiden en de bio-industrie. Concrete beleidsvoorstellen zijn het omvormen van Wageningen Universiteit tot een publieke instelling voor biologische landbouw en het volledig uitfaseren van chemische middelen en industriële veehouderij.
BIJ1 wil dat wetenschappelijk onderzoek naar landbouw volledig in dienst komt te staan van biologische en agro-ecologische systemen, en niet van de belangen van de agro-industrie of biotechnologische multinationals. Dit betekent een radicale breuk met de huidige verwevenheid tussen universiteiten en de industrie, en een focus op transparant, publiek onderzoek.
“Alle banden tussen de Wageningen Universiteit & Research (WUR) en de agro-industrie worden verbreken we. De WUR vormen we om van een universiteit en onderzoeksinstituut in dienst van agro-multinationals naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst.”
BIJ1 kiest expliciet voor een landbouwsysteem zonder kunstmest, chemische pesticiden of bio-industrie, en noemt geen rol voor biotechnologie in de voedselproductie. De partij ziet biologische en agro-ecologische landbouw als de enige duurzame weg vooruit.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen.”
BIJ1 wil dat alle landbouwopleidingen zich uitsluitend richten op biologische en agro-ecologische landbouw, waarmee biotechnologische toepassingen buiten beeld blijven.
“Ook hbo en mbo landbouwopleidingen gaan zich volledig richten op het onderwijzen van biologische, agro-ecologische landbouw.”
NSC is zeer terughoudend en restrictief ten aanzien van biotechnologie, vooral waar het gaat om genetische aanpassingen bij mensen en embryo’s. De partij pleit voor strikte verboden op kiembaanmodificatie, het creëren van embryo’s voor onderzoek, en het selecteren van kenmerken via IVF, en wil ook reproductieve inzet van kunstmatige geslachtscellen verbieden. Hun visie is ethisch-conservatief: biotechnologische innovatie mag niet ten koste gaan van menselijke integriteit en moet streng worden gereguleerd.
NSC verzet zich principieel tegen het aanpassen van menselijk erfelijk materiaal, het creëren van embryo’s voor onderzoek, en het selecteren van kenmerken zoals geslacht via biotechnologische methoden. De partij ziet hierin grote ethische risico’s en wil voorkomen dat biotechnologie leidt tot het ‘ontwerpen’ van mensen of het doorgeven van genetische aanpassingen aan volgende generaties.
“We zijn principieel tegen aanpassingen van het menselijk erfelijke materiaal waarbij deze aanpassingen ook worden doorgegeven aan volgende generaties (de zogeheten kiembaanmodificatie). We zijn tegen het tot stand brengen van embryo’s voor onderzoek en tegen uitbreiding van de inzet van preimplantatie genetische tests.”
“We willen een verbod op reproductieve inzet van kunstmatige geslachtscellen (in vitro gametogenese).”
“We willen een uitgebreider verbod op het bemiddelen van diensten voor niet-medische inzet van IVF om het geslacht en andere kenmerken van een kind te kunnen selecteren.”
NSC benadrukt dat de ontwikkeling van medische technologie, waaronder biotechnologie, nieuwe ethische dilemma’s oproept en dat deze niet alleen aan experts mogen worden overgelaten. Het maatschappelijk en politiek debat moet leidend zijn bij het bepalen van de grenzen.
“De ontwikkeling van medische technologie roept nieuwe ethische dilemma’s op rond onder meer embryoselectie en de aanpassing van DNA.”
“Het maatschappelijke en politieke debat over medische ethiek en over beginnend en eindigend leven moet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden gevoerd. Deze debatten horen juist thuis in het politieke en maatschappelijke domein, en mogen niet uitsluitend worden overgelaten aan onderzoekers en experts.”
D66 ziet biotechnologie als een belangrijke motor voor duurzame voedselproductie en medische vooruitgang, mits deze verantwoord wordt ingezet. De partij wil innovatie in biotechnologie versnellen, vooral rond alternatieven voor dierlijke eiwitten en medische ethiek, met oog voor veiligheid, autonomie en het welzijn van mens en dier.
D66 wil biotechnologische innovaties zoals kweekvlees, fermentatie en plantaardige eiwitten actief stimuleren om de eiwittransitie te versnellen en de landbouw te verduurzamen. De partij ziet hierin kansen voor zowel natuur als economie en pleit voor snellere toelating, investeringen en Europese samenwerking.
“Nu gaat het meeste geld en aandacht uit naar dierlijke eiwitten. Maar kweekvlees, plantaardige eiwitbronnen zoals algen en fermentatietechnieken zijn schoner, schaalbaar en toekomstgericht.”
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking.”
D66 omarmt de mogelijkheden van biomedische wetenschap en technologie, maar benadrukt het belang van ethische kaders en individuele autonomie. De partij wil dat mensen zelf keuzes kunnen maken over hun lichaam, leven en gezondheid, en ziet technologie als hulpmiddel mits kwetsbaren worden beschermd.
De VVD ziet biotechnologie als een belangrijke motor voor innovatie in de landbouw, voedselproductie en circulaire economie, en wil belemmerende regelgeving versoepelen om deze sector te stimuleren. Ze pleiten voor snellere toelating van nieuwe biotechnologische producten zoals kweekvlees en CRISPR-Cas, en willen biotechnologie inzetten om voedselverspilling tegen te gaan. De partij benadrukt het belang van een sterke internationale positie en het benutten van biotechnologie voor economische groei en duurzaamheid.
De VVD vindt dat de huidige EU-regelgeving te streng is en innovatie in biotechnologie belemmert, vooral bij nieuwe voedselproducten zoals kweekvlees en CRISPR-Cas. Ze willen snellere en soepelere procedures, met speciale aandacht voor start-ups en regelluwe proeftuinen, om Nederland internationaal concurrerend te houden.
“We kijken met optimisme naar ontwikkelingen zoals precisiefermentatie, kweekvlees en nieuwe genomische technieken zoals CRISPR-Cas. Maar de rigide toelatingsprocedures in de EU zorgen voor deze novel foods voor enorme belemmeringen. De overheid moet er alles aan doen om dit te stroomlijnen, bijvoorbeeld door aan te dringen op een speciale procedure voor start-ups.”
“We willen tevens Europese goedkeuring voor andere innovaties zoals duurzame vangsttechnieken in de visserij, RENURE en versnelde toelating van groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsstoffen en -middelen, zodat chemie kan worden teruggedrongen.”
De VVD ziet biotechnologie als een kans om voedselverspilling te verminderen door reststromen om te zetten in waardevolle producten. Dit draagt bij aan duurzaamheid en een circulaire economie.
“We willen voedselverspilling verder tegengaan door voedselresten met vooruitstrevende biotechnologieën om te zetten in waardevolle nieuwe producten.”
De VVD benadrukt het belang van Nederland als internationale koploper in efficiënte en technologisch geavanceerde voedselproductie, mede dankzij biotechnologie. Ze willen deze positie behouden en versterken vanwege de economische en geopolitieke voordelen.
“Vanwege onze vruchtbare grond en dankzij onze boeren, ondernemers, bedrijven en kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit hebben wij een internationale voortrekkersrol als het gaat om efficiënte en technologisch geavanceerde voedselproductie.”
BBB staat positief tegenover het gebruik van biotechnologie, waaronder gentechniek zoals CRISPR/Cas9, om de milieu-impact van de landbouw te verlagen en innovatie te stimuleren. De partij wil versnelde toelating van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen en meer ruimte voor innovatieve technieken, zolang deze wetenschappelijk zijn beoordeeld en betaalbaar zijn voor boeren. BBB benadrukt dat innovatie in de landbouwpraktijk centraal moet staan, met oog voor effectiviteit en praktische toepasbaarheid.
BBB ziet biotechnologie, zoals gentechniek (CRISPR/Cas9), als een belangrijk middel om de milieu-impact van de landbouw te verminderen en de sector innovatief en concurrerend te houden. De partij wil dat deze technieken sneller en met minder belemmeringen kunnen worden toegepast, mits ze wetenschappelijk zijn beoordeeld en betaalbaar zijn. Dit standpunt is ingegeven door de wens om boeren effectieve en moderne middelen te bieden voor gewasbescherming en verduurzaming.
BBB vindt dat de toelating van biotechnologische middelen gebaseerd moet zijn op wetenschappelijke beoordeling door onafhankelijke instanties, waarbij het oordeel van het Ctgb leidend is. Hiermee wil de partij voorkomen dat politieke of niet-wetenschappelijke argumenten innovatie onnodig belemmeren.
“We houden oog voor wat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) als wetenschappelijke instantie zegt. Het oordeel van de Ctgb is leidend boven dat van instanties als de NVWA.”
Het CDA ziet biotechnologie als een sleuteltechnologie voor de toekomst en wil deze inzetten voor innovatie in landbouw, natuur en economie. Ze pleiten voor het toestaan van moderne veredelingstechnieken zoals CRISPR-Cas en cisgenese in de plantenveredeling, en willen investeren in onderzoek en valorisatie op het gebied van biotechnologie. De partij koppelt biotechnologie expliciet aan het versterken van de Nederlandse kennispositie en het verduurzamen van de landbouw.
Het CDA wil biotechnologische innovaties zoals CRISPR-Cas en cisgenese toestaan om de landbouw duurzamer en minder afhankelijk van chemische middelen te maken. Dit moet bijdragen aan een gezonde leefomgeving, innovatiekracht en het toekomstbestendig maken van de agrarische sector.
“De veredelingstechnieken CRISPR-Cas en cisgenese worden toegestaan bij de veredeling van planten.”
Het CDA beschouwt biotechnologie als een van de sleuteltechnologieën voor de toekomst en wil investeren in onderzoek, innovatie en valorisatie op dit gebied. Hiermee willen ze het verdienvermogen van Nederland versterken en inspelen op maatschappelijke uitdagingen.
“en valorisatie dat zich richt op de sleuteltechnologieën van de toekomst, zoals AI, quantum-computing, groene chemie, batterijtechnologie en biotechnologie.”
De ChristenUnie is zeer terughoudend ten aanzien van biotechnologie, vooral waar het gaat om genetische modificatie van embryo’s en het gebruik van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. De partij pleit voor het handhaven van het verbod op kiembaanmodificatie en benadrukt een ethiek van voorzichtigheid bij medische technologische ontwikkelingen, waarbij maatschappelijke dialoog en bescherming van menselijk leven centraal staan.
De ChristenUnie verzet zich tegen genetische modificatie van embryo’s, vooral als deze wijzigingen onomkeerbaar zijn en aan volgende generaties worden doorgegeven. Dit standpunt is geworteld in het uitgangspunt dat elk menselijk leven beschermwaardig is en dat ingrijpende biotechnologische technieken niet lichtvaardig mogen worden toegepast.
“Het gebruik van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek en genetische modificatie, past niet bij het uitgangspunt dat elk menselijk leven beschermwaardig is. Zeker als genetische modificaties in het embryo onomkeerbaar zijn en aan het nageslacht worden doorgegeven (kiembaanmodificatie), past grote terughoudendheid. De ChristenUnie houdt daarom vast aan het huidig verbod hierop in de Embryowet.”
“Bij medische technologische ontwikkelingen hanteren we een ‘ethiek van voorzichtigheid’: bij twijfel niet inhalen. Besluiten over ingrijpende technieken horen thuis in het volle licht van de maatschappelijke dialoog, niet alleen in de beslotenheid van laboratoria of wetenschappelijke congressen.”
JA21 erkent de kansen en risico’s van biotechnologie, met name op het gebied van gentechnologie en genomica. De partij pleit voor actieve monitoring, duidelijke ethische kaders en internationale afspraken om misbruik, stigmatisering en onvoorziene gevolgen te voorkomen. Concrete beleidsvoorstellen richten zich op het voorkomen van genetisch toerisme, eugenetica en het beschermen van mensen met een beperking.
JA21 wil biotechnologische ontwikkelingen zoals gentechnologie en genomica actief monitoren en reguleren, om ethisch problematische praktijken en negatieve maatschappelijke gevolgen te voorkomen. De partij benadrukt het belang van internationale samenwerking en duidelijke ethische grenzen, met speciale aandacht voor het voorkomen van stigmatisering en genetische manipulatie met onvoorziene gevolgen voor toekomstige generaties.
“Ten slotte wenst JA21 op het gebied van gentechnologie en genomica actieve monitoring en passende regelgeving. Zonder internationale afspraken kunnen er ethisch problematische praktijken ontstaan, zoals genetisch toerisme of eugenetica. JA21 wil daarom dat er duidelijke ethische kaders worden gesteld waarmee stigmatisering van mensen met een beperking en onvoorziene gevolgen van genetische manipulatie voor toekomstige generaties worden voorkomen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma