Volt pleit voor de invoering van een maandelijks basisinkomen voor iedereen, dat alle toeslagen en fiscale regelingen vervangt en zo het sociale stelsel eenvoudiger en eerlijker maakt. Dit basisinkomen bestaat uit een vaste uitkering per huishouden, met extra bedragen per volwassene en kind, en wordt gefaseerd ingevoerd met oog voor financiële haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid. Volt koppelt het basisinkomen aan het verhogen van het sociaal minimum en het afschaffen van complexe regelingen, met als doel armoede te halveren en bestaanszekerheid te vergroten.
Volt wil een maandelijks basisinkomen invoeren dat alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten en vrijstellingen vervangt. Dit moet het sociale stelsel eenvoudiger, eerlijker en minder foutgevoelig maken, en armoede en werkloosheid fors terugdringen. Het basisinkomen wordt per huishouden uitgekeerd, met extra bedragen voor volwassenen, kinderen en alleenstaande ouders. Volt wil het model laten doorrekenen door het CPB en testen in de praktijk.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd. Ook alleenstaande ouders ontvangen extra geld boven op de basisuitkering.”
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
“Iedereen krijgt een basisinkomen.”
“Toen de partij het basisinkomen meenam in de CPB-doorrekeningen van 2023, halveerde dit plan ook de armoede van 6.1% naar 2.8% en daalde de werkloosheid.”
Volt erkent dat de invoering van een basisinkomen ingrijpend is en wil daarom het model laten doorrekenen op financiële haalbaarheid en testen met een representatieve groep. Ook wordt onderzocht of een individueel in plaats van huishoudgebonden basisinkomen mogelijk is.
“Als vervolgstap onderzoeken we of en hoe een model dat uitgaat van een individueel inkomen, gebaseerd op eenvoud en zekerheid, kan worden gerealiseerd. We laten dit model zo spoedig mogelijk doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB) op financiële haalbaarheid. Tegelijkertijd onderzoeken we of er een mogelijkheid bestaat om dit model in de praktijk te testen met een representatieve groep personen om zo de (niet-)materiële kosten en baten in beeld te krijgen.”
“In dit hoofdstuk wordt later (tussen het Congres op 30 augustus 2025 en de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025) een financiële paragraaf toegevoegd. De cijfers in deze paragraaf hangen af van de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB) die pas na het congres bekend zullen worden.”
Volt koppelt het basisinkomen aan het verhogen van het sociaal minimum, zodat iedereen voldoende bestaanszekerheid heeft om basisbehoeften te betalen. Dit is een expliciet doel van het basisinkomen.
“Het sociaal minimum moet omhoog, zodat het voldoende is om bestaanszekerheid te garanderen. Dat moet in ieder geval hoog genoeg zijn om de eigen bijdrage in de zorg te kunnen betalen, je huis te verwarmen, je energierekening te betalen en een laptop en smartphone te betalen.”
Volt ziet het basisinkomen ook als compensatie voor het afbouwen van fiscale voordelen zoals hypotheekrenteaftrek, en als instrument om vermogen zwaarder te belasten dan arbeid.
“De gestegen maandlasten voor huiseigenaren worden gecompenseerd met een lagere inkomstenbelasting en een basisinkomen. Op deze manier belasten we vermogen meer dan arbeid én dalen de huizenprijzen.”
Totdat het basisinkomen is ingevoerd, wil Volt de basisbeurs voor studenten verhogen om bestaanszekerheid te waarborgen.
“Zolang de plannen voor een basisinkomen nog niet zijn ingevoerd, verhogen we de basisbeurs conform het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie.”
Volt noemt expliciet dat het basisinkomen ook geldt voor de kunst- en cultuursector, gekoppeld aan een simpeler belastingstelsel.
“Volt wil de kunst- en cultuursector versterken en tegelijkertijd een simpeler belastingstelsel invoeren, met een basisinkomen voor iedereen en met een uniform btw-tarief.”
BBB wijst het basisinkomen als universele inkomensvoorziening af en kiest in plaats daarvan voor het versterken van bestaanszekerheid via werk, een eenvoudiger toeslagenstelsel en een robuust sociaal vangnet. De partij wil inkomensafhankelijke toeslagen afbouwen en vervangen door vaste bedragen en een hogere belastingvrije voet, zodat werken altijd loont en niemand achterblijft. BBB benadrukt dat bestaanszekerheid primair via werk moet worden bereikt, met een vangnet voor wie echt niet kan werken.
BBB ziet bestaanszekerheid als iets dat in principe via werk moet worden bereikt, niet via een universeel basisinkomen. De partij erkent wel het belang van een sociaal vangnet voor wie niet kan werken, maar stelt dat meedoen en werken de norm moeten zijn.
“Bestaanszekerheid is wat BBB betreft in principe de mogelijkheid om met een volledige baan in je eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.”
“We zorgen voor mensen die echt niet kunnen werken.”
“We bouwen aan een samenleving waarin meedoen de norm is en waarin elke vorm van arbeid gewaardeerd wordt.”
BBB wil het huidige complexe toeslagenstelsel vervangen door vaste, begrijpelijke bedragen en een hogere belastingvrije voet, maar stelt géén universeel basisinkomen voor. Het doel is minder afhankelijkheid van toeslagen, meer duidelijkheid en het stimuleren van werk.
“Wij streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat mensen zelf grip hebben op hun inkomen.”
“Op korte termijn moet er een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen als toelage in plaats van ingewikkelde regelingen komen. Met ook een hogere belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat werken altijd loont.”
“Ons doel is en blijft: minder afhankelijkheid van toeslagen, minder bureaucratie, meer duidelijkheid voor burgers.”
BBB wil het sociale vangnet behouden voor mensen die niet kunnen werken, maar ziet dit als aanvullend op werk, niet als een basisinkomen voor iedereen.
D66 kiest niet voor een universeel basisinkomen, maar wil het huidige toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag voor iedereen. Dit basisbedrag moet financiële zekerheid vergroten, het systeem eenvoudiger en eerlijker maken, en bestaanszekerheid bieden zonder de complexiteit en onzekerheid van het huidige toeslagenstelsel. Het voorstel is concreet gericht op het afschaffen van toeslagen en het invoeren van één vast bedrag als inkomensondersteuning.
D66 wil het ingewikkelde en foutgevoelige toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een individueel basisbedrag voor iedereen. Hiermee beoogt de partij meer bestaanszekerheid, minder bureaucratie en een eerlijker inkomensondersteuning, zonder te kiezen voor een volledig onvoorwaardelijk basisinkomen. Het basisbedrag is bedoeld als structurele inkomensondersteuning, gekoppeld aan het verhogen van het minimumloon en de bijstand, zodat minder mensen afhankelijk zijn van aanvullende regelingen.
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen”
“Daarom gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
“En we schaffen het doolhof van de toeslagen af: in plaats daarvan komt er één vast bedrag.”
“Toeslagen maken we eenvoudiger en vervangen we stap voor stap voor een individueel basisbedrag.”
D66 kiest nadrukkelijk niet voor een universeel, onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen, maar voor een inkomensafhankelijk basisbedrag als vervanging van toeslagen. Het doel is om financiële zekerheid te bieden aan wie dat nodig heeft, zonder het principe van werken moet lonen los te laten.
JA21 wijst het idee van een basisinkomen af en kiest expliciet voor een activerend sociaal vangnet dat mensen stimuleert om te werken in plaats van hen afhankelijk te maken van uitkeringen. In plaats van een basisinkomen of vergelijkbare onvoorwaardelijke inkomensregelingen, wil JA21 het toeslagenstelsel vervangen door een eenvoudiger systeem van toelagen en de marginale druk op arbeid fors verlagen, zodat werken altijd loont.
JA21 verwerpt het basisinkomen en soortgelijke onvoorwaardelijke inkomensregelingen, omdat deze volgens de partij mensen afhankelijk maken van de overheid en ontmoedigen om te werken. In plaats daarvan pleit JA21 voor een activerend sociaal vangnet dat gericht is op zelfstandigheid en het stimuleren van arbeidsparticipatie.
“De overheid is veel te sturend in onze economie. Voor ieder probleem worden nieuwe regelingen en subsidies bedacht. Dit maakt mensen afhankelijk en belemmert hun keuzevrijheid. JA21 gelooft dat de meeste mensen in staat zijn voor zichzelf te zorgen en dat zij daarin een eigen verantwoordelijkheid dragen.”
“Een sociaal vangnet dat mensen helpt zonder ze afhankelijk te maken.”
“JA21 erkent dat niet iedereen altijd voor zichzelf kan zorgen. Maar ons huidige systeem werkt averechts: het houdt mensen vast in afhankelijkheid in plaats van hen te helpen om weer op eigen benen te staan.”
“Een vangnet dat mensen activeert om weer te gaan werken. Ondersteuning moet altijd gericht zijn op het herstel van zelfstandigheid.”
In plaats van een basisinkomen of het huidige complexe toeslagenstelsel, stelt JA21 een eenvoudig en transparant systeem van toelagen voor dat niet primair inkomensafhankelijk is. Dit systeem moet de marginale druk verlagen en ervoor zorgen dat werken altijd meer oplevert dan niet werken.
“Wij schaffen het circus aan toeslagen en heffingskortingen af, en vervangen het door een simpel en transparant systeem van toelagen.”
“Werken weer laten lonen met een sterk vereenvoudigd stelsel van toelagen, dat niet primair inkomensafhankelijk is en waarmee de marginale druk fors omlaag gaat.”
“Dat werken altijd meer oplevert dan niet werken.”
De SGP is geen voorstander van een basisinkomen. In plaats daarvan pleit de partij voor een fatsoenlijk bestaansminimum via het bestaande bijstands- en toeslagenstelsel, met nadruk op het stimuleren van werk en het bieden van gerichte ondersteuning aan kwetsbaren. De SGP kiest voor verhoging van de bijstand en vereenvoudiging van gezinsgerichte toeslagen, maar wijst een onvoorwaardelijk basisinkomen af.
De SGP verwerpt het idee van een universeel basisinkomen en kiest voor het versterken van het bestaande vangnet. De partij wil de bijstand verhogen en koppelen aan het minimumloon, met behoud van de plicht tot werk voor wie dat kan. Alleen mensen die echt niet kunnen rondkomen, krijgen recht op een uitkering; het uitgangspunt blijft activering richting werk.
“Te veel mensen komen niet rond van een bijstandsuitkering. De bijstand wordt daarom stapsgewijs verhoogd en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Alleen mensen die zelf echt niet kunnen rondkomen hebben recht op een uitkering. Voor wie wel kan maar niet wil werken, vervalt het recht op bijstand.”
“De bijstand biedt een minimumvoorziening voor de basale levensbehoeften. Uitgangspunt moet zijn dat burgers zoveel en zo snel mogelijk werk aanvaarden.”
De SGP kiest niet voor een onvoorwaardelijk basisinkomen, maar voor vereenvoudiging en bundeling van bestaande gezinsregelingen. De partij wil toeslagen beperken tot wie ze echt nodig heeft, gericht op lage en middeninkomens, en het systeem gezinsvriendelijker maken.
“Toeslagen richten we op diegenen die het echt nodig hebben, zoals lage en middeninkomens en alleenstaanden.”
“De overheid moet gezinnen met kinderen financieel ondersteunen, waarna gezinnen zelf keuzes kunnen maken waar ze het geld aan uitgeven. Daarom moet er een eenvoudige kinderbijdrage worden ingevoerd. De kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag gaan hierin op, Zonder terugvorderingen en met maximale keuzevrijheid voor gezinnen.”
De SGP benadrukt het belang van werk als bron van inkomen en maatschappelijke participatie. Een basisinkomen past niet in deze visie; het beleid is gericht op activering en het lonender maken van werk.
BIJ1 pleit niet expliciet voor de invoering van een universeel basisinkomen. In het verkiezingsprogramma wordt het begrip "basisinkomen" niet genoemd, noch worden er concrete voorstellen gedaan die overeenkomen met een onvoorwaardelijk, individueel basisinkomen voor iedereen. In plaats daarvan richt BIJ1 zich op het verhogen van minimumloon en uitkeringen, het waarborgen van basisvoorzieningen en het vereenvoudigen van het toeslagenstelsel om bestaanszekerheid te garanderen.
Hoewel BIJ1 veel aandacht besteedt aan bestaanszekerheid, eerlijke inkomens en het recht op basisvoorzieningen, ontbreekt een concreet voorstel voor een universeel basisinkomen. De partij kiest voor verhoging van minimumloon en uitkeringen, en het toegankelijk maken van basisvoorzieningen als alternatief voor een basisinkomen.
“Iedereen verdient een goed leven. Daarom willen wij basisvoorzieningen voor iedereen, zoals een leefbaar inkomen en een eerlijke economie.”
“Het minimumloon verhogen we direct naar €19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering.”
“We koppelen het minimumloon aan 60% van het mediaan inkomen, zodat het structureel meestijgt met andere lonen.”
“We maken het stelsel van onze toeslagen radicaal eenvoudiger.”
BIJ1 ziet bestaanszekerheid als een recht en wil basisvoorzieningen garanderen, maar doet dit via sociale zekerheid en collectieve voorzieningen, niet via een basisinkomen.
“Het recht op een huis, voeding, energie en gezondheidszorg herformuleren we verankerd in de Grondwet. Zodat deze basisrechten niet langer alleen een verplichte inspanning vereisen, maar een garantie zijn.”
“Bestaanszekerheid en een goed leven voor iedereen moet normaal zijn. Dat betekent dat iedereen voorzien is van een eerlijk inkomen en zekerheden als een dak boven je hoofd, goede en betaalbare boodschappen, energie, zorg, onderwijs, kinderopvang en openbaar vervoer.”
Het CDA wijst het basisinkomen als beleidsoptie af en kiest nadrukkelijk voor het stimuleren van (betaald) werk en het vereenvoudigen van bestaande inkomensregelingen. In plaats van een onvoorwaardelijk basisinkomen zet het CDA in op automatische toekenning van toeslagen, het lonender maken van werk en het versterken van het sociale vangnet voor wie niet kan werken.
Het CDA ziet geen rol voor een basisinkomen en benadrukt dat werk de basis moet zijn voor bestaanszekerheid, met een vangnet voor wie niet kan werken. Het partijprogramma richt zich op het verbeteren van de aansluiting tussen werk en inkomen, het vereenvoudigen van toeslagen en het stimuleren van deelname aan de arbeidsmarkt, in plaats van het invoeren van een universeel basisinkomen.
“We hervormen de Participatiewet met als uitgangspunt dat iedereen een waardevolle bijdrage aan de samenleving kan leveren.”
“We moeten werk weer op waarde leren schatten. Voor elk pakketje dat de volgende dag wordt bezorgd, voor elke tomaat op ons bord en elke koffer die we op Schiphol inchecken, heeft iemand gezweet en gezwoegd. Iedereen in Nederland heeft recht op eerlijk loon en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden.”
“De meeste mensen willen graag in dienst zijn bij een werkgever en zekerheid hebben over werk en inkomen. De meeste werkgevers willen werknemers aan zich binden, maar zijn soms huiverig om dat te doen. Het CDA wil zowel flexibele contracten meer zekerheid bieden als het werkgeverschap aantrekkelijker maken door meer (interne) flexibiliteit.”
In plaats van een basisinkomen wil het CDA het bestaande stelsel van toeslagen en inkomensregelingen vereenvoudigen en automatiseren, zodat mensen meer zekerheid en minder administratieve lasten ervaren.
Het CDA kiest ervoor om werken financieel aantrekkelijker te maken door de arbeidskorting te hervormen, zodat elk gewerkt uur meer oplevert en de prikkel om te werken behouden blijft.
“We zetten de arbeidskorting beter in en hervormen deze naar een arbeidskorting die voor elk gewerkt uur wordt toegepast zodat werken meer loont.”
BVNL wijst het basisinkomen expliciet af en kiest in plaats daarvan voor het stimuleren van werk en het vergroten van het verschil tussen werken en een uitkering. Hun beleid richt zich op het afschaffen van het toeslagenstelsel, het invoeren van een vlaktaks, en het beperken van uitkeringen tot een sociaal vangnet voor wie echt niet kan werken.
BVNL is tegen het basisinkomen en tegen het automatisch verstrekken van uitkeringen aan mensen die kunnen werken. Zij willen het verschil tussen werken en een uitkering vergroten, zodat werken altijd aantrekkelijker is dan niet werken. Het sociaal vangnet blijft alleen bestaan voor mensen die niet (volledig) kunnen werken.
“Het verschil tussen een uitkering en een baan moet fors worden vergroot. Werken moet weer lonen.”
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag).”
“Er zal te allen tijde een adequaat sociaal vangnet blijven bestaan voor mensen die niet (volledig) kunnen werken.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
“BVNL kiest voor echte economie, niet voor nepbanen en het rondpompen van geld. Elke euro die de overheid uitgeeft is een euro die eerst is afgepakt van een werkende Nederlander.”
De ChristenUnie kiest nadrukkelijk niet voor een basisinkomen, maar stelt in plaats daarvan een inkomensonafhankelijke, verzilverbare belastingkorting voor die het toeslagenstelsel vervangt. Dit systeem moet inkomenszekerheid bieden, armoede tegengaan en werken altijd lonend maken, zonder de onvoorwaardelijkheid van een basisinkomen.
De ChristenUnie verwerpt het idee van een universeel basisinkomen en kiest voor een alternatief: een verzilverbare belastingkorting die inkomensonafhankelijk is en het huidige toeslagenstelsel vervangt. Hiermee wil de partij inkomenszekerheid vergroten, armoede bestrijden en het systeem eenvoudiger en rechtvaardiger maken, terwijl de prikkel om te werken behouden blijft.
“We vervangen bijna alle complexe inkomensafhankelijke regelingen door een eenvoudige inkomensonafhankelijke basiskorting.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Als de korting hoger is dan het belastingbedrag, wordt het verschil uitgekeerd. Deze belastingkorting houdt rekening met de samenstelling van het huishouden (equivalentiebenadering) en is onafhankelijk van het inkomen.”
“De andere toeslagen vervangen we door een verzilverbare belastingkorting.”
De ChristenUnie benadrukt dat werken altijd financieel aantrekkelijk moet blijven en wijst een onvoorwaardelijk basisinkomen af. Het nieuwe stelsel zorgt ervoor dat extra werken altijd loont, in tegenstelling tot sommige basisinkomenvoorstellen die deze prikkel kunnen verminderen.
NSC pleit nadrukkelijk niet voor een basisinkomen, maar kiest voor het verhogen van het minimumloon en het vereenvoudigen van het toeslagen- en belastingstelsel zodat werken loont en bestaanszekerheid wordt gegarandeerd via werk en uitkeringen. Hun beleid richt zich op inkomenszekerheid door een hoger minimumloon, minder afhankelijkheid van toeslagen, en een eenvoudiger sociaal stelsel, niet op een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen.
NSC wijst het idee van een basisinkomen af en kiest voor een stelsel waarin het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen worden verhoogd, en toeslagen worden afgebouwd. Het doel is bestaanszekerheid te bieden via werk en een begrijpelijker, eerlijker inkomensstelsel, niet via een universele uitkering zonder voorwaarden.
“Tegelijk werken we stapsgewijs toe naar een systeem zonder veel te ingewikkelde toeslagen en kortingen, zodat het loon zelf weer de basis van het inkomen wordt.”
“Het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen moeten toereikend zijn om de dagelijkse kosten te kunnen betalen. We verhogen het minimumloon stapsgewijs naar € 18 en koppelen dit aan een stelselvernieuwing, zodat het loon weer de basis is van het inkomen.”
“Wie werkt, moet een eerlijk loon verdienen en niet afhankelijk zijn van toeslagen.”
“We gaan voor een flinke vereenvoudiging van ons toeslagen- en belastingstelsel.”
“We hervormen het stelsel van belastingen en toeslagen. Het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen gaan omhoog. Tegelijk bouwen we toeslagen af, te beginnen bij de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag.”
De SP pleit niet voor een basisinkomen, maar kiest voor het verhogen van het minimumloon en uitkeringen, zodat iedereen een menswaardig inkomen heeft. Hun visie is dat bestaanszekerheid gegarandeerd moet worden via hogere lonen, uitkeringen en het overbodig maken van het toeslagenstelsel, in plaats van een universeel basisinkomen. De partij wil armoede bestrijden door inkomens te verhogen en publieke voorzieningen gratis of betaalbaar te maken.
De SP wijst het idee van een basisinkomen af en kiest in plaats daarvan voor het verhogen van het minimumloon en het koppelen van uitkeringen aan dit hogere niveau. Hiermee willen ze bestaanszekerheid garanderen en armoede bestrijden, zonder een universeel basisinkomen in te voeren. Het toeslagenstelsel wordt overbodig gemaakt door inkomens te verhogen en basisvoorzieningen gratis of betaalbaar te maken.
“Het stelsel van toeslagen maken we overbodig. Door alle inkomens te verhogen en publieke taken weer publiek te organiseren, maken we het toeslagenstelsel overbodig. Als zorg, het openbaar vervoer, onderwijs en de kinderopvang voortaan gratis zijn en basisbehoeften als wonen en energie betaalbaar zijn, dan hoeven we geen ingewikkelde toeslagen meer te verstrekken.”
“We garanderen een leefbaar inkomen door uitkeringen mee te laten stijgen met de verhoging van het minimumloon en de bijstand op een menswaardig niveau te brengen.”
“Het wettelijk minimumloon moet omhoog. Een verhoging van het minimumloon leidt ook tot de verhoging van alle salarissen boven het minimumloon.”
De VVD wijst het idee van een basisinkomen expliciet af en kiest juist voor een activerende sociale zekerheid waarin werken altijd meer moet lonen dan niet werken. De partij stelt een uitkeringsplafond voor, wil de bijstand strenger maken en pleit voor het beperken van de stapeling van uitkeringen en toeslagen, zodat een onvoorwaardelijk basisinkomen onmogelijk wordt.
De VVD verzet zich tegen het principe van een basisinkomen door te benadrukken dat uitkeringen niet vrijblijvend mogen zijn en dat werken altijd financieel aantrekkelijker moet zijn dan niet werken. De partij adresseert het probleem dat sommige huishoudens door stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden hebben dan werkenden, en wil dit voorkomen met een uitkeringsplafond en strengere bijstandsregels.
“Het mag niet meer gebeuren dat iemand door een stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden heeft dan iemand die hard werkt om rond te komen. We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
“De bijstand is niet vrijblijvend: Van iedereen in de bijstand verwachten we dat ze hun best doen om hun bijdrage te leveren aan Nederland. Daarom scherpen we de Participatiewet en het toeslagenbeleid aan.”
“We nemen maatregelen om de stapeling van toeslagen en regelingen te beperken.”
50PLUS noemt het basisinkomen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor de invoering ervan. Het programma richt zich op het versterken van bestaande sociale zekerheden, zoals de AOW en het minimumloon, en op het creëren van een basisvermogen voor jongeren. Er zijn geen standpunten of beleidsmaatregelen die direct of indirect pleiten voor een basisinkomen.
Hoewel 50PLUS het basisinkomen niet noemt, stelt de partij wel voor om jongeren een financieel steuntje in de rug te geven via een spaarregeling. Dit is echter geen onvoorwaardelijk inkomen, maar een vorm van vermogensopbouw.
“Herinvoering een ‘Zilvervloot’- spaarregeling om te bevorderen dat voor jongeren op 18 jaar een basisvermogen beschikbaar is.”
FVD is fel tegen de invoering van een basisinkomen en noemt dit expliciet een "communistisch idee" dat leidt tot meer afhankelijkheid van de staat, ondermijning van het arbeidsethos en hogere belastingen voor werkenden. In plaats daarvan pleit FVD voor lagere belastingen, een belastingvrije voet en het stimuleren van werken, sparen en ondernemen. Het basisinkomen wordt door FVD resoluut afgewezen als beleidsoptie.
FVD verwerpt het basisinkomen volledig en noemt het schadelijk voor de samenleving. Volgens FVD maakt een basisinkomen mensen afhankelijk van de overheid, ontmoedigt het werken en verhoogt het de belastingdruk voor werkenden. Dit standpunt wordt expliciet en krachtig geformuleerd.
“We zullen nooit instemmen met het instellen van een basisinkomen, dit communistische idee zorgt enkel voor meer afhankelijkheid van de staat, ondermijnt arbeidsethos en leidt tot hogere belastingen voor werkenden.”
GroenLinks-PvdA pleit niet voor een direct basisinkomen, maar wil het huidige toeslagenstelsel vervangen door eenvoudiger alternatieven, zoals een garantieinkomen. Ze laten onderzoeken of een dergelijk systeem mogelijk is, met als doel meer zekerheid en minder afhankelijkheid van complexe regelingen.
GroenLinks-PvdA erkent de problemen van het huidige toeslagenstelsel en wil onderzoeken of alternatieven zoals een garantieinkomen mogelijk zijn. Dit sluit aan bij het streven naar meer bestaanszekerheid en minder bureaucratie, maar een onvoorwaardelijk basisinkomen wordt niet concreet voorgesteld.
“We laten onderzoeken of toeslagen vervangen kunnen worden door alternatieven, zoals het garantieinkomen van de denktank 2040.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) staat positief tegenover het basisinkomen en wil experimenten hiermee uitbreiden. Hun belangrijkste concrete voorstel is het vergroten van pilots met verschillende vormen van basisinkomen, zoals een vast bedrag per maand of een negatieve inkomstenbelasting, met als doel bestaanszekerheid en het overbodig maken van armoedehulp.
De PvdD ziet het basisinkomen als een mogelijke oplossing voor armoede en bestaansonzekerheid. Door het uitbreiden van pilots met diverse vormen van basisinkomen wil de partij onderzoeken hoe een vast maandelijks bedrag of negatieve inkomstenbelasting kan bijdragen aan het verminderen van armoede en het versterken van autonomie.
“We breiden pilots met verschillende vormen van een basisinkomen, zoals een vast bedrag per maand of een negatieve inkomstenbelasting, uit.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma