GroenLinks-PvdA stelt dat bedrijven die vervuilen eerlijk moeten meebetalen aan de kosten van de duurzaamheidstransitie en dat de gezondheid van mensen boven bedrijfswinsten gaat. Ze willen vervuilende bedrijven strenger belasten, fossiele subsidies afbouwen, strengere milieunormen invoeren en bedrijven die niet verduurzamen aanpakken, terwijl bedrijven die bijdragen aan een schone economie worden ondersteund.
GroenLinks-PvdA vindt dat grote vervuilende bedrijven eerlijk moeten bijdragen aan de kosten van verduurzaming en dat het principe ‘de vervuiler betaalt’ centraal moet staan. Ze willen vervuilers zwaarder belasten, fossiele subsidies afbouwen en overtreders strenger bestraffen, omdat nu te vaak de maatschappelijke kosten bij anderen terechtkomen.
“Grote vervuilende bedrijven gaan eerlijk belasting betalen over vervuilende uitstoot. Fossiele subsidies bouwen we af.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
“Milieuovertreders komen nu te vaak onbestraft weg. Daarom investeren we in een beter systeem van toezicht, metingen en handhaving... Op milieuovertredingen komen hogere straffen te staan.”
“Fossiele vervuilers ontvangen nu tientallen miljarden aan subsidies voor hun vervuilende activiteiten. Deze fossiele subsidies zetten duurzame bedrijven op achterstand en houden de fossiele economie in stand. We bouwen fossiele subsidies af, zoveel mogelijk in Europees verband.”
De partij wil strengere milieunormen en verbod op het lozen van giftige stoffen door bedrijven, met specifieke aandacht voor PFAS, landbouwgif en microplastics. Dit moet de volksgezondheid beschermen en de vervuiling door bedrijven terugdringen.
“We verbieden het lozen van gif en er komen strengere normen voor luchtvervuiling, microplastics en pesticiden.”
“Er komt een verbod op de kankerverwekkende stof PFAS en op het gebruik van landbouwgif.”
“Voor bedrijven scherpen we de regels voor de lozing van giftige stoffen aan en verbieden niet-toetsbare stoffen.”
“PFAS bedreigen onze voedselveiligheid en onze drinkwatervoorzieningen. Daarom komt er een lozingsverbod voor PFAS en een verbod op niet-essentiële producten die PFAS bevatten.”
GroenLinks-PvdA wil alleen bedrijven ondersteunen die passen in een schone, eerlijke economie en daadwerkelijk verduurzamen. Bedrijven die niet meewerken aan klimaatdoelen krijgen geen steun en kunnen sancties verwachten.
“Wij kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland... Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst.”
“We helpen bedrijven die willen verduurzamen financieel, maar onder strenge voorwaarden. Zoals een geloofwaardig pad naar klimaatneutraliteit... als bedrijven zich niet houden aan afspraken wordt terugbetaling geëist.”
“We blijven niet eindeloos in gesprek met partijen die niet in de meewerkstand staan. Er komt een deadline voor het opstellen van een klimaatplan.”
De partij wil bedrijven verplichten tot circulair produceren, het gebruik van gerecyclede grondstoffen en het verbieden van het verbranden of vernietigen van recyclebare materialen. Dit moet verspilling en vervuiling door bedrijven tegengaan.
“Nederlandse bedrijven en producten die in Nederland worden verkocht zijn volledig circulair in 2050. De overheid helpt circulaire koplopers, onder andere door achterblijvers te beprijzen.”
“Het verbranden van recyclebare materialen en het vernietigen van nog bruikbare onverkochte goederen verbieden we.”
“Fabrikanten en importeurs [worden verplicht] om een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken in nieuwe producten.”
GroenLinks-PvdA wil een einde maken aan de industriële veehouderij en het aantal landbouwdieren terugbrengen, vooral in sectoren die vooral voor export produceren, om de vervuiling door deze bedrijven te verminderen.
De Partij voor de Dieren stelt de gezondheid van mens, dier en natuur centraal en wil bedrijven stevig verantwoordelijk houden voor hun vervuiling. Ze pleiten voor strenge handhaving, het principe ‘de vervuiler betaalt’, bindende regels in plaats van vrijblijvende afspraken, en het stopzetten van subsidies aan vervuilende bedrijven. Grote vervuilers worden aangepakt met strengere vergunningen, transparantie, hogere boetes, en wettelijke zorg- en klimaatplichten.
De PvdD wil dat bedrijven niet langer schadelijke stoffen mogen lozen of uitstoten, met snelle intrekking van bestaande vergunningen en geen nieuwe vergunningen meer. Strenge controle en handhaving zijn leidend, met het voorzorgsprincipe als basis.
“Bedrijven mogen niet langer milieuvreemde stoffen in het water lozen of in de lucht uitstoten. Er worden geen nieuwe lozingsvergunningen uitgegeven en bestaande lozingsvergunningen worden zo snel mogelijk ingetrokken.”
“Er wordt direct opgetreden en streng gehandhaafd tegen de ziekmakende vervuiling door bedrijven zoals Tata Steel en Chemours, om een nog grotere ramp voor de omwonenden, natuur en milieu te voorkomen.”
Bedrijven moeten financieel opdraaien voor hun vervuiling, via hogere boetes, het betalen voor afval, controles, en progressieve belastingen op grondstoffenverbruik, water en milieuschade.
“Bedrijven gaan betalen voor het afval dat ze veroorzaken. Dit mag geen afkoop worden. De overheid neemt het voortouw en zorgt ervoor dat bedrijven flink minder afval gaan produceren en overstappen op hergebruik.”
“De boetes worden stevig verhoogd en passend gemaakt bij de omzet van de beboete bedrijven. Bij veelplegers worden vergunningen sneller ingetrokken.”
“We verschuiven de belastingdruk: minder op arbeid, meer op grondstoffenverbruik en vervuiling. Zo wordt werken goedkoper en vervuilen duurder.”
“Grote bedrijven moeten meer gaan betalen voor drinkwater. De leveringsplicht voor nieuw te vestigen (niet cruciale) bedrijven vervalt.”
De partij wil geen overheidsgeld meer naar grote vervuilers en stopt onderhandelingen en subsidies voor bedrijven als Tata Steel.
“De onderhandelingen over maatwerkafspraken met één van de grootste vervuilers van Nederland, het staalbedrijf Tata Steel, worden per direct gestopt. Dat betekent geen miljardensubsidie.”
Omwonenden krijgen een structurele plek in besluitvorming over industriële vervuiling, en bedrijven moeten transparant zijn over hun uitstoot en lobbyactiviteiten.
“Er komen meer onafhankelijke, fijnmazige en actuele metingen naar uitstoot van bedrijven. Hierdoor krijgen burgers en journalisten inzicht in de gegevens over de uitstoot in hun leefomgeving. Grote vervuilers moeten een bijdrage betalen om die metingen te coördineren en te laten verrichten.”
“Omwonenden zijn de eerste slachtoffers van industriële vervuiling, maar hun stem wordt genegeerd. Er komt daarom een structurele vertegenwoordiging waarbij omwonenden als volwaardige partners worden betrokken bij vergunningprocedures en toezicht en waarbij hun input daadwerkelijk invloed heeft op besluiten.”
“We breken de macht van de ‘giftige lobby’... Daarom zetten wij in op volledige transparantie over contacten tussen bedrijven en overheden en strengere regelgeving rondom lobbyactiviteiten.”
De PvdD wil bindende wettelijke verplichtingen voor bedrijven om schade aan mens, dier en milieu te voorkomen, inclusief een klimaatplicht en IMVO-wetgeving.
“We voeren een wettelijke zorgplicht en klimaatplicht voor bedrijven in, ook voor internationale bedrijven die in Nederland actief zijn. Vrijblijvende akkoorden en convenanten worden vervangen door bindende regels en handhaving.”
“Er komt bindende Nederlandse IMVO-wetgeving, in lijn met internationale richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten van de OESO en de Verenigde Naties. De wetgeving verplicht bedrijven om schending van mensenrechten (inclusief kinderrechten), milieuvervuiling, aantasting van dierenwelzijn en biodiversiteitsverlies in hun productieketens te identificeren, te voorkomen en aan te pakken.”
De partij wil een totaalverbod op PFAS, het lozen van giftige stoffen, en het mengen van chemisch afval in brandstoffen.
“Er komt een totaalverbod op de toepassing en het gebruik van PFAS. Bedrijven mogen geen PFAS uitstoten naar de lucht of lozen in het water.”
“Het lozen van giftige stoffen door schepen wordt verboden. Dit betekent dat er zo snel mogelijk een einde komt aan het varend ontgassen, zeezwaaien... en het gebruik van open-loop scrubbers.”
“Bedrijven wordt het niet langer toegestaan om chemisch afval weg te mengen in stookolie voor de scheepvaart of autobrandstof.”
Volt wil dat bedrijven veel strenger worden aangepakt op het gebied van vervuiling: vergunningen en belastingen moeten aansluiten bij de hoogste (WHO-)normen, en de vervuiler moet daadwerkelijk betalen voor de milieuschade die hij veroorzaakt. Grote vervuilers die niet vergroenen verliezen hun vergunning, terwijl duurzame innovatie en verduurzaming bij kleinere bedrijven juist worden gestimuleerd. Volt kiest voor een stevig, uniform en Europees georiënteerd beleid waarbij bedrijven niet langer kunnen profiteren van uitzonderingen of belastingvoordelen als ze vervuilen.
Volt wil dat bedrijven alleen nog mogen opereren als ze voldoen aan de strengste (WHO-)normen voor milieuvervuiling. Vergunningen worden niet meer afgegeven als bedrijven niet aan deze eisen voldoen, en bestaande vergunningen worden strenger gehandhaafd. Dit moet een einde maken aan het voortbestaan van vervuilende industrieën ten koste van mens en natuur.
“Volt wil dat bedrijven zich houden aan de WHO-standaarden en wil dus alleen nog vergunningen uitgeven die voldoen aan de WHO-standaarden.”
“De tijd dat multinationals ten koste van mens, dier, natuur en klimaat mogen ondernemen, eindigt wat Volt betreft per direct.”
“We verplichten de meest vervuilende bedrijven uit de oude economie zich zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe strengere vergunningen. Met als uiterste middel het intrekken van de vergunningen en vervolgens stopzetten van bedrijfsactiviteiten van de onderneming.”
“Grote vervuilers moeten vergroenen. Lukt dit niet? Dan trekken we de vergunningen in.”
Volt wil dat bedrijven financieel verantwoordelijk worden voor hun vervuiling. Er komen specifieke belastingen op luchtvervuiling, broeikasgassen, schadelijke chemicaliën en het gebruik van grondstoffen. Alle uitzonderingen en belastingvoordelen voor vervuilende bedrijven worden afgeschaft, zodat de werkelijke milieukosten in de prijs worden verwerkt.
“We voeren voor de industrie een belasting in voor luchtvervuiling (NOx, fijnstof, zwaveldioxide). De hoogte van de belasting komt overeen met de omvang van de milieuschade.”
“Ons huidige belastingsysteem houdt vervuiling in stand. Dat veranderen we. We belasten vervuiling, verspilling en overmatig gebruik van grondstoffen zwaarder. De vervuiler betaalt voor de schade die hij aanricht.”
“We belasten al het gebruik van hulpbronnen. Daarom komt er een uniform vast btw-tarief voor alle goederen en diensten. Alle uitzonderingen, inclusief het 0%-tarief en lage btw-tarief, schaffen we af.”
“We schaffen de vrijstellingen en verlagingen van belasting voor grootproducenten van afvalstoffen en grootverbruikers van kolen, aardgas, leidingwater en grondwater af.”
Volt wil het gebruik en de productie van schadelijke stoffen zoals PFAS en giftige bestrijdingsmiddelen verbieden, zowel nationaal als Europees. Dit moet de ophoping van gevaarlijke stoffen in het milieu tegengaan en de volksgezondheid beschermen.
Volt erkent dat verduurzaming niet altijd direct rendeert en wil daarom ondernemers ondersteunen met subsidies, risicovrije leningen en fiscale voordelen. Kleine en middelgrote bedrijven krijgen extra hulp, terwijl grote bedrijven verplicht worden tot een klimaatplan.
“Kleine en middelgrote bedrijven krijgen steun bij verduurzamen.”
“We creëren een financieel beloningsinstrument voor ondernemers die willen verduurzamen. We communiceren duidelijke doelen en groene Key Performance Indicators, waarmee we ondernemers extra steun bij het verduurzamen bieden in de vorm van subsidies of fiscale regelingen.”
“Grote bedrijven worden verplicht om een klimaatplan op te stellen, waaruit blijkt hoe zij zo snel mogelijk klimaatneutraal willen worden.”
Volt wil dat omgevingsdiensten beter worden uitgerust om overtredingen van milieunormen te monitoren en te beboeten. Milieucriminaliteit wordt harder aangepakt om een leefbare en toekomstbestendige omgeving te garanderen.
“We willen dat Nederlandse omgevingsdiensten - in lijn met andere landen - toegerust worden om overtredingen van de vergunningsnormen met behulp van nieuwe technologie te monitoren en conform te beboeten.”
“We versterken de aanpak van milieucriminaliteit en nemen maatregelen om een toekomstbestendige en leefbare omgeving te garanderen.”
BBB kiest voor een pragmatische benadering van bedrijven en vervuiling: bedrijven moeten verduurzamen via innovatie en haalbare maatregelen, maar mogen niet worden gestraft met extra lasten of onrealistische regels. De partij verzet zich tegen nationale koppen op Europees beleid, extra CO₂-heffingen en zero-emissiezones, en wil ondernemers juist ondersteunen bij verduurzaming zonder hun concurrentiepositie te schaden. BBB zet in op innovatie, minder regeldruk en het beschermen van het vestigingsklimaat, waarbij economische haalbaarheid en draagvlak centraal staan.
BBB vindt dat bedrijven niet extra belast moeten worden met nationale milieuregels of -heffingen bovenop Europees beleid, omdat dit de concurrentiepositie schaadt en bedrijven uit Nederland jaagt. Ze willen geen nationale koppen op Europees beleid en pleiten voor het terugdraaien van de extra CO₂-heffing voor de industrie.
“Stoppen met extra CO₂-heffing voor industrie. De Nederlandse industrie staat onder grote druk door oplopende kosten, internationale concurrentie en een onzeker investeringsklimaat. BBB wil de extra nationale CO₂ heffing voor de industrie daarom terugdraaien. Deze heffing, boven op het Europese ETSsysteem, schaadt ons vestigingsklimaat en jaagt bedrijven de grens over zonder aantoonbaar klimaateffect.”
“Geen nationale koppen op Europees beleid.”
“Er mogen geen nationale koppen komen op Europees beleid waarmee we ons zwaardere verplichtingen opleggen dan de EU voorschrijft.”
“Dus geen verdere beperkingen van de renteaftrek en geen Nederlandse koppen op de Europese CO₂ heffing.”
BBB wil een landelijk verbod op zero-emissiezones omdat deze ondernemers onnodig hard raken en de bevoorrading van binnensteden bemoeilijken. Ze vinden dat klimaatmaatregelen niet ten koste mogen gaan van het MKB en lokale bedrijven.
“Verbod op Zero-emissie zones. Deze zones zijn zeer schadelijk voor ondernemers in de binnen steden die onrendabele hoge uitgaven moeten doen en niet meer bevoorraad kunnen worden.”
“Zeroemissiezones weren voertuigen die niet aan dure eisen voldoen, waardoor mkb’ers, marktkooplieden, ambulante handelaren en kermisexploitanten worden buitengesloten. Ontheffingen zijn kostbaar en tijdrovend. BBB wil paal en perk stellen aan deze vormen van klimaatgekte.”
BBB wil bedrijven, vooral in de landbouw, stimuleren om te verduurzamen via innovatie en nieuwe technieken, in plaats van te focussen op krimp of het straffen van sectoren. Ze pleiten voor ruimte voor bedrijven die emissies terugdringen en willen innovatie boven volumebeperking stellen.
“Geef boeren handelingsperspectief bij verduurzaming van hun bedrijfsvoering. Laat die emissies terugdringende bedrijven groeien en bloeien.”
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
“BBB kiest voor een koers waarbij juridische houdbaarheid, innovatie en praktische uitvoerbaarheid centraal staan. Doel is het lostrekken van de vergunningverlening, herstel van vertrouwen in de rechtsstaat en een einde aan krimp als standaardoplossing.”
BBB stelt dat bedrijven te veel worden belast met regels en controles, wat innovatie en productiviteit belemmert. Ze willen een harde reductie van regeldruk en meer vertrouwen in ondernemers.
“Burgers en bedrijven worden overbelast met controles, regels en formulieren. Dit kost miljarden aan uitvoeringskosten én aan productiviteit.”
“BBB stelt een harde reductiedoelstelling voor regeldruk (25% in 4 jaar).”
“Minder regelgeving. De regelgeving op nationaal niveau moet drastisch verminderen en worden getoetst op de impact op ons concurrentievermogen.”
BBB verzet zich tegen ideologisch of onrealistisch klimaatbeleid dat bedrijven op kosten jaagt zonder aantoonbaar effect op het milieu. Ze willen alleen maatregelen die haalbaar, betaalbaar en effectief zijn.
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg. BBB wil bedrijven behouden voor Nederland en kiest voor verstandige, evenwichtige doelen. Want wie rood staat, kan niet groen doen.”
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
BIJ1 stelt dat bedrijven, vooral grote vervuilers en fossiele industrieën, de hoofdverantwoordelijkheid dragen voor milieuvervuiling en klimaatverandering. Ze willen deze bedrijven zwaar belasten, onteigenen of sluiten als ze blijven vervuilen, en hun middelen inzetten voor publieke doelen. Klimaatkosten moeten niet langer op burgers worden afgewenteld, maar op de grootste vervuilers, met strenge wetgeving, strafrechtelijke vervolging en het beëindigen van belastingvoordelen.
BIJ1 vindt dat grote vervuilende bedrijven en fossiele industrieën de hoofdschuldigen zijn van klimaatvervuiling en dat zij financieel en juridisch verantwoordelijk moeten worden gehouden. Ze willen deze bedrijven zwaar belasten, onteigenen bij sluiting, en hun activa inzetten voor publieke doelen. Kosten voor opruiming en herstel mogen niet op de samenleving worden afgewenteld.
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen. Opruimkosten, bodemsanering en herstel worden niet afgewenteld op de samenleving, maar betaald uit hun eigen activa — ook bij faillissement of uitkoop.”
“Ziekmakende installaties, zoals Tata en Chemours, worden waar mogelijk genationaliseerd en vergroend, en anders gesloten.”
“De kosten van klimaatbeleid worden gedragen door de grootste vervuilers.”
“71% van alle uitstoot wereldwijd sinds 1988 is afkomstig van slechts 100 bedrijven. Maar in de praktijk worden klimaatmaatregelen afgewenteld op gewone burgers, terwijl deze vervuilende kapitalisten juist buiten schot blijven.”
BIJ1 wil dat bedrijven die klimaatschade en humanitaire rampen veroorzaken, strafrechtelijk vervolgd worden. Ecocide wordt strafbaar, en er komen verbodsbepalingen op reclame en sponsoring door de fossiele industrie.
“Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het aanrichten van klimaatschade en humanitaire rampen, worden verantwoordelijk gehouden voor misdaden tegen mens en natuur. Ecocide wordt strafbaar en er komt een reclame- en sponsorverbod voor de fossiele industrie en vliegmaatschappijen.”
“Er komt sterk aangescherpte wetgeving om de verantwoordelijken voor grootschalige vervuiling - en andere misdaden die de volksgezondheid schaden - hoofdelijk strafrechtelijk te kunnen vervolgen.”
BIJ1 wil een einde maken aan belastingvoordelen, belastingontwijking en onredelijke winsten voor grote bedrijven, vooral als deze bijdragen aan vervuiling. Ze pleiten voor hogere belastingen op winst, vermogen en vervuiling, en het bestrijden van brievenbusfirma’s.
“We stoppen voordelige belastingconstructies voor beursgenoteerde bedrijven.”
“Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten. Er komen wettelijke maximummarges op alle levensmiddelen voor bedrijven in de hele keten. Er wordt een substantiële windfall tax ingesteld, zodat bedrijven belasting betalen over stijgende inkomsten door iets waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn.”
“De belasting op vermogen, winst en vervuiling gaat in internationaal verband omhoog, zodat we extreem ongelijke rechten en klimaatvervuiling aanpakken.”
“We bestrijden de vele brievenbusfirma’s in Nederland door belastingtarieven op vermogen te verhogen. En we introduceren een “exit tax” voor bedrijven.”
BIJ1 wil dat bedrijven die investeren in fossiele brandstoffen worden uitgesloten van handelsmissies en dat financiering van fossiele productie en ontbossing onmogelijk wordt gemaakt.
“Bedrijven die grotendeels investeren in fossiele brandstoffen worden uitgesloten van handelsmissies. De financiering van ontbossing, landroof en productie van fossiele brandstoffen wordt voor private en publieke financiële instellingen onmogelijk.”
BIJ1 wil de bio-industrie en grote intensieve veehouderijen uitfaseren en uiteindelijk laten verdwijnen, onder andere door uitkoop, sluiting en onteigening van megastallen.
“De bio-industrie willen we afbouwen en uiteindelijk zien verdwijnen. Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
BIJ1 wil een verbod op de import, handel en doorvoer van producten die leiden tot ontbossing, en kritisch kijken naar schijnoplossingen zoals compensatiebossen.
“Er komt een algeheel verbod op de import, handel en doorvoer van producten die leiden tot ontbossing. Hierbij wordt kritisch gekeken naar het aanplanten van compensatiebossen als schijnoplossing.”
FVD wil vrijwel alle milieuregels en klimaatmaatregelen voor bedrijven schrappen, omdat zij deze als onnodig, kostbaar en belemmerend voor ondernemerschap zien. Ze pleiten voor het afschaffen van het stikstof- en klimaatbeleid, het loslaten van CO₂-doelen, het beëindigen van het Europese emissiehandelssysteem (ETS), en het versoepelen van milieuregels voor sectoren als landbouw, industrie en transport. Hun kernvisie is dat bedrijven maximale ruimte moeten krijgen om te ondernemen, zonder beperkingen door milieuwetgeving of klimaatdoelen.
FVD stelt dat klimaat- en milieubeleid bedrijven onnodig belast en innovatie belemmert. Ze willen alle klimaatregels, CO₂-reductiedoelen, het ETS en nationale/internationale klimaatafspraken afschaffen, zodat bedrijven vrij kunnen ondernemen zonder milieubeperkingen.
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We laten CO₂-reductie los als uitgangspunt, zodat beleid weer wordt gericht op betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal; en tot die tijd negeert Nederland de daarin vervatte regels en beperkingen - inclusief het CO₂-handelssysteem (ETS).”
“We stellen bedrijven in de haven vrij van het Europese CO₂-emissiehandelssysteem (ETS) en stikstofregels, zodat de haven onbeperkt kan uitbreiden en floreren.”
“We schaffen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
FVD ontkent het bestaan van een stikstofcrisis en wil alle stikstofregels, rekenmodellen en vergunningseisen voor bedrijven schrappen. Dit moet bedrijven, vooral in de landbouw en industrie, maximale ruimte geven om te produceren zonder milieubeperkingen.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Met het schrappen van de KDW’s vervalt ook het AERIUS-model, dat niet geschikt is voor het nauwkeurig bepalen van stikstofdepositie en daarom niet langer moet worden gebruikt.”
“We geven bedrijven die tussen 2015 en 2019 een melding hebben gedaan in het PAS alsnog permanent een vergunning, zodat ze uit de onzekerheid worden gehaald en weer aan het werk kunnen.”
FVD wil de lasten voor bedrijven structureel verlagen door energiebelastingen te verlagen, rapportageverplichtingen te schrappen en fiscale voordelen te bieden. Dit moet bedrijven stimuleren te groeien, zonder rekening te hoeven houden met milieukosten of -rapportages.
“We verlagen de lasten voor tuinders en de agrarische sector door terugbrengen van de energiebelastingkorting.”
“We schaffen de verplichting af om CO₂-uitstoot van werknemers bij te houden, zodat ondernemers verlost worden van zinloze bureaucratie.”
“We verhogen de VPB-grens naar €1 miljoen, de zelfstandigenaftrek naar €15.000,- en we schrappen de BTW op B2B-transacties om de cashflow van bedrijven te verbeteren.”
FVD wil fossiele energiebronnen maximaal benutten en kolen-, gas- en oliebedrijven alle ruimte geven, zonder milieubeperkingen of transitieverplichtingen. Ze zien fossiele energie als essentieel voor betaalbare energie voor bedrijven.
“We heropenen onze hypermoderne, schone kolencentrales die door vorige kabinetten zijn gesloten, zodat er onmiddellijk goedkope en stabiele stroom beschikbaar komt.”
“We zoeken actief naar nieuwe gas- en olievelden op land en zee, zodat we onze energiezekerheid op lange termijn veiligstellen.”
“We breiden de gaswinning in de Noordzee uit en beginnen met gaswinning op de Waddenzee.”
De PVV kiest nadrukkelijk voor het versoepelen of schrappen van milieuregels en klimaatmaatregelen die bedrijven beperken, met als doel economische groei, lagere lasten en behoud van werkgelegenheid. Ze willen af van klimaat- en stikstofbeleid dat volgens hen bedrijven "wegpest" en pleiten voor het beëindigen van subsidies, heffingen en verplichtingen gericht op het terugdringen van vervuiling. De partij stelt dat Nederlandse bedrijven niet verantwoordelijk zijn voor wereldwijde vervuiling en dat streng beleid vooral de economie schaadt.
De PVV wil vrijwel alle klimaatmaatregelen, subsidies en heffingen voor bedrijven afschaffen, omdat deze volgens hen leiden tot hoge kosten, verlies van concurrentiekracht en het wegjagen van bedrijven uit Nederland. Ze stellen dat het Nederlandse aandeel in wereldwijde vervuiling verwaarloosbaar is en dat het huidige beleid vooral economische schade veroorzaakt.
“SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen”
“CO2-heffing afschaffen”
“Geen ondergrondse CO2-opslag”
“Terugtrekken uit het VN-Klimaatakkoord van Parijs; Klimaatwet intrekken”
“We moeten bedrijven koesteren in plaats van wegpesten. Geen gedwongen elektrificatie in de scheepvaart.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“Geen klimaatmitigatie, maar klimaatadaptatie: actualisering van het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma”
De partij vindt dat de huidige stikstof- en natuurbeschermingsregels bedrijven, vooral in de landbouw, bouw en industrie, onnodig belemmeren. Ze willen deze regels versoepelen of schrappen om economische activiteiten te stimuleren en vergunningverlening te versnellen.
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie.”
“Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
“Tot die tijd verhogen we direct de rekenkundige ondergrens naar minimaal 1 mol en halen we de kritische depositiewaarden uit de wet.”
De PVV verzet zich tegen zero-emissiezones en andere verplichtingen die ondernemers dwingen tot investeringen in schone technologie, omdat dit volgens hen leidt tot hoge kosten en het einde van veel kleine bedrijven.
“Zero-emissiezones zijn een verschrikking. Hardwerkende ondernemers mogen met hun brandstofbusje hun eigen stad niet meer in. Doen ze dat toch, dan volgt een boete. Het alternatief is een peperdure elektrische auto – maar wie dat niet kan betalen, kan zijn zaak opdoeken. De PVV wil af van alle zero-emissiezones, overal in het land.”
“Afschaffen van alle zero-emissiezones, overal in het land”
De PVV wil stoppen met fiscale voordelen en subsidies die bedrijven stimuleren tot verduurzaming, omdat ze deze als ondoelmatig en geldverspilling zien.
BVNL vindt dat bedrijven niet onnodig moeten worden belast met milieuregels en ziet het huidige milieubeleid, zoals het stikstofbeleid en de Green Deal, als bureaucratisch en schadelijk voor ondernemerschap. Zij willen minder regels, lagere lasten en het afschaffen van klimaat- en stikstofmaatregelen die bedrijven beperken, waarbij innovatie en technisch verstandige oplossingen voor het milieu worden benadrukt. Vervuiling door bedrijven wordt nauwelijks als probleem erkend; BVNL focust op het beschermen van het vestigingsklimaat en het verminderen van overheidsbemoeienis.
BVNL beschouwt het huidige klimaat- en stikstofbeleid als onnodig, schadelijk en gebaseerd op verkeerde aannames. Zij willen deze regels afschaffen omdat ze bedrijven, vooral in de landbouw en industrie, onnodig beperken en kosten opleggen. Volgens BVNL is er geen stikstofprobleem en moet Nederland stoppen met het lastigvallen van ondernemers op basis van milieuregels.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
“Stoppen met zinloos klimaatbeleid en waar nodig inzetten op adaptatie.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
BVNL wil het vestigingsklimaat verbeteren door minder milieuregels, lagere belastingen en het terugdringen van bureaucratie. Zij vinden dat bedrijven optimaal moeten kunnen ondernemen zonder extra nationale milieueisen bovenop EU-regels. Vervuiling door bedrijven wordt niet als prioriteit gezien; economische groei en concurrentiekracht staan voorop.
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“Minder regels voor ondernemers en bedrijven. Bureaucratie en regeldruk moeten worden teruggedrongen.”
“De overheid moet zich minder met hen bemoeien. BVNL wil de belastingen en werkgeverslasten voor ondernemers omlaag brengen, de bureaucratie verminderen en het gelijke speelveld weer terugbrengen in de markt door in elk geval geen regels te maken die strenger zijn dan het EU-gemiddelde.”
BVNL is tegen het sluiten of verplaatsen van bedrijven vanwege milieuproblemen, zoals bij Tata Steel. Zij willen dat bedrijven kunnen blijven opereren en groeien, waarbij milieuproblemen niet als reden voor overheidsingrijpen gelden.
BVNL wil af van CO2-gerelateerde administratieve lasten en het Europese emissiehandelssysteem (ETS), omdat deze volgens hen bedrijven onnodig belasten en weinig bijdragen aan het milieu.
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder begrepen het CO2 handelssysteem ETS.”
“Zinloze, overbodige regels of regels die niet worden gehandhaafd moeten worden geschrapt, waaronder begrepen het administreren van de CO2-uitstoot van werknemers voor het woon- werkverkeer.”
De ChristenUnie wil bedrijven veel strenger aanpakken bij milieuvervuiling en vindt dat de vervuiler moet betalen. Ze pleiten voor stevige handhaving, het verhalen van kosten op vervuilende bedrijven, het afschaffen van fiscale voordelen voor vervuilers, en het invoeren van concrete heffingen en verboden op schadelijke stoffen en producten. Tegelijkertijd willen ze onnodige regeldruk voor bedrijven voorkomen en sturen op duidelijke doelen in plaats van middelvoorschriften.
De ChristenUnie vindt dat bedrijven zich niet vanzelf aan milieuregels houden en dat de overheid strenger moet optreden. Vervuilers moeten verantwoordelijk worden gehouden voor de gevolgen van hun daden, inclusief het betalen voor schoonmaak en gezondheidsschade. Zelfregulering is onvoldoende; de overheid moet actief normen stellen en handhaven.
“Bedrijven houden zich helaas niet vanzelf aan de regels, we gaan minder uit van zelfregulering.”
“Aanstichters van milieuvervuiling, zoals Chemours en TATA Steel, worden aangesproken op en verantwoordelijk gehouden voor de gevolgen van de vervuiling: kosten voor reiniging en eventuele gezondheidseffecten worden op hen verhaald.”
“De overheid moet de sociale grondrechten op het gebied van leefmilieu en volksgezondheid garanderen door zelf normen te stellen en deze te handhaven.”
De partij wil dat vervuilende bedrijven en producten zwaarder worden belast en dat fiscale voordelen voor vervuilers verdwijnen. Ze pleiten voor het invoeren van heffingen op vervuilende activiteiten en producten, zoals NOx-heffingen en belastingen op vervuilende verpakkingen, en het afschaffen van fossiele subsidies.
“We werken toe naar een evenwichtigere belasting van uitstoot en vervuiling.”
“Andere fiscale voordelen die leiden tot extra broeikasgasemissies, ook wel fossiele subsidies genoemd, schaffen we af.”
“Milieuvervuiling gaat steviger belast worden, bijvoorbeeld met een NOx-heffing. We belonen duurzamere productie door het invoeren van een belasting op vervuilende verpakkingen.”
De ChristenUnie wil concrete verboden op schadelijke stoffen zoals PFAS en staalslakken, en streeft naar een verbod op niet-afbreekbaar plastic voor eenmalige verpakkingen. Ze willen het voorzorgsprincipe strikt hanteren bij nieuwe stoffen en producenten verantwoordelijk maken voor afvalstromen.
“We pakken het probleem bij de bron aan en zorgen voor een Europees verbod op PFAS. Zodra er van een product een PFAS-vrij alternatief is, verbieden we het PFAS-houdende product.”
“Vanwege gezondheids- en milieuschade wordt het gebruik van staalslakken in de openbare ruimte verboden.”
“Er wordt daarom toegewerkt naar een verbod op het gebruik van niet-afbreekbaar plastic ten behoeve van eenmalige verpakkingen.”
“Bij nieuwe stoffen wordt het voorzorgsprincipe strikt gehanteerd.”
Hoewel de ChristenUnie streng wil zijn op vervuiling, willen ze onnodige administratieve lasten voor bedrijven voorkomen. Ze pleiten voor doelsturing in plaats van middelvoorschriften, zodat bedrijven meer ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan milieudoelen.
“Dit leidt soms echter tot overregulering, waarbij van bedrijven wordt gevraagd om kolossale administratiesystemen bij te houden die niet of zeer beperkt bijdragen aan een redelijk doel.”
“Wat de ChristenUnie betreft stuurt de overheid op doelen in plaats van middelvoorschriften, waarbij ondernemers ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan de gestelde doelen.”
D66 wil bedrijven verantwoordelijk maken voor het terugdringen van vervuiling door vervuilende activiteiten te beprijzen, fossiele subsidies versneld af te bouwen en duidelijke grenzen te stellen aan vervuilende industrie. Ze stimuleren verduurzaming met voorspelbare regels, sectorale einddata voor fossiele technieken, en stevige handhaving op greenwashing, zodat bedrijven bijdragen aan een schone economie en milieuvervuiling niet langer loont.
D66 vindt dat bedrijven die kunnen vergroenen, dat ook moeten doen, en dat vervuiling een voorspelbare, echte prijs moet krijgen. Ze willen fossiele subsidies versneld afbouwen via een vlaktaks op energie, zodat verduurzaming loont en bedrijven worden gestimuleerd te investeren in schone productie.
“D66 stelt duidelijke grenzen aan vervuilende industrie. Duurzaamheid is de norm en vervuiling krijgt een voorspelbare prijs: de ‘echte’ prijs. Vervuilende bedrijven zullen hierdoor fors investeren in een energiezuinige en schone productie.”
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
“Om de fossiele subsidies sneller af te bouwen wordt een vlaktaks voor energiebelasting op aardgas en elektriciteit ingevoerd. Dit ter vervanging van het degressieve stelsel van energiebelasting.”
“Tevens zorgt de vlaktaks voor klimaatrechtvaardigheid tussen grote bedrijven, het MKB en de huishoudens.”
D66 wil per sector duidelijke einddata voor fossiele technieken en voorspelbare regels, zodat bedrijven weten waar ze aan toe zijn en investeerders duurzame keuzes kunnen maken. Dit moet leiden tot een versnelde overstap naar duurzame alternatieven.
“We stellen per sector een duidelijke einddatum voor fossiele technieken en we maken duidelijke plannen voor de overstap naar duurzame alternatieven. Zo weten bedrijven waar ze aan toe zijn en kunnen investeerders duurzame keuzes maken.”
“Voor kleine en middelgrote ondernemers kan verduurzaming een uitdaging zijn... We zorgen voor toegankelijke subsidies, zekerheid voor investeringen en snellere procedures voor beroep en bezwaar. Zo kunnen ondernemers sneller door en kan ook het mkb de stap zetten naar een groen bedrijfsmodel.”
D66 wil bedrijven die zich groener voordoen dan ze zijn streng aanpakken en producenten verantwoordelijk maken voor de hele levenscyclus van hun producten, inclusief afvalbeheer en recycling. Dit moet misleiding tegengaan en circulaire productie stimuleren.
“We treden op tegen bedrijven die zich groener voordoen dan ze zijn (greenwashing). We verminderen het aantal groene keurmerken. De keurmerken die overblijven krijgen strengere standaarden en worden beter gecontroleerd. Bedrijven die mensen misleiden met valse claims worden hard aangepakt met boetes.”
“Producenten blijven verantwoordelijk voor hun producten, van introductie en verkoop tot hergebruik of recycling aan het einde van de levensduur.”
“We zorgen dat producenten verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die ze in Nederland verkopen.”
D66 wil strengere milieunormen en pakt industriële vervuiling bij de bron aan, met name bij lozingen in water, lucht en bodem. Dit moet de volksgezondheid beschermen en de kwaliteit van het milieu verbeteren.
“We pakken de vervuiling aan bij de bron. Dat betekent: minder lozingen door de industrie, minder mest en minder schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
“Te vaak is milieu een bijzaak in ruimtelijke ordening. D66 wil betere regels en normen om de bodem, lucht, het water en biodiversiteit te beschermen.”
JA21 kiest nadrukkelijk voor het beschermen van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven door milieuregels en belastingen niet strenger te maken dan Europese afspraken. Ze verwerpen nationale koppen op milieuwetgeving, extra CO2-heffingen en dwingende elektrificatie, en willen bedrijven juist ruimte geven om te innoveren met technologie in plaats van beperkende regelgeving of symboolpolitiek.
JA21 wil voorkomen dat bedrijven vertrekken door milieuregels en belastingen niet verder te laten gaan dan wat Europees is afgesproken. Ze zien nationale koppen en extra heffingen als schadelijk voor de concurrentiepositie en innovatiekracht van Nederlandse bedrijven.
“We stoppen de uittocht van bedrijven en banen door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken en door de concurrentiepositie van de haven te beschermen.”
“We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
“Nationale koppen op EU-regels afschaffen: we introduceren geen nieuwe wetgeving die verder gaat dan EU-regelgeving.”
JA21 verzet zich tegen verplichte elektrificatie van zwaar transport en bouwmaterieel, en tegen een lappendeken van milieuzones die het bedrijfsleven belemmeren. Ze vinden dat ondernemers niet mogen worden opgezadeld met onhaalbaar of ondoordacht beleid rond verduurzaming.
“Geen dwingende elektrificatie van zwaar transport en bouwmaterieel.”
“Geen lappendeken aan milieuzones in steden.”
“Ondernemers mogen niet langer worden opgezadeld met het huidige ondoordachte en onhaalbare beleid rond de elektrificatie van (onder andere) wagenparken. Van dwang kan in dat kader geen sprake zijn.”
JA21 wil dat bedrijven ruimte krijgen om te innoveren en verduurzamen via technologie, in plaats van door rigide of symbolische milieumaatregelen. Ze wijzen symboolbeleid af en willen realistische, werkbare oplossingen.
JA21 erkent dat bedrijven (en gezinnen) nog afhankelijk zijn van fossiele energie en wil hen daarvoor niet extra belasten zolang er geen volwaardig alternatief is. Ze kiezen voor betaalbare en betrouwbare energie boven versnelde verduurzaming.
“Bedrijven en gezinnen kunnen nog niet zonder en moeten hiervoor niet bestraft worden. Wij maken daarom de strategische keuze om onze fossiele sector en infrastructuur te behouden zolang duurzame kernenergie nog geen volwaardig alternatief is.”
“Betaalbare energie voor gezinnen en bedrijven.”
JA21 pleit voor milieubeoordeling op basis van risico’s in plaats van automatische afwijzing bij elke vorm van uitstoot, zodat bedrijven niet onnodig worden belemmerd.
“Wet- en regelgeving aanpassen om risicogebaseerde milieubeoordeling mogelijk te maken i.p.v. een rigide toets op elke vorm van uitstoot.”
De SGP erkent dat bedrijven bijdragen aan milieuproblemen, maar pleit voor verduurzaming zonder de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven te ondermijnen. Ze willen vervuiling aanpakken via strengere regels en stimulansen, maar zijn tegen het verplaatsen van productie naar landen met lagere milieustandaarden ("beter groen hier dan grijs daar"). Concrete voorstellen zijn onder meer het verbieden van schadelijke stoffen, het stimuleren van circulaire economie, en het afbouwen van milieubelastende brandstoffen zonder strikte CO2-doelen.
De SGP wil dat bedrijven verduurzamen, maar benadrukt dat dit niet mag leiden tot verplaatsing van productie naar landen met lagere milieueisen. Ze pleiten voor een eerlijk speelveld en het voorkomen van extra nationale lasten bovenop Europese regels.
“Verplaatsing van productie naar landen waar minder milieuregels zijn, willen we immers voorkomen: beter groen hier, dan grijs daar.”
“De concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verslechtert zienderogen. Zelfs de kostenverschillen met omliggende landen lopen op door stijgende nettarieven en een nationale CO2-heffing boven op het Europese emissiehandelssysteem. De nettarieven moeten omlaag, de CO2-heffing van tafel. Beter groen hier, dan grijs elders.”
“Nationale koppen op het Europese emissiehandelssysteem voor CO2 worden zoveel mogelijk voorkomen.”
De SGP wil concrete maatregelen tegen vervuiling door bedrijven, zoals het verbieden van PFAS, het afvangen van plastic korrels en het aanscherpen van toezicht op lozingen. Ze leggen nadruk op handhaving en het verschuiven van toezicht naar effectievere instanties.
“Gebruik van schadelijke PFAS door de industrie wordt verboden.”
“Plastic korrels die vrijkomen bij productieprocessen worden afgevangen.”
“Het toezicht op indirecte lozingen van bedrijven op het oppervlaktewater gaat van de gemeenten naar de waterschappen. Die kunnen sneller en adequater ingrijpen.”
De SGP wil bedrijven stimuleren tot hergebruik en reparatie, en consumenten aanzetten tot minder consumptie. Ze stellen concrete heffingen en regels voor om vervuiling door wegwerp- en fast fashion-producten te verminderen.
“Er komt een heffing voor gebruik van plastic polymeren in producten die op onze markt komen. Dat stimuleert de toepassing van gerecycled plastic.”
“Goedkope ultra fast fashion worden uitgebannen door een fikse heffing op kledingstukken die maar kort meegaan.”
“Reparatiebedrijven, installateurs en electronicawinkels krijgen als het aan de SGP ligt alle ruimte om wasmachines en...”
De SGP erkent de noodzaak om broeikasgassen te verminderen, maar verzet zich tegen wettelijk vastgelegde, harde reductiedoelen. Ze willen het gebruik van milieubelastende brandstoffen afbouwen, maar met oog voor haalbaarheid en complexiteit.
“De SGP wil het gebruik van milieubelastende brandstoffen in de komende drie decennia zo veel mogelijk afbouwen. Maar niet door ons wettelijk vast te pinnen op concrete doelen voor reductie van de CO2-uitstoot, zoals 55% in 2030. Daarvoor is de situatie te complex.”
De SGP wil bedrijven financieel stimuleren om duurzame en eerlijke keuzes te maken, onder andere via fiscale aanpassingen en subsidies.
“Bedrijven worden (financieel) gestimuleerd duurzame en eerlijke keuzes te maken en te investeren in de lange termijn, door middel van fiscale aanpassingen en verruiming van subsidies.”
De SP wil bedrijven veel strenger aanpakken als het gaat om vervuiling: de vervuiler betaalt, niet de samenleving. Ze pleiten voor harde handhaving, het stoppen van fossiele subsidies, strengere regels voor uitstoot en afval, en het terugbrengen van publieke controle op afvalverwerking. Bedrijven mogen pas stoffen uitstoten als bewezen is dat ze veilig zijn, en multinationals moeten eerlijk belasting betalen en verantwoordelijk worden gehouden voor misstanden in hun keten.
De SP vindt dat bedrijven niet langer mogen vervuilen zonder consequenties; de samenleving mag niet opdraaien voor de kosten. Ze willen dat bedrijven pas stoffen mogen uitstoten als bewezen is dat deze veilig zijn, en dat de overheid streng optreedt tegen overtreders. De vervuiler betaalt-principe staat centraal.
“Bedrijven mogen pas stoffen uitstoten of produceren zodra zij kunnen aantonen dat deze veilig zijn. Afvaldumping en het lozen van vervuild afval worden keihard aangepakt. De vervuiler betaalt, niet de samenleving.”
“Bedrijven die de regels aan hun laars lappen, pakken we hard aan. Bedrijven die eerlijk zaken doen, geven wij ruimte.”
“De overheid helpt bij sanering, waarbij de vervuiler betaalt.”
De SP wil een einde maken aan fossiele subsidies voor grote bedrijven en multinationals, en de energiebelasting voor grootverbruikers verhogen. Alleen vergroening wordt nog gesteund, mits daar publieke zeggenschap tegenover staat.
De SP wil dat bedrijven verplicht worden tot hergebruik, reparatie en recycling, en dat vervuiling actief wordt ontmoedigd. Producten moeten langer meegaan en afvalverwerking wordt weer een publieke taak om winstprikkels die tot vervuiling leiden te voorkomen.
“We ontmoedigen vervuiling en stimuleren hergebruik. Recyclen wordt de norm, net als schonere technologieën en alternatieve energiedragers zoals waterstof.”
“Afvalinzameling en verwerking is een maatschappelijke taak, die wat ons betreft niet overgelaten kan worden aan de markt. Door deze taak te privatiseren zijn er te veel negatieve financiele prikkels voor bedrijven om winst boven hun maatschappelijke taken te stellen met veel negatieve gevolgen van dien.”
De SP wil dat grote bedrijven en multinationals verantwoordelijk worden gehouden voor milieuschade in hun keten en geen geheime belastingvoordelen meer krijgen. Bestuurders die belasting ontduiken worden strafrechtelijk vervolgd.
“Er moet wetgeving komen die grote bedrijven verantwoordelijk maakt voor ernstige misstanden in hun toeleveringsketen. Schendingen van mensen en arbeidsrechten en milieuverontreiniging mogen niet getolereerd worden.”
“De allergrootste multinationals gaan, net zoals alle andere burgers en bedrijven, bijdragen aan onze samenleving en eerlijk belasting betalen. We schaffen geheime afspraken en belastingkortingen af. De bestuurders van bedrijven die belasting ontduiken worden strafrechtelijk vervolgd.”
De SP erkent dat veel vervuiling grensoverschrijdend is en wil daarom Europese samenwerking en strengere normen voor lucht, water en bodem. Ze pleiten voor Europese regels die bedrijven verplichten tot duurzaamheid en reparatie.
“We werken samen in Europa om water, lucht en bodem schoon te houden, vervuiling bij de bron aan te pakken en onze leefomgeving te beschermen.”
“We pleiten voor Europese regels die producten reparatievriendelijk en duurzaam maken, met strengere kwaliteitseisen en een recht op reparatie in alle lidstaten.”
Het CDA erkent het belang van bedrijven voor de economie, maar wil dat zij hun verantwoordelijkheid nemen in het terugdringen van vervuiling. De partij kiest voor Europese afspraken en bindende maatwerkafspraken met de grootste vervuilers, maar schrapt nationale extra belastingen zoals de CO₂-heffing om het vestigingsklimaat te beschermen. Concrete maatregelen zijn onder meer het maken van bindende afspraken met grote vervuilers, het stimuleren van verduurzaming via innovatie en handhaving, en het stellen van duidelijke normen voor schadelijke stoffen.
Het CDA wil bedrijven niet extra belasten bovenop Europese regels, maar kiest voor bindende afspraken met de grootste vervuilers om verduurzaming af te dwingen. De partij schrapt de nationale CO₂-heffing om te voorkomen dat bedrijven Nederland verlaten, en zet in op Europese normen en een gelijk speelveld.
“We maken bindende en wederkerige maatwerkafspraken met de grootste vervuilende bedrijven om de bestaande industrie te verduurzamen en te bouwen aan een duurzame economie van de toekomst.”
“De nationale CO₂-heffing schrappen we, want we willen bedrijven niet wegjagen.”
“We schrappen de nationale CO2-heffing.”
Het CDA wil vervuiling door bedrijven vooral via Europese regelgeving aanpakken, met strengere productnormen en een grondstoffenheffing. Zo wordt gerecycled materiaal aantrekkelijker en worden schadelijke stoffen Europees verboden.
“We steunen een Europese grondstoffenheffing en strengere productnormering. Zo wordt gerecycled plastic goedkoper dan nieuw plastic.”
“Wij willen duidelijke normen stellen voor PFAS, microplastics en andere schadelijke stoffen en chemicaliën. Zo moet het gebruik daarvan Europees verboden worden in consumentenverpakkingen en materialen waarin ze niet van essentiële waarde zijn.”
Voor bedrijven die milieunormen niet halen, voorziet het CDA in monitoring en uiteindelijk sancties, zoals het intrekken van vergunningen of het korten van rechten. Dit geldt met name voor de agrarische sector, maar het principe is breder toepasbaar.
“Sanctionering zoals het intrekken van vergunningen of eventuele korting van dier- of fosfaatrechten fungeert daarbij als ultieme remedie voor dat deel van de gestelde emissienormen dat bedrijven niet hebben gehaald in 2035.”
Het CDA wil bedrijven ondersteunen bij verduurzaming door te investeren in innovatie, circulaire productie en schone technologieën. Er komen maatwerkafspraken en financiële ondersteuning voor grote bedrijven om de transitie mogelijk te maken.
“We vertalen de Clean Industrial Deal naar Nederland voor het ontwikkelen van schone technologieën, circulaire productie en de vermindering van CO₂-uitstoot.”
“We maken maatwerkafspraken met grote bedrijven uit de industrie om te verduurzamen mogelijk door een geïntegreerde aanpak met passende beleidsregels en adequate financiële ondersteuning.”
Om greenwashing tegen te gaan, wil het CDA dat de ACM strenger optreedt tegen misleidende duurzaamheidsclaims van bedrijven, inclusief sancties.
“We versterken het vertrouwen van consumenten in de duurzame economie door misleidende claims tegen te gaan. Daarom gaat de ACM strenger optreden tegen misleidende duurzaamheidsclaims, met sancties.”
NSC erkent de verantwoordelijkheid van bedrijven om vervuiling te verminderen en stelt strengere normen, handhaving en beprijzing van vervuilende activiteiten voor. De partij wil dat bedrijven overstappen op circulaire en biobased productie, strengere uitstootnormen krijgen en dat fossiele subsidies Europees worden afgebouwd. NSC legt nadruk op gezondheid, milieu en een eerlijke verdeling van kosten tussen bedrijven en burgers.
NSC vindt dat bedrijven hun uitstoot en afvalstromen moeten beperken om volksgezondheid en milieu te beschermen. De partij wil strengere normen, betere handhaving en toepassing van de best beschikbare technologie, met voortdurende toetsing aan nieuwe inzichten.
“We pleiten voor het aanscherpen en handhaven van uitstootnormen en maatregelen om afvaldumping te stoppen. Het criterium ‘best beschikbare technologie’ moet zo worden gedefinieerd dat het geringste effect op de gezondheid en het milieu daarvan een integraal onderdeel is. Ook tussentijds moet worden getoetst aan de meest recente inzichten over gezondheids- en milieurisico’s.”
“Toezicht en handhaving moeten door omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport serieuzer worden opgepakt, mede op basis van signalen en klachten.”
NSC wil dat bedrijven minder nieuwe grondstoffen gebruiken en overstappen op circulaire en biobased productie. Dit moet leiden tot minder vervuiling en afval, en meer hergebruik van materialen.
“We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk. We zetten in op Europese initiatieven die biobased en circulaire producten (plastics) stimuleren. Afval wordt zoveel mogelijk gebruikt als grondstof.”
“In Europees verband pleiten we voor het beprijzen van primair grondstoffenverbruik door de industrie, naast het verplichten van de toepassing van gerecycled materiaal.”
NSC wil dat bedrijven meer gaan betalen voor hun CO2-uitstoot door het Europese emissiehandelssysteem (ETS) en het afbouwen van fossiele subsidies. Hiermee worden investeringen in verduurzaming gestimuleerd en wordt vervuiling minder aantrekkelijk.
“Vanaf 2026 zullen veel vrije rechten vervallen en zal de uitstoot door de industrie snel duurder worden. Hiermee worden ook de belastingkortingen op fossiele brandstoffen deels afgebouwd.”
“De nationale ‘fossiele subsidies’ die grote bedrijven ontvangen in de vorm van vrijstellingen en degressieve tarieven in de energiebelasting willen we in Europees verband afbouwen.”
NSC wil dat bedrijven alleen stoffen mogen toepassen als bewezen is dat deze geen milieuschade veroorzaken, en dat lozingen van schadelijke stoffen verder worden teruggedrongen.
“In dit systeem moet eerst worden aangetoond dat een bouwstof géén milieuschade veroorzaakt, voordat toepassing wordt toegestaan.”
“Om de waterkwaliteit op orde te brengen moeten uitstoot en lozingen van industrieel en huishoudelijk afvalwater verder worden teruggedrongen. We zetten ons in om de lozingen van PFAS en scrubberwater te verbieden.”
NSC wil dat bedrijven een eerlijk aandeel betalen in de kosten van de energietransitie en infrastructuur, zodat huishoudens worden ontzien.
“We letten sterk op een eerlijke verdeling van de kosten van het elektriciteitsnet tussen bedrijven en huishoudens. Huishoudens moeten daarbij zoveel mogelijk worden ontzien, zodat de energierekening betaalbaar blijft.”
De VVD wil bedrijven stimuleren om te verduurzamen, maar vindt dat dit alleen kan als de overheid zorgt voor goede randvoorwaarden en een gelijk speelveld met andere landen. Ze zijn tegen het wegjagen van bedrijven door te strenge regels of nationale heffingen, en kiezen voor pragmatische, haalbare klimaatmaatregelen waarbij economische groei en milieuwinst samen moeten gaan. Concrete voorstellen zijn het schrappen van de nationale CO2-heffing, sectorale emissieplafonds in plaats van stikstofnormen, en investeringskortingen voor verduurzaming.
De VVD wil voorkomen dat bedrijven uit Nederland vertrekken door strengere milieuregels dan in andere EU-landen. Ze willen de nationale CO2-heffing afschaffen en streven naar Europese afspraken, zodat verduurzaming niet leidt tot verlies van concurrentiekracht of verplaatsing van vervuiling naar het buitenland.
“Nederland kent als enige land binnen de EU een nationale CO2-heffing. Dit creëert een ongelijk speelveld voor bedrijven. Bedrijven geven aan dat dit een van de redenen is waarom ze naar het buitenland vertrekken. Daarom schrappen we de heffing en gaan we met de sector op zoek naar een alternatief systeem, waarbij we ons inzetten voor één Europees systeem voor duurzame industrie en mijnbouw en waarmee we een gelijk speelveld waarborgen.”
“We reduceren CO2 niet op papier door industrie uit Nederland weg te jagen, maar reduceren CO2 in de praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
De VVD vindt dat bedrijven pas echt kunnen verduurzamen als de overheid zorgt voor voldoende infrastructuur, snelle vergunningen en een werkbaar beleid. Ze willen bedrijven ondersteunen met investeringskortingen en maatwerkafspraken, en zijn kritisch op regels die innovatie of groei belemmeren.
“Als bedrijven en huishoudens niet kunnen verduurzamen omdat de overheid de zaak niet op orde heeft, bijvoorbeeld vanwege netcongestie of omdat infrastructuur vertraagd is, dan mogen ondernemers rekenen op extra ruimte.”
“We zien echter dat de industrie het zwaar heeft en verduurzaming in de praktijk moeizaam verloopt. Daarom onderzoeken we een investeringskorting voor bedrijven die willen verduurzamen en ondersteunen we bedrijven richting 2030 via maatwerkafspraken met een concreet en allesomvattend plan voor verduurzaming.”
De VVD wil af van generieke stikstofnormen en modelmatige berekeningen, en kiest voor sectorale emissieplafonds met meetbare doelen per sector. Ze willen dat bedrijven zelf kunnen kiezen hoe ze aan deze doelen voldoen, bijvoorbeeld via innovatie of extensivering.
“We gaan per sector sturen op emissies zodat alle sectoren evenredig bijdragen, bijvoorbeeld met elektrificatie, technische innovatie of extensivering.”
“We gaan de handen ineenslaan met het bedrijfsleven om over te gaan op afrekenbare doelen en metingen op bedrijfsniveau. Doelen op het gebied van bodemvruchtbaarheid en waterkwaliteit worden het uitgangspunt van ons bemestingsbeleid, waarbij voor waterkwaliteit ook gekeken wordt naar de vervuilingsbron.”
De VVD ziet circulariteit als middel om vervuiling en uitputting van grondstoffen te verminderen, maar wil onnodige regels schrappen en innovatie stimuleren. Ze willen bedrijven helpen met praktische knelpunten en onderzoeken belastingverlaging op circulaire producten.
“We streven naar 50% circulariteit in 2030 en 100% circulariteit in 2050. We willen daarom onnodige regels schrappen, we blijven investeringen in circulaire technologie en innovatie stimuleren, en samen met ondernemers nemen we praktische knelpunten weg.”
“Om mkb-ondernemers te ondersteunen en de circulaire economie te stimuleren, onderzoeken we of we de btw op tweedehands consumentenproducten en reparaties kunnen verlagen.”
50PLUS wil dat bedrijven in Nederland niet zwaarder worden belast of gereguleerd dan bedrijven in andere Europese landen, en pleit voor een gelijk speelveld binnen Europa. Ze zijn tegen nationale extra milieuregels en nationale CO2-heffingen, en willen dat klimaatmaatregelen vooral op Europees niveau plaatsvinden om de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven te beschermen.
50PLUS vindt dat bedrijven niet extra moeten worden belast of gereguleerd bovenop Europese afspraken, omdat dit de concurrentiepositie van Nederland schaadt en weinig effect heeft op wereldwijde vervuiling. Ze willen dat klimaatbeleid en CO2-beprijzing op Europees niveau worden geregeld, en zijn tegen nationale koppen op milieuwetgeving.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
50PLUS is tegen actieve industriepolitiek, omdat dit volgens hen leidt tot inefficiëntie en uiteindelijk negatieve gevolgen heeft. Ze maken alleen een tijdelijke uitzondering voor kritieke militair-industriële doelen.
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen. Hierbij kunnen tijdelijk uitzonderingen gelden voor kritieke militair-industriële doelen.”
Hoewel 50PLUS een circulaire economie ondersteunt, willen ze dat recycling concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen, zonder bedrijven extra te belasten met nationale regels.
“Een circulaire economie waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen.”
Hoewel 50PLUS een harde aanpak van zwerfafval en plastic wil, richten ze zich hierbij niet expliciet op bedrijven, maar op lokale overheden en overlastgevers.
“Harde aanpak van zwerfafval en plastic, zowel richting lokale overheden als naar de overlastgevers.”
DENK vindt dat grote vervuilende bedrijven een eerlijker deel moeten bijdragen aan het oplossen van milieuproblemen, volgens het principe 'de vervuiler betaalt'. Ze stellen voor om de energiebelasting en CO2-heffing voor grote bedrijven te verhogen, en willen dat energiebedrijven wettelijk verplicht worden om steeds meer duurzame energie op te wekken.
DENK wil dat bedrijven die veel vervuilen, vooral in de commerciële sector, zwaarder worden belast om verduurzaming te stimuleren. Dit moet ervoor zorgen dat de kosten van vervuiling niet bij burgers terechtkomen, maar bij de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de uitstoot.
“Grote vervuilers gaan eerlijker bijdragen. Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér energiebelasting en opslag voor duurzame energie betalen. Met een CO2-heffing voor de grootste vervuilers geven we een extra stimulans om te verduurzamen.”
“De grote vervuilende bedrijven moeten ook hun eerlijke deel bijdragen, volgens het principe dat de vervuiler betaalt.”
Om de energietransitie te versnellen, wil DENK dat energiebedrijven wettelijk worden verplicht om elk jaar een groter aandeel duurzame energie te produceren, totdat volledige duurzaamheid is bereikt.
“Energiebedrijven worden wettelijk verplicht een groeiend aandeel duurzame energie op te wekken. Elk jaar stijgt dat verplichte aandeel, totdat volledige duurzaamheid is bereikt.”