De Partij voor de Dieren wil de landbouw in Nederland radicaal beperken en hervormen door het drastisch verminderen van de veehouderij, het verbieden van landbouwgif, en het omvormen van landbouwgrond naar natuur of duurzame, plantaardige productie. Hun kernvisie is dat landbouw niet langer ten koste mag gaan van natuur, klimaat, dierenwelzijn en volksgezondheid, en dat Nederland moet overschakelen naar een kleinschalige, biologische en plantaardige landbouwsector.
De PvdD pleit voor een snelle en ingrijpende vermindering van het aantal dieren in de veehouderij, met als doel het beëindigen van de vee-industrie en het vrijmaken van landbouwgrond voor natuur en plantaardige productie. Dit wordt gezien als essentieel voor het oplossen van milieu-, klimaat- en dierenwelzijnsproblemen.
De partij wil landbouwgif volledig verbieden en gangbare, intensieve landbouwpraktijken zoals monoculturen, overbemesting, en zware grondbewerking stopzetten. Dit moet de biodiversiteit herstellen, de bodem gezond maken en de volksgezondheid beschermen.
“Er komt een verbod op landbouwgif. De land- en tuinbouw worden gifvrij.”
“Monoculturen maken plaats voor strokenteelt of andere vormen van natuurinclusieve, regeneratieve landbouw.”
“Het injecteren van mest wordt verboden, evenals het gebruik van kunstmest.”
“Intensieve grondbewerking, zoals ploegen, wordt niet meer toegestaan.”
De PvdD wil een deel van de landbouwgrond omvormen tot natuur en de resterende grond inzetten voor biologische, plantaardige productie. Dit moet bijdragen aan ecologisch herstel en een duurzaam voedselsysteem.
“Een deel van de landbouwgrond wordt omgevormd tot natuur. Eigenaars worden gecompenseerd voor de verandering en bestemming van de grond.”
“Wanneer het aantal dieren in de veehouderij krimpt, komt er landbouwgrond vrij voor onder meer natuur, maar ook voor bio-based productie, zoals de teelt van vlas, hennep, stro, lisdodde, olifantsgras en hout (productiebossen).”
“Biologisch geteelde plantaardige eiwitgewassen voor menselijke consumptie hebben de toekomst, zoals bonen, linzen, lupinen, erwten en soja; de bodem knapt er zichtbaar van op en voor boeren bieden ze een duurzaam perspectief.”
De partij wil een einde maken aan grootschalige, industriële landbouw door het verbieden van megastallen, het stopzetten van mestvergisters, en het beëindigen van de export van industriële landbouwsystemen.
“Het tijdperk van de megastallen is voorbij. Deze stallen zullen als eerste opgekocht worden in het kader van de stikstof- en klimaataanpak. Er komen geen vergunningen voor de bouw van megastallen of de uitbreiding van bestaande veehouderijen.”
“We stoppen met mestvergisters, en daarmee ook met subsidies voor (opwek van) ‘groen gas’. Er komen geen vergunningen meer voor de bouw van nieuwe mestvergisters en bestaande worden ingetrokken.”
“Nederland stopt per direct met het stimuleren en exporteren van systemen en producten voor industriële landbouw zoals slachterijen, megastallen en landbouwgif.”
De PvdD wil het verdienmodel van de landbouw veranderen door heffingen op vervuiling en het verbieden van de verkoop van landbouwproducten onder de kostprijs. Bulkproductie en kiloknallers worden verboden om de verschuiving naar kwaliteit en duurzaamheid te stimuleren.
“Het de-vervuiler-betaalt-principe gaat ook voor de landbouw gelden. Er komt een heffing op de uitstoot van stikstofverbindingen en broeikasgas.”
“Er komt een verbod op het gestunt met vlees en zuivel. Kiloknallers, plofkippen en plofmelk/sloopmelk verdwijnen uit de schappen. Landbouwproducten mogen niet onder de kostprijs worden verkocht.”
“We stoppen met de import van producten die ten koste gaan van de leefomgeving elders of die gepaard gaan met schendingen van mensenrechten en dierenwelzijn.”
FVD is fel tegen het beperken van de landbouw en wil juist alle bestaande en voorgenomen beperkingen op boeren en agrarische productie schrappen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het volledig afschaffen van het stikstofbeleid, het stoppen van onteigening of uitkoop van boeren, het ontmantelen van EU-regelgeving zoals de Green Deal en Natuurherstelwet, en het terugdraaien van nationale en Europese regels die de landbouw beperken. De kern van hun visie is maximale vrijheid voor boeren, behoud van de agrarische sector en voedselsoevereiniteit, zonder extra beperkingen vanuit overheid of EU.
FVD stelt dat het stikstofbeleid onterecht de landbouw beperkt en wil dit beleid volledig afschaffen, inclusief alle rekenmodellen en Kritische Depositiewaarden (KDW). Ze zien geen stikstofcrisis en willen dat boeren zonder deze beperkingen kunnen blijven produceren.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“We schrappen het stikstofbeleid volledig, heffen de zogeheten landbouwkalender op...”
FVD verzet zich expliciet tegen elke vorm van gedwongen of vrijwillige onteigening, uitkoop van boeren met belastinggeld, en het beperken van de veestapel. Ze willen dat de agrarische sector behouden blijft en boerenbedrijven kunnen worden overgedragen aan volgende generaties.
“We gaan nooit over tot gedwongen onteigening van boeren en ook niet tot ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld, zodat de agrarische sector in Nederland behouden blijft.”
“Gedwongen onteigening, ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld en het beperken van de veestapel horen niet thuis in een gezond landbouwbeleid.”
“Geen onteigening of uitkoop van boeren”
FVD wil alle EU-regelgeving die de landbouw beperkt, zoals de Green Deal, Natuurherstelwet en Nitraatrichtlijn, afschaffen of negeren. Ze willen dat Nederlandse boeren niet zwaarder worden gereguleerd dan buitenlandse collega’s en streven naar een gelijk speelveld.
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaafd - inclusief het CO2-handelsysteem (ETS).”
“We gooien de EU-Natuurherstelwet in de prullenbak, zodat boeren en vissers niet langer gebonden zijn aan onrealistische Brusselse regels.”
“We herstellen de Nederlandse derogatie, zodat boeren efficiënt kunnen blijven bemesten.”
FVD wil juist de landbouwproductie behouden en stimuleren, met als doel voedselautonomie en een sterke agrarische sector. Ze zijn tegen elke vorm van beperking, zoals ontpoldering van landbouwgrond of opgelegde eiwittransitie.
“We stoppen met het onder water zetten van vruchtbare landbouwgrond in Zeeland.”
“We maken voedselautonomie tot nationaal speerpunt: Nederland moet zoveel mogelijk zelf in staat zijn de eigen bevolking te voeden.”
“We verzetten ons tegen de opgedrongen eiwittransitie; ruim baan voor de vrolijke vleeseter.”
GroenLinks-PvdA wil de landbouw in Nederland fors beperken door de veestapel te verkleinen, de industriële en intensieve veehouderij af te bouwen en de landbouwproductie aan te passen aan wat de natuur aankan. De partij kiest voor een grondgebonden, biologische en duurzame landbouw, met strenge regels voor bestrijdingsmiddelen en mest, en geeft prioriteit aan natuurherstel boven exportgerichte productie. Boeren worden ondersteund bij omschakeling, maar waar nodig worden dwingende maatregelen en gedwongen uitkoop niet geschuwd.
GroenLinks-PvdA wil het aantal landbouwdieren fors verminderen, vooral in de intensieve veehouderij, en stelt dat sectoren die vooral voor export produceren als eerste moeten krimpen. Dit gebeurt desnoods met dwingende maatregelen en gedwongen uitkoop, met als doel natuurherstel en het doorbreken van het stikstofslot.
“Daarbij kiezen wij voor een grondgebonden landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden. Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel. Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen.”
“De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
De partij wil het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest tot een minimum beperken, met directe verboden op specifieke middelen en sectoren, om de gezondheid van mens en natuur te beschermen.
“Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest wordt tot een minimum beperkt.”
“Daarom komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn. We verbieden per direct glyfosaat, PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij lelieteelt. Ook komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen in en rondom natuur- en waterwingebieden.”
“Er komt een verbod op de kankerverwekkende stof PFAS en op het gebruik van landbouwgif.”
GroenLinks-PvdA wil de landbouw structureel hervormen richting biologische en duurzame productie, waarbij boeren worden geholpen bij de omschakeling en een eerlijke vergoeding krijgen voor natuurbeheer.
“Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap.”
“De jarenlange focus op schaalvergroting en intensivering heeft de natuur en boeren uitgeput... We passen daarom onze productiecapaciteit aan naar wat onze natuur aankan.”
“We kiezen voor circulaire landbouw, waarbij we landbouw aanpassen op wat het land aankan. Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
De partij wil actief sturen op het gebruik van landbouwgrond, waarbij intensieve veehouderij plaatsmaakt voor woningbouw en natuur, en de overheid regie voert over grondgebruik.
“De intensieve veehouderij en verloederde bedrijventerreinen plaatsmaken voor woningen en komt er een bouwstimulans zodat grondeigenaren sneller gaan bouwen.”
“Grond is duur en schaars in Nederland. Daarom moet de overheid regie voeren om die grond in te zetten voor het grootste maatschappelijke belang.”
BBB is uitgesproken tegen het beperken van de landbouw en verzet zich tegen gedwongen krimp, onteigening of het verminderen van de veestapel. Hun beleid richt zich op het beschermen van landbouwgrond, het behouden van boerenbedrijven en het stimuleren van innovatie als alternatief voor inkrimping, met voedselzekerheid als centraal uitgangspunt.
BBB wijst het actief beperken van de landbouwsector af, zoals het halveren van de veestapel, gedwongen uitkoop of onteigening. Zij stellen dat boeren bestaanszekerheid en toekomstperspectief moeten behouden en dat voedselzekerheid voorop moet staan.
“Geen gedwongen onteigening of gedwongen uitkoop, gedwongen verplaatsing of gedwongen extensivering op basis van stikstof.”
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn...”
“Boeren verdienen toekomstperspectief, geen afbraakbeleid.”
BBB wil landbouwgrond expliciet beschermen tegen herbestemming voor andere doeleinden, zoals woningbouw, natuuruitbreiding of energieprojecten. Zij zien vruchtbare landbouwgrond als essentieel voor voedselzekerheid en de economie.
“Onze vruchtbare landbouwgrond is waardevol. BBB zal ervoor waken dat deze niet klakkeloos wordt herbestemd omdat er andere aanspraken op worden gedaan.”
“Defensie moet de mogelijkheid krijgen om uit te breiden in natuurgebied, zodat landbouwgrond goed wordt beschermd om het agrarisch gebruik te behouden.”
BBB verzet zich tegen het toevoegen van strengere nationale regels ("nationale koppen") bovenop Europees landbouwbeleid, omdat dit de sector verder zou beperken en het speelveld ongelijk maakt.
“Geen nationale koppen op Europees beleid. Extra nationale regels bovenop EU wetgeving worden zoveel mogelijk geschrapt.”
“BBB wil de nationale koppen op Europees beleid schrappen en meer ruimte bieden aan boeren om via innovatie, vakmanschap en grondgebonden werken bij te dragen aan natuurherstel én voedselzekerheid.”
In plaats van het beperken van de landbouw via krimp, zet BBB in op innovatie, technologische vooruitgang en verduurzaming om milieudoelen te halen zonder de sector te verkleinen.
BBB wil geen verdere uitbreiding van natuurgebieden ten koste van landbouw, maar pleit voor "landbouwinclusieve natuur" waarbij landbouw en natuurbeheer worden gecombineerd en landbouwgrond haar bestemming behoudt.
Volt wil de landbouw in Nederland structureel beperken en hervormen om natuur, klimaat en volksgezondheid te beschermen. Ze pleiten voor het verminderen van de veestapel, het afbouwen van kunstmest en krachtvoer, het verbieden van megastallen, en het stimuleren van extensieve, biologische en natuurinclusieve landbouw. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het terugdringen van intensieve landbouwpraktijken en het belasten van milieubelastende inputs.
Volt wil het aantal dieren per hectare wettelijk beperken en megastallen verbieden, vooral nabij natuurgebieden, om de druk op natuur en milieu te verminderen. Ze zien intensieve veehouderij als onverenigbaar met hun visie op duurzame landbouw.
“Er komt een maximaal aantal dieren per hectare. Dit getal ligt lager in de buurt van natuurgebieden.”
“Volt wil een verbod op megastallen. Daarnaast wil Volt voorkomen dat investeringen in technologie leiden tot verdere intensivering van de veehouderij.”
“De intensieve veehouderij past niet in een milieu- en diervriendelijke landbouw.”
Volt wil het gebruik van kunstmest en krachtvoer wettelijk en fiscaal beperken om stikstofuitstoot te verminderen en duurzame landbouw te stimuleren. Dit moet leiden tot een structurele afname van milieubelastende inputs in de landbouw.
“Ons doel is om een toekomstbestendige landbouw te creëren waar kunstmest en krachtvoer niet of nauwelijks meer een rol spelen. De afbouw van kunstmest en krachtvoer willen we wettelijk en via belastingmaatregelen realiseren.”
“We stimuleren zuiniger gebruik van kunstmest en krachtvoer door de kostprijs te verhogen, door middel van een kunstmestheffing en krachtvoerheffing.”
Volt wil extensieve, biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren als alternatief voor intensieve landbouw, onder meer door subsidies, kennisdeling en het stellen van streefpercentages.
“We maken het makkelijker voor boeren om hun huidige vergunning om te zetten van intensief naar extensief, zodat ze nu al kunnen starten met verduurzamen. Daarmee versnellen we de transitie naar extensieve landbouw.”
“De toekomst van ons eten is biologisch. Daarom streeft Volt ernaar dat 25% van de landbouw in 2030 biologisch is.”
“Grondgebonden, biologisch, circulair en natuurinclusief boeren passen binnen onze visie, die gericht is op terugdringen van het gebruik van krachtvoer, kunstmest en pesticiden.”
Volt wil de ruimte voor landbouw beperken door een landschapskader en slimme indeling van landbouwtypes, waarbij niet overal intensieve landbouw mogelijk is.
“De ruimte in Nederland is beperkt. Daarom moeten we kiezen waar we wat doen. Dat geldt ook voor de landbouw. Niet iedere plek is geschikt voor elke vorm van landbouw. We willen voor de EU een nieuw landschapskader ontwikkelen: een slimme indeling van landbouwtypes.”
“Er komt een landschapskader dat boeren duidelijkheid biedt, door in kaart te brengen welk type landbouw in welke gebieden plaatsvindt: van zones voor duurzame, hoog-efficiënte landbouw tot gebieden die geschikter zijn voor meer extensieve, natuurinclusieve landbouw.”
Volt wil dat Nederland zich strikt houdt aan Europese stikstofnormen en biedt boeren de mogelijkheid te innoveren, extensiveren of te stoppen.
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof- en nitraatemissies, de Vogel- en de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Natuurherstelwet. We willen boeren helpen te innoveren, te diversificeren, te extensiveren, of desnoods te stoppen.”
De PVV is fel tegen het beperken van de landbouw en verzet zich tegen regelgeving die boeren hindert, zoals strenge stikstofnormen en Natura 2000-gebieden. Hun belangrijkste voorstellen zijn het schrappen van stikstofregels, het stoppen van gedwongen uitkoop of onteigening van boeren, en het verminderen van Natura 2000-gebieden. De kern van hun visie is dat landbouw juist meer ruimte moet krijgen en niet verder beperkt mag worden door milieuregels.
De PVV ziet stikstofregels en Natura 2000-gebieden als de belangrijkste oorzaak van beperkingen voor de landbouw. Ze willen deze regels versoepelen of schrappen om boeren meer ruimte te geven en verdere beperking van de landbouw te voorkomen. Dit standpunt is direct gericht tegen het beperken van de landbouw via milieuwetgeving.
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie. Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
“Tot die tijd verhogen we direct de rekenkundige ondergrens naar minimaal 1 mol en halen we de kritische depositiewaarden uit de wet.”
“We moeten af van alle bangmakerij dat onze natuur door stikstof op omvallen zou staan. Te veel – of juist te weinig – stikstof kan de natuur veranderen, en dat is helemaal niet erg. Het is absurd dat vrijwel het hele landbouw- en natuurbeleid ondergeschikt is gemaakt aan stikstof.”
“Versoepeling van de Brusselse regels; verminderen van het aantal natuurgebieden met Natura 2000-status en/of verkleinen van gebieden”
“Kritische depositiewaarden uit de wet”
De PVV verzet zich expliciet tegen het gedwongen uitkopen of onteigenen van boeren als middel om landbouw te beperken. Ze stellen dat boeren juist moeten kunnen blijven produceren en dat hun positie beschermd moet worden.
De partij wil dat boeren die door stikstofregels in onzekerheid verkeren (PAS-melders) direct gelegaliseerd worden, zodat hun bedrijfsvoering niet langer wordt beperkt. Daarnaast benadrukt de PVV het belang van nationale voedselproductie en het voorkomen van verdere beperking van de landbouwsector.
De SGP verzet zich tegen generieke of gedwongen beperkingen van de landbouw en pleit juist voor het behoud van agrarische bedrijven, meer ruimte voor innovatie en maatwerk in verduurzaming. Ze willen beperkingen op landbouwproductie vermijden door te kiezen voor doelsturing, vrijwillige regelingen en het tegengaan van generieke krimpmaatregelen. Concrete voorstellen zijn het afwijzen van gedwongen opkoop, het beperken van generieke kortingen op rechten, en het versoepelen van regelgeving om bedrijfsontwikkeling mogelijk te houden.
De SGP is uitgesproken tegen het van bovenaf opleggen van beperkingen aan de landbouw, zoals gedwongen opkoop, generieke kortingen op productierechten of het intrekken van vergunningen. Ze vinden dat zulke maatregelen de sector onnodig beperken en pleiten voor vrijwilligheid en maatwerk.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“De spanning op de mestmarkt kan omlaag door een vorm van derogatie, volledige verrekening van gasvormige stikstofverliezen en vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen, niet door een generieke korting op fosfaatrechten.”
“De afroming van productie- en fosfaatrechten bij transacties wordt ingeperkt, zodat normale bedrijfsontwikkeling niet onnodig belemmerd wordt.”
De SGP wil dat landbouwbedrijven kunnen blijven ontwikkelen en innoveren, zonder te worden beperkt door overmatige of onpraktische regelgeving. Ze pleiten voor vereenvoudiging van vergunningverlening, erkenning van innovatieve technieken en het vermijden van onnodige belemmeringen.
De SGP kiest voor een aanpak waarbij boeren via doelsturing en maatwerk kunnen verduurzamen, in plaats van generieke of van bovenaf opgelegde beperkingen. Ze willen dat boeren keuzevrijheid houden in hoe ze aan milieudoelen voldoen.
“De SGP stelt in het mest- en emissiebeleid een twee sporen aanpak voor: een boer kan kiezen voor eenvoudige regels en minder ruimte, of voor doelvoorschriften in combinatie met de Kringloopwijzer, een afrekenbare stoffenbalans, gerichte metingen en certificering, en meer ruimte.”
“Dit kan uiteindelijk uitmonden in een minder vrijblijvende vorm van doelsturing, mits de boer voldoende ruimte krijgt om hier invulling aan te geven.”
“De SGP is kritisch over van bovenaf opgelegde eisen voor grondgebondenheid in de melkveehouderij. Het doorkruist samenwerkingsverbanden met andere bedrijven en voegt weinig toe aan normen voor doelsturing.”
De SGP wil landbouwgrond zoveel mogelijk behouden voor voedselproductie en is tegen het makkelijker maken van onteigening, waarmee ze zich verzetten tegen het beperken van de landbouw via ruimtelijke ordening.
De SP wil de landbouw beperken door de intensieve veehouderij en het gebruik van kunstmest en pesticiden fors terug te dringen, met als doel een landbouw die in balans is met natuur, klimaat en dierenwelzijn. De partij kiest voor minder dieren per hectare, een verbod op schadelijke bestrijdingsmiddelen, het afschaffen van de bio-industrie en het stimuleren van regionale, kleinschalige en duurzame landbouw. De nadruk ligt op het beschermen van natuur, het verbeteren van dierenwelzijn en het ondersteunen van boeren bij de omschakeling naar een toekomstbestendig landbouwsysteem.
De SP wil het aantal dieren per hectare verlagen en duidelijke grenzen stellen aan de intensieve veehouderij. Dit moet de stikstofuitstoot en milieuschade verminderen en de landbouw in balans brengen met de draagkracht van bodem, lucht, water en natuur.
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
“Grootschalige bedrijven met honderden of duizenden dieren passen niet in de landbouw van de toekomst.”
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij. Geen productie meer ten koste van dieren, mensen en natuur.”
De SP wil het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen snel afbouwen en glyfosaat verbieden. Ook wordt de import van veevoer beperkt om tropische ontbossing en milieuschade elders te voorkomen.
“Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt zo snel mogelijk afgebouwd. Glyfosaat wordt verboden.”
“Kunstmest en landbouwgif worden afgebouwd, mestvergisting en andere mislukte technologische trucs worden gestopt.”
“We stoppen met de grootschalige import van veevoer, kunstmest en biobrandstof.”
De SP wil de landbouw hervormen naar regionale kringlopen, gezinsbedrijven en natuurinclusieve productie, met minder schaalvergroting en export. Boeren worden ondersteund bij de omschakeling en krijgen een eerlijke prijs.
“De omschakeling naar een boerenlandbouw staat centraal: gezinsbedrijven in plaats van megastallen, gesloten kringlopen op regionale schaal, meer biodiversiteit in plaats van monoculturen.”
“Schaalvergroting en exportgerichte bioindustrie maken plaats voor gezinsbedrijven die lokaal produceren.”
“We bevorderen regionale kringlopen, met minder mest, minder kunstmest en minder import van veevoer.”
De SP wil een deel van de landbouwgrond bestemmen voor natuur, om biodiversiteit te herstellen en het landschap te versterken.
“Op tien procent van de landbouwgrond komt ruimte voor natuur: houtwallen, schone sloten, bloemrijke bermen en akkerranden versterken het netwerk van natuurgebieden.”
BIJ1 wil de landbouw in Nederland radicaal beperken door de industriële veehouderij af te bouwen, de veestapel fors te verkleinen en de landbouw te transformeren naar een biologisch, agro-ecologisch systeem. De partij stelt concrete doelen zoals het halveren van de veestapel in 2030 en het uitfaseren van kunstmest en pesticiden, met nadruk op rechtvaardigheid voor boeren en het stimuleren van plantaardige alternatieven. BIJ1 ziet deze ingrepen als noodzakelijk voor het oplossen van de stikstofcrisis, het beschermen van natuur en klimaat, en het herstellen van biodiversiteit.
BIJ1 beschouwt de huidige omvang van de veehouderij als onhoudbaar vanwege de stikstofcrisis en milieuschade. De partij wil de bio-industrie uitfaseren, megastallen sluiten of onteigenen, en de veestapel met grote snelheid minstens halveren, met als doel 50% minder vee in 2030 en 75% minder in 2035. Dit moet sociaal rechtvaardig gebeuren, met uitkoopregelingen voor getroffen boeren.
“De bio-industrie willen we afbouwen en uiteindelijk zien verdwijnen. Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd.”
“In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
BIJ1 wil de landbouwsector fundamenteel hervormen richting biologische en agro-ecologische methoden. Kunstmest en chemische pesticiden worden uitgefaseerd en afgeschaft, het aantal verwarmde kassen wordt radicaal verminderd, en het landbouwareaal voor sierteelt wordt sterk teruggebracht. Boeren krijgen ondersteuning bij deze transitie, onder meer via een gegarandeerd inkomen en een publieke investeringsbank.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem.”
“Kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
“We maken het aantal verwarmde kassen radicaal minder.”
“Het landbouwareaal waar sierteelt wordt verbouwd tussen 2025 en 2030 met 80% naar beneden. Per 2028 is er alleen nog biologische sierteelt toegestaan.”
Om natuur en klimaat te sparen, wil BIJ1 de productie en consumptie van dierlijke producten sterk terugdringen en de transitie naar plantaardige alternatieven actief ondersteunen. Dit omvat onder meer het verplicht stellen van weidegang en uitloop, en overheidssteun voor plantaardige producten.
“De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. ... Weidegang voor vee wordt verplicht, evenals uitloop voor varkens en pluimvee. Hiernaast wordt de transitie naar plantaardige producten als duurzaam alternatief voor dierlijke producten ondersteund door de overheid.”
BIJ1 vindt het onacceptabel dat de aanpak van de stikstofcrisis wordt vertraagd en pleit voor het direct openstellen van sociaal verantwoorde uitkoopregelingen voor boeren, met oog voor rechtvaardigheid vanwege het door de politiek gestimuleerde groeibeleid in het verleden.
“Het is onacceptabel dat de zittende politiek de aanpak van de stikstofcrisis blijft vertragen. We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
De ChristenUnie wil de landbouw extensiever en duurzamer maken, met meer oog voor natuur, milieu en dierenwelzijn, maar zonder krimp van de sector als doel op zich. Ze sturen op het verminderen van schadelijke emissies, het beperken van de veestapel waar nodig, en het wettelijk vastleggen van grondgebondenheid, terwijl boeren ondersteund worden bij omschakeling en innovatie. De partij kiest voor doelsturing boven middelvoorschriften en wil boeren perspectief bieden met een passend verdienmodel.
De ChristenUnie ziet krimp van de veestapel niet als doel, maar als mogelijke consequentie als boeren onvoldoende bijdragen aan emissiereductie. De omvang van de veestapel moet in balans zijn met het natuurlijke systeem, en boeren krijgen eerst de kans om via innovatie en managementmaatregelen emissies te verlagen.
“Krimp van de veestapel is geen doel, maar de omvang van de veestapel moet wel in balans komen met het natuurlijke systeem (bodem, water, natuur).”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
“Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie.”
De partij wil de melkveehouderij grondgebonden maken, zodat productie en grondgebruik in balans zijn. Dit wordt wettelijk vastgelegd om verdere intensivering te beperken en de sector duurzamer te maken.
Om de landbouw minder afhankelijk te maken van externe inputs en de kringloop te sluiten, wil de ChristenUnie fors minder veevoer importeren en de import van kalveren beperken. Dit draagt bij aan het beperken van de schaal en intensiteit van de veehouderij.
“We veel minder veevoer uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika gaan importeren. De kalverhouderij wordt in balans gebracht met de melkveehouderij en de import van kalveren wordt ingeperkt.”
De ChristenUnie kiest voor doelsturing op emissiereductie per bedrijf, in plaats van generieke opkoop van boerenbedrijven. Boeren krijgen bedrijfsspecifieke doelen en worden ondersteund bij innovatie en extensivering, zodat minder bedrijven hoeven te verdwijnen.
“Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds. Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven.”
De partij wil het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen fors verminderen, onder meer door reductiedoelen en een verbod op glyfosaat voor grasland. Dit beperkt de intensiteit van de landbouw en beschermt natuur en volksgezondheid.
JA21 is fel tegen het beperken van de landbouw via gedwongen uitkoop, strenge stikstofnormen en onrealistische Europese regels. De partij pleit juist voor het behoud en de versterking van de landbouwsector door technologische innovatie, maatwerk en het schrappen van beperkende regelgeving, waarbij boeren vrijwillig kunnen extensiveren of stoppen, maar nooit gedwongen. Hun kernvisie is dat landbouw en natuur samen kunnen gaan zonder de sector te verkleinen of te beperken.
JA21 verzet zich expliciet tegen het beperken van de landbouw door middel van gedwongen uitkoop van boeren en het opleggen van strenge, niet-realistische milieuregels. Zij zien dit als kostbaar, ineffectief en schadelijk voor de sector en pleiten voor alternatieven die boeren perspectief bieden.
“JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
“Wij staan voor toekomstbestendige sectoren en verzetten ons tegen symboolpolitiek en gedwongen uitkoop van boeren.”
“Het lukraak uitkopen van boeren voor miljarden euro’s is waanzinnig kostbaar en doet feitelijk weinig voor onze natuur.”
JA21 wil af van beperkende stikstofregels zoals de kritische depositiewaarde (KDW), omdat deze volgens hen leiden tot stilstand en onnodige beperkingen voor de landbouw. Ze pleiten voor meer maatwerk en het loslaten van rigide normen.
“JA21 wil af van de kritische depositiewaarde (KDW), die wettelijk voorschrijft hoeveel stikstof een natuurgebied aankan zonder dat de natuur er verslechtert.”
“Op deze manier kan er meer ruimte gevonden worden voor maatwerk, zal er minder kans zijn op juridische blokkades en bovenal zal dit ons minder afhankelijk maken van gebrekkige modellen.”
JA21 vindt dat Europese milieudoelen, zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW), niet mogen leiden tot het beperken van de landbouw als deze doelen onhaalbaar zijn. Ze willen dat Nederland gebruikmaakt van juridische ruimte om deze doelen aan te passen of uit te stellen.
“Dat Nederland gebruikmaakt van de juridische ruimte in de KRW om doelen aan te passen of uit te stellen waar deze aantoonbaar onhaalbaar zijn.”
“Een herijking van de KRW-normen op EU-niveau, zodat deze beter aansluiten bij de ruimtelijke realiteit van dichtbevolkte lidstaten als Nederland.”
In plaats van beperking, wil JA21 de landbouwsector versterken door technologische innovatie, fiscale stimulansen en vrijwillige extensivering of beëindiging, vooral nabij Natura2000-gebieden. Gedwongen krimp wordt afgewezen; innovatie en vrijwilligheid staan centraal.
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
“Boeren moeten de ruimte krijgen om te investeren in gewasteelt en in verbeteringen binnen de veehouderij.”
De VVD wil de landbouw niet generiek beperken, maar stelt wel concrete eisen aan het verminderen van vervuiling en emissies, vooral stikstof, via sectorgebonden doelen en innovatie. De partij kiest voor het afschaffen van starre regels en het stimuleren van ondernemersvrijheid, maar accepteert waar nodig vrijwillige extensivering, productierechten en strengere normen om natuur en bodem te beschermen. De kern is: minder bureaucratie, meer ruimte voor innovatie, maar wel duidelijke grenzen aan vervuiling.
De VVD wil landbouwbedrijven niet langer beperken met generieke regels, maar stelt sectorgebonden emissieplafonds en afrekenbare doelen per hectare of dier. Dit moet leiden tot daadwerkelijke vermindering van stikstof en andere emissies, maar met ruimte voor ondernemers om zelf te bepalen hoe ze die doelen halen.
“Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier.”
“We gaan per sector sturen op emissies zodat alle sectoren evenredig bijdragen, bijvoorbeeld met elektrificatie, technische innovatie of extensivering.”
“De huidige wetgeving kent reductiedoelen voor de berekende hoeveelheid neerslag op natuurgebieden. We gaan deze KDW-doelen (kritische depositiewaarde) vervangen door sectorgebonden emissieplafonds, inclusief wettelijke tussendoelen en evaluatiemomenten, die per sector leiden tot significante geborgde emissiereducties...”
De VVD accepteert vrijwillige en gebiedsgerichte extensivering en het invoeren van productierechten voor bepaalde diersoorten als middel om landbouw te beperken waar de druk op natuur en milieu te groot is.
“Bij vergunningverlening is het principe van de Beste Beschikbare Technieken (BBT) leidend.”
“We gaan binnen een werkbare periode toewerken naar een balans met voldoende grasland. ... De omvang van de melkveehouderij wordt de maatstaf voor de kalverhouderij. Ook voor andere diersoorten komen productierechten.”
“Daarnaast is er een gebiedsgerichte aanpak nodig voor alle gebieden die overbelast zijn, met prioriteit voor de gebieden waar de problematiek het zwaarst speelt, zoals bij De Peel en De Veluwe, met regionale betrokkenheid en noodzakelijke keuzes over aanvullende emissiereductie en extensivering.”
De VVD wil af van starre, generieke regels die het ondernemerschap beperken, zoals verplichte oogstdata of middelvoorschriften. In plaats daarvan moeten boeren ruimte krijgen om via innovatie en eigen keuzes aan de doelen te voldoen.
“Daarvoor zijn middelvoorschriften, zoals verplichte oogstdata, makkelijk voor de overheid, maar die beperken ondernemerschap. ... Op het moment dat doelsturing aantoonbaar tot resultaat leidt, schaffen we middelvoorschriften af.”
“We willen een agrarische sector die past bij de draagkracht van de omgeving. Vervuiling en emissies willen we waar nodig dus verminderen. Daarvoor zijn middelvoorschriften, zoals verplichte oogstdata, makkelijk voor de overheid, maar die beperken ondernemerschap.”
De VVD wil af van eenzijdige stikstofnormen en pleit ervoor om vergunningverlening te baseren op de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld via onafhankelijke monitoring, zodat economie en natuur beide kunnen bloeien.
“En uiteindelijk moeten we af van de eenzijdige focus op stikstof door niet stikstofnormen maar de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld op basis van onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening, zodat economie én natuur in Nederland weer kunnen bloeien.”
BVNL is fel tegen het beperken van de landbouw en verzet zich tegen overheidsmaatregelen die de sector inperken, zoals het stikstofbeleid, uitkoopregelingen en Europese regelgeving. De partij wil bestaande beperkingen opheffen, boeren maximale ruimte geven om te produceren, en pleit voor het afschaffen van modellen en normen die volgens hen de landbouw onnodig hinderen. BVNL ziet het behoud en de versterking van de Nederlandse landbouw als essentieel voor voedselzekerheid en economische kracht.
BVNL verwerpt het huidige stikstofbeleid en alle vormen van uitkoop van boeren, omdat zij deze zien als onnodige en schadelijke beperkingen op de landbouwsector. De partij stelt dat het stikstofprobleem kunstmatig is gecreëerd en pleit voor directe beëindiging van deze beleidsmaatregelen.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
BVNL wil af van rekenmodellen en normen zoals het Aeriusmodel en de Kritische Depositie Waarde (KDW), omdat deze volgens de partij geen wetenschappelijke basis hebben en de landbouw onnodig beperken.
De partij wil dat boeren meer vrijheid krijgen in het gebruik van dierlijke mest en het bepalen van hun eigen bedrijfsvoering, zonder opgelegde beperkingen vanuit de overheid.
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest. Op dit moment worden agrarische ondernemers gedwongen hun gewassen te summier te bemesten of uit te wijken naar kunstmest dat bovendien slecht is voor het grondwater.”
“Kalenderlandbouw is niet mogelijk en dient afgeschaft te worden. Agrarische ondernemers dienen zelf naar eigen inzicht te bepalen wanneer er bemest, gezaaid, gepoot en geoogst wordt.”
BVNL verzet zich tegen Europese regelgeving die de landbouw zou beperken, zoals de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet, omdat deze volgens de partij leiden tot voedseltekorten en onnodige inperking van de Nederlandse landbouw.
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“De EU-Natuurherstelwet kan de prullenbak in. Deze wetgeving zal Nederland onleefbaar maken en zorgt ervoor dat nog geen bosje madeliefjes geplukt kan, of hond uitgelaten mag worden in de berm.”
D66 wil de landbouw in Nederland structureel beperken door de veestapel te verkleinen, de stikstofuitstoot te halveren en strengere eisen te stellen aan waterkwaliteit en biodiversiteit. De partij ziet krimp van de veestapel en een overgang naar natuurinclusieve, minder intensieve landbouw als noodzakelijk om natuur, klimaat en dierwelzijn te beschermen. Boeren krijgen ondersteuning bij deze omslag, maar de doelen zijn niet vrijblijvend en worden juridisch vastgelegd.
D66 stelt harde, juridisch vastgelegde doelen voor het verminderen van stikstofuitstoot en het halen van waterkwaliteitsnormen, wat direct leidt tot beperking van de landbouwproductie en -intensiteit. Dit is nodig om natuurherstel mogelijk te maken en bouwprojecten weer vlot te trekken.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen.”
D66 erkent expliciet dat het realiseren van natuur- en milieudoelen leidt tot een kleinere veestapel. Dit wordt niet als doel op zich gepresenteerd, maar als onvermijdelijk gevolg van de gekozen koers.
“Krimp van de veestapel is een logisch gevolg van al deze opgaven.”
Uitkoop van boeren wordt ingezet als instrument om de overgang naar een minder intensieve, natuurinclusieve landbouw te versnellen. Dit is gekoppeld aan gebiedsgerichte doelen en duurzame toekomstplannen voor de sector.
“Uitkoop is een instrument dat de omslag naar een natuurinclusieve en minder intensieve landbouw moet ondersteunen.”
“Niet met willekeurige opkoop. Wel met een nieuw voorstel dat uitkoop nadrukkelijk verbindt aan doelen per gebied en aan duurzame plannen voor de toekomst van de sector.”
D66 wil het aantal dieren in de landbouw expliciet beperken tot wat de natuurlijke omgeving kan dragen, om dure aanpassingen en natuurverlies in de toekomst te voorkomen.
“Dat we niet meer vee houden dan de natuurlijke omgeving aankan.”
D66 zet in op een versnelde overgang van dierlijke naar plantaardige eiwitten, wat direct leidt tot beperking van de dierlijke landbouw.
NSC erkent dat de landbouwsector moet worden beperkt om milieuproblemen zoals stikstofuitstoot, watervervuiling en biodiversiteitsverlies aan te pakken. De partij kiest voor een meer grondgebonden, circulaire en duurzame landbouw met minder dieren, vooral in de intensieve veehouderij, en stelt concrete reductiedoelen en beperkingen voor. Tegelijkertijd wil NSC perspectief bieden aan boeren door innovatie, maatwerk en een eerlijke beloning te stimuleren.
NSC wil de omvang van de veestapel verkleinen, vooral in de intensieve veehouderij, en de landbouw meer grondgebonden en circulair maken. Dit moet leiden tot minder uitstoot en een betere balans met de omgeving, waarbij jonge en duurzame boeren perspectief houden.
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is... De omvang van de melkveestapel zal iets kleiner worden dan nu het geval is... Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest.”
“Verder willen we landbouwgrond bestemmen voor maatschappelijke landbouw, met minder dieren en meer ruimte voor natuurherstel.”
NSC wil geen nieuwe vergunningen voor megastallen en richt het opkoopbeleid op intensieve veehouderij in concentratiegebieden, om zo de meest vervuilende bedrijven te beperken.
De partij wil de stikstofuitstoot significant terugdringen door reductiedoelen te stellen en uitstoot bij de bron te beperken, met onderscheid tussen verschillende typen stikstof. Boeren krijgen meer vrijheid in hoe ze deze doelen halen, maar de normen worden strenger en juridisch houdbaar gemaakt.
“We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.”
“De uitstoot van stikstof moet significant zijn teruggedrongen in 2035. Alle sectoren – industrie, verkeer, zee- en luchtvaart en landbouw – dragen bij aan die doelstelling en nemen maatregelen. De keuze voor een meer grondgebonden landbouw zal een groot effect hebben op het terugdringen van uitstoot in deze sector.”
NSC wil bedrijven in en rond Natura 2000-gebieden extensiveren of verplaatsen om natuur te behouden of te herstellen, als onderdeel van een gebiedsgerichte aanpak.
“In en rond Natura 2000-gebieden nemen we gebiedsgerichte maatregelen om natuur te behouden of te herstellen. Het rijk maakt in dit kader afspraken met de provincies over agrarisch natuurbeheer, ecosysteemdiensten en het extensiveren of verplaatsen van bedrijven.”
Hoewel NSC inzet op beperking van de landbouw, is de partij tegen gedwongen uitkoop van boeren en wil zij regionale grondmobiliteit faciliteren met rechtszekerheid voor grondeigenaren.
“We faciliteren regionale grondmobiliteit, waarbij we de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor grondeigenaren borgen. We zijn tegen gedwongen uitkoop.”
50PLUS is tegen het verder beperken van de landbouw in Nederland en wil juist het perspectief voor boeren versterken. De partij pleit ervoor dat het Nederlandse landbouwbeleid niet strenger is dan dat van buurlanden en verzet zich tegen extra nationale regels bovenop Europese afspraken. Ze benadrukken het belang van innovatie, voedselzekerheid en het behoud van de agrarische sector.
50PLUS vindt dat Nederland geen strengere landbouwregels moet hanteren dan de Europese standaard. Ze willen voorkomen dat Nederlandse boeren extra worden beperkt ten opzichte van hun Europese collega’s, om zo de concurrentiepositie en het perspectief van de sector te beschermen.
De partij wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien en pleit voor minder ‘obsessieve’ bescherming van kleine natuurgebieden. Dit standpunt is bedoeld om de beperkingen voor boeren te verminderen en meer ruimte te bieden aan de landbouw.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
50PLUS benadrukt het belang van boeren die bijdragen aan innovatie, voedselzekerheid en natuurherstel, en wil jonge ondernemers in de sector perspectief bieden. Dit betekent dat ze landbouw niet willen beperken, maar juist willen stimuleren binnen redelijke kaders.
Het CDA wil de landbouwsector niet direct beperken, maar sturen op verduurzaming en het behalen van milieudoelen via langjarige, voorspelbare normen en gebiedsgerichte maatregelen. Waar bedrijven niet voldoen aan emissienormen, worden uiteindelijk vergunningen ingetrokken of rechten gekort, maar het CDA benadrukt maatwerk, innovatie en het behoud van voedselzekerheid. De partij kiest voor een transitie met oog voor het perspectief van boeren, waarbij beperking vooral volgt uit het niet halen van wettelijke doelen.
Het CDA wil de landbouwsector sturen via heldere, meetbare emissienormen per bedrijf, met als doel stikstofreductie en natuurherstel. Beperking van landbouwactiviteiten volgt als bedrijven niet aan deze normen voldoen, waarbij intrekking van vergunningen of korting op rechten als uiterste middel wordt ingezet. Dit beleid is bedoeld om ruimte te scheppen voor andere maatschappelijke prioriteiten en natuurherstel.
“Sanctionering zoals het intrekken van vergunningen of eventuele korting van dier- of fosfaatrechten fungeert daarbij als ultieme remedie voor dat deel van de gestelde emissienormen dat bedrijven niet hebben gehaald in 2035.”
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf.”
“We moeten het landschap duurzaam beheren, het welzijn van dieren verhogen, het klimaat en de bodem verbeteren en ruimte scheppen voor andere maatschappelijke prioriteiten, zoals natuur, woningbouw, water en energietransitie.”
Het CDA stelt voor om via regionale grondbanken en herinrichting landbouwgrond te verschuiven naar maatschappelijke prioriteiten zoals natuur en woningbouw. Dit kan leiden tot beperking van landbouw in bepaalde gebieden, afhankelijk van regionale behoeften en plannen.
“Om grondmobiliteit te creëren komen er regionale grondbanken onder de regie van regionale landinrichtingscommissies om zo herinrichting van landbouw en natuur te creëren.”
De partij wil af van gedetailleerde middelvoorschriften en kiest voor langjarige, voorspelbare doelsturing. Dit betekent dat de overheid alleen normen stelt en handhaaft, waardoor bedrijven zelf moeten zorgen dat ze binnen de gestelde grenzen blijven. Niet voldoen aan deze doelen kan uiteindelijk tot beperking van bedrijfsvoering leiden.
“In de wet- en regelgeving stappen we over naar langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. De overheid stelt alleen heldere en meetbare normen en investeert in handhaving daarvan.”
DENK erkent de noodzaak om de landbouw te verduurzamen, vooral vanwege de stikstofproblematiek, maar kiest daarbij primair voor vrijwillige uitkoopregelingen en ondersteuning van innovatie. Gedwongen uitkoop wordt slechts als uiterste middel niet uitgesloten, en er is aandacht voor strengere regels en investeringen in dierwaardigere bedrijven. Het beperken van de landbouw wordt dus vooral via stimulering, innovatie en vrijwilligheid nagestreefd, niet via harde krimp of algemene beperkingen.
DENK wil de stikstofuitstoot verminderen door in te zetten op vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren, waarbij gedwongen uitkoop alleen als laatste redmiddel wordt overwogen. Tegelijkertijd ondersteunt DENK bewezen en effectieve innovaties die vergroening van de landbouw mogelijk maken, en pleit voor strengere regels en investeringen in dierwaardigere bedrijven. Het doel is om natuur en leefomgeving te beschermen zonder direct te kiezen voor grootschalige krimp van de landbouwsector.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten. Bewezen en effectieve innovaties in de landbouw die tot vergroening leiden moeten worden ondersteund. Wij staan ook voor strengere regels en meer investeringen in dierwaardigere bedrijven.”
Naast de stikstofaanpak wil DENK schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen in de landbouw sneller verbieden, om zo de natuur beter te beschermen. Dit is een aanvullende maatregel die de landbouwpraktijk direct raakt en verder beperkt.
“Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”