Het CDA pleit voor een solide en verantwoord begrotingsbeleid, waarbij Europese begrotingsregels worden gevolgd en investeringen in de toekomst centraal staan. Ze willen onderscheid maken tussen verschillende soorten uitgaven, ruimte benutten binnen de regels voor bijvoorbeeld defensie, en investeringen mogelijk maken zelfs als dat tijdelijk leidt tot hogere staatsschuld, mits deze investeringen op termijn de overheidsfinanciën versterken. Het CDA benadrukt het belang van trendmatig begrotingsbeleid, prudentie en het voorkomen van het doorschuiven van schulden naar volgende generaties.
Het CDA kiest voor een trendmatig begrotingsbeleid dat rust en voorspelbaarheid biedt, met nadruk op het voorkomen van het doorschuiven van schulden naar toekomstige generaties. Ze willen zich houden aan Europese begrotingsregels, maar de ruimte daarbinnen benutten voor noodzakelijke uitgaven zoals defensie.
“We willen een daadkrachtig en solide financieel beleid, waarbij we ons houden aan de Europese begrotingsregels en de ruimte daarbinnen benutten, met name ten behoeve van uitgaven aan defensie.”
“We houden vast aan het zogenaamde ‘trendmatig begrotingsbeleid’. Dit brengt rust in de Nederlandse overheidsfinanciën, zo laat ook onze historisch lage staatsschuld zien.”
“Solide, toekomstgerichte overheidsfinanciën zijn juist daarom en juist nu essentieel. Het CDA wil verantwoord, zuinig en netjes omgaan met de overheidsfinanciën. Het is geld van ons allemaal.”
“Als we goed met onze overheidsfinanciën omgaan, voorkomen we dat we de rekening onnodig doorschuiven naar een volgende generatie. Schulden van vandaag zijn de lasten van morgen.”
Het CDA wil een duidelijk onderscheid maken tussen investeringen die het toekomstig verdienvermogen versterken en consumptieve uitgaven. Investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur mogen, indien nodig, tijdelijk ten laste van de staatsschuld komen als ze op termijn de overheidsfinanciën versterken.
“Daarom voegen we nadrukkelijk onderscheid toe tussen (a) investeringen in structuurversterking en toekomstig verdienvermogen, (b) herverdelende uitgaven zoals uitkeringen en subsidies en (c) uitgaven aan bestuur en rechtsstaat.”
“Zulke investeringen doen we zo nodig ten laste van de staatsschuld, omdat deze uiteindelijk de staatsschuld zullen verlagen. Het gaat met name om investeringen in publieke kapitaalgoederen, die groeibevorderend zijn: bijvoorbeeld in het stroomnet, in de aanleg en het onderhoud van infrastructuur of in grootschalige onderzoekfaciliteiten.”
Het CDA wil investeringen automatischer en transparanter in het begrotingsbeleid opnemen, door meevallers vooraf te bestemmen en een nieuw instrumentarium te ontwikkelen om baten van investeringen zichtbaar te maken.
“Meevallers zetten we automatischer in voor vooraf vastgestelde investeringen. Daarnaast willen we een nieuw begrotingsinstrumentarium om de baten van investeringen te ramen, zodat ook het profijt van de investering op de begroting zichtbaar wordt.”
“Zo bedden we investeringen steviger in in het begrotingsbeleid. Op de lange termijn kan dit de weg vrijmaken voor een meer investeringsvriendelijk begrotingsstelsel.”
Het CDA benadrukt het belang van realistische ambities en stabiliteit in het begrotingsbeleid, om teleurstellingen te voorkomen en voorspelbaarheid te bieden.
“Niet alles kan nu en tegelijk. Daar moeten we eerlijk over zijn en daarom zijn we realistisch in onze ambities. Juist om teleurstellingen achteraf te voorkomen.”
“Stabiliteit: we staan voor een betrouwbare overheid waarbij onze begroting rust, reinheid en regelmaat uitstraalt met voorspelbaar beleid, lastenbeeld en regelingen.”
NSC pleit voor strikte begrotingsdiscipline door het handhaven van gezonde overheidsfinanciën, het verbeteren van de betrouwbaarheid van begrotingen en het tegengaan van ondoelmatige uitgaven. Ze willen investeren in maatschappelijke opgaven, maar alleen binnen verantwoorde financiële kaders, waarbij transparantie, realistische ramingen en het afschaffen van inefficiënte regelingen centraal staan. Op korte termijn accepteren ze een tijdelijk hoger tekort voor noodzakelijke investeringen, zolang dit binnen Europese normen blijft.
NSC benadrukt het belang van degelijke, transparante en realistische overheidsfinanciën. Ze willen geen lasten doorschuiven naar toekomstige generaties en houden vast aan bestaande begrotingsregels om financiële stabiliteit te waarborgen.
NSC vindt dat begrotingen te vaak onbetrouwbaar zijn en wil het begrotingssysteem moderniseren. Ze pleiten voor meer transparantie, betere ramingen en versterking van de controle op overheidsuitgaven.
“We verbeteren het begrotingssysteem, omdat begrotingen te vaak onbetrouwbaar zijn.”
“Te vaak bleken begrotingen achteraf niet betrouwbaar, met als gevolg dat belangrijke investeringen onnodig werden uitgesteld. Daarom nemen we maatregelen voor meer transparantie, betrouwbaarheid en slagkracht in de overheidsfinanciën.”
“We voeren daarom de aanbevelingen uit onze initiatiefnota Realistisch Ramen en van de Expertgroep Realistisch Ramen uit.”
NSC wil verspilling tegengaan door ondoelmatige fiscale regelingen te schrappen en kritisch te kijken naar uitgaven, vooral bij de overheid zelf. Ze willen alleen investeren als het doelmatig en effectief is.
“We schrappen en versoberen ondoelmatige fiscale regelingen en ... benutten verantwoord de ruimte binnen de begroting.”
“Slechte financiële regels gaan op de schop. Nederland kent nog te veel (fiscale) regelingen die niet doelmatig zijn maar wel veel geld kosten.”
“Aan de uitgavenkant kijken we in de eerste plaats naar de uitdijende Rijksoverheid zelf. Het aantal ambtenaren bij departementen wordt verminderd.”
Hoewel NSC inzet op structureel evenwicht, accepteren ze op korte termijn een hoger begrotingstekort voor urgente investeringen, zolang dit binnen de Europese normen blijft.
“Het begrotingssaldo moet op de lange termijn structureel in evenwicht zijn. Op korte termijn geven we prioriteit aan hoognodige investeringen, zonder dat dit ten koste gaat van de sociale zekerheid of gezondheidszorg in ons land. We geven daarom minder prioriteit aan het terugdringen van het begrotingstekort en accepteren dat het tekort in 2030 ongeveer -2,8% van de economie bedraagt. Hiermee blijven we binnen de Europese kaders en houden we ook de overheidsschuld binnen de perken.”
NSC wil dat Nederland en andere EU-lidstaten zich strikt houden aan de Europese begrotingsnormen en is tegen gezamenlijke schulden of eurobonds.
“Verder pleiten we voor herstel en handhaving van de Europese normen voor gezonde overheidsfinanciën (dat wil zeggen een maximaal begrotingstekort van 3% en een maximale staatsschuld van 60%). Als landen zich daar niet aan houden moeten daar consequenties aan verbonden worden zoals het achterhouden van EU-gelden.”
BBB pleit voor een solide en verantwoord begrotingsbeleid dat investeringen in brede welvaart mogelijk maakt, maar met strikte begrotingsdiscipline en zonder onnodige uitgaven. De partij wil bezuinigen op inefficiënt beleid, zich houden aan Europese begrotingsnormen zonder soevereiniteit op te geven, en streng toezicht op zowel nationale als Europese uitgaven. BBB verwerpt gezamenlijke schulden en overdrachten binnen de EU en kiest voor transparantie en degelijkheid in financieel beleid.
BBB wil begrotingsdiscipline bereiken door kritisch te kijken naar bestaande uitgaven en alleen te investeren waar maatschappelijk rendement wordt behaald. Inefficiënt beleid en overbodige uitvoeringskosten worden geschrapt om ruimte te maken voor noodzakelijke investeringen.
“Te bezuinigen op inefficiënt beleid en uitgaven die geen sociaal rendement opleveren. Te bezuinigen op uitvoeringskosten buiten wonen, veiligheid, zorg en onderwijs.”
“We willen niet dat Nederland kapot bezuinigd wordt, we stellen andere prioriteiten daar waar nodig en stoppen met beleid dat geld kost als dat geen maatschappelijk rendement levert.”
BBB onderschrijft het belang van Europese begrotingsdiscipline, maar wil dat Nederland zelfstandig bepaalt hoe het aan de normen voldoet. De partij verwerpt het idee van een transferunie en gezamenlijke schulden, om te voorkomen dat Nederland opdraait voor de schulden van andere landen.
“BBB houdt zich aan de Europese begrotingsnormen, maar Nederland bepaalt wat ons betreft zelfstandig het pad daarbinnen. We verwerpen het idee van een transferunie, waarmee geldstromen en andere middelen worden overgedragen van de ene naar de andere lidstaat.”
“BBB wil geen giften, gemeenschappelijke schulden, Eurobonds en Europese belastingen om uitgaven mee te financieren zoals voor klimaat of Defensie. BBB wil namelijk niet dat toekomstige generaties opdraaien voor de schulden van landen die het niet zo nauw nemen met hun boekhoudregels en die gewend zijn geraakt om via Brussel de hand op te houden voor ons belastinggeld.”
BBB wil dat Nederland minder geld naar de EU stuurt en eist streng toezicht en transparantie bij Europese uitgaven. De partij pleit voor het voortzetten van de afbouw van EU-bijdragen en het handhaven van kortingen, en is tegen het samenvoegen van fondsen en blanco cheques voor EU-fondsen.
“BBB wil dat Nederland minder geld naar de EU stuurt en eist streng toezicht op Europese uitgaven. Eerst orde op zaken stellen in Brussel, dan pas praten over uitbreiding en verdere integratie. De EU moet zelf het goede voorbeeld geven door te snijden in de eigen organisatie om kosten te besparen. Budgetdiscipline en transparantie bij EUuitgaven zijn voor BBB cruciaal.”
“Hand op de knip. Afbouw van bijdragen aan de EU moet worden voortgezet. Het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 20272032 mag niet boven het huidige plafond uitkomen en de korting voor Nederland op de afdracht van 1,9 miljard euro moet worden gehandhaafd en geïndexeerd.”
“Geen blanco cheque. Het oordeel van de Europese Rekenkamer over de wantoestanden bij de besteding van honderden miljarden euro uit het Corona Herstelfonds toont aan dat er zuiniger en verantwoordelijker met ons belastinggeld moet worden omgegaan. BBB wil niet meer van dit soort fondsen.”
BBB ziet begrotingsdiscipline als onderdeel van een bredere visie waarin financieel beleid ten dienste staat van maatschappelijke meerwaarde en bestaanszekerheid, niet van boekhoudkundige efficiëntie alleen.
“De financiële koers van Nederland moet weer gericht zijn op brede welvaart en op welzijn, niet op spreadsheet-efficiëntie alleen. BBB wil een overheid die haar burgers vertrouwt in plaats van alleen controleert.”
“Financieel beleid is in onze visie geen doel op zich, maar een middel om mensen kansen en zekerheid te geven, overal in Nederland.”
De Partij voor de Dieren kiest expliciet niet voor traditionele begrotingsdiscipline gericht op economische groei of bezuinigingen, maar stelt brede welvaart, ecologie en sociale rechtvaardigheid centraal in het financieel beleid. Ze willen af van het BBP als leidraad, stoppen met bezuinigingen op publieke voorzieningen, en investeren juist in armoedebestrijding, klimaat en welzijn, ook als dat meer overheidsuitgaven vraagt. De partij pleit voor een structurele herziening van het belastingstelsel en overheidsfinanciën, waarbij duurzaamheid en solidariteit leidend zijn.
De PvdD verwerpt het idee dat begrotingsdiscipline gelijkstaat aan bezuinigen of sturen op economische groei. In plaats daarvan willen ze brede welvaart en welzijn centraal stellen, ook als dat betekent dat de overheid meer uitgeeft aan publieke taken en investeringen in de toekomst. Dit is een fundamentele koerswijziging ten opzichte van het dominante begrotingsbeleid.
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
“We zorgen voor een definitieve demping van het financiële ravijn voor gemeenten en provincies zodat er lokaal niet bezuinigd hoeft te worden op bovenwettelijke taken zoals natuur, dierenwelzijn, milieu en klimaat.”
De partij is uitgesproken tegen bezuinigingen op essentiële publieke sectoren zoals zorg, cultuur, rechtspraak en ontwikkelingssamenwerking. Zij vinden dat begrotingsdiscipline niet mag leiden tot het ondermijnen van bestaanszekerheid of publieke dienstverlening.
“De harde bezuinigingen van de afgelopen decennia brengen de bestaanszekerheid en de toegankelijkheid van kunst, cultuur en erfgoed in gevaar.”
“Bezuinigingen op politie en justitie hebben geleid tot een tekort aan agenten, overbelasting bij rechters en officieren van justitie, en een beperkte toegang tot het recht.”
“De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking worden per direct teruggedraaid.”
De PvdD pleit voor structurele, langetermijninvesteringen in publieke sectoren en armoedebestrijding, in plaats van tijdelijke of incidentele subsidies. Dit betekent een andere invulling van begrotingsdiscipline: stabiliteit en zekerheid boven kortetermijnbezuinigingen.
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies.”
“We investeren in armoedepreventie in plaats van symptoombestrijding.”
In plaats van bezuinigen wil de PvdD de overheidsfinanciën gezond houden door het belastingstelsel te hervormen: meer lasten op vervuiling en grote vermogens, minder op arbeid. Zo willen ze ruimte creëren voor publieke investeringen zonder klassieke begrotingsdiscipline.
BVNL pleit voor strikte begrotingsdiscipline door structurele kostenreductie bij de overheid, het verplichten van financiële dekking voor nieuw beleid en het persoonlijk aansprakelijk stellen van bestuurders bij budgetoverschrijdingen. De partij wil een kleinere overheid, minder bureaucratie en stelt harde eisen aan transparantie en parlementaire controle op uitgaven. Belangrijkste voorstellen zijn jaarlijkse kostenreducties, het afschaffen van fondsen buiten de Rijksbegroting, en sancties bij overschrijding van budgetten.
BVNL wil de overheidsuitgaven structureel verlagen door elk jaar een verplichte kostenreductie en het drastisch verkleinen van het ambtenarenapparaat. Dit moet verspilling tegengaan en de begrotingsdiscipline versterken.
“Iedere overheidsdienst wordt jaarlijks verplicht tot 5% kostenreductie, zonder automatische groei van ambtelijke staf of budgetten.”
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Het overheidsapparaat wordt gesaneerd en 30% van de Rijksambtenaren moet zo spoedig mogelijk afvloeien. Er komt een onmiddellijke aannamestop.”
BVNL wil dat nieuw beleid alleen wordt ingevoerd als er volledige financiële dekking is en dat alle uitgaven via de Rijksbegroting lopen, onder toezicht van het parlement. Dit voorkomt ongedekte uitgaven en waarborgt begrotingsdiscipline.
“Er wordt een einde gemaakt aan het gebruik van fondsen, zoals het stikstoffonds en het klimaatfonds. Alle bedragen moeten via de Rijksbegroting lopen en onderworpen zijn aan parlementaire controle. Zonder deugdelijke financiële dekking wordt er geen beleid gemaakt.”
Om begrotingsdiscipline af te dwingen, stelt BVNL politici, bestuurders en topambtenaren persoonlijk aansprakelijk bij structurele budgetoverschrijdingen of inefficiëntie. Bij forse overschrijdingen volgen zware sancties.
“Politici, bestuurders en topambtenaren worden hoofdelijk aansprakelijk bij structurele budgetoverschrijding of inefficiëntie.”
“Budgetoverschrijding van meer dan 10% zonder parlementaire toestemming leidt automatisch tot: terugbetalingsplicht, ontslag uit de functie, uitsluiting van herbenoemingen en opname in een openbaar register.”
BVNL ziet kostenreductie als een fundamenteel doel van de overheid en verwerpt het idee dat de overheid moet sturen of herverdelen. Dit onderstreept hun visie op strikte begrotingsdiscipline.
“Kostenreductie bij de overheid is een fundamenteel doel van BVNL. 'Het huishoudboekje van de overheid' geldt niet als leidraad; de overheid moet krimpen, niet sturen of herverdelen.”
D66 wil begrotingsdiscipline waarborgen door binnen de Europese begrotingsruimte te blijven en verantwoord te investeren in de toekomst. Ze pleiten voor een begrotingssystematiek die niet alleen naar kosten kijkt, maar ook naar maatschappelijke baten en lange-termijneffecten, met speciale aandacht voor het voorkomen van oplopende staatsschuld en het maken van duidelijke keuzes in uitgaven. Hun kernvisie is dat begrotingsdiscipline samengaat met investeren in brede welvaart en het toekomstbestendig maken van Nederland.
D66 benadrukt dat hun plannen binnen de door Europa gestelde begrotingsruimte blijven, waarmee ze verantwoord investeren en voorkomen dat de staatsschuld uit de hand loopt. Dit is hun expliciete invulling van begrotingsdiscipline: niet meer uitgeven dan verantwoord is volgens Europese normen, ondanks grote investeringsbehoeften.
“De plannen van D66 blijven binnen de door Europa gestelde begrotingsruimte, zodat Nederland verantwoord investeert in de toekomst.”
“We staan in Nederland voor een grote budgettaire opgave. Als we niets doen, loopt de staatsschuld op. Onze kinderen en kleinkinderen moeten dat betalen.”
D66 wil af van een begrotingssystematiek die alleen naar directe kosten kijkt. Ze willen dat de begroting ook maatschappelijke baten en lange-termijneffecten meeneemt, zodat investeringen in bijvoorbeeld het oplossen van kansenongelijkheid of het voorkomen van klimaatschade als waardevol worden erkend. Dit moet leiden tot verstandigere keuzes en een toekomstbestendige begrotingsdiscipline.
“D66 verandert dit, door te begroten voor de brede welvaart. Hierin wegen ook de lange-termijn-effecten van beleid mee in de begroting.”
“We gaan anders begroten: op basis van de maatschappelijke kosten en baten van beleid, zodat we verstandig investeren in de toekomst van Nederland.”
“Het voorkomen van klimaatschade maken we ook zichtbaar als vermeden kosten.”
D66 erkent dat begrotingsdiscipline ook betekent dat niet alles kan: ze willen de stijging van de zorgkosten beperken en duidelijke keuzes maken in waar wel en niet in geïnvesteerd wordt. Dit is nodig om de begroting houdbaar te houden en ruimte te maken voor investeringen in bijvoorbeeld klimaat, onderwijs en defensie.
De SP verwerpt traditionele begrotingsdiscipline die gericht is op bezuinigingen en het beperken van de staatsschuld, en pleit in plaats daarvan voor investeren in mensen en publieke voorzieningen, zolang de uitgaven eerlijk worden verdeeld en verspilling wordt tegengegaan. Ze willen belastinggeld efficiënter inzetten, geldverspilling en onnodige subsidies aan grote bedrijven stoppen, en benadrukken dat alle plannen financieel zijn gedekt, maar erkennen dat niet alles tegelijk kan. De SP stelt dat investeren nu grotere kosten in de toekomst voorkomt en dat een eerlijke verdeling van lasten en opbrengsten centraal moet staan.
De SP vindt dat begrotingsdiscipline niet moet betekenen dat er bezuinigd wordt op essentiële voorzieningen, maar dat investeren in mensen en publieke sector op termijn juist geld oplevert en grotere kosten voorkomt. Ze keren zich tegen de "neoliberale staatsschuld en bezuinigingsobsessie" en willen dat uitgaven bijdragen aan een sterkere economie en samenleving.
“Zonder ons over te geven aan de neoliberale staatsschuld en bezuinigingsobsessie van andere partijen. Een eerlijke verdeling van de lasten is goed voor ons allemaal.”
“Wij doen wat nodig is en zijn zuinig op het geld van Nederland. We moeten investeren in onze mensen en economie, maar de rekening hiervan moet niet langer alleen op de schouders van de werkende klasse terechtkomen.”
“Het aanpakken en voorkomen van problemen nú, voorkomt grotere kosten in de toekomst. Investeren in mensen en middelen nú, zorgt voor een sterkere economie.”
De SP wil begrotingsdiscipline bereiken door verspilling van belastinggeld te stoppen, vooral door het schrappen van subsidies en belastingvoordelen voor grote bedrijven en miljonairs, en door overheidsbeleid te stroomlijnen zodat elke euro bijdraagt aan verbetering.
“Stop de verspilling van belastinggeld. Er worden tientallen miljarden belastinggeld uitgegeven aan subsidies en belastingvoordelen die gaan naar grote en vervuilende bedrijven en miljonairs en miljardairs. Dat vergroot de ongelijkheid en doet uitgaven aan klimaatverbetering weer teniet. Door overheidsbeleid te stroomlijnen zorgen we dat elke uitgegeven euro zorgt voor verbetering in plaats van afbraak.”
“Wij lossen de problemen op in plaats van ze door te schuiven, zodat we niet steeds opnieuw met dezelfde dure problemen worden geconfronteerd.”
De SP benadrukt dat hun plannen financieel zijn doorgerekend en gedekt, maar erkent dat niet alles tegelijk kan vanwege beperkte uitvoeringscapaciteit en politieke realiteit. Ze stellen dat keuzes noodzakelijk zijn en dat prioriteit wordt gegeven aan plannen die het meeste bijdragen aan een beter Nederland.
“De plannen in dit programma kunnen allemaal en zijn hard nodig voor een beter Nederland. Veel van deze plannen hebben we uitgewerkt en voor elk plan voor vooruitgang hebben wij een financiële dekking. Toch moet de kanttekening gezet worden dat Nederland een beperkt aantal mensen heeft om deze plannen uit te werken in wetten en uit te voeren in de praktijk.”
“Alles kan, maar niet alles tegelijk.”
De VVD pleit voor strikte begrotingsdiscipline, zowel nationaal als binnen de EU, om te voorkomen dat schulden worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Ze willen overheidsuitgaven beperken, trendmatig begroten volgens de Zalm-norm, en eisen dat ook andere EU-landen hun schulden afbouwen. De VVD kiest expliciet voor minder uitgaven in plaats van hogere belastingen, met prioriteit voor investeringen in veiligheid en defensie.
De VVD wil dat de overheid zich houdt aan strikte begrotingsregels, waarbij uitgaven niet harder mogen groeien dan de economie en de begroting trendmatig wordt opgesteld. Dit moet voorkomen dat toekomstige generaties worden opgezadeld met schulden en dat de rekening bij werkenden en ondernemers terechtkomt.
“We begroten trendmatig en houden ons aan de Zalm-norm (scheiden van inkomsten en uitgaven). De overheid moet zich houden aan de Europese begrotingsregels en -normen en het begrotingstekort beheersbaar maken, zodat de rekening niet wordt doorgeschoven naar volgende generaties.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
“Om het huishoudboekje van de overheid op orde te houden, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
De VVD vindt dat niet alleen Nederland, maar ook andere EU-lidstaten hun schulden moeten afbouwen en zich aan begrotingsdiscipline moeten houden. De Europese Commissie moet sneller optreden tegen landen die de afspraken niet nakomen.
“Zij moeten hoge schulden afbouwen en terugkeren naar begrotingsdiscipline. De Europese Commissie moet sneller optreden tegen lidstaten die de afspraken niet nakomen.”
“We blijven inzetten op een gezond en prudent macro-economisch beleid door alle EU-lidstaten binnen de EU. We willen dat alle lidstaten werk maken van het afbouwen van hoge schulden en terugkeren naar begrotingsdiscipline. De Europese Commissie treedt daarbij sneller op tegen lidstaten die begrotingsafspraken niet nakomen.”
De VVD kiest ervoor om noodzakelijke investeringen, zoals in defensie, te financieren door op andere terreinen minder uit te geven in plaats van de belastingen te verhogen.
“Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
Volt pleit voor een toekomstgerichte begrotingsdiscipline waarbij langetermijneffecten, transparantie en structurele financiële dekking centraal staan. Ze willen onder andere een generatietoets, een apart hoofdstuk over de rechtsstaat in de rijksbegroting, en structurele financiering voor gemeenten en Europese samenwerking. Hun visie is dat begrotingsdiscipline niet alleen draait om bezuinigen, maar vooral om eerlijkheid, duurzaamheid en het voorkomen van financiële druk op toekomstige generaties.
Volt wil dat begrotingsdiscipline zich richt op de gevolgen van beleid op de lange termijn, zodat toekomstige generaties niet worden opgezadeld met onverantwoorde financiële keuzes. Door een generatietoets en een Toekomstbrief verplicht te stellen, wordt de regering gedwongen transparant te zijn over de financiële consequenties van beleid op de lange termijn.
“De Toekomstbrief wordt een vast onderdeel van de Voorjaarsnota en de Miljoenennota. Deze brief geeft de (financiële) consequenties weer van de: gevolgen van de huidige langetermijnbeslissingen; kosten voor een goede kwaliteit van leven voor toekomstige generaties; keuzeruimte en de eventuele wijzigingen aan de Voorjaarsnota en de Miljoenennota.”
“We verstevigen de generatietoets door er een verplichte verantwoording aan toe te voegen. De generatietoets toetst de langetermijneffecten van beleid, zodat we weten wat de gevolgen zijn over tien, twintig en dertig jaar.”
Volt wil voorkomen dat investeringen in de rechtsstaat worden opgeofferd bij politieke uitruil. Door een apart hoofdstuk over de rechtsstaat in de rijksbegroting en een wettelijk minimumpercentage van het bbp voor rechtspraak, wordt structurele en transparante financiering geborgd.
“We voegen een apart hoofdstuk over de rechtsstaat toe aan de rijksbegroting. Investeringen in rechtsbescherming zijn vaak structureel, langdurig en moeilijk te vangen in zichtbare resultaten. Daardoor dreigt de rechtsstaat weggestreept te worden bij politieke uitruil.”
“Daarom legt Volt wettelijk een minimumpercentage van het bruto binnenlandse product (bbp) vast voor de financiering van onafhankelijke rechtspraak.”
Volt vindt dat gemeenten structureel in staat moeten worden gesteld om hun begroting sluitend te maken, zodat zij hun wettelijke taken kunnen uitvoeren en eigen keuzes kunnen maken. Dit voorkomt dat gemeenten met tekorten worden geconfronteerd en versterkt hun rol als medeoverheid.
“We zorgen voor een stevig financieel fundament voor gemeenten. Het Rijk stelt de gemeenten geen grote tekorten meer in het vooruitzicht, maar stelt hen juist structureel in staat om een begroting te maken waarmee ze niet alleen hun wettelijke taken kunnen uitvoeren, maar als volwaardige medeoverheid ook eigen keuzes kunnen maken.”
Volt pleit voor een grotere, gezamenlijke Europese begroting met meer transparantie en controle, zodat Europese uitgaven doelmatig en toekomstbestendig zijn. Dit moet onder meer worden bereikt door een Europese minister van Financiën en pan-Europese begrotingsfondsen.
“Volt bepleit een grotere Europese begroting met meer aandacht voor gemeenschappelijke doelen en strategische uitdagingen. De Europese uitgaven worden gefinancierd door directe bijdragen van de lidstaten, Europese belastingen en heffingen en, waar nodig en zinvol, Europese schulden. Hierbij hoort een Europese minister van Financiën, die een hervorming van de Europese begroting voorbereidt met het oog op de geplande uitbreiding van de EU.”
Volt wil dat essentiële investeringen, zoals in ICT, structureel en transparant zichtbaar zijn op de rijksbegroting. Dit maakt strategische keuzes mogelijk en voorkomt versnippering van uitgaven.
“We maken de kosten en baten van essentiële investeringen op het gebied van ICT in het publieke domein beter zichtbaar voor iedereen. Deze informatie is nu verspreid over verschillende begrotingen. Door ICT-onderhoud eenvoudig en structureel zichtbaar te maken op de rijksbegroting, behandelen we ICT van de overheid minder als losse projecten. Dat maakt strategische afwegingen beter mogelijk.”
50PLUS pleit voor een behoedzaam begrotingsbeleid dat strikt binnen de Europese afspraken blijft en gericht is op het terugdringen van verspilling, fraude en ondoelmatigheden in de overheidsfinanciën. De partij wil alle overheidsuitgaven kritisch doorlichten en stelt concrete besparingsdoelen, terwijl ze tegelijkertijd benadrukt dat gepensioneerden eerlijk moeten delen in zowel meevallers als tegenvallers. Hun visie op begrotingsdiscipline draait om zuinigheid, effectiviteit en het voorkomen van lastenverschuivingen naar ouderen.
50PLUS wil het begrotingstekort beheersen binnen de grenzen van de Europese begrotingsregels en pleit voor een beleid dat rekening houdt met de economische cyclus. Dit standpunt is gericht op het voorkomen van financiële risico’s voor Nederland en het waarborgen van stabiliteit, zonder onnodige uitgaven of schulden.
De partij stelt voor om alle overheidsuitgaven grondig te onderzoeken op effectiviteit, met als doel substantiële besparingen te realiseren door het aanpakken van fraude, verspilling en inefficiënties. Dit moet leiden tot een structureel gezondere begroting zonder dat dit ten koste gaat van noodzakelijke voorzieningen.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
50PLUS vindt dat gepensioneerden eerlijk moeten delen in zowel financiële meevallers als tegenvallers van de overheid. Dit voorkomt dat deze groep onevenredig wordt belast bij financiële tegenwind, maar ook niet wordt vergeten bij meevallers.
“Gepensioneerden delen evenredig mee als er grote meevallers zijn voor de schatkist. In het geval van tegenvallers slaat een evenredig deel van het zuur neer bij gepensioneerden.”
De partij koppelt begrotingsdiscipline aan het bredere macro-economische doel van inflatiebestrijding, door te pleiten voor een zuiniger uitgavenbeleid dat de ECB helpt de inflatie onder controle te krijgen.
“Een zuiniger uitgavenbeleid om de ECB te helpen de inflatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van solide en houdbare overheidsfinanciën, waarbij investeringen vooral gericht moeten zijn op zaken die zich terugverdienen en niet op consumptieve uitgaven gefinancierd met schuld. Ze onderschrijven Europese begrotingsregels, willen transparantie via CPB-doorrekeningen, en pleiten voor een beheersbaar begrotingstekort met een voorkeur voor een lager structureel tekort.
De ChristenUnie vindt dat de overheid net als een huishouden of bedrijf verstandig met geld moet omgaan. Ze willen geen consumptieve uitgaven financieren met extra schuld, maar investeren in zaken die op termijn renderen. Dit moet zorgen voor houdbare overheidsfinanciën en het tegengaan van inflatie.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“Solide en houdbare overheidsfinancien zijn een randvoorwaarde voor de duurzame bloei van ons land.”
“Een overheid die veel consumptieve uitgaven doet in een oververhitte economie, jaagt de inflatie aan. De ChristenUnie kiest er daarom niet voor om met geleend geld onnodige financiële cadeautjes uit te delen.”
De partij wil dat alle keuzes transparant worden doorgerekend door het CPB, zodat de gevolgen voor staatsschuld, belastingdruk en andere indicatoren duidelijk zijn. Dit moet zorgen voor budgettaire degelijkheid en een breed welvaartsbegrip in het begrotingsproces.
“De ChristenUnie staat voor transparante en verstandige politiek. Daarom laten we onze keuzes in kaart brengen door de onafhankelijke experts van het CPB.”
“In deze doorrekening is gedetailleerd te zien wat de gevolgen zijn van ons programma voor zaken als de staatsschuld, belastingdruk, armoedecijfers en klimaatindicatoren.”
De ChristenUnie onderschrijft het Stabiliteits- en Groeipact en de bijbehorende Europese richtlijnen voor begrotingstekorten en overheidsschuld. Ze sturen liever op een lager structureel tekort dan strikt het maximum.
“De ChristenUnie onderstreept het Stabiliteits- en Groeipact, en de bijbehorende richtlijnen voor begrotingstekorten en de overheidsschuld. Liever koersen we op een lager (structureel) tekort.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een begrotingsbeleid gericht op de lange termijn, waarbij investeren in publieke voorzieningen, klimaat en sociale zekerheid centraal staat, zelfs als dat tijdelijk leidt tot hogere schulden. Ze verwerpen harde bezuinigingen bij tegenvallers en willen Europese begrotingsregels hervormen zodat duurzame investeringen meer ruimte krijgen. De partij financiert deze koers door hogere bijdragen van topinkomens en bedrijven, en door het afschaffen van ondoelmatige belastingkortingen.
GroenLinks-PvdA vindt dat begrotingsdiscipline niet moet betekenen dat er bij tegenvallers direct wordt bezuinigd; in plaats daarvan kiezen ze voor investeringen die Nederland op de lange termijn sterker maken. Ze willen financiële meevallers niet zomaar uitgeven, maar bij tegenvallers ook niet automatisch bezuinigen, en kiezen voor een verantwoord tijdpad voor budgettaire opgaven.
“Financiële meevallers geven we niet zomaar uit; bij tegenvallers hoeven we niet te bezuinigen. Bij het begrotingsbeleid kijken we vooral naar de lange termijn, niet naar het begrotingssaldo op de korte termijn.”
“Wie denkt dat harde bezuinigingen op de korte termijn verstandig zijn, heeft het mis. Onze verworvenheden zijn juist het beschermen waard.”
De partij accepteert dat incidentele, grote uitdagingen soms extra schuld rechtvaardigen, zolang dit verantwoord gebeurt en bijdraagt aan structurele versterking van de samenleving.
“Voor het oplossen van budgettaire opgaven kiezen we een verantwoord tijdpad, en voor eenmalige uitdagingen gebruiken we ruimte in de schuld.”
GroenLinks-PvdA wil dat Europese begrotingsregels meer ruimte bieden voor duurzame investeringen en hervormingen, en steunt het tijdelijk uitzonderen van defensie-uitgaven van het tekort.
“We zijn voorstander van de vernieuwing van de Europese begrotingsregels, waarbij meer nadruk komt te liggen op duurzame investeringen en hervormingen. De mogelijkheid om uitgaven voor defensie tijdelijk uit te zonderen van het tekort, juichen we toe en zetten we nationaal in.”
Om hun investeringsagenda te financieren, wil de partij een eerlijkere bijdrage van topinkomens, vermogenden en winstgevende bedrijven, en het afbouwen van belastingkortingen die vooral de rijksten bevoordelen.
“We maken ruimte voor de grote uitgaven door een eerlijke bijdrage te vragen aan de topinkomens, vermogenden en meest winstgevende bedrijven. Voor ons geldt altijd: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.”
“Jaarlijks deelt de Belastingdienst tientallen miljarden uit aan belastingkortingen die niet goed zijn onderbouwd. Deze belastingkortingen maken het stelsel onnodig complex en onrechtvaardig, want vooral vermogenden en grootverdieners profiteren hiervan. We gaan deze belastingkortingen sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen.”
JA21 stelt begrotingsdiscipline centraal als middel om Nederland concurrerend en welvarend te houden. Ze willen tegenvallers opvangen door niet-kernuitgaven te versoberen in plaats van belastingen te verhogen, structurele uitgaven alleen doen bij structurele dekking, en zich strikt houden aan Europese begrotingsregels. Hun prioriteiten zijn het verlagen van de collectieve lastendruk, een stabiele staatsschuld en voorspelbaar begrotingsbeleid.
JA21 vindt dat begrotingsdiscipline inhoudt dat financiële tegenvallers niet automatisch tot hogere belastingen mogen leiden. In plaats daarvan moet de overheid eerst niet-essentiële uitgaven versoberen of uitstellen. Dit voorkomt onnodige belastingverhogingen en dwingt tot scherpe keuzes in de uitgaven.
“Dat tegenvallers niet automatisch lastenverhoging betekenen. Begrotingsdiscipline staat voorop. De eerste stap is het versoberen of temporiseren van niet-kernuitgaven.”
JA21 wil dat structurele uitgaven alleen worden gedaan als daar structurele dekking tegenover staat. Tijdelijke investeringen zijn alleen toegestaan als ze duidelijk rendement of economisch nut hebben. Dit voorkomt dat incidentele meevallers worden gebruikt voor politieke wensen en waarborgt een houdbare begroting.
“Structurele uitgaven alleen bij structurele dekking. Begroten doen we op basis van gezond verstand en met een sterk besef dat je een euro maar een keer kan uitgeven. Investeringen mogen tijdelijk leiden tot extra uitgaven, maar alleen met een duidelijk rendement of economisch nut.”
JA21 benadrukt het belang van het naleven van de Europese begrotingsregels, zoals een staatsschuld onder de 60% van het bbp en een begrotingstekort onder de 3%. Dit moet zorgen voor voldoende begrotingsruimte in crisistijden en voorkomt dat Nederland opdraait voor tekorten van andere landen.
“Ons houden aan de Europese begrotingsregels. Dat betekent een houdbare staatsschuld onder de 60% van het bbp zodat er bij crises voldoende begrotingsruimte is om in te grijpen, en een begrotingstekort dat onder de 3% blijft.”
“Strikte en consequente handhaving van de begrotingsregels uit het Stabiliteits- en Groeipact.”
JA21 stelt dat meevallers niet automatisch aan nieuwe wensen mogen worden uitgegeven, maar eerst moeten worden ingezet voor lastenverlaging en het stabiliseren van de staatsschuld. Pas daarna komen investeringen in strategische voorzieningen aan bod.
“We gebruiken door meevallers vrijgekomen geld niet automatisch voor incidentele politieke wensen, maar volgen een duidelijke prioriteitenvolgorde. Onze prioriteiten liggen bij het verlagen van de lasten, een stabiele staatsschuld, en daarna investeren in strategische voorzieningen zoals defensie, infrastructuur en energie.”
JA21 wil voorspelbaarheid en stabiliteit in het begrotingsbeleid, zonder plotselinge stelselwijzigingen of terugwerkende kracht. Dit biedt helderheid aan burgers, bedrijven en investeerders en voorkomt onzekerheid.
“Stabiel en voorspelbaar begrotingsbeleid met helderheid voor burgers, bedrijven en investeerders. Geen terugwerkende kracht en geen plotselinge stelselwijzigingen. We hanteren heldere spelregels vooraf over hoe wordt omgegaan met mee- en tegenvallers.”
De PVV stelt begrotingsdiscipline centraal door fors te willen snijden in uitgaven die zij als verspilling zien, zoals asielopvang, ontwikkelingshulp, klimaatmaatregelen en bijdragen aan de EU. De partij wil deze besparingen inzetten voor lastenverlichting en investeringen in Nederlandse burgers, met als kern dat belastinggeld in Nederland moet blijven en niet aan internationale of ideologische doelen wordt besteed. Hun visie is dat begrotingsdiscipline vooral betekent: stoppen met “verspilling” en prioriteit geven aan nationale belangen.
De PVV wil begrotingsdiscipline bereiken door miljarden te besparen op asielopvang, ontwikkelingshulp, EU-afdrachten, klimaatbeleid en subsidies die zij als ondoelmatig beschouwen. Dit geld moet volgens de partij ten goede komen aan Nederlandse burgers en niet langer “verspild” worden aan internationale verplichtingen of ideologische projecten. De partij positioneert zich hiermee expliciet tegen groeiende overheidsuitgaven aan deze posten.
“We dekken onze voorstellen door elders de uitgaven te beperken. We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne. Alleen al dit jaar besteden we € 6 miljard aan de asielopvang en € 3 miljard aan de opvang van Oekraïners.”
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie. We zijn al jaren de grootste nettobetaler aan Brussel. En ze willen bij elke begroting meer en meer. Het is genoeg!”
“We schrappen alle uitgaven uit het Klimaatfonds.”
“Verder zetten we het mes in het uitdijende ambtenarenapparaat. Het aantal rijksambtenaren is van 100.000 fte (in 2012) doorgegroeid naar 150.000. Dat kan met zoveel minder. Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
“Verder stoppen we met de NPO, met de oneerlijke expatregeling en met de export van uitkeringen en toeslagen. Dat geld blijft in Nederland.”
De PVV koppelt begrotingsdiscipline direct aan het idee dat belastinggeld primair aan Nederlandse burgers besteed moet worden. Besparingen worden ingezet voor lastenverlichting, koopkrachtverbetering en investeringen in zorg en sociale zekerheid. De partij verzet zich tegen “verspilling” en benadrukt dat het geld van de Nederlanders is.
“Kortom: de PVV zet Nederlanders weer op 1. Stop met de verspilling van onze zuurverdiende belastingcenten. Stop met de export van onze miljarden. Besteed het geld in Nederland, aan de Nederlanders. Het is tenslotte úw geld!”
De SGP pleit voor strikte begrotingsdiscipline door het beperken van overheidsuitgaven, het naleven van Europese schuld- en tekortnormen, en het vermijden van lasten voor toekomstige generaties. Ze willen een kleinere, efficiënte overheid, sparen in goede jaren, en zijn tegen gezamenlijke Europese schulden. De partij kijkt kritisch naar uitgaven, vooral bij zorg en sociale zekerheid, en wil investeringen verantwoord spreiden over generaties.
De SGP vindt het essentieel dat Nederland zich houdt aan de Europese schuld- en tekortnormen (60% en 3% van het BBP) en wil in goede jaren sparen om toekomstige generaties niet op te zadelen met hoge schulden. Dit moet zorgen voor financieel degelijk en houdbaar beleid.
“De begrotingsregels, zoals de schuldnorm van 60% van het BBP en de tekortnorm van maximaal 3% van het BBP, moeten nageleefd worden zodat het financieel beleid degelijk en houdbaar is.”
“De hand moet stevig op de knip. In goede jaren wordt gespaard voor magere jaren. Het zou namelijk heel onrechtvaardig zijn om toekomstige generaties met een torenhoge schuld op te zadelen. Dat gaan we dus ook niet doen.”
De SGP wil de groei van overheidsuitgaven beperken, vooral nu defensie-uitgaven stijgen, en kijkt kritisch naar uitgaven aan zorg, sociale zekerheid en de overheid zelf. De overheid moet zich richten op kerntaken en efficiënt werken.
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
“Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig. Een overheid die haar grenzen kent.”
De SGP is fel tegen het aangaan van gezamenlijke Europese schulden (zoals eurobonds), extra opkoopprogramma’s en extra leningen in EU-verband. Belastingen moeten nationaal blijven.
“Er komen daarnaast in Europees verband geen extra opkoopprogramma’s, geen extra leningen en geen gemeenschappelijke schulden (eurobonds). Belastingen blijven een nationale aangelegenheid.”
De SGP benadrukt het belang van realistische begrotingsramingen en een sterke rol van het parlement bij het controleren van overheidsuitgaven, om begrotingsdiscipline te waarborgen.
“Het budgetrecht van de Kamer is van groot belang voor een stevige parlementaire controle op de overheidsuitgaven. Daarvoor zijn realistische ramingen van begrotingen nodig. De afgelopen jaren lagen de ramingen en uitkomsten vaak ver uit elkaar. Dat moet beter.”
DENK staat voor een verantwoord begrotingsbeleid waarbij investeringen in publieke voorzieningen en bestaanszekerheid voorop staan, zonder de lasten op onverantwoorde wijze door te schuiven naar toekomstige generaties. De partij wil binnen de Europese begrotingsregels ruimte creëren voor investeringen die de brede welvaart vergroten, en pleit voor een eerlijkere bijdrage van grote bedrijven en vermogenden om tekorten te dekken. Begrotingsdiscipline mag volgens DENK geen doel op zich zijn, maar moet in dienst staan van sociale vooruitgang.
DENK vindt dat begrotingsdiscipline belangrijk is, maar wil binnen de bestaande Europese regels ruimte zoeken om te investeren in publieke diensten en klimaat, vergelijkbaar met uitzonderingen die nu voor defensie gelden. De partij ziet begrotingsdiscipline niet als een keurslijf, maar als een kader waarbinnen sociale investeringen mogelijk moeten blijven.
“Binnen de bestaande Europese begrotingsregels is het dan ook bespreekbaar voor ons om de staatsschuld te laten oplopen, om investeringen in onze samenleving mogelijk te maken. Nu er op defensiegebied uitzonderingen op de begrotingsregels gemaakt worden, willen wij deze uitzonderingen ook voor investeringen in bijvoorbeeld publieke diensten die de brede welvaart van de samenleving vergroten en in het klimaatbeleid.”
“Wij hechten aan een stabiele financiële Unie, maar de begrotingsregels mogen vooruitgang niet belemmeren. Dat betekent dat wij het handhaven op begrotingsdiscipline steunen en tegelijkertijd met een open houding kijken naar het bieden van ruimte voor uitgaven die de brede welvaart bevorderen.”
DENK benadrukt dat maatregelen verantwoord gefinancierd moeten worden, zodat de rekening niet op een onverantwoorde manier wordt doorgeschoven naar komende generaties. Dit standpunt onderstreept het belang van intergenerationele rechtvaardigheid binnen het begrotingsbeleid.
“Wij willen onze maatregelen op een goede manier financieren. Dat betekent dat wij niet toestaan dat rekeningen op een onverantwoorde manier doorgeschoven worden naar komende generaties.”
Om begrotingstekorten te dekken en investeringen mogelijk te maken, wil DENK vooral hogere belastingen voor grote bedrijven en superrijken, en het afschaffen van belastingvoordelen die ongelijkheid vergroten. De partij kiest ervoor om sociale uitgaven te ontzien bij eventuele bezuinigingen.
“Op fiscaal gebied kan dekking worden gerealiseerd door een eerlijkere bijdrage uit de winsten van grote bedrijven en van de superrijken. Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af.”
“Tot slot heeft bij optredende begrotingstekorten het altijd eerst de voorkeur om in te zetten op een doelmatigere overheid, waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
FVD verwerpt de traditionele begrotingsdiscipline zoals gehanteerd door het CPB en pleit voor een fundamentele heroriëntatie van de overheidsfinanciën, gericht op het fors verkleinen van de overheid en het schrappen van grote uitgavenposten zoals klimaatbeleid en immigratie. Hun belangrijkste concrete voorstellen zijn een jaarlijkse krimp van de rijksuitgaven met 3%, het niet langer laten doorrekenen van hun programma door het CPB, en het herinvesteren van besparingen in lastenverlichting en klassieke publieke taken.
FVD wil begrotingsdiscipline afdwingen door de overheid structureel te verkleinen: de rijksuitgaven moeten elk jaar verplicht met 3% omlaag. Dit moet leiden tot een kleinere, efficiëntere overheid en ruimte voor belastingverlaging.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
FVD stelt dat begrotingsdiscipline vooral bereikt wordt door te stoppen met wat zij zien als ‘grote projecten’ die miljarden kosten, zoals klimaatbeleid en massale immigratie. De besparingen die dit oplevert, willen ze teruggeven aan burgers via lastenverlichting en investeringen in klassieke publieke taken.
“Wanneer je stopt met de massale, en alsmaar voortgaande, immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten; Wanneer je stopt met de uiterst kostbare en volstrekt zinloze klimaat- en stikstofplannen... Dan hou je jaarlijks ten minste tientallen miljarden over.”
“Wij willen stoppen het geld dat Nederlanders verdienen daaraan uit te geven. Wij kiezen ervoor, te investeren in gewone, ouderwetse publieke taken: veiligheid, woningbouw, infrastructuur, onderwijs, zorg en voorzieningen voor de oude dag. En ook dat met mate. Want we willen belastingverlaging en verkleining van de overheid.”
FVD verwerpt de CPB-doorrekening als leidraad voor begrotingsdiscipline, omdat deze volgens hen alleen binnen bestaande beleidskaders rekent en geen ruimte laat voor fundamentele koerswijzigingen. Ze vinden dat begrotingsdiscipline niet moet worden verengd tot technische kwartaalbegrotingen, maar moet voortkomen uit politieke keuzes over de hoofdrichting van het land.
“Het is een vorm van huishoudkunde die nuttig kan zijn wanneer je de kwartaalbegroting opstelt - maar die we niet moeten verwarren met de visie, de hoofdrichting die we als land op willen.”
“Zodoende hebben we ervoor gekozen ons programma niet aan het CPB voor te leggen. De uitkomst van hun ‘doorrekening’ zou immers volstrekt betekenisloos zijn en vermoedelijk vooral verwarring zaaien omdat de hoofdrichting erdoor uit het zicht verdwijnt.”
BIJ1 verwerpt traditionele begrotingsdiscipline als doel op zich en kiest voor een beleid waarin sociale rechten, publieke investeringen en democratische zeggenschap voorop staan, zelfs als dat ten koste gaat van strikte financiële kaders. Ze willen begrotingen democratiseren, subsidies herverdelen naar sociale doelen, en publieke middelen inzetten voor structurele verbeteringen, waarbij financiële discipline ondergeschikt is aan sociale rechtvaardigheid en collectieve behoeften.
BIJ1 wil dat bewoners en werknemers directe zeggenschap krijgen over begrotingen en investeringen, vooral in de publieke sector en woningcorporaties. Dit betekent dat begrotingsdiscipline niet langer een technocratische top-down aangelegenheid is, maar onder democratische controle komt te staan, zodat publieke middelen worden ingezet voor sociale doelen in plaats van bezuinigingen of winstmaximalisatie.
“Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels. Inclusief recht op instemmen met begrotingen en investeringen.”
BIJ1 wil subsidies en publieke middelen herverdelen door steun aan welgestelden af te schaffen en deze middelen te investeren in sociale woningbouw en collectieve voorzieningen. Dit impliceert een afwijzing van begrotingsdiscipline als rechtvaardiging voor bezuinigingen op sociale uitgaven.
“Onze staat geeft geen subsidies aan de rijken, maar geeft de mensen een thuis.”
“Op termijn komt daardoor elk jaar ruim € 10 miljard vrij. Die miljarden gaan naar sociale woningbouw op grote schaal, coöperatieve woonvormen, en bestaande huurwoningen circulair renoveren en verduurzamen.”
BIJ1 ziet het versimpelen van bureaucratische procedures als een manier om geld te besparen, in plaats van te bezuinigen op sociale voorzieningen. Dit is een alternatieve invulling van begrotingsdiscipline: niet door te snijden in uitgaven, maar door efficiënter te werken.
“En door onnodige trage en ingewikkelde procedures voor toeslagen te bestrijden, besparen we veel geld.”