GroenLinks-PvdA wil arbeidsmigratie inperken door de economie minder afhankelijk te maken van laagbetaald werk en uitbuiting, en stelt strengere eisen aan werkgevers. Arbeidsmigratie blijft mogelijk voor noodzakelijke vakkrachten, maar misstanden worden hard aangepakt en werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheden voor huisvesting en integratie. De partij kiest voor actieve sturing op arbeidsmigratie, betere registratie en het afbouwen van fiscale voordelen voor sectoren die veel arbeidsmigranten inzetten.
GroenLinks-PvdA wil de vraag naar arbeidsmigratie in laagbetaalde sectoren verminderen door de economie te hervormen en bedrijven die afhankelijk zijn van uitbuiting te laten innoveren of verdwijnen. Dit moet leiden tot minder uitbuiting, minder druk op huisvesting en een eerlijkere verdeling van kosten en baten.
“Wij sturen op minder arbeidsmigratie. Bedrijven die alleen kunnen bestaan dankzij laagbetaald werk en uitbuiting hebben in Nederland niets te zoeken.”
“Het sturen op arbeidsmigratie begint bij de vraag welk soort bedrijvigheid we willen in Nederland. Bedrijvigheid die alleen kan bestaan bij de gratie van laagbetaald, slecht werk en uitbuiting moet innoveren of verdwijnen.”
“Wij willen de economie zo inrichten dat de vraag naar arbeidsmigratie in laagbetaalde banen afneemt.”
“Onrechtvaardige fiscale voordelen voor sectoren schaffen we af, ook voor sectoren met veel arbeidsmigranten.”
“Bedrijven gaan betalen voor deze negatieve maatschappelijke effecten. Dat leidt tot minder arbeidsmigratie en is goed voor het milieu.”
Arbeidsmigratie blijft mogelijk voor sectoren waar personeelstekorten zijn, zoals bouw, zorg en energietransitie, maar alleen voor echte vakkrachten en kennismigranten. De kennismigrantenregeling wordt aangescherpt en de expatregeling wordt afgebouwd.
“Soms is arbeidsmigratie nodig om een personeelsvraag in belangrijke sectoren op te vullen, zoals de bouw, zorg en de energietransitie. Wij faciliteren dit waar nodig en moedigen deze werkgevers aan om gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden om vakkrachten tijdelijk in Nederland te laten werken.”
“We scherpen de kennismigrantenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU aan. Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning. Zo gaan we misstanden en oneigenlijk gebruik tegen. De belastingkorting voor kennismigranten, de expatregeling, bouwen we af.”
De partij wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere regulering van uitzendbureaus, het verbieden van schimmige constructies en het verplichten van vaste contracten. Ook wordt de Nederlandse Arbeidsinspectie versterkt.
“Er komt zo snel mogelijk een vergunningsplicht voor uitzendbureaus. Uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten of uitzendkrachten inzetten onder illegale arbeidsomstandigheden verliezen hun vergunning.”
“We willen dat arbeidsmigranten in de sectoren met veel misstanden rechtstreeks in dienst genomen worden, zonder tussenkomst van een uitzendbureau.”
“We versterken de Nederlandse Arbeidsinspectie om uitbuiting tegen te gaan, bijvoorbeeld via hogere boetes.”
“Om betere arbeidsomstandigheden te creëren en de vraag naar arbeidsmigranten te ontmoedigen, verhogen we het wettelijk minimumloon en beperken we de flexibiliteit van uitzendcontracten.”
Werkgevers worden verplicht om bij te dragen aan huisvesting en onderwijs voor arbeidsmigranten en hun gezinnen, om overlast en slechte leefomstandigheden te voorkomen.
“Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de mensen die ze van ver halen om in Nederland te werken. Dit gaat verder dan alleen de omstandigheden op de werkvloer. Daarom gaan werkgevers verplicht meebetalen aan huisvesting en onderwijs, zoals taalles, ook voor meekomende gezinsmigranten.”
“In veel wijken zien we de gevolgen van overbewoning en uithuiszetting. Regelmatig worden arbeidsmigranten op wisselende locaties gehuisvest waardoor zij geen binding krijgen met de buurt. Daarom moet er een huisvestingsverordening komen in gemeenten om verkamering tegen te gaan, zoals wordt gedaan in Roosendaal, en het huurrecht moet ook voor arbeidsmigranten gaan gelden.”
De partij wil een betere registratie van arbeidsmigranten en geeft gemeenten meer zeggenschap over nieuwe bedrijvigheid als de druk op wijken te groot wordt.
“De politiek kan niet sturen op bandbreedtes als onduidelijk is hoeveel migranten er daadwerkelijk in Nederland zijn. Veel arbeidsmigranten zijn nu slecht geregistreerd en daarom niet in beeld. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten.”
“Gemeenten moeten nieuwe bedrijvigheid of uitbreiding stop kunnen zetten als wijken sterk onder druk staan. Daarom willen wij een afwegingskader zodat (nieuwe) bedrijvigheid alleen mag als er genoeg huizen en voorzieningen zijn.”
NSC wil arbeidsmigratie fors beperken en selectiever maken, met nadruk op het tegengaan van misstanden, het ontmoedigen van laagbetaalde arbeid als verdienmodel en het stellen van strengere eisen aan werkgevers. Concrete voorstellen zijn onder meer een werkgeversheffing, strengere regulering en selectie van arbeidsmigranten, en het afschaffen van fiscale voordelen die arbeidsmigratie stimuleren.
NSC wil het verdienmodel van goedkope arbeidsmigratie doorbreken door een werkgeversheffing in te voeren en sectoren te dwingen tot betere arbeidsvoorwaarden. De opbrengsten worden ingezet om Nederlandse werkzoekenden aan het werk te helpen en arbeidsbesparende technologie te stimuleren.
“We voeren daarom naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in op de inzet van arbeidsmigranten. Met de opbrengsten kunnen gemeenten mensen in Nederland aan het werk helpen die nu nog langs de kant staan, zoals statushouders en werklozen in de bijstand.”
“Nederland is verslaafd aan laagbetaalde arbeid. Het moet minder aantrekkelijk worden voor bedrijven om op grote schaal goedkope arbeidsmigranten hierheen te halen, die vaak onder slechte omstandigheden wonen en werken.”
“Afscheid nemen van het verdienmodel laagbetaalde arbeid door een werkgeversheffing.”
Arbeidsmigranten worden alleen nog toegelaten als er binnen de EU niemand beschikbaar is, met een arbeidsmarkttoets voor migranten van buiten de EU. NSC wil EU-quotering mogelijk maken en de instroom uit nieuwe EU-lidstaten beperken.
“Voor toelating van arbeidsmigranten van buiten de EU gaat een arbeidsmarkttoets gelden. Ze mogen alleen hier komen als er binnen de EU niemand te vinden is.”
“Onder bepaalde omstandigheden moeten lidstaten weer de mogelijkheid krijgen om de instroom van arbeidsmigranten te reguleren, waarbij een EU-quotum voor bepaalde sectoren een optie is.”
“Als landen toetreden tot de Europese Unie dan moet de instroom van nieuwe groepen arbeidsmigranten uit deze landen sterk beperkt en gereguleerd worden.”
NSC wil strikte eisen stellen aan arbeidsvoorwaarden, huisvesting en registratie van arbeidsmigranten, met actieve controle door gemeenten en een verbod op uitzendconstructies bij aanhoudende misstanden.
“We stellen strikte eisen aan de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten. Daarbij moeten controles niet alleen op papier plaatsvinden, maar ook fysiek op locatie.”
“We willen duidelijke regels voor de uitzendsector en een harde aanpak van malafide uitzendconstructies. Met het wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) zetten we een belangrijke stap om dit te bereiken.”
“Als in die sectoren de misstanden niet opgelost worden, zal ook daar een uitzendverbod gaan gelden.”
“We schaffen de mogelijkheid voor werkgevers af om een percentage (25%) van het minimumloon van arbeidsmigranten voor huisvesting in te houden. Arbeidsmigranten moeten voordat zij met werken beginnen, ingeschreven staan in de basisadministratie. Daarvoor is de werkgever verantwoordelijk.”
NSC benadrukt dat arbeidsmigratie geen goedkope oplossing mag zijn voor personeelstekorten en dat eerst Nederlandse werkzoekenden moeten worden ingezet.
“Arbeidsmigratie is geen goedkope oplossing voor personeelstekorten. Nog genoeg werkzoekenden staan aan de kant in ons eigen land, hen willen we stimuleren en opleiden zodat ze inzetbaar worden.”
“Arbeidsmigratie moet passen bij wat Nederland op de lange termijn nodig heeft. Dat betekent: eerlijk durven zijn over welke sectoren toekomstbestendig zijn. Een sector die alleen overeind blijft dankzij lage lonen en slechte werkomstandigheden – zoals delen van de vleessector – is dat niet.”
NSC wil alleen bedrijven aantrekken die daadwerkelijk bijdragen aan brede welvaart en niet vooral afhankelijk zijn van arbeidsmigranten.
“We worden selectiever bij het aantrekken van nieuwe bedrijven die een groot beslag leggen op fysieke en milieuruimte (zoals de ‘distributiedozen’) en waarbij vacatures vooral bezet zullen worden door nieuwe groepen arbeidsmigranten. Bedrijven die zich vestigen moeten toegevoegde waarde hebben voor de brede Nederlandse welvaart en niet alleen voor zichzelf.”
De SP beschouwt arbeidsmigratie vooral als een probleem dat leidt tot uitbuiting, druk op sociale voorzieningen en ontwrichting van zowel Nederlandse als herkomstgemeenschappen. De partij wil het aantal arbeidsmigranten fors terugdringen door strengere regels voor werkgevers, invoering van werkvergunningen, betere bescherming tegen uitbuiting en het beëindigen van het verdienmodel van bedrijven en uitzendbureaus. Arbeidsmigratie moet alleen plaatsvinden als het strikt noodzakelijk is, met menswaardige huisvesting en integratie als uitgangspunt.
De SP wil het aantal arbeidsmigranten sterk verminderen, omdat zij arbeidsmigratie als onhoudbaar en uitbuitend zien. De partij stelt dat arbeidsmigratie vooral een verdienmodel is voor bedrijven met lage lonen en uitzendbureaus, en dat het leidt tot druk op voorzieningen, woningnood en sociale problemen. Alleen als werkgevers kunnen aantonen dat er echt behoefte is en goede huisvesting beschikbaar is, mag arbeidsmigratie plaatsvinden.
“Daarom worden de voorstellen van de commissie Roemer per direct doorgevoerd en ook de aantallen arbeidsmigranten fors teruggeschroefd.”
“Arbeidsmigratie is op termijn onhoudbaar. Arbeidsmigratie is een goedkoop verdienmodel. Door flexibele contracten worden arbeidsmigranten snel vervangen en blijven zij in lage loonschalen.”
“Minder arbeids-, kennis- en studiemigratie. Om menswaardige opvang te bieden en tegelijkertijd grip te hebben op integratie binnen onze samenleving, streven we naar een migratiesaldo van 40 duizend per jaar.”
“Werkgevers worden verplicht om aan te tonen dat zij beslist mensen uit andere landen nodig hebben en er voldoende en goede huisvesting beschikbaar is.”
Om uitbuiting te voorkomen en grip te krijgen op arbeidsmigratie, wil de SP een systeem van werkvergunningen invoeren, gebaseerd op de capaciteit van de arbeidsinspectie. Werkgevers en bemiddelaars worden verantwoordelijk voor huisvesting en zorