De PVV wil het onderwijs op basisscholen terugbrengen naar basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis, met nadruk op orde, rust en politieke neutraliteit. Islamitisch onderwijs op basisscholen wil de partij volledig verbieden, omdat het volgens de PVV niet verenigbaar is met Nederlandse waarden. Verder pleit de PVV voor het afschaffen van de Week van de Lentekriebels en het herinvoeren van schoolzwemmen.
De PVV vindt dat basisscholen zich moeten richten op basisvaardigheden en dat er geen ruimte mag zijn voor politieke, woke- of klimaatonderwerpen. De partij wil orde, rust en gezag herstellen, met politiek neutrale leraren en een focus op lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis.
“Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren. Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders.”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen”
“Les in vaderlandse geschiedenis”
“Orde, rust en gezag terug in de klas”
“Politieke neutraliteit van de leraren”
De PVV wil islamitisch onderwijs op basisscholen volledig verbieden, omdat de partij stelt dat deze scholen de sharia centraal stellen en daarmee een bedreiging vormen voor vrijheid en democratie in Nederland.
“Bijna twee derde van alle nieuwe basisscholen die in 2026 in Nederland openen, is islamitisch: negen van de veertien. ... Deze groei betekent dat steeds méér kinderen onderwijs krijgen waarin de sharia centraal staat in plaats van Nederlandse wetten en waarden.”
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“Daarom stelt de PVV dat islamitisch onderwijs geen bescherming verdient onder artikel 6 of 23 van onze Grondwet en moet worden verboden.”
De PVV wil de Week van de Lentekriebels in het basisonderwijs afschaffen, omdat deze volgens de partij symbool staat voor seksuele woke-indoctrinatie. De partij verzet zich tegen elke vorm van indoctrinatie op basisscholen.
De PVV wil schoolzwemmen opnieuw verplicht maken op basisscholen en pleit voor een harde aanpak van pesters, waarbij niet het slachtoffer maar de pester van school moet.
De PVV wil dat op basisscholen en op het schoolplein uitsluitend Nederlands wordt gesproken, om integratie en verbondenheid met Nederland te bevorderen.
NSC wil het niveau van het basisonderwijs verhogen door meer focus op basisvaardigheden, meer autonomie en waardering voor leraren, en eerlijke kansen voor alle leerlingen. Ze pleiten voor een landelijke eindtoets, meer middelen voor scholen met kwetsbare leerlingen, transparantere besteding van onderwijsgeld, en het structureel mogelijk maken van een schoolontbijt voor kinderen die dat nodig hebben. Hun visie is gericht op gelijke kansen, minder regeldruk, en het herstellen van vertrouwen in de leraar.
NSC vindt dat het niveau van lezen, rekenen en schrijven op basisscholen drastisch omhoog moet en wil dit bereiken met bewezen effectieve lesmethoden en een landelijke eindtoets. Ze willen over- of onderadvisering voorkomen en het plezier in leren terugbrengen.
“Het niveau van basisvaardigheden zoals lezen, rekenen en schrijven moet drastisch omhoog.”
“We gaan door met het Herstelplan Kwaliteit Onderwijs. Lesmethoden moeten bewezen werken en het plezier in leren terugbrengen.”
“Daarom proberen we over- of onder advisering zo veel mogelijk te voorkomen met een goed onderbouwd schooladvies op basis van een eenduidige landelijke eindtoets basisonderwijs.”
NSC wil dat leraren op basisscholen meer professionele autonomie krijgen, minder administratieve lasten ervaren, en beter beloond worden. Ze willen het lerarenstatuut versterken en de regeldruk verminderen.
“Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt. We geven vakverenigingen meer zeggenschap over de eindtermen, didactische methodes en lesmateriaal, zodat onderwijsinhoud voortkomt uit vakkennis en praktijkervaring.”
“De regeldruk en administratieve lasten voor de leraar moeten afnemen.”
“We willen met de sector verkennen wat ervoor nodig is om meer mensen voltijds (4 tot 5 dagen per week) te laten werken.”
“Daarnaast versterken we het lerarenstatuut, zodat hun professionele autonomie beter is beschermd.”
NSC wil dat basisscholen met veel kwetsbare leerlingen extra middelen krijgen en dat huiswerkbegeleiding op school beschikbaar wordt. Ze willen ook een structureel schoolontbijt voor kinderen die dat nodig hebben.
“Scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden.”
“Omdat bijles steeds gebruikelijker wordt en niet voor alle gezinnen betaalbaar is, moet huiswerkbegeleiding op school beschikbaar zijn.”
“We zetten ons in om een dagelijks schoolontbijt structureel mogelijk te maken voor kwetsbare kinderen, zodat ieder kind de dag gezond en vol energie kan starten.”
NSC wil dat schoolbesturen meer geld direct in de klas besteden, de overheadkosten beperken, en leraren betrekken bij financiële beslissingen. Ze willen geen tijdelijke potjes, maar structurele bekostiging.
“Schoolbesturen moeten ervoor zorgen dat de middelen besteed worden in de klas. We stellen een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld die aan het primaire proces moet worden besteed, maximeren de kosten voor overhead en willen dat leraren actief geraadpleegd worden bij de besteding van de middelen.”
“We zetten niet in op nieuwe ‘potjes’ (extra tijdelijke middelen), maar op structurele bekostiging waarmee scholen vooruit kunnen.”
“Tegelijkertijd moet transparanter worden hoe schoolbesturen hun middelen besteden, zodat zij daarover duidelijk verantwoording kunnen afleggen.”
NSC wil voorkomen dat basisscholen leerfabrieken worden en stelt een fusieverbod in voor scholen boven een bepaalde omvang, zodat het onderwijs kleinschalig en persoonlijk blijft.
“Onderwijsbesturen mogen niet anoniem of oncontroleerbaar zijn en scholen geen leerfabrieken. Daarom stellen we een fusieverbod in voor scholen boven een bepaalde omvang, zodat schoolbesturen zicht houden op de dagelijkse gang van zaken.”
NSC wil dat basisscholen meer activiteiten in het basisaanbod opnemen, zodat ook kinderen van minder draagkrachtige ouders kunnen meedoen, maar sluit een vrijwillige ouderbijdrage niet uit.
JA21 wil de kwaliteit van het basisonderwijs fundamenteel verbeteren door te focussen op basisvaardigheden, het gezag van de leraar te herstellen en segregatie tegen te gaan. Ze pleiten voor meer investeringen in het primaire proces, minder management en subsidies, en strengere eisen aan islamitische basisscholen. De partij wil dat Nederlandse normen en waarden centraal staan en dat de leraar leidend is in het advies over doorstroming van leerlingen.
JA21 vindt dat het beschikbare budget voor het basis- en voortgezet onderwijs anders moet worden ingezet, met prioriteit voor het primaire proces en minder voor management, overhead en tijdelijke projecten. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en verspilling tegengaan.
“Het budget dat voor het basis- en voortgezet onderwijs beschikbaar is, moet daarvoor wat JA21 betreft een andere prioriteit krijgen. Meer geld naar het primaire proces en minder geld naar management, overhead en tijdelijke projecten.”
De partij maakt zich zorgen over het niveau van basisvaardigheden zoals lezen, taal en rekenen in het primair onderwijs en wil dat deze fundamenteel verbeteren. Ze willen hoge en heldere eisen stellen aan leerlingen en studenten.
“Helaas stellen we vast dat ondanks alle inspanningen het bedroevend is gesteld wat betreft de basisvaardigheden zoals lezen, taal en rekenen zowel in het primair als het voortgezet onderwijs. JA21 vindt dit onacceptabel; de onderwijskwaliteit moet fundamenteel verbeteren.”
“JA21 is van oordeel dat de kwaliteit van het onderwijs wordt gediend door hoge en heldere eisen aan leerlingen en studenten te stellen.”
“Extra aandacht geven aan basisvaardigheden.”
JA21 wil het gezag van de leraar herstellen en zijn advies leidend maken bij het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen. De leraar moet als professional worden gezien en minder tijd kwijt zijn aan administratie.
“Het gezag van de leraar herstellen en zijn advies leidend laten zijn bij het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen.”
“De leraar is dan ook als geen ander in staat om een leerling te adviseren. Dat advies moet centraal staan in het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen. Niet de wens van de ouders en ook niet de wens van de schoolleiding.”
“Beperking van de maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten (max 6%).”
JA21 vindt de groei van islamitische basisscholen onwenselijk vanwege het risico op segregatie en parallelle samenlevingen. Ze willen streng toezicht op deze scholen en een debat over modernisering van artikel 23 van de Grondwet.
“JA21 vindt de sterke groei van het aantal islamitische basis- en middelbare scholen een onwenselijke ontwikkeling, want dat draagt bij aan segregatie en aan het ontstaan van parallelle samenlevingen.”
“Op de korte termijn zal de inspectie streng erop moeten toezien dat Islamitische scholen een goede invulling geven aan de wet die het burgerschapsonderwijs verplicht stelt.”
“Verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs.”
“Een debat over de modernisering van artikel 23 van de Grondwet.”
JA21 wil dat essentiële Nederlandse waarden, zoals gelijkwaardigheid en vrijheid van meningsuiting, centraal staan in het onderwijs en dat ongeoorloofde afwezigheid bij lessen hierover wordt gesanctioneerd.
“In het onderwijs moeten de Nederlandse normen en waarden zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw en gelijkgeslachtelijke relaties, het je houden aan de wet, rekening houden met de ander, de vrijheid van meningsuiting en religie, de democratische rechtstaat centraal staan.”
“Aandacht in het onderwijs voor essentiële Nederlandse waarden en vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting en gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Ongeoorloofde afwezigheid tijdens lessen die hierop betrekking hebben wordt gesanctioneerd.”
FVD wil het basisonderwijs terugbrengen naar de kern van kennisoverdracht, met kleinere klassen, hogere salarissen voor leraren en meer autonomie voor scholen en leerkrachten. Ze pleiten voor het behoud van keuzevrijheid, het terugdraaien van passend onderwijs ten gunste van speciaal onderwijs, en het weren van ideologische invloeden uit basisscholen. De partij wil dat basisscholen zich richten op taal, rekenen en cultuur, met ruimte voor differentiatie en eigen identiteit.
FVD vindt dat de kwaliteit van het basisonderwijs omhoog moet door klassen te verkleinen en het beroep van leraar aantrekkelijker te maken met hogere salarissen. Dit moet zorgen voor meer aandacht per leerling en minder werkdruk voor leraren.
De partij wil dat basisscholen meer vrijheid krijgen in hun onderwijsaanpak, het curriculum en het behouden van hun eigen identiteit. Dit betekent ook het beschermen van bijzonder onderwijs en het recht op eigen aannamebeleid.
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
“We behouden artikel 23 Grondwet, zodat scholen in het bijzonder onderwijs hun eigen identiteit en aannamebeleid kunnen behouden.”
“We behouden en verruimen de keuzevrijheid van scholen om extra vakken aan te bieden, zodat leerlingen zich breder kunnen ontwikkelen en scholen kunnen differentiëren.”
FVD wil het huidige systeem van passend onderwijs grotendeels vervangen door speciaal onderwijs, met herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen met speciale zorgbehoeften beter worden ondersteund.
“We zetten in op herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed worden ondersteund.”
“We ... vervangen ... passend onderwijs grotendeels door speciaal onderwijs, zodat ieder kind de aandacht krijgt die het nodig heeft.”
De partij vindt dat basisscholen zich weer moeten richten op basisvaardigheden als taal en rekenen, en dat sociale projecten en ideologische invloeden (zoals ‘woke’ en LGBT-gedachtegoed) uit het onderwijs moeten verdwijnen.
“Kinderen moeten de fundamenten van taal, rekenen en beschaafde omgang meekrijgen, maar de nadruk is de laatste decennia te veel verschoven naar sociale projecten en te weinig naar kennisoverdracht.”
“Woke en LGBT-gedachtegoed houden we weg van jonge kinderen.”
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
FVD wil cultuur- en muziekeducatie een vaste plek geven in het curriculum van basisscholen, zodat alle kinderen toegang krijgen tot kunst en culturele vorming.
“We geven cultuur- en muziekeducatie een vaste plek in het curriculum, zodat alle kinderen toegang krijgen tot kunst en culturele vorming.”
De SP wil dat basisscholen goed gefinancierd zijn, met kleinere klassen, gratis maaltijden en gelijke kansen voor elk kind. Ze pleiten voor het afschaffen van de ouderbijdrage, het terugbrengen van schoolzwemmen en een gratis ontbijt en lunch op alle basisscholen. Hun visie is dat basisscholen publieke, inclusieve plekken moeten zijn waar afkomst of inkomen geen rol speelt en waar ieder kind zich breed kan ontwikkelen.
De SP vindt dat elke basisschool voldoende middelen moet krijgen, met extra steun voor scholen in achterstandswijken. Ze willen dat scholen toegankelijk zijn voor alle kinderen, ongeacht achtergrond, en dat segregatie wordt tegengegaan. De lumpsumfinanciering wordt afgeschaft zodat geld direct in de klas terechtkomt.
“Elke school moet natuurlijk goed gefinancierd zijn zodat zij haar leerlingen het best mogelijke onderwijs kan bieden. De realiteit is ook dat sommige scholen in wijken staan die extra uitdagingen met zich meebrengen. We laten hen niet in de steek, maar zorgen juist voor extra financiering en ondersteuning om kinderen uit deze wijken goed en passend onderwijs te bieden.”
“Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas.”
“Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen. ... Wij kiezen dan ook voor openbare en inclusieve scholen, waar afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel vormen.”
De SP wil de maximale klassengrootte in het basisonderwijs verlagen naar 21 leerlingen, te beginnen bij scholen met de grootste achterstanden. Dit moet de werkdruk verlagen en de kwaliteit van het onderwijs verhogen. Extra ondersteuning in de klas, zoals conciërges en onderwijsassistenten, wordt ingezet.
“We verlagen de maximale klassengrootte, te beginnen op scholen met de grootste achterstanden. Ons doel: binnen enkele jaren maximaal 21 leerlingen per klas in het basis en voortgezet onderwijs.”
“Leerkrachten verdienen meer ruimte en tijd voor goed onderwijs. Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
Om gelijke kansen en gezondheid te bevorderen, wil de SP dat elk kind op de basisschool gratis ontbijt en lunch krijgt, ongeacht de thuissituatie.
“Tegelijkertijd zorgen we voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen. Zo krijgt elk kind de energie om te leren, spelen en groeien. Ongeacht wat er thuis op tafel staat.”
De SP wil de vrijwillige ouderbijdrage volledig afschaffen zodat alle kinderen kunnen meedoen aan schoolactiviteiten, zonder uitsluiting op basis van inkomen.
“Daarom schaffen we de vrijwillige ouderbijdrage volledig af. Scholen krijgen hiervoor een eerlijk bedrag van de overheid om activiteiten voor alle kinderen te organiseren, zonder uitsluiting.”
Om zwemveiligheid en gelijke kansen te waarborgen, wil de SP schoolzwemmen weer invoeren op alle basisscholen, publiek georganiseerd zodat scholen niet extra belast worden.
“Daarom brengen we schoolzwemmen terug op elke basisschool. Dit organiseren we publiek, zodat scholen niet extra belast worden.”
De SP vindt dat ieder kind op de basisschool minimaal drie uur gymles per week moet krijgen van een vakdocent, om beweging en gezondheid te stimuleren.
“Ieder kind op de basisschool krijgt minstens drie uur gymles per week van een vakdocent.”
Volt wil gelijke kansen en een inclusieve, toekomstgerichte leeromgeving op basisscholen, met meer aandacht voor brede ontwikkeling, kleinere klassen en gezonde schoolmaaltijden. Ze pleiten voor structurele investeringen, het afschaffen van religieus en particulier onderwijs, en het versterken van burgerschap en digitale vaardigheden. Hun beleid richt zich op het verminderen van ongelijkheid, het ondersteunen van leraren en het moderniseren van het curriculum.
Volt wil de kwaliteit van het basisonderwijs verhogen door structureel te investeren in kleinere klassen, meer onderwijsondersteuners en extra opleidingsplaatsen, vooral in kansarme wijken. Dit moet de werkdruk verlagen en de onderwijskwaliteit verbeteren.
“We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners. We beginnen op scholen in kansarme wijken waar de onderwijsdruk het hoogst is.”
Volt zet in op gratis schoolmaaltijden op basisscholen, geïnspireerd op het Zweedse model, om gezond eten te bevorderen en ongelijkheid te bestrijden.
“De door Volt gerealiseerde gratis schoolmaaltijden, zetten we voort en breiden we uit naar Zweeds voorbeeld, waarbij de schoolmaaltijd gezien wordt als onderdeel van het onderwijsprogramma. Hiermee wordt gezond eten bevorderd, ongelijkheid aangepakt en zit niemand meer met honger in de klas.”
Volt wil alle basisscholen publiek toegankelijk maken door het afschaffen van religieus en particulier onderwijs, zodat kinderen van verschillende achtergronden elkaar ontmoeten.
“We schaffen privéscholen en de IGBO- en IGVO-regelingen af. Alle scholen worden publiek toegankelijk zonder financiële drempels. Zo stimuleren we gelijke kansen voor alle kinderen.”
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen.”
Volt wil het curriculum op basisscholen vernieuwen met meer aandacht voor burgerschap, inclusieve geschiedenis, digitale vaardigheden en respect voor diversiteit.
“Volt pleit ervoor dat burgerschapsvorming een vaste plek krijgt in het primair en voortgezet onderwijs. Elk kind, op elke school, moet toegang hebben tot kwalitatief goed burgerschapsonderwijs — gericht op democratisch bewustzijn, sociale veiligheid, inclusie en weerbaarheid.”
“Bovendien pleiten wij ervoor dat de Inspectie van het Onderwijs er strenger op toeziet dat alle basisscholen en middelbare scholen onderwijs geven over seksuele- en genderdiversiteit.”
Volt wil de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs eerlijker maken door een breder adviesproces, alternatieve toetsvormen en een later selectiemoment.
“Volt gaat de overgang van basis naar voortgezet onderwijs eerlijker en kindgerichter maken. Centrale toetsen dragen bij aan kansengelijkheid door als objectieve check het schooladvies te versterken of bij te stellen. Tegelijkertijd mag de toets niet zwaarder wegen dan de bredere ontwikkeling van het kind.”
“Volt stimuleert de ontwikkeling van alternatieve toetsvormen, zoals kleinschalige, diagnostische toetsen die gericht zijn op ondersteuning in plaats van selectie.”
Volt wil het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief implementeren, met toegankelijke gebouwen en voldoende begeleiding.
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen. Wij zetten in op voldoende begeleiding op scholen van kinderen met verschillende beperkingen en het vermijden van stigma’s bij kinderen met een beperking.”
D66 wil de kwaliteit en gelijkheid van het basisonderwijs verbeteren door te investeren in sterke basisvaardigheden, gelijke kansen en betere schoolgebouwen. Ze pleiten voor een brede publieke voorziening van kinderopvang tot en met basisschool, bijna gratis kinderopvang, latere selectie en meer ondersteuning voor leerlingen en leraren. De partij richt zich op het verkleinen van achterstanden en het creëren van een stimulerende, inclusieve leeromgeving voor alle kinderen.
D66 wil dat alle basisschoolleerlingen een sterke basis krijgen in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden, met extra aandacht voor het verkleinen van achterstanden. Ze willen hoge verwachtingen van elk kind, ongeacht achtergrond, en investeren in programma’s en ondersteuning om gelijke kansen te bevorderen.
“We zorgen voor een sterke basis voor ieder kind. Lessen in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden zijn het belangrijkst. De vaardigheden in taal en rekenen nemen al jaren af. Dat moet beter. Iedere school krijgt een volle schoolbibliotheek.”
“Te veel kinderen beginnen met een achterstand op de basisschool. Daarom investeren we vanaf het allereerste begin in een stevige basis en in sociale ontwikkeling.”
“Waar je geboren bent en opgroeit, mag niet bepalen welke verwachtingen het onderwijs van je heeft. We doorbreken hardnekkige patronen van lage verwachtingen. We werken vanuit hoge verwachtingen van ieder kind, ongeacht je achtergrond.”
D66 wil één publieke voorziening creëren waarin kinderopvang, peuteropvang, voor- en vroegschoolse educatie en basisschool naadloos in elkaar overlopen, zodat elk kind in eigen tempo kan groeien en verschillen in startpositie worden verkleind.
“We bouwen aan één publieke voorziening voor alle kinderen van 1 tot 15 jaar. Daarin kan ieder kind, in eigen tempo en vanuit de eigen achtergrond, groeien. Zo verdwijnt ook het verschil tussen kinderopvang en peuteropvang of voor- en vroegschoolse educatie.”
Om gelijke kansen te bevorderen, maakt D66 kinderopvang vrijwel gratis voor alle kinderen, zodat elk kind toegang heeft tot vijf dagen opvang per week, ongeacht de werksituatie van de ouders.
“Op weg naar deze publieke voorziening maken we de kinderopvang bijna gratis. Elk kind krijgt toegang tot vijf dagen opvang per week. Dat geldt ook voor kinderen van wie één ouder werkt.”
D66 wil dat kinderen pas rond hun 15e een schoolkeuze maken, zodat ze langer samen leren en zich kunnen ontwikkelen, en het risico op een te laag schooladvies wordt verkleind.
“D66 wil dat jongeren pas rond de leeftijd van 15 jaar kiezen welke route dan het best bij ze past. Tot die tijd zitten ze in brede brugklassen. Zo krijgen ze langer de tijd om zich te ontwikkelen. Hiermee verkleinen we ook het probleem van een te laag schooladvies.”
D66 wil oude en slecht onderhouden schoolgebouwen vernieuwen of renoveren, zodat basisscholen veilig, duurzaam en toegankelijk zijn voor alle leerlingen.
“Veel schoolgebouwen zijn oud, slecht onderhouden en slecht geventileerd. Leerlingen en leraren hebben daar last van: hitte en fijnstof hebben invloed op hoe goed je kunt leren. D66 wil een groot, landelijk plan om schoolgebouwen te renoveren of nieuw te bouwen.”
D66 wil basisscholen meer ontwikkelingsprofessionals geven, zodat leraren zich kunnen richten op lesgeven en leerlingen zonder diagnose toch passende hulp kunnen krijgen.
“Daarom krijgen scholen ruimte en geld om ontwikkelingsprofessionals aan te nemen. Zij kunnen als deel van het schoolteam, leraren helpen om leerlingen die dat nodig hebben te ondersteunen.”
De Partij voor de Dieren wil dat basisscholen meer ruimte krijgen voor kindgericht onderwijs, met minder nadruk op toetsen en cijfers en meer aandacht voor individuele ontwikkeling. Ze pleiten voor kleinere klassen, structurele investeringen, meer autonomie voor scholen en gezonde, groene leeromgevingen. Het doel is een inclusief, kansengelijk en toekomstgericht basisonderwijs waarin het welzijn van leerlingen en leraren centraal staat.
De PvdD wil basisscholen meer vrijheid geven in het vormgeven van hun onderwijs, onder andere door het loslaten van de verplichte doorstroomtoets als scholen op andere manieren aan de eisen voldoen. De nadruk verschuift van cijfers en toetsen naar brede ontwikkeling en vertrouwen in de professionaliteit van leraren.
“Basisscholen krijgen de vrijheid af te zien van de doorstroomtoets als zij op een andere manier kunnen aantonen dat aan de wettelijke eisen is voldaan.”
“De Onderwijsinspectie gaat minder waarde hechten aan cijfers die leerlingen halen. Zo krijgen scholen de ruimte om afscheid te nemen van de toetscultuur.”
Om de werkdruk te verlagen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, wil de PvdD structureel investeren in kleinere klassen en meer ondersteunend personeel op basisscholen. Dit moet zorgen voor meer persoonlijke aandacht voor leerlingen en betere arbeidsomstandigheden voor leraren.
“We willen af van ‘plofklassen’ en werken toe naar kleinere klassen van maximaal 21 leerlingen.”
“Er komen extra klassenassistenten en ondersteunend personeel. Hiermee verlagen we de werkdruk van leraren.”
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies. Hierdoor kunnen scholen zelf lange-termijnbeleid ontwikkelen dat kwalitatief en inclusief onderwijs ten goede komt.”
De partij zet in op gezonde voeding, groene schoolpleinen en duurzame gebouwen op basisscholen. Ook moet het onderwijs inclusief zijn, met aandacht voor alle kinderen, ongeacht achtergrond of beperking.
“Net als in veel andere landen bieden scholen gezonde maaltijden aan, met 100% biologische en plantaardige inkoop.”
“We investeren in groene schoolpleinen. Buitenlessen worden gestimuleerd.”
“Het Rijk investeert extra in toegankelijkheid van alle scholen voor mensen met een beperking.”
De SGP wil basisscholen meer ruimte en stabiliteit geven door structurele bekostiging, minder regeldruk en meer vertrouwen in professionals. Ze pleiten voor het hervormen van de doorstroomtoets, extra ondersteuning voor kleine scholen en conciërges, en het stimuleren van passende advisering richting het voortgezet onderwijs. De overheid moet zich terughoudender opstellen en scholen ondersteunen bij inclusiever onderwijs, zonder de vrijheid van onderwijs aan te tasten.
De SGP vindt dat basisscholen structurele financiering moeten krijgen voor hun reguliere taken en pleit voor minder gedetailleerde overheidsbemoeienis. Dit moet zorgen voor meer zekerheid en ruimte voor stabiel personeelsbeleid en het oplossen van het lerarentekort.
“Voor de reguliere taken van scholen wordt alleen nog structurele bekostiging verstrekt via de lumpsum zodat scholen maximale zekerheid krijgen voor het voeren van stabiel personeelsbeleid.”
“Het onderwijs zucht onder de groeiende last van wetten, regels en verantwoording, de versnippering van de bekostiging en de grilligheid van het beleid. Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult.”
“Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig. We zetten een dikke streep onder de status van hun beroep. Dat is ook onmisbaar om het lerarentekort structureel op te lossen.”
De SGP wil de doorstroomtoets hervormen zodat deze weer een dienstbare rol krijgt bij het adviseren richting het voortgezet onderwijs. De druk op basisscholen om zo hoog mogelijk te adviseren moet worden verminderd, met als uitgangspunt een passend advies voor elke leerling.
“De doorstroomtoets wordt hervormd en krijgt weer een dienstbare rol bij de advisering richting het voortgezet onderwijs.”
“De druk op basisscholen om zo hoog mogelijk te adviseren kan in het vervolgonderwijs negatief uitpakken voor leerlingen. Als sluitstuk van voortdurende goede afstemming met ouders over de ontwikkeling van het kind moet zo passend mogelijk adviseren het uitgangspunt zijn.”
De SGP wil kleine basisscholen in dunbevolkte gebieden extra financieel ondersteunen en basisscholen structureel bekostigen voor het aanstellen van conciërges, zodat leraren zich kunnen richten op hun kerntaken.
“De overheid vergroot de financiële ondersteuning van kleine scholen in dunbevolkte gebieden. Dit mag niet ten koste gaan van kleinere scholen in grotere gemeenten.”
“In het basisonderwijs kunnen scholen langjarige aanvullende bekostiging krijgen voor het benoemen van conciërges. Schoolleiders en leraren kunnen zich zo meer concentreren op hun kerntaak.”
De SGP ondersteunt basisscholen die willen werken aan inclusiever onderwijs, maar vindt dat voor leerlingen die daar onvoldoende baat bij hebben, een duidelijk perspectief op speciaal onderwijs moet blijven bestaan.
“De overheid ondersteunt scholen die willen werken aan inclusiever onderwijs. Voor leerlingen die daarmee onvoldoende gebaat zijn, blijft de overheid echter een duidelijk perspectief op een plaats in het speciaal onderwijs bieden.”
DENK wil dat basisscholen bijdragen aan kansengelijkheid door gratis onderwijsmateriaal, gratis maaltijden in kwetsbare wijken en kleinere klassen te bieden. Ze pleiten voor meer investeringen in scholen in achterstandswijken, hogere salarissen voor leraren daar, en het terugdringen van vroege selectie. Het doel is dat elk kind, ongeacht achtergrond, gelijke kansen krijgt op de basisschool.
DENK vindt dat financiële drempels in het basisonderwijs moeten verdwijnen, zodat alle kinderen gelijke kansen krijgen. Daarom willen ze gratis onderwijsmateriaal voor alle leerlingen en gratis ontbijt en lunch op basisscholen in kwetsbare wijken. Dit moet voorkomen dat armoede de schoolprestaties beïnvloedt.
Om onderwijsachterstanden te verkleinen, wil DENK extra investeren in basisscholen in kwetsbare wijken. Ze pleiten voor hogere salarissen voor leraren op deze scholen en het instellen van een maximale klassengrootte, zodat leraren meer tijd en aandacht aan leerlingen kunnen besteden.
DENK wil dat basisscholen minder vroeg selecteren en pleit voor brede brugklassen. Dit moet voorkomen dat kinderen te jong worden vastgezet op een bepaald onderwijsniveau, waardoor hun kansen eerlijker blijven.
GroenLinks-PvdA wil basisscholen inzetten als motor voor kansengelijkheid door kleinere klassen, gratis bijles, gezonde lunches en het tegengaan van commerciële invloeden. Ze investeren extra in scholen met veel achterstanden en willen dat alle kinderen toegang hebben tot een rijk aanbod aan onderwijs, sport en cultuur, ongeacht hun achtergrond of financiële situatie.
GroenLinks-PvdA wil het aantal leerlingen per klas verkleinen, vooral op basisscholen met veel achterstanden, zodat leraren meer tijd en aandacht aan ieder kind kunnen geven. Dit moet de onderwijskwaliteit verhogen en de werkdruk voor leraren verlagen.
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten. Zo krijgen zij de rust en ruimte om het vak onder de knie te krijgen en krijgt elk kind de aandacht die het verdient.”
De partij wil dat basisscholen zelf gratis bijles aanbieden, zodat commerciële bijlesbureaus overbodig worden. Dit voorkomt dat kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen worden buitengesloten en zorgt voor gelijke kansen.
“Bedrijven die verdienen aan onderwijsachterstanden worden grotendeels overbodig omdat scholen zelf toegankelijke bijles aanbieden.”
“Publiek gefinancierde scholen mogen niet meer samenwerken of gesponsord worden door commerciële bijlesorganisaties.”
GroenLinks-PvdA wil dat basisscholen een gezonde lunch aanbieden en dat alle kinderen toegang hebben tot een breed aanbod van sport, cultuur en andere activiteiten tijdens de schooldag. Dit bevordert de ontwikkeling en het welzijn van kinderen, ongeacht hun thuissituatie.
“In het programma rijke schooldag starten we met een gezonde lunch op scholen. We zorgen ervoor dat dit géén extra taak wordt voor de leraar.”
“Naast het reguliere onderwijsprogramma ontwikkelen kinderen zich ook door lessen in sport, dans, cultuur, techniek en natuur. Deze lessen zijn toegankelijk voor ieder kind en worden in samenspraak met de buitenschoolse opvang aangeboden.”
Om te zorgen dat alle kinderen toegang hebben tot basisscholen en hun activiteiten, wil de partij de vrijwillige ouderbijdrage afschaffen en scholen extra geld geven voor bijvoorbeeld schoolreisjes.
“Door hoge vrijwillige ouderbijdragen te vragen, is niet elke school toegankelijk voor ieder kind. Daarom schaffen we deze af. Scholen ontvangen bekostiging voor extra activiteiten zoals schoolreisjes.”
De partij wil investeren in het verduurzamen, vergroenen en toegankelijk maken van basisschoolgebouwen, zodat elk kind in een gezond en prettig leerklimaat kan leren.
“We verduurzamen en vergroenen schoolgebouwen en -pleinen. Bestaande schoolgebouwen worden daar waar kan toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking.”
BBB wil het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen, om goed onderwijs dichtbij huis te garanderen. De partij legt nadruk op basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen op basisscholen, en wil minder aandacht voor randzaken en ideologische thema’s. BBB streeft naar regionale spreiding van onderwijsvoorzieningen zodat elk kind, ongeacht postcode, toegang heeft tot kwalitatief onderwijs.
BBB ziet het verdwijnen van basisscholen als een bedreiging voor de leefbaarheid van dorpen en wil deze scholen behouden, zelfs bij dalende leerlingaantallen. Dit moet ervoor zorgen dat goed onderwijs voor iedereen bereikbaar blijft, ongeacht waar men woont. De partij stelt voor om de kleinescholentoeslag om te zetten naar een toeslag voor dunbevolkte gebieden, zonder extra kosten.
“Behoud van basisscholen in kleine kernen. BBB is voor het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen. De kleinescholentoeslag zetten we om naar dunbevolkt heid toeslag, zonder dat de totale kosten stijgen.”
“BBB wil onderwijs dichtbij huis houden, juist ook in kleine kernen. Regionale spreiding is cruciaal: elke Nederlander heeft recht op goed onderwijs.”
BBB vindt dat basisscholen zich weer moeten richten op de kernvakken lezen, schrijven en rekenen, en minder op randzaken of ideologische thema’s. De partij ziet het dalen van taal- en rekenniveaus als een urgent probleem en wil dat onderwijstijd niet verloren gaat aan onderwerpen die weinig bijdragen aan basisvaardigheden.
“Er dient daarom meer aandacht te komen voor lezen, schrijven en rekenen op basisscholen en in het voortgezet onderwijs en verankering van digitale vaardigheden in het curriculum.”
“BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis.”
BBB uit kritiek op de toegenomen aandacht voor ideologische thema’s en symboolpolitiek in het basisonderwijs, zoals de Week van de Lentekriebels en genderdysforie. De partij vindt dat deze onderwerpen ten koste gaan van de ontwikkeling van basisvaardigheden.
“Kostbare onderwijstijd gaat verloren aan verplichte programma’s zoals de Week van de Lentekriebels, overmatig burgerschapsonderwijs of ideologische thema’s die weinig bijdragen aan de ontwikkeling van basisvaardigheden.”
“Terwijl op veel plekken de regenboogvlag wappert en basisscholen al spreken over genderdysforie, daalt op sommige plekken juist de acceptatie van homoseksualiteit.”
BIJ1 wil het basisonderwijs toegankelijker, inclusiever en eerlijker maken, met bijzondere aandacht voor gelijke kansen, gezonde schoolmaaltijden en het tegengaan van discriminatie en onderadvisering. Ze pleiten voor gratis, gezonde schoolmaaltijden, gelijke normen voor leerresultaten, en structurele aandacht voor koloniale geschiedenis en kansengelijkheid. Hun visie is gericht op het creëren van een veilige, inclusieve en rechtvaardige leeromgeving voor alle basisschoolleerlingen.
BIJ1 wil dat alle basisschoolleerlingen gratis toegang krijgen tot gezonde en duurzame maaltijden op school. Dit moet bijdragen aan gelijke kansen, gezondheid en het bestrijden van armoede onder kinderen.
“In het basisonderwijs bieden we gratis, gezonde en klimaatvriendelijke schoolmaaltijden aan.”
De partij wil dat alle kinderen in het basisonderwijs aan dezelfde normen voor leerresultaten worden gehouden, ongeacht hun achtergrond. Dit moet discriminatie en kansenongelijkheid tegengaan.
“We maken de normen van 'onvoldoende leerresultaten' in het basisonderwijs gelijk voor alle kinderen. Onafhankelijk van het land van herkomst, het opleidingsniveau van de ouders en of de ouders in schuldsanering zitten.”
BIJ1 wil het systeem van selectie en toetsing aan het einde van de basisschool hervormen, zodat onderadvisering wordt tegengegaan en het advies voor vervolgonderwijs een gezamenlijke beslissing wordt.
“De selectie en toetsing van basisschoolleerlingen voor het voortgezet onderwijs moet anders, en op een later moment. Advies voor vervolgonderwijs baseren we voortaan op een afspraak tussen leraar, ouder(s) of verzorger(s) en de leerling.”
De partij vindt het belangrijk dat het slavernij- en koloniale verleden een vaste plek krijgt in het lesmateriaal van het basisonderwijs, om zo bij te dragen aan bewustwording en inclusiviteit.
“De slavernij en koloniale geschiedenis krijgt een zichtbare plek in het lesmateriaal van het basis- en voortgezet onderwijs.”
BIJ1 wil dat basisscholen extra middelen krijgen om professionele bijles op school aan te bieden, zodat alle leerlingen gelijke ondersteuning krijgen, ongeacht het inkomen van hun ouders.
“Scholen krijgen extra geld om professionele bijles voor alle leerlingen op school beschikbaar te maken.”
De partij wil dat kunst- en cultuureducatie een verplicht onderdeel wordt van het basisonderwijs, zodat alle kinderen toegang krijgen tot culturele ontwikkeling.
“Kunst- en cultuureducatie wordt een verplicht onderdeel van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs en het mbo.”
BVNL wil dat het basisonderwijs zich weer richt op kernvaardigheden als rekenen, lezen en schrijven, met minder aandacht voor ideologisch gedreven onderwerpen. Ze pleiten voor minder bureaucratie, meer regie voor ouders en scholen, en een drastische verbetering van de kwaliteit en opleiding van basisschoolleerkrachten.
BVNL vindt dat het curriculum van basisscholen zich vooral moet richten op essentiële vaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen, en dat de kwaliteit hiervan omhoog moet. Ze keren zich tegen onderwijsnivellering en willen geen verlaging van het niveau.
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
BVNL wil de invloed van de overheid en onderwijskoepels beperken, zodat scholen en ouders samen meer zeggenschap krijgen over het onderwijs op basisscholen. Dit moet leiden tot minder administratielast en meer focus op het primaire onderwijsproces.
De partij wil de administratielast voor leerkrachten fors verminderen en de opleiding voor basisschoolleerkrachten verbeteren, zodat de kwaliteit van het onderwijs stijgt.
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
BVNL stelt dat het onderwijs, van basisschool tot universiteit, gevrijwaard moet blijven van politieke of ideologische beïnvloeding. De opvoeding van kinderen is primair een taak van de ouders.
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
De VVD wil dat basisscholen zich volledig richten op het versterken van basisvaardigheden, het gebruik van bewezen effectieve lesmethoden en het waarborgen van veiligheid en sociale ontwikkeling. Ze pleiten voor een lagere leerplichtleeftijd, meer focus op wetenschappelijk onderbouwd onderwijs, en het handhaven van regels rond mobiele telefoons en veiligheid op school. De partij wil dat basisscholen bijdragen aan gelijke kansen en een veilige, stimulerende leeromgeving.
De VVD vindt dat het onderwijs op basisscholen zich primair moet richten op het versterken van basisvaardigheden zoals taal en rekenen. Ze willen dat de onderwijsinspectie toeziet op het gebruik van wetenschappelijk onderbouwde en bewezen effectieve lesmethoden, om zo de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
“We leggen volle focus op basisvaardigheden. We zetten de huidige curriculumherziening voort en reken- en taalvaardigheid wordt onderdeel van elk schoolvak.”
“Bij het beste onderwijs horen excellente en wetenschappelijk onderbouwde lesmethoden en leermiddelen. De onderwijsinspectie focust zich meer op het handhaven van de basisvaardigheden en ziet toe of de gebruikte lesmethoden wetenschappelijk onderbouwd en bewezen effectief zijn.”
Om achterstanden vroeg aan te pakken, wil de VVD de leerplicht verlagen naar vier jaar en de focus in de kleuterklassen leggen op spelenderwijs leren. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor voorschoolse educatie voor kinderen met risico op een achterstand.
“We pakken onderwijsachterstanden aan door de leerplicht te verlagen naar de leeftijd van vier jaar, waarbij de focus in de kleuterklassen vooral ligt op spelenderwijs leren. Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk om voorschoolse educatie te verzorgen voor kinderen met een risico op een achterstand.”
De VVD benadrukt het belang van een veilige en sociale leeromgeving op basisscholen. Ze willen bestaande afspraken over het beperken van mobiele telefoons handhaven, inzetten op effectieve anti-pestmethoden, en streng optreden tegen wapens op school.
“Leerlingen worden socialer en zijn meer gefocust zonder mobiele telefoon op school. De landelijke afspraken hierover, waarbij scholen zelf invulling geven aan wat er wel en niet mag, werken goed. We handhaven deze bestaande afspraken.”
“We borgen dat iedere school met effectief bewezen methodes pesten tegengaat. We tolereren in geen enkel geval wapens op school, daarvoor zetten we in op een stevige aanpak samen met de gemeenten, bijvoorbeeld via kluisjescontroles.”
De VVD erkent het belang van dorpsscholen voor de leefbaarheid van kleine kernen. Ze willen de financiering aanpassen zodat deze scholen in dunbevolkte gebieden beter ondersteund worden.
“Dorpsscholen zijn belangrijk voor de leefbaarheid: We stimuleren samenwerkingsscholen en zetten de kleine scholentoeslag om naar een dunbevolktheidstoeslag, zodat dat geld ook daadwerkelijk in dunbevolktere gebieden terechtkomt.”
Het CDA wil dat basisscholen zich richten op een sterke basis in taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap, en dat deze toegankelijk zijn voor alle leerlingen. Ze pleiten voor het behoud van speciale scholen waar nodig, streven naar meer inclusief onderwijs, en willen laaggeletterdheid tegengaan. Daarnaast zet het CDA in op gezonde schoolomgevingen en gratis schoolfruit voor basisschoolkinderen.
Het CDA benadrukt het belang van een stevige basis in het primair onderwijs, met aandacht voor kernvaardigheden en toegankelijkheid voor alle leerlingen. Dit moet bijdragen aan gelijke kansen en een goede voorbereiding op de toekomst.
“We willen dat het primair onderwijs zich richt op een sterke basis met taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap als kern, en toegankelijk voor alle leerlingen.”
Het CDA wil speciale scholen behouden voor wie dat nodig heeft, maar streeft ernaar dat in 2035 zoveel mogelijk scholen zijn overgestapt naar inclusief onderwijs, zodat kinderen zoveel mogelijk samen opgroeien in het reguliere onderwijs.
“We willen dat speciale scholen blijven bestaan voor wie dat nodig heeft. Het doel blijft dat in 2035 zoveel mogelijk scholen in het funderend onderwijs zijn overgestapt naar inclusief onderwijs, waarbij zoveel mogelijk kinderen deelnemen in het reguliere onderwijs.”
Het CDA ziet het risico op laaggeletterdheid toenemen en vindt dat projecten als Bieb op school belangrijk zijn, maar wil deze aanvullen met een bredere aanpak gericht op lees- en taalvaardigheid voor jong en oud.
“Het risico op laaggeletterdheid is in toenemende mate aanwezig bij een steeds grotere groep kinderen en verdient onze blijvende aandacht. Projecten als Bieb op school zijn belangrijk om lees- en taalvaardigheid te blijven bevorderen en dergelijke projecten moeten aangevuld worden met een veel bredere aanpak gericht op jong en oud.”
Het CDA wil gezond leven stimuleren op basisscholen en stelt gratis schoolfruit voor alle basisschoolkinderen voor.
“Wij willen gratis schoolfruit voor kinderen op de basisschool.”
Het CDA vindt het belangrijk dat basisscholen gezonde en duurzame gebouwen hebben, zodat het leerklimaat optimaal is.
“Daarnaast investeren we in gezonde en duurzame schoolgebouwen.”
De ChristenUnie wil dat basisscholen voldoende middelen krijgen om kansengelijkheid te bevorderen, met extra aandacht voor scholen met veel achterstanden. Ze pleiten voor gratis bijles en ondersteuning op school, vrijwillige ouderbijdragen, en het versterken van basisvaardigheden als rekenen en taal, waarbij de uitvoering bij de scholen zelf ligt.
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat basisscholen met veel uitdagingen en achterstanden extra financiële ondersteuning krijgen om gelijke kansen te waarborgen. Ze willen voorkomen dat verschillen tussen scholen onacceptabel groot worden en dat ouders financieel worden belast.
“Via de bekostiging en het onderwijsachterstandenbeleid blijven we extra middelen vrijmaken voor scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn.”
“De ouderbijdrage blijft vrijwillig en de inspectie ziet erop toe dat scholen dit respecteren, niet discrimineren, en dat het vrijwillig karakter voor iedereen duidelijk is. Komen scholen tekort, dan kunnen ze worden gecompenseerd zodat er geen onacceptabele verschillen tussen scholen ontstaan.”
Om het ontstaan van een buitenschools circuit van bijlesorganisaties tegen te gaan en kansengelijkheid te bevorderen, wil de ChristenUnie dat basisscholen gratis bijles en extra ondersteuning aanbieden binnen de school zelf.
“Als een leerling bijles of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat gratis aangeboden en zo veel mogelijk op de school zelf.”
De partij maakt zich zorgen over het afnemende niveau van basisvaardigheden zoals rekenen en schrijven bij basisschoolleerlingen. Ze willen dat scholen hier blijvend aandacht aan besteden, maar dat de overheid zich beperkt tot het stellen van randvoorwaarden en de uitvoering bij de scholen laat.
“Basisvaardigheden dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden. De overheid respecteert dat de uitvoering in handen is van scholen en stelt alleen randvoorwaarden.”
De ChristenUnie ziet een belangrijke rol voor basisscholen in het ondersteunen van ouders bij opvoeding en schoolgerelateerde uitdagingen, en wil hiervoor extra middelen beschikbaar stellen.
“Scholen krijgen middelen om ouders te ondersteunen bij de opvoeding en schoolgerelateerde uitdagingen.”
50PLUS benadrukt het belang van sterke basisvaardigheden zoals taal en rekenen in het basisonderwijs, omdat zij constateren dat kinderen hier steeds meer moeite mee hebben. Ze willen dat het onderwijs zich hierop focust en pleiten daarnaast voor het voorkomen van een monopolypositie van schoolbesturen in bepaalde regio’s. Concrete voorstellen voor basisscholen blijven beperkt tot deze punten; andere uitspraken zijn te algemeen of niet direct relevant.
50PLUS vindt dat het basisonderwijs zich vooral moet richten op het versterken van taal- en rekenvaardigheden, omdat deze volgens hen onder druk staan. Dit wordt gezien als een topprioriteit om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en kinderen beter voor te bereiden op de toekomst.
De partij wil voorkomen dat schoolbesturen in bepaalde regio’s een monopoliepositie krijgen, om keuzevrijheid en diversiteit in het basisonderwijs te waarborgen. Dit moet leiden tot meer inspraak en betere afstemming op de behoeften van leerlingen en ouders.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”