BVNL wil het Nederlandse bedrijfsleven maximaal ontlasten door lagere belastingen, minder regels en minder overheidsbemoeienis. De partij pleit voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat, het afschaffen van diverse verplichtingen en lasten, en het stimuleren van ondernemerschap en innovatie. Hun visie is klassiek-liberaal: ondernemersvrijheid, lage lasten en een kleine, dienstbare overheid.
BVNL ziet het huidige vestigingsklimaat als een groot probleem en wil Nederland aantrekkelijker maken voor bedrijven door forse belastingverlagingen en het schrappen van lasten. Dit moet bedrijven behouden voor Nederland en ondernemerschap stimuleren.
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“BVNL wil de belastingen en werkgeverslasten voor ondernemers omlaag brengen, de bureaucratie verminderen en het gelijke speelveld weer terugbrengen in de markt door in elk geval geen regels te maken die strenger zijn dan het EU-gemiddelde.”
“Mede daarom pleit BNVL voor de afschaffing van de dividendbelasting en een forse verlaging van de vennootschapsbelasting.”
BVNL beschouwt regeldruk en bureaucratie als een rem op het bedrijfsleven. De partij wil drastisch dereguleren, verplichtingen schrappen en ondernemers meer vrijheid geven.
“Minder regels voor ondernemers en bedrijven. Bureaucratie en regeldruk moeten worden teruggedrongen.”
“Minder overheidsbemoeienis en minder vergunningsplichten.”
“Het UBO-register wordt afgeschaft.”
“De Wet op Witwassen en Financiering Terrorisme (WWFT) wordt afgeschaft.”
“Geen verplichte ondernemingsraad voor bedrijven.”
“Subsidies worden afgeschaft.”
BVNL wil het arbeidsrecht versoepelen en werkgeverslasten verlagen om het aannemen van personeel aantrekkelijker te maken en het bedrijfsleven te stimuleren.
“Het ontslagrecht moet worden versoepeld.”
“Het maximumaantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten dat een werknemer en werkgever met elkaar mogen aangaan, wordt onbeperkt. Contractvrijheid is essentieel.”
“De verplichte transitievergoeding verdwijnt.”
“De werkgeverslasten verlagen.”
BVNL benadrukt het belang van grote bedrijven en ondernemerschap voor de economie en werkgelegenheid, en wil voorkomen dat bedrijven Nederland verlaten.
“BVNL wil Nederlandse multinationals zoals Shell, Unilever, Heineken, Philips en ASML in Nederland houden, mede omdat deze bedrijven voor heel veel banen zorgen.”
“Bedrijven en hun werknemers zijn over het algemeen een verzameling competente mensen die hard werken, risico’s nemen, zorgen voor banen en die, als het goed gaat, succesvol zijn. Op die ambitie en dat succes moeten wij trots zijn.”
BVNL erkent het risico van te grote machtsconcentraties bij multinationals, vooral in sectoren als Big Tech en Big Pharma, en wil waar nodig ingrijpen.
“Big Tech en Big Pharma moeten apart bekeken worden omdat het gevaar bestaat dat er te grote machtsconcentraties ontstaan. Bij te grote machtsconcentraties dienen bedrijven te worden opgesplitst.”
FVD ziet het bedrijfsleven, met name het MKB en ZZP’ers, als de motor van de Nederlandse economie en wil deze groep sterk ontlasten van regels en belastingen. De partij pleit voor forse belastingverlagingen, minder bureaucratie, meer vrijheid voor ondernemers en het stimuleren van ondernemerschap via onderwijs en regelgeving. Hun visie is dat minder overheidsbemoeienis en meer vertrouwen in ondernemers leidt tot innovatie, groei en een welvarende samenleving.
FVD wil het bedrijfsleven stimuleren door belastingen te verlagen, regelgeving te schrappen en ondernemers meer vrijheid te geven. Dit moet zorgen voor meer innovatie, groei en het aantrekkelijker maken van ondernemerschap, vooral voor het MKB en zelfstandigen.
“We gaan voor een radicale verlaging van de belastingen. We voeren een belastingvrije voet in van €30.000,- voor alle werkenden en gepensioneerden, en we maken de eerste €1.000 verdiend in een tweede baan (bij minimaal 32 uur hoofdbaan) belastingvrij. We verhogen de VPB-grens naar €1 miljoen, de zelfstandigenaftrek naar €15.000,- en we schrappen de BTW op B2B-transacties om de cashflow van bedrijven te verbeteren.”
“Forum voor Democratie kiest onvoorwaardelijk voor de ruim 400.000 MKB-bedrijven en de ruim 1.2 miljoen zelfstandigen: zij vormen het fundament van onze economie. ... Wij willen dat MKB-ers en ZZP-ers weer de ruimte krijgen om te ondernemen, te groeien en te investeren in plaats van steeds meer tijd en geld kwijt te zijn aan bureaucratie.”
“We versoepelen het ontslagrecht voor het MKB en verkorten de doorbetalingsverplichting bij ziekte naar één jaar, zodat ondernemers weer mensen durven aan te nemen.”
“We breiden de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) standaard uit naar 100% vrijstelling, zodat bedrijven altijd belastingvrij kunnen worden overgedragen aan de volgende generatie.”
“We schaffen de WWFT af (criminelen gaan toch wel hun gang), zodat normale, onschuldige burgers niet als halve crimineel behandeld worden door hun bank.”
“We schrappen de Anti-ZZP wet, zodat ZZP-ers zelf kunnen beslissen voor wie ze werken en aan wie ze factureren.”
“We verlagen het hoge BTW-tarief naar 19% en het lage BTW-tarief naar 6%, zodat het leven weer goedkoper wordt en horeca, winkeliers en aanbieders van diensten een directe economische impuls ontvangen.”
“We schrappen de BTW op transacties tussen bedrijven (zoals dat bij het verleggen van de BTW bij transacties met bedrijven in het buitenland nu al wordt gedaan), zodat de bureaucratie vermindert en de cashflowpositie van bedrijven verbetert.”
FVD wil ondernemerschap en praktische vaardigheden centraal stellen in het onderwijs, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in het bedrijfsleven en tekorten op de arbeidsmarkt worden opgelost. Dit moet de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven verbeteren en de afhankelijkheid van arbeidsmigratie verminderen.
“We leggen in de praktische leerweg de nadruk op vakmanschap en ondernemerschap, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in zorg, techniek en bouw.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
“We integreren nieuwe technologie en AI in beroepsopleidingen, zodat vakmensen leren werken met moderne tools en hun positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt.”
“We brengen ambachtstitels terug, zodat vak-opleidingen meer aanzien krijgen en vakmanschap weer wordt gewaardeerd.”
FVD wil dat ZZP’ers maximale vrijheid krijgen in hun ondernemerschap, zonder verplichte verzekeringen of bemoeienis van de overheid. Dit moet het zelfstandig ondernemerschap aantrekkelijker en flexibeler maken.
“We dwingen ZZP’ers niet om pensioen- of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen af te sluiten, zodat ze zelf kunnen beslissen hoe ze hun geld besteden.”
“We verhogen de zelfstandigenaftrek voor ZZP-ers naar €15.000, zodat hard werken loont.”
“We schaffen dit [UBO-]register af, zodat de bureaucratie wordt teruggedrongen en privacy voor ondernemers wordt gegarandeerd.”
Het CDA ziet het bedrijfsleven als een essentiële motor voor brede welvaart en innovatie in Nederland, met speciale aandacht voor familiebedrijven, MKB en regionale ecosystemen. De partij wil het ondernemersklimaat versterken door minder regeldruk, gericht fiscaal beleid, en samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid. Concrete voorstellen zijn onder andere het schrappen van de nationale CO2-heffing, het vereenvoudigen van regelgeving, en het stimuleren van innovatie en verduurzaming.
Het CDA erkent dat ondernemers worden ontmoedigd door overmatige regeldruk en inefficiënte rapportages. Daarom wil de partij regelgeving versimpelen, overlap voorkomen en sectoren vragen om concrete plannen voor minder regels. Dit moet het ondernemersklimaat aantrekkelijker maken en bedrijven ruimte geven om te investeren en te innoveren.
“We komen met een versterkt programma om regeldruk aan te pakken, rapportages te versimpelen en overlap te voorkomen.”
“Onze doelstelling is: minder regels (scherpe reductie van zeker 20 procent), betere regelgeving (duidelijker, eenduidiger en doelgerichter) en efficiëntere verantwoording en rapportages.”
Het CDA wil actief economisch en fiscaal beleid voeren om bedrijven en investeringen aan te trekken en te behouden. Bestaande ondernemersregelingen zoals de expatregeling en innovatiebox blijven behouden, en versnipperde fiscale regelingen worden vereenvoudigd en herbelegd in effectieve ondernemersregelingen.
“We voeren actief economisch en fiscaal beleid om bedrijven en investeringen aan te trekken en te behouden. We behouden de expatregeling, de innovatiebox en de (uitgebreide) WBSO, scherpen de renteaftrekbeperking niet verder aan en komen niet aan de inkoop van eigen aandelen.”
“We vereenvoudigen en vervangen de versnipperde fiscale regelingen en herinvesteren dit in effectieve ondernemersregelingen gericht op investeren, innoveren en werkgeverschap.”
Het CDA wil investeren in innovatie door samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden te stimuleren, met prioriteit voor sectoren van de toekomst. Regionale ecosystemen en het Groeifonds krijgen een centrale rol in het versterken van het verdienvermogen van Nederland.
“We kiezen voor regionale ecosystemen, waar we samen met kennisinstellingen, bedrijven en medeoverheden investeren in innovatie.”
“We geven het Groeifonds een nieuwe impuls en investeren daarmee in nieuwe technologieën die nodig zijn voor de toekomst.”
“We stimuleren regionale ecosystemen, samenwerkingen tussen onderwijsinstellingen, en bedrijven.”
Het CDA wil het bedrijfsleven ondersteunen bij verduurzaming en innovatie, onder andere door het schrappen van de nationale CO2-heffing en het vertalen van Europese groene industriebeleid naar Nederland.
“We ontwikkelen een langetermijnstrategie om groene industrie naar Nederland te halen en te behouden.”
“We vertalen de Clean Industrial Deal naar Nederland voor het ontwikkelen van schone technologieën, circulaire productie en de vermindering van CO₂-uitstoot.”
“We schrappen de nationale CO2-heffing.”
Het CDA erkent de maatschappelijke waarde van familiebedrijven en wil hun voortbestaan ondersteunen via gerichte regelingen, met aandacht voor misbruik.
“Familiebedrijven zijn vaak diepgeworteld in de samenleving. We ondersteunen het voortbestaan van deze familiebedrijven daarom met de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). We zijn scherp op misbruik.”
Het CDA wil dat onderwijs en bedrijfsleven nauwer samenwerken om beter aan te sluiten op de arbeidsmarkt, met bijzondere aandacht voor techniekopleidingen en een leven lang ontwikkelen.
“Onderwijs en bedrijfsleven werken nauw samen met bijzondere aandacht voor techniekopleidingen en opleidingen gericht op zorg, onderwijs en kinderopvang.”
“We zetten in op een nieuw mbo-pact voor langjarige zekerheid met een verbeterde bekostiging, meer samenwerking met het bedrijfsleven en werkgevers en een grotere rol op het gebied van leven lang ontwikkelen.”
JA21 ziet het bedrijfsleven als de motor van de Nederlandse welvaart en pleit voor minder regeldruk, lagere lasten en een voorspelbaar fiscaal klimaat. De partij wil het bedrijfsleven stimuleren door lasten te verlagen, investeringen aantrekkelijker te maken en nationale regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken. Hun kernvisie is dat de overheid moet faciliteren in plaats van belemmeren, zodat ondernemers kunnen groeien, innoveren en banen creëren.
JA21 stelt dat het bedrijfsleven te veel wordt belast en gehinderd door complexe regelgeving, wat innovatie en groei belemmert. De partij wil lasten structureel verlagen, regeldruk terugdringen en nationale koppen op EU-regels afschaffen om het vestigingsklimaat te verbeteren en bedrijven te behouden.
“Ondernemen weer lonend maken door de lasten op ondernemers en familiebedrijven te verlagen en een fiscaal aantrekkelijk klimaat te creëren. Het bedrijfsleven mag niet langer als financieringsbron voor nieuwe overheidsambities dienen.”
“Mkb maximaal faciliteren door het eenvoudiger te maken om te investeren in het mkb, en regeldruk en rapportageverplichtingen te verminderen.”
“Nationale koppen op EU-regels afschaffen: we introduceren geen nieuwe wetgeving die verder gaat dan EU-regelgeving.”
“Minder regeldruk door een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aan te stellen die met een harde reductiedoelstelling een einde maakt aan de toenemende regeldruk en met de stofkam door bestaande wet- en regelgeving gaat.”
JA21 wil het belastingstelsel voor bedrijven radicaal vereenvoudigen door één helder tarief in te voeren, uitzonderingen te schrappen en investeringen direct aftrekbaar te maken. Dit moet ondernemerschap stimuleren, administratieve lasten verlagen en innovatie bevorderen.
“Een eenvoudige vennootschapsbelasting voor alle ondernemingen door het huidige tweeschijvenstelsel (19% en 25,8%) te vervangen door één helder tarief van 20% voor alle ondernemingen.”
“Een einde maken aan de grote hoeveelheid uitzonderingen en regelingen die het huidige systeem zo complex maken.”
“Investeringen in kapitaalgoederen volledig aftrekbaar maken in het jaar van investering, in plaats van gespreid afschrijven over meerdere jaren.”
JA21 ziet een sterke industrie als essentieel voor welvaart en strategische autonomie. De partij wil de uittocht van bedrijven stoppen door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken, nationale CO2-heffingen af te schaffen en te zorgen voor betaalbare energie en snelle netaansluitingen.
“We stoppen de uittocht van bedrijven en banen door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken en door de concurrentiepositie van de haven te beschermen.”
“Onze industrie beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare energie. We lossen netcongestie op en voorkomen dat bedrijven stilstaan omdat aansluiting op het stroomnet onmogelijk is.”
“Een gelijk speelveld voor onze industrie door regelgeving gelijk te trekken met omringende landen zoals Duitsland en België. We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
JA21 wil dat de overheid zich terugtrekt uit het sturen van de economie en pleit voor het drastisch afbouwen van subsidies die markten verstoren. De partij gelooft dat ondernemers en bedrijven beter functioneren met meer eigen verantwoordelijkheid en minder overheidsinmenging.
De SGP ziet het bedrijfsleven als de motor van de economie en wil een voorspelbaar, aantrekkelijk en eerlijk ondernemersklimaat creëren, met speciale aandacht voor het mkb en familiebedrijven. Ze pleiten voor lastenverlichting, betere toegang tot financiering, stimulering van duurzame en sociale keuzes, en het verminderen van regeldruk. De partij wil dat overheid en bedrijfsleven langjarige afspraken maken over onder meer belastingen, verduurzaming en arbeidsmarkt, met oog voor zowel ondernemers als werknemers.
De SGP wil het vestigingsklimaat verbeteren door voorspelbaar overheidsbeleid, lastenverlichting en het tegengaan van regeldruk, vooral voor het mkb en familiebedrijven. Dit moet zorgen voor meer investeringen, werkgelegenheid en continuïteit in het bedrijfsleven.
“De winstbelasting voor het bedrijfsleven en de werkgeverslasten worden verlicht, vooral gericht op het mkb. Vaak zijn dit familiebedrijven, ondernemingen in de maakindustrie en andere bedrijven die zorgen voor veel werkgelegenheid.”
“Basisvereiste hiervoor is voorspelbaar overheidsbeleid zodat ondernemers weten waar zij van op aan kunnen, zeker ook ten aanzien van belastingen. Een einde aan gezwabber dus.”
De SGP wil bedrijven financieel stimuleren om duurzame en eerlijke keuzes te maken en te investeren in de lange termijn, onder andere via fiscale aanpassingen en subsidies. Ook moet de overheid bij aanbestedingen niet alleen op prijs selecteren, maar duurzame en sociale keuzes stimuleren.
“Bedrijven worden (financieel) gestimuleerd duurzame en eerlijke keuzes te maken en te investeren in de lange termijn, door middel van fiscale aanpassingen en verruiming van subsidies.”
“De overheid selecteert bij aanbestedingen niet alleen op de laagste prijs, maar stimuleert in haar inkoopbeleid ook duurzame en sociale keuzes.”
De SGP wil de toegang tot financiering voor bedrijven verbeteren, onder meer door private en publieke financiering te verbreden, garantiestellingen te verbeteren en het aantrekkelijker te maken om te investeren in familiebedrijven en startups.
“De overheid gaat private financiering lostrekken en verbreedt het palet aan publieke en private financiering. Er komen verbeterde garantiestellingen voor kleine kredieten en grote financiers, zoals pensioenfondsen, worden gestimuleerd hun geld hierin te steken.”
“Het blijft fiscaal aantrekkelijk te investeren in onze economie. De durfkapitaalregeling keert terug, zodat het verstrekken van financiering aan startups en snelgroeiende bedrijven met veel potentie en een hoog risico wordt gestimuleerd.”
“Het wordt aantrekkelijker slapend spaargeld te steken in een bedrijf van familie of vrienden door introductie van de win-win-lening.”
De SGP wil dat overheid en bedrijfsleven samen langjarige afspraken maken over het ondernemersklimaat, met aandacht voor belasting, regeldruk, verduurzaming en infrastructuur. De overheid moet knelpunten zoals netcongestie en arbeidskrapte actief aanpakken.
“Overheid en bedrijfsleven maken afspraken in een langjarig, nationaal ondernemersakkoord over onder meer belastingklimaat, regeldruk, verduurzaming en financiering. De overheid committeert zich op haar beurt aan het aanpakken van knelpunten, zoals netcongestie, arbeidskrapte en infrastructuur.”
De SGP erkent acute problemen zoals netcongestie en de verslechterende concurrentiepositie van de industrie. Ze willen dat deze knelpunten zonder taboes worden aangepakt en pleiten voor het verlagen van nettarieven en het schrappen van extra CO2-heffingen.
“Bedrijven zitten klem doordat ze lang moeten wachten op de noodzakelijke aansluiting op het volle stroomnet. Voor aanpak van netcongestie moet alles uit de kast gehaald worden, zonder taboes.”
“De concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verslechtert zienderogen. Zelfs de kostenverschillen met omliggende landen lopen op door stijgende nettarieven en een nationale CO2-heffing boven op het Europese emissiehandelssysteem. De nettarieven moeten omlaag, de CO2-heffing van tafel. Beter groen hier, dan grijs elders.”
De SGP benadrukt het belang van mkb en familiebedrijven voor de economie en werkgelegenheid, en wil bestaande regelingen voor bedrijfsopvolging behouden en het ondernemerschap stimuleren.
De Partij voor de Dieren wil het bedrijfsleven fundamenteel hervormen zodat bedrijven bijdragen aan het welzijn van mens, dier en planeet, in plaats van winst en groei centraal te stellen. Ze pleiten voor bindende regels en strengere handhaving op duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en eerlijke beloning, waarbij grote bedrijven meer verantwoordelijkheid en transparantie krijgen. Kleine en duurzame bedrijven worden ondersteund, terwijl vervuilende en niet-duurzame sectoren worden afgebouwd.
PvdD wil dat bedrijven niet langer vrijblijvend kunnen opereren, maar wettelijk worden verplicht bij te dragen aan duurzaamheid en het welzijn van mens, dier en planeet. Vrijblijvende akkoorden worden vervangen door bindende regels en handhaving, ook voor internationale bedrijven.
“Bedrijven moeten bijdragen aan het welzijn van mens, dier en planeet – niet er ten koste van gaan. We voeren een wettelijke zorgplicht en klimaatplicht voor bedrijven in, ook voor internationale bedrijven die in Nederland actief zijn. Vrijblijvende akkoorden en convenanten worden vervangen door bindende regels en handhaving.”
De partij wil dat grote bedrijven verplicht transparant zijn over hun ketens en maatschappelijke impact, werknemers laten meedelen in de winst, en personeel meer invloed geven op belangrijke besluiten. Dit moet de macht van aandeelhouders beperken en sociale ongelijkheid tegengaan.
“Grote bedrijven geven verplicht inzicht in de herkomst van de materialen die zij gebruiken en de omstandigheden in de productieketen. Ze publiceren jaarlijks een winst- en verliesrekening voor mensen, dieren, natuur, milieu en klimaat die inzicht geeft in de impact van het bedrijf op de welvaart en welzijn in brede zin.”
“Bij winstuitkering deelt het personeel. We voeren verplichte, voor alle werknemers gelijke winstdeling in voor bedrijven vanaf 50 werknemers.”
“In grote bedrijven krijgen werknemers meer invloed op cruciale besluiten zoals fusies, aandeelinkoop, reorganisaties en winstverdeling. Werknemers krijgen een sterkere positie in de ondernemingsraad.”
PvdD wil stoppen met het subsidiëren van de grootste vervuilers en het afschaffen van fiscale regelingen die niet effectief zijn of misbruikt worden door bedrijven. De opbrengsten hiervan worden ingezet voor duurzame innovatie en het mkb.
“We stoppen met het subsidiëren van de grootste vervuilers. De vervuiler gaat betalen en de opbrengsten gebruiken we voor toekomstbestendige ondernemingen en groene innovatie.”
“We schaffen fiscale regelingen af, en/of we versnellen de afbouw van regelingen waarvan uit beoordelingen blijkt dat ze niet effectief en niet nodig zijn.”
De partij wil het toekomstbestendige midden- en kleinbedrijf ondersteunen en groene innovaties stimuleren, terwijl nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen wordt ontmoedigd. Lege bedrijfspanden worden herontwikkeld voor andere functies zoals wonen.
“We gaan ons meer richten op het ondersteunen van het toekomstbestendige midden- en kleinbedrijf, groene innovaties en lokale initiatieven.”
“Lege bedrijfspanden worden herontwikkeld en krijgen een andere functie, zoals wonen. Nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen wordt ontmoedigd.”
PvdD wil strengere handhaving op bestaande verplichtingen voor bedrijven, zoals de energiebesparingsplicht, en de terugverdientijd voor investeringen verlengen. Bedrijven die flexwerkers inhuren moeten bijdragen aan sociale fondsen.
De overheid moet haar inkoopbeleid vergroenen en bedrijven die duurzaam en eerlijk ondernemen stimuleren, met strengere eisen aan maatschappelijk verantwoord inkopen.
“Overheden besteden publiek geld groen en rechtvaardig, en stimuleren daarmee (kleine en middelgrote) bedrijven die duurzaam en eerlijk ondernemen. Het Maatschappelijk Verantwoord Inkoopbeleid (MVI) wordt in lijn gebracht met de OESO-richtlijnen en gaat meer rekening houden met dierenwelzijn.”
Volt ziet het bedrijfsleven als een motor voor innovatie, duurzaamheid en maatschappelijke vooruitgang, maar stelt duidelijke eisen aan sociale en ecologische verantwoordelijkheid. Ze willen ondernemers ondersteunen door regeldruk te verlagen, financiering en verduurzaming toegankelijker te maken, en samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen te stimuleren. Grote bedrijven worden verplicht tot klimaatplannen, terwijl het mkb en sociaal ondernemerschap extra steun krijgen bij de transitie naar een duurzame economie.
Volt erkent dat ondernemers worden belemmerd door administratieve lasten en complexe subsidieregels. Ze willen ondernemen makkelijker maken door regeldruk te verminderen, subsidieregelingen overzichtelijker te maken en de toegang tot financiering en duurzame energie te verbeteren.
“We verlagen de regeldruk, maken subsidieregelingen overzichtelijker en verbeteren de toegang tot financiering en duurzame energie.”
“Er moet een Rijksprogramma Vermindering Administratieve Lastendruk voor ondernemers komen. Ondernemers komen om in de hoeveelheid regelingen. Dit staat innovatie en maatschappelijke impact in de weg.”
Volt wil ondernemers actief ondersteunen bij het ontwikkelen en implementeren van duurzame en sociaal rechtvaardige bedrijfsmodellen. Ze zetten in op het benutten van het mkb voor maatschappelijke impact en stimuleren samenwerkingsprojecten tussen sociale ondernemingen en traditionele bedrijven.
“We stimuleren duurzaam ondernemerschap en ondersteunen ondernemers met de ontwikkeling en implementatie van sociaal rechtvaardige, duurzame bedrijfsmodellen met duidelijke toegevoegde waarde voor de maatschappij, zoals steward-ownership.”
“Volt wil het potentieel aan sociaal ondernemerschap benutten door het oprichten van grote samenwerkingsfondsen waaruit sociale ondernemingen en traditionele bedrijven gezamenlijke projecten kunnen financieren.”
Om de verduurzaming van het bedrijfsleven af te dwingen, verplicht Volt grote bedrijven tot het opstellen van een klimaatplan waarin staat hoe zij zo snel mogelijk klimaatneutraal willen worden.
“Grote bedrijven worden verplicht om een klimaatplan op te stellen, waaruit blijkt hoe zij zo snel mogelijk klimaatneutraal willen worden.”
Volt erkent dat verduurzaming voor het mkb niet altijd direct rendeert en wil daarom gerichte ondersteuning bieden, zoals gratis advies, begeleiding, leenmogelijkheden tegen risicovrije rente en het eenvoudiger maken van toegang tot klimaatmiddelen.
“We bieden gratis verduurzamingsadvies aan om het mkb te helpen bij het besparen van energie.”
“Verduurzaming is niet in alle gevallen een investering die op korte termijn rendeert, maar dat maakt het niet minder belangrijk. Daarom creëren wij leenmogelijkheden tegen risicovrije rente bij de overheid.”
Volt ziet samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheid als essentieel voor innovatie en regionale economische ontwikkeling. Ze willen regionale samenwerking versterken en innovatiehubs en gezamenlijke campussen stimuleren.
“We moeten meer investeren in de regionale samenwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven, om zo de regionale economie en leefbaarheid te bevorderen.”
“Onderwijsinstellingen, onderzoeksorganisaties en bedrijven worden actief gefaciliteerd om zich op gezamenlijke innovatiecampussen te vestigen, zodat kennisuitwisseling, talentontwikkeling en waarde scheppen elkaar versterken.”
Volt wil de binding van medewerkers met hun onderneming vergroten door medewerkersparticipatie te stimuleren, zodat medewerkers kunnen meedelen in de winsten van het bedrijf.
“We vergroten de binding van medewerkers met (de doelstellingen van) de onderneming door de mogelijkheden van medewerkersparticipatie in ondernemingen te verkennen, uit te breiden en te benutten. Zo willen we ervoor zorgen dat medewerkers mee kunnen delen in de winsten van het bedrijf.”
Volt vindt dat bedrijven een grotere maatschappelijke rol moeten nemen als tegenprestatie voor investeringen en geharmoniseerde regelgeving vanuit de EU, met als doel een duurzaam vestigingsklimaat en waardevolle bijdrage aan de maatschappij.
“In ruil voor investeringen in randvoorwaarden en geharmoniseerde Europese regelgeving door de EU wil Volt dat bedrijven zelf een grotere maatschappelijke rol nemen.”
De ChristenUnie wil een bedrijfsleven dat bijdraagt aan een duurzame, eerlijke en sociale economie, waarin bedrijven floreren samen met hun werknemers en maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Ze pleiten voor minder regeldruk, een stabiel ondernemersklimaat, stimulering van innovatie en verduurzaming, en een gelijk speelveld binnen Europa. Tegelijkertijd willen ze misstanden aanpakken, zoals slechte arbeidsvoorwaarden, uitbuiting van arbeidsmigranten en overmatige flexibilisering.
De ChristenUnie vindt dat bedrijven te veel worden belast met onnodige regels en administratieve lasten, wat innovatie en ondernemerschap belemmert. Ze willen dat de overheid stuurt op doelen in plaats van op gedetailleerde voorschriften en pleiten voor voorspelbaar beleid.
“Deze onnodige regeldruk moet minder, of het nu om mkb-bedrijven, financiële instellingen of beursgenoteerde ondernemingen gaat. Wat de ChristenUnie betreft stuurt de overheid op doelen in plaats van middelvoorschriften, waarbij ondernemers zelf aan het stuur zitten om deze te bereiken, en niet voorgeschreven krijgen op welke wijze ze deze doelen moeten halen.”
“De overheid wijzigt te vaak van koers, bijvoorbeeld als het gaat over belastingtarieven, subsidieregelingen of regelgeving. Die onvoorspelbaarheid is fnuikend voor ondernemers. Zij hebben behoefte aan een duidelijk en voorspelbaar beleid.”
De partij wil investeren in innovatie, samenwerking tussen bedrijven en onderwijs, en het stimuleren van circulaire en duurzame bedrijfsmodellen. Ze willen dat de overheid een voorbeeldrol pakt en het mkb en sociale ondernemingen actief betrekt bij aanbestedingen.
“Om onze toekomstige welvaart zeker te stellen is het van belang om nu te investeren in innovatie en productiviteit. Dat vraagt om een beter samenspel van wetenschap, kennisinstituten, opleidingen en bedrijven.”
“Het Rijk moet haar rol beter pakken om bij te dragen aan verduurzaming en om het mkb en sociale ondernemingen te betrekken bij aanbestedingen. We maken lokaal, duurzaam en biologisch inkopen de norm, ook bij aanbestedingen.”
“Circulaire bedrijven hebben het zwaar terwijl de circulaire economie de toekomst is. Circulaire producten zijn duurder dan wegwerpproducten en de vraag blijft achter. Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen.”
De ChristenUnie wil een eerlijk Europees speelveld voor bedrijven, misstanden zoals uitbuiting van arbeidsmigranten en schijnconstructies aanpakken, en normering afdwingen waar bedrijven achterblijven op het gebied van duurzaamheid en arbeidsvoorwaarden.
“Nederlandse bedrijven ervaren momenteel geen gelijk Europees speelveld, bijvoorbeeld als het gaat om staatssteun of Nederlandse nettarieven die hoger zijn dan in buurlanden.”
“Sectoren die alleen kunnen bestaan dankzij slechte primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebben geen toekomst in Nederland.”
“Er zijn Europese afspraken nodig over vestigingseisen voor ondernemingen om brievenbusfirma’s te voorkomen.”
“Sectoren die geen verbetering laten zien in hoe ze met mensen omgaan (zoals de vleessector), krijgen een uitzendverbod opgelegd.”
De partij erkent de waarde van familiebedrijven en wil deze ondersteunen met passende fiscale regelingen en bedrijfsopvolging.
“Familiebedrijven zijn vaak geworteld in de (lokale) samenleving. De ChristenUnie waardeert die rol van familiebedrijven, en steunt initiatieven die bijdragen aan het floreren van dit deel van de economie. Een goede, doeltreffende en doelmatige bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) maakt daar deel van uit.”
De SP wil het bedrijfsleven, en dan vooral het midden- en kleinbedrijf (mkb), structureel ondersteunen met concrete maatregelen zoals een nationale investeringsbank, vereenvoudigde regelgeving en betere toegang tot aanbestedingen. Tegelijkertijd legt de partij nadruk op strengere sociale en duurzaamheidsnormen, meer zeggenschap voor werknemers en het tegengaan van kortetermijndenken en uitbuiting binnen bedrijven.
De SP erkent het belang van het mkb voor innovatie, werkgelegenheid en leefbaarheid, en wil deze bedrijven gericht ondersteunen met financiering, vereenvoudigde regels en betere toegang tot overheidsopdrachten. De partij ziet het mkb als motor van de economie, maar vindt dat de overheid meer moet doen om kleine ondernemers te helpen concurreren en verduurzamen.
“Met een Nationale Investeringsbank voor het mkb kunnen kleine en startende bedrijven, evenals bedrijven die hun succesvolle diensten willen opschalen, gemakkelijker lenen.”
“De regels en bureaucratie voor kleine bedrijven moeten versimpeld worden. Dit doen we zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen hiervan. De Rijksoverheid moet zorgen voor Ondernemershelpdesks waar kleine ondernemers geholpen worden om de regels te begrijpen en hieraan te voldoen.”
“De huidige manier van aanbesteden door de overheid werkt niet goed. Daarom passen we de regels aan, zodat ook kleinere bedrijven beter kunnen meedoen. Dit doen we onder andere door grote opdrachten op te knippen en de procedures te versimpelen en te verduidelijken.”
“Het is belangrijk dat ook het mkb mee kan doen aan de verduurzaming van Nederland. We zorgen ervoor dat kleine ondernemers niet klem komen te zitten in complexe regels en we helpen hen bij de toepassing van deze regels.”
De SP wil dat bedrijven, vooral grotere ondernemingen, meer verantwoordelijkheid nemen op sociaal en duurzaam vlak. Dit betekent strengere eisen aan sociale prestaties, handhaving tegen misstanden, en het stimuleren van duurzame bedrijfsvoering. De partij ziet het bedrijfsleven niet als doel op zich, maar als middel voor maatschappelijke vooruitgang.
“Uiteraard verwachten we hier goede sociale en duurzaamheidsprestaties voor terug.”
“Bedrijven die de regels aan hun laars lappen, pakken we hard aan. Bedrijven die eerlijk zaken doen, geven wij ruimte.”
“We benoemen en veroordelen bedrijven die aantoonbaar discrimineren, hun bestuurders moeten hiervoor verantwoordelijk gehouden worden. Zij verliezen bovendien subsidies en komen niet meer in aanmerking voor overheidsopdrachten.”
De SP wil de macht binnen bedrijven democratiseren door werknemers meer zeggenschap te geven, onder andere via vertegenwoordiging in het bestuur en recht op winstdeling. Dit moet de eenzijdige focus op aandeelhoudersbelang en kortetermijnwinst tegengaan en zorgen voor een eerlijkere verdeling van welvaart.
“Als eerste stap richting democratische bedrijven stellen we vast dat in het bestuur van een bedrijf altijd ten minste één bestuurder moet zitten die is verkozen door de werknemers die aan hen verantwoording moet afleggen.”
“Werknemers krijgen in bedrijven met meer dan honderd werknemers allemaal één stem waarmee ze de raad van commissarissen mogen kiezen.”
“Werknemers krijgen recht op een deel van de winst. Zonder werkende mensen is er immers geen winst. Niet alleen bestuurders en aandeelhouders, maar ook alle medewerkers krijgen voortaan recht op een deel van de winst.”
BBB ziet het bedrijfsleven, en vooral het mkb, als de ruggengraat van de Nederlandse economie en wil ondernemerschap stimuleren door regeldruk en lasten te verlagen. De partij pleit voor maatwerk in regelgeving, betere toegang tot financiering, en meer waardering voor vakmanschap en praktisch werk. BBB wil dat de overheid het bedrijfsleven ondersteunt in plaats van belemmert, met concrete voorstellen zoals het terugdringen van regels, het stimuleren van innovatie, en het verbeteren van het vestigingsklimaat.
BBB stelt dat de huidige regeldruk, hoge lasten en bureaucratie het ondernemerschap belemmeren, vooral voor het mkb en kleine zelfstandigen. De partij wil dat regelgeving proportioneel wordt toegepast en dat ondernemers meer ruimte krijgen om te ondernemen, met minder administratieve verplichtingen en eerlijkere behandeling.
“Regeldruk, hoge lasten en stroperige procedures ontmoedigen ondernemerschap, terwijl andere landen hun bedrijven juist koesteren. Dat moet anders.”
“Een stop op onzinnige regels voor kleine ondernemers. Richtlijnen moeten proportioneel vertaald worden in Nederlandse regelgeving: wat voor Shell geldt, mag niet ook voor de slager op de hoek gelden.”
“BBB staat voor een overheid die snapt hoe het is om zelf met de laarzen in de klei te staan of achter de toonbank te werken. We kiezen voor maatwerk, praktische ruimte en eerlijke behandeling van ondernemers in alle regio’s.”
BBB wil dat ondernemers, vooral in het mkb en bij startups, makkelijker toegang krijgen tot financiering en innovatie. De partij pleit voor eenvoudige kredietmogelijkheden, meer durfkapitaal uit eigen land, en standaardmodellen voor investeringen om juridische drempels te verlagen.
“Toegang tot microfinanciering verbeteren. Eenvoudige en regionale kredietmogelijkheden voor kleine ondernemers die willen investeren of starten.”
“Meer durfkapitaal uit eigen land. BBB wil dat pensioenfondsen, regionale ontwikkelmaatschappijen en de overheid gezamenlijk investeren in Nederlandse groeibedrijven.”
“Startups en groeibedrijven moeten niet vast lopen in dure juridische trajecten bij investeringen of overnames. BBB wil dat de overheid samen met brancheverenigingen en ontwikkelmaatschappijen breed toepasbare standaardmodellen ontwikkelt en beschikbaar stelt voor investeringsrondes, participaties en exits.”
BBB benadrukt het belang van vakmanschap, praktisch onderwijs en het benutten van lokaal arbeidspotentieel voor het bedrijfsleven. De partij wil dat onderwijs en bedrijfsleven beter samenwerken om te zorgen voor voldoende goed opgeleide vakmensen.
“Het bedrijfsleven is de ruggengraat van onze economie. Goed opgeleide (vak)mensen zijn daarbij onmisbaar. BBB kiest voor een nuchtere, praktische benadering: onderwijs dat teruggaat naar de kern en wetenschap die zich richt op wat werkt en nodig is.”
“Versterking van beroepsonderwijs. Het beroepsonderwijs kan worden versterkt met leermeesters, stages en regionale samenwerking tussen Praktijkonderwijs, VMBO, MBO, werkgevers en gemeenten.”
BBB erkent het belang van een goed vestigingsklimaat en de rol van multinationals voor het mkb en de economie als geheel. De partij wil de regeldruk verlagen en rekening houden met het bedrijfsleven bij belastingmaatregelen.
“We investeren in ons vestigingsklimaat. Daarbij erkennen we de bijdrage die onze bedrijven, zowel multinationals als mkb-bedrijven, leveren aan onze schatkist. Multinationals zijn erg belangrijk, voor de werkgelegenheid, voor innovatie maar ook voor onze mkb-bedrijven. Veel Nederlandse mkb-bedrijven zijn een belangrijke toeleverancier voor onze multinationals. We verlagen de regeldruk en houden hier zo veel als mogelijk rekening mee bij belastingmaatregelen.”
D66 ziet het bedrijfsleven als een motor voor een groene, eerlijke en innovatieve economie, waarbij ondernemers ruimte moeten krijgen om te starten, te groeien en te verduurzamen. De partij wil regeldruk verminderen, eerlijke concurrentie waarborgen, verduurzaming stimuleren en het speelveld gelijk maken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Concrete voorstellen zijn onder meer het vereenvoudigen van regels, het bieden van voorspelbare kaders en subsidies voor verduurzaming, en het invoeren van een wettelijke maatschappelijke zorgplicht voor grote bedrijven.
D66 wil het ondernemersklimaat verbeteren door regeldruk te verminderen, procedures te versnellen en toegang tot financiering te vergemakkelijken. Dit moet ondernemers in staat stellen zich te richten op innovatie en groei, en Nederland aantrekkelijk houden als vestigingsland.
“Veel ondernemers maken zich zorgen over de regeldruk en de verlening van vergunningen. Dat gaan we simpeler maken. Zodat ondernemers minder druk zijn met regels en zich kunnen concentreren op het bouwen aan hun bedrijf.”
“We versterken het vestigingsklimaat, zoals met een eerlijk en eenvoudig belastingstelsel, en met minder en stabiele regels. Ondernemers krijgen toegang tot een gelijk speelveld, goede aansluiting met het onderwijs en de arbeidsmarkt, en financiering om te kunnen groeien.”
D66 ziet verduurzaming als een kans voor ondernemers en wil hen ondersteunen met voorspelbare regels, subsidies en snellere procedures. Innovatie wordt gestimuleerd om de arbeidsproductiviteit te verhogen, vooral in het mkb.
“Voor kleine en middelgrote ondernemers kan verduurzaming een uitdaging zijn... D66 helpt hen hierbij met duidelijke en voorspelbare regels... We zorgen voor toegankelijke subsidies, zekerheid voor investeringen en snellere procedures voor beroep en bezwaar.”
“De arbeidsproductiviteit in het mkb stagneert. D66 stimuleert technologie en innovatie die mkb’ers helpt om de arbeidsproductiviteit te verhogen.”
D66 wil dat private winsten niet ten koste gaan van het publieke belang en pleit voor een gelijk speelveld, vooral voor maatschappelijk ondernemende bedrijven. Grote bedrijven krijgen een wettelijke maatschappelijke zorgplicht opgelegd.
“Private winsten mogen niet ten koste gaan van het publieke belang. Voor ondernemers die maatschappelijk ondernemen, is een gelijk speelveld belangrijk. Daarom is een sterke overheid nodig die de spelregels bepaalt waarbinnen bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
“We voeren een wettelijke maatschappelijke zorgplicht in voor (bestuurders van) grote bedrijven.”
“D66 wil eerlijke concurrentie en grijpt stevig in bij te veel marktmacht.”
D66 wil oneerlijke concurrentie tussen verschillende typen werkenden tegengaan en de fiscale verschillen tussen werknemers en ondernemers verkleinen, zodat het speelveld eerlijker wordt.
NSC ziet het bedrijfsleven, en met name het mkb en familiebedrijven, als de ruggengraat van de Nederlandse economie en wil hun positie versterken door minder regeldruk, betere toegang tot financiering en stimulering van innovatie. De partij pleit voor samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid, gericht op scholing, innovatie en verduurzaming, en wil belastingvoordelen en subsidies gerichter inzetten. NSC is kritisch op private equity en buitenlandse ketens, en wil het vestigingsbeleid richten op bedrijven die bijdragen aan de reële economie.
NSC wil mkb en familiebedrijven ondersteunen door administratieve lasten te verminderen, regeldruk te verlagen en het aantrekkelijker te maken om mensen in vaste dienst te nemen. Dit moet deze bedrijven helpen te groeien en hun belangrijke rol in de economie te behouden.
“Het midden- en kleinbedrijf (mkb) en familiebedrijven zijn de ruggengraat van de Nederlandse economie. ... Maar deze belangrijke pijler onder onze economie kreunt onder regeldruk en blijft achter in de digitalisering. We willen de voorwaarden creëren waarin deze bedrijven kunnen groeien, in plaats van tegengewerkt te worden.”
“We willen daarom minder administratieve lasten voor mkb’ers, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren. Papieren tijgers moeten worden geschrapt, zoals de rapportageplicht werkgebonden mobiliteit.”
NSC wil een gelijk speelveld creëren tussen familiebedrijven en private equity, en belastingvoordelen van private equity terugdringen. De partij is kritisch op de invloed van private equity en buitenlandse ketens, vooral in sectoren met een publieke functie.
“We zorgen ervoor dat er een gelijk speelveld ontstaat tussen deze twee groepen en zullen dus een aantal belastingvoordelen van private equity terugdringen. De fiscale Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) spitsen we toe op datgene waarvoor zij bedoeld is: het waarborgen van de continuïteit van familiebedrijven die van waarde zijn voor Nederland.”
“We onderzoeken de invloed van private equity en buitenlandse ketens in eerstelijnszorg, kinderopvang en dierenartsenpraktijken. Op basis van dit onderzoek scherpen we eigendomstoetsen, toezichtregels en fiscale prikkels aan om publieke functies maatschappelijk verankerd te houden.”
NSC wil innovatie in het bedrijfsleven stimuleren door belastingvoordelen te handhaven, regionale samenwerking te bevorderen en innovatiepilots te ondersteunen, vooral bij verduurzaming. Samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (triple helix) wordt als essentieel gezien.
“De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de Innovatiebox zijn instrumenten die het voor grotere bedrijven aantrekkelijk maken om hun innovaties en R&D in Nederland te concentreren. We handhaven deze belastingvoordelen en zien ze als essentieel voor het innovatieve mkb en grote bedrijven.”
“We willen regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en decentrale overheden (de zogenaamde triple helix) versterken. We ondersteunen marktgerichte productontwikkeling en regionale innovatieclusters, zoals in Groningen, Enschede, Delft en Eindhoven.”
“Ook geven we ruimte aan innovatiepilots, vooral bij verduurzamingsprojecten die de meeste prikkels nodig hebben om op gang te komen.”
NSC wil het vestigingsbeleid richten op bedrijven die daadwerkelijk bijdragen aan de Nederlandse economie en brede welvaart, en niet op brievenbusfirma’s.
“In het vestigingsbeleid richten we ons op de bedrijven die een bijdrage leveren aan de reële economie en de brede welvaart van Nederland - en niet op brievenbusfirma’s.”
NSC benadrukt het belang van samenwerking tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs voor doelmatig opleiden, voldoende stages en leerwerkplekken, en het ontwikkelen van praktijkgerichte trajecten.
“Samen met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven, zowel landelijk, sectoraal als regionaal, maken we afspraken voor doelmatig en kansrijk opleiden en ontwikkelen van meer beroeps- en praktijkgerichte (Ad-)trajecten. Met de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) maken we actieplannen voor voldoende stages en leerwerkplekken.”
De VVD ziet het bedrijfsleven als motor van economische groei en wil ondernemers meer ruimte en minder regeldruk geven. Ze pleiten voor lagere lasten, voorspelbaar beleid, en een nauwere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Concrete voorstellen zijn het schrappen van overbodige regels, het sluiten van een Groei- en Ondernemersakkoord, en het beschermen van bedrijfsopvolging.
De VVD wil het ondernemersklimaat verbeteren door onnodige regels te schrappen, regeldruk te verlagen en lasten te verminderen. Dit moet het bedrijfsleven stimuleren, innovatie bevorderen en zorgen dat ondernemers zich kunnen richten op groei en werkgelegenheid.
“We werken vaker met meldplichten in plaats van vergunningsplichten en zorgen dat initiatieven van ondernemers en verenigingen niet onnodig vastlopen in een overdaad aan regels.”
“Wij grijpen daarom in als gemeenten doorschieten in hun regeldrift. Dat kan door met gemeenten standaarden te ontwikkelen voor lage regeldruk, net zoals bij armoederegelingen gebeurt. Hierbij hebben we speciale aandacht voor het mkb.”
“Het stimuleren van groei bestaat uit grote keuzes en kleine maatregelen. Het betekent onszelf onafhankelijker maken van andere landen en vrijhandel stimuleren, maar het betekent ook dat lage belastingen voor ondernemers altijd onze inzet is.”
“We vertrouwen ondernemers, dus schrappen we overbodig papierwerk.”
“We beperken koppen op EU-wetgeving, en interpreteren regels niet onnodig strenger dan in andere EU-lidstaten. We doen dus niet meer dan dat de EU-van ons vraagt.”
De VVD wil een structurele samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven via een Groei- en Ondernemersakkoord. Dit akkoord moet zorgen voor lagere ondernemerslasten, meer zekerheid en hogere lonen, zodat het bedrijfsleven kan investeren en groeien.
“We sluiten een Groei- en Ondernemersakkoord: De overheid en het bedrijfsleven hebben te lang tegenover elkaar gestaan, terwijl we elkaar juist nodig hebben. We willen stabiliteit bieden, net als hogere lonen en lagere lasten. Hiervoor sluiten we een akkoord met sociale partners en de overheid, waarin we ernaar streven om de ondernemerslasten te verlagen, voor langere termijn zekerheid te bieden aan het bedrijfsleven, en daarnaast de lonen te verhogen.”
De VVD wil het aantrekkelijk houden om bedrijven over te dragen aan de volgende generatie en voldoende fysieke ruimte voor het bedrijfsleven garanderen. Dit moet continuïteit en groei van ondernemingen waarborgen.
“We staan daarom niet toe dat een regeling die het aantrekkelijk maakt het bedrijf over te geven aan de volgende generatie, de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), verder wordt versoberd. Ook passen we belemmerende regelgeving voor bedrijfsopvolging aan.”
“De fysieke ruimte voor ondernemers mag niet afnemen, maar moet zelfs toenemen. Dat betekent dat als er ergens een bedrijventerrein verdwijnt, er op een andere plek nieuwe geschikte ruimte voor bedrijven moet terugkomen.”
De VVD vindt dat de overheid ondernemers serieus moet nemen en hun problemen niet van bovenaf moet bepalen. Door beter te luisteren, wil de partij beleid maken dat aansluit bij de praktijk van het bedrijfsleven.
“We vinden dat de overheid meer moet luisteren naar ondernemers. De overheid zou niet moeten bepalen voor ondernemers wat hun problemen zijn, maar moet vooral naar hen luisteren. We willen dat de overheid ondernemers serieus neemt.”
BIJ1 wil het bedrijfsleven radicaal hervormen door macht en eigendom te verschuiven van aandeelhouders naar werknemers, met als doel een democratisch geleide, sociale economie. Ze pleiten voor verplichte werknemerscoöperaties, bindende zeggenschap van werknemers in grote bedrijven, en het afromen van grote vermogens. Multinationals en beursgenoteerde bedrijven worden verplicht aandelen over te dragen aan werknemers, en belastingontwijking wordt hard aangepakt.
BIJ1 wil de macht van aandeelhouders en managers in het bedrijfsleven drastisch beperken en werknemers structureel meer zeggenschap en eigendom geven. Dit moet leiden tot een eerlijkere verdeling van welvaart en het tegengaan van uitbuiting door het huidige kapitalistische systeem.
“Nieuwe bedrijven worden standaard opgericht als werknemerscoöperaties.”
“Bestaande beursgenoteerde bedrijven met meer dan 100 werknemers krijgen een transitieplicht: binnen 10 jaar moet het merendeel van de aandelen in handen zijn van de werknemers. Via jaarlijkse uitgifte van aandelen aan werknemersfondsen en voorkeursrecht bij emissies en overnames.”
“Elk bestaand beursgenoteerd bedrijf met meer dan 100 werknemers is verplicht een werknemersfonds op te richten. Hieraan schrijven zij jaarlijks een aantal nieuwe aandelen uit, in verhouding met de jaarwinst. Het werknemersfonds wordt alleen beheerd door de werknemers van de firma die deze heeft opgericht.”
“De democratische ondernemingsraad is een verplicht onderdeel van grote bedrijven, met een bindend mandaat in het bestuur.”
BIJ1 wil dat alle private bedrijven die in Nederland actief zijn, eerlijk belasting betalen en dat belastingontwijking door multinationals wordt gestopt. Ze stellen stevige maatregelen voor om Nederland te veranderen van een belastingparadijs voor bedrijven naar een land met eerlijke basisvoorzieningen voor iedereen.
“Alle private bedrijven die in Nederland hun producten verkopen, gaan daarover winstbelasting betalen. We stoppen voordelige belastingconstructies voor beursgenoteerde bedrijven.”
“We bestrijden de vele brievenbusfirma’s in Nederland door belastingtarieven op vermogen te verhogen. En we introduceren een 'exit tax' voor bedrijven.”
Om de macht van multinationals te beperken, wil BIJ1 dat werknemers het eigendom van Nederlandse vestigingen kunnen overnemen. Dit moet de democratisering van het bedrijfsleven versnellen en voorkomen dat bedrijven zich onttrekken aan sociale verantwoordelijkheid.
“Multinationale bedrijven met dependances (vestigingen) in Nederland zijn verplicht een plan te maken waarin staat hoe zij binnen korte tijd minimaal 51% van de aandelen aan de werknemers van die dependance verkopen. Als hier geen actie op komt, verliest dit bedrijf het recht om binnen Nederlandse grenzen te opereren.”
BIJ1 wil coöperatieve ondernemingen subsidiëren en zo een alternatief bieden voor de traditionele aandeelhouderscorporatie, met als doel dat deze op termijn uitsterft. Dit moet leiden tot een economie waarin werkenden centraal staan in plaats van kapitaalbezitters.
“Coöperatieve ondernemingen krijgen subsidie. En krijgen zo een concurrerend, waardig alternatief voor de aandeelhouderscorporatie, die op termijn uitsterft.”
DENK erkent het belang van het midden- en kleinbedrijf (MKB) voor de economie en wil kleine ondernemers actief ondersteunen door lasten te verlagen, administratieve druk te verminderen en toegang tot krediet te verbeteren. Tegelijkertijd wil DENK dat grote bedrijven en vervuilers een eerlijker deel bijdragen via hogere belastingen en strengere regelgeving, zodat de lasten eerlijker verdeeld worden en het bedrijfsleven bijdraagt aan maatschappelijke doelen.
DENK ziet het MKB als motor van de economie en wil deze ondernemers ondersteunen door financiële lasten te verlagen, administratieve barrières te verminderen en toegang tot krediet te verbeteren. Dit moet het ondernemerschap stimuleren en zorgen dat kleine bedrijven kunnen blijven bijdragen aan werkgelegenheid en economische groei.
“Wij waarderen de belangrijke rol van ondernemers in het MKB in het creëren van banen en economische groei. Wij willen deze ondernemers steunen.”
“We richten een publieke kredietbank op voor kleine ondernemers. Die verstrekt eerlijke leningen aan ondernemers die bij gewone banken geen kans krijgen.”
“We zorgen voor een betaalbaar vangnet voor de loondoorbetaling bij ziekte voor kleinere ondernemers. Hiermee komen we ondernemers tegemoet, zonder de rechten van werknemers in te perken.”
“We toetsen nieuwe wetten en regels altijd op de gevolgen voor ondernemers. Ondernemers moeten kunnen ondernemen, niet vastlopen in papierwerk.”
“Wij willen een verlaging van de belastingen en lasten voor kleinere ondernemingen.”
DENK wil dat grote bedrijven, vooral die met hoge winsten of grote milieubelasting, een groter aandeel leveren aan de samenleving. Dit gebeurt door hogere belastingen, het aanpakken van belastingontwijking en het invoeren van extra heffingen voor vervuilers, zodat de lasten eerlijker verdeeld worden en maatschappelijke doelen worden gefinancierd.
“Grote bedrijven die flinke winsten maken, gaan een eerlijker deel bijdragen. We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expatregeling. We pakken belastingontwijking steviger aan, zodat iedereen eerlijk bijdraagt.”
“De grote vervuilende bedrijven moeten ook hun eerlijke deel bijdragen, volgens het principe dat de vervuiler betaalt.”
“Grote vervuilers gaan eerlijker bijdragen. Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér energiebelasting en opslag voor duurzame energie betalen. Met een CO2-heffing voor de grootste vervuilers geven we een extra stimulans om te verduurzamen.”
GroenLinks-PvdA wil het bedrijfsleven meer laten bijdragen aan de samenleving, zowel financieel als maatschappelijk, en verwacht van bedrijven dat zij bijdragen aan duurzaamheid, eerlijk loon en sociale rechtvaardigheid. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals hogere belastingen voor winstgevende bedrijven, strengere eisen aan verduurzaming, en meer zeggenschap en winst voor werknemers. Samenwerking met het bedrijfsleven is gewenst, maar alleen onder strikte voorwaarden die het algemeen belang dienen.
GroenLinks-PvdA vindt dat het bedrijfsleven onvoldoende bijdraagt aan de samenleving en wil dat winstgevende bedrijven meer belasting gaan betalen. Dit moet zorgen voor een eerlijkere verdeling van lasten en het financieren van publieke voorzieningen waar bedrijven ook van profiteren.
“We vinden dat bedrijven die winst maken, meer kunnen bijdragen aan onze collectieve voorzieningen. Ook het bedrijfsleven profiteert van veilige straten, goede spoorverbindingen en investeringen in onderwijs en onderzoek. Daarom verhogen we de bijdrage van de meest winstgevende bedrijven.”
De partij ondersteunt bedrijven die willen verduurzamen, maar stelt daar strenge eisen aan. Bedrijven moeten een geloofwaardig klimaatplan hebben en worden verplicht tot bindende besparingsdoelen; bij het niet nakomen van afspraken volgen sancties.
“We helpen bedrijven die willen verduurzamen financieel, maar onder strenge voorwaarden. Zoals een geloofwaardig pad naar klimaatneutraliteit. [...] Er komt een deadline voor het opstellen van een klimaatplan en als bedrijven zich niet houden aan afspraken wordt terugbetaling geëist. Naast financiële prikkels komt er ook stevige normering, bijvoorbeeld een uitbreiding van de energiebesparingsplicht en bindende besparingsdoelen per sector.”
GroenLinks-PvdA wil dat werknemers meer invloed krijgen op bedrijfsbeslissingen en meeprofiteren van de winst, vooral bij grote ondernemingen. Dit moet zorgen voor eerlijkere beloning en meer betrokkenheid van personeel bij het beleid.
“We versterken ondernemingsraden bij kleinere bedrijven en pleiten voor de benoeming van werknemers in de raden van commissarissen. Daarnaast gaan werknemers voortaan meeprofiteren in de winst van grote ondernemingen. Wanneer de top een bonus krijgt, deelt de rest van het personeel ook mee in het succes.”
De partij ziet samenwerking met het bedrijfsleven als noodzakelijk voor innovatie en scholing, maar alleen als dit bijdraagt aan maatschappelijke doelen zoals een leven lang leren en het oplossen van personeelstekorten.
“Daarom moet de overheid samen met het bedrijfsleven de handen ineenslaan. Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing.”
“In samenwerking met het bedrijfsleven zorgt de overheid voor een ontwikkelbudget. Zo kan het hele werkzame leven ingezet worden op het volgen van opleidingen en cursussen.”
GroenLinks-PvdA wil diversiteit in de top van bedrijven wettelijk afdwingen om gelijke kansen te bevorderen en discriminatie tegen te gaan.
“De top van het bedrijfsleven – de raden van commissarissen en de raden van bestuur – mag voor maximaal zestig procent bestaan uit personen van hetzelfde gender.”
50PLUS ziet het bedrijfsleven vooral als partner bij het bevorderen van arbeidsparticipatie van ouderen en het stimuleren van economische groei via innovatie en energievoorziening. De partij wil bedrijven financieel stimuleren om ouderen aan te nemen en zet in op het behouden en aantrekken van bedrijven door te investeren in kernenergie en het verminderen van regeldruk. Concrete voorstellen zijn onder meer belastingvoordelen voor bedrijven die ouderen aannemen en het versnellen van de bouw van kerncentrales.
50PLUS wil bedrijven actief stimuleren om ouderen in dienst te nemen, onder andere via belastingvoordelen en subsidies. Dit moet leeftijdsdiscriminatie tegengaan en de arbeidsparticipatie van ouderen verhogen, waarmee het bedrijfsleven een rol krijgt in het oplossen van maatschappelijke uitdagingen rond werkgelegenheid en vergrijzing.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
Om het Nederlandse bedrijfsleven concurrerend te houden en economische groei te stimuleren, zet 50PLUS in op een betrouwbare en betaalbare energievoorziening. De partij kiest voor de bouw van nieuwe kerncentrales en het versneld invoeren van kleine kerncentrales, zodat bedrijven zich in Nederland willen vestigen of blijven.
50PLUS wil de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven verbeteren om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Door betere samenwerking moeten vaardigheden van werknemers aansluiten op de behoeften van bedrijven, wat zowel het bedrijfsleven als werkzoekenden ten goede komt.
“Betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden.”
De partij wil dat het verdienmodel van incassobedrijven en deurwaarders wordt aangepast zodat het bedrijfsleven niet bijdraagt aan het vergroten van schuldenproblematiek, maar juist armoedebestrijding ondersteunt.
“Het verdienmodel van deurwaarders en incassobedrijven moet passen bij armoedebestrijding en mag schulden niet verder in de hand werken.”
De PVV is kritisch over financiële steun en fiscale voordelen voor het bedrijfsleven en wil fors snijden in ondoelmatige subsidies. De partij pleit voor het beëindigen van vele fiscale voordelen en subsidies voor bedrijven, met als doel meer geld beschikbaar te maken voor Nederlandse burgers en publieke voorzieningen. De kern van hun visie is dat het bedrijfsleven minder afhankelijk moet zijn van overheidssteun en dat publieke middelen primair aan Nederlanders besteed moeten worden.
De PVV vindt dat er te veel geld naar het bedrijfsleven gaat via ondoelmatige fiscale subsidies. Dit geld moet volgens de partij worden besteed aan Nederlandse burgers en publieke voorzieningen, niet aan bedrijven. Door deze subsidies te schrappen, wil de PVV bezuinigen en de lasten voor burgers verlagen.
De PVV wil stoppen met het exporteren van geld via subsidies, expatregelingen en andere voordelen die (ook) het bedrijfsleven ten goede komen. De partij stelt dat het geld in Nederland moet blijven en ten goede moet komen aan de eigen bevolking.
“Verder stoppen we met de NPO, met de oneerlijke expatregeling en met de export van uitkeringen en toeslagen. Dat geld blijft in Nederland.”