50PLUS richt zich op klassieke CDA-onderwerpen als inkomen & koopkracht (AOW, pensioen), wonen, gezondheidszorg, veiligheid, en migratie, maar bekijkt deze expliciet vanuit het perspectief van ouderen. De partij pleit voor het behouden en versterken van de AOW, meer bouwen voor senioren, waardige en toegankelijke ouderenzorg, en een streng migratiebeleid met nadruk op Europese samenwerking. Hun visie is sociaal-conservatief, met nadruk op bestaanszekerheid, solidariteit tussen generaties en bescherming van kwetsbare groepen.
50PLUS ziet de AOW als het fundament van de welvaartsstaat en wil deze onaantastbaar houden, met extra voordelen voor ouderen. Dit sluit aan bij het CDA-thema bestaanszekerheid, maar 50PLUS legt de nadruk op ouderenbelangen.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
“Aanpassing wet Toekomst Pensioenen.”
Wonen is een klassiek CDA-thema. 50PLUS wil specifiek meer woningen voor ouderen en stimuleert meer-generatiewoningen, waarmee ze inspelen op de vergrijzing en het belang van familiebanden.
Gezondheidszorg en ouderenzorg zijn centrale thema’s voor zowel CDA als 50PLUS. 50PLUS wil structurele investeringen in ouderenzorg, minder bureaucratie, meer zeggenschap voor zorgprofessionals en een Ouderenzorgwet.
“We willen een waardige, toegankelijke en toekomstbestendige zorg voor iedereen.”
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
“Volledige uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO).”
Migratie is een belangrijk CDA-onderwerp. 50PLUS kiest voor een streng beleid, met onderscheid tussen asiel, arbeids- en studiemigratie, en wil Europese samenwerking en opvang in de regio.
Veiligheid is een kernpunt voor het CDA. 50PLUS legt de nadruk op bescherming van ouderen, meer blauw op straat, en digitale veiligheid.
Het CDA-thema rentmeesterschap krijgt bij 50PLUS invulling via een pleidooi voor een circulaire economie, Europese aanpak van klimaat, en bescherming van het milieu als generatieproject.
“Een circulaire economie waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen.”
“Bescherming van het milieu als generatieproject: rentmeesterschap voor degenen die na ons komen, met inzet van ervaring en betrokkenheid op landelijk én op gemeentelijk niveau.”
JA21 onderscheidt zich van het CDA door te kiezen voor een kleinere, efficiëntere overheid, meer directe burgerzeggenschap (zoals referenda), strenge migratiebeperking, en een uitgesproken focus op nationale identiteit en economische vrijheid. De partij wil minder EU-invloed, lagere lasten, en een overheid die zich beperkt tot kerntaken als veiligheid, publieke voorzieningen en woningbouw. JA21 zet zich af tegen symboolpolitiek en kiest voor concrete, financieel onderbouwde maatregelen op het gebied van bestuur, economie, migratie, landbouw en energie.
JA21 wil de invloed van burgers vergroten via referenda en decentralisatie, en de overheid beperken tot kerntaken. Dit contrasteert met het CDA, dat traditioneel meer waarde hecht aan representatieve democratie en een bredere rol van de overheid in het maatschappelijk middenveld.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan.”
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“Een overheid die zich richt op de kerntaken van veiligheid, publieke voorzieningen, woningbouw en infrastructuur.”
“Een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie die de inspraak van Nederlanders bewaakt en de overheid afslankt.”
JA21 kiest voor een harde migratiebeperking en het afdwingen van integratie, met het expliciete doel de nationale identiteit en verzorgingsstaat te beschermen. Dit is strenger en explicieter dan het CDA, dat doorgaans inzet op beheersbare migratie en integratie met oog voor menselijke maat.
“Grenzen stellen aan migratie en behoud van onze nationale identiteit. JA21 kiest voor een Nederland dat leefbaar is. De bevolkingsomvang van Nederland neemt door migratie te snel toe en migratie legt een veel te grote druk op onze verzorgingsstaat, nationale identiteit en publieke voorzieningen. Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren.”
“JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
JA21 wil minder invloed van de EU op nationaal beleid, in tegenstelling tot het CDA dat de EU als essentieel ziet voor samenwerking en stabiliteit.
JA21 pleit voor lagere lasten, een kleinere overheid en een aantrekkelijker ondernemersklimaat, waar het CDA doorgaans inzet op een balans tussen sociale zekerheid en economische groei.
JA21 kiest voor voorspelbaar landbouwbeleid gericht op voedselzekerheid en innovatie, en verzet zich tegen gedwongen uitkoop van boeren. Dit is scherper geformuleerd dan het CDA, dat inzet op een sterke agrarische sector maar compromissen zoekt in het stikstofdossier.
“Met realistische plannen die focussen op rechtszekerheid, economische ruimte en respect voor het platteland biedt JA21 alternatieven voor de huidige stilstand.”
“Een voorspelbaar en lange termijn gericht landbouwbeleid dat voedselzekerheid waarborgt en ruimte biedt voor technologische innovatie.”
JA21 kiest voor betaalbare energie, behoud van fossiele infrastructuur zolang alternatieven ontbreken, en inzet op kernenergie. Dit is minder gericht op klimaatdoelen dan het CDA, dat doorgaans inzet op een mix van duurzaamheid en betaalbaarheid.
DENK wijkt op meerdere kernpunten duidelijk af van het CDA, vooral op het gebied van religieus onderwijs, sociale zekerheid, klimaat, internationale solidariteit en zorg. DENK legt sterk de nadruk op het beschermen van bijzonder (religieus) onderwijs, het vergroten van bestaanszekerheid, ambitieuze armoedebestrijding, en een rechtvaardig klimaatbeleid waarbij grote bedrijven meer gaan bijdragen. Ook pleit DENK voor het terugdraaien van bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en het versterken van internationale solidariteit.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs en wil artikel 23 van de Grondwet onaangetast laten. Dit is een klassiek CDA-thema, maar DENK positioneert zich hier zelfs nog explicieter als beschermer van deze vrijheid.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
Waar het CDA inzet op bestaanszekerheid, gaat DENK verder door forse verhogingen van het minimumloon, structurele armoedebestrijding en een fulltime minister voor armoede te eisen. DENK wil inkomensverschillen actief verkleinen en sociale uitkeringen verhogen.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij staan voor extra investeringen in armoedebestrijding en in toegankelijkere armoederegelingen. Er komt een fulltime Minister voor Armoedebestrijding.”
“Werkloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
In tegenstelling tot het CDA, dat inzet op haalbaarheid en draagvlak, legt DENK de nadruk op ambitieuze klimaatdoelen en het eerlijk laten bijdragen van grote vervuilers. DENK wil een Klimaatfonds, strengere regels voor bedrijven en investeringen in vergroening.
“Grote vervuilers gaan eerlijker bijdragen. Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér”
“Wij staan voor de klimaatdoelen. Dat betekent dat Nederland klimaatneutraal is in 2050 en dat wij de uitstoot met 55% beperken in 2030. Indien mogelijk gaan wij ambitieuzere doelen vaststellen.”
Waar het CDA traditioneel inzet op internationale solidariteit, kiest DENK voor het structureel verhogen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking en het herstellen van de BNI-koppeling. DENK is expliciet tegen het aanwenden van ontwikkelingsgeld voor asielopvang.
“De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking worden teruggedraaid. Wij willen dat er meer budget komt voor humanitaire hulp en noodhulp.”
“De BNI-koppeling voor ontwikkelingshulp wordt hersteld zodat de hoeveelheid ontwikkelingshulp proportioneel blijft aan de economische groei.”
“DENK is tegen financiering van de asielopvang met het ontwikkelingshulpbudget (ODA). Deze middelen moeten beschikbaar blijven voor internationale armoedebestrijding en om de mondiale stabiliteit te beschermen.”
DENK wil het eigen risico volledig afschaffen en de zorgpremie verlagen, met uitbreiding van het basispakket. Dit gaat verder dan het CDA, dat doorgaans inzet op beheersing van zorgkosten en behoud van het eigen risico.
NSC deelt met het CDA de nadruk op bestaanszekerheid, goed bestuur, sociale samenhang en een sterke, dienstbare overheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versterken van de rechtsstaat en politieke cultuur, investeren in regionale ontwikkeling, het beschermen van de Nederlandse identiteit en het waarborgen van solide overheidsfinanciën. NSC legt daarbij sterk de nadruk op transparantie, tegenmacht, en het herstel van vertrouwen tussen burger en overheid.
NSC wil, net als het CDA traditioneel, investeren in regio’s met sociale en economische achterstanden en benadrukt het belang van sociale samenhang in dorpen, wijken en steden. Dit moet brede welvaart in het hele land bevorderen en de menselijke maat terugbrengen in beleid.
“We pleiten voor structurele investeringen in regio’s die al jarenlang te maken hebben met sociale en economische achterstanden. Niet als eenmalige impuls, maar vanuit de overtuiging dat brede welvaart alleen mogelijk is als alle delen van het land kunnen meedoen.”
“In het hoofdstuk over Identiteit en Cultuur staat hoe we de sociale samenhang in wijken, dorpen en steden willen versterken.”
NSC stelt dat de overheid dienstbaar, betrouwbaar en gericht op het algemeen belang moet zijn, met meer inhoudelijk debat, transparantie en tegenmacht. Dit sluit aan bij het CDA-thema van goed bestuur en het belang van de rechtsstaat.
“De overheid hoort er te zijn voor iedereen: dienstbaar, betrouwbaar en gericht op het algemeen belang.”
“We investeren in een andere politieke cultuur met meer inhoud en open debat.”
“We geven meer zeggenschap aan burgers en herstellen de tegenmacht.”
“We versterken en beschermen grondrechten met toegang tot sociale advocatuur.”
NSC erkent expliciet de Nederlandse identiteit als geworteld in christendom en humanisme, en wil de Nederlandse taal en tradities actief beschermen. Dit is een klassiek CDA-thema, maar NSC maakt het zeer concreet.
“Erkennen dat de Nederlandse identiteit is gevormd door onze geschiedenis geworteld in het christendom en humanisme met de daarbij behorende waarden en normen, cultuur, tradities en gemeenschappen.”
“We spreken de Nederlandse taal, bewaren (lokale) tradities en delen welvaart.”
“We zijn daarom kritisch op ontwikkelingen waarbij de Nederlandse taal naar de achtergrond verdwijnt. Daarom komen we met maatregelen om het Nederlands op straat, op de werkvloer, in de klas en collegezaal weer gangbaar te maken.”
Net als het CDA benadrukt NSC het belang van degelijke overheidsfinanciën, met investeringen in bestaanszekerheid en een eerlijke spreiding van kosten.
“We staan voor een degelijk, transparant en realistisch financieel beleid. Het huishoudboekje van Nederland moet op orde zijn.”
“We investeren in bestaanszekerheid en in een weerbare samenleving.”
“De kosten van de investeringen spreiden we eerlijk omdat iedereen baat heeft bij een weerbaar Nederland.”
NSC bekritiseert de huidige managementcultuur en pleit voor een overheid die burgers niet als klant ziet, maar als mensen, met oog voor de menselijke maat. Dit is een kernpunt dat het CDA vaak benadrukt.
“De overheid met al haar instituties te veel naar binnen is gericht. Beleid wordt gebaseerd op modellen en burgers worden behandeld als klanten. De doorgeslagen managementcultuur ziet alleen cijfers en niet de mensen achter die getallen.”
FVD zet zich af tegen de traditionele CDA-thema’s als landbouw, zorg, onderwijs, veiligheid en gezin, door te kiezen voor radicale deregulering, nationale soevereiniteit en het terugdraaien van bestaande overheidsmaatregelen. De partij wil onder meer het stikstofbeleid schrappen, regionale ziekenhuizen heropenen, artikel 23 van de Grondwet behouden voor onderwijsvrijheid, en veiligheid versterken met meer politie en minder bureaucratie. FVD positioneert zich hiermee als anti-establishment alternatief voor het CDA, met nadruk op nationale controle, minder regels en meer keuzevrijheid.
FVD verwerpt het stikstofbeleid en pleit voor maximale vrijheid voor boeren, in tegenstelling tot het CDA dat inzet op verduurzaming en behoud van de landbouwsector binnen milieukaders. FVD wil EU-regels afschaffen, innovatie stimuleren en voedselsoevereiniteit centraal stellen.
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“We stoppen met EU-beperkingen zoals de Green Deal en het verbod op pulsvisserij, en zorgen voor een gelijk speelveld, zodat Nederlandse boeren met dezelfde gewasbeschermingsmiddelen kunnen werken als hun buitenlandse collega’s.”
“We investeren in innovatie, zoals precisielandbouw, en beschermen agrarische bedrijven bij overdracht met behoud van de landbouwvrijstelling. Bovendien maken we van voedselsoevereiniteit een nationaal speerpunt: Nederland moet in staat zijn zijn eigen bevolking te voeden.”
FVD wil de zorg decentraliseren, regionale ziekenhuizen heropenen en de macht van zorgverzekeraars en managers fors inperken. Dit contrasteert met het CDA, dat inzet op samenwerking en behoud van het huidige zorgstelsel met verbeteringen.
“FVD kiest voor kleinschaligheid: regionale ziekenhuizen moeten worden heropend, huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten en maatschappen moeten een volwaardig alternatief blijven voor loondienst.”
“We snijden bureaucratie weg, zodat zorgverleners met passie hun werk ongestoord kunnen doen, en we behouden de vrije artsenkeuze voor patiënten.”
FVD verdedigt de vrijheid van onderwijs en het recht op bijzonder onderwijs, met expliciete bescherming van artikel 23 van de Grondwet. Dit sluit aan bij een klassiek CDA-thema, maar FVD positioneert zich scherper tegen overheidsbemoeienis en ‘woke’ invloeden.
“Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen”
“Woke en LGBT-gedachtegoed houden we weg van jonge kinderen, en onze cultuursector krijgt een extra impuls door verlaging van de BTW en herwaardering van erfgoed, (klassieke) muziek en kunst.”
FVD wil fors investeren in veiligheid door meer politie op straat, strengere straffen en het terugdringen van bureaucratie. Tegelijkertijd verzet de partij zich tegen digitale surveillance en beschermt privacy, waarmee het zich onderscheidt van het CDA dat doorgaans inzet op een balans tussen veiligheid en privacy.
“We zorgen daarom voor veilige straten met meer politie, zwaardere straffen voor geweld en criminaliteit, en een zero-tolerance aanpak van overlast.”
“We verzetten ons tegen digitale surveillance, zoals de Sleepwet of Digital ID, en beschermen vrije meningsuiting met een anti-censuurwet.”
FVD wil de overheid fors verkleinen, belastingen verlagen en burgers meer eigen verantwoordelijkheid geven, in tegenstelling tot het CDA dat inzet op een sterke, dienstbare overheid.
“We willen stoppen met de excessieve uitdijing van het overheidsapparaat, de wirwar van regeltjes, heffingen en toeslagen, loskomen van de Europese regelzucht en een samenleving creëren waarin zelfredzaamheid, vrijheid en dynamiek weer centraal staan.”
“Wij kiezen ervoor, te investeren in gewone, ouderwetse publieke taken: veiligheid, woningbouw, infrastructuur, onderwijs, zorg en voorzieningen voor de oude dag. En ook dat met mate. Want we willen belastingverlaging en verkleining van de overheid.”
BBB deelt met het CDA de nadruk op leefbaarheid in de regio, sterke gemeenschapswaarden, voedselzekerheid, en het belang van familie, vrijwilligers en lokale tradities. BBB onderscheidt zich door concrete voorstellen voor het versterken van regionale voorzieningen, het centraal stellen van voedselzekerheid, en het beschermen van Nederlandse cultuur en waarden. De partij kiest voor realistisch beleid gericht op regionale kracht, bestaanszekerheid en het ondersteunen van boeren, gezinnen en lokale gemeenschappen.
BBB wil de leefbaarheid in dorpen en regio’s behouden door te investeren in basisvoorzieningen zoals scholen, openbaar vervoer en ontmoetingsplekken, en door het belang van lokale cultuur en tradities te onderstrepen. Dit sluit aan bij het CDA-thema van sterke gemeenschappen en regionale spreiding van voorzieningen.
“Leefbaarheid begint bij basisvoorzieningen: buurtscholen, streekbussen, zorg en politieposten moeten toegankelijk en bereikbaar blijven voor iedereen.”
“Het noaberschap en de leefbaarheid in de regio staan onder druk. Te lang is het beleid gericht geweest op de grote steden.”
“De overheid ondersteunt lokale verenigingen en vrijwilligerswerk actief. (Lokale) initiatieven tegen armoede en eenzaamheid kunnen rekenen op steun van de overheid.”
“We komen op voor lokale tradities en gebruiken, zoals kermissen, schutterijen, trekkertrek, sinterklaasintochten, paasvuren, carbidschieten en jaarmarkten.”
BBB maakt voedselzekerheid tot een centrale overheidsverantwoordelijkheid, met speciale aandacht voor boeren, vissers en telers. Dit is een klassiek CDA-thema, maar BBB operationaliseert het met concrete beleidsmaatregelen en een eigen directie op het ministerie.
“De overheid moet zorgen dat voedsel beschikbaar én betaalbaar blijft. Voedsel is net als wonen en energie een primaire levensbehoefte. BBB zet zich daarom in voor voedselzekerheid in Nederland en Europa.”
“Voedselzekerheid eerst. Er komt op het ministerie een Directie Voedselzekerheid. Beleidsmaatregelen worden altijd getoetst op hun impact op de voedselzekerheid.”
BBB benadrukt het belang van Nederlandse en westerse waarden, familie, vrijwilligers en lokale tradities als fundament van de samenleving. Dit sluit aan bij het CDA-gedachtegoed van rentmeesterschap, gezin en gemeenschapszin.
“Waarden zoals vrijheid, gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en respect voor elkaar. Van Koningsdag tot Dodenherdenking, van dialect tot volkslied: onze tradities zijn geen achterhaalde folklore, maar bouwstenen van een gedeelde cultuur.”
“Familie, buren, verenigingen en vrijwilligers vormen het fundament van een zorgzame samenleving. De overheid moet dat niet overnemen, maar versterken en ruimte geven.”
BBB kiest voor een solide begrotingsbeleid, gericht op investeringen in woningbouw, zorg, infrastructuur en veiligheid, en het afschaffen van inefficiënt beleid. Dit sluit aan bij het CDA-thema van verantwoord financieel beleid en brede welvaart.
“BBB zorgt voor een solide meerjarenbegroting met ruimte voor noodzakelijke investeringen in onder meer woningbouw, zorg, infrastructuur en veiligheid.”
“We investeren in ons vestigingsklimaat. Daarbij erkennen we de bijdrage die onze bedrijven, zowel multinationals als mkb-bedrijven, leveren aan onze schatkist.”
BVNL onderscheidt zich van het CDA door te pleiten voor een veel kleinere overheid, het fors terugdringen van overheidsuitgaven, het afschaffen van subsidies en internationale hulp, en het beperken van de rol van de staat in onder meer zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Waar het CDA inzet op gemeenschapszin, rentmeesterschap en een sterke sociale infrastructuur, kiest BVNL voor radicale deregulering, economische vrijheid, en het terugdringen van immigratie. De partij stelt individuele vrijheid, ondernemersbelang en nationale soevereiniteit centraal, met concrete voorstellen als een vlaktaks, asielstop, en het afschaffen van tal van overheidsregelingen.
BVNL wil de overheid fors inkrimpen, veel taken schrappen en de uitgaven structureel verlagen, in tegenstelling tot het CDA dat inzet op een sterke publieke sector en sociale voorzieningen. Dit raakt direct aan het CDA-thema van rentmeesterschap en gemeenschapszin, maar BVNL kiest voor individuele verantwoordelijkheid en marktwerking.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden.”
Waar het CDA sociale zekerheid en inkomensondersteuning als kerntaak ziet, wil BVNL vrijwel alle subsidies, toeslagen en inkomensafhankelijke regelingen afschaffen en vervangen door een vlak belastingtarief. Dit is een fundamenteel andere visie op de verzorgingsstaat.
In tegenstelling tot het CDA, dat inzet op beheersbare migratie en opvang van vluchtelingen, pleit BVNL voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen, met als doel het oplossen van problemen op de woningmarkt, zorg en onderwijs.
Waar het CDA traditioneel inzet op Europese samenwerking en internationale solidariteit, wil BVNL de nationale soevereiniteit herstellen en zich losmaken van supranationale organisaties.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“Daar waar het Nederlands belang haaks staat op Brusselse regelgeving zullen wij Brussel informeren dat Nederland zijn eigen soevereine koers vaart.”
BVNL stelt het belang van ondernemers en het MKB centraal, met minder regels, lagere lasten en meer vrijheid, waar het CDA doorgaans een balans zoekt tussen markt en sociale verantwoordelijkheid.
“Het MKB is de ruggengraat van de samenleving, maar wordt steeds meer als melkkoe gebruikt. Daarom willen wij lagere belastingen, minder bureaucratie, simpeler arbeidsrecht en meer vrijheid voor het MKB.”
“Het MKB en de ZZP’ers zijn de motor van de Nederlandse economie. 80% van alle banen wordt gegenereerd door ondernemers. De overheid moet zich minder met hen bemoeien.”
De PVV zet zich af tegen Europese integratie, ontwikkelingshulp en klimaatmaatregelen, en kiest voor nationale soevereiniteit, steun aan boeren, betaalbare zorg, en het beschermen van Nederlandse cultuur en tradities. In tegenstelling tot het CDA, dat inzet op samenwerking binnen de EU, rentmeesterschap, en sociale cohesie, legt de PVV de nadruk op het terughalen van bevoegdheden uit Brussel, het schrappen van klimaatbeleid, en het beperken van immigratie. De partij wil de lasten voor burgers verlagen, de zorg toegankelijker maken, en boeren meer ruimte geven, met concrete voorstellen zoals het afschaffen van het eigen risico, het stoppen van ontwikkelingshulp, en het behouden van regionale ziekenhuizen.
De PVV verwerpt verdere Europese integratie en wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, in tegenstelling tot het CDA dat Europese samenwerking vaak als essentieel ziet. De partij stelt dat nationale identiteit en zeggenschap voorop moeten staan, en wil vetorechten actief inzetten.
Waar het CDA traditioneel het belang van de agrarische sector en rentmeesterschap benadrukt, kiest de PVV voor het schrappen van Brusselse regels, het afwijzen van gedwongen uitkoop, en het behouden van de Nederlandse voedselproductie.
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Versoepeling van de Brusselse regels; verminderen van het aantal natuurgebieden met Natura 2000-status en/of verkleinen van gebieden”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is absoluut een no-go”
De PVV wil de zorg toegankelijker maken door het eigen risico volledig af te schaffen en de tandarts terug in het basispakket te brengen, terwijl het CDA doorgaans inzet op beheersing van zorgkosten en solidariteit.
In tegenstelling tot het CDA, dat ontwikkelingssamenwerking als morele plicht ziet, wil de PVV alle ontwikkelingshulp en miljardenafdrachten aan de EU stopzetten om de lasten voor Nederlanders te verlagen.
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
De PVV verzet zich tegen wat zij ziet als "linkse haat" tegen Nederlandse tradities en wil geen excuses voor het slavernijverleden of politionele acties, terwijl het CDA inzet op verbinding en gedeelde waarden.
De SGP deelt met het CDA de focus op gezin, zorg, landbouw, woningmarkt, economie en een verantwoord financieel beleid, maar legt sterker de nadruk op christelijke waarden en een kleinere overheid. De partij wil investeren in gezinnen, betaalbare woningen, een sterke landbouwsector, en een solide economie, met behoud van draagkrachtige belastingen en minder regeldruk. De SGP kiest voor concrete maatregelen zoals een minister voor gezin en jeugd, het stimuleren van woningbouw, en het koppelen van ontwikkelingssamenwerking aan economische groei.
De SGP wil het gezinsbeleid versterken door een aparte minister voor gezin en jeugd aan te stellen. Hiermee onderstreept de partij het belang van het gezin als hoeksteen van de samenleving, een thema dat ook bij het CDA centraal staat.
“minister van gezin en jeugd: 31”
De SGP erkent de woningnood en wil procedures versnellen, extra eisen beperken en een stikstofvrijstelling voor woningbouw invoeren. Dit sluit aan bij het CDA-thema van betaalbare woningen, maar de SGP legt meer nadruk op regieverdeling tussen Rijk en regio en het beperken van bezwaarprocedures.
“De huidige woningnood vraagt om doorbraken op dit gebied. Concreet: Extra (lokale) eisen staan ten dienste aan het aanpakken van de woningnood en zijn geen onnodig vertragende factoren. Juridische procedures moeten ruimte krijgen, zolang het niet leidt tot traineren van projecten.”
“Er komt een stikstofvrijstelling voor woningbouwprojecten.”
“De SGP vindt dat de Rijksoverheid regie moet hebben, maar provincies en gemeenten houden nadrukkelijk ruimte voor zelfstandige afwegingen, waarbij provincies ruimhartig faciliteren.”
De SGP wil toekomstperspectief voor agrarische gezinsbedrijven, behoud van fiscale voordelen en minder regeldruk. Dit sluit aan bij het CDA, maar de SGP is explicieter in het verminderen van administratieve lasten en het beschermen van familiebedrijven.
“De land- en tuinbouw is de sector met de hoogste regeldruk. De SGP wil werkbaar beleid, toekomstperspectief voor de duizenden agrarische gezinsbedrijven en meer doelvoorschriften in plaats van een stapeling middelvoorschriften.”
“De SGP wil behoud van fiscale voordelen voor de land- en tuinbouw, zoals de landbouwvrijstelling, en van steunregelingen voor jonge boeren. Bedrijfsovername wordt gefaciliteerd door het verminderen van administratieve drempels en toegankelijke steunregelingen.”
De SGP pleit voor een kleinere, efficiënte overheid, minder regeldruk en een solide begrotingsbeleid. Dit sluit aan bij het CDA-thema van financieel verantwoord beleid, maar de SGP is kritischer op overheidsuitgaven en wil belastingverhogingen beperken.
“Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig. Een overheid die haar grenzen kent.”
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
“Belastingheffing moet eerlijk en rechtvaardig zijn. Rekening houdend met de draagkracht van belastingplichtigen.”
De SGP wil de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer koppelen aan de groei van de economie en terug naar 0,7% van het nationaal inkomen. Dit is een klassiek CDA-thema, maar de SGP is expliciet in het terugdraaien van eerdere bezuinigingen.
“Zoals decennialang gebruikelijk was, koppelt Nederland de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer aan de groei van de economie. De SGP wil de drastische bezuinigingen van afgelopen jaren terugdraaien en toewerken naar de besteding van 0,7% van ons nationale inkomen aan ontwikkelingssamenwerking.”
Het CDA richt zich in haar verkiezingsprogramma op het versterken van een fatsoenlijk en samenhangend Nederland, met nadruk op betaalbare woningen, goede zorg, een sterke economie, verantwoord migratiebeleid en het koesteren van maatschappelijke waarden. De partij kiest voor concrete investeringen in woningbouw, onderwijs, defensie, innovatie en regionale ontwikkeling, en wil minder regels en meer ruimte voor verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Centraal staan verantwoordelijkheid, vertrouwen en het bevorderen van saamhorigheid, met oog voor bestaanszekerheid en een solide financieel beleid.
Het CDA ziet het woningtekort en de leefbaarheid van regio’s als kernproblemen en wil grootschalige woningbouw en regionale economische versterking mogelijk maken. Dit moet zorgen voor meer betaalbare huizen en sterke, bereikbare regio’s.
“We investeren in leefbare steden en in de regio en zorgen voor goede bereikbaarheid met auto en trein. Zo maken we grootschalige woningbouw overal in Nederland mogelijk.”
De partij wil een toekomstbestendige economie door te investeren in innovatie, ondernemerschap en regionale economische clusters. Minder regels en een aantrekkelijk vestigingsklimaat zijn hierbij essentieel.
Het CDA pleit voor strengere migratieregels, tijdelijke asielvergunningen en een stevige inburgering, met nadruk op beheersbaarheid en integratie.
“We zijn voorstander van de maatregelen uit de Asielnoodmaatregelenwet waarin we kiezen voor tijdelijke asielvergunningen, gezinshereniging terugbrengen tot het kerngezin, de voornemenprocedure bij de IND afschaffen, uitbreiding van de ongewenstverklaring en de maatregelen die het stapelen van asielverzoeken onmogelijk maakt.”
“Voor alle statushouders is het inburgeringsonderwijs verplicht, in het uiterste geval op straffe van verlies van hun status.”
Onderwijs wordt gezien als fundament voor kansen en maatschappelijke samenhang. Het CDA verdedigt de vrijheid van onderwijs en wil investeren in kwaliteit en verbinding tussen school en thuis.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
Het CDA benadrukt het belang van gezonde overheidsfinanciën, met investeringen die het toekomstig verdienvermogen versterken en het sociale vangnet behouden.
“Het CDA staat voor houdbare overheidsfinanciën. Juist door op korte termijn meer ruimte te zoeken, kunnen we de keuzes maken die op lange termijn tot gezondere overheidsfinanciën leiden.”
De partij wil minder regels en meer waardering voor de ‘zachte krachten’ in de samenleving, zoals vrijwilligers, verenigingen en mantelzorgers, om sociale samenhang en onderlinge zorg te versterken.
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen. Mensen die verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor anderen kansen creëren, juist ook als je die ander niet dagelijks in je eigen bubbel tegenkomt.”
De ChristenUnie deelt met het CDA een sterke nadruk op gemeenschapszin, betaalbare woningbouw, solide overheidsfinanciën, rentmeesterschap (duurzaamheid), en het belang van gezin en sociale samenhang. De partij kiest voor concrete investeringen in woningbouw, versterking van gemeenschappen, solide begrotingsbeleid, en een toekomstbestendige landbouw en economie, met oog voor sociale rechtvaardigheid en rentmeesterschap. Hun visie is geworteld in christelijk-sociaal denken, met nadruk op verantwoordelijkheid, solidariteit en het beschermen van kwetsbaren.
De ChristenUnie wil de woningnood aanpakken door fors te investeren in woningbouw, met nadruk op betaalbaarheid voor mensen met een gewoon inkomen. Dit sluit aan bij het CDA-thema van volkshuisvesting en leefbare gemeenschappen.
“We bouwen 100.000 woningen per jaar, waarvan ten minste tweederde goed te betalen is voor mensen met een gewoon inkomen. Daarvoor trekken we de komende jaren miljarden extra uit en maken we ruimte voor ontmoeting in buurten. Huizen bouwen is gemeenschappen bouwen.”
De partij kiest voor een prudent begrotingsbeleid, investeert gericht in zaken als woningbouw en infrastructuur, en wijst consumptieve uitgaven op schuld af. Dit sluit aan bij het CDA-standpunt van financiële degelijkheid en intergenerationele rechtvaardigheid.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“Solide en houdbare overheidsfinancien zijn een randvoorwaarde voor de duurzame bloei van ons land.”
De ChristenUnie benadrukt rentmeesterschap als morele opdracht, met concrete voorstellen voor duurzame landbouw, bescherming van natuur en klimaat, en een toekomstbestendige economie. Dit is een klassiek CDA-thema, maar de ChristenUnie legt sterk de nadruk op morele verantwoordelijkheid en integrale aanpak.
“Wij geloven dat een gezonde samenleving en een gezonde natuur bij elkaar horen. Daarom zetten we ons in voor het beschermen en versterken van biodiversiteit, het verbeteren van de lucht- en waterkwaliteit, en het terugdringen van vervuiling.”
“We staan ook voor een bloeiende agrarische sector en zijn trots op de historische plek van de visserij in ons land. We maken daarom werk van een bestendige en goede toekomst voor boeren, tuinders en vissers.”
De ChristenUnie wil gezinnen ondersteunen en armoede structureel terugdringen, met nadruk op het belang van kinderen en sociale rechtvaardigheid. Dit sluit aan bij het CDA-thema van gezin en sociale cohesie.
De ChristenUnie zet in op leefbare dorpen en wijken, met behoud van voorzieningen en aandacht voor regionale verschillen. Dit is een klassiek CDA-punt over regionale vitaliteit en leefbaarheid.
“Voor de ChristenUnie is leefbaarheid geen bijzaak, maar een kwestie van goed bestuur. Ieder mens, of je nu in de stad woont of in een krimpregio, verdient een veilige, schone en mooie omgeving om te wonen, werken en op te groeien.”
De partij kiest expliciet voor het herstellen van bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en het voldoen aan internationale normen, wat aansluit bij het CDA-ethos van internationale verantwoordelijkheid.
“Nederland groeit weer toe naar de internationale norm om 0,7% van het bruto nationaal inkomen (bni) uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking en handhaaft de aloude bni-koppeling.”
D66 verschilt op meerdere kernpunten van het CDA, met name op het gebied van wonen, bestaanszekerheid, landbouw, dierenwelzijn en de rol van religie en traditie. D66 legt de nadruk op individuele vrijheid, gelijke rechten, een progressieve benadering van sociale zekerheid en een ambitieuze klimaat- en landbouwtransitie, terwijl het CDA traditioneel inzet op gezin, gemeenschapswaarden, rentmeesterschap en een meer behoudende sociale koers.
D66 ziet wonen als een basisrecht en wil de woningmarkt toegankelijker maken voor starters, ouderen en kwetsbare groepen. Dit contrasteert met het CDA, dat vaak inzet op het gezin en eigen woningbezit als hoeksteen van de samenleving.
D66 benadrukt gelijke kansen, inclusie en het bestrijden van discriminatie op alle gronden, terwijl het CDA traditioneel meer nadruk legt op gemeenschapswaarden, gezin en religieuze tradities.
“Emancipatie en inclusie zijn geen bijzaak; ze zijn het uitgangspunt voor alles wat we doen.”
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur ... seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 kiest voor een snelle en ingrijpende verduurzaming van landbouw en natuur, met harde doelen voor stikstof en waterkwaliteit. Dit is veel ambitieuzer dan het CDA, dat doorgaans inzet op geleidelijke verandering en bescherming van het boerenbedrijf.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“Gebiedsplanning is belangrijk. Elk plan combineert in ieder geval doelen voor stikstofreductie, biodiversiteit en natuurherstel, waterbeheer én perspectief voor de landbouw.”
D66 plaatst dierenwelzijn centraal als moreel uitgangspunt, wat verder gaat dan het CDA, dat dierenwelzijn vooral vanuit rentmeesterschap en economische belangen benadert.
D66 benadrukt de scheiding van kerk en staat en het belang van individuele vrijheid in levensbeschouwing, terwijl het CDA religie en traditie als bindende kracht ziet.
“Want wie we ook zijn, hoe we er ook uitzien, van wie we ook houden, wat we ook geloven: iedereen moet zichzelf kunnen zijn en dromen na kunnen jagen.”
GroenLinks-PvdA verschilt op fundamentele punten van het CDA door sterk te kiezen voor publieke voorzieningen, solidariteit en een actieve rol van de overheid, waar het CDA traditioneel inzet op gezin, gemeenschapszin, rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid. De partij zet in op investeren in publieke sectoren als zorg, onderwijs en infrastructuur, het centraal stellen van gelijke rechten en het tegengaan van marktwerking in essentiële diensten. Concrete voorstellen zijn onder meer het versterken van de verzorgingsstaat, investeren in regionale bereikbaarheid en het centraal stellen van het gezin in de jeugdzorg.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het versterken van de publieke sector en het terugdringen van marktwerking, in tegenstelling tot het CDA dat vaak inzet op samenwerking tussen overheid, markt en maatschappelijke organisaties. De partij ziet investeren in publieke voorzieningen als antwoord op maatschappelijke uitdagingen en benadrukt solidariteit boven winst.
“We investeren in het hart van onze samenleving, de plekken waar mensen samen komen, zoals de sportvereniging, de school, het buurthuis, de bibliotheek en het zwembad.”
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders.”
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
Waar het CDA traditioneel het gezin als hoeksteen van de samenleving ziet, neemt GroenLinks-PvdA dit over in hun jeugdzorgbeleid door het gezin centraal te stellen en gesloten jeugdzorg af te bouwen. Dit is een concreet raakvlak, maar GroenLinks-PvdA koppelt dit aan meer zeggenschap voor jongeren en minder vrijheidsbeperking.
“We zetten voortaan het gezin centraal.”
“We zetten de afbouw van gesloten jeugdzorg voort.”
GroenLinks-PvdA benadrukt gelijke rechten en inclusiviteit als fundament van hun beleid, wat contrasteert met het CDA dat meer nadruk legt op gemeenschapswaarden en traditie. De partij wil discriminatie bestrijden en inclusiviteit wettelijk verankeren.
“Gelijke rechten zijn een cruciaal onderdeel van de democratische rechtsstaat, zie hoofdstuk ‘Democratie, Rechtsstaat en Gelijke Rechten’.”
“We bouwen aan een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen.”
In lijn met het CDA-thema van leefbaarheid in de regio, investeert GroenLinks-PvdA in regionale bereikbaarheid, maar met nadruk op duurzaamheid en publieke regie.
De Partij voor de Dieren (PvdD) wijkt op de belangrijkste CDA-onderwerpen als gezin, wonen, zorg, onderwijs en rentmeesterschap sterk af door een uitgesproken focus op duurzaamheid, inclusiviteit en het loslaten van traditionele gezins- en samenlevingsvormen. PvdD pleit voor toegankelijke zorg en onderwijs, klimaatbestendig bouwen, en het faciliteren van alternatieve gezinsconstructies, met nadruk op brede welvaart en het welzijn van mens, dier en natuur. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het doorbreken van klassieke patronen en het centraal stellen van duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid.
PvdD wil het makkelijker maken om met meer dan twee mensen een hypotheek af te sluiten, zodat verschillende gezinsconstructies mogelijk worden. Dit staat haaks op het CDA-standpunt dat het traditionele gezin als hoeksteen van de samenleving ziet. PvdD kiest voor inclusiviteit en flexibiliteit in woonvormen.
“Het moet makkelijker worden een hypotheek af te sluiten met meer dan twee mensen, en dit moet bij alle hypotheekverstrekkers kunnen. Op die manier wordt ‘cohousing’ mogelijk gemaakt en kunnen verschillende gezinsconstructies gefaciliteerd worden.”
Waar het CDA vaak inzet op bouwen voor gezinnen en spreiding van woningen, legt PvdD de nadruk op klimaatbestendigheid en het beschermen van het landschap. Zij willen bouwen in laaggelegen polders stoppen en distributiecentra weren, wat een duidelijke breuk is met het klassieke groeimodel.
“Er komt een stop op de bouw van distributiecentra, megadatacentra en grote kantoorpanden. Er komen ook geen nieuwe bedrijfshallen zolang er nog leegstaande bedrijfshallen in de regio zijn.”
“Woningen bouwen we alleen op klimaatbestendige locaties. Laaggelegen polders onder zeeniveau zijn dat niet, zoals Rijnenburg nabij Utrecht.”
In tegenstelling tot het CDA, dat vaak inzet op samenwerking met maatschappelijke organisaties en zorg dichtbij, wil PvdD de marktwerking in de zorg volledig terugdringen en zorg regionaal en toegankelijk houden, met extra aandacht voor kwetsbare groepen.
“De zorg is geen markt, maar een basisvoorziening.”
“Zorgverzekeraars verliezen hun sturende rol. Tot het zorgfonds volledig is ingevoerd, beperken we hun invloed op zorginkoop, selectie en controle.”
“Iedereen in Nederland heeft recht op zorg, ongeacht gender, etnische afkomst of verblijfstatus. Een beschaafde samenleving zorgt voor al haar inwoners.”
PvdD verwerpt tijdelijke, snelle bouwoplossingen en pleit voor structurele, kwalitatieve volkshuisvesting als basis voor brede welvaart. Dit contrasteert met het CDA, dat vaak inzet op versnelling van woningbouw en het stimuleren van het eigen huisbezit.
“De geschiedenis laat zien dat tijdelijke maatregelen – zoals versnelde bouw zonder kwaliteitsborging of integrale visie – woningtekorten niet structureel verhelpen. Een gedegen en goed functionerende volkshuisvesting is essentieel bij het streven naar brede welvaart voor Nederland.”
Waar het CDA traditioneel inzet op onderwijsvrijheid en de rol van het gezin, legt PvdD de nadruk op gelijke kansen, inclusiviteit en het bestrijden van structurele ongelijkheid in het onderwijs.
“De Partij voor de Dieren staat voor een onderwijssector met voldoende en tevreden leerkrachten, gelijke kansen voor alle leerlingen en gezonde en duurzame huisvesting voor scholen.”
“Het wordt een belangrijk doel voor onderwijsinstellingen om deze ongelijkheid weg te nemen.”
BIJ1 kiest op de belangrijkste CDA-onderwerpen als wonen, gezin, zorg, bestaanszekerheid en democratie voor radicaal andere, sterk linkse en collectief gerichte oplossingen. Ze willen wonen volledig uit de markt halen, zorg nationaliseren, sociale zekerheid uitbreiden en democratie directer maken. Hun voorstellen zijn concreet, gericht op collectieve zeggenschap en het terugdringen van marktwerking.
BIJ1 ziet wonen als een basisrecht en wil het woningbeleid volledig onder publieke controle brengen, met nadruk op betaalbaarheid, sociale woningbouw en het tegengaan van speculatie. Dit staat haaks op het CDA, dat markt en overheid meer in balans wil houden.
“Alle huren omlaag. We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“1 miljoen sociale woningen erbij. Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels. Inclusief recht op instemmen met begrotingen en investeringen.”
BIJ1 wil de zorg volledig in publieke handen brengen, marktwerking en winstoogmerk afschaffen en zorg gratis en toegankelijk maken voor iedereen. Dit contrasteert sterk met het CDA, dat marktwerking wil beperken maar niet volledig afschaffen.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 pleit voor vergaande democratisering, met bindende burgerfora en werknemersraden met vetorecht in bedrijven. Dit gaat veel verder dan het CDA, dat inzet op representatieve democratie en maatschappelijke organisaties.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil sociale voorzieningen radicaal uitbreiden, het toeslagenstelsel vereenvoudigen en uitkeringen verhogen, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. Dit is veel ambitieuzer dan het CDA, dat inzet op bestaanszekerheid maar met behoud van prikkels tot werk.
Volt kiest op de belangrijkste CDA-onderwerpen – landbouw, natuur, bestaanszekerheid, gezin, en democratie – voor een uitgesproken groene, sociale en Europese koers. Ze willen natuur en dierenrechten wettelijk versterken, landbouw hervormen richting duurzaamheid, bestaanszekerheid garanderen via een basisinkomen, en de democratie vernieuwen met meer burgerparticipatie. Volt verschilt hiermee fundamenteel van het CDA door sterk te kiezen voor Europese samenwerking, een progressieve sociale agenda en een radicale vergroening.
Volt wil natuurgebieden en dierenrechten stevig verankeren in de wet, met nadruk op bescherming en herstel, en het opnemen van dierenwelzijn als staatsdoelstelling. Dit gaat verder dan het CDA, dat natuur en dierenwelzijn wel belangrijk vindt, maar doorgaans minder vergaande juridische stappen voorstelt.
Volt kiest voor een circulaire, natuurinclusieve landbouw en wil boeren zekerheid bieden door hun rol in natuurbeheer te belonen. Dit contrasteert met het CDA, dat inzet op een sterke landbouwsector maar minder nadruk legt op radicale verduurzaming en Europese afspraken.
“We zetten in op uitbreiding en herstel van natuurgebieden en verbinden de natuur in Nederland en in de EU. Ook verminderen we de uitstoot van stikstof, waarbij we prioriteit geven aan kwetsbare natuurgebieden.”
“Boeren krijgen weer zekerheid en een goed inkomen, gebaseerd op hun cruciale rol in voedselvoorziening, natuur- en landschapsbeheer.”
Volt stelt bestaanszekerheid centraal met een universeel basisinkomen en een nationaal schuldenpardon, wat veel verder gaat dan het CDA dat inzet op bestaanszekerheid via werk en gezinsondersteuning.
Volt wil de democratie versterken door de Tweede Kamer uit te breiden en een permanent burgerberaad op te richten, waarmee burgers directer invloed krijgen. Dit is een fundamenteel andere benadering dan het CDA, dat vooral inzet op bestuurlijke stabiliteit en representatieve democratie.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels.”
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op.”
De VVD onderscheidt zich van het CDA door sterk te focussen op economische groei, lastenverlichting voor werkenden, een kleinere overheid, en het beperken van sociale uitgaven. Waar het CDA inzet op brede sociale samenhang, rentmeesterschap en een sterke publieke sector, kiest de VVD voor minder herverdeling, meer ruimte voor de markt, en harde keuzes in zorg en sociale zekerheid. De VVD wil investeren in veiligheid en defensie, maar bezuinigen op andere overheidsuitgaven, en stelt het belang van werkenden en ondernemers centraal.
De VVD verzet zich tegen verdere nivellering en de 'Haagse herverdelingsmachine', en kiest voor lastenverlichting voor de middenklasse en werkenden. Dit contrasteert met het CDA, dat traditioneel meer inzet op solidariteit en herverdeling.
“De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat. De afgelopen tijd is de VVD begonnen met het afbouwen van de Haagse herverdelingsmachine. We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren...”
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
De VVD wil een kleinere, effectievere overheid en minder regeldruk, terwijl het CDA doorgaans meer waarde hecht aan een sterke publieke sector en overheid als hoeder van het algemeen belang.
“De VVD kiest voor een overheid die uitgaat van een sterke samenleving en alle Nederlanders gelijkwaardig behandelt. Met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
“Een kleinere, maar effectieve overheid die levert op haar kerntaken, die...”
De VVD kiest expliciet voor het beperken van uitgaven aan zorg en sociale zekerheid, en investeert juist in defensie en veiligheid. Dit is een duidelijk verschil met het CDA, dat traditioneel inzet op een sterke sociale zekerheid en zorg.
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD wil de hypotheekrenteaftrek behouden en focust op betaalbaar wonen voor werkenden, terwijl het CDA vaker inzet op brede woningbouw en sociale huur.
De SP zet zich af tegen het CDA door te pleiten voor een radicaal andere koers op thema’s als solidariteit, sociale rechtvaardigheid en het eerlijk verdelen van welvaart. Waar het CDA inzet op gemeenschapszin, gezin, en financiële degelijkheid, kiest de SP voor het versterken van de publieke sector, hogere belastingen voor kapitaal, en het bestrijden van ongelijkheid. De SP wil investeren in mensen, publieke voorzieningen en gemeenten, en stelt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.
De SP wijst het CDA-model van financiële degelijkheid en lastenverlichting voor middeninkomens af, en kiest expliciet voor het verhogen van de lasten op kapitaal en het verminderen van belastingdruk op arbeid. Dit is een fundamenteel andere visie op solidariteit en economische rechtvaardigheid dan het CDA, dat doorgaans inzet op lastenverlichting voor gezinnen en middeninkomens.
“Op dit moment komt tachtig procent van de belastinginkomsten uit arbeid en consumptie en maar twintig procent uit kapitaal. Er worden miljarden cadeau gegeven aan de rijkste individuen en grootste bedrijven, terwijl gewone mensen en het...”
“Wij doen wat nodig is en zijn zuinig op het geld van Nederland. We moeten investeren in onze mensen en economie, maar de rekening hiervan moet niet langer alleen op de schouders van de werkende klasse terechtkomen.”
In tegenstelling tot het CDA, dat vaak hamert op lokale verantwoordelijkheid en financiële discipline, wil de SP juist fors investeren in gemeenten en publieke voorzieningen. De SP stelt dat gemeenten structureel te weinig middelen krijgen en dat dit ten koste gaat van de sociale infrastructuur.
“Na de jarenlange kaalslag krijgen gemeenten weer voldoende geld om te investeren in toegankelijke voorzieningen voor alle inwoners. Er komt een einde aan de tekorten in bijvoorbeeld de jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning, onderhoud van de buurt of hulp aan mensen met schulden.”
Waar het CDA inzet op gemeenschapszin, gezin en sociale cohesie, kiest de SP voor een radicale aanpak van ongelijkheid en discriminatie, met expliciete aandacht voor klassenverschillen en het bestrijden van tweedeling.
“We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, woonplaats, beperking of wat ook.”
“Wij kiezen voor de belangen van de werkende klasse: de grote meerderheid van Nederland die hun inkomen verdient uit arbeid, uitkering of pensioen.”
De SP verwerpt het CDA-idee van begrotingsdiscipline als hoogste doel en stelt alternatieven voor de dominante economische modellen voor, waarmee ze zich duidelijk afzet tegen het technocratische en prudentiële beleid van het CDA.
“Daarom zetten wij in op alternatieven voor de neoliberale modellen van het CPB en alternatieve rekenbureaus die met een kritische blik kijken naar economische, financiële en maatschappelijke gevolgen van beleid.”