Het CDA wijst een algemeen basisinkomen af en kiest in plaats daarvan voor het behouden en vereenvoudigen van bestaande inkomensregelingen, zoals toeslagen en uitkeringen, met als doel meer zekerheid en duidelijkheid te bieden. Het CDA wil werken meer laten lonen, inkomensafhankelijke regelingen verminderen en het belasting- en toeslagenstelsel vereenvoudigen, zodat mensen niet afhankelijk worden van een universeel basisinkomen. De partij zet in op automatische toekenning van toeslagen en een nationale betaaldag, maar blijft vasthouden aan het principe van inkomensondersteuning op basis van behoefte en arbeidsparticipatie.
Het CDA kiest expliciet niet voor een universeel basisinkomen, maar wil bestaande inkomensondersteuning eenvoudiger, eerlijker en voorspelbaarder maken. De partij ziet het verminderen van inkomensafhankelijke regelingen en het automatisch uitkeren van toeslagen als alternatief voor een basisinkomen, met behoud van prikkels om te werken.
“We willen minder inkomensafhankelijke regelingen, waar minder mensen gebruik van hoeven maken en met minder hoge toeslagen, zodat de marginale druk omlaaggaat.”
“Toeslagen worden automatisch uitgekeerd, zodat er op termijn geen terugvorderingen meer zijn.”
“We hervormen het belastingstelsel zodat werken meer loont.”
“We gaan daarom door met de vereenvoudiging van het stelsel van belastingen en toeslagen en inkomensregelingen, zodat mensen meer zekerheid en duidelijkheid krijgen over hun inkomen.”
“We voeren één nationale betaaldag in voor alle inkomensregelingen.”
Het CDA wil het bestaande stelsel van uitkeringen behouden en verbeteren, met als uitgangspunt dat iedereen die kan werken, moet kunnen bijdragen. Het basisinkomen wordt niet genoemd als alternatief; in plaats daarvan ligt de nadruk op participatie en het hervormen van bestaande wetten.
“We hervormen de Participatiewet met als uitgangspunt dat iedereen een waardevolle bijdrage aan de samenleving kan leveren.”
“Via de sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten kan door de invoering van de basisbaan iedereen in Nederland aan het werk of op weg naar passend werk.”
“De AOW is en blijft het basispensioen voor alle ouderen.”
Het CDA wil het inkomensbegrip harmoniseren over verschillende regelingen, zodat automatische toekenning van toeslagen mogelijk wordt en het systeem eenvoudiger en eerlijker wordt. Dit is een technische vereenvoudiging, geen vervanging door een basisinkomen.
“We vereenvoudigen en harmoniëren het inkomensbegrip in de belastingen, toeslagen en sociale zekerheidsloon, zodat uitvoeringsinstellingen dat eenvoudig uit de polisadministratie kunnen halen. Dit maakt ook het automatisch toekennen van toeslagen mogelijk.”
“We harmoniseren bepaalde begrippen die verschillen per regeling: bijvoorbeeld één inkomensbegrip in verschillende regelingen of dezelfde vermogensgrenzen: in de fiscaliteit, toelagen, sociale zekerheid, Wlz, Wmo, etc.”
Volt wil een maandelijks basisinkomen invoeren dat alle toeslagen vervangt en zo het sociale stelsel vereenvoudigt en bestaanszekerheid vergroot. Dit basisinkomen bestaat uit een vaste uitkering per huishouden, met extra bedragen per volwassene en kind, en wordt gefaseerd ingevoerd met oog voor financiële haalbaarheid en praktische testen. Het doel is om armoede te halveren, financiële rust te bieden en het complexe toeslagensysteem af te schaffen.
Volt stelt voor om een maandelijks basisinkomen in te voeren dat alle bestaande toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten vervangt. Dit moet het sociale stelsel eenvoudiger en rechtvaardiger maken, armoede verminderen en financiële zekerheid bieden aan iedereen. Het basisinkomen bestaat uit een vaste uitkering per huishouden, met extra bedragen voor volwassenen, kinderen en alleenstaande ouders.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd. Ook alleenstaande ouders ontvangen extra geld boven op de basisuitkering.”
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
“Iedereen krijgt een basisinkomen.”
“Dat start met een basisinkomen. Dat geeft financiële rust en voorkomt schulden. Iedereen krijgt een basis waarmee je vooruit kan. Het zorgt voor goede startkansen voor jonge mensen en geeft iedereen de vrijheid om de juiste keuzes te maken in het leven. Het complexe systeem van toeslagen kan de prullenbak in.”
Volt wil het basisinkomen gefaseerd invoeren, met nadruk op financiële haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid. Er wordt een CPB-doorrekening gevraagd en een praktijkproef met een representatieve groep uitgevoerd om de (niet-)materiële kosten en baten te evalueren.
“Als vervolgstap onderzoeken we of en hoe een model dat uitgaat van een individueel inkomen, gebaseerd op eenvoud en zekerheid, kan worden gerealiseerd. We laten dit model zo spoedig mogelijk doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB) op financiële haalbaarheid. Tegelijkertijd onderzoeken we of er een mogelijkheid bestaat om dit model in de praktijk te testen met een representatieve groep personen om zo de (niet-)materiële kosten en baten in beeld te krijgen.”
Volt koppelt het basisinkomen aan het verhogen van het sociaal minimum, zodat iedereen kan voorzien in basisbehoeften als zorg, energie en digitale toegang. Dit moet armoede structureel terugdringen en bestaanszekerheid garanderen.
“Het sociaal minimum moet omhoog, zodat het voldoende is om bestaanszekerheid te garanderen. Dat moet in ieder geval hoog genoeg zijn om de eigen bijdrage in de zorg te kunnen betalen, je huis te verwarmen, je energierekening te betalen en een laptop en smartphone te betalen.”
Volt ziet het basisinkomen als een effectief middel om armoede te halveren en werkloosheid te verminderen, gebaseerd op internationale experimenten en CPB-doorrekeningen.
“Toen de partij het basisinkomen meenam in de CPB-doorrekeningen van 2023, halveerde dit plan ook de armoede van 6.1% naar 2.8% en daalde de werkloosheid. Een basisinkomen zorgt ervoor dat mensen centraal staan in de samenleving.”
Volt koppelt het basisinkomen aan een bredere belastingherziening, waarbij de inkomstenbelasting wordt uitgebreid en vermogen zwaarder wordt belast. Dit moet de lasten eerlijker verdelen en de afbouw van fiscale voordelen voor koopwoningen compenseren.
“De gestegen maandlasten voor huiseigenaren worden gecompenseerd met een lagere inkomstenbelasting en een basisinkomen. Op deze manier belasten we vermogen meer dan arbeid én dalen de huizenprijzen.”
“We streven naar een eenvoudiger belastingstelsel waardoor het begrijpelijker wordt voor de inwoner en handhaving eenvoudiger wordt. Daarbij maakt het niet uit voor het belastingtarief of inkomsten worden verkregen uit arbeid, onderneming, winst uit een vennootschap of winst uit vermogen.”
Totdat het basisinkomen is ingevoerd, neemt Volt tijdelijke maatregelen om bestaanszekerheid te verbeteren, zoals het verhogen van de basisbeurs voor studenten.
“Zolang de plannen voor een basisinkomen nog niet zijn ingevoerd, verhogen we de basisbeurs conform het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie.”
BVNL is tegen de invoering van een basisinkomen en kiest in plaats daarvan voor het afschaffen van het toeslagenstelsel en het invoeren van een vlaktaks met een hoge belastingvrije voet. Zij willen dat werken altijd meer loont dan niet werken, en behouden alleen een sociaal vangnet voor mensen die echt niet kunnen werken. BVNL ziet een basisinkomen niet als oplossing, maar pleit voor een eenvoudiger belastingstelsel en strengere voorwaarden voor uitkeringen.
BVNL verwerpt het idee van een basisinkomen en kiest voor het afschaffen van het toeslagenstelsel, gecombineerd met een vlaktaks en een hoge belastingvrije voet. Hiermee willen ze het rondpompen van geld en de armoedeval tegengaan, en zorgen dat werken altijd aantrekkelijker is dan een uitkering ontvangen. Het sociaal vangnet blijft alleen bestaan voor mensen die niet (volledig) kunnen werken.
“Het toeslagenstelsel leidt tot grote problemen en hier moet snel een oplossing voor worden gevonden. Het zinloos en nodeloos ingewikkeld rondpompen van geld moet stoppen. Bovendien moet de armoedeval worden opgelost. Mensen die werken moeten substantieel meer geld verdienen dan mensen die niets doen.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
“Invoeren van een vlaktaks met een vast percentage van circa 25% op arbeid en winst en een belastingvrije voet van € 20.000,-.”
“Er zal te allen tijde een adequaat sociaal vangnet blijven bestaan voor mensen die niet (volledig) kunnen werken.”
BVNL wil geen onvoorwaardelijk basisinkomen, maar juist strengere voorwaarden voor het ontvangen van uitkeringen. Alleen mensen die echt niet kunnen werken krijgen ondersteuning; wie kan werken maar dat weigert, wordt gekort of uitgesloten. Automatische inkomensgaranties voor jongeren met een handicap worden vervangen door arbeidsmarktgerichte programma’s.
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag).”
“De praktijk van het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding dient te worden beëindigd. In plaats daarvan komen er arbeidsmarktgerichte programma’s die de individuele sterke punten benadrukken om zelfredzaamheid te bevorderen en afhankelijkheid te voorkomen.”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
D66 wil het huidige toeslagenstelsel op termijn vervangen door een individueel basisbedrag voor iedereen, waarmee bestaanszekerheid wordt vergroot en het systeem eenvoudiger en eerlijker wordt. Dit basisbedrag is geen universeel basisinkomen, maar een inkomensondersteuning die het huidige stelsel van toeslagen en regelingen vereenvoudigt. De partij koppelt deze hervorming aan verhoging van het minimumloon en het samenvoegen van kindregelingen, zodat minder mensen afhankelijk zijn van losse toeslagen.
D66 stelt voor om het complexe toeslagenstelsel op termijn af te schaffen en te vervangen door één vast, individueel basisbedrag voor iedereen. Dit moet zorgen voor meer bestaanszekerheid, minder onzekerheid en eenvoudiger inkomensondersteuning, zodat mensen niet meer verdwalen in ingewikkelde regels en procedures. Het basisbedrag is bedoeld als inkomenssteun, niet als volledig basisinkomen, en wordt gecombineerd met andere hervormingen zoals het verhogen van het minimumloon.
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen”
“In plaats daarvan komt er één vast bedrag. Zo bouwen we aan een samenleving waar vrijheid en zekerheid hand in hand gaan.”
“gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
Als eerste stap naar het basisbedrag wil D66 de zorgtoeslag afschaffen en het kindgebonden budget en de kinderbijslag samenvoegen tot één regeling. Dit moet het systeem overzichtelijker maken en de inkomenssteun begrijpelijker en eerlijker verdelen.
“De eerste belangrijke stappen zijn het invoeren van dat basisbedrag, het afschaffen van de zorgtoeslag en het samenvoegen van kindgebonden budget en kinderbijslag.”
“Het kindgebonden budget en de kinderbijslag voegen we samen. Zo gaan we van drie ingewikkelde regelingen naar één duidelijke bijdrage voor ouder en kind. Ook de zorgtoeslag schaffen we af.”
JA21 wijst een basisinkomen expliciet af en kiest in plaats daarvan voor een activerend sociaal vangnet en een vereenvoudigd systeem van toelagen. Hun beleid is gericht op het stimuleren van werken en zelfstandigheid, waarbij uitkeringen en ondersteuning altijd tijdelijk en activerend moeten zijn, en het huidige toeslagenstelsel wordt vervangen door een eenvoudiger systeem.
JA21 verwerpt het idee van een basisinkomen omdat zij vinden dat dit mensen afhankelijk maakt van de overheid en niet aanzet tot werk. In plaats daarvan willen ze een sociaal vangnet dat mensen stimuleert om weer aan het werk te gaan, met ondersteuning die gericht is op herstel van zelfstandigheid en altijd tijdelijk is.
“De overheid is veel te sturend in onze economie. Voor ieder probleem worden nieuwe regelingen en subsidies bedacht. Dit maakt mensen afhankelijk en belemmert hun keuzevrijheid. JA21 gelooft dat de meeste mensen in staat zijn voor zichzelf te zorgen en dat zij daarin een eigen verantwoordelijkheid dragen.”
“JA21 erkent dat niet iedereen altijd voor zichzelf kan zorgen. Maar ons huidige systeem werkt averechts: het houdt mensen vast in afhankelijkheid in plaats van hen te helpen om weer op eigen benen te staan.”
“Een vangnet dat mensen activeert om weer te gaan werken. Ondersteuning moet altijd gericht zijn op het herstel van zelfstandigheid.”
JA21 wil het complexe toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een eenvoudig systeem van toelagen, maar dit is nadrukkelijk géén basisinkomen. Het doel is om werken te laten lonen en afhankelijkheid van de overheid te verminderen.
“Wij schaffen het circus aan toeslagen en heffingskortingen af, en vervangen het door een simpel en transparant systeem van toelagen.”
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
“Werken weer laten lonen met een sterk vereenvoudigd stelsel van toelagen, dat niet primair inkomensafhankelijk is en waarmee de marginale druk fors omlaag gaat.”
NSC kiest nadrukkelijk niet voor een basisinkomen, maar wil bestaanszekerheid waarborgen via een hoger minimumloon, toereikende uitkeringen en een eenvoudiger inkomensstelsel waarin loon weer de basis van het inkomen vormt. Het programma richt zich op het verhogen van het minimumloon, het afbouwen van toeslagen en het vereenvoudigen van het sociale zekerheidsstelsel, zodat mensen niet afhankelijk zijn van complexe regelingen maar voldoende inkomen uit werk of uitkering ontvangen.
NSC wijst een basisinkomen af en kiest in plaats daarvan voor een stelsel waarin het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen voldoende zijn om van te leven. Het doel is bestaanszekerheid te bieden via werk of uitkering, zonder afhankelijkheid van toeslagen of een universeel basisinkomen.
“Het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen moeten toereikend zijn om de dagelijkse kosten te kunnen betalen. We verhogen het minimumloon stapsgewijs naar € 18 en koppelen dit aan een stelselvernieuwing, zodat het loon weer de basis is van het inkomen.”
“Wie werkt, moet een eerlijk loon verdienen en niet afhankelijk zijn van toeslagen.”
“Tegelijk werken we stapsgewijs toe naar een systeem zonder veel te ingewikkelde toeslagen en kortingen, zodat het loon zelf weer de basis van het inkomen wordt.”
In plaats van een basisinkomen streeft NSC naar een eenvoudiger en transparanter inkomensstelsel, waarbij werken loont en inkomensondersteuning via toeslagen wordt afgebouwd. De nadruk ligt op inkomenszekerheid via werk en een vangnet voor wie niet kan werken, niet op een onvoorwaardelijk basisinkomen.
“We gaan voor een flinke vereenvoudiging van ons toeslagen- en belastingstelsel.”
“We kiezen voor een sterk vereenvoudigd stelsel voor de sociale zekerheid. Ons nieuwe stelsel is gebouwd op vijf principes: zekerheid voor iedereen, eenvoud en transparantie, de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, motiverend om bij te dragen en weerbare gezinnen.”
“Het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen gaan omhoog. Tegelijk bouwen we toeslagen af, te beginnen bij de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag.”
De SGP is geen voorstander van een universeel basisinkomen, maar zet in op het waarborgen van een fatsoenlijk bestaansminimum via het bestaande sociale zekerheidsstelsel. De partij wil de bijstand verhogen tot een niveau gekoppeld aan het minimumloon en periodiek herijken, met speciale aandacht voor het bestrijden van kinderarmoede. De SGP kiest voor gerichte inkomensondersteuning in plaats van een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen.
De SGP wil het bestaansminimum waarborgen door het bestaande bijstands- en toeslagenstelsel te verbeteren, niet door invoering van een basisinkomen. De partij pleit voor verhoging van de bijstand, koppeling aan het minimumloon, en periodieke herijking, met nadruk op het bestrijden van armoede en het bieden van zekerheid aan kwetsbare groepen.
“We maken werk van een fatsoenlijk bestaansminimum met een vierjaarlijkse herijking en een daling van kinderarmoede.”
“Te veel mensen komen niet rond van een bijstandsuitkering. De bijstand wordt daarom stapsgewijs verhoogd en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“De bijstand biedt een minimumvoorziening voor de basale levensbehoeften.”
De SGP kiest voor gerichte inkomensondersteuning via toeslagen en een vereenvoudigde kinderbijdrage, in plaats van een universeel basisinkomen. De partij wil het toeslagenstelsel drastisch inperken en vervangen door eenvoudiger, doelgerichte regelingen voor wie het echt nodig heeft.
“Toeslagen richten we op diegenen die het echt nodig hebben, zoals lage en middeninkomens en alleenstaanden.”
“Het toeslagenstelsel moet op de schop. Het huidige stelsel leidt tot (forse) terugbetalingen, draagt bij aan het nodeloos rondpompen van geld en kan ervoor zorgen dat extra werken nauwelijks meer loont, met alle gevolgen van dien. De SGP pleit daarom voor een drastische inperking van de toeslagen.”
“Er moet een eenvoudige kinderbijdrage worden ingevoerd. De kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag gaan hierin op, Zonder terugvorderingen en met maximale keuzevrijheid voor gezinnen.”
BIJ1 pleit niet expliciet voor een universeel basisinkomen, maar zet zich in voor een leefbaar minimuminkomen en basisvoorzieningen voor iedereen, zodat niemand hoeft te overleven in armoede. Hun focus ligt op het garanderen van bestaanszekerheid via een verhoogd minimumloon, hogere uitkeringen en het toegankelijk maken van basisvoorzieningen, met bijzondere aandacht voor het waarderen van onbetaald werk en het doorbreken van de koppeling tussen arbeid en bestaansrecht.
BIJ1 wil dat iedereen verzekerd is van een eerlijk inkomen en toegang heeft tot essentiële basisvoorzieningen, zodat bestaanszekerheid en een goed leven voor iedereen normaal worden. Dit is hun alternatief voor het huidige systeem, waarbij inkomen en bestaanszekerheid niet langer afhankelijk zijn van betaalde arbeid alleen.
“Iedereen verdient een goed leven. Daarom willen wij basisvoorzieningen voor iedereen, zoals een leefbaar inkomen en een eerlijke economie.”
“Bestaanszekerheid en een goed leven voor iedereen moet normaal zijn. Dat betekent dat iedereen voorzien is van een eerlijk inkomen en zekerheden als een dak boven je hoofd, goede en betaalbare boodschappen, energie, zorg, onderwijs, kinderopvang en openbaar vervoer.”
BIJ1 erkent de waarde van onbetaald werk zoals mantelzorg, vrijwilligerswerk en het werk van thuisblijvende ouders, en wil dat deze vormen van arbeid worden gewaardeerd en beloond. Hiermee bepleiten ze een bredere definitie van inkomen en bestaanszekerheid, los van alleen betaalde arbeid.
“Ook mantelzorg, vrijwilligerswerk, het werk van thuisblijvende ouders en andere vormen van onbetaalde arbeid zijn van onschatbare waarde voor onze maatschappij en willen we belonen.”
“Het is tijd dat we niet langer onderscheid maken tussen welk werk we wel en niet waarderen en belonen.”
In plaats van een universeel basisinkomen kiest BIJ1 voor het direct verhogen van het minimumloon, de AOW en de bijstandsuitkering, zodat het bestaansminimum wordt gegarandeerd via bestaande sociale zekerheidsstructuren.
“Het minimumloon verhogen we direct naar €19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering.”
De ChristenUnie kiest nadrukkelijk niet voor een universeel basisinkomen, maar stelt voor om het belasting- en toeslagenstelsel radicaal te vereenvoudigen. Zij willen inkomensonafhankelijke, verzilverbare belastingkortingen invoeren en zorgen dat niemand belasting betaalt over de eerste €30.000 inkomen, waarmee een bestaansminimum wordt gegarandeerd zonder een klassiek basisinkomen. Het doel is eenvoud, rechtvaardigheid en het altijd lonend maken van (meer) werken.
De ChristenUnie verwerpt het idee van een klassiek basisinkomen en kiest voor een systeem van inkomensonafhankelijke, verzilverbare belastingkortingen als alternatief voor het huidige toeslagenstelsel. Dit systeem garandeert een bestaansminimum en voorkomt de nadelen van het huidige complexe systeem, zonder onvoorwaardelijk geld uit te keren aan iedereen.
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Als de korting hoger is dan het belastingbedrag, wordt het verschil uitgekeerd. Deze belastingkorting houdt rekening met de samenstelling van het huishouden (equivalentiebenadering) en is onafhankelijk van het inkomen.”
“We vervangen bijna alle complexe inkomensafhankelijke regelingen door een eenvoudige inkomensonafhankelijke basiskorting.”
“De belasting op inkomen uit arbeid wordt fors verlaagd. Stelregel is dat onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste € 30.000 aan inkomen.”
De partij benadrukt dat hun voorstel eenvoudiger en rechtvaardiger is dan een basisinkomen, omdat het gericht is op het voorkomen van armoede, het belonen van werk en het vermijden van terugvorderingen en onzekerheid.
“Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid. Eenvoud omdat het stelsel vooral simpeler en begrijpelijker moet zijn, zonder terugvorderingen of andere nare verrassingen. Rechtvaardigheid omdat we willen dat ook de laagste inkomens genoeg hebben om van rond te komen.”
“Nu is het zo dat mensen er soms in netto inkomen op achteruit gaan zodra ze meer gaan werken of een loonsverhoging krijgen. Met ons nieuwe belastingstelsel is dat verleden tijd.”
50PLUS doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen voor een basisinkomen en benoemt het begrip nergens expliciet. Het programma richt zich op het versterken van bestaande inkomenszekerheid via de AOW, het minimumloon en een sociaal vangnet, maar een universeel basisinkomen wordt niet genoemd of bepleit.
50PLUS adresseert bestaanszekerheid en inkomensondersteuning via bestaande sociale voorzieningen, maar noemt of verdedigt geen basisinkomen. De partij kiest voor het behouden en verbeteren van de AOW, het verhogen van het minimumloon en het versterken van het sociaal vangnet, zonder het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen te omarmen.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Verhogingen van het minimumloon kan op onze steun rekenen.”
“Bestaanszekerheid is een grondrecht en geen gunst. Ons sociaal vangnet hoort veiligheid te bieden, waardigheid en eerlijkheid.”
DENK spreekt zich in het verkiezingsprogramma niet expliciet uit voor de invoering van een universeel basisinkomen. In plaats daarvan zet de partij in op het verhogen van uitkeringen, het verbeteren van het bestaansminimum en het vereenvoudigen van het toeslagenstelsel om bestaanszekerheid te vergroten. DENK kiest voor inkomensondersteuning via bestaande sociale voorzieningen, niet via een onvoorwaardelijk basisinkomen.
DENK adresseert het probleem van bestaanszekerheid en armoede door te pleiten voor hogere uitkeringen, een beter afgestemd bestaansminimum en een eenvoudiger toeslagenstelsel. Er wordt nergens gepleit voor een universeel basisinkomen; de partij kiest voor het versterken van bestaande sociale vangnetten en inkomensondersteuning op basis van behoefte.
“Het bestaans minimum wordt beter afgestemd op wat mensen werkelijk nodig hebben om rond te komen en de bijstandsuitkering in combinatie met toeslagen gaat hier aan voldoen.”
“Wij willen dat het toeslagenstelsel vervangen wordt door een stelsel dat eenvoudiger is.”
“Werkloosheids uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden.”
“Wij staan voor een stevig sociaal stelsel.”
BBB wijst een basisinkomen expliciet af en kiest in plaats daarvan voor een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen en een hogere belastingvrije voet. Hun beleid is gericht op het verminderen van afhankelijkheid van toeslagen en het stimuleren van werken, niet op het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen.
BBB verwerpt het idee van een basisinkomen en zet in op het vereenvoudigen van het belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen, zodat werken altijd loont en mensen minder afhankelijk worden van toeslagen. Het doel is bestaanszekerheid te vergroten via werk en een begrijpelijker systeem, niet via een universeel basisinkomen.
“Wij streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat mensen zelf grip hebben op hun inkomen.”
“Op korte termijn moet er een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel met vaste bedragen als toelage in plaats van ingewikkelde regelingen komen. Met ook een hogere belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat werken altijd loont.”
“Uiteindelijk willen we toe naar een belasting en toeslagenstelsel dat mensen niet vastzet in formulieren en verrekeningen, maar vertrouwen en bestaanszekerheid biedt.”
De SP pleit niet voor een universeel basisinkomen, maar kiest ervoor om inkomenszekerheid te waarborgen via hogere lonen, verhoogde uitkeringen en het overbodig maken van het toeslagenstelsel. Hun visie is dat bestaanszekerheid gegarandeerd moet worden door structurele verhoging van inkomens en het gratis of betaalbaar maken van basisvoorzieningen, zodat ingewikkelde inkomensondersteuning niet meer nodig is.
De SP wijst het idee van een universeel basisinkomen af en kiest in plaats daarvan voor het verhogen van lonen en uitkeringen, en het gratis of betaalbaar maken van essentiële voorzieningen. Hiermee willen ze armoede bestrijden en het huidige toeslagenstelsel overbodig maken, zodat iedereen zonder bureaucratie of stigmatisering kan rondkomen.
“Het stelsel van toeslagen maken we overbodig. Door alle inkomens te verhogen en publieke taken weer publiek te organiseren, maken we het toeslagenstelsel overbodig. Als zorg, het openbaar vervoer, onderwijs en de kinderopvang voortaan gratis zijn en basisbehoeften als wonen en energie betaalbaar zijn, dan hoeven we geen ingewikkelde toeslagen meer te verstrekken.”
“Zo stoppen we met het zinloos rondpompen van geld, verminderen we de bureaucratie en voorkomen we dat mensen ten onrechte van fraude worden beschuldigd.”
“Bestaanszekerheid is een recht. Als je niet of tijdelijk niet meer kunt werken, dan heb je recht op een goed inkomen.”
De VVD wijst het idee van een basisinkomen expliciet af en kiest in plaats daarvan voor een activerende sociale zekerheid waarin werken altijd meer moet lonen dan niet werken. De partij stelt een uitkeringsplafond voor, wil de bijstand strenger maken en pleit voor het beperken van stapeling van uitkeringen en toeslagen, zodat een gegarandeerd basisinkomen voor iedereen wordt uitgesloten.
De VVD verwerpt het concept van een basisinkomen en wil juist dat werken altijd financieel aantrekkelijker is dan het ontvangen van uitkeringen. De partij ziet een basisinkomen als onwenselijk omdat het de prikkel tot werken wegneemt en pleit voor strengere regels in de bijstand, een uitkeringsplafond en het beperken van toeslagen.
“Het mag niet meer gebeuren dat iemand door een stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden heeft dan iemand die hard werkt om rond te komen. We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
“De bijstand is niet vrijblijvend: Van iedereen in de bijstand verwachten we dat ze hun best doen om hun bijdrage te leveren aan Nederland. Daarom scherpen we de Participatiewet en het toeslagenbeleid aan.”
“We nemen maatregelen om de stapeling van toeslagen en regelingen te beperken.”
Forum voor Democratie (FVD) is uitgesproken tegen de invoering van een basisinkomen. Zij zien het basisinkomen als een "communistisch idee" dat leidt tot meer afhankelijkheid van de staat, het ondermijnt volgens hen het arbeidsethos en verhoogt de belastingdruk voor werkenden. FVD stelt expliciet dat zij nooit zullen instemmen met de invoering van een basisinkomen.
FVD verwerpt het basisinkomen principieel en categorisch. Zij beschouwen het als een schadelijk idee dat mensen afhankelijk maakt van de overheid, de motivatie om te werken aantast en leidt tot hogere belastingen voor werkenden. Dit standpunt wordt expliciet en zonder nuance geformuleerd.
“Nooit akkoord gaan met invoering basisinkomen. We zullen nooit instemmen met het instellen van een basisinkomen, dit communistische idee zorgt enkel voor meer afhankelijkheid van de staat, ondermijnt arbeidsethos en leidt tot hogere belastingen voor werkenden.”
GroenLinks-PvdA pleit niet expliciet voor een universeel basisinkomen, maar wil het toeslagenstelsel stapsgewijs vervangen door eenvoudiger alternatieven die bestaanszekerheid bieden, zoals het garantieinkomen. Ze laten onderzoeken of een dergelijk systeem haalbaar is, met als doel inkomenszekerheid zonder afhankelijkheid van complexe toeslagen.
GroenLinks-PvdA erkent de problemen van het huidige toeslagenstelsel en wil dit vervangen door eenvoudigere, zekerdere inkomensondersteuning. Ze noemen expliciet het laten onderzoeken van alternatieven zoals het garantieinkomen, waarmee ze de deur openzetten voor een vorm van basisinkomen, maar zonder harde toezegging. Het doel is bestaanszekerheid en minder afhankelijkheid van ingewikkelde regelingen.
“We laten onderzoeken of toeslagen vervangen kunnen worden door alternatieven, zoals het garantieinkomen van de denktank 2040.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) staat positief tegenover het basisinkomen en wil experimenten hiermee uitbreiden. Hun belangrijkste voorstel is het vergroten van pilots met verschillende vormen van een basisinkomen, zoals een vast bedrag per maand of een negatieve inkomstenbelasting, met als doel bestaanszekerheid en het overbodig maken van armoedehulp.
De PvdD wil de bestaanszekerheid vergroten door te experimenteren met verschillende vormen van een basisinkomen. Hiermee willen ze onderzoeken hoe een vast maandelijks bedrag of een negatieve inkomstenbelasting kan bijdragen aan het verminderen van armoede en het versterken van autonomie, zodat uiteindelijk voedselbanken en armoedehulp overbodig worden.
“We breiden pilots met verschillende vormen van een basisinkomen, zoals een vast bedrag per maand of een negatieve inkomstenbelasting, uit.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma