NSC wil de instroom van buitenlandse studenten fors beperken door deze te koppelen aan de beschikbare huisvesting en opleidingscapaciteit, het gebruik van de Nederlandse taal te herstellen, en financiële prikkels voor niet-EU studenten te verscherpen. Ze stellen voor om Engelstalige opleidingen terug te dringen, het collegegeld voor niet-EU studenten te verhogen, en universiteiten te verplichten tot een minimale ‘stay-rate’ van internationale studenten. Het doel is om studiemigratie te laten aansluiten bij de behoeften van de Nederlandse samenleving en economie, en de druk op de woningmarkt en het onderwijs te verminderen.
NSC wil de instroom van buitenlandse studenten beperken door deze direct te relateren aan de beschikbare woonruimte en opleidingsplaatsen, met regionaal en sectoraal maatwerk. Dit moet voorkomen dat de druk op studentenhuisvesting en onderwijsinstellingen verder toeneemt.
“De instroom van buitenlandse studenten wordt gerelateerd aan de beschikbare capaciteit aan woonruimte en opleidingsplaatsen in studentensteden. Hierbij kan maatwerk worden toegepast per regio en sector.”
NSC ziet het grote aandeel Engelstalige opleidingen als oorzaak van de hoge instroom van internationale studenten en wil opleidingen standaard weer in het Nederlands aanbieden, met beperkte uitzonderingen. Dit moet de aantrekkelijkheid voor buitenlandse studenten verminderen en de binding met de Nederlandse samenleving versterken.
“Opleidingen in het hoger onderwijs worden standaard weer in de Nederlandse taal aangeboden om het aantal internationale studenten te verminderen.”
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
Om de instroom van studenten van buiten Europa te ontmoedigen, wil NSC het collegegeld voor deze groep significant verhogen, met alleen uitzonderingen voor studies die van vitaal belang zijn voor Nederland.
“Het collegegeld voor studenten van buiten Europa wordt significant verhoogd. Ook hier zijn uitzonderingen mogelijk voor studies die van vitaal belang zijn voor Nederland.”
NSC wil voorkomen dat buitenlandse studenten onbedoeld profiteren van Nederlandse studiefinanciering door de regels aan te scherpen, onder andere via een wachttijd en strengere EU-normen. Ook wordt dubbele financiering uit Nederland en het thuisland verboden.
“We willen een wachttijd instellen voor het recht op een studiebeurs. En de regels in de EU zo aanpassen dat er voor EU-studenten pas bij veel meer werkuren recht ontstaat op een Nederlandse beurs.”
“Er komen zware boetes voor studenten die in twee landen studiefinanciering krijgen. We nemen ook maatregelen in EU-verband, zoals het verstrengen van de normen voor het krijgen van financiering.”
NSC wil dat universiteiten en hogescholen alleen internationale studenten aannemen als een substantieel deel na afstuderen in Nederland blijft werken, om zo de meerwaarde voor de samenleving te waarborgen.
“Om de meerwaarde van internationale studenten voor de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt te waarborgen, voeren we een ‘stay-rate garantie’ in. Dit betekent dat het aantal internationale studenten dat een studieprogramma of onderwijsinstelling mag aannemen, gedeeltelijk afhankelijk wordt van hun verblijfspercentage in Nederland na afstuderen.”
“Universiteiten en hogescholen moeten streven naar een minimale ‘stay-rate’ van 50% na vijf jaar.”
De ChristenUnie wil het aantal buitenlandse studenten (studiemigranten) beperken, omdat de toestroom volgens hen te groot is en druk legt op voorzieningen in sommige steden. De partij vindt dat het opleiden van Nederlandse studenten de kerntaak van universiteiten moet zijn en pleit voor Nederlandstalig bacheloronderwijs als uitgangspunt. Ze willen een landelijke regie op studiemigratie, het financieringsmodel aanpassen zodat instellingen niet afhankelijk zijn van buitenlandse studenten, en verplichte taallessen voor internationale studenten.
De ChristenUnie vindt dat het aantal internationale studenten te hoog is en wil dit terugdringen. Ze zien het opleiden van Nederlandse studenten als de hoofdtaak van universiteiten en willen dat Nederland geen bekostigde opleidingsplaats is voor iedere buitenlandse student. Dit moet de druk op voorzieningen verminderen.
“Het aantal internationale studenten is echter enorm toegenomen en legt in sommige steden een te grote druk op beschikbare voorzieningen. Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten.”
“Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten. Nederland verwelkomt talent uit het buitenland, maar is geen (bekostigde) opleidingsplaats voor iedere student die zich meldt. Dit legt in sommige steden een te grote druk op beschikbare voorzieningen.”
Om de instroom van buitenlandse studenten te beperken, wil de ChristenUnie dat bacheloropleidingen in principe Nederlandstalig zijn. Alleen voor studies waar internationaal talent echt nodig is, kan hiervan worden afgeweken.
“Het aanbieden van Nederlandstalig bacheloronderwijs is het uitgangspunt.”
De partij wil een landelijke afweging maken voor welke studies en sectoren buitenlandse studenten nodig zijn, in lijn met de inzet van Universiteiten van Nederland (UNL). Er moeten internationale afspraken komen over de instroom, zodat deze verantwoord en doelgericht is.
“Om (top)sectoren van internationaal talent te kunnen voorzien, maken we in lijn met de inzet van Universiteiten van Nederland (UNL) een landelijke afweging welke studies en bijpassende studiemigratie daarvoor verantwoord en nodig zijn. Hierover maken we in internationaal verband nieuwe afspraken.”
De ChristenUnie wil het bekostigingssysteem van universiteiten zo aanpassen dat instellingen niet langer buitenlandse studenten nodig hebben om financieel te overleven.
“We passen het financieringsmodel aan om te voorkomen dat internationale studenten nodig zijn voor het voortbestaan van studies of instellingen.”
Naast beperking van de instroom, wil de ChristenUnie dat buitenlandse studenten beter integreren via verplichte taallessen en huisvesting in traditionele studentenhuizen.
“We stimuleren integratie van studenten via verplichte taallessen en meer studentenkamers in traditionele studentenhuizen, georganiseerd door de ontvangende onderwijsinstellingen.”
De SP wil het aantal buitenlandse studenten (studiemigranten) dat jaarlijks naar Nederland komt fors beperken. Ze willen af van het verdienmodel waarbij universiteiten internationale studenten aantrekken voor het geld, en stellen voor dat een deel van het studieaanbod, vooral bacheloropleidingen, verplicht in het Nederlands wordt gegeven. Zo willen ze de instroom van buitenlandse studenten terugdringen en de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs voor Nederlandse studenten waarborgen.
De SP vindt dat het aantal buitenlandse studenten te hoog is en wil deze instroom flink beperken. Ze zien het werven van internationale studenten als een verdienmodel dat ten koste gaat van de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs, en willen dat universiteiten niet langer financieel afhankelijk zijn van deze instroom.
“brengen we het aantal arbeids, kennis en studie migranten dat jaarlijks naar Nederland komt flink omlaag. Door verdienmodellen aan te pakken stoppen we de commerciële beunhazen die zichzelf verrijken met belastinggeld.”
“We moeten investeren in universiteiten en hogescholen zodat zij niet afhankelijk zijn van hun inkomsten uit het aantrekken van internationale studenten.”
“Onderwijsinstellingen werven internationale studenten niet om de wetenschap te verrijken, maar omdat het geld oplevert. Overvolle collegezalen en Engelse opleidingen zijn voor veel universiteiten en hogescholen een verdienmodel geworden en dat gaat ten koste van de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs. Wij stoppen met deze doorgeschoten marktlogica.”
“We zorgen ervoor dat instellingen niet langer afhankelijk zijn van internationale werving om financieel rond te komen. Tegelijk brengen we de instroom beter in balans en blijft elke opleiding volledig in het Nederlands te volgen.”
Om het aantal buitenlandse studenten te beperken, wil de SP dat een deel van het studieaanbod, met name bacheloropleidingen, verplicht in het Nederlands wordt gegeven. Dit moet het minder aantrekkelijk maken voor buitenlandse studenten om in Nederland te studeren en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten vergroten.
JA21 wil de instroom van buitenlandse studenten aan Nederlandse universiteiten en hogescholen beperken, omdat zij vinden dat deze instroom leidt tot druk op de woningmarkt en de kwaliteit van het onderwijs ondermijnt. Ze pleiten voor een financieringsmodel dat niet langer het aantal studenten, maar de maatschappelijke relevantie en kwaliteit beloont, en willen het Nederlands weer centraal stellen als voertaal in het hoger onderwijs. Nederlandse studenten moeten voorrang krijgen bij inschrijving en huisvesting.
JA21 ziet de grote instroom van buitenlandse studenten als een probleem vanwege de druk op de woningmarkt en het negatieve effect op de onderwijskwaliteit. Ze willen de instroom beperken en Nederlandse studenten voorrang geven bij inschrijving en huisvesting. Het huidige financieringsmodel, dat instellingen beloont op basis van studentenaantallen, moet worden vervangen door een model dat inzet op kwaliteit en maatschappelijke impact.
“Minder instroom van buitenlandse studenten en voorrang bij inschrijving en huisvesting van Nederlandse studenten;”
“Het financieringsmodel zorgt er ook voor dat het werven van internationale studenten een verdienmodel is geworden. Dat gaat ten koste van Nederlandse studenten, bijvoorbeeld door de enorme druk op de woning- en kamermarkt.”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studenten aantallen.”
JA21 vindt dat het gebruik van Engels als onderwijstaal de academische vorming verarmt en wil het Nederlands weer centraal stellen, met uitzondering van internationaal gerichte studies. Dit moet bijdragen aan de kwaliteit en diepgang van het onderwijs en het minder aantrekkelijk maken voor buitenlandse studenten die niet specifiek voor Nederland kiezen.
“Het Nederlands weer centraal staat als de taal waarin in het onderwijs wordt gegeven op universiteit en hogeschool (uitzonderingen daargelaten).”
“Het gebruik van Engels als taal waarin het onderwijs wordt gegeven, leidt veelal tot een verarming van de academische vorming omdat studenten en docenten ondanks goede kennis van het Engels zich toch minder genuanceerd en breed kunnen uitdrukken. Dit gaat ten koste van de diepgang van het onderwijs.”
50PLUS wil het aantal buitenlandse studenten in Nederland beperken door strengere eisen te stellen aan studiemigratie en het hoger onderwijs in principe in het Nederlands aan te bieden. Universiteiten en hogescholen krijgen meer verantwoordelijkheid voor de huisvesting van buitenlandse studenten. Deze maatregelen zijn bedoeld om de druk op overheidsdiensten en de samenleving te verminderen.
50PLUS vindt dat het hoger en universitair onderwijs in beginsel in het Nederlands moet worden aangeboden, met alleen bij uitzondering Engelstalig onderwijs. Dit moet de instroom van buitenlandse studenten beperken en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten waarborgen.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
Om de negatieve gevolgen van studiemigratie te beperken, wil 50PLUS dat onderwijsinstellingen medeverantwoordelijk worden voor de huisvesting van buitenlandse studenten in de omgeving van de instelling.
“Onderwijsinstellingen zijn medeverantwoordelijk dat buitenlandse studenten gehuisvest worden in de omgeving.”
50PLUS streeft expliciet naar een beperking van het aantal buitenlandse studenten door universiteiten en hogescholen meer verantwoordelijkheid te geven en door aanvullende maatregelen te nemen die de instroom reguleren.
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten aan Nederlandse onderwijsinstellingen sterk beperken. Hun belangrijkste argument is dat buitenlandse studenten concurreren met Nederlandse studenten om opleidingsplekken en studentenwoningen; daarom pleit BVNL voor een forse beperking van deze instroom zodat Nederlandse jongeren meer kansen krijgen.
BVNL ziet buitenlandse studenten als een oorzaak van schaarste op de onderwijs- en woningmarkt voor Nederlandse jongeren. Door het aantal buitenlandse studenten fors te beperken, wil BVNL de kansen voor Nederlandse studenten op een opleidingsplek en studentenwoning vergroten.
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
Naast het beperken van het aantal buitenlandse studenten, wil BVNL dat bestaande sociale voorzieningen zoals huurtoeslag niet meer beschikbaar zijn voor deze groep, om zo de druk op de woningmarkt verder te verlichten.
“Huurtoeslag (huursubsidie) schaffen we af, maar zolang deze regeling bestaat is hij alleen beschikbaar voor Nederlanders, niet voor expats en buitenlandse studenten.”
FVD wil het aantal buitenlandse studenten aan Nederlandse universiteiten en hogescholen fors beperken. Ze stellen voor om de actieve werving te stoppen, het Nederlands als hoofdtaal te herstellen, toelatingseisen te verhogen en voorrangsregelingen voor internationale studenten bij huisvesting af te schaffen. Het doel is om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verhogen en Nederlandse studenten voorrang te geven.
FVD vindt dat de massale instroom van internationale studenten de kwaliteit van het hoger onderwijs onder druk zet en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten vermindert. Door het aantal buitenlandse studenten te beperken en het actief werven te stoppen, willen ze universiteiten weer primair richten op Nederlandse studenten en cultuur.
FVD stelt dat het gebruik van het Nederlands als hoofdtaal essentieel is om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en studenten in hun eigen taal op hoog niveau te laten functioneren. Dit voorstel is mede bedoeld om de instroom van buitenlandse studenten te ontmoedigen.
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
FVD wil dat Nederlandse studenten meer toegang krijgen tot studentenhuisvesting door voorrangsregelingen voor buitenlandse studenten af te schaffen.
“We schaffen voorrangsregelingen voor internationale studenten af en geven Nederlandse studenten juist meer toegang tot huisvesting.”
BBB wil de instroom van buitenlandse studenten beperken door de toegankelijkheid per onderwijsinstelling te beoordelen en de instroom sterker af te stemmen op regionale behoeften en het bedrijfsleven. Ze pleiten voor uitbreiding van numerus fixus en stellen het belang van de regio en het behoud van lokale onderwijsinstellingen centraal, waarbij Nederlands de norm blijft in het onderwijs.
BBB ziet de sterke groei van internationale studenten als een risico voor het regionale onderwijsaanbod en wil de instroom beperken door deze af te stemmen op regionale behoeften en het bedrijfsleven. Ze zijn voor uitbreiding van numerus fixus en willen per instelling bepalen of en hoeveel internationale studenten worden toegelaten, met het behoud van de regio als leidend principe.
“De toegankelijkheid voor internationale studenten moet per onderwijsinstelling worden bekeken. Het belang voor de regio en het bestaan van deze onderwijsinstellingen moet leidend zijn. Wij zien meer in een uitbreiding van ‘numerus fixus’ en zeker niets in de ‘toets anderstalig onderwijs’.”
“De aan universiteiten en HBO’s sterk gestegen instroom van internationale studenten wordt steeds meer afgestemd op het behoud van lokaal en regionaal onderwijsaanbod. Tevens aansluitend op de vraag uit bedrijfsleven, instellingen en maatschappelijke organisaties.”
BBB vindt dat, ondanks het belang van Engels voor internationale samenwerking, het Nederlands de standaardtaal in het hoger onderwijs moet blijven. Dit is bedoeld om de integratie te bevorderen en de Nederlandse identiteit te behouden, ook in de context van buitenlandse studenten.
“Hoewel Engels belangrijk is in internationale samenwerking, blijft Nederlands als norm.”
Het CDA wil het aantal buitenlandse studenten in Nederland meer reguleren door regionale verschillen en maatschappelijke impact centraal te stellen. Ze pleiten voor afspraken over het aantal internationale studenten per regio, een verplichte cursus Nederlands voor buitenlandse studenten, en minder bekostiging van hoger onderwijs op basis van studentenaantallen. De partij ziet internationale studenten als waardevol, maar wil de instroom beperken waar deze leidt tot druk op voorzieningen of de samenleving.
Het CDA wil het aantal buitenlandse studenten niet landelijk, maar regionaal reguleren, afhankelijk van de behoefte en draagkracht per regio en opleiding. Dit moet overbelasting van voorzieningen voorkomen en opleidingen in stand houden waar internationale studenten juist nodig zijn.
“De behoefte aan internationale studenten verschilt per regio en per opleiding. In sommige regio’s zijn internationale studenten nodig om een opleiding in stand te houden, in andere regio’s is er een hoge druk op maatschappelijke voorzieningen, huisvesting en studentengemeenschappen. Wij ontwikkelen samen met het onderwijsveld een visie op aantallen internationale studenten per regio, op bekostiging en op betekenis voor regionale ecosystemen.”
Om integratie en deelname aan de samenleving te bevorderen, stelt het CDA een verplichte cursus Nederlands voor buitenlandse studenten voor als onderdeel van hun propedeuse.
“Voor studenten uit het buitenland vormt een verplichte cursus Nederlands onderdeel van de propedeuse.”
Het CDA wil de bekostiging van hoger onderwijsinstellingen minder afhankelijk maken van het aantal studenten, waarmee de financiële prikkel om zoveel mogelijk (ook buitenlandse) studenten te werven wordt verminderd.
“Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten.”
De PVV wil het aantal buitenlandse studenten in Nederland maximaal beperken, omdat zij vinden dat het onderwijs primair bedoeld is voor Nederlandse studenten en dat studiemigratie leidt tot ongewenste instroom van tijdelijke studenten. De partij stelt voor om bacheloropleidingen volledig in het Nederlands te geven en het aantal buitenlandse studenten sterk te beperken. Ook worden er strenge maatregelen voorgesteld tegen buitenlandse studenten die betrokken zijn bij gewelddadige demonstraties.
De PVV ziet studiemigratie als een probleem omdat buitenlandse studenten vaak na hun studie vertrekken en zo weinig bijdragen aan Nederland. Het onderwijs moet volgens de partij in de eerste plaats voor Nederlanders zijn. Daarom willen ze het aantal buitenlandse studenten maximaal beperken en bacheloropleidingen volledig in het Nederlands aanbieden.
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
“Bacheloropleidingen volledig in het Nederlands. Maximale beperking van het aantal buitenlandse studenten.”
De PVV wil dat buitenlandse studenten die betrokken zijn bij gewelddadige demonstraties of deze gedogen, zonder pardon worden teruggestuurd naar hun thuisland. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel om de veiligheid op onderwijsinstellingen te waarborgen.
“Buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die meedoen of dit gedogen, gaan zonder pardon terug naar hun thuisland.”
De Partij voor de Dieren wil het aantal buitenlandse studenten dat naar Nederland komt beperken door het af te stemmen op de beschikbare huisvesting en het waarborgen van onderwijskwaliteit. Tegelijkertijd benadrukt de partij het belang van internationale samenwerking en verantwoord beleid, zodat universiteiten hun internationale positie niet verliezen. De kern van hun visie is een evenwichtige benadering: buitenlandse studenten zijn welkom, maar alleen als de randvoorwaarden op orde zijn.
De PvdD wil het aantal buitenlandse studenten dat wordt aangetrokken beperken tot wat verantwoord is qua huisvesting en onderwijskwaliteit. Dit moet voorkomen dat de instroom van buitenlandse studenten leidt tot woningnood of een daling van de kwaliteit van het onderwijs. De partij pleit voor samenwerking tussen overheid en onderwijsinstellingen om dit beleid vorm te geven.
“Het aantal buitenlandse studenten dat wordt aangetrokken moet worden afgestemd op beschikbare huisvesting voor studenten en het borgen van de onderwijskwaliteit.”
“De overheid maakt in samenwerking met universiteiten en hogescholen verantwoord beleid omtrent buitenlandse studenten en Engelstalig onderwijs.”
Hoewel de PvdD pleit voor beperking, erkent de partij dat te strenge maatregelen negatieve gevolgen kunnen hebben voor de internationale positie van Nederlandse universiteiten. Ze willen voorkomen dat internationaal georiënteerde opleidingen verdwijnen en universiteiten hun wetenschappelijke positie verliezen.
“Tegelijkertijd staat het belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de weg als Nederlandse universiteiten hun positie binnen de internationale wetenschap verliezen en internationaal georiënteerde opleidingen hun deuren moeten sluiten.”
De SGP wil het aantal buitenlandse studenten in Nederland beperken door strengere taaleisen te stellen, het aandeel Nederlandstalig onderwijs te vergroten en quota in te voeren voor studiemigratie. De partij ziet het groeiende aantal buitenlandse studenten als een risico voor de kwaliteit van het onderwijs en de beheersbaarheid van migratie, en pleit daarom voor concrete maatregelen om instroom te reguleren en de Nederlandse taal te versterken in het hoger onderwijs.
De SGP vindt dat buitenlandse studenten en docenten beter Nederlands moeten spreken en dat Engelstalige opleidingen kritisch moeten worden teruggedrongen. Dit moet de integratie bevorderen en de druk op het hoger onderwijs verminderen.
“Er komen strengere normen voor beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.”
“De Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs, zeker in de bacheloropleiding. De gezamenlijke inzet van instellingen om hun Engelstalige opleidingen kritisch door te lichten en waar gepast om te zetten in Nederlandse opleidingen wordt verder versterkt door bestuurlijke afspraken met de minister.”
De SGP wil het aantal buitenlandse studenten actief beperken door quota en strikte voorwaarden te stellen aan studiemigratie, vergelijkbaar met arbeidsmigratie. Dit moet overbelasting van het onderwijs en uitbuiting tegengaan.
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
De VVD wil het aantal buitenlandse studenten beperken tot diegenen die studeren in sectoren met arbeidsmarkttekorten, zoals technologie en bètawetenschappen. Ongerichte groei van internationale studenten wordt afgeremd, terwijl gericht internationaal talent in tekortsectoren juist wordt aangetrokken. De partij stelt voor om een Internationale Talentstrategie op te stellen en het aantal internationale studenten in andere sectoren te beperken.
De VVD vindt dat internationale studenten alleen welkom moeten zijn in vakgebieden waar Nederland een tekort heeft aan talent, zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde. Dit moet voorkomen dat het aantal buitenlandse studenten ongericht blijft groeien en de druk op onderwijs en huisvesting verder toeneemt. Tegelijkertijd wil de VVD internationaal talent behouden in sectoren en regio’s waar dit economisch noodzakelijk is.
“Maar we kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben”
“We beperken het aantal internationale studenten in andere sectoren met inachtneming van de onderscheidende profielen van de universiteiten en hogescholen. Wel blijft er ruimte voor internationaal talent in regio’s waar dat van cruciaal belang is voor regionale economie.”
Om het juiste internationale talent aan te trekken, wil de VVD een gerichte strategie ontwikkelen. Hiermee wordt gestuurd op het aantrekken van studenten die bijdragen aan de kenniseconomie en het behouden van talent voor de Nederlandse arbeidsmarkt.
“Om het talent aan te trekken dat we nodig hebben, stellen we een Internationale Talentstrategie op.”
D66 ziet internationalisering en de komst van buitenlandse studenten als waardevol voor het onderwijs, maar wil voorkomen dat onderwijsinstellingen financieel afhankelijk worden van internationale instroom. Ze stellen daarom voor het bekostigingssysteem aan te passen zodat instellingen minder afhankelijk zijn van het aantal (buitenlandse) studenten, maar pleiten niet voor een directe beperking van buitenlandse studenten.
D66 wil dat onderwijsinstellingen niet langer financieel afhankelijk zijn van de instroom van internationale studenten. Door het bekostigingssysteem te wijzigen, wordt de prikkel om zoveel mogelijk buitenlandse studenten aan te trekken verminderd. Dit adresseren ze als een structureel probleem, maar zonder expliciet te pleiten voor een numerieke beperking van buitenlandse studenten.
“Veel regionale onderwijsinstellingen leunen nu sterk op internationale studenten voor hun financiering. Dat komt deels door het huidige bekostigingssysteem, waarin het aantal studenten zwaar meetelt, terwijl het aantal studenten uit de regio daalt. D66 wil dat onderwijsinstellingen niet afhankelijk zijn van internationale instroom om financieel rond te kunnen komen. Daarom passen we het systeem aan: een groter vast bedrag per instelling en een kleiner bedrag per student.”
D66 vindt internationalisering waardevol en wil instellingen de ruimte geven om zelf te bepalen hoe zij hiermee omgaan. Er is geen pleidooi voor landelijke quota of beperking van buitenlandse studenten; de autonomie van instellingen staat voorop, mits zij zorgen voor voldoende huisvesting en leefomgeving.
“Internationalisering in het onderwijs is waardevol. Het helpt studenten de wereld te begrijpen. Verschillende culturen en achtergronden maken gesprekken en debatten rijker. Dat hoort bij goed onderwijs. Daarom wil D66 dat onderwijsinstellingen de ruimte hebben om zelf te bepalen hoe zij met internationalisering omgaan. Wel moeten zij blijven zorgen voor huisvesting en een fijne leefomgeving.”
GroenLinks-PvdA wil het aantal buitenlandse studenten niet direct beperken, maar pleit voor meer grip op de internationalisering van het hoger onderwijs. Ze steunen voorstellen van hogescholen en universiteiten om het onderwijsaanbod beter te sturen en willen de financiële prikkels voor het aantrekken van buitenlandse studenten verminderen. Het doel is om de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs te waarborgen en de druk op voorzieningen te verlagen.
GroenLinks-PvdA erkent dat de toestroom van buitenlandse studenten druk zet op het onderwijs en de samenleving. Ze willen dat instellingen minder afhankelijk worden van het aantal buitenlandse studenten door stabielere bekostiging en het verminderen van onderlinge concurrentie. Dit moet leiden tot een meer beheersbare instroom en betere kwaliteit van onderwijs.
“We steunen de voorstellen vanuit de hogescholen en universiteiten om beter te sturen op de internationalisering van het onderwijsaanbod. Stabiele en toereikende bekostiging vanuit de overheid is hierbij van groot belang zodat er minder prikkels komen om onderling te concurreren.”
“Het onderwijs op universiteiten en hogescholen wordt minder afhankelijk van het aantal uitgereikte diploma’s. Er komt meer zekerheid en stabiliteit in financiering, zodat universiteiten en hogescholen sneller vaste contracten kunnen aanbieden.”
Volt is tegen een generieke beperking van buitenlandse studenten en pleit juist voor lokaal maatwerk in de werving van internationale studenten. Ze willen de financieringsstructuur van universiteiten aanpassen aan de regionale afhankelijkheid van internationale studenten en de werving hervormen, zodat deze niet langer gericht is op zoveel mogelijk inschrijvingen maar op publieke waarden en kwaliteit.
Volt verwerpt een landelijke wervingsstop voor buitenlandse studenten en kiest voor maatwerk per universiteit, afhankelijk van de regionale situatie. Ze erkennen dat sommige universiteiten sterker afhankelijk zijn van internationale studenten en willen de financiering daarop aanpassen.
“Volt pleit voor meer lokaal maatwerk in de werving van internationale studenten in plaats van een algehele wervingsstop. Een universiteit als in Maastricht is in veel grotere mate afhankelijk van de toestroom van internationale studenten dan bijvoorbeeld universiteiten in Amsterdam of Leiden. De financieringsstructuur van universiteiten passen we hierop aan.”
Volt wil dat onderwijsinstellingen zich niet langer richten op het maximaliseren van het aantal internationale studenten via marketing, maar op inhoud, maatschappelijke bijdrage en publieke waarden.
“Volt pleit voor het afbouwen van prestatiebekostiging en voor het hervormen van internationale studentenwerving. Onderwijsinstellingen mogen zich profileren op inhoud en maatschappelijke bijdrage, maar hoeven niet langer met marketingbudgetten op zoek naar zo veel mogelijk inschrijvingen.”
BIJ1 is expliciet tegen het beperken van buitenlandse studenten. Zij willen bestaande wetten die internationale studenten weren schrappen en zoeken naar eerlijke manieren om internationalisering te balanceren, zonder dat dit ten koste gaat van internationale studenten. Het uitgangspunt is dat onderwijs toegankelijk moet zijn voor iedereen, ongeacht nationaliteit.
BIJ1 verzet zich tegen het weren of beperken van internationale studenten in het hoger onderwijs. Zij willen bestaande beperkende wetgeving afschaffen en pleiten voor een inclusieve benadering waarbij internationalisering niet ten koste gaat van buitenlandse studenten. Eventuele regulering van instroom moet eerlijk en niet-discriminerend zijn.
“Wetten om internationale studenten uit het hoger onderwijs te weren wordt geschrapt. We kijken binnen hoger onderwijsinstellingen naar duurzame en rechtvaardige manieren om internationalisering binnen het onderwijs te balanceren. Zonder dat dit alleen te kosten gaat van internationale studenten en medewerkers. Dit kan via systemen als loting.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen voorstellen om het aantal buitenlandse studenten te beperken. Integendeel, DENK pleit juist voor het toegankelijker maken van het Nederlandse onderwijs voor specifieke groepen buitenlandse studenten, zoals studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk. Er zijn geen concrete beleidsmaatregelen of standpunten gevonden die gericht zijn op het beperken van buitenlandse studenten in Nederland.
DENK wil dat studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk juist makkelijker toegang krijgen tot Nederland en Nederlandse onderwijsinstellingen. Dit standpunt is gericht op het bevorderen van gelijke kansen binnen het Koninkrijk en het versterken van de onderlinge banden, en staat haaks op het beperken van buitenlandse studenten.
“Krijgen Caribische studenten makkelijker toegang tot Nederland en tot onderwijsinstellingen om te kunnen studeren.”