De SP beschouwt arbeidsmigratie als een onhoudbaar verdienmodel dat leidt tot uitbuiting, druk op sociale voorzieningen en remming van innovatie. De partij wil het aantal arbeidsmigranten fors terugdringen door werkvergunningen, strengere eisen aan werkgevers en betere bescherming van arbeidsmigranten, met als doel een beheersbare bevolkingsgroei en eerlijke arbeidsvoorwaarden.
De SP vindt arbeidsmigratie op termijn onhoudbaar en ziet het als een verdienmodel dat leidt tot uitbuiting, lage lonen en druk op voorzieningen. De partij wil het aantal arbeidsmigranten fors verminderen en stelt dat arbeidstekorten beter nationaal kunnen worden opgelost.
“Daarom worden de voorstellen van de commissie Roemer per direct doorgevoerd en ook de aantallen arbeidsmigranten fors teruggeschroefd.”
“Arbeidsmigratie is op termijn onhoudbaar. Arbeidsmigratie is een goedkoop verdienmodel.”
“Om menswaardige opvang te bieden en tegelijkertijd grip te hebben op integratie binnen onze samenleving, streven we naar een migratiesaldo van 40 duizend per jaar.”
“Het overgrote deel hiervan ligt in de sterke toename van arbeids, kennis en studiemigratie. Dit zal dus flink omlaag moeten.”
Om uitbuiting te voorkomen en grip te krijgen op arbeidsmigratie, wil de SP werkvergunningen invoeren, registratie verplicht stellen en werkgevers verantwoordelijk maken voor huisvesting en zorg. De capaciteit van de arbeidsinspectie bepaalt het maximum aantal arbeidsmigranten.
“Het maximaal aantal arbeidsmigranten wordt gebaseerd op basis van de capaciteit van de arbeidsinspectie. We moeten arbeidsmigranten weer registeren en zo snel als mogelijk werkvergunningen invoeren.”
“Werkgevers worden verplicht om aan te tonen dat zij beslist mensen uit andere landen nodig hebben en er voldoende en goede huisvesting beschikbaar is.”
“Werkgevers of bemiddelaars die arbeidsmigranten naar Nederland halen zijn verantwoordelijk voor de kosten van huisvesting en zorgverzekering zolang de arbeidsmigrant in Nederland verblijft, dus ook na afloop van het werk.”
De SP beschouwt arbeidsmigratie als een vorm van moderne slavernij en wil misstanden bestrijden door strengere regels voor uitzendbureaus, uitbreiding van de arbeidsinspectie en betere bescherming van arbeidsmigranten.
“Arbeidsmigratie is moderne slavernij. De SP vindt arbeidsmigratie een vorm van moderne slavernij.”
“We gaan arbeidsmigranten beschermen tegen werkgevers door niet langer toe te staan dat die ook hun huisbaas zijn. De Arbeidsinspectie moet uitgebreid worden en er komt een vergunningstelsel voor uitzendbureaus.”
“Bij misstanden sluiten we bedrijven of uitzendbureaus. Hierbij wordt meteen een boete ingesteld die uitgekeerd wordt aan de arbeidsmigranten voor eventuele terugkeer of als overbruggingsbudget.”
De SP wil een verbod op grootschalige, onmenselijke huisvesting van arbeidsmigranten en pleit voor kleinschalige, verspreide huisvesting met aandacht voor integratie en verbinding met de omgeving.
De SP wijst op de negatieve effecten van arbeidsmigratie op landen van herkomst, zoals braindrain en ontwrichting, en wil ronselpraktijken via buitenlandse uitzendbureaus verbieden.
“In de landen van herkomst leidt arbeidsmigratie tot ontworteling van gemeenschappen en een braindrain.”
“Het kabinet moet zich in EU verband hard maken om deze constructie te verbieden en een dergelijk verbod voor Nederland mogelijk te maken. Aan deze wetteloosheid moet een einde komen.”
De SGP wil het aantal arbeidsmigranten fors beperken en ziet arbeidsmigratie vooral als een probleem dat Nederland afhankelijk en kwetsbaar maakt. Alleen voor cruciale vakkrachten die niet in Nederland te vinden zijn, wil de partij uitzonderingen maken, met strikte voorwaarden en betere bescherming tegen uitbuiting. Huisvesting van arbeidsmigranten moet verbeteren om druk op de woningmarkt te verminderen en hun leefomstandigheden te waarborgen.
De SGP beschouwt Nederland als "chronisch verslaafd aan arbeidsmigratie" en wil het aantal arbeidsmigranten omlaag brengen, met name door strikte voorwaarden, quota en het tegengaan van verkeerde fiscale prikkels. Alleen voor specifieke, niet in Nederland op te leiden vakkrachten wordt een uitzondering gemaakt, waarbij de noodzaak en het belang van de sector leidend zijn.
“Nederland is chronisch verslaafd aan arbeidsmigratie en dat is ongezond. Zeker als we mensen hierheen laten komen om onze rijkdom in stand te houden, terwijl zij beter mee kunnen werken aan de ontwikkeling van hun eigen land. Het aantal arbeidsmigranten moet daarom omlaag.”
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie. Duur van het verblijf, belang van de sector en noodzaak spelen bij deze afweging een belangrijke rol.”
“Een EU-bovengrens limiteert het aantal arbeidsmigranten dat jaarlijks de EU binnenkomt.”
“Binnen de EU moeten meer mogelijkheden komen om waar nodig het aantal arbeidsmigranten te beperken, bijvoorbeeld met werk- of woonvergunningen.”
“Nederland stemt niet in met het EU-plan de poorten te openen en een Tinder voor arbeidsmigranten op te zetten.”
“Overkomst van arbeidsmigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen is overbodig gelet op het aantal EU-werklozen.”
De SGP wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere boetes en het gelijktrekken van loonkosten binnen de EU. Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor de omstandigheden van arbeidsmigranten, zoals huisvesting en taalverwerving.
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd en verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, verdwijnen.”
“Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor werknemers die zij hierheen halen, onder meer ten aanzien van huisvesting of het leren van de taal.”
“De EU-regels voor detachering vanuit andere lidstaten moeten ertoe leiden dat de loonkosten in het werkland gelijk zijn voor alle werknemers in een bepaalde sector.”
De SGP erkent dat de huisvesting van arbeidsmigranten vaak tekortschiet en wil deze verbeteren, zowel om de druk op de woningmarkt te verlichten als om de leefomstandigheden van arbeidsmigranten zelf te verbeteren.
“Een goede en passende huisvesting van arbeidsmigranten is cruciaal. Niet alleen om de druk op de woningmarkt te verminderen, maar ook om de woonomstandigheden van deze migranten te verbeteren, bijvoorbeeld via niet-zelfstandige woonruimten.”
“De SGP wil ook de koppeling tussen werk en huisvesting weer positief en verantwoord inzetten.”
De ChristenUnie erkent de belangrijke rol van arbeidsmigranten in Nederland, maar vindt de huidige afhankelijkheid van goedkope arbeidskrachten onhoudbaar en problematisch voor integratie, innovatie en sociale voorzieningen. Ze pleiten voor strengere regulering, betere arbeidsvoorwaarden, verplichte integratie (waar mogelijk), en meer grip op arbeidsmigratie via Europese afspraken en taaleisen. De partij wil uitbuiting tegengaan en integratie bevorderen, met nadruk op beheersing van de Nederlandse taal en het voorkomen van parallelle samenlevingen.
De ChristenUnie vindt dat Nederland te afhankelijk is geworden van goedkope arbeidsmigranten, wat innovatie en robotisering remt en druk legt op voorzieningen. Ze willen een einde aan slechte arbeidsvoorwaarden, invoering van tewerkstellingsvergunningen voor bepaalde sectoren, en het afschaffen van belastingvoordelen voor expats.
“In die sectoren is Nederland verslaafd aan goedkope arbeidsmigranten. Dit is niet houdbaar. De groei van laagbetaalde arbeid en het aanbod van arbeidsmigranten remt innovatie en robotisering en legt een te grote druk op voorzieningen die schaars zijn.”
“Binnen de Europese Unie pleiten we voor de invoering van tewerkstellingsvergunningen, in eerste instantie voor bepaalde sectoren zoals de bouw of uitzendsector.”
“In Europees verband zetten we ons in om belastingvoordelen voor expats gezamenlijk af te schaffen.”
De partij wil dat arbeidsmigranten beter integreren door het leren van de Nederlandse taal en het volgen van inburgeringstrajecten, met name voor niet-EU arbeidsmigranten. Ze waarschuwen voor het risico van parallelle samenlevingen en willen via werkgevers en gemeenten inzetten op taalonderwijs.
“Arbeidsmigranten zijn nu niet verplicht Nederlands te leren en in te burgeren. In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Het gevaar dreigt dat EU-arbeidsmigranten in een parallel circuit blijven leven, met kans op herhaling van de migratiegolven uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.”
“Het beheersen van de Nederlandse taal, ook door arbeidsmigranten, is daarbij essentieel.”
De ChristenUnie wil een einde maken aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals slechte huisvesting en inhoudingen op loon. Ze pleiten voor strenger toezicht op naleving van wetgeving en een uitzendverbod voor sectoren die geen verbetering laten zien.
“Er moet een einde komen aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals inhoudingen op het loon of dakloosheid bij verlies van baan.”
“Het toezicht op de naleving van wetgeving (zoals de Wet goed verhuurderschap of de Arbowetgeving) wordt aangescherpt.”
“Sectoren die geen verbetering laten zien in hoe ze met mensen omgaan (zoals de vleessector), krijgen een uitzendverbod opgelegd.”
“Arbeidsmigranten worden in te veel gevallen behandeld als stukgoed, waarbij zij door de koppeling van bed en baan kwetsbaar zijn voor dakloosheid.”
De partij stelt dat arbeidsmigratie niet als eenvoudige oplossing moet worden gezien voor structurele tekorten op de arbeidsmarkt. Ze pleiten voor een bredere, gezamenlijke aanpak van arbeidsmarktkrapte.
“Arbeidsmigratie is daarbij geen eenvoudig antwoord voor de oplossing van onze structurele tekorten.”
NSC wil het aantal arbeidsmigranten fors beperken en het verdienmodel van goedkope, laagbetaalde arbeid tegengaan. Ze stellen strengere eisen aan werkgevers, willen een werkgeversheffing invoeren, en pleiten voor meer regulering en selectie bij toelating van arbeidsmigranten, met nadruk op bescherming van Nederlandse werkzoekenden en het voorkomen van misstanden.
NSC wil het voor bedrijven minder aantrekkelijk maken om goedkope arbeidsmigranten in te zetten door een werkgeversheffing in te voeren en het verdienmodel van laagbetaalde arbeid te beëindigen. De opbrengsten worden gebruikt om Nederlandse werkzoekenden aan het werk te helpen en arbeidsbesparende technologie te stimuleren.
“Nederland is verslaafd aan laagbetaalde arbeid. Het moet minder aantrekkelijk worden voor bedrijven om op grote schaal goedkope arbeidsmigranten hierheen te halen, die vaak onder slechte omstandigheden wonen en werken. De lasten van dit verdienmodel (overlast, beslag op voorzieningen en woonruimte) worden te veel op de samenleving afgewenteld.”
“We voeren daarom naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in op de inzet van arbeidsmigranten. Met de opbrengsten kunnen gemeenten mensen in Nederland aan het werk helpen die nu nog langs de kant staan, zoals statushouders en werklozen in de bijstand.”
“We voeren naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in voor sectoren met veel arbeidsmigranten; de opbrengsten worden benut om meer startbanen te creëren en voor het gebruik van arbeidsbesparende technologie.”
NSC wil misstanden en uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere eisen te stellen aan werkgevers en uitzendbureaus, en door controles te intensiveren. Ze willen ook het inhouden van een deel van het loon voor huisvesting verbieden.
