D66 kiest voor een progressieve koers op onderwijs, zorg en woningmarkt, met nadruk op gelijke kansen, betaalbaarheid en duurzaamheid. Ze willen onder meer het toeslagenstelsel vervangen door een basisbedrag, investeren fors in schoolgebouwen en stellen een landelijke regie voor op woningbouw met meer sociale huur. In vergelijking met PvdA-GroenLinks (meer nadruk op publieke sector en herverdeling) en SP (radicaal voor publieke voorzieningen en tegen marktwerking), positioneert D66 zich als hervormend, pragmatisch en gericht op individuele keuzevrijheid binnen een sociaal vangnet.
D66 wil dat leerlingen later een schoolkeuze maken om kansenongelijkheid te verkleinen en talentontwikkeling te stimuleren. Dit onderscheidt zich van SP (die vooral inzet op kleinere klassen en minder marktwerking) en PvdA-GroenLinks (die brede brugklassen ook steunen, maar sterker inzetten op publieke bekostiging).
D66 legt sterk de nadruk op het vernieuwen en verduurzamen van schoolgebouwen, met aandacht voor toegankelijkheid en gezondheid. Dit is concreter dan de algemene investeringsvoorstellen van SP en PvdA-GroenLinks.
D66 kiest voor verhoging van de basisbeurs en gelijke aanvullende beurs voor mbo, hbo en wo, met renteplafond op studieschulden. Dit is minder radicaal dan het SP-voorstel voor volledige schuldenkwijtschelding, maar progressiever dan het huidige systeem.
“D66 verhoogt de basisbeurs met €166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen. Een mbo-student krijgt dezelfde aanvullende beurs als een student aan de hogeschool of universiteit.”
“De rente op de studieschulden zetten we vast op maximaal 2,5%. Zo hoeven studenten hun werkende leven niet te beginnen met een hoge rekening.”
D66 wil het complexe toeslagenstelsel vervangen door één individueel basisbedrag, waarmee ze zich onderscheiden van SP (die vooral inzet op gratis publieke voorzieningen) en PvdA-GroenLinks (die het toeslagenstelsel wil vereenvoudigen, maar minder ver gaat).
D66 wil landelijke regie op woningbouw, met een wettelijke norm van minstens 30% sociale huur bij nieuwbouw. Dit is concreter dan de algemene bouwambities van SP en PvdA-GroenLinks, die wel meer sociale huur willen maar minder nadruk leggen op landelijke regie.
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven. Dit vraagt om regie.”
“We richten een Rijksgrondfaciliteit (een landelijke grondbank) op, zodat de grond die het Rijk in bezit heeft of krijgt, ingezet kan worden om sneller huizen te bouwen.”
D66 wil het belastingvoordeel van woningbezit afbouwen en beleggers zwaarder belasten, waarmee ze zich onderscheiden van SP (die hypotheekrenteaftrek sneller wil afschaffen) en PvdA-GroenLinks (die ook wil afbouwen, maar met meer nadruk op huurdersbescherming).
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten.”
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
D66 wil bezwaarprocedures bij woningbouw versnellen om de bouwproductie te verhogen, een standpunt dat pragmatischer is dan de meer beschermende houding van SP en PvdA-GroenLinks richting bewonersrechten.
“Op dit moment lopen veel woningbouwprojecten vast door allerlei lange procedures voor bezwaar en beroep. Het recht om bezwaar te maken is nu vaak sterker dan het recht op een woning. D66 wil dit in balans brengen. Daarom maken we bezwaarprocedures sneller en korter.”
D66 wil huurders meer bescherming en zeggenschap geven, vooral bij verduurzaming en renovatie. Dit sluit aan bij PvdA-GroenLinks en SP, maar D66 koppelt het expliciet aan duurzaamheid.
D66 wil zorg en financiering organiseren rondom het gezin en professionals meer ruimte geven, met minder administratieve lasten. Dit is minder radicaal dan SP (die marktwerking wil afschaffen), maar meer gericht op integrale ondersteuning dan PvdA-GroenLinks.
“We organiseren zorg en financiering rondom het gezin, in plaats van uit te gaan van het aanbod. Professionals krijgen meer ruimte voor hun werk en minder registratiedruk.”
D66 investeert in betere lonen, begeleiding en minder papierwerk voor jeugdzorgmedewerkers, en wil preventie lokaal regelen. Dit is concreter dan de algemene investeringsvoorstellen van PvdA-GroenLinks en SP.
BVNL onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door te pleiten voor een kleinere overheid, deregulering en het terugdringen van overheidsbemoeienis op het gebied van onderwijs, zorg en woningmarkt. De partij wil meer vrijheid voor burgers en marktpartijen, minder regels en subsidies, en een sterke beperking van immigratie als oplossing voor problemen op de woningmarkt en in publieke sectoren. BVNL verwerpt collectieve, sturende oplossingen en kiest voor individuele autonomie, marktwerking en het schrappen van overheidsmaatregelen.
BVNL wil het onderwijs ontdoen van politieke en ideologische invloeden, de regie bij ouders en scholen leggen, en focussen op basisvaardigheden. Dit staat haaks op de meer collectieve, sturende benadering van PvdA-GroenLinks, SP en D66, die doorgaans pleiten voor meer publieke investeringen, kansengelijkheid en centrale kwaliteitsbewaking.
“Scholen en ouders krijgen samen de regie over de invulling van het onderwijs. De invloed van de Staat wordt drastisch teruggedrongen.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook.”
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
BVNL wil de zorg vergaand dereguleren, de bureaucratie fors verminderen en de regie bij de patiënt leggen door zorg in natura af te schaffen en alles via een persoonsgebonden budget (PGB) te laten verlopen. Dit contrasteert met de meer collectieve, sturende aanpak van PvdA-GroenLinks, SP en D66, die doorgaans kiezen voor publieke sturing, solidariteit en centrale kwaliteitsbewaking.
“Zorg in natura wordt afgeschaft en alle zorg gaat worden aangeboden via een Persoonsgebonden Budget (PGB). Dit geeft zorgbehoevenden regie over hun zorgtraject, vermindert bureaucratie en sluit aan bij het streven van BVNL naar minder overheidsbemoeienis en meer individuele autonomie.”
“Met name de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de pensioensector en de zorg moeten worden gedereguleerd.”
“We willen precies weten waar elke euro blijft.”
BVNL wil de woningmarkt volledig liberaliseren, overheidsmaatregelen en regulering schrappen, en immigratie sterk beperken als oplossing voor het woningtekort. Dit staat lijnrecht tegenover de benadering van PvdA-GroenLinks, SP en D66, die juist pleiten voor meer publieke regie, sociale woningbouw en bescherming van huurders.
“De overheid trekt zich terug uit de woningmarkt.”
“De Wet betaalbare huur wordt afgeschaft.”
“Contracten worden weer vrij en tijdelijke huurovereenkomsten worden weer toegestaan.”
“Huurtoeslag (huursubsidie) schaffen we af, maar zolang deze regeling bestaat is hij alleen beschikbaar voor Nederlanders, niet voor expats en buitenlandse studenten.”
“Geen voorrang meer voor een sociale woning voor statushouders.”
“Door alle beperkende overheidsmaatregelen... werden er in de afgelopen jaren te weinig woningen gebouwd waardoor het aanbod achterbleef op de vraag. Deregulering en minder overheidsbemoeienis is de oplossing.”
“Om weer betaalbaar te kunnen wonen, moeten vraag en aanbod op de woningmarkt weer in balans komen door meer woningen te bouwen en immigratiebeperkende maatregelen te nemen.”
Volt onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door sterk in te zetten op centrale regie, Europese samenwerking en het wegnemen van financiële drempels in onderwijs, zorg en woningmarkt. Hun voorstellen zijn gericht op structurele investeringen, gelijke toegang en het stimuleren van doorstroom en duurzaamheid. Volt kiest voor een toekomstgerichte, inclusieve benadering met nadruk op publieke toegankelijkheid en het afschaffen van privéscholen en religieus onderwijs.
Volt pleit voor een sterke rol van het Rijk en centrale regie op de woningmarkt, in tegenstelling tot partijen als SP (meer lokaal, volkshuisvesting) en D66 (marktwerking, maar met regulering). Volt wil landelijke uniformiteit en actieve sturing op betaalbaarheid en duurzaamheid.
“Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening krijgt een structureel budget waarmee het doel van 1 miljoen woningen bouwen ook echt gehaald kan worden. Daarnaast is nationale regie op de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening nodig om nieuwe problemen in de toekomst te voorkomen.”
“Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt langetermijnbeleid op voor een stabiele en proactieve sturing op een toekomstbestendig en blijvend passend woningbestand in Nederland.”
“We moeten centraal regie voeren op de ruimtelijke ordening en deze integraal bekijken. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) moet de keuzes voor de toekomst maken, zodat provincies en gemeenten meer duidelijkheid krijgen.”
Volt kiest radicaal voor publieke toegankelijkheid van onderwijs en het afschaffen van privéscholen en religieus onderwijs, waar D66 religieus onderwijs blijft toestaan en PvdA-GroenLinks/SP vooral inzetten op kansengelijkheid binnen het bestaande stelsel.
“We schaffen privéscholen en de IGBO- en IGVO-regelingen af. Alle scholen worden publiek toegankelijk zonder financiële drempels. Zo stimuleren we gelijke kansen voor alle kinderen.”
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen.”
Volt legt nadruk op structurele investeringen in onderwijsregio’s en samenwerking om het lerarentekort aan te pakken, waar D66 inzet op innovatie en SP op kleinere klassen en minder werkdruk.
“We willen een structurele investering in onderwijsregio’s om zo het onderwijs beschikbaar te houden en het lerarentekort terug te dringen. In onderwijsregio’s nemen partijen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor hun regionale onderwijsarbeidsmarkt.”
“Door samen te werken in de regio bij het werven, koppelen, opleiden, begeleiden en professionaliseren kunnen ze beter inspelen op de personeelstekorten.”
Volt wil betaalbaarheid afdwingen via landelijke normen en doorstroom stimuleren, met concrete percentages voor sociale huur en middenhuur, waar SP vooral inzet op sociale huur en PvdA-GroenLinks op regulering van de vrije sector.
“In principe geldt: minstens twee derde van de nieuwe woningen moet betaalbaar zijn en minimaal 30% sociale huur.”
“We bevorderen doorstroom op de huizenmarkt, zoals met afspraken in nieuwbouwprojecten, om voor een deel van de middenhuur- en koopwoningen voorrang te geven aan doorstromers vanuit de sociale huursector.”
Volt wil gratis kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht werksituatie ouders, en integratie met onderwijs, waar D66 inzet op bijna gratis opvang en SP op publieke opvang.
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week.”
“We willen dat onderwijs, voorscholen en kinderopvang samengaan in ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar voor minimaal drie dagen in de week.”
Volt wil de kostendelersnorm volledig afschaffen en urgentie voor statushouders wettelijk regelen, waar SP en PvdA-GroenLinks dit ook willen, maar Volt koppelt het expliciet aan doorstroming en ontlasting van asielzoekerscentra.
“We schaffen de kostendelersnorm in de participatiewet volledig af, zodat ook boven de 27 jaar inwonen niet meer tot korting op de bijstand leidt.”
“Ook statushouders zonder woning moeten een urgentieverklaring krijgen, zodat zij na lang wachten eindelijk daadwerkelijk een start kunnen maken met het opbouwen van een nieuw leven in Nederland.”
DENK onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door een sterke nadruk op religieuze en culturele diversiteit in het onderwijs, het volledig afschaffen van het eigen risico in de zorg, en een zeer actieve, centrale rol van de overheid op de woningmarkt met concrete bouwdoelstellingen en strenge huurregulering. De partij verdedigt het bijzonder (religieus) onderwijs, wil zorgkosten drastisch verlagen en stelt een Rijksbouwbedrijf en wettelijke normen voor betaalbare woningen voor. DENK kiest voor stevige overheidsregie en bescherming van minderheden, waar andere partijen vaak meer nadruk leggen op universele gelijkheid of marktwerking.
DENK wijkt af van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door het expliciet verdedigen van religieus onderwijs en het behouden van artikel 23, zonder extra belemmeringen voor nieuwe scholen. Waar D66 juist kritisch is op artikel 23 en PvdA-GroenLinks en SP meer inzetten op openbaar onderwijs en gelijke kansen, kiest DENK voor maximale vrijheid en bescherming van religieuze scholen.
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
In tegenstelling tot D66 (die het eigen risico wil verlagen, niet afschaffen) en PvdA-GroenLinks/SP (die het willen afschaffen, maar minder expliciet zijn over financiering), kiest DENK voor directe afschaffing van het eigen risico, verlaging van de zorgpremie en uitbreiding van het basispakket, gefinancierd door winstbeperking in de zorgsector.
DENK kiest voor een uitzonderlijk sterke rol van de overheid: een Rijksbouwbedrijf, een fulltime minister met verregaande bevoegdheden, wettelijke normen voor betaalbare woningen en huurbevriezing. Dit gaat verder dan de voorstellen van PvdA-GroenLinks, SP en D66, die wel meer regie willen, maar niet zo vergaande centralisatie en bouwdoelstellingen hanteren.
“We richten een Rijksbouwbedrijf op dat de verantwoordelijkheid krijgt om woningbouwprojecten te ontwikkelen.”
“Er komt een fulltime Minister van Volkshuisvesting. Deze Minister krijgt verregaande bevoegdheden, zoals het bindend kunnen aanwijzen van locaties waar woningbouw gerealiseerd moet worden.”
“Een wettelijke norm in te voeren voor meer betaalbare woningen. Hierbij moet 50% bestaan uit sociale huur en koopwoningen, 40% betaalbare middenhuur en koop, en 10% hoger segment.”
“Wij staan voor regulering van de huren. De huren worden bevroren indien de huurstijgingen te veel op de koopkracht van mensen drukken.”
DENK stelt strengere huurprijsbescherming en alternatieve financieringsvormen voor (zoals rentevrije hypotheken), wat verder gaat dan de voorstellen van D66 en PvdA-GroenLinks, en op onderdelen verder dan SP.
“Wij willen dat de huurprijsbescherming wordt behouden en uitgebreid. Dit betekent dat wij willen dat alle huurders kunnen afdwingen dat zij een rechtvaardige huur betalen.”
“Om ervoor te zorgen dat een koopwoning voor iedereen beschikbaar is, gaat de overheid er zorg voor dragen dat er ook rentevrije hypotheken beschikbaar komen. Deze rentevrije – of halalhypotheek wordt voor iedereen beschikbaar.”
JA21 onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door te kiezen voor een kleinere overheid, meer marktwerking en het beperken van migratie als oplossing voor problemen in onderwijs, zorg en woningmarkt. De partij wil minder regulering, meer ruimte voor marktpartijen en het centraal stellen van Nederlandse normen en waarden, waar linkse partijen juist kiezen voor meer overheidsregie, sociale zekerheid en inclusiviteit. JA21 legt de nadruk op het beperken van migratie als sleutel tot het oplossen van woningnood en druk op publieke voorzieningen.
JA21 wil de woningmarkt minder reguleren en meer overlaten aan marktpartijen, in tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 die juist meer overheidsregie en sociale woningbouw voorstaan. De partij ziet migratiebeperking als essentieel om de woningnood aan te pakken.
“Dat de markt de ruimte krijgt om de woningproductie af te stemmen op de demografische trends, zowel qua woningtype, grootte en regionale verschillen.”
“Dat het investeringsvertrouwen terugkeert, bijvoorbeeld door het de Wet betaalbare huur in te trekken, door de fiscale druk op de huurwoningmarkt te verlagen, door op termijn te komen tot een afbouw van de huurregulering naar een huurvorming vanuit de markt, én door een duidelijk en voorspelbaar overheidsbeleid.”
“Een beleid ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken. Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratie plafonds en scherpe selectie van arbeidsmigranten en gezinshereniging.”
JA21 wil het onderwijs richten op Nederlandse normen en waarden, hogere eisen stellen aan leerlingen, selectie aan de poort en minder ruimte voor activisme. Dit contrasteert met de meer inclusieve, kansengelijkheid- en diversiteitsgerichte benadering van PvdA-GroenLinks, SP en D66.
“JA21 wil onderwijs dat goed geschoolde vakmensen aflevert en intelligente, vrije denkers. Nederlandse normen en waarden zijn leidend in onze cultuur en dus ook in ons media- en kunstlandschap.”
“De teneur in het huidige onderwijs waarbij de eisen steeds worden verlaagd moet wat JA21 betreft worden gekeerd. Er moet aan de poort van een onderwijsgang goed worden gekeken of iemand het niveau aan kan. Zo niet, dan wordt hij niet toegelaten.”
“Het Nederlands weer als de academische taal centraal te stellen met uitzondering van de internationaal gerichte studies.”
“Daar past geen beïnvloeding bij door activisme of intimidatie onder wetenschappers en studenten.”
JA21 pleit voor een kleinere overheid, minder bureaucratie en meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid en activering, waar PvdA-GroenLinks, SP en D66 juist kiezen voor versterking van het publieke zorgstelsel en solidariteit.
“Een vangnet dat mensen activeert om weer te gaan werken. Ondersteuning moet altijd gericht zijn op het herstel van zelfstandigheid.”
“Dat werken altijd meer oplevert dan niet werken.”
“Geen betutteling, maar vertrouwen in mensen om zelf de juiste keuzes te maken.”
“Administratieve lasten in de gehandicaptenzorg verminderen.”
“De kortingen op het Gemeentefonds waarmee gemeenten worden geconfronteerd, moeten dan ook van tafel.”
NSC onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door een sterk accent op regionale regie, beperking van bezwaarprocedures, en het versterken van de rol van woningcorporaties op de woningmarkt. In het onderwijs zet NSC zich af tegen doorgeschoten inclusiviteit en pleit voor meer plekken in het speciaal onderwijs, terwijl ze in de zorg vooral inzetten op regionale investeringen en het versterken van lokale voorzieningen. Hun voorstellen zijn concreet gericht op versnelling, doelmatigheid en het terugbrengen van de menselijke maat, met minder nadruk op marktwerking dan D66 en minder nadruk op volledige publieke sturing dan SP of PvdA-GroenLinks.
NSC wil de woningbouw versnellen door landelijke regie, verkorte procedures en beperking van bezwaar- en beroepsmogelijkheden, in tegenstelling tot D66 (meer marktwerking) en SP/PvdA-GL (meer publieke bouw en bescherming huurders).
“Locaties die vanwege de wooncrisis zeer snel moeten worden bebouwd volgen een verkorte (bezwaar)procedure. Provincies krijgen een belangrijke stem in het aanwijzen van deze versnellingslocaties.”
“De gemeentelijke goedkeuring van bouwplannen wordt aan strikte termijnen gebonden en de mogelijkheden voor bezwaar en beroep worden ingeperkt.”
“We investeren € 2 miljard extra in een versnellingsfonds voor de woningmarkt.”
NSC wil woningcorporaties meer ruimte geven om ook middenhuur te bouwen en pleit voor langjarige afspraken, met fiscale stimulansen, terwijl SP en PvdA-GL vooral inzetten op sociale huur en D66 op gemengde bouw.
“We willen langjarige verplichte afspraken maken met woningbouwcorporaties over de bouw van nieuwe woningen tot 2035. Deze prestatieafspraken tussen Rijk en woningcorporaties zijn gekoppeld aan heldere woningbouwdoelen per regio.”
“Daarnaast willen we het voor corporaties weer mogelijk maken om lage- en midden- huurwoningen te bouwen.”
“We zetten nadrukkelijk in op de bouw van sociale huurwoningen en betaalbare midden-huur en -koopwoningen.”
NSC keert zich tegen het beleid waarbij alle leerlingen met speciale behoeften in het reguliere onderwijs worden geplaatst, en wil meer plekken in het speciaal onderwijs, waar D66 en PvdA-GL doorgaans inclusiever zijn.
“We keren ons tegen het doorgeschoten streven naar inclusiviteit, waarbij alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs worden geplaatst.”
“Het speciaal onderwijs voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben, moet in een aantal regio’s meer plekken krijgen.”
NSC wil middelen vooral inzetten op scholen met veel kwetsbare leerlingen en pleit voor structurele basisvoorzieningen zoals een schoolontbijt, terwijl D66 en PvdA-GL meer inzetten op brede kansengelijkheid en SP op gratis voorzieningen.
“Scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden.”
“We zetten ons in om een dagelijks schoolontbijt structureel mogelijk te maken voor kwetsbare kinderen, zodat ieder kind de dag gezond en vol energie kan starten.”
NSC wil het hoger onderwijs weer in het Nederlands aanbieden, met beperkte uitzonderingen, terwijl D66 juist internationalisering en Engelstalig onderwijs stimuleert.
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
NSC pleit voor structurele investeringen in regio’s met sociale en economische achterstanden, waar SP en PvdA-GL meer landelijke sturing en D66 meer marktwerking voorstaan.
“We pleiten voor structurele investeringen in regio’s die al jarenlang te maken hebben met sociale en economische achterstanden.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door een sterke nadruk op structurele publieke investeringen, het loskoppelen van wonen van de markt, en het afwijzen van marktwerking in zorg en onderwijs. Hun kernvoorstellen zijn: structureel investeren in onderwijs en leraren, wonen als grondrecht zonder winstoogmerk, en zorg als basisvoorziening zonder sturende rol voor verzekeraars. De PvdD kiest voor radicale publieke regie en duurzaamheid, waar andere partijen vaker marktmechanismen of gemengde modellen accepteren.
PvdD wil structurele, langetermijninvesteringen in het onderwijs, met betere beloning en minder werkdruk voor leraren, en afschaffing van flexcontracten. Dit contrasteert met partijen als D66, die marktwerking en prestatieprikkels niet principieel afwijzen.
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen. We ontzorgen ze en geven leerkrachten de ruimte te doen wat ze het liefste doen: goede lessen geven en leerlingen zo goed mogelijk begeleiden.”
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies. Hierdoor kunnen scholen zelf lange-termijnbeleid ontwikkelen dat kwalitatief en inclusief onderwijs ten goede komt.”
“We willen af van flexcontracten en tijdelijke aanstellingen op scholen. Onderwijspersoneel dient zicht te hebben op een vaste aanstelling.”
PvdD pleit voor het volledig loskoppelen van wonen van de markt, het stoppen van speculatie en het bouwen van woningen zonder winstoogmerk. Dit is radicaler dan PvdA-GroenLinks, SP en D66, die doorgaans gemengde modellen hanteren of minder ver gaan in het beperken van marktwerking.
“Wonen is een recht, geen verdienmodel. Daarom koppelt de Partij voor de Dieren wonen los van de markt. Zonder winstoogmerk ontstaat ruimte voor een veel passender woningaanbod.”
“Er komen meer betaalbare woningen: minimaal 40% van de nieuwbouwwoningen is sociale huur.”
“De overheid moet ingrijpen en ervoor zorgen dat er gebouwd wordt voor mensen, niet voor investeerders.”
PvdD wil de zorg volledig uit de markt halen, de sturende rol van zorgverzekeraars beëindigen en inzetten op regionale, toegankelijke zorg en preventie. Dit verschilt van D66 en PvdA-GroenLinks, die marktwerking niet principieel afwijzen of gemengde modellen hanteren.
“De zorg is geen markt, maar een basisvoorziening.”
“Zorgverzekeraars verliezen hun sturende rol. Tot het zorgfonds volledig is ingevoerd, beperken we hun invloed op zorginkoop, selectie en controle.”
“Iedereen in Nederland heeft recht op zorg, ongeacht gender, etnische afkomst of verblijf-status.”
PvdD legt sterk de nadruk op gelijke kansen, brede brugklassen, uitstel van niveaukeuze en gratis voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen, inclusief kinderen van niet-werkende ouders. Dit is concreter en universeler dan bij andere partijen.
“Er komt één gratis publieke voorschoolse voorziening voor alle kinderen, ook voor kinderen van niet-werkende ouders.”
“We investeren structureel in brede brugklassen, stellen de keuze voor een onderwijsniveau uit en dringen onderwijsachterstanden terug.”
PvdD koppelt woningbouw expliciet aan duurzaamheid en klimaatbestendigheid, en wijst bouwen in laaggelegen polders af. Dit is onderscheidend ten opzichte van andere partijen die minder streng zijn op locatiekeuze.
“Woningen bouwen we alleen op klimaatbestendige locaties. Laaggelegen polders onder zeeniveau zijn dat niet, zoals Rijnenburg nabij Utrecht.”
De VVD kiest voor minder overheidsregulering en lasten, met nadruk op het stimuleren van werken, het bouwen van meer koop- en huurwoningen, en het beperken van collectieve uitgaven aan zorg en sociale zekerheid. In tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66, die meer nadruk leggen op herverdeling, publieke investeringen en regulering, wil de VVD vooral de middenklasse ontlasten, marktwerking ruimte geven en de woningmarkt liberaliseren. De partij pleit voor minder regels, lagere lasten en een kleinere rol van de overheid in onderwijs, zorg en woningmarkt.
De VVD verzet zich tegen verdere inkomensnivellering en hogere belastingen voor de middenklasse, in tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 die meer herverdeling en publieke investeringen voorstaan. De VVD wil lasten verlagen en de "Haagse herverdelingsmachine" afbouwen, zodat werken meer loont.
“We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren en als VVD schreven we onze Agenda voor Werkend Nederland.”
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
De VVD wil vooral inzetten op het bouwen van betaalbare koopwoningen, het schrappen van regels en het stimuleren van doorstroming, terwijl PvdA-GroenLinks, SP en D66 meer nadruk leggen op sociale huur, regulering en bescherming van huurders. De VVD kiest voor centrale regie, minder bouwregels en het stimuleren van particulier woningbezit.
“We gaan flink schrappen in bouwregels en nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten. De rem op bouwen, transformeren en herbestemmen moet eraf.”
“Wij kiezen voor meer regie, meer doorstroming, meer huizen, maar minder regels. Een functionerende woningmarkt waar je met een normaal salaris een goed huis kunt betalen.”
“De VVD is dé partij van het eigen koophuis. Wij zien het daarom niet alleen als onze taak, maar als onze plicht om ervoor te zorgen dat iedereen een eigen huis kan bemachtigen.”
“We schrappen de Wet betaalbare huur, de lokale zelfbewoningsplicht en het verbod op tijdelijke contracten.”
De VVD wil het zorgstelsel betaalbaar houden door het basispakket te verkleinen, kritisch te kijken naar vergoedingen en meer eigen bijdragen te vragen, in tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 die juist inzetten op uitbreiding van het basispakket en verlaging van het eigen risico. De VVD kiest voor scherpe keuzes en prioritering in de zorg.
“De VVD wil het basispakket beperken tot de meest effectieve behandelingen, zodat de patiënt altijd de meest passende zorg krijgt.”
“Dit leidt tot een kleiner basispakket, maar vooral tot betere zorg.”
“We draaien de verlaging van het eigen risico terug. Dit zorgt er nu voor dat de maandelijkse premie omlaaggaat. We bekijken of een verdere verhoging van het eigen risico nodig is om de premies betaalbaar te houden.”
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD wil minder overheidsbemoeienis en meer ruimte voor lokale keuzes in het onderwijs, terwijl PvdA-GroenLinks, SP en D66 doorgaans pleiten voor meer centrale investeringen en sturing. De VVD kiest voor het schrappen van regels en het versterken van academische vrijheid.
BBB onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door sterk te focussen op regionale gelijkwaardigheid, minder landelijke sturing en meer maatwerk per regio op het gebied van onderwijs, zorg en woningmarkt. De partij wil minder regels, meer ruimte voor particulier initiatief en bescherming van het platteland, met specifieke aandacht voor behoud van voorzieningen buiten de stad. BBB verzet zich tegen landelijke uniformiteit en pleit voor het behoud van kleine scholen, versoepeling van verhuurregels en het versnellen van woningbouw buiten stedelijke gebieden.
BBB legt de nadruk op het behouden en versterken van basisvoorzieningen zoals scholen, zorg en woningen in alle regio’s, in tegenstelling tot de meer stedelijk en nationaal georiënteerde aanpak van PvdA-GroenLinks, SP en D66. De partij ziet landelijke uniformiteit als een probleem en wil maatwerk per regio.
“Leefbaarheid begint bij basisvoorzieningen: buurtscholen, streekbussen, zorg en politieposten moeten toegankelijk en bereikbaar blijven voor iedereen.”
“Iedere regio telt. Of je nu in een dorp of een stad woont, iedereen verdient toegang tot onderwijs, zorg, openbaar vervoer en veiligheid. BBB kiest voor maatwerk waarbij elke streek telt en elke stem gehoord wordt.”
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
BBB wil minder landelijke regelgeving en meer ruimte voor particulier initiatief, met nadruk op bouwen buiten de stad, het makkelijker maken van splitsen en delen van woningen, en het aantrekkelijker maken van verhuur. Dit contrasteert met de vaak strengere regulering en focus op sociale huur van PvdA-GroenLinks, SP en D66.
“Vergunningsvrij splitsen. BBB zet in op het vergunningsvrij delen en splitsen van woningen die zich daarvoor lenen. Bijbouwen moet gemakkelijker worden. BBB wil verhuur aantrekkelijker maken, ook kamerverhuur. Regels die daarvoor belemmerend werken, horen te worden afgeschaft.”
“We willen de Wet betaalbare huur dan ook afschaffen omdat deze leidt tot het aanzienlijk verminderen van huurwoningen. Want veel particuliere verhuurders verkopen hun woningen, mede door strengere regels.”
“Woningbouw in heel Nederland. Niet alleen in steden, maar ook in kleine dorpen moeten er woningen bijkomen.”
BBB kiest expliciet voor het behoud van kleine scholen in dorpen en meer waardering voor praktijkonderwijs, in tegenstelling tot de centralisatie en standaardisering die zij andere partijen verwijten.
“Behoud van basisscholen in kleine kernen. BBB is voor het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen.”
“Gelijkwaardigheid praktijkonderwijs, VMBO en MBO. Praktijkonderwijs, VMBO en MBO verdienen meer gelijkwaardigheid en waardering met een sterke regionale spreiding.”
“Onderwijs moet gericht zijn op kwaliteit, duidelijkheid en maatwerk, zodat ieder kind passend onderwijs krijgt.”
BBB verzet zich tegen wat zij zien als ideologische invulling en overmatige administratieve druk in onderwijs en zorg, en wil meer vertrouwen en vrijheid voor professionals. Dit is een duidelijke kritiek op de aanpak van D66, PvdA-GroenLinks en SP, die BBB als te bureaucratisch en ideologisch gedreven ziet.
“Onderwijspersoneel staat dagelijks voor de klas en weet wat er speelt. Toch wordt hun vakkennis te vaak overvleugeld door papierwerk, protocollen, controle of ideologische invulling.”
“Kostbare onderwijstijd gaat verloren aan verplichte programma’s zoals de Week van de Lentekriebels, overmatig burgerschapsonderwijs of ideologische thema’s die weinig bijdragen aan de ontwikkeling van basisvaardigheden.”
50PLUS richt zich in haar programma vooral op de belangen van ouderen, met nadruk op levensloopbestendige woningen, toegankelijke ouderenzorg en blijvend leren voor ouderen. In tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 legt 50PLUS minder nadruk op universele sociale voorzieningen en meer op specifieke maatregelen voor senioren, zoals het bouwen van seniorenwoningen en het invoeren van een Ouderenzorgwet. De partij kiest voor concrete, doelgroepgerichte oplossingen in onderwijs, zorg en woningmarkt, waarbij de doorstroming van ouderen centraal staat.
50PLUS ziet het bouwen van woningen voor ouderen als dé oplossing voor de woningnood, in tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 die vooral inzetten op meer sociale huur en betaalbare woningen voor alle leeftijden. Door ouderen te laten doorstromen naar geschikte woningen, komt volgens 50PLUS de bestaande woningvoorraad vrij voor jongeren.
“Bouwen voor oud is de komende jaren de oplossing voor woningnood onder jongeren.”
“Als ouderen kunnen doorstromen naar geschikte, levensbestendige en betaalbare huisvesting op de juiste locaties, dan kan de bestaande woningvoorraad efficiënter worden benut.”
“Meer bouwen voor 50-plussers. Nadruk op meer-generatiewoningen. Meer oog voor hofjeswoningen en aanleunwoningen.”
Waar PvdA-GroenLinks, SP en D66 inzetten op brede toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg, focust 50PLUS op een aparte Ouderenzorgwet en versterking van ouderenzorg, met bijzondere aandacht voor mantelzorgers en kleinschalige voorzieningen.
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
“We pleiten daarom voor het versterken van de eerstelijnszorg, betere ondersteuning van mantelzorgers en structurele investeringen in ouderenzorg en verpleeghuizen.”
“Betere faciliteiten voor mantelzorgers. Betere thuiszorg.”
In tegenstelling tot de andere partijen, die zich vooral richten op het verbeteren van het onderwijs voor jongeren en kansengelijkheid, legt 50PLUS de nadruk op blijvende scholing en digitale vaardigheden voor ouderen.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
50PLUS wijkt af van de progressieve partijen door vooral te pleiten voor herstel van basisvaardigheden en het tegengaan van monopolies van schoolbesturen, in plaats van brede onderwijshervormingen of kansengelijkheid.
FVD onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door te kiezen voor minder overheidsregulering, meer keuzevrijheid en het terugdraaien van recente hervormingen op onderwijs, zorg en woningmarkt. De partij wil minder sociale huur, behoud van hypotheekrenteaftrek, meer autonomie voor scholen en zorgverleners, en minder bureaucratie. FVD zet zich expliciet af tegen centralisatie, schaalvergroting en wat zij zien als 'woke' en ideologisch beleid in onderwijs en zorg.
FVD wil de woningmarkt liberaliseren, sociale huur beperken en de koopwoning fiscaal aantrekkelijk houden, in tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 die juist meer sociale huur en regulering willen. De partij geeft voorrang aan Nederlanders bij woningtoewijzing en wil duurzaamheidseisen schrappen.
“De eigen woning blijft in box 1, onbelast, met een lage overdrachtsbelasting van 2% en een startersvrijstelling. Hypotheekrenteaftrek blijft, met een hoger aftrektarief, zodat wonen betaalbaar wordt en blijft.”
“We verkleinen het aandeel sociale huurwoningen, zeker in grote steden. Het verplicht opleggen van sociale woningbouwpercentages bij private projecten verdwijnt. Statushouders krijgen geen voorrang meer in de sociale sector – Nederlanders gaan voor.”
“We stoppen met verplichte duurzaamheidseisen, zodat bouwen makkelijker en goedkoper wordt.”
FVD wil terug naar kennisoverdracht, behoud van bijzonder onderwijs en meer autonomie voor leraren, terwijl PvdA-GroenLinks, SP en D66 meer inzetten op gelijke kansen, brede scholen en inclusiviteit. FVD verzet zich tegen 'socialistische middenschool-experimenten' en 'woke' invloeden.
“De nadruk is de laatste decennia te veel verschoven naar sociale projecten en te weinig naar kennisoverdracht. Forum voor Democratie wil die balans herstellen.”
“Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen aannamebeleid mag voeren.”
“Socialistische middenschool-experimenten wijzen wij af, en categorale gymnasia worden beschermd.”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en in jeugd-tv, en maken geslachtsveranderingsoperaties, hormoontherapie en puberteitsremmers voor minderjarigen onmogelijk.”
FVD wil minder bureaucratie, meer autonomie voor zorgverleners en heropening van streekziekenhuizen, terwijl PvdA-GroenLinks, SP en D66 doorgaans kiezen voor centrale regie, meer publieke sturing en uitbreiding van het basispakket. FVD legt nadruk op vrije artsenkeuze en het terugdringen van de macht van zorgverzekeraars.
“We snijden bureaucratie weg, zodat zorgverleners met passie hun werk ongestoord kunnen doen, en we behouden de vrije artsenkeuze voor patiënten.”
“Forum voor Democratie wil dat zorgprofessionals weer de ruimte krijgen om naar eigen inzicht behandelingen voor te stellen, zonder dat verzekeraars of managers hen tegenhouden.”
“We houden kleine streekziekenhuizen open, de recent gesloten ziekenhuizen gaan we heropenen, zodat zorg dichtbij en toegankelijk blijft.”
BIJ1 kiest voor radicale hervormingen op onderwijs, zorg en woningmarkt, met volledige afschaffing van marktwerking en privatisering. Ze willen gratis onderwijs en zorg, massale bouw van sociale woningen, en het terugdraaien van neoliberale hervormingen. Dit onderscheidt zich duidelijk van PvdA-GroenLinks, SP en D66, die minder vergaande stappen nemen en marktmechanismen deels behouden.
BIJ1 wil alle vormen van onderwijs gratis maken, inclusief het afschaffen van collegegeld en het kwijtschelden van studieschulden. Dit gaat verder dan PvdA-GroenLinks, SP en D66, die wel collegegeldverlaging of basisbeurs voorstellen, maar geen volledige afschaffing. Ook pleit BIJ1 voor verplichte stagevergoedingen en volledige toegankelijkheid voor leerlingen met een handicap.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“Er komt een verplichte stagevergoeding voor studenten van alle onderwijsniveaus. Stagiairs verdienen minimaal een minimumloon voor gewerkte uren.”
BIJ1 wil de zorg volledig nationaliseren, inclusief verzekeraars en ziekenhuizen, en het eigen risico en alle marktwerking afschaffen. Dit is veel radicaler dan PvdA-GroenLinks en SP (die marktwerking willen beperken of verzekeraars willen omvormen tot non-profit), en veel verdergaand dan D66, die marktwerking grotendeels wil behouden.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 wil alle huren verlagen, de vrije huursector afschaffen, woningcorporaties nationaliseren, en een nationaal bouwbedrijf oprichten voor 1 miljoen sociale woningen. Dit is veel ingrijpender dan PvdA-GroenLinks en SP (die vooral reguleren en bouwen), en radicaal anders dan D66 (die marktwerking grotendeels wil behouden).
“Alle huren omlaag. We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“2. 1 miljoen sociale woningen erbij. Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst.”
“De ‘vrije’ huursector schaffen we af. Alle huurwoningen vallen onder een bindend en algemeen puntensysteem dat de maximale huur bepaalt.”
“Alle bestaande woningcorporaties worden genationaliseerd.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch.”
De SP kiest radicaal voor een publieke, solidaire aanpak van onderwijs, zorg en woningmarkt, met nadruk op collectieve voorzieningen, betaalbaarheid en zeggenschap voor burgers. Ze willen onder meer een Nationaal ZorgFonds zonder eigen risico, fors investeren in betaalbare woningen en scholen, en gratis kinderopvang en schoolmaaltijden. In tegenstelling tot PvdA-GroenLinks en D66, die meer inzetten op marktwerking, privaat-publieke samenwerking of gematigde hervormingen, pleit de SP voor vergaande hernationalisering en het beëindigen van winstbejag in deze sectoren.
De SP wil de zorg volledig publiek organiseren, zonder eigen risico en zonder winstoogmerk, in tegenstelling tot D66 en PvdA-GroenLinks die het eigen risico willen verlagen of beperken maar niet volledig afschaffen.
“zoals het SPwoonplan ‘Wonen zonder Winst’, een Nationaal ZorgFonds zonder eigen risico en betaalbare boodschappen door prijsverhogingen te blokkeren en de btw te verlagen.”
De SP wil de woningmarkt onttrekken aan de marktlogica, met een verbod op woekerwinsten, vergunningplicht voor verhuurders, en stimulering van wooncoöperaties. Dit is veel radicaler dan de voorstellen van D66 en PvdA-GroenLinks, die marktwerking deels behouden en minder ver gaan in het beperken van private verhuur.
“De SP heeft sociale alternatieven uitgewerkt zoals het SPwoonplan ‘Wonen zonder Winst’”
“We stellen een vergunningplicht in voor verhuurders, gekoppeld aan duidelijke kwaliteitseisen. Bij misstanden moeten gemeenten direct ingrijpen. Huisjesmelkers verliezen hun vergunning. Geen woekerwinst meer over de rug van huurders.”
“Steeds meer bewoners richten hun eigen wooncoöperatie op om samen woningen te bouwen of te beheren... Met een nieuwe wet zorgen we ervoor dat groepen mensen eenvoudig een eigen wooncoöperatie kunnen starten.”
De SP wil kinderopvang en schoolmaaltijden volledig gratis maken als publieke voorziening, terwijl D66 en PvdA-GroenLinks vooral inzetten op betaalbaarheid en toegankelijkheid, maar niet op volledige gratis publieke voorzieningen.
“We investeren in kinderopvang, sport, cultuur en schoolactiviteiten als publieke voorzieningen. Zo kunnen kinderen zich breed ontwikkelen en staan ouders er niet alleen voor. Met gratis kinderopvang is er altijd mogelijkheid om werk en kinderen te combineren...”
“Daarom voeren we de strijd voor hogere lonen en uitkeringen. Tegelijkertijd zorgen we voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen.”
De SP wil kleinere klassen, meer ondersteuning in de klas, en maximale inspraak van leraren en studenten. Dit gaat verder dan de voorstellen van D66 en PvdA-GroenLinks, die vooral inzetten op extra investeringen en professionalisering, maar minder op structurele machtsverschuiving naar de werkvloer.
“We verlagen de maximale klassengrootte, en niet gedwongen worden steeds een nieuwe school te zoeken.”
“Leraren weten het beste hoe hun vak eruit moet zien. Daarom staat hun autonomie en medezeggenschap voor ons centraal bij de inrichting van het onderwijs, de lerarenopleiding en een professionele werkomgeving.”
“We willen maximale inspraak van studenten en (onderwijs)medewerkers. Dat kan met een meer democratisch bestuursmodel: kleinschalige instellingen met een dienstbare schoolleiding.”
De ChristenUnie kiest voor een sterke regierol van de overheid op de woningmarkt, behoud van onderwijsvrijheid en een zorgsysteem dat dichtbij mensen staat, met nadruk op gemeenschapszin en maatwerk. In vergelijking met PvdA-GroenLinks, SP en D66 legt de ChristenUnie meer nadruk op religieuze en levensbeschouwelijke vrijheid in het onderwijs, een stapsgewijze afbouw van de hypotheekrenteaftrek, en het versterken van lokale gemeenschappen in de zorg. Hun voorstellen zijn concreet gericht op betaalbare woningbouw, het tegengaan van segregatie en het vereenvoudigen van regels.
De ChristenUnie onderscheidt zich door het expliciet verdedigen van onderwijsvrijheid (artikel 23), met ruimte voor scholen om hun eigen identiteit te behouden. Dit staat haaks op D66, dat artikel 23 wil moderniseren, en op PvdA-GroenLinks en SP, die meer nadruk leggen op gelijke kansen en minder op religieuze vrijheid.
“Ouders kunnen vrij kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging of onderwijskundige visie. De ChristenUnie staat daarom pal voor artikel 23 uit de Grondwet.”
“Scholen behouden hun vrijheid in inrichting (dus niet nog meer wettelijke deugdelijkheidseisen), personeelsbeleid en financiering via lumpsum, met extra middelen voor identiteit en kleine scholen.”
De ChristenUnie wil een actieve overheid die betaalbare woningen bouwt en de hypotheekrenteaftrek geleidelijk afbouwt. Dit is concreter dan D66 (die sneller wil afbouwen) en verschilt van SP (die meer inzet op sociale huur) en PvdA-GroenLinks (die meer regulering en huurverlaging willen).
“De ChristenUnie kiest voor een overheid die regie neemt in de volkshuisvesting om betaalbaar en toekomstbestendig te bouwen.”
“We bouwen 100.000 woningen per jaar, waarvan ten minste tweederde goed te betalen is voor mensen met een gewoon inkomen.”
“De hypotheekrenteaftrek ... wil de ChristenUnie deze regeling de komende decennia geleidelijk afbouwen.”
De ChristenUnie legt de nadruk op zorg en ondersteuning in de eigen omgeving, met versterking van lokale gemeenschappen en minder bureaucratie. Dit verschilt van D66 (meer marktwerking), SP (meer nationalisatie en publieke voorzieningen) en PvdA-GroenLinks (meer centrale sturing en collectieve voorzieningen).
“We willen meer ruimte geven aan mensen die de handen ineenslaan en samen zorg dragen voor elkaar of met elkaar het verenigingsleven laten bloeien. De overheid moet dit stimuleren en ruimte geven, in plaats van in de kiem te smoren met onnodig veel regelgeving.”
“De Rijksoverheid stopt met het overhevelen van taken aan gemeenten zonder toereikend budget en herstelt waar dit de afgelopen jaren is misgegaan: geen taken zonder knaken.”
De ChristenUnie wil dat bijles en extra ondersteuning gratis op school worden aangeboden om kansenongelijkheid te bestrijden, in plaats van een groeiend commercieel circuit. Dit is een concreet verschil met D66 en PvdA-GroenLinks, die vooral inzetten op brede schooldag en extra ondersteuning, en met SP die vooral inzet op kleinere klassen.
“Als een leerling bijles of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat gratis aangeboden en zo veel mogelijk op de school zelf. Ook investeren we in het versterken van ouderbetrokkenheid in het onderwijs.”
GroenLinks-PvdA kiest voor stevige publieke investeringen in onderwijs, zorg en de woningmarkt, met een duidelijke afwijzing van marktwerking en winstbejag in deze sectoren. De partij wil ongelijkheid tegengaan door kansengelijkheid in het onderwijs te vergroten, zorg en wonen betaalbaar te maken, en speculatie en private equity te weren. Hun kernvisie is dat publieke voorzieningen in dienst moeten staan van mensen, niet van investeerders of speculanten.
GroenLinks-PvdA wil ongelijkheid in het onderwijs actief bestrijden door te investeren in scholen met veel achterstanden en het invoeren van brede brugklassen. Het doel is dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, ongeacht hun achtergrond.
“We investeren ongelijk voor gelijke kansen & helpen leraren die lesgeven in de meest kwetsbare wijken.”
“We werken toe naar een systeem waar kinderen op hun vijftiende een definitief schooladvies krijgen. We ondersteunen scholen met een brede brugklasbonus, en helpen leraren om les te geven aan leerlingen met verschillende achtergronden.”
De partij verzet zich tegen marktwerking en commerciële investeerders in zorg, onderwijs en kinderopvang. Ze willen dat deze sectoren weer volledig in dienst staan van het algemeen belang.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders.”
“We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen en tegen detacheringsbureaus die leraren wegkapen op scholen.”
GroenLinks-PvdA wil de woningmarkt hervormen door meer betaalbare woningen te bouwen, speculatie en private investeerders te weren, en het belang van woningzoekenden centraal te stellen.
“We gaan meer huizen bouwen, want het begint met een plek voor jezelf. Wij kiezen voor betaalbare woningen voor iedereen, we stoppen de grondspeculanten en beschermen huurders tegen woekerprijzen.”
“Private equity koopt het beheer van vve’s op, met als doel zoveel mogelijk winst te maken. Woningbezitters lopen het risico dat de tarieven plots fors omhooggaan. We beschermen woningbezitters en weren private equity uit vve’s.”
“Huizen zijn om in te wonen, niet om winst mee te maken. Vandaag verdienen profiteurs aan de woningnood door speculatie met grond en vastgoed. Dat moet stoppen. De winsten van grondspeculanten gaan we afromen en inzetten voor woningbouw.”
“Met een opkoopbescherming zorgen we dat woningen naar mensen gaan die er gaan wonen, in plaats van naar speculanten.”
De PVV onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door een uitgesproken nationalistische en restrictieve benadering op onderwijs, zorg en woningmarkt. De partij legt de nadruk op het terugdraaien van 'linkse' hervormingen, het beschermen van Nederlandse belangen, het beperken van immigratie en het schrappen van progressieve thema’s uit het onderwijs. Concreet wil de PVV sociale huren verlagen, het eigen risico in de zorg afschaffen, de tandarts in het basispakket en het onderwijs ‘ontwoken’ en gericht op basisvaardigheden maken.
De PVV wil sociale huren direct verlagen en de toegang tot sociale woningen beperken tot Nederlanders, in tegenstelling tot de andere partijen die inzetten op meer bouwen en inclusieve toewijzing. De partij verzet zich tegen voorrang voor statushouders en wil bezwaarprocedures tegen woningbouw beperken.
“De PVV verlaagt volgend jaar de sociale huren met 10%. Woningcorporaties worden gecompenseerd: door voor hen de winstbelasting te schrappen, komt de bouwopgave niet in gevaar.”
“In de Tweede Kamer is het PVV-voorstel aangenomen dat ervoor zorgt dat statushouders nooit meer voorrang krijgen – ook niet met urgentie.”
“Daarom beperken we tijdelijk de mogelijkheden voor bezwaar en beroep tegen bouwvergunningen waar het omgevingsplan al onherroepelijk vastligt.”
De PVV kiest voor het volledig afschaffen van het eigen risico en het toevoegen van de tandarts aan het basispakket, met de belofte dat de premie niet stijgt. Dit contrasteert met D66, PvdA-GroenLinks en SP, die weliswaar het eigen risico willen verlagen of afschaffen, maar minder ver gaan in het schrappen van marktwerking en het uitbreiden van het basispakket.
De PVV wil het onderwijs terugbrengen naar basisvaardigheden en verbiedt islamitisch onderwijs, terwijl D66, PvdA-GroenLinks en SP inzetten op inclusief, divers en toekomstgericht onderwijs. De PVV verzet zich expliciet tegen ‘woke’ en klimaatonderwijs.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“Geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school”
De SGP onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door sterk te hameren op overheidsregie met ruimte voor lokale afwegingen, behoud van traditionele waarden en het beperken van marktwerking, maar zonder de centrale sturing en progressieve accenten van de andere partijen. De partij legt nadruk op het stimuleren van eigenwoningbezit, het beperken van migratie als factor in de woningnood, en het beschermen van de vrijheid van onderwijs. In de zorg kiest de SGP voor minder marktwerking, meer waardering voor professionals en behoud van keuzevrijheid, maar zonder de vergaande collectivering of inkomensafhankelijke premies die PvdA-GroenLinks, SP en D66 vaak voorstellen.
De SGP wil dat de rijksoverheid de regie neemt over de woningmarkt, maar laat provincies en gemeenten ruimte voor eigen afwegingen. Dit verschilt van PvdA-GroenLinks, SP en D66, die vaak pleiten voor meer centrale sturing en landelijke normen, bijvoorbeeld voor sociale woningbouw en huurprijzen.
“De SGP vindt dat de Rijksoverheid regie moet hebben, maar provincies en gemeenten houden nadrukkelijk ruimte voor zelfstandige afwegingen, waarbij provincies ruimhartig faciliteren.”
Waar PvdA-GroenLinks, SP en D66 vooral inzetten op het vergroten van het aanbod en het bouwen van meer sociale woningen, legt de SGP ook nadruk op het beperken van de vraag, onder meer door strenger migratiebeleid en aandacht voor huishoudverdunning.
“Zo hebben demografische ontwikkelingen grote impact. Te denken valt aan immigratie. Dit vereist een strenger migratiebeleid. Maar ook de huishoudverdunning, mede door scheidingsproblematiek, heeft grote gevolgen. De overheid kan hier de ogen niet voor sluiten. De vraag moet en kan omlaag.”
In tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66, die vaker pleiten voor het afbouwen van fiscale voordelen voor huiseigenaren, wil de SGP het eigenwoningbezit juist stimuleren en de hypotheekrenteaftrek behouden of slechts beperkt herzien.
De SGP wil minder marktwerking in de zorg, maar zonder volledige collectivering. Ze pleiten voor meer waardering en vertrouwen voor zorgprofessionals, en willen winsten en private financiering reguleren in plaats van verbieden, wat minder ver gaat dan de SP en PvdA-GroenLinks.
De SGP verdedigt de vrijheid van onderwijs en wil minder centrale sturing, in tegenstelling tot D66 en PvdA-GroenLinks die meer centrale kwaliteitsbewaking en gelijke kansen centraal stellen.
“De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen.”
“Aan de inhoud van artikel 23 van de Grondwet wordt niet gemorreld. De regels inzake het toelaten van leerlingen, het benoemen van personeel en de burgerschapsopdracht blijven ongewijzigd.”
Het CDA onderscheidt zich van PvdA-GroenLinks, SP en D66 door sterk te hameren op vrijheid van onderwijs (artikel 23), een gematigde aanpak van woningmarktregulering (geleidelijke afbouw hypotheekrenteaftrek, ruimte voor koop van corporatiewoningen), en behoud van een gemengd zorgstelsel met aandacht voor collectieve én individuele verantwoordelijkheid. Hun voorstellen zijn gericht op het versterken van gemeenschapszin, het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid en het beperken van centrale sturing, waar de andere partijen juist meer centrale regie, gelijkheid en publieke voorzieningen voorstaan.
Het CDA verdedigt expliciet de vrijheid van onderwijs en het recht van ouders om scholen te kiezen op basis van levensbeschouwing, in tegenstelling tot PvdA-GroenLinks, SP en D66 die artikel 23 willen aanpassen of afschaffen om meer gelijkheid en minder segregatie te bereiken.
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
Het CDA kiest voor een zeer geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek, gekoppeld aan een even grote verlaging van de inkomstenbelasting, terwijl PvdA-GroenLinks, SP en D66 doorgaans sneller en directer willen ingrijpen in fiscale voordelen voor huiseigenaren.
“De hypotheekrenteaftrek bouwen we stap voor stap af, terwijl we tegelijk de inkomstenbelasting evenveel verlagen. Zo maken we woningen meer betaalbaar op de langere termijn.”
“De geleidelijke afbouw vindt plaats over een lange transitieperiode van dertig jaar, zodat huiseigenaren die met de aftrek rekening hebben gehouden in hun financiële planning, niet in de knel komen.”
Het CDA wil huurders de mogelijkheid geven hun corporatiewoning te kopen, een maatregel die PvdA-GroenLinks en SP juist afwijzen omdat zij het sociale huursegment willen beschermen.
“Huurders mogen hun corporatiewoning kopen onder redelijke voorwaarden. De opbrengst gaat naar nieuwbouw, verduurzaming en herstructurering.”
Het CDA benadrukt het belang van een zorgstelsel waarin zowel collectieve als individuele verantwoordelijkheid een rol spelen, en wil de balans tussen marktwerking en publieke sturing onderzoeken, waar PvdA-GroenLinks en SP juist pleiten voor het afschaffen van marktwerking en D66 voor meer centrale regie.
“Wij willen ons zorgstelsel toekomstbestendig houden en waar nodig op onderdelen hervormen. De Staatscommissie Zorg komt daarom op korte termijn met concrete voorstellen om de zorg betaalbaar, van hoge kwaliteit en beschikbaar te houden. We vragen de Staatscommissie Zorg te kijken naar: de balans tussen collectieve en individuele verantwoordelijkheid; de effecten van en balans tussen marktwerking en publieke sturing;”
Het CDA legt sterk de nadruk op gemeenschapszin, eigen verantwoordelijkheid en het belang van verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers, terwijl PvdA-GroenLinks, SP en D66 meer centrale sturing en publieke voorzieningen benadrukken.
“Ten slotte kiest het CDA voor een betrokken samenleving. Een fatsoenlijk land is een land waar we omzien naar elkaar en respect hebben voor de ander. We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”