De PVV wil forse begrotingskortingen realiseren door te snijden in uitgaven die zij als ondoelmatig of niet-Nederlands beschouwen, zoals asielopvang, ontwikkelingshulp, klimaatbeleid, de NPO en subsidies aan het bedrijfsleven. Het vrijgekomen geld wil de partij inzetten voor lastenverlichting en investeringen voor Nederlanders. De kern van hun visie is: minder geld naar het buitenland en ideologische projecten, meer naar de eigen bevolking.
De PVV stelt voor om miljarden te besparen door de uitgaven aan asielopvang, opvang van Oekraïners, ontwikkelingshulp, EU-afdrachten en het ambtenarenapparaat fors te verminderen. Dit wordt gepresenteerd als directe begrotingskorting, bedoeld om de lasten voor Nederlanders te verlagen.
“We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne. Alleen al dit jaar besteden we € 6 miljard aan de asielopvang en € 3 miljard aan de opvang van Oekraïners.”
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“Verder zetten we het mes in het uitdijende ambtenarenapparaat. Het aantal rijksambtenaren is van 100.000 fte (in 2012) doorgegroeid naar 150.000. Dat kan met zoveel minder.”
De partij wil alle uitgaven aan klimaatbeleid en diverse subsidies schrappen, wat zij als verspilling zien. Dit levert volgens de PVV substantiële begrotingskortingen op die elders kunnen worden ingezet.
De PVV wil de financiering van de publieke omroep (NPO) en de expatregeling volledig stopzetten, als onderdeel van hun bredere begrotingskorting op wat zij als onnodige uitgaven zien.
De partij benadrukt dat begrotingskortingen vooral moeten leiden tot meer bestedingsruimte voor Nederlanders, in plaats van geld te besteden aan het buitenland of ideologische projecten.
“Stop met de verspilling van onze zuurverdiende belastingcenten. Stop met de export van onze miljarden. Besteed het geld in Nederland, aan de Nederlanders. Het is tenslotte úw geld!”
De VVD kiest bij begrotingskorting nadrukkelijk voor minder overheidsuitgaven in plaats van het verhogen van belastingen. Ze willen investeren in veiligheid en economische groei, maar bezuinigen op andere terreinen zoals zorg en sociale zekerheid om het huishoudboekje van de overheid op orde te houden en lastenverzwaring voor burgers en ondernemers te voorkomen.
De VVD stelt dat begrotingskorting vooral moet komen door het beperken van overheidsuitgaven, niet door hogere belastingen. Dit moet voorkomen dat de rekening bij werkenden en ondernemers terechtkomt. De partij noemt expliciet dat uitgaven niet harder mogen groeien dan de economie en dat er keuzes gemaakt moeten worden in bijvoorbeeld zorg en sociale zekerheid.
“Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf. We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
“Om het huishoudboekje van de overheid op orde te houden, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
Om ruimte te maken voor investeringen in veiligheid en economische groei, wil de VVD bezuinigen op zorg en sociale zekerheid. Dit gebeurt door het basispakket te verkleinen, meer eigen bijdragen te vragen en sociale zekerheid activerender te maken.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“De VVD wil het basispakket beperken tot de meest effectieve behandelingen, zodat de patiënt altijd toegang heeft tot de beste zorg en de zorg betaalbaar blijft.”
De VVD wil het ambtenarenapparaat verder inkrimpen als onderdeel van begrotingskorting, onder meer door minder ambtenaren en efficiëntere overheidsorganisaties.
BBB pleit voor gerichte begrotingskortingen door te bezuinigen op inefficiënt beleid, bureaucratie en overheidsapparaat, met uitzondering van essentiële diensten als zorg, onderwijs, veiligheid en wonen. De partij wil structurele apparaatskortingen, een nullijn voor rijksambtenaren en het schrappen van subsidies en uitgaven zonder maatschappelijk rendement, om zo ruimte te maken voor investeringen in brede welvaart en regionale ontwikkeling.
BBB wil structureel bezuinigen op het overheidsapparaat en andere overheidsorganisaties, behalve op uitvoerende diensten zoals politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties. Dit moet bureaucratie verminderen en leiden tot substantiële besparingen.
“BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties.”
“Door het rijk te dwingen tot herprioritering en digitalisering, verbeteren we de uitvoerbaarheid én besparen we structureel honderden miljoenen, zo niet vele miljarden euro’s. Minder regels, meer resultaat.”
Om de overheidsfinanciën op orde te brengen, stelt BBB voor om in 2028 geen loonstijgingen voor rijksambtenaren en ambtsdragers door te voeren. Dit is bedoeld als een bijdrage van het Rijk zelf aan financiële degelijkheid.
“In 2028 stellen we een nullijn in voor rijksambtenaren, inclusief ambtsdragers. Dat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen worden doorgevoerd.”
BBB wil stoppen met beleid en subsidies die geen maatschappelijk rendement opleveren. Dit geldt ook voor cultuur- en diversiteitsbeleid en andere uitgaven die niet bijdragen aan brede welvaart.
“We stellen andere prioriteiten daar waar nodig en stoppen met beleid dat geld kost als dat geen maatschappelijk rendement levert.”
“We schrappen dubbele subsidiëring en projecten die onvoldoende publiek trekken of geen maatschappelijke meerwaarde hebben.”
BBB wil de culturele basisinfrastructuur (BIS) hervormen en versoberen door subsidies te korten op grootschalige instellingen en projecten zonder maatschappelijk draagvlak, ten gunste van regionale initiatieven.
“Korting op de culturele basisinfrastructuur (BIS). BBB staat voor cultuur dichtbij mensen. In plaats van grootschalige subsidies voor een klein aantal instellingen in de Randstad, kiezen wij voor versterking van regionale initiatieven, volkscultuur en lokaal erfgoed. De culturele basisinfrastructuur (BIS) wordt hervormd en versoberd.”
Het CDA benoemt geen expliciete "begrotingskorting" als beleidsinstrument, maar pleit voor een solide, trendmatig begrotingsbeleid waarbij investeringen en uitgaven zorgvuldig worden afgewogen. Ze willen ruimte maken in de begroting voor noodzakelijke uitgaven, zoals defensie, en onderscheiden tussen investeringen en consumptieve uitgaven. Concrete voorstellen zijn het benutten van begrotingsruimte binnen Europese regels en het inzetten van investeringsbaten om de overheidsfinanciën te versterken.
Het CDA kiest voor een trendmatig begrotingsbeleid, waarbij investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en defensie worden onderscheiden van consumptieve uitgaven. Dit moet zorgen voor rust in de overheidsfinanciën en ruimte bieden voor noodzakelijke investeringen, eventueel ten laste van de staatsschuld als deze zich op termijn terugverdienen. Dit beleid adresseert het probleem van stijgende uitgaven en de noodzaak om keuzes te maken zonder generieke begrotingskortingen te benoemen.
“We houden vast aan het zogenaamde ‘trendmatig begrotingsbeleid’. Dit brengt rust in de Nederlandse overheidsfinanciën, zo laat ook onze historisch lage staatsschuld zien.”
“Daarom voegen we nadrukkelijk onderscheid toe tussen (a) investeringen in structuurversterking en toekomstig verdienvermogen, (b) herverdelende uitgaven zoals uitkeringen en subsidies en (c) uitgaven aan bestuur en rechtsstaat.”
“Zulke investeringen doen we zo nodig ten laste van de staatsschuld, omdat deze uiteindelijk de staatsschuld zullen verlagen.”
Het CDA stelt dat voor het financieren van hogere defensie-uitgaven ruimte in de begroting moet worden gemaakt, deels door een vrijheidsbijdrage van burgers en bedrijven. Dit is een concreet voorbeeld van het herprioriteren van uitgaven, zonder te spreken van generieke begrotingskortingen.
De ChristenUnie streeft naar solide overheidsfinanciën door begrotingskortingen te vermijden op essentiële uitgaven en te kiezen voor investeringen die zich terugverdienen. Ze benadrukken het belang van een beheersbaar begrotingstekort, transparantie en het niet financieren van consumptieve uitgaven met extra schuld. De partij wil begrotingsdiscipline combineren met gerichte investeringen in brede welvaart.
De ChristenUnie wil het begrotingstekort beheersbaar houden en benadrukt het belang van houdbare overheidsfinanciën. Ze kiezen ervoor om geen consumptieve uitgaven met extra schuld te financieren, maar investeren in zaken die op termijn rendement opleveren. Dit standpunt adresseert het risico van oplopende staatsschuld en het belang van financiële degelijkheid.
“De ChristenUnie onderstreept het Stabiliteits- en Groeipact, en de bijbehorende richtlijnen voor begrotingstekorten en de overheidsschuld. Liever koersen we op een lager (structureel) tekort.”
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
De partij hecht aan transparantie in het begrotingsproces en laat haar plannen doorrekenen door het CPB. Dit moet inzicht geven in de gevolgen van hun beleid voor begrotingstekort, staatsschuld en andere indicatoren, zodat kiezers en politiek goed geïnformeerd zijn over de financiële impact.
“De ChristenUnie staat voor transparante en verstandige politiek. Daarom laten we onze keuzes in kaart brengen door de onafhankelijke experts van het CPB. In deze doorrekening is gedetailleerd te zien wat de gevolgen zijn van ons programma voor zaken als de staatsschuld, belastingdruk, armoedecijfers en klimaatindicatoren.”
De ChristenUnie keert zich expliciet tegen eerdere begrotingskortingen op ontwikkelingssamenwerking en zorg, en wil deze bezuinigingen terugdraaien. Hiermee adresseren ze het probleem van onderinvestering in kwetsbare groepen en internationale solidariteit.
NSC kiest niet voor generieke begrotingskortingen, maar wil de overheidsbegroting moderniseren door ondoelmatige en verouderde regelingen te schrappen en verspilling aan te pakken. Ze geven prioriteit aan investeringen in bestaanszekerheid en een weerbare samenleving, waarbij bezuinigingen niet ten koste mogen gaan van sociale zekerheid of zorg. Transparantie, doelmatigheid en het structureel in evenwicht brengen van het begrotingssaldo staan centraal.
NSC wil begrotingskortingen realiseren door kritisch te kijken naar bestaande uitgaven en fiscale regelingen, waarbij alleen inefficiënte of verouderde regelingen worden afgeschaft of versoberd. Dit moet verspilling tegengaan zonder te snijden in essentiële voorzieningen.
“We remmen de oplopende uitgaven bij de overheid af, (2) we schrappen en versoberen ondoelmatige fiscale regelingen en (3) we benutten verantwoord de ruimte binnen de begroting.”
“Slechte financiële regels gaan op de schop. Nederland kent nog te veel (fiscale) regelingen die niet doelmatig zijn maar wel veel geld kosten. We maken keuzes op basis van de uitgevoerde doorlichtingen van fiscale regelingen, waarbij we scherp kijken naar effectiviteit en doelmatigheid...”
NSC benadrukt dat begrotingskortingen niet ten koste mogen gaan van de toegankelijkheid en solidariteit van het sociale zekerheids- en zorgstelsel. Kwetsbare groepen worden beschermd tegen bezuinigingen.
“Maar we accepteren geen bezuinigingen die de toegankelijkheid en solidariteit van het stelsel uithollen en ten koste gaan van de bestaanszekerheid van kwetsbare mensen.”
Op korte termijn geeft NSC prioriteit aan noodzakelijke investeringen, waarbij het terugdringen van het begrotingstekort minder belangrijk is zolang het binnen Europese kaders blijft. Structureel evenwicht op de lange termijn blijft het doel.
“Op korte termijn geven we prioriteit aan hoognodige investeringen, zonder dat dit ten koste gaat van de sociale zekerheid of gezondheidszorg in ons land. We geven daarom minder prioriteit aan het terugdringen van het begrotingstekort en accepteren dat het tekort in 2030 ongeveer -2,8% van de economie bedraagt.”
NSC wil begrotingskortingen baseren op systematische doorlichting van de begroting en het verbeteren van de transparantie en doelmatigheid van uitgaven, in plaats van generieke kortingen.
“Op basis van de aangenomen motie van Nieuw Sociaal Contract heeft de Tweede Kamer eerste stappen gezet voor een stelselmatige doorlichting van de begroting. Zo krijgen we beter inzicht in hoe doelmatig bestaande en nieuwe uitgaven zijn.”
De SP verwerpt begrotingskortingen als doel op zich en pleit juist voor investeringen in publieke voorzieningen, gefinancierd door hogere belastingen op grote vermogens en bedrijven. De partij stelt dat bezuinigingen en een focus op het verlagen van de staatsschuld niet de juiste weg zijn, en wil in plaats daarvan geld vrijmaken door belastingvoordelen voor de rijksten af te bouwen en verspilling bij de overheid aan te pakken. Zo wil de SP publieke uitgaven verhogen zonder de lasten bij gewone mensen te leggen.
De SP is kritisch op het idee van begrotingskortingen en bezuinigingen, en ziet investeren in mensen en publieke voorzieningen als noodzakelijk voor een gezonde samenleving en economie. De partij wijst de "neoliberale staatsschuld en bezuinigingsobsessie" af en wil juist geld vrijmaken door belastinghervormingen en het aanpakken van verspilling.
“Zonder ons over te geven aan de neoliberale staatsschuld en bezuinigingsobsessie van andere partijen.”
“Wij doen wat nodig is en zijn zuinig op het geld van Nederland. We moeten investeren in onze mensen en economie, maar de rekening hiervan moet niet langer alleen op de schouders van de werkende klasse terechtkomen.”
In plaats van te bezuinigen, wil de SP begrotingsruimte creëren door belastingvoordelen voor de rijksten en grote bedrijven af te bouwen. De opbrengsten hiervan worden ingezet voor publieke investeringen en lastenverlichting voor gewone mensen.
De SP wil verspilling bij de overheid gericht aanpakken, in plaats van generieke begrotingskortingen die publieke voorzieningen raken. Dit moet leiden tot een efficiëntere besteding van middelen zonder noodzakelijke uitgaven te schrappen.
“Daarom gaan we de sterkste schouders de zwaarste lasten laten dragen en pakken we geldverspilling bij de overheid aan.”
50PLUS pleit voor een behoedzaam begrotingsbeleid dat binnen de Europese afspraken blijft en wil substantiële begrotingskortingen realiseren door verspilling, fraude en ondoelmatigheden in overheidsuitgaven en belastingfaciliteiten aan te pakken. De partij stelt voor om minimaal 10 miljard euro aan inefficiënties op te sporen en per saldo 5 miljard te besparen op belastingfaciliteiten, met als doel het begrotingstekort te beperken zonder te snijden in sociale voorzieningen voor ouderen.
50PLUS wil substantiële begrotingskortingen realiseren door gericht te besparen op inefficiënties, fraude en verspilling binnen de overheid en het belastingstelsel. Dit moet leiden tot een structurele verlaging van het begrotingstekort, zonder dat dit ten koste gaat van de koopkracht van ouderen. De partij kiest nadrukkelijk niet voor generieke bezuinigingen, maar voor gerichte besparingen op plekken waar geld ondoelmatig wordt besteed.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
50PLUS streeft naar een begrotingsbeleid dat het tekort beperkt en zich houdt aan Europese begrotingsregels. De partij wil voorkomen dat Nederland door onverantwoord beleid in de problemen komt, en benadrukt het belang van uitgavenbeheersing en het rekening houden met de economische cyclus.
BVNL pleit voor structurele en substantiële begrotingskortingen door het fors verkleinen van het overheidsapparaat en het jaarlijks verplichten van kostenreducties bij overheidsdiensten. De partij wil dat de overheid krimpt, minder geld uitgeeft en politici en ambtenaren persoonlijk verantwoordelijk maakt voor budgetoverschrijdingen. Dit alles moet leiden tot lagere belastingen en een efficiëntere overheid.
BVNL wil dat elke overheidsdienst jaarlijks verplicht wordt tot een kostenreductie van 5%, zonder dat dit leidt tot automatische groei van ambtelijke staf of budgetten. Hiermee wil de partij structureel de overheidsuitgaven verlagen en begrotingsdiscipline afdwingen.
“Iedere overheidsdienst wordt jaarlijks verplicht tot 5% kostenreductie, zonder automatische groei van ambtelijke staf of budgetten.”
Om begrotingsdiscipline af te dwingen, stelt BVNL voor om politici, bestuurders en topambtenaren hoofdelijk aansprakelijk te maken bij structurele budgetoverschrijding of inefficiëntie. Bij overschrijding van meer dan 10% zonder parlementaire toestemming volgen zware persoonlijke consequenties.
“Politici, bestuurders en topambtenaren worden hoofdelijk aansprakelijk bij structurele budgetoverschrijding of inefficiëntie.”
“Budgetoverschrijding van meer dan 10% zonder parlementaire toestemming leidt automatisch tot: terugbetalingsplicht, ontslag uit de functie, uitsluiting van herbenoemingen en opname in een openbaar register.”
BVNL ziet kostenreductie bij de overheid als fundamenteel doel en wil dat de overheid structureel krimpt in plaats van stuurt of herverdeelt. Dit betekent een kleinere overheid en minder uitgaven als uitgangspunt voor begrotingsbeleid.
“Kostenreductie bij de overheid is een fundamenteel doel van BVNL. 'Het huishoudboekje van de overheid' geldt niet als leidraad; de overheid moet krimpen, niet sturen of herverdelen.”
FVD pleit voor een structurele begrotingskorting door de overheid jaarlijks 3% te laten krimpen en het schrappen van grote uitgavenposten zoals klimaatbeleid en immigratie. Hun visie is dat een kleinere, efficiëntere overheid en het stopzetten van kostbare projecten ruimte scheppen voor belastingverlaging en lastenverlichting voor burgers. De partij stelt dat deze koers noodzakelijk is om de welvaart te vergroten en burgers meer zeggenschap over hun eigen geld te geven.
FVD wil de omvang van de overheid structureel verkleinen door een verplichte jaarlijkse begrotingskorting van 3% op de rijksuitgaven. Dit moet leiden tot een kleinere, efficiëntere overheid die minder beslag legt op het nationaal inkomen en ruimte creëert voor belastingverlaging.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
FVD stelt dat het volledig schrappen van het klimaatbeleid en het stoppen van massale immigratie tientallen miljarden per jaar oplevert, wat direct kan worden ingezet voor lastenverlichting. Deze begrotingskorting wordt gepresenteerd als een fundamentele koerswijziging, niet als een technische herschikking van bestaande budgetten.
“Wanneer je stopt met de massale, en alsmaar voortgaande, immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten; Wanneer je stopt met de uiterst kostbare en volstrekt zinloze klimaat- en stikstofplannen... Dan hou je jaarlijks ten minste tientallen miljarden over.”
“Het opzeggen van dergelijke verdragen en het terzijde schuiven van gedane concessies voor (bijvoorbeeld) de aanleg van windturbineparken valt buiten de huidige beleidskaders - en daarom kan (of wil) het CPB de vraag niet behandelen wat het voor onze rijksuitgaven zou betekenen als we dat - ondanks alle juridische en diplomatieke omslachtigheden - tóch zouden doen.”
FVD verwerpt het idee van begrotingskorting als louter technische herschikking binnen bestaande kaders. Zij pleiten voor een visiegedreven benadering waarbij grote uitgavenposten worden geschrapt om structureel ruimte te maken in de begroting.
“Wanneer je louter in het bestaande beleidskader voor de komende vier jaar blijft hangen, kun je je nooit oriënteren op de hoofdrichting, de ‘megatrend’. En ben je dus slechts bezig de bestaande begroting te herschikken, de punten van de taart anders te verdelen - maar niet met het bakken van een veel grotere taart of een geheel andersoortig gerecht.”
GroenLinks-PvdA verwerpt het idee van korte termijn begrotingskortingen en pleit voor een trendmatig, langetermijngericht begrotingsbeleid waarbij investeringen in publieke voorzieningen en brede welvaart centraal staan. Ze willen niet bezuinigen bij tegenvallers, maar kiezen voor hervormingen en een eerlijke lastenverdeling, waarbij vooral de sterkste schouders meer bijdragen. Concrete voorstellen zijn het afbouwen van ondoelmatige belastingkortingen en het ondersteunen van duurzame investeringen, ook binnen vernieuwde Europese begrotingsregels.
GroenLinks-PvdA wijst expliciet begrotingskortingen en bezuinigingen op de korte termijn af, omdat zij geloven dat investeren in publieke voorzieningen, onderwijs en infrastructuur op de lange termijn meer oplevert. Ze kiezen voor een trendmatig begrotingsbeleid en willen financiële tegenvallers niet direct opvangen met bezuinigingen, maar met hervormingen en een verantwoord tijdpad.
“Wie denkt dat harde bezuinigingen op de korte termijn verstandig zijn, heeft het mis.”
“Bij tegenvallers hoeven we niet te bezuinigen. Bij het begrotingsbeleid kijken we vooral naar de lange termijn, niet naar het begrotingssaldo op de korte termijn.”
De partij wil het belastingstelsel vereenvoudigen door ondoelmatige belastingkortingen af te bouwen of af te schaffen, zodat de opbrengsten gebruikt kunnen worden voor lastenverlichting en investeringen. Dit raakt direct aan begrotingskortingen, omdat het structureel meer inkomsten oplevert en ruimte creëert voor investeringen zonder te hoeven bezuinigen.
“Jaarlijks deelt de Belastingdienst tientallen miljarden uit aan belastingkortingen die niet goed zijn onderbouwd. Deze belastingkortingen maken het stelsel onnodig complex en onrechtvaardig, want vooral vermogenden en grootverdieners profiteren hiervan. We gaan deze belastingkortingen sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen.”
GroenLinks-PvdA steunt het vernieuwen van Europese begrotingsregels zodat duurzame investeringen en hervormingen meer ruimte krijgen, en tijdelijke uitzonderingen op het tekort mogelijk zijn. Dit biedt ruimte om noodzakelijke investeringen te doen zonder directe begrotingskortingen.
“We zijn voorstander van de vernieuwing van de Europese begrotingsregels, waarbij meer nadruk komt te liggen op duurzame investeringen en hervormingen.”
JA21 pleit voor strikte begrotingsdiscipline en wil begrotingskortingen vooral realiseren door het versoberen of uitstellen van niet-kernuitgaven, in plaats van lastenverhogingen. Ze zijn tegen automatische lastenverhogingen bij financiële tegenvallers en willen structurele uitgaven alleen doen als er structurele dekking is. Daarnaast verzetten ze zich tegen kortingen op het Gemeentefonds voor essentiële taken zoals maatschappelijke ondersteuning.
JA21 vindt dat begrotingskortingen primair moeten plaatsvinden door het verminderen of uitstellen van niet-essentiële uitgaven, in plaats van het verhogen van belastingen. Dit moet zorgen voor begrotingsdiscipline en voorspelbaarheid voor burgers en bedrijven.
JA21 is expliciet tegen begrotingskortingen op het Gemeentefonds die de uitvoering van essentiële zorgtaken door gemeenten raken. Ze vinden dat op deze posten niet verder bezuinigd mag worden.
De SGP pleit voor strikte naleving van begrotingsregels en het beperken van de groei van overheidsuitgaven, met het oog op financiële degelijkheid en het niet belasten van toekomstige generaties met hoge schulden. Ze zijn kritisch op onnodige uitgaven en pleiten voor een kleinere, efficiëntere overheid, waarbij investeringen en uitgaven zorgvuldig worden afgewogen.
De SGP vindt het essentieel dat Nederland zich houdt aan Europese begrotingsregels, zoals de schuldnorm en tekortnorm, om financiële degelijkheid te waarborgen. Ze willen dat de groei van overheidsuitgaven wordt beperkt, vooral gezien stijgende investeringen in bijvoorbeeld Defensie, en zijn kritisch op onnodige uitgaven aan zorg, sociale zekerheid en overheid zelf. Dit alles om toekomstige generaties niet op te zadelen met hoge schulden.
“De begrotingsregels, zoals de schuldnorm van 60% van het BBP en de tekortnorm van maximaal 3% van het BBP, moeten nageleefd worden zodat het financieel beleid degelijk en houdbaar is.”
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
“Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig. Een overheid die haar grenzen kent.”
De SGP wil snoeien in het woud van regels, minder subsidies en minder overheidsbemoeienis als middel om de overheidsuitgaven te beperken. Dit draagt volgens hen bij aan een doelmatige besteding van belastinggeld en een financieel houdbaar beleid.
“betekent dit: snoeien in het woud van regels, minder subsidies en minder overheidsbemoeienis. Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig.”
BIJ1 is uitgesproken tegen begrotingskortingen op publieke voorzieningen en wil eerdere bezuinigingen terugdraaien, met name in sectoren als onderwijs en openbaar vervoer. De partij pleit voor structurele investeringen in deze sectoren, waarbij democratische controle en publieke belangen centraal staan. BIJ1 ziet begrotingskortingen als schadelijk voor de samenleving en wil deze vervangen door herverdeling en publieke investeringen.
BIJ1 verwerpt begrotingskortingen op essentiële publieke sectoren zoals onderwijs en openbaar vervoer, omdat deze volgens de partij leiden tot verslechtering van kwaliteit en toegankelijkheid. In plaats daarvan wil BIJ1 investeren in deze sectoren en eerdere bezuinigingen ongedaan maken, om zo publieke voorzieningen te versterken en sociale ongelijkheid te verminderen.
BIJ1 wil dat bewonerscommissies een bindende stem krijgen in de begrotingen en investeringen van woningcorporaties, om zo te voorkomen dat er via begrotingskortingen wordt bezuinigd op sociale huisvesting en bewonersbelangen worden geschaad. Dit moet leiden tot meer transparantie en zeggenschap voor huurders.
“Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels. Inclusief recht op instemmen met begrotingen en investeringen.”
D66 kiest ervoor om begrotingskortingen niet in te zetten op essentiële publieke voorzieningen zoals onderwijs en het sociale vangnet. In plaats daarvan wil de partij verstandig begroten door te investeren in brede welvaart en lange-termijnoplossingen, waarbij bezuinigingen op cruciale sectoren expliciet worden uitgesloten.
D66 stelt dat veiligheid en defensie belangrijk zijn, maar dat deze niet mogen leiden tot begrotingskortingen op onderwijs en het sociale vangnet. De partij wil voorkomen dat bezuinigingen op deze gebieden plaatsvinden, zelfs als er elders extra uitgaven nodig zijn.
“Veiligheid en defensie zijn cruciaal, maar mogen nooit ten koste gaan van de samenleving die we juist willen beschermen. Daarom gaat er geen euro minder naar het onderwijs en het sociale vangnet.”
D66 wil af van een begrotingsbeleid dat alleen op korte termijn naar kosten kijkt. In plaats daarvan pleit de partij voor een benadering waarbij investeringen in bijvoorbeeld het tegengaan van kansenongelijkheid en klimaatschade als waardevol worden gezien, en niet als kostenposten die om begrotingskorting vragen.
De Partij voor de Dieren (PvdD) is kritisch op begrotingskortingen die publieke voorzieningen, cultuur, media en sociale taken raken. Zij willen bezuinigingen op essentiële sectoren zoals kunst, cultuur en publieke omroep terugdraaien en gemeenten en provincies structureel beschermen tegen kortingen op hun budgetten voor bovenwettelijke taken als natuur, milieu en klimaat.
PvdD vindt dat harde bezuinigingen op kunst, cultuur en de publieke omroep de toegankelijkheid en bestaanszekerheid in gevaar brengen. Zij willen deze begrotingskortingen ongedaan maken om de sectoren te versterken en toegankelijk te houden voor iedereen.
“De harde bezuinigingen van de afgelopen decennia brengen de bestaanszekerheid en de toegankelijkheid van kunst, cultuur en erfgoed in gevaar.”
“Daarom wordt de bezuiniging op de NPO teruggedraaid.”
De partij wil dat gemeenten en provincies niet langer hoeven te bezuinigen op belangrijke bovenwettelijke taken door structurele demping van het financiële ravijn. Dit voorkomt dat lokale overheden door begrotingskortingen moeten snijden in natuur, dierenwelzijn, milieu en klimaat.
“We zorgen voor een definitieve demping van het financiële ravijn voor gemeenten en provincies zodat er lokaal niet bezuinigd hoeft te worden op bovenwettelijke taken zoals natuur, dierenwelzijn, milieu en klimaat.”
DENK wijst begrotingskortingen op sociale zekerheid, zorg en onderwijs expliciet af en kiest ervoor deze uitgaven altijd te ontzien. In plaats van bezuinigingen wil DENK tekorten primair oplossen door een doelmatigere overheid en hogere bijdragen van grote bedrijven en vermogenden. De partij benadrukt dat investeringen in publieke diensten en brede welvaart voorrang krijgen boven het strikt naleven van begrotingsdiscipline.
DENK stelt dat bij eventuele begrotingstekorten altijd eerst naar doelmatigheid binnen de overheid moet worden gekeken, waarbij sociale zekerheid, zorg en onderwijs buiten schot blijven. Hiermee wil de partij voorkomen dat kwetsbare groepen de dupe worden van bezuinigingen.
“Tot slot heeft bij optredende begrotingstekorten het altijd eerst de voorkeur om in te zetten op een doelmatigere overheid, waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
DENK pleit ervoor om, net als bij defensie, uitzonderingen op de Europese begrotingsregels toe te staan voor investeringen in publieke diensten en klimaatbeleid. Dit betekent dat begrotingsdiscipline niet mag leiden tot kortingen op essentiële maatschappelijke investeringen.
“Binnen de bestaande Europese begrotingsregels is het dan ook bespreekbaar voor ons om de staatsschuld te laten oplopen, om investeringen in onze samenleving mogelijk te maken. Nu er op defensiegebied uitzonderingen op de begrotingsregels gemaakt worden, willen wij deze uitzonderingen ook voor investeringen in bijvoorbeeld publieke diensten die de brede welvaart van de samenleving vergroten en in het klimaatbeleid.”
Volt spreekt zich niet expliciet uit over "begrotingskorting" als zelfstandig thema, maar pleit wel voor het structureel versterken van de financiële positie van gemeenten en het afschaffen van ondoelmatige fiscale regelingen om ruimte te creëren voor investeringen. Hun visie is gericht op het voorkomen van bezuinigingen op lokale overheden en het efficiënter inzetten van publieke middelen door het schrappen van verouderde of schadelijke fiscale regelingen.
Volt wil voorkomen dat gemeenten worden geconfronteerd met begrotingskortingen vanuit het Rijk. In plaats daarvan moeten gemeenten structureel voldoende middelen krijgen om hun taken uit te voeren en eigen keuzes te maken. Dit standpunt adresseert het probleem van financiële onzekerheid bij gemeenten door te pleiten voor een stabielere en ruimere financiering.
“Het Rijk stelt de gemeenten geen grote tekorten meer in het vooruitzicht, maar stelt hen juist structureel in staat om een begroting te maken waarmee ze niet alleen hun wettelijke taken kunnen uitvoeren, maar als volwaardige medeoverheid ook eigen keuzes kunnen maken.”
Volt wil fiscale regelingen die niet effectief of schadelijk zijn, afschaffen. Dit creëert ruimte in de begroting en voorkomt dat bezuinigingen (begrotingskortingen) op andere terreinen nodig zijn. Het voorstel is concreet gekoppeld aan het rapport ‘Kansen voor lagere tarieven en beter beleid’ van het Ministerie van Financiën.
“We schaffen op termijn alle ondoelmatige en ondoeltreffende fiscale regelingen af of fiscale regelingen die niet meer van deze tijd of zeer schadelijk zijn. Als eerste stap nemen we het voorstel in het rapport van het Ministerie van Financiën ‘Kansen voor lagere tarieven en beter beleid’ aan, om zo snel en verantwoord mogelijk de fiscale regelingen ter waarde van 31 miljard euro af te bouwen.”