De SP beschouwt arbeidsmigratie als een probleem dat leidt tot uitbuiting, druk op sociale voorzieningen en ontwrichting van zowel Nederlandse als herkomstlanden. De partij wil het aantal arbeidsmigranten fors terugdringen via werkvergunningen, strengere eisen en het aanpakken van malafide uitzendbureaus, en ziet arbeidsmigratie vooral als een verdienmodel voor bedrijven met lage lonen. Bescherming van arbeidsmigranten en het beperken van hun aantal staan centraal in hun beleid.
De SP wil het aantal arbeidsmigranten sterk verminderen om de druk op huisvesting, zorg en onderwijs te verlagen en sociale samenhang te behouden. Ze stellen een streefcijfer voor het migratiesaldo en willen arbeids-, kennis- en studiemigratie fors omlaag brengen.
“Daarom is het nodig om het totale netto ‘migratiesaldo’ te verlagen tot circa 40 duizend per jaar. Dat zorgt voor een beheersbare bevolkingsgroei waardoor voorzieningen op peil blijven en sociale samenhang behouden blijft.”
“Het overgrote deel hiervan ligt in de sterke toename van arbeids, kennis en studiemigratie. Dit zal dus flink omlaag moeten.”
“Daarom worden de voorstellen van de commissie Roemer per direct doorgevoerd en ook de aantallen arbeidsmigranten fors teruggeschroefd.”
De SP ziet arbeidsmigratie als een verdienmodel voor bedrijven en uitzendbureaus, wat leidt tot uitbuiting, slechte huisvesting en lage lonen. Ze willen deze praktijken bestrijden en stellen dat arbeidsmigratie op termijn onhoudbaar is.
“Arbeidsmigratie is moderne slavernij. De SP vindt arbeidsmigratie een vorm van moderne slavernij.”
“Arbeidsmigratie is een verdienmodel van bedrijven met lage lonen en uitzendbureaus. De vele misstanden rondom lage beloningen, slechte werkomstandigheden en geen of vreselijke huisvesting zijn een teken van foute bedrijfsvoering.”
“Arbeidsmigratie is op termijn onhoudbaar. Arbeidsmigratie is een goedkoop verdienmodel. Door flexibele contracten worden arbeidsmigranten snel vervangen en blijven zij in lage loonschalen.”
Om uitbuiting te voorkomen en het aantal arbeidsmigranten te beperken, wil de SP werkvergunningen invoeren, registratie verplichten en werkgevers verantwoordelijk maken voor huisvesting en zorg. Ook komen er strikte taaleisen voor gevaarlijke sectoren.
“We moeten arbeidsmigranten weer registeren en zo snel als mogelijk werkvergunningen invoeren.”
“Werkgevers worden verplicht om aan te tonen dat zij beslist mensen uit andere landen nodig hebben en er voldoende en goede huisvesting beschikbaar is.”
“Er komen strikte taaleisen voor arbeidsmigranten die in potentieel gevaarlijke sectoren werken, zoals de bouw.”
De SP wil malafide uitzendbureaus aanpakken, ketenaansprakelijkheid invoeren en arbeidsmigranten beschermen tegen uitbuiting door werkgevers en huisbazen.
“De Arbeidsinspectie moet uitgebreid worden en er komt een vergunningstelsel voor uitzendbureaus. Dit verhoogt de pakkans voor malafide bedrijven en uitzendbureaus. Bij misstanden sluiten we bedrijven of uitzendbureaus.”
“We gaan arbeidsmigranten beschermen tegen werkgevers door niet langer toe te staan dat die ook hun huisbaas zijn.”
De SP wil een verbod op grootschalige huisvesting van arbeidsmigranten en pleit voor kleinere, verspreide huisvesting met aandacht voor integratie en menselijke maat.
De SP wijst op de negatieve gevolgen van arbeidsmigratie voor herkomstlanden, zoals braindrain en ontwrichting van gemeenschappen, en wil constructies die arbeidsmigranten van buiten Europa halen verbieden.
De SGP wil het aantal arbeidsmigranten fors beperken en ziet arbeidsmigratie als een probleem voor Nederland, vooral als het gaat om het in stand houden van de welvaart ten koste van andere landen. Ze pleiten voor strikte voorwaarden, quota, en het afschaffen van fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, met uitzondering voor schaarse vakkrachten die niet in Nederland te vinden zijn.
De SGP vindt dat Nederland te afhankelijk is geworden van arbeidsmigratie en wil het aantal arbeidsmigranten verlagen. Ze stellen strikte voorwaarden en quota voor, willen ondernemers verantwoordelijk houden voor arbeidsmigranten, en fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren afschaffen. Uitbuiting wordt harder aangepakt.
“Nederland is chronisch verslaafd aan arbeidsmigratie en dat is ongezond. Zeker als we mensen hierheen laten komen om onze rijkdom in stand te houden, terwijl zij beter mee kunnen werken aan de ontwikkeling van hun eigen land. Het aantal arbeidsmigranten moet daarom omlaag.”
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
“Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor werknemers die zij hierheen halen, onder meer ten aanzien van huisvesting of het leren van de taal.”
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd en verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, verdwijnen.”
De SGP maakt een uitzondering voor specifieke vakkrachten die niet in Nederland te vinden zijn, maar benadrukt dat dit alleen geldt als ze cruciaal zijn voor de economie. Seizoensarbeid wordt onderscheiden van structurele arbeidsmigratie.
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie. Duur van het verblijf, belang van de sector en noodzaak spelen bij deze afweging een belangrijke rol.”
“Afgebakende seizoensarbeid voor onze boeren en tuinders is iets heel anders dan het jaarrond werken in distributiehallen.”
De SGP wil een EU-brede bovengrens voor arbeidsmigratie en meer mogelijkheden voor Nederland om het aantal arbeidsmigranten uit andere EU-landen te beperken, bijvoorbeeld via werk- of woonvergunningen. Ze zijn tegen verdere versoepeling van EU-regels.
“Een EU-bovengrens limiteert het aantal arbeidsmigranten dat jaarlijks de EU binnenkomt.”
“Binnen de EU moeten meer mogelijkheden komen om waar nodig het aantal arbeidsmigranten te beperken, bijvoorbeeld met werk- of woonvergunningen.”
“Nederland stemt niet in met het EU-plan de poorten te openen en een Tinder voor arbeidsmigranten op te zetten.”
“Overkomst van arbeidsmigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen is overbodig gelet op het aantal EU-werklozen.”
De SGP wil dat de loonkosten voor arbeidsmigranten gelijk zijn aan die van Nederlandse werknemers om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
“De EU-regels voor detachering vanuit andere lidstaten moeten ertoe leiden dat de loonkosten in het werkland gelijk zijn voor alle werknemers in een bepaalde sector.”
Volt ziet arbeidsmigratie als essentieel voor het functioneren van de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt, maar vindt dat deze eerlijker en beter geregeld moet worden, met nadruk op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting. De partij pleit voor strengere handhaving, EU-brede standaarden en meer inspraak en informatie voor arbeidsmigranten. Volt wil ook legale migratiekanalen verbeteren en de afhankelijkheid van arbeidsmigranten ten opzichte van werkgevers verminderen.
Volt wil dat arbeidsmigranten in de hele EU onder gelijke, menswaardige arbeidsvoorwaarden werken en pleit voor wederzijdse erkenning van diploma’s en kwalificaties. Dit moet misstanden tegengaan en de positie van arbeidsmigranten versterken.
“We willen EU-brede standaarden voor sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, die goede, menswaardige bescherming bieden aan alle werkenden in de EU.”
“Arbeidsmigratie blijft belangrijk, maar moeten we eerlijker en beter regelen, met goede huisvesting en gelijke behandeling.”
“We willen meer wederzijdse erkenning van diploma’s en kwalificaties voor alle beroepen in de EU, met name voor beroepen in sectoren waarin een tekort is, zoals onderwijs, zorg, ICT en technische beroepen. Waar mogelijk standaardiseren we ook de erkenning van diploma’s van buiten de EU.”
Volt erkent dat arbeidsmigranten vaak worden uitgebuit, vooral via uitzendbureaus en in sectoren met veel misstanden. De partij wil verplichte certificering van uitzendbureaus en meer middelen voor handhaving.
“Arbeidsmigranten komen te vaak in benarde posities terecht en worden vaak uitgebuit. Handhaving moet zich richten op sectoren waar veel migranten werkzaam zijn, zoals slachthuizen en de glastuinbouw.”
“We zijn voorstander van aanvullende verplichte certificering van deze bureaus waarbij processen zoals loonbetaling, klachtafhandeling, administratie en huisvesting van arbeidsmigranten worden beoordeeld. Dit zorgt voor structurele controle in plaats van eenmalig bij de start.”
“We verbeteren het toezicht en de handhaving door de arbeidsinspectie. Hiervoor maken we extra budget vrij.”
Volt wil de afhankelijkheid van arbeidsmigranten ten opzichte van hun werkgever verminderen door te eisen dat arbeids- en huurcontracten los van elkaar staan.
“Om die reden pleit Volt ervoor dat arbeidscontracten altijd onafhankelijk moeten bestaan van een huurcontract. Hierdoor is een arbeidsmigrant niet direct dakloos, indien de arbeidsrelatie ophoudt.”
Volt vindt dat arbeidsmigranten zelf inspraak moeten hebben in beleid en beter geïnformeerd moeten worden over hun rechten, onder andere door bewustwordingscampagnes en een Europese ‘job-tinder’.
“We geven arbeidsmigranten een plek aan tafel bij beleidsmakers. De belangen van arbeidsmigranten moeten worden vertegenwoordigd door de arbeidsmigranten zelf.”
“We starten bewustwordingscampagnes voor zowel arbeidsmigranten als werkgevers. Vanwege de taalbarrières en een gebrek aan goede informatie weten arbeidsmigranten niet altijd wat hun rechten zijn.”
“We bouwen een Europese job-tinder (Europese talent pool) zodat arbeidsmigranten van buiten de EU een goed overzicht hebben van de beschikbare banen in de EU.”
Volt wil het makkelijker maken voor niet-Europese arbeidsmigranten om tijdelijk in Nederland of de EU te werken, bijvoorbeeld via visa voor afgestudeerden of startende ondernemers.
“We bieden meer mogelijkheden voor niet-Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of voor een andere Europese lidstaat. Dat helpt hen, het land van herkomst en ook onze economie en maatschappij. Denk aan visa voor recent afgestudeerden of startende ondernemers.”
De ChristenUnie erkent het belang van arbeidsmigratie voor de Nederlandse economie, maar vindt de huidige afhankelijkheid van goedkope arbeidskrachten onhoudbaar en problematisch. Ze pleiten voor strengere regulering, betere arbeidsvoorwaarden, meer integratieverplichtingen (zoals taallessen en inburgering), en willen de toestroom van arbeidsmigranten beter beheersen, onder andere via Europese afspraken en sectorale vergunningen. De partij benadrukt dat arbeidsmigratie geen structurele oplossing is voor tekorten op de arbeidsmarkt en wil uitbuiting en slechte leefomstandigheden tegengaan.
De ChristenUnie vindt dat Nederland te afhankelijk is geworden van goedkope arbeidsmigranten, wat innovatie remt en druk legt op voorzieningen. Ze willen deze afhankelijkheid verminderen door strengere regulering, het beëindigen van slechte arbeidsvoorwaarden, en het invoeren van sectorale tewerkstellingsvergunningen binnen de EU.
“In die sectoren is Nederland verslaafd aan goedkope arbeidsmigranten. Dit is niet houdbaar. De groei van laagbetaalde arbeid en het aanbod van arbeidsmigranten remt innovatie en robotisering en legt een te grote druk op voorzieningen die schaars zijn.”
“Binnen de Europese Unie pleiten we voor de invoering van tewerkstellingsvergunningen, in eerste instantie voor bepaalde sectoren zoals de bouw of uitzendsector.”
“Arbeidsmigratie is daarbij geen eenvoudig antwoord voor de oplossing van onze structurele tekorten.”
De partij wil een einde maken aan uitbuiting en slechte leefomstandigheden van arbeidsmigranten. Ze pleiten voor streng toezicht op arbeidsvoorwaarden, verplichte taallessen, en inburgeringseisen, ook voor EU-arbeidsmigranten. Werkgevers moeten bijdragen aan integratie.
“Er moet een einde komen aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals inhoudingen op het loon of dakloosheid bij verlies van baan.”
“Het toezicht op de naleving van wetgeving (zoals de Wet goed verhuurderschap of de Arbowetgeving) wordt aangescherpt.”
“Arbeidsmigranten zijn nu niet verplicht Nederlands te leren en in te burgeren. In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.”
De ChristenUnie wil de uitzendsector strenger reguleren om misstanden met arbeidsmigranten tegen te gaan. Sectoren die structureel slecht omgaan met arbeidsmigranten kunnen een uitzendverbod krijgen. Ook willen ze Europese afspraken om schijnconstructies en brievenbusfirma’s te voorkomen.
“Er wordt streng toegezien op de naleving van het nieuwe toelatingsstelsel voor de uitzendbranche... Het is nu te makkelijk om met een uitzendbureau veel geld te verdienen ten koste van de werk- en woonsituatie van kwetsbare werknemers, vaak arbeidsmigranten.”
“Sectoren die geen verbetering laten zien in hoe ze met mensen omgaan (zoals de vleessector), krijgen een uitzendverbod opgelegd.”
“Er zijn Europese afspraken nodig over vestigingseisen voor ondernemingen om brievenbusfirma’s te voorkomen. Ook moeten er afspraken komen over doordetachering van niet-EU burgers die hier via landen als Litouwen of Roemenië komen werken.”
GroenLinks-PvdA wil het aantal arbeidsmigranten beperken door strengere eisen te stellen aan werkgevers, uitbuiting en misstanden hard aan te pakken, en de verantwoordelijkheid voor huisvesting en integratie bij werkgevers te leggen. Arbeidsmigratie voor laagbetaalde en slecht beschermde banen wordt ontmoedigd, terwijl noodzakelijke vakkrachten en kennismigranten in cruciale sectoren wel gefaciliteerd worden. De partij streeft naar een eerlijker verdeling van de kosten en baten van arbeidsmigratie en betere registratie en bescherming van arbeidsmigranten.
GroenLinks-PvdA wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren die bijdragen aan brede welvaart en verbiedt arbeidsmigratie voor bedrijven die afhankelijk zijn van laagbetaald, slecht werk of uitbuiting. Dit moet misstanden tegengaan en de druk op huisvesting en voorzieningen verminderen.
“Bedrijven die alleen kunnen bestaan dankzij laagbetaald werk en uitbuiting hebben in Nederland niets te zoeken.”
“Bedrijvigheid die alleen kan bestaan bij de gratie van laagbetaald, slecht werk en uitbuiting moet innoveren of verdwijnen.”
“Arbeidsmigratie is nu vooral een verdienmodel voor werkgevers in laagproductieve en vervuilende exportsectoren zoals de logistiek, (glas)tuinbouw, de vleessector en metaalindustrie. Wij willen de economie zo inrichten dat de vraag naar arbeidsmigratie in laagbetaalde banen afneemt.”
Arbeidsmigratie blijft mogelijk voor sectoren waar vakkrachten echt nodig zijn, zoals bouw, zorg en energietransitie. De kennismigrantenregeling wordt aangescherpt om misbruik te voorkomen.
“Soms is arbeidsmigratie nodig om een personeelsvraag in belangrijke sectoren op te vullen, zoals de bouw, zorg en de energietransitie. Wij faciliteren dit waar nodig en moedigen deze werkgevers aan om gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden om vakkrachten tijdelijk in Nederland te laten werken.”
“We scherpen de kennismigrantenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU aan. Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning.”
De partij wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere regels voor uitzendbureaus, het verbieden van schimmige constructies, en het verplichten van vaste dienstverbanden in sectoren met veel misstanden.
“Er komt zo snel mogelijk een vergunningsplicht voor uitzendbureaus. Uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten of uitzendkrachten inzetten onder illegale arbeidsomstandigheden verliezen hun vergunning.”
“We willen dat arbeidsmigranten in de sectoren met veel misstanden rechtstreeks in dienst genomen worden, zonder tussenkomst van een uitzendbureau.”
“Om betere arbeidsomstandigheden te creëren en de vraag naar arbeidsmigranten te ontmoedigen, verhogen we het wettelijk minimumloon en beperken we de flexibiliteit van uitzendcontracten.”
Werkgevers worden verplicht om bij te dragen aan huisvesting en onderwijs voor arbeidsmigranten en hun gezinnen, om overlast en slechte leefomstandigheden te voorkomen.
“Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de mensen die ze van ver halen om in Nederland te werken. Dit gaat verder dan alleen de omstandigheden op de werkvloer. Daarom gaan werkgevers verplicht meebetalen aan huisvesting en onderwijs, zoals taalles, ook voor meekomende gezinsmigranten.”
Om beter te kunnen sturen op arbeidsmigratie en misstanden te voorkomen, wordt de registratie van arbeidsmigranten verbeterd.
“Veel arbeidsmigranten zijn nu slecht geregistreerd en daarom niet in beeld. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten.”
NSC wil arbeidsmigratie fors beperken en strenger reguleren, met als doel de maatschappelijke en economische lasten te verminderen. Ze stellen strengere eisen aan werkgevers, voeren een werkgeversheffing in, willen misstanden en uitbuiting tegengaan en arbeidsmigratie alleen toestaan als het echt noodzakelijk is voor Nederland. Arbeidsmigratie mag geen verdienmodel zijn voor sectoren met lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden.
NSC vindt dat arbeidsmigratie alleen mag plaatsvinden als het echt nodig is voor de Nederlandse arbeidsmarkt en wil misstanden en uitbuiting tegengaan. Ze willen strengere eisen stellen aan uitzendbureaus, een werkgeversheffing invoeren en arbeidsmigratie ontmoedigen in sectoren die afhankelijk zijn van lage lonen.
“Voor arbeidsmigratie betekent dit dat we strengere eisen moeten stellen aan uitzendbureaus, zodat zij geen misbruik kunnen maken van buitenlandse arbeidskrachten. Arbeidsmigratie moet passen bij wat Nederland op de lange termijn nodig heeft. Dat betekent: eerlijk durven zijn over welke sectoren toekomstbestendig zijn. Een sector die alleen overeind blijft dankzij lage lonen en slechte werkomstandigheden – zoals delen van de vleessector – is dat niet. We gaan ook naar het Engels voorbeeld een werkgeversheffing invoeren.”
“Nederland is verslaafd aan laagbetaalde arbeid. Het moet minder aantrekkelijk worden voor bedrijven om op grote schaal goedkope arbeidsmigranten hierheen te halen, die vaak onder slechte omstandigheden wonen en werken. De lasten van dit verdienmodel (overlast, beslag op voorzieningen en woonruimte) worden te veel op de samenleving afgewenteld.”
“We voeren daarom naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in op de inzet van arbeidsmigranten. Met de opbrengsten kunnen gemeenten mensen in Nederland aan het werk helpen die nu nog langs de kant staan, zoals statushouders en werklozen in de bijstand.”
“We voeren naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in voor arbeidsmigranten. Daarmee worden taalcursussen en opleidings- en ontwikkelingskosten betaald om werkzoekenden in Nederland - waaronder asielzoekers en migranten - aan het werk te helpen.”
NSC wil dat arbeidsmigranten onder goede arbeidsvoorwaarden werken en dat misstanden streng worden aangepakt. Ze willen uitzendverboden in sectoren waar misstanden blijven bestaan en gemeenten een actieve rol geven in controle en registratie.
“We stellen strikte eisen aan de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten. Daarbij moeten controles niet alleen op papier plaatsvinden, maar ook fysiek op locatie. Gemeenten krijgen een actieve rol bij de registratie van arbeidsmigranten en de controle van de woon- en leefomstandigheden.”
“Ook vinden we dat vanwege de grove misstanden een uitzendverbod moet komen in de vleessector. Ook de schoonmaak-, transport- en teeltsector vereisen aandacht om schendingen van arbeidswetten te voorkomen. Als in die sectoren de misstanden niet opgelost worden, zal ook daar een uitzendverbod gaan gelden.”
Arbeidsmigratie moet selectief en alleen plaatsvinden als er geen geschikte arbeidskrachten binnen de EU zijn. NSC wil een arbeidsmarkttoets voor migranten van buiten de EU en EU-quotum voor bepaalde sectoren.
“Onder bepaalde omstandigheden moeten lidstaten weer de mogelijkheid krijgen om de instroom van arbeidsmigranten te reguleren, waarbij een EU-quotum voor bepaalde sectoren een optie is. Voor toelating van arbeidsmigranten van buiten de EU gaat een arbeidsmarkttoets gelden. Ze mogen alleen hier komen als er binnen de EU niemand te vinden is.”
“Arbeidsmigranten van buiten de EU willen we selectief toelaten op basis van wat de Nederlandse arbeidsmarkt nodig heeft.”
NSC wil dat werkgevers niet langer een deel van het minimumloon van arbeidsmigranten mogen inhouden voor huisvesting en dat arbeidsmigranten vooraf geregistreerd moeten zijn.
“We schaffen de mogelijkheid voor werkgevers af om een percentage (25%) van het minimumloon van arbeidsmigranten voor huisvesting in te houden. Arbeidsmigranten moeten voordat zij met werken beginnen, ingeschreven staan in de basisadministratie. Daarvoor is de werkgever verantwoordelijk.”
NSC wil een wettelijk maximum aan het migratiesaldo stellen, met een specifieke focus op het beperken van arbeidsmigratie als grootste groep.
“Om te komen tot een bevolking van 19 tot 20 miljoen per 2050 zetten we in op een richtgetal voor een migratiesaldo van maximaal 50.000 mensen per jaar. De grootste groep migranten is het aantal arbeidsmigranten met ongeveer 40.000 per jaar. Dit toont aan hoe belangrijk het is om meer grip op arbeidsmigratie te krijgen.”
Het CDA erkent de afhankelijkheid van Nederland van arbeidsmigranten, vooral voor laagbetaald werk, maar wil deze afhankelijkheid sterk verminderen en misstanden aanpakken. De partij stelt strengere eisen aan werkgevers, verplicht fatsoenlijke huisvesting en taallessen, en wil de instroom van arbeidsmigranten reguleren via sectorale afspraken en een vakkrachtenregeling. Tegelijkertijd zet het CDA in op betere registratie, handhaving en bescherming van arbeidsmigranten tegen uitbuiting.
Het CDA vindt dat werkgevers verantwoordelijk moeten zijn voor de fatsoenlijke behandeling en huisvesting van arbeidsmigranten, om misstanden en tweederangsburgerschap te voorkomen. Werkgevers moeten ook bijdragen aan integratie via taallessen en nazorg na het dienstverband.
“Bedrijven zijn verantwoordelijk voor fatsoenlijke huisvesting van hun arbeidsmigranten. Werkgevers blijven een arbeidsmigrant vier weken na het beëindigen van het dienstverband huisvesten, zodat mensen de tijd krijgen om terug te keren naar hun land van herkomst of ander werk te vinden.”
“Werkgevers worden verplicht Nederlandse les te verzorgen voor hun arbeidsmigranten.”
“Gemeenten en werkgevers zijn samen verantwoordelijk voor een goede registratie van arbeidsmigranten.”
Het CDA wil de afhankelijkheid van arbeidsmigranten voor laagbetaald werk sterk verminderen door arbeidsbesparende innovaties te stimuleren en sectorale afspraken te maken. Alleen voor essentiële beroepen komt er een gereguleerde vakkrachtenregeling.
“De vraag naar arbeidsmigranten die laagbetaald werk doen willen we sterk verminderen. De overheid maakt bindende afspraken met sectoren om te werken aan arbeidsbesparende innovaties en verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Stok achter de deur is een sectoraal verbod op uitzendkrachten.”
“Er komt een vakkrachtenregeling, die voor bepaalde essentiële beroepen de instroom van vakkrachten reguleert op onder andere aantallen, huisvesting, toegang tot zorg en onderwijs voor de kinderen, met circulariteit voor geselecteerde sectoren als bindende voorwaarde.”
Het CDA wil misstanden met arbeidsmigranten, zoals schijnconstructies en uitbuiting, krachtig bestrijden door Europese regelgeving, handhaving en het versterken van de Arbeidsinspectie.
“Schijnconstructies met uitzendbureaus in andere EU-landen zorgen voor misstanden met niet-Europese arbeidsmigranten, de zogeheten derdelanders. Op Europees niveau zetten we vol in op verduidelijking van de regels en handhaving om dit soort schijnconstructies tegen te gaan. We versterken het mandaat van de Europese Arbeidsinspectie.”
“We voeren de aanbevelingen uit het rapport Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan onverkort en met urgentie verder uit.”
Het CDA verplicht arbeidsmigranten die langer in Nederland verblijven tot het volgen van een op werk gericht taaltraject, waarvoor de werkgever verantwoordelijk is. Dit moet integratie en participatie bevorderen.
“Arbeidsmigranten die hier langdurig verblijven, volgen een verplicht taaltraject dat is toegespitst op werk en deelnemen in de samenleving. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk.”
Om arbeidsmigranten te beschermen en hun positie te versterken, wil het CDA standaard informatiepunten en een betere registratie van arbeidsmigranten.
“De pilots met informatiepunten voor arbeidsmigranten maken we de standaard in ons land, zodat zij beter kunnen worden geïnformeerd over hun rechten en plichten.”
JA21 wil arbeidsmigratie in Nederland fors beperken en strenger reguleren, met een nadruk op het tegengaan van laaggeschoolde arbeidsmigratie en het aanpakken van misstanden. Alleen hoogopgeleide kennismigranten met duidelijke meerwaarde zijn welkom; voor de rest pleit JA21 voor scherpe selectie, strengere handhaving en terugkeer bij werkloosheid of overlast.
JA21 vindt dat Nederland de grip op arbeidsmigratie is verloren, wat leidt tot sociale en economische problemen. De partij wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren waar echt behoefte is, geen laaggeschoolde migratie van buiten de EU toelaten, en inzetten op het benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.
“Nederland is de grip op arbeidsmigratie compleet verloren. Het aantal arbeidsmigranten in Nederland nadert een miljoen. Gereguleerde arbeidsmigratie is in het belang van Nederland, maar de niet-gereguleerde vorm waarin deze migratie nu massaal plaatsvindt, leidt tot grote problemen.”
“JA21 wil arbeidsmigratie daarom beperken en reguleren en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel. Voor hoogopgeleide kennismigratie waar onze samenleving behoefte aan heeft, blijft uiteraard plaats in Nederland.”
“Geen laaggeschoolde arbeidsmigratie van buiten de EU.”
JA21 wil dat arbeidsmigranten die werkloos raken of overlast veroorzaken, terugkeren naar hun land van herkomst. Werkloze arbeidsmigranten horen niet als dakloze in Nederland te blijven, en er moet strenger worden gehandhaafd op inschrijving en woonmisstanden.
“Bij verlies van werk vervalt de verblijfsgrond en is niet als dakloze in Nederland blijven, maar terugkeer het antwoord.”
“Gedwongen terugkeer van EU-ingezetenen (in de praktijk vaak EU-arbeidsmigranten) die overlast veroorzaken of een gevaar voor de openbare orde zijn, makkelijker maken...”
“Strenge handhaving van inschrijvingsplicht bij gemeenten.”
JA21 wil misstanden zoals overbewoning, malafide verhuur en uitbuiting van arbeidsmigranten hard aanpakken. Huisvesting moet zoveel mogelijk op het terrein van de werkgever plaatsvinden, en er moeten verhuurdersvergunningen komen.
“Woonmisstanden en uitbuiting hard aanpakken: streng controleren en handhaven op overbewoning, aanpakken malafide verhuurders en uitzendbureaus, invoering verhuurdersvergunningen, huisvesting zoveel mogelijk op terrein van de werkgever in plaats van in woonwijken en recreatieparken.”
JA21 wil niet dat arbeidsmigratie wordt ingezet als onderhandelingsmiddel voor het terugnemen van onderdanen door landen buiten de EU.
“Arbeidsmigratie niet als ‘ruilmiddel’ inzetten voor het terugnemen van onderdanen door landen buiten de EU, zoals Marokko.”
JA21 wil scherpe selectie van arbeidsmigranten en het juridisch verankeren van migratieplafonds om de bevolkingsgroei en woningnood te beheersen.
“Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratie plafonds en scherpe selectie van arbeidsmigratanten en gezinshereniging. Alleen zo is zicht op een oplossing van de structurele woningnood.”
De VVD erkent dat arbeidsmigratie economisch belangrijk is, maar ziet ook aanzienlijke problemen en wil daarom strenger selecteren welke arbeidsmigranten welkom zijn. De partij wil de afhankelijkheid van arbeidsmigratie verminderen, misstanden en overlast tegengaan, en werkgevers meer verantwoordelijk maken voor het welzijn en de huisvesting van arbeidsmigranten. Alleen arbeidsmigranten die aantoonbaar bijdragen aan de samenleving zijn nog welkom, met strengere eisen en meer controle op misbruik.
De VVD wil alleen arbeidsmigranten toelaten die aantoonbaar bijdragen aan de samenleving en de economie, en wil de afhankelijkheid van arbeidsmigratie beperken door bedrijven te stimuleren tot automatisering en robotisering. Tegelijkertijd moeten de lusten en lasten eerlijker verdeeld worden en moeten werkgevers eerst het binnenlands arbeidspotentieel benutten.
“Tegelijkertijd veroorzaakt arbeidsmigratie ook veel problemen. Daarom willen wij dat er strengere maatregelen worden genomen om juist die arbeidsmigranten naar Nederland te laten komen, waar de hele samenleving wat aan heeft. Dit betekent ook dat sommige arbeidsmigranten niet meer welkom zijn.”
“Om de afhankelijkheid van arbeidsmigratie zoveel mogelijk te beperken moet de overheid bedrijven actief helpen om in te zetten op robotisering en automatisering.”
“Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om eerst te zoeken binnen het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland. Als zij toch arbeidsmigranten moeten inzetten, worden zij verantwoordelijk voor het welzijn van deze werknemers.”
“Selectiever zijn op arbeidsmigratie: Arbeidsmigratie is essentieel om de hoogwaardige Nederlandse economie in stand te houden en levert ons veel welvaart en groei op. Goed georganiseerde kennismigratie kan bijdragen als we Nederland innovatief willen houden. Tegelijkertijd veroorzaakt arbeidsmigratie ook veel problemen. Daarom willen wij dat er strengere maatregelen worden genomen om juist die arbeidsmigranten naar Nederland...”
Bedrijven die arbeidsmigranten willen laten vestigen, moeten aantonen dat lokale voorzieningen, zoals huisvesting, toereikend zijn en dat zij daar zelf in voorzien. De overheid stelt hiervoor duidelijke criteria vast.
“Als een bedrijf in een sector met veel arbeidsmigranten zich wil vestigen, dan moet het aantonen dat de lokale voorzieningen, zoals bijvoorbeeld huisvesting, toereikend zijn voor de extra arbeidspopulatie, en dat het bedrijf daar zelf in voorziet. De overheid stelt hiervoor criteria vast, zodat bedrijven vooraf duidelijkheid hebben bij het maken van hun investeringsplannen.”
De VVD wil overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten, ook uit de EU, terugsturen. Hiervoor worden afspraken gemaakt met herkomstlanden, eventueel gecombineerd met verslavingshulp.
“Overlastgevende arbeidsmigranten worden teruggestuurd: Er is geen plek voor overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten in Nederland. Ook arbeidsmigranten uit de EU worden teruggestuurd. Met landen waar veel arbeidsmigranten vandaan komen worden afspraken gemaakt over effectieve terugkeer, eventueel in combinatie met verslavingshulp.”
De VVD wil malafide bedrijven en schimmige uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten aanpakken, onder meer door betere registratie, meer bevoegdheden voor burgemeesters, en mogelijk een uitzendverbod in sectoren waar misstanden blijven bestaan.
“Nog te vaak maken malafide bedrijven gebruik van sluiproutes om arbeidsmigranten via schimmige uitzendbureaus in Oost-Europa onder mensonterende omstandigheden in Nederland te laten werken. Wij willen dat Nederland binnen Europa een leidende rol speelt bij het aan banden leggen van deze schijnconstructies.”
“In sommige sectoren schieten de arbeids- en leefomstandigheden nog steeds ernstig tekort. Als daar geen verbetering optreedt, zullen we voor de desbetreffende sectoren een uitzendverbod instellen.”
“Daarom is een betere registratie van arbeidsmigranten noodzakelijk. Burgemeesters krijgen meer bevoegdheden om in te grijpen bij grove misstanden en leggen daar zoals gebruikelijk verantwoording af aan de gemeenteraad.”
BBB erkent dat arbeidsmigratie noodzakelijk is voor bepaalde sectoren, maar wil deze streng reguleren en beperken tot vakmensen met aantoonbare meerwaarde. De partij pleit voor een selectief, circulair arbeidsmigratiebeleid van buiten de EU, bestrijding van misstanden, en betere benutting van het arbeidspotentieel van mensen die al in Nederland zijn. Arbeidsmigratie mag volgens BBB niet leiden tot extra druk op huisvesting, integratie of sociale samenhang.
BBB wil arbeidsmigratie alleen toestaan voor sectoren met structurele tekorten en waar vakmanschap aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde heeft. Het beleid richt zich op tijdelijke, circulaire migratie van vakmensen, met duidelijke selectiecriteria en samenwerking met werkgevers.
“Gerichte en doelmatige arbeidsmigratie. Voor sommige sectoren, zoals de bouw, techniek, zorg en horeca, zijn arbeidsmigranten noodzakelijk. Binnenlandse arbeid en migratie binnen de EU volstaan daarvoor niet altijd. BBB wil daarom een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratiebeleid van buiten de EU, gericht op vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde; van verpleegkundigen tot elektriciens en van lassers tot gespecialiseerde koks.”
“Arbeidsmigratie moet gericht zijn op die beroepsgroepen waar structurele tekorten bestaan én waar de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling.”
BBB wil geen generiek uitzendverbod per sector, maar pakt misstanden bij malafide uitzendconstructies hard aan. Het doel is oneerlijke concurrentie, uitbuiting en malafide praktijken te bestrijden zonder het hele systeem plat te leggen.
“Geen generiek uitzendverbod per sector, maar wij pakken misstanden bij malafide uitzendconstructies hard aan. Oneerlijke concurrentie, uitbuiting en malafide praktijken worden bestreden, zonder het hele systeem plat te leggen.”
BBB ziet kansen in circulaire arbeidsmigratie, waarbij vakmensen tijdelijk legaal in Nederland werken en daarna terugkeren. Dit moet bijdragen aan wederzijdse ontwikkeling en voorkomen dat arbeidsmigratie leidt tot permanente druk op integratie en huisvesting.
“Circulaire arbeidsmigratie, waarbij vakmensen tijdelijk legaal in Nederland werken en daarna terugkeren, biedt kansen voor wederzijdse ontwikkeling.”
BBB wil dat arbeidsmigranten fatsoenlijk worden gehuisvest bij het bedrijf waarvoor zij werken, tegen marktconforme prijzen, om druk op de reguliere woningmarkt te voorkomen.
BBB vindt dat Nederland meer moet doen om het arbeidspotentieel van migranten die al in Nederland verblijven te benutten, voordat nieuwe arbeidsmigranten worden aangetrokken.
“Tegelijkertijd wordt het arbeidspotentieel van migranten die hier al verblijven zo’n 330.000 mensen onvoldoende benut. BBB vindt dat Nederland meer werk moet maken van het activeren van mensen die hier al zijn. Wie hier woont, moet naar vermogen meedoen en bijdragen.”
De PVV wil arbeidsmigratie naar Nederland maximaal beperken en ziet het als een bedreiging voor de Nederlandse samenleving en economie. De partij pleit voor het sluiten van de grenzen voor (niet-westerse) arbeidsmigranten, het afdwingen van een opt-out op EU-niveau, en het schrappen van regelingen die arbeidsmigratie mogelijk maken. De nadruk ligt op het beschermen van Nederlandse banen, sociale voorzieningen en het tegengaan van bevolkingsgroei door immigratie.
De PVV wil de instroom van arbeidsmigranten, met name uit niet-westerse landen, volledig stoppen. De partij ziet arbeidsmigratie als een oorzaak van druk op de woningmarkt, sociale voorzieningen en de Nederlandse identiteit. Door de grenzen te sluiten, wil de PVV deze problemen aanpakken en de Nederlandse samenleving beschermen.
“Wij sluiten de grenzen.”
“Wij gaan immigratie uit islamitische landen stoppen.”
“Nederland is één van de dichtstbevolkte landen van Europa. De afgelopen decennia zijn er meer dan een miljoen niet-westerse immigranten ons land binnengekomen; onze bevolking groeit alleen nog door immigratie.”
De PVV wil op Europees niveau een uitzonderingspositie afdwingen zodat Nederland zelf kan bepalen wie het land binnenkomt, ook voor arbeidsmigratie. De partij ziet Europese regels als een belemmering voor het beperken van arbeidsmigratie en wil daarom het vetorecht inzetten en verdragen opzeggen.
“Opt-out op asiel en immigratie bij de EU afdwingen met inzet vetorecht”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen.”
“Ook gaan we alle verdragen die ons dwarsbomen – zoals het VN-Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag inzake Nationaliteit – opzeggen.”
De PVV wil bestaande regelingen die arbeidsmigratie mogelijk maken, zoals de expatregeling, afschaffen. Hiermee wil de partij voorkomen dat Nederland aantrekkelijk blijft voor arbeidsmigranten en de instroom verder beperken.
“Verder stoppen we met de NPO, met de oneerlijke expatregeling en met de export van uitkeringen”
De Partij voor de Dieren wil arbeidsmigratie eerlijk en menswaardig regelen, met gelijke rechten en bescherming voor arbeidsmigranten en het tegengaan van uitbuiting. Ze pleiten voor strengere regulering van uitzendbureaus, afschaffing van fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers, betere huisvesting en mogelijk herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor EU-arbeidsmigranten.
PvdD vindt dat arbeidsmigranten niet als goedkope, kwetsbare arbeidskrachten mogen worden gebruikt en dat zij recht hebben op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting. Het huidige systeem wordt gezien als een verdienmodel voor bedrijven, ten koste van arbeidsmigranten.
“Arbeidsmigratie is nu vaak een verdienmodel dat drijft op uitbuiting en het tegen elkaar uitspelen van werknemers. In plaats van arbeidsmigranten te gebruiken als goedkope en kwetsbare arbeidskrachten, kiezen we voor een eerlijk en menswaardig arbeidsbeleid. Iedereen die in Nederland werkt – waar je ook vandaan komt – heeft recht op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting.”
“Gelijk loon en gelijke rechten voor gelijk werk wordt de norm.”
De partij wil uitzendbureaus certificeren, misstanden bestraffen, fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers afschaffen, betere huisvesting afdwingen, en onderzoekt herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor EU-arbeidsmigranten. Ook willen ze malafide constructies en uitbuiting in risicosectoren aanpakken.
“Uitzendbureaus moeten gecertificeerd worden om arbeidsmigranten naar Nederland te halen. Als misstanden worden gesignaleerd wordt de certificering ingetrokken. Bedrijven die gebruikmaken van niet-gecertificeerde uitzendbureaus krijgen een boete.”
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
“Arbeidsmigranten krijgen betere bescherming tegen uitbuiting, waaronder het recht op een eigen slaapkamer en fatsoenlijke huisvesting. Het is niet langer toegestaan dat commerciële bedrijven zowel werkgever als huisbaas zijn van arbeidsmigranten.”
“We onderzoeken de herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen, zoals die nu bestaat voor arbeidskrachten van buiten de EU. Malafide detachering via Duitsland of Polen van arbeidsmigranten van buiten de EU staan we niet meer toe. Nederland zet zich hier ook op Europees niveau voor in.”
“Er komt daarom een verbod op uitzendkrachten in de vleesverwerkende industrie en andere sectoren met hoog risico op uitbuiting van arbeidsmigranten.”
50PLUS kiest voor een streng en selectief arbeidsmigratiebeleid, waarbij de verantwoordelijkheid deels bij werkgevers wordt gelegd en de instroom van arbeidsmigranten actief wordt beperkt. Uitzonderingen worden alleen gemaakt voor gerichte arbeidsmigratie in de zorg vanwege het groeiende personeelstekort. Werkgevers moeten waar mogelijk opdraaien voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten, en opgebouwde AOW-rechten door tijdelijke arbeidsmigranten moeten bij vertrek worden afgekocht.
50PLUS wil het aantal arbeidsmigranten beperken om overbelasting van systemen te voorkomen en legt een deel van de verantwoordelijkheid bij werkgevers. De partij vindt dat arbeidsmigratie alleen moet plaatsvinden als het echt nodig is, en dat werkgevers financieel moeten bijdragen aan de kosten die arbeidsmigranten met zich meebrengen.
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden.”
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
“Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
50PLUS wil voorkomen dat tijdelijke arbeidsmigranten langdurig aanspraak maken op AOW-rechten, wat de administratieve lasten en kosten voor de overheid vermindert. Daarom moeten deze rechten bij vertrek uit Nederland worden afgekocht.
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
“Het legt een te groot beslag op overheidsdiensten om soms tot 40 jaar later deze kleine uitkeringen te verzorgen bij de onvindbare rechthebbenden.”
Vanwege het groeiende personeelstekort in de zorg maakt 50PLUS een uitzondering op het strenge arbeidsmigratiebeleid. Gerichte arbeidsmigratie wordt toegestaan om te voorkomen dat ouderen straks geen zorg meer krijgen.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
BVNL is zeer kritisch over arbeidsmigratie en wil deze sterk beperken, omdat zij arbeidsmigratie zien als een oorzaak van oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt en druk op sociale voorzieningen en de woningmarkt. De partij stelt voor om de expatregeling af te schaffen, sociale voorzieningen voor nieuwkomers te versoberen en arbeidsmigranten te verplichten tot participatie en integratie. BVNL wil dat arbeidsmigratie alleen plaatsvindt als het strikt noodzakelijk is en dat nieuwkomers pas na tien jaar recht krijgen op een bijstandsuitkering.
BVNL beschouwt de expatregeling als een bron van oneerlijke concurrentie voor Nederlandse werknemers en wil deze daarom afschaffen. De partij is kritisch op arbeidsmigratie in het algemeen en wil dat arbeidsmigratie alleen plaatsvindt als het strikt noodzakelijk is voor de economie.
“De expatregeling afschaffen, deze leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt.”
BVNL wil dat nieuwkomers pas na tien jaar arbeidsverleden recht krijgen op een bijstandsuitkering en dat sociale voorzieningen alleen toegankelijk zijn voor wie de Nederlandse taal beheerst. Hiermee wil de partij voorkomen dat arbeidsmigranten snel aanspraak maken op sociale voorzieningen en zo de druk op het sociale stelsel vergroten.
BVNL vindt dat arbeidsmigranten die kunnen werken, ook daadwerkelijk moeten werken en zich moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Weigeren zij dit, dan verliezen zij hun verblijfsvergunning en elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.
“Immigranten die zich blijvend willen vestigen in Nederland, en kunnen werken maar dit weigeren, en die niet financieel redzaam zijn, worden Nederland uitgezet en verliezen elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.”
“Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
D66 ziet arbeidsmigratie als noodzakelijk om personeelstekorten op te vangen en de economie draaiende te houden, maar wil deze gericht, menselijk en slim inzetten. De partij kiest voor minder laagbetaalde, kwetsbare arbeidsmigratie en meer gerichte migratie van vakkrachten en kenniswerkers, met strenge eisen aan werkgevers en betere bescherming tegen uitbuiting. D66 wil arbeidsmigratie reguleren door betere registratie, handhaving en het stimuleren van innovatie en hogere lonen.
D66 wil de instroom van arbeidsmigranten beperken tot sectoren waar ze echt nodig zijn en de nadruk leggen op vakkrachten en kenniswerkers. Tegelijkertijd wil de partij de afhankelijkheid van laagbetaalde arbeid uit het buitenland verminderen door innovatie en hogere lonen te stimuleren.
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
“D66 zet in op deze vijf maatregelen: • Minder vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland. We verhogen bijvoorbeeld de lonen, zodat werk naar waarde gewaardeerd wordt en concurrentie met andere werknemers eerlijker is. Hogere arbeidskosten maken het voor ondernemers bovendien aantrekkelijker te investeren in innovatie.”
D66 wil dat arbeidsmigranten veilig en eerlijk kunnen werken en wonen, met strenge voorwaarden voor werkgevers op het gebied van huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Uitbuiting en slechte leefomstandigheden worden actief bestreden, onder andere door betere handhaving en het beperken van het doorlenen van arbeidsmigranten.
“We stellen strenge voorwaarden aan werkgevers als die arbeidsmigranten inzetten. Als zij niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen ze hun vergunning kwijtraken.”
“D66 wil dat arbeidsmigranten hier veilig en eerlijk kunnen werken en wonen. De aanbevelingen van de commissie-Roemer zijn de basis, maar ook daarbovenop zet D66 fors in op verbetering van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten. We zorgen dat bedrijven en uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid nemen voor huisvesting en dat arbeidsmigranten kennis maken met de Nederlandse taal en maatschappij. We verbeteren handhaving met de Arbeidsinspectie en beperken het doorlenen van arbeidsmigranten.”
D66 vindt dat goed beleid begint met goede gegevens. De partij wil de registratie van arbeidsmigranten verbeteren om arbeidsmigratie gericht te kunnen sturen en samen met instanties verwachtingen en onderzoeken verbeteren.
“We kunnen arbeidsmigratie alleen gericht sturen als we er voldoende informatie over hebben. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten. We werken ook samen met instanties aan verbetering van verwachtingen en onderzoeken.”
BIJ1 wil arbeidsmigratie volledig gelijkwaardig behandelen aan andere vormen van migratie en pleit voor gelijke rechten, bescherming en zelfstandigheid van arbeidsmigranten. De partij wil de afhankelijkheid van arbeidsmigranten van werkgevers verminderen, discriminatie en uitbuiting tegengaan, en arbeidsmigranten toegang geven tot sociale voorzieningen, gelijke lonen en arbeidsrechten. BIJ1 ziet arbeidsmigratie als een positieve bijdrage aan de samenleving en streeft naar een wereld zonder grenzen waar iedereen vrij kan wonen en werken.
BIJ1 vindt dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en bescherming verdienen als andere werknemers, inclusief ongedocumenteerden. De partij wil uitbuiting en afhankelijkheid van werkgevers tegengaan door arbeidsmigranten toe te staan voor meerdere werkgevers te werken, zelfstandig te wonen en toegang te krijgen tot sociale voorzieningen en gelijke arbeidsvoorwaarden. Dit moet hun kwetsbare positie op de arbeidsmarkt verbeteren en misstanden voorkomen.
“Arbeidsmigranten mogen voor meerdere werkgevers werken en mogen alle soorten werk verrichten, niet alleen werk dat niet door Nederlanders kan worden gedaan. Ze kunnen zelfstandig woningen huren of gemeentelijke opvang gebruiken en hebben recht op sociale voorzieningen, gelijk loon, gelijke contracten en arbeidsrechten. Zo wordt hun afhankelijkheid van werkgevers verkleind.”
“Arbeidsmigranten en ongedocumenteerde mensen verdienen dezelfde rechten als elke andere werknemer. Ongedocumenteerde mensen die te maken krijgen met geweld of dwang op het werk, moeten dit kunnen melden zonder dat ze risico lopen op ontslag of uit het land gezet worden. We beschermen de rechten en beloning van arbeidsmigranten beter. We verbieden het koppelen van werk en woonruimte, waarbij ontslag gelijk staat aan dakloos worden.”
BIJ1 pleit voor een eigen vakbond voor arbeidsmigranten om hun belangen te behartigen en hen te beschermen tegen uitbuiting en slechte leefomstandigheden. Dit moet de positie van arbeidsmigranten versterken en hun stem op de werkvloer vergroten.
“Arbeidsmigranten verdienen een eigen vakbond die kan opkomen voor het waarborgen van hun rechten, en hun bescherming tegen uitbuiting en erbarmelijke leefomstandigheden.”
De partij wil de 30%-regeling, een belastingvoordeel voor buitenlandse werknemers met hoge inkomens, afschaffen om fiscale gelijkheid te waarborgen en ongelijkheid te voorkomen.
“De 30%-regeling wordt afgeschaft: buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen gaan net zoveel belasting betalen als ieder ander.”
DENK erkent het belang van arbeidsmigratie voor de Nederlandse economie, maar legt de nadruk op het bestrijden van uitbuiting en het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten. De partij wil misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en discriminatie aanpakken, en pleit voor strengere regels en handhaving richting werkgevers en uitzendbureaus. DENK kiest dus voor bescherming en gelijke behandeling van arbeidsmigranten, niet voor beperking van arbeidsmigratie zelf.
DENK ziet uitbuiting en slechte leefomstandigheden van arbeidsmigranten als een urgent probleem, vooral in kwetsbare wijken. De partij wil deze misstanden tegengaan door strengere handhaving, verhuurvergunningen, verplichtingen voor werkgevers en een vergunningsysteem voor uitzendbureaus. Het doel is om arbeidsmigranten te beschermen tegen uitbuiting en discriminatie, en de negatieve impact op woonwijken te beperken.
“De negatieve effecten van de uitbuiting van arbeidsmigranten op kwetsbare wijken te kenteren. Misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en uitbuiting worden bestreden, onder andere via verhuurvergunningen, verplichtingen voor werkgevers en handhaving.”
“Uitwassen in uitzendbranche gaan wij tegen met een vergunningsysteem. Zo pakken wij uitbuiting van arbeidsmigranten en discriminatie aan.”
Naast het bestrijden van misstanden, wil DENK het voor mensen uit bepaalde landen makkelijker maken om in Nederland te werken en wonen. Dit betreft vooral landen waarmee Nederland historische banden heeft, zoals Turkije, Marokko en Suriname. Het doel is om de economische en sociale banden te versterken en migratie uit deze landen te vergemakkelijken.
“Wij versoepelen de visumregels tussen Nederland en Marokko, Turkije en Suriname om werken en wonen in Nederland te vergemakkelijken.”
FVD wil arbeidsmigratie sterk beperken en alleen toestaan voor tijdelijk verblijf van economisch waardevolle, cultureel compatibele migranten via een streng gereguleerd GreenCard-systeem. Het doel is om arbeidsmigratie overbodig te maken door Nederlandse jongeren beter op te leiden voor tekortsectoren, en zo de afhankelijkheid van buitenlandse arbeidskrachten te minimaliseren.
FVD pleit voor een streng gereguleerd systeem waarbij alleen tijdelijk werk wordt toegestaan aan migranten die economisch waardevol en cultureel compatibel zijn, zonder uitzicht op naturalisatie. Hiermee wil de partij voorkomen dat arbeidsmigratie leidt tot permanente vestiging en sociale druk.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“Met een naturalisatiestop van tien jaar en een GreenCard-systeem voor tijdelijke, waardevolle arbeidsmigranten.”
FVD wil de noodzaak voor arbeidsmigratie verminderen door meer Nederlandse jongeren op te leiden tot vakmensen, vooral in sectoren als bouw en techniek. Zo wil de partij tekorten oplossen met binnenlandse arbeidskrachten en voorkomen dat geld naar het buitenland verdwijnt.
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”