“We schaffen de mogelijkheid voor werkgevers af om een percentage (25%) van het minimumloon van arbeidsmigranten voor huisvesting in te houden. Arbeidsmigranten moeten voordat zij met werken beginnen, ingeschreven staan in de basisadministratie. Daarvoor is de werkgever verantwoordelijk.”
“We stellen strikte eisen aan de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten. Daarbij moeten controles niet alleen op papier plaatsvinden, maar ook fysiek op locatie.”
“Voor arbeidsmigratie betekent dit dat we strengere eisen moeten stellen aan uitzendbureaus, zodat zij geen misbruik kunnen maken van buitenlandse arbeidskrachten.”
NSC wil de instroom van arbeidsmigranten beperken en selectiever maken, met een arbeidsmarkttoets voor niet-EU-migranten en regulering van EU-arbeidsmigratie. Alleen als er geen geschikte kandidaten binnen de EU zijn, mogen arbeidsmigranten van buiten de EU worden toegelaten.
“Arbeidsmigranten van buiten de EU willen we selectief toelaten op basis van wat de Nederlandse arbeidsmarkt nodig heeft. Als landen toetreden tot de Europese Unie dan moet de instroom van nieuwe groepen arbeidsmigranten uit deze landen sterk beperkt en gereguleerd worden.”
“Voor toelating van arbeidsmigranten van buiten de EU gaat een arbeidsmarkttoets gelden. Ze mogen alleen hier komen als er binnen de EU niemand te vinden is.”
“Onder bepaalde omstandigheden moeten lidstaten weer de mogelijkheid krijgen om de instroom van arbeidsmigranten te reguleren, waarbij een EU-quotum voor bepaalde sectoren een optie is.”
NSC wil voorkomen dat sociale voorzieningen een aanzuigende werking hebben op arbeidsmigranten door een ingroeistelsel voor sociale zekerheid en AOW in te voeren.
“We voeren een eerlijk en realistisch ingroeistelsel in voor sociale zekerheid en AOW om te voorkomen dat Nederlandse sociale voorzieningen een magneet vormen. Niet iedere student of tijdelijke arbeidsmigrant hoeft AOW op te bouwen.”
Bij aanhoudende misstanden in sectoren als de vleessector, schoonmaak, transport en teelt wil NSC een uitzendverbod instellen om uitbuiting van arbeidsmigranten te stoppen.
“Ook vinden we dat vanwege de grove misstanden een uitzendverbod moet komen in de vleessector. Ook de schoonmaak-, transport- en teeltsector vereisen aandacht om schendingen van arbeidswetten te voorkomen. Als in die sectoren de misstanden niet opgelost worden, zal ook daar een uitzendverbod gaan gelden.”
Het CDA erkent het belang van arbeidsmigranten voor de Nederlandse economie, maar wil misstanden en afhankelijkheid van laagbetaalde arbeidsmigratie fors terugdringen. De partij stelt strenge eisen aan werkgevers op het gebied van huisvesting, taalonderwijs en registratie, en wil de instroom van arbeidsmigranten beperken door innovatie en strengere regelgeving. Fatsoenlijke behandeling, terugdringing van misbruik en meer verantwoordelijkheid voor bedrijven staan centraal in hun visie.
Het CDA legt de verantwoordelijkheid voor fatsoenlijke behandeling, huisvesting en integratie van arbeidsmigranten expliciet bij werkgevers. Dit moet misstanden voorkomen en de positie van arbeidsmigranten verbeteren.
“Bedrijven zijn verantwoordelijk voor fatsoenlijke huisvesting van hun arbeidsmigranten. Werkgevers blijven een arbeidsmigrant vier weken na het beëindigen van het dienstverband huisvesten, zodat mensen de tijd krijgen om terug te keren naar hun land van herkomst of ander werk te vinden.”
“Werkgevers worden verplicht Nederlandse les te verzorgen voor hun arbeidsmigranten.”
“Gemeenten en werkgevers zijn samen verantwoordelijk voor een goede registratie van arbeidsmigranten.”
“De pilots met informatiepunten voor arbeidsmigranten maken we de standaard in ons land, zodat zij beter kunnen worden geïnformeerd over hun rechten en plichten.”
Het CDA wil de afhankelijkheid van laagbetaalde arbeidsmigranten sterk terugdringen door innovatie, betere arbeidsvoorwaarden en – als stok achter de deur – sectorale verboden op uitzendkrachten.
“De vraag naar arbeidsmigranten die laagbetaald werk doen willen we sterk verminderen. De overheid maakt bindende afspraken met sectoren om te werken aan arbeidsbesparende innovaties en verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Stok achter de deur is een sectoraal verbod op uitzendkrachten.”
Het CDA wil misbruik en uitbuiting van arbeidsmigranten hard aanpakken, onder meer door Europese samenwerking en strengere handhaving.
“We voeren de aanbevelingen uit het rapport Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan onverkort en met urgentie verder uit.”
“Schijnconstructies met uitzendbureaus in andere EU-landen zorgen voor misstanden met niet-Europese arbeidsmigranten, de zogeheten derdelanders. Op Europees niveau zetten we vol in op verduidelijking van de regels en handhaving om dit soort schijnconstructies tegen te gaan. We versterken het mandaat van de Europese Arbeidsinspectie.”
Het CDA verplicht arbeidsmigranten die langer blijven tot het volgen van een taaltraject, met de werkgever als verantwoordelijke partij.
“Arbeidsmigranten die hier langdurig verblijven, volgen een verplicht taaltraject dat is toegespitst op werk en deelnemen in de samenleving. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk.”
Het CDA wil vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten extra ondersteunen en kinderen van arbeidsmigranten beter beschermen via vaste schooltoegang en voorschoolse educatie.
“Vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten wordt extra ondersteund om dak- en thuisloosheid te voorkomen; hiervoor zoeken we samenwerking met de EU-landen van herkomst.”
“Er leven tienduizenden kinderen van arbeidsmigranten in Nederland, die zich in een kwetsbare positie bevinden en vaak van school wisselen. Toegang tot een vaste school wordt onderdeel van de bedrijfseffectrapportage. Voorschoolse educatie wordt, net als voor kinderen van statushouders, verplicht.”
GroenLinks-PvdA wil het aantal arbeidsmigranten in laagbetaalde sectoren verminderen en misstanden zoals uitbuiting en slechte huisvesting krachtig aanpakken. De partij stelt strengere eisen aan werkgevers, wil betere registratie en verplicht werkgevers tot het bieden van goede arbeidsvoorwaarden, huisvesting en onderwijs aan arbeidsmigranten. Alleen noodzakelijke vakkrachten en kennismigranten worden gefaciliteerd, terwijl bedrijven die afhankelijk zijn van laagbetaald werk moeten innoveren of verdwijnen.
GroenLinks-PvdA wil de instroom van arbeidsmigranten beperken tot sectoren waar zij echt nodig zijn, en bedrijven die afhankelijk zijn van laagbetaald werk ontmoedigen. Dit moet uitbuiting tegengaan en de druk op huisvesting en voorzieningen verminderen.
“Wij sturen op minder arbeidsmigratie. Bedrijven die alleen kunnen bestaan dankzij laagbetaald werk en uitbuiting hebben in Nederland niets te zoeken.”
“Bedrijvigheid die alleen kan bestaan bij de gratie van laagbetaald, slecht werk en uitbuiting moet innoveren of verdwijnen.”
“Wij willen de economie zo inrichten dat de vraag naar arbeidsmigratie in laagbetaalde banen afneemt.”
“Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning. Zo gaan we misstanden en oneigenlijk gebruik tegen.”
De partij wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere regels voor uitzendbureaus, hogere boetes, en het verplichten van vaste contracten en betere arbeidsomstandigheden.
“Er komt zo snel mogelijk een vergunningsplicht voor uitzendbureaus. Uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten of uitzendkrachten inzetten onder illegale arbeidsomstandigheden verliezen hun vergunning.”
“We willen dat arbeidsmigranten in de sectoren met veel misstanden rechtstreeks in dienst genomen worden, zonder tussenkomst van een uitzendbureau.”
“Arbeidsmigranten werken vaak op basis van een uitzendcontract, terwijl ze structureel werk doen. Om betere arbeidsomstandigheden te creëren en de vraag naar arbeidsmigranten te ontmoedigen, verhogen we het wettelijk minimumloon en beperken we de flexibiliteit van uitzendcontracten.”
Werkgevers worden verantwoordelijk gemaakt voor goede huisvesting en integratie van arbeidsmigranten, inclusief taallessen en voorzieningen voor meekomende gezinsleden.
“Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de mensen die ze van ver halen om in Nederland te werken. Dit gaat verder dan alleen de omstandigheden op de werkvloer. Daarom gaan werkgevers verplicht meebetalen aan huisvesting en onderwijs, zoals taalles, ook voor meekomende gezinsmigranten.”
De partij wil een betere registratie van arbeidsmigranten en geeft gemeenten meer zeggenschap over nieuwe bedrijvigheid als de druk op wijken te groot wordt.
“Veel arbeidsmigranten zijn nu slecht geregistreerd en daarom niet in beeld. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten.”
“Gemeenten moeten nieuwe bedrijvigheid of uitbreiding stop kunnen zetten als wijken sterk onder druk staan.”
JA21 wil arbeidsmigratie in Nederland fors beperken en strenger reguleren, met een nadruk op het tegengaan van laaggeschoolde en ongerichte arbeidsmigratie. De partij pleit voor het benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel, het weren van laaggeschoolde arbeidsmigranten van buiten de EU, en het aanpakken van misstanden en overlast die door arbeidsmigranten worden veroorzaakt. Hoogopgeleide kennismigranten met meerwaarde voor Nederland blijven welkom.
JA21 vindt dat Nederland de grip op arbeidsmigratie is verloren en dat de huidige omvang leidt tot sociale, economische en maatschappelijke problemen. De partij wil arbeidsmigratie beperken, reguleren en alleen toestaan waar er daadwerkelijk tekorten zijn, met prioriteit voor het benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.
“Nederland is de grip op arbeidsmigratie compleet verloren. Het aantal arbeidsmigranten in Nederland nadert een miljoen. Gereguleerde arbeidsmigratie is in het belang van Nederland, maar de niet-gereguleerde vorm waarin deze migratie nu massaal plaatsvindt, leidt tot grote problemen.”
“JA21 wil arbeidsmigratie daarom beperken en reguleren en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.”
“Een rem zetten op ongerichte arbeidsmigratie. We steunen arbeidsmigratie alleen waar écht tekorten zijn en waar goede huisvesting en naleving gegarandeerd zijn.”
JA21 wil laaggeschoolde arbeidsmigratie van buiten de Europese Unie volledig weren, omdat deze volgens de partij leidt tot oneerlijke concurrentie, druk op de arbeidsmarkt en sociale problemen.
“Geen laaggeschoolde arbeidsmigratie van buiten de EU.”
De partij maakt expliciet onderscheid tussen laag- en hoogopgeleide migranten, waarbij alleen hoogopgeleide kennismigranten met economische en maatschappelijke meerwaarde welkom zijn.
JA21 wil streng optreden tegen misstanden rondom arbeidsmigranten, zoals overbewoning, uitbuiting en overlast. Werkloze arbeidsmigranten uit de EU moeten bij verlies van werk terugkeren naar hun land van herkomst.
“Het is daarom noodzakelijk om, naast de regulering die JA21 bepleit, op korte termijn stappen te zetten om problemen die veroorzaakt worden door ongeremde arbeidsmigratie aan te pakken. Hierbij is het noodzakelijk om veel nadrukkelijker in te zetten op terugkeer van EU-migranten die geen toekomst meer in Nederland hebben. ‘Werkloze arbeidsmigrant’ is een contradictio in terminis. Bij verlies van werk vervalt de verblijfsgrond en is niet als dakloze in Nederland blijven, maar terugkeer het antwoord.”
“Gedwongen terugkeer van EU-ingezetenen (in de praktijk vaak EU-arbeidsmigranten) die overlast veroorzaken of een gevaar voor de openbare orde zijn, makkelijker maken: het huidige benodigde aantal registraties om dossiers aan de IND te kunnen overdragen terugdringen, scherpe afspraken met landen van herkomst over terugkeer.”
“Woonmisstanden en uitbuiting hard aanpakken: streng controleren en handhaven op overbewoning, aanpakken malafide verhuurders en uitzendbureaus, invoering verhuurdersvergunningen, huisvesting zoveel mogelijk op terrein van de werkgever in plaats van in woonwijken en recreatieparken.”
JA21 verzet zich tegen het inzetten van arbeidsmigratie als onderhandelingsmiddel met landen buiten de EU voor het terugnemen van hun onderdanen.
“Arbeidsmigratie niet als ‘ruilmiddel’ inzetten voor het terugnemen van onderdanen door landen buiten de EU, zoals Marokko.”
Volt erkent het belang van arbeidsmigranten voor de Nederlandse economie, maar stelt dat hun positie eerlijker en menswaardiger moet worden geregeld. De partij pleit voor strengere handhaving tegen uitbuiting, het loskoppelen van werk- en huurcontracten, directe betrokkenheid van arbeidsmigranten bij beleid, en betere informatievoorziening en toegang tot de arbeidsmarkt. Volt wil daarnaast EU-brede standaarden en meer transparantie en certificering van uitzendbureaus.
Volt ziet dat arbeidsmigranten vaak worden uitgebuit, vooral via uitzendbureaus en in sectoren met veel misstanden. De partij wil daarom strengere handhaving, verplichte certificering van uitzendbureaus en meer toezicht op werkgevers.
“Arbeidsmigranten komen te vaak in benarde posities terecht en worden vaak uitgebuit. Handhaving moet zich richten op sectoren waar veel migranten werkzaam zijn, zoals slachthuizen en de glastuinbouw.”
“We zijn voorstander van aanvullende verplichte certificering van deze bureaus waarbij processen zoals loonbetaling, klachtafhandeling, administratie en huisvesting van arbeidsmigranten worden beoordeeld. Dit zorgt voor structurele controle in plaats van eenmalig bij de start.”
“We verbeteren het toezicht en de handhaving door de arbeidsinspectie. Hiervoor maken we extra budget vrij.”
Volt wil de afhankelijkheidspositie van arbeidsmigranten verminderen door te eisen dat arbeidscontracten niet langer gekoppeld zijn aan huurcontracten, zodat arbeidsmigranten niet direct dakloos raken bij verlies van werk.
“Volt ervoor dat arbeidscontracten altijd onafhankelijk moeten bestaan van een huurcontract. Hierdoor is een arbeidsmigrant niet direct dakloos, indien de arbeidsrelatie ophoudt.”
De partij vindt dat arbeidsmigranten zelf een stem moeten krijgen in beleid dat hen aangaat en dat zij beter geïnformeerd moeten worden over hun rechten, mede door het overwinnen van taalbarrières.
“We geven arbeidsmigranten een plek aan tafel bij beleidsmakers. De belangen van arbeidsmigranten moeten worden vertegenwoordigd door de arbeidsmigranten zelf.”
“We starten bewustwordingscampagnes voor zowel arbeidsmigranten als werkgevers. Vanwege de taalbarrières en een gebrek aan goede informatie weten arbeidsmigranten niet altijd wat hun rechten zijn.”
Volt pleit voor EU-brede standaarden voor sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, en wil dat arbeidsovereenkomsten in risicosectoren alleen nog direct bij werkgevers worden afgesloten.
“We willen EU-brede standaarden voor sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, die goede, menswaardige bescherming bieden aan alle werkenden in de EU.”
“We pleiten ervoor dat vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten, in sectoren waar structureel misstanden voorkomen, alleen nog maar direct bij een werkgever mogen worden afgesloten.”
Volt wil een Europese 'job-tinder' opzetten voor arbeidsmigranten van buiten de EU, met informatie over procedures en meldpunten voor misstanden.
“We bouwen een Europese job-tinder (Europese talent pool) zodat arbeidsmigranten van buiten de EU een goed overzicht hebben van de beschikbare banen in de EU.”
“Op deze job-tinder is informatie te vinden over de procedures die arbeidsmigranten moeten doorlopen om aan de slag te gaan. Ook is er een overzicht van relevante contactpunten voor het melden van misstanden en voor andere procedures.”
BBB erkent het belang van arbeidsmigranten voor sectoren met structurele tekorten, maar wil arbeidsmigratie strikt selectief, tijdelijk en gericht op vakmensen met aantoonbare meerwaarde. De partij pleit voor circulaire arbeidsmigratie, strenge selectiecriteria, en fatsoenlijke huisvesting bij het bedrijf, terwijl misstanden en uitbuiting hard worden aangepakt.
BBB wil arbeidsmigratie beperken tot vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde, vooral in sectoren met structurele tekorten. Het beleid moet gericht zijn op tijdelijke, circulaire migratie en mag niet leiden tot overbelasting van integratie of huisvesting.
“BBB wil daarom een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratie beleid van buiten de EU, gericht op vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde; van verpleegkundigen tot elektriciens en van lassers tot gespecialiseerde koks.”
“Circulaire arbeidsmigratie, waarbij vakmensen tijdelijk legaal in Nederland werken en daarna terugkeren, biedt kansen voor wederzijdse ontwikkeling.”
“Arbeidsmigratie moet bijdragen aan het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt, zonder te leiden tot overbelasting van integratie en huisvesting.”
“Arbeidsmigratie moet gericht zijn op die beroepsgroepen waar structurele tekorten bestaan én waar de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling.”
BBB wil duidelijke selectiecriteria voor arbeidsmigranten en samenwerking met werkgevers, gebaseerd op behoefte, vaardigheden en maatschappelijke impact.
“Dit vraagt om duidelijke selectiecriteria en samenwerking met werkgevers, gebaseerd op behoefte, vaardigheden en maatschappelijke impact.”
BBB vindt dat arbeidsmigranten fatsoenlijk gehuisvest moeten worden, bij voorkeur bij het bedrijf waarvoor zij werken en tegen marktconforme prijzen.
BBB wil geen generiek uitzendverbod, maar pakt misstanden bij malafide uitzendconstructies hard aan om uitbuiting en oneerlijke concurrentie te bestrijden.
“Geen generiek uitzendverbod per sector, maar wij pakken misstanden bij malafide uitzendconstructies hard aan. Oneerlijke concurrentie, uitbuiting en malafide praktijken worden bestreden, zonder het hele systeem plat te leggen.”
BBB vindt dat Nederland meer moet doen om het arbeidspotentieel van migranten die al in Nederland verblijven te benutten, voordat nieuwe arbeidsmigranten worden aangetrokken.
“Tegelijkertijd wordt het arbeidspotentieel van migranten die hier al verblijven zo’n 330.000 mensen onvoldoende benut. BBB vindt dat Nederland meer werk moet maken van het activeren van mensen die hier al zijn.”
De Partij voor de Dieren wil een einde maken aan de uitbuiting van arbeidsmigranten en pleit voor gelijke rechten, fatsoenlijke huisvesting en strengere regulering van uitzendbureaus. Ze stellen voor om fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers af te schaffen, tewerkstellingsvergunningen voor EU-arbeidsmigranten te heroverwegen en uitzendkrachten in risicosectoren zoals de vleesindustrie te verbieden. De kern van hun visie is dat arbeidsmigratie niet mag dienen als verdienmodel voor bedrijven, maar eerlijk en menswaardig moet worden geregeld.
De PvdD vindt dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en bescherming moeten krijgen als andere werknemers, met nadruk op gelijke behandeling, loon en huisvesting. Ze willen uitbuiting tegengaan en stellen dat arbeidsmigratie nu vooral een verdienmodel is voor bedrijven die goedkope arbeidskrachten zoeken.
“Iedereen die in Nederland werkt – waar je ook vandaan komt – heeft recht op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting.”
“Gelijk loon en gelijke rechten voor gelijk werk wordt de norm.”
“Arbeidsmigratie is nu vaak een verdienmodel dat drijft op uitbuiting en het tegen elkaar uitspelen van werknemers.”
De partij wil dat alleen gecertificeerde uitzendbureaus arbeidsmigranten naar Nederland mogen halen, met intrekking van certificering en boetes bij misstanden. Dit moet misbruik en uitbuiting via malafide bureaus tegengaan.
“Uitzendbureaus moeten gecertificeerd worden om arbeidsmigranten naar Nederland te halen. Als misstanden worden gesignaleerd wordt de certificering ingetrokken. Bedrijven die gebruikmaken van niet-gecertificeerde uitzendbureaus krijgen een boete.”
De PvdD wil fiscale regelingen die bedrijven stimuleren om buitenlandse werknemers aan te trekken, zoals de expatregeling, afschaffen.
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
De partij eist fatsoenlijke huisvesting voor arbeidsmigranten, inclusief het recht op een eigen slaapkamer, en verbiedt dat commerciële bedrijven zowel werkgever als huisbaas zijn.
“Arbeidsmigranten krijgen betere bescherming tegen uitbuiting, waaronder het recht op een eigen slaapkamer en fatsoenlijke huisvesting. Het is niet langer toegestaan dat commerciële bedrijven zowel werkgever als huisbaas zijn van arbeidsmigranten.”
De PvdD wil onderzoeken of tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen opnieuw moeten worden ingevoerd, om grip te krijgen op arbeidsmigratie en uitbuiting te voorkomen.
“We onderzoeken de herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen, zoals die nu bestaat voor arbeidskrachten van buiten de EU.”
Om structurele uitbuiting tegen te gaan, wil de partij uitzendkrachten verbieden in sectoren met een hoog risico op uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals de vleesverwerkende industrie.
“Er komt daarom een verbod op uitzendkrachten in de vleesverwerkende industrie en andere sectoren met hoog risico op uitbuiting van arbeidsmigranten.”
De VVD wil arbeidsmigratie strenger reguleren en beperken tot migranten die aantoonbaar bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheid voor het welzijn en de huisvesting van arbeidsmigranten, terwijl overlastgevende of ongewenste arbeidsmigranten sneller worden teruggestuurd. Tegelijkertijd zet de VVD in op het verminderen van de afhankelijkheid van arbeidsmigratie door robotisering en automatisering te stimuleren.
De VVD wil alleen arbeidsmigranten toelaten die een duidelijke meerwaarde hebben voor Nederland, en de instroom van andere groepen beperken. Dit moet de maatschappelijke problemen rondom arbeidsmigratie verminderen en de bevolkingsgroei beheersbaar houden.
“Daarom willen wij dat er strengere maatregelen worden genomen om juist die arbeidsmigranten naar Nederland te laten komen, waar de hele samenleving wat aan heeft. Dit betekent ook dat sommige arbeidsmigranten niet meer welkom zijn.”
“Selectiever zijn op arbeidsmigratie: Arbeidsmigratie is essentieel om de hoogwaardige Nederlandse economie in stand te houden en levert ons veel welvaart en groei op. Goed georganiseerde kennismigratie kan bijdragen als we Nederland innovatief willen houden. Tegelijkertijd veroorzaakt arbeidsmigratie ook veel problemen.”
Werkgevers moeten eerst het binnenlands arbeidspotentieel benutten en zijn verantwoordelijk voor het welzijn en de huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuwe vestigingen van bedrijven met veel arbeidsmigranten moeten aantonen dat voorzieningen toereikend zijn.
“Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om eerst te zoeken binnen het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland. Als zij toch arbeidsmigranten moeten inzetten, worden zij verantwoordelijk voor het welzijn van deze werknemers.”
“Als een bedrijf in een sector met veel arbeidsmigranten zich wil vestigen, dan moet het aantonen dat de lokale voorzieningen, zoals bijvoorbeeld huisvesting, toereikend zijn voor de extra arbeidspopulatie, en dat het bedrijf daar zelf in voorziet.”
De VVD wil dat arbeidsmigranten die overlast veroorzaken of dakloos zijn, inclusief EU-burgers, worden teruggestuurd naar hun land van herkomst, eventueel met aanvullende hulp.
“Er is geen plek voor overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten in Nederland. Ook arbeidsmigranten uit de EU worden teruggestuurd. Met landen waar veel arbeidsmigranten vandaan komen worden afspraken gemaakt over effectieve terugkeer, eventueel in combinatie met verslavingshulp.”
De VVD wil schimmige uitzendconstructies en misstanden in sectoren met veel arbeidsmigranten hard aanpakken, onder meer door betere registratie, meer bevoegdheden voor burgemeesters en een mogelijk uitzendverbod bij aanhoudende misstanden.
“Nog te vaak maken malafide bedrijven gebruik van sluiproutes om arbeidsmigranten via schimmige uitzendbureaus in Oost-Europa onder mensonterende omstandigheden in Nederland te laten werken. Wij willen dat Nederland binnen Europa een leidende rol speelt bij het aan banden leggen van deze schijnconstructies.”
“Als daar geen verbetering optreedt, zullen we voor de desbetreffende sectoren een uitzendverbod instellen. Arbeidsmigranten bevinden zich soms buiten het zicht van de instanties, waardoor fraude en uitbuiting onopgemerkt blijven. Daarom is een betere registratie van arbeidsmigranten noodzakelijk. Burgemeesters krijgen meer bevoegdheden om in te grijpen bij grove misstanden en leggen daar zoals gebruikelijk verantwoording af aan de gemeenteraad.”
Om de noodzaak voor arbeidsmigratie te verkleinen, wil de VVD bedrijven actief ondersteunen bij robotisering en automatisering.
“Om de afhankelijkheid van arbeidsmigratie zoveel mogelijk te beperken moet de overheid bedrijven actief helpen om in te zetten op robotisering en automatisering.”
D66 wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren waar deze echt nodig is en focust op vakkrachten en kenniswerkers, met strenge eisen aan werkgevers om uitbuiting en slechte huisvesting te voorkomen. De partij wil minder laagbetaalde arbeidsmigratie, betere registratie en handhaving, en investeert in innovatie om de vraag naar buitenlandse arbeidskrachten te verminderen. D66 benadrukt dat arbeidsmigranten eerlijk behandeld moeten worden en dat de overheid de regie neemt.
D66 wil de instroom van arbeidsmigranten beperken tot sectoren waar ze noodzakelijk zijn, met nadruk op vakkrachten en kenniswerkers. De partij wil de vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland verminderen door lonen te verhogen en innovatie te stimuleren, zodat werkgevers minder afhankelijk zijn van goedkope arbeidskrachten.
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
“We kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan.”
“Minder vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland. We verhogen bijvoorbeeld de lonen, zodat werk naar waarde gewaardeerd wordt en concurrentie met andere werknemers eerlijker is. Hogere arbeidskosten maken het voor ondernemers bovendien aantrekkelijker te investeren in innovatie.”
D66 stelt strenge eisen aan werkgevers die arbeidsmigranten inzetten, met nadruk op fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Uitbuiting en slechte leefomstandigheden zijn volgens D66 onacceptabel; bedrijven riskeren het kwijtraken van hun vergunning bij misstanden. De partij baseert zich op de aanbevelingen van de commissie-Roemer en wil extra maatregelen nemen voor bescherming van arbeidsmigranten.
“We stellen strenge voorwaarden aan werkgevers als die arbeidsmigranten inzetten. Als zij niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen ze hun vergunning kwijtraken.”
“Te vaak werken arbeidsmigranten in slechte omstandigheden en wonen ze onder mensonterende omstandigheden. Dit is Nederland onwaardig. D66 wil dat arbeidsmigranten hier veilig en eerlijk kunnen werken en wonen. De aanbevelingen van de commissie-Roemer zijn de basis, maar ook daarbovenop zet D66 fors in op verbetering van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten.”
D66 vindt dat goed beleid begint met goede gegevens en wil daarom de registratie van arbeidsmigranten verbeteren. Ook wordt de handhaving versterkt, onder andere door de Arbeidsinspectie, en wordt het doorlenen van arbeidsmigranten beperkt.
BIJ1 pleit voor volledige gelijkwaardigheid en bescherming van arbeidsmigranten, met nadruk op gelijke rechten, arbeidsvoorwaarden en zelfstandigheid ten opzichte van werkgevers. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het recht op meerdere werkgevers, gelijke sociale voorzieningen, het verbod op het koppelen van werk en woonruimte, en het oprichten van een eigen vakbond voor arbeidsmigranten. Hun visie is radicaal inclusief: arbeidsmigranten moeten dezelfde rechten en kansen krijgen als iedere andere werknemer in Nederland.
BIJ1 wil dat arbeidsmigranten dezelfde rechten, lonen en arbeidsvoorwaarden krijgen als Nederlandse werknemers, ongeacht hun verblijfsstatus. Dit moet uitbuiting, discriminatie en afhankelijkheid van werkgevers tegengaan, en zorgt ervoor dat arbeidsmigranten volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving.
“Arbeidsmigranten en ongedocumenteerde mensen verdienen dezelfde rechten als elke andere werknemer.”
“Ze kunnen zelfstandig woningen huren of gemeentelijke opvang gebruiken en hebben recht op sociale voorzieningen, gelijk loon, gelijke contracten en arbeidsrechten.”
“Werkgevers worden verplicht het minimumloon te betalen, ook als de arbeiders via een wervingsbureau over de grens werken.”
Om misbruik en uitbuiting te voorkomen, wil BIJ1 de afhankelijkheid van arbeidsmigranten van hun werkgever verminderen. Dit gebeurt door het recht op meerdere werkgevers, het verbieden van het koppelen van werk en woonruimte, en het mogelijk maken van zelfstandig huren.
BIJ1 erkent dat arbeidsmigranten vaak onvoldoende vertegenwoordigd zijn in bestaande vakbonden en wil daarom een eigen vakbond voor deze groep, gericht op hun specifieke belangen en bescherming tegen uitbuiting.
“Arbeidsmigranten verdienen een eigen vakbond die kan opkomen voor het waarborgen van hun rechten, en hun bescherming tegen uitbuiting en erbarmelijke leefomstandigheden.”
FVD wil arbeidsmigratie sterk beperken en alleen toestaan voor tijdelijk verblijf van economisch waardevolle, cultureel compatibele migranten via een streng gereguleerd GreenCard-systeem. Tegelijkertijd streeft FVD ernaar arbeidsmigratie overbodig te maken door meer Nederlandse jongeren op te leiden tot vakmensen en zo tekorten op de arbeidsmarkt zelf op te lossen. Permanente vestiging en naturalisatie voor arbeidsmigranten worden uitgesloten.
FVD wil arbeidsmigratie beperken tot een streng gereguleerd systeem waarbij alleen tijdelijk verblijf mogelijk is voor migranten die economisch waardevol zijn en cultureel compatibel. Dit moet voorkomen dat arbeidsmigranten permanent in Nederland blijven of aanspraak maken op sociale voorzieningen, en de selectie beperken tot mensen die daadwerkelijk bijdragen aan de economie.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“Met een naturalisatiestop van tien jaar en een GreenCard-systeem voor tijdelijke, waardevolle arbeidsmigranten.”
FVD wil de afhankelijkheid van arbeidsmigranten structureel verminderen door het beroepsonderwijs te versterken en meer Nederlandse jongeren op te leiden tot vakmensen, vooral in sectoren als bouw en techniek. Zo moeten tekorten op de arbeidsmarkt worden opgelost zonder terug te vallen op arbeidsmigratie.
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”
“Zo bereiden we jongeren voor op goedbetaalde carrières, maken we arbeidsmigratie overbodig en versterken we een zelfredzaam en welvarend Nederland.”
FVD wil voorkomen dat arbeidsmigranten zich permanent vestigen in Nederland. Tijdelijke werkvergunningen worden periodiek geëvalueerd en geven geen recht op naturalisatie of blijvend verblijf.
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
50PLUS pleit voor een streng en selectief arbeidsmigratiebeleid, waarbij de verantwoordelijkheid voor de kosten en gevolgen van arbeidsmigranten bij werkgevers wordt gelegd. Uitzonderingen op het strenge beleid zijn alleen mogelijk voor gerichte arbeidsmigratie in de zorg vanwege personeelstekorten. Daarnaast wil 50PLUS dat arbeidsmigranten tijdens hun verblijf opgebouwde AOW-rechten bij vertrek afkopen.
50PLUS vindt dat werkgevers financieel verantwoordelijk moeten zijn voor de kosten die arbeidsmigranten met zich meebrengen, om te voorkomen dat de samenleving opdraait voor deze lasten. Dit moet een rem zetten op de instroom en misbruik van goedkope arbeid voorkomen.
Arbeidsmigranten bouwen tijdens hun verblijf AOW-rechten op, maar 50PLUS wil dat deze rechten bij vertrek uit Nederland worden afgekocht. Dit voorkomt langdurige administratieve lasten en uitkeringen aan mensen die niet meer in Nederland wonen.
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
Hoewel 50PLUS een streng migratiebeleid voorstaat, erkennen zij dat de zorgsector zonder gerichte arbeidsmigratie te maken krijgt met ernstige personeelstekorten. Daarom maken zij voor deze sector een expliciete uitzondering.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
DENK erkent het belang van arbeidsmigranten voor de Nederlandse economie, maar wil misstanden zoals uitbuiting en discriminatie krachtig aanpakken. De partij stelt concrete maatregelen voor om uitbuiting te bestrijden, onder meer via strengere regulering van de uitzendbranche en betere handhaving van werkgeversverplichtingen. DENK koppelt deze inzet aan bredere sociale rechtvaardigheid en eerlijke behandeling op de arbeidsmarkt.
DENK wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere regulering van de uitzendbranche en scherpere handhaving van werkgevers. Hiermee wil de partij misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en discriminatie aanpakken, en zorgen voor eerlijke arbeidsvoorwaarden en huisvesting voor arbeidsmigranten.
“Uitwassen in uitzendbranche gaan wij tegen met een vergunnin gensysteem. Zo pakken wij uitbuiting van arbeidsmigranten en discriminatie aan.”
“De negatieve effecten van de uitbuiting van arbeidsmigranten op kwetsbare wijken te kenteren. Misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en uitbuiting worden bestreden, onder andere via verhuurvergunningen, verplichtingen voor werkgevers en handhaving.”
BVNL heeft geen expliciet, uitgewerkt beleid voor arbeidsmigranten in haar verkiezingsprogramma. Het programma richt zich vrijwel uitsluitend op het beperken van immigratie in brede zin, met een sterke nadruk op asielzoekers en economische migranten, maar noemt arbeidsmigranten niet concreet of als aparte doelgroep. Concrete voorstellen over arbeidsmigratie ontbreken, waardoor het standpunt van BVNL hierover niet helder of onderscheidend is.
BVNL benoemt arbeidsmigranten niet als aparte groep en doet geen concrete voorstellen specifiek gericht op arbeidsmigratie. De partij focust op het beperken van immigratie in het algemeen, waarbij economische migranten vooral als "gelukszoekers" worden aangeduid en ontmoedigd. Er is geen sprake van beleid dat inspeelt op de arbeidsmarktbehoefte of de positie van arbeidsmigranten.
“Eventuele opvang is sober. Dit bespaart geld en heeft een afschrikkende werking voor gelukszoekers/economische migranten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma