NSC vindt dat het loon weer de basis van het inkomen moet zijn en wil het minimumloon stapsgewijs verhogen naar €18 per uur, zodat werken loont en bestaanszekerheid wordt versterkt. Tegelijkertijd wil NSC het toeslagenstelsel sterk vereenvoudigen en uitkeringen en pensioenen koppelen aan het minimumloon, zodat mensen niet langer afhankelijk zijn van ingewikkelde regelingen. Het doel is een eerlijker en transparanter inkomensstelsel waarbij het basissalaris centraal staat.
NSC wil het minimumloon verhogen naar €18 per uur en dit als fundament van het inkomensstelsel maken, zodat mensen voldoende kunnen verdienen zonder afhankelijk te zijn van toeslagen. Dit moet bestaanszekerheid bieden en het loon weer centraal stellen als basis van het inkomen.
“We verhogen het minimumloon stapsgewijs naar € 18 en koppelen dit aan een stelselvernieuwing, zodat het loon weer de basis is van het inkomen.”
“Het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen moeten toereikend zijn om de dagelijkse kosten te kunnen betalen.”
“Een stijging van het minimumloon is daar onderdeel van. Tegelijk werken we stapsgewijs toe naar een systeem zonder veel te ingewikkelde toeslagen en kortingen, zodat het loon zelf weer de basis van het inkomen wordt.”
“Een toereikend minimumloon van € 18,- zodat werken weer loont.”
“Het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen gaan omhoog.”
“Daarnaast versterken we de bestaansgrond van mensen: meer betaalbare woningen, een hoger minimumloon van € 18, een lagere energierekening en een toegankelijke gezondheidszorg.”
NSC wil dat uitkeringen en pensioenen automatisch meestijgen met het minimumloon, zodat ook mensen die niet (meer) kunnen werken verzekerd zijn van een toereikend inkomen.
“We handhaven de koppeling van AOW en andere uitkeringen met het minimumloon zodat deze ook meegroeien met de gemiddelde stijging van de contractlonen.”
NSC wil het jeugdloon verhogen en uiteindelijk vanaf 18 jaar vervangen door het minimumloon. Daarnaast wordt een verplichte belastingvrije stagevergoeding van €450 per maand ingevoerd als minimum voor een fulltime stage.
“We verhogen het minimumjeugdloon zodat jongeren meer gaan verdienen. We willen dat uiteindelijk het jeugdloon vanaf 18 jaar wordt vervangen door het minimumloon.”
“We voeren een verplichte belastingvrije stagevergoeding in voor mbo-, hbo- en wo-studenten, die € 450 per maand bedraagt. Dit is ook het minimum voor een fulltime stage.”
NSC wil het toeslagenstelsel sterk vereenvoudigen en afbouwen, zodat mensen niet langer afhankelijk zijn van toeslagen en het basissalaris weer het fundament van het inkomen wordt.
De ChristenUnie pleit niet expliciet voor een "basissalaris" (zoals een universeel basisinkomen of gegarandeerd minimumsalaris), maar zet sterk in op belastinghervormingen die de eerste €30.000 aan inkomen belastingvrij maken. Hun kernvoorstel is een eenvoudiger, inkomensonafhankelijke belastingkorting die inkomenszekerheid en bestaanszekerheid vergroot, vooral voor mensen met lage en middeninkomens. Het doel is dat werken altijd loont en dat iedereen voldoende inkomen heeft om van rond te komen.
De ChristenUnie wil dat niemand belasting betaalt over de eerste €30.000 aan inkomen, waarmee ze een inkomensbodem creëren die lijkt op een "basissalaris" via het belastingstelsel. Dit moet bestaanszekerheid vergroten en armoede tegengaan, zonder de nadelen van het huidige toeslagenstelsel.
“Stelregel is dat onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste € 30.000 aan inkomen.”
“De wirwar van toeslagen vervangen we door een eenvoudige belastingkorting. Zo blijft het gegarandeerd de eerste € 30.000 die per jaar verdient belastingvrij én is er geen sprake meer van onzekerheid en terugvorderingen.”
“Voor inkomen uit werk betekent dit concreet dat de eerste € 30.000 inkomen belastingvrij is.”
In plaats van toeslagen krijgt iedereen een maandelijkse belastingkorting, onafhankelijk van het inkomen, die zo nodig wordt uitgekeerd. Dit systeem biedt inkomenszekerheid en voorkomt terugvorderingen, en functioneert als een inkomensbodem voor alle huishoudens.
De ChristenUnie wil dat extra werken altijd financieel loont, door de marginale druk te verlagen tot maximaal 50%. Dit voorkomt dat mensen er netto op achteruitgaan als ze meer verdienen, en stimuleert arbeidsparticipatie.
“Met ons nieuwe belastingstelsel is dat verleden tijd. De marginale druk is zelfs in het meest extreme geval lager dan 50%. Dat betekent dat je altijd meer dan de helft van hogere verdiensten terugziet in je portemonnee (en vaak nog meer).”
“In het door het CPB doorgerekende nieuwe belastingstelsel van de ChristenUnie is de marginale druk altijd lager dan 50%. Werken wordt daarmee veel lonender.”
De ChristenUnie wil een systeem waarin iedereen – werkend of niet-werkend – een voldoende, zeker en voorspelbaar inkomen ontvangt, zodat iedereen kan bijdragen aan de samenleving en bestaanszekerheid heeft.
BVNL pleit niet voor een universeel "basissalaris" of basisinkomen, maar wil werken structureel aantrekkelijker maken dan uitkeringen. De partij richt zich op het verhogen van de lonen voor essentiële beroepen in de lagere loonschalen, en het vergroten van het verschil tussen werken en een uitkering.
BVNL wil dat essentiële ambtenaren zoals militairen, politieagenten, docenten en zorgmedewerkers structureel substantieel meer gaan verdienen, met een eenmalige extra loonsverhoging van 10% voor mensen in de lagere loonschalen. Dit moet het werken in deze sectoren aantrekkelijker maken en hun maatschappelijke waarde erkennen.
“Essentiële ambtenaren zoals militairen, politieagenten, docenten en zorgmedewerkers moeten structureel substantieel meer gaan verdienen. Dat kunnen we doen door een eenmalige extra loonsverhoging van 10%, voor mensen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
“Alle zorgmedewerkers, die zich in de lagere loonschalen bevinden, krijgen een eenmalige extra loonsverhoging van 10%.”
“Een eenmalige extra loonsverhoging van 10% voor alle militairen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
BVNL verwerpt het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen en wil het verschil tussen werken en een uitkering vergroten. Het doel is dat werken altijd meer oplevert dan niet werken, onder andere door het loskoppelen van uitkeringen van het minimumloon en het verlagen van belastingen op arbeid.
“Het verschil tussen een uitkering en een baan moet fors worden vergroot. Werken moet weer lonen.”
“Bijstandsuitkeringen en andere uitkeringen loskoppelen van het minimumloon, met uitzondering van de AOW.”
“Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven.”
“Mensen die werken moeten substantieel meer geld verdienen dan mensen die niets doen.”
BVNL noemt nergens een universeel "basissalaris" of basisinkomen als beleidsvoorstel. In plaats daarvan richt de partij zich op het stimuleren van arbeidsparticipatie en het beperken van uitkeringsrechten voor nieuwkomers.
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
D66 wil het huidige toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een individueel basisbedrag voor iedereen, waarmee ze de bestaanszekerheid willen vergroten en het systeem eenvoudiger en eerlijker maken. Dit basisbedrag moet inkomenssteun bieden die voldoende is om van rond te komen en onzekerheid en armoede tegengaan. Het voorstel is bedoeld als structurele hervorming van het sociale zekerheidsstelsel, waarbij bestaande toeslagen zoals zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderbijslag worden samengevoegd of afgeschaft.
D66 wil het ingewikkelde en foutgevoelige toeslagenstelsel op termijn vervangen door een individueel basisbedrag voor iedereen. Dit moet zorgen voor meer bestaanszekerheid, minder armoede en een eenvoudiger, begrijpelijker systeem. Het basisbedrag is bedoeld als structurele inkomenssteun die voldoende is om van te leven, zodat minder mensen afhankelijk zijn van losse toeslagen en gemeenten minder hoeven bijspringen.
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen”
“gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
“Toeslagen maken we eenvoudiger en vervangen we stap voor stap voor een individueel basisbedrag.”
“En we schaffen het doolhof van de toeslagen af: in plaats daarvan komt er één vast bedrag.”
Als eerste stap naar het basisbedrag wil D66 de zorgtoeslag afschaffen en het kindgebonden budget en de kinderbijslag samenvoegen tot één regeling. Dit moet het systeem overzichtelijker maken en de inkomenssteun directer en eerlijker verdelen.
“De eerste belangrijke stappen zijn het invoeren van dat basisbedrag, het afschaffen van de zorgtoeslag en het samenvoegen van kindgebonden budget en kinderbijslag.”
“Het kindgebonden budget en de kinderbijslag voegen we samen. Zo gaan we van drie ingewikkelde regelingen naar één duidelijke bijdrage voor ouder en kind. Ook de zorgtoeslag schaffen we af.”
GroenLinks-PvdA pleit niet expliciet voor een "basissalaris" (zoals een universeel basisinkomen of gegarandeerd minimumsalaris los van werk), maar zet sterk in op het verhogen van het minimumloon en het waarborgen van een fatsoenlijk bestaansminimum voor iedereen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verhogen van het minimumloon naar €18 per uur, het afschaffen van het minimumjeugdloon voor volwassenen, en het koppelen van uitkeringen aan het minimumloon. De partij wil zo armoede bestrijden en bestaanszekerheid vergroten, vooral voor werkenden en kwetsbare groepen.
GroenLinks-PvdA wil het minimumloon fors verhogen naar €18 per uur en koppelt daar ook uitkeringen en de AOW aan. Dit moet ervoor zorgen dat werken loont, armoede wordt teruggedrongen en iedereen kan rekenen op een fatsoenlijk bestaansminimum. Het verhogen van het minimumloon wordt gezien als de kernmaatregel om inkomenszekerheid te bieden.
“We verhogen het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“De lonen in Nederland zijn te laag. Mensen kunnen niet rondkomen... Het minimumloon gaat fors omhoog. We delen de welvaart eerlijk: de AOW en andere uitkeringen stijgen mee, en we strijden tegen armoede.”
“We behouden de koppeling van alle uitkeringen aan het minimumloon, zodat we allemaal vooruit kunnen.”
De partij vindt het oneerlijk dat jongeren boven de 18 minder verdienen dan andere volwassenen en wil daarom het minimumjeugdloon voor deze groep afschaffen. Dit moet bijdragen aan gelijke behandeling en inkomenszekerheid voor jongvolwassenen.
“Wij schaffen het minimumjeugdloon af voor iedereen boven de 18. Alle volwassenen verdienen hetzelfde minimumloon.”
GroenLinks-PvdA benadrukt het belang van een fatsoenlijk bestaansminimum, waarbij mensen niet afhankelijk zijn van toeslagen en niet door het ijs zakken. Ze willen een sociaal vangnet dat zekerheid biedt, met automatische inkomensondersteuning en begeleiding naar werk waar mogelijk.
Er is geen concreet voorstel voor een universeel basisinkomen of onvoorwaardelijk basissalaris. Wel laat de partij onderzoeken of toeslagen vervangen kunnen worden door alternatieven zoals het garantieinkomen, maar dit is geen uitgewerkt beleidsvoorstel.
“We laten onderzoeken of toeslagen vervangen kunnen worden door alternatieven, zoals het garantieinkomen van de denktank 2040.”
Volt pleit voor de invoering van een maandelijks basisinkomen voor iedereen, dat alle toeslagen en fiscale regelingen vervangt en zo financiële zekerheid en eenvoud biedt. Dit basisinkomen is bedoeld als vaste uitkering per huishouden, met extra bedragen per volwassene en kind, en wordt gezien als een fundamentele stap richting bestaanszekerheid en het terugdringen van armoede. Volt wil het systeem laten doorrekenen door het CPB en eventueel testen in de praktijk, met als doel een rechtvaardiger en eenvoudiger inkomensstelsel.
Volt wil een maandelijks basisinkomen invoeren dat alle bestaande toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten vervangt. Dit moet zorgen voor financiële rust, eenvoud en het terugdringen van armoede, en wordt gezien als een fundamentele hervorming van het sociale stelsel. Het voorstel omvat een vaste basisuitkering per huishouden, met extra bedragen per volwassene en kind, en extra voor alleenstaande ouders.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd. Ook alleenstaande ouders ontvangen extra geld boven op de basisuitkering.”
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
“Iedereen krijgt een basisinkomen.”
“Dat start met een basisinkomen. Dat geeft financiële rust en voorkomt schulden. Iedereen krijgt een basis waarmee je vooruit kan.”
Volt wil het voorgestelde basisinkomen laten doorrekenen op financiële haalbaarheid en de (niet-)materiële effecten testen in de praktijk met een representatieve groep. Dit moet zorgen voor transparantie over de kosten en baten en onderbouwing van het beleid.
“We laten dit model zo spoedig mogelijk doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB) op financiële haalbaarheid. Tegelijkertijd onderzoeken we of er een mogelijkheid bestaat om dit model in de praktijk te testen met een representatieve groep personen om zo de (niet-)materiële kosten en baten in beeld te krijgen.”
Volt koppelt het basisinkomen aan het verhogen van het sociaal minimum, zodat iedereen voldoende inkomen heeft voor essentiële uitgaven en bestaanszekerheid.
“Het sociaal minimum moet omhoog, zodat het voldoende is om bestaanszekerheid te garanderen. Dat moet in ieder geval hoog genoeg zijn om de eigen bijdrage in de zorg te kunnen betalen, je huis te verwarmen, je energierekening te betalen en een laptop en smartphone te betalen.”
Het PVV-verkiezingsprogramma bevat geen expliciet beleid of concrete voorstellen rondom het thema "basissalaris". Er worden wel voorstellen gedaan over beloning en bonussen voor specifieke beroepsgroepen (zoals zorgverleners en politici), maar het begrip "basissalaris" als universeel of minimuminkomen komt niet voor. De partij richt zich vooral op bonussen, verlagingen en normeringen binnen bestaande salarissen.
De PVV wil zorgverleners stimuleren om meer uren te werken door het invoeren van een meerwerkbonus. Dit is bedoeld om het personeelstekort in de zorg aan te pakken en meer werken aantrekkelijker te maken, maar betreft geen verhoging van het basissalaris.
“Daarnaast voeren we een meerwerkbonus voor het verplegend personeel in: parttimers die meer gaan werken, krijgen een bonus. Zo zorgen we ervoor dat meer werken gaat lonen.”
“Mantelzorgers en zorgverleners die meer uren willen werken, krijgen een bonus. Dat verdienen ze!”
“Meerwerkbonus voor verplegend personeel”
De PVV stelt voor om de salarissen van politici en topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector te verlagen en strikte beloningsnormen in te voeren. Dit is een bezuinigingsmaatregel en bedoeld om excessieve beloningen tegen te gaan, niet om een minimum of basissalaris te garanderen.
De SP wil het basissalaris voor werkenden verhogen door het minimumloon direct te verhogen naar 18 euro per uur en het minimumjeugdloon vanaf 18 jaar af te schaffen. Ze koppelen uitkeringen en AOW aan deze verhoging en willen zo zorgen dat iedereen een inkomen heeft waar je goed van kunt leven, zonder ingewikkelde toeslagen. De partij legt nadruk op gelijk loon voor gelijk werk en eerlijke beloning voor jongeren en stagiairs.
De SP stelt een directe verhoging van het minimumloon voor naar 18 euro per uur, met een wettelijke ondergrens van 60% van het mediane loon. Dit moet leiden tot hogere basissalarissen voor alle werkenden, minder armoede en meer economische activiteit.
“We verhogen het minimumloon direct naar 18 euro per uur en er komt een wettelijke ondergrens van 60 procent van het mediane loon van voltijds werkenden.”
De partij wil dat jongeren vanaf 18 jaar een volwaardig basissalaris ontvangen, door het minimumjeugdloon voor volwassenen af te schaffen. Jongeren onder de 18 krijgen een hoger percentage van het minimumloon.
“De lonen voor jongeren stijgen naar verhouding mee per leeftijdsgroep, waardoor een vijftienjarige nooit minder dan driekwart van het minimumloon verdient. Stagiairs krijgen een eerlijke vergoeding en worden niet misbruikt als goedkope arbeidskrachten.”
“Nu gaan we het minimumjeugdloon vanaf 18 jaar afschaffen, zodat je vanaf die leeftijd een volwaardig loon krijgt. Vanaf 15 jaar moet je ten minste 75 procent van het minimumloon verdienen.”
De SP wil dat iedereen voor hetzelfde werk hetzelfde basissalaris ontvangt, ongeacht leeftijd, geslacht of achtergrond. Dit moet discriminatie tegengaan en eerlijkheid op de arbeidsmarkt bevorderen.
“Recht op gelijk loon voor gelijk werk. Dat betekent dat er een gelijke beloning voor het werk van mannen en vrouwen moet zijn. Er moet geen onderscheid zijn tussen het loon van mensen met verschillende achtergronden die hetzelfde werk doen.”
Door het minimumloon te verhogen, stijgen ook de daaraan gekoppelde uitkeringen en de AOW, zodat het sociaal minimum wordt opgetrokken en niemand in armoede hoeft te leven.
“De uitkeringen stijgen mee. Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon.”
De VVD vindt dat werken altijd meer moet opleveren dan een uitkering en wil het verschil tussen werk en uitkering vergroten. Ze stellen voor om uitkeringen los te koppelen van het minimumloon, een uitkeringsplafond in te voeren en lokale regelingen te beperken, zodat het basissalaris van werkenden altijd hoger is dan het totaal aan uitkeringen. De kern van hun visie is dat het financieel aantrekkelijker moet zijn om te werken dan om afhankelijk te zijn van sociale voorzieningen.
De VVD wil voorkomen dat mensen met een uitkering door stapeling van toeslagen en regelingen meer te besteden hebben dan werkenden met een basissalaris. Ze willen landelijke voorwaarden stellen aan gemeentelijke regelingen, een uitkeringsplafond invoeren en de koppeling tussen minimumloon en uitkeringen loslaten. Dit moet ervoor zorgen dat het basissalaris van werkenden altijd hoger is dan het totaal aan uitkeringen.
“Het mag namelijk niet zo zijn dat werken voor een slechter inkomen zorgt dan een uitkering.”
“Het mag niet meer gebeuren dat iemand door een stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden heeft dan iemand die hard werkt om rond te komen. We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
“De huidige koppeling tussen minimumloon en uitkeringen zorgt ervoor dat veel werkenden er nooit méér op vooruit mogen gaan dan uitkeringsgerechtigden. Wij laten deze koppeling los en herstellen het verschil tussen werk en uitkering.”
De VVD wil dat uitkeringen (behalve AOW en arbeidsongeschiktheidsregelingen) voortaan alleen met de inflatie meestijgen, en niet meer automatisch met de cao-lonen. Dit moet het verschil tussen het basissalaris van werkenden en het inkomen van uitkeringsgerechtigden vergroten.
“Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
De VVD wil de verschillen tussen gemeenten in aanvullende regelingen beperken, zodat het niet langer afhangt van waar je woont of werken loont. Dit moet het basissalaris van werkenden overal aantrekkelijker maken ten opzichte van uitkeringen.
“We hervormen deze lokale nivelleringsmachine door meer landelijke voorwaarden te stellen en regelingen waar nodig in te perken of landelijk te organiseren, zodat we ook bureaucratie verminderen.”
BBB pleit niet expliciet voor een "basissalaris" (zoals basisinkomen of gegarandeerd minimumsalaris), maar zet in op bestaanszekerheid via eerlijk loon, het laten lonen van werk en het verminderen van afhankelijkheid van toeslagen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het vervangen van inkomensafhankelijke toeslagen door vaste bedragen en het verhogen van de belastingvrije voet, zodat werken altijd loont en mensen meer grip krijgen op hun inkomen.
BBB wil het huidige complexe toeslagenstelsel vervangen door vaste, begrijpelijke bedragen en een hogere belastingvrije voet. Dit moet zorgen voor meer zekerheid, minder bureaucratie en ervoor zorgen dat werken altijd loont. Het voorstel adresseert het probleem dat het huidige systeem onzekerheid en stress veroorzaakt en dat werken niet altijd voldoende oplevert om in het levensonderhoud te voorzien.
“In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat mensen zelf grip hebben op hun inkomen.”
“Op korte termijn moet er een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen als toelage in plaats van ingewikkelde regelingen komen. Met ook een hogere belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat werken altijd loont.”
BBB benadrukt het belang van een eerlijk loon voor werk en maatschappelijke waardering voor alle vormen van arbeid, maar doet geen concreet voorstel voor een universeel basissalaris. De partij wil dat werken in een volledige baan voldoende is voor bestaanszekerheid en dat álle arbeid, betaald en onbetaald, wordt erkend.
BIJ1 pleit voor een radicaal eerlijk loon en een leefbaar minimuminkomen voor iedereen, waarbij het minimumloon direct wordt verhoogd naar €19 per uur en gekoppeld aan het mediaan inkomen. Het programma bevat geen expliciet voorstel voor een universeel "basissalaris" (zoals een basisinkomen), maar richt zich op het verhogen van het minimumloon en het garanderen van bestaanszekerheid via structurele inkomensverbeteringen en sociale voorzieningen.
BIJ1 wil het minimumloon direct verhogen naar €19 per uur en dit structureel koppelen aan 60% van het mediaan inkomen, zodat het meestijgt met andere lonen. Dit voorstel is bedoeld om bestaanszekerheid te bieden en armoede te bestrijden, en geldt ook voor stagiairs, trainees en arbeidsmigranten.
“Het minimumloon verhogen we direct naar €19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering. We koppelen het minimumloon aan 60% van het mediaan inkomen, zodat het structureel meestijgt met andere lonen.”
“Iedereen krijgt minimaal het minimumloon, ook stagiairs en trainees.”
“Werkgevers worden verplicht het minimumloon te betalen, ook als de arbeiders via een wervingsbureau over de grens werken.”
Voor de Caribische eilanden wil BIJ1 een bestaansminimum invoeren dat is gebaseerd op de werkelijke kosten van levensonderhoud, waarbij het minimumloon niet lager mag zijn dan dit bestaansminimum. Dit moet ongelijkheid tussen Europees Nederland en de eilanden tegengaan.
“Er komt onmiddellijk een bestaansminimum voor de Bonaire, Statia en Saba gebaseerd op het werkelijke minimumbedrag dat iemand nog heeft om te kunnen leven. Het minimumloon mag niet lager liggen dan het bestaansminimum.”
DENK pleit voor een rechtvaardiger inkomensverdeling en het verhogen van het minimumloon als basis voor bestaanszekerheid. Het programma bevat geen expliciet voorstel voor een universeel "basissalaris" (zoals een basisinkomen), maar richt zich op het verhogen van het minimumloon en het koppelen van uitkeringen aan dit niveau om de koopkracht te waarborgen.
DENK wil het minimumloon verhogen naar 18 euro per uur als fundament voor een eerlijk loon en bestaanszekerheid. Dit is bedoeld om armoede te bestrijden en inkomenszekerheid te vergroten, vooral voor mensen met lage inkomens.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
DENK stelt dat uitkeringen, waaronder bijstandsuitkeringen, voldoende moeten meestijgen met de prijzen en gekoppeld blijven aan het minimumloon. Dit moet ervoor zorgen dat het bestaansminimum aansluit bij wat mensen daadwerkelijk nodig hebben om rond te komen.
“Uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
“Het bestaansminimum wordt beter afgestemd op wat mensen werkelijk nodig hebben om rond te komen en de bijstandsuitkering in combinatie met toeslagen gaat hier aan voldoen.”
De Partij voor de Dieren wil dat iedereen een eerlijk en toereikend inkomen ontvangt, met het minimumloon als basis en zonder uitzonderingen voor jongeren. Ze pleiten voor het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van het minimumjeugdloon, en het automatisch laten meestijgen van uitkeringen met de mediane lonen. Hun visie is gericht op bestaanszekerheid en het waarderen van essentieel werk met een fatsoenlijk basissalaris.
De PvdD vindt dat het huidige minimumloon onvoldoende is om van te leven en wil het verhogen naar 18 euro per uur. Dit minimumloon moet automatisch meestijgen met de mediane lonen, zodat het inkomen van werkenden meegroeit met de welvaart. Hiermee willen ze armoede tegengaan en zorgen dat werken altijd loont.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen. Uitkeringen zoals de AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee.”
De partij stelt dat jongeren recht hebben op een gelijkwaardig basissalaris en wil daarom het minimumjeugdloon afschaffen. Iedereen, ongeacht leeftijd, moet een eerlijk loon ontvangen voor zijn werk.
“We schaffen het minimumjeugdloon af. Iedereen hoort een eerlijk loon te krijgen.”
PvdD vindt dat werk in de zorg, het onderwijs en andere publieke sectoren structureel ondergewaardeerd wordt. Ze willen de lonen in deze sectoren fors verhogen om de maatschappelijke waarde van dit werk te erkennen en bestaanszekerheid te bieden.
“De lonen in de zorg, het onderwijs en andere publieke sectoren worden fors verhoogd. Essentieel werk verdient waardering en een eerlijk salaris.”
FVD noemt het begrip "basissalaris" slechts één keer in haar verkiezingsprogramma, en uitsluitend in de context van hypotheekverstrekking voor militairen. Er zijn geen bredere voorstellen of visies op het invoeren van een algemeen basissalaris of basisinkomen; FVD is zelfs expliciet tegen een basisinkomen. Het programma richt zich verder op salarisverhogingen voor specifieke beroepsgroepen, maar deze zijn niet als "basissalaris" gepositioneerd.
FVD wil dat bij het bepalen van de leencapaciteit voor militairen niet alleen het basissalaris, maar ook variabele toeslagen worden meegenomen. Dit moet het voor militairen makkelijker maken om een hypotheek te krijgen, omdat hun werk vaak gepaard gaat met onregelmatigheidstoeslagen die nu niet altijd meetellen.
“We introduceren een speciale garantieregeling vanuit het Ministerie van Defensie om behalve een basissalaris ook variabele toeslagen als basis te hanteren voor hypotheekfinanciering voor militairen, zodat de leencapaciteit sterk wordt vergroot.”
FVD is expliciet tegen het idee van een basisinkomen, dat soms in het publieke debat wordt verward met een "basissalaris". De partij ziet dit als een ondermijning van het arbeidsethos en als een bron van hogere belastingen.
“We zullen nooit instemmen met het instellen van een basisinkomen, dit communistische idee zorgt enkel voor meer afhankelijkheid van de staat, ondermijnt arbeidsethos en leidt tot hogere belastingen voor werkenden.”
JA21 erkent dat het salaris in sectoren als zorg en onderwijs een belangrijke rol speelt bij het tegengaan van personeelstekorten en het verhogen van de aantrekkelijkheid van deze beroepen. Hun belangrijkste concrete voorstel is om de salarissen in de lagere schalen van de zorg minimaal met de inflatie te laten meestijgen; over een algemeen "basissalaris" wordt verder niet gesproken. Het programma legt de nadruk op waardering en het aantrekkelijker maken van werken in essentiële sectoren, maar doet geen brede voorstellen voor een universeel of sectoroverstijgend basissalaris.
JA21 wil het werken in de zorg aantrekkelijker maken en de uitstroom van zorgmedewerkers tegengaan door te zorgen voor voldoende salaris, met speciale aandacht voor de lagere schalen. Dit wordt gezien als een noodzakelijke stap om personeelstekorten op te lossen en de waardering voor zorgprofessionals te verhogen. Het voorstel is concreet beperkt tot het laten meestijgen van salarissen met de inflatie, niet tot het invoeren van een vast of universeel basissalaris.
“Zorgprofessionals zijn jarenlang ondergewaardeerd en verdienen meer dan alleen applaus. JA21 wil de salarissen en vergoedingen in de zorg, vooral in de lagere schalen, ten minste met de inflatie laten meestijgen.”
“Salarissen in de lagere schalen mee laten stijgen met de inflatie.”
De SGP noemt het begrip "basissalaris" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor een algemeen of sectoroverstijgend basissalaris. Wel pleit de partij voor salarisverhogingen voor specifieke beroepsgroepen, zoals verpleegkundigen en verzorgenden, en voor het verbeteren van het bestaansminimum via herijking en verhoging van uitkeringen. De focus ligt op gerichte inkomensverbetering voor bepaalde groepen, niet op een universeel basissalaris.
De SGP wil het salaris van verpleegkundigen en verzorgenden verhogen om hun positie te verbeteren en het beroep aantrekkelijker te maken. Dit is een gerichte maatregel voor een specifieke beroepsgroep, niet een algemeen basissalaris.
“Verpleegkundigen en verzorgenden krijgen een salarisverhoging.”
De SGP streeft naar een fatsoenlijk bestaansminimum voor iedereen, met een vierjaarlijkse herijking, maar dit is geen voorstel voor een universeel basissalaris. Het betreft het verhogen van het minimuminkomen via sociale zekerheid.
“We maken werk van een fatsoenlijk bestaansminimum met een vierjaarlijkse herijking en een daling van kinderarmoede.”
Het CDA noemt het begrip "basissalaris" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor een universeel of gegarandeerd basissalaris. Wel zet de partij in op het invoeren van een "basisbaan" via sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten, zodat iedereen aan het werk kan, en op het verbeteren van inkomenszekerheid door hervormingen in de arbeidsmarkt en sociale zekerheid. De nadruk ligt op werk als bron van inkomen en het stimuleren van participatie, niet op een onvoorwaardelijk basissalaris.
Het CDA stelt voor om via sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten een "basisbaan" in te voeren, zodat iedereen in Nederland aan het werk kan of op weg naar passend werk. Dit is bedoeld om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen, maar is géén universeel of gegarandeerd basissalaris; het blijft gekoppeld aan werk.
“Via de sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten kan door de invoering van de basisbaan iedereen in Nederland aan het werk of op weg naar passend werk.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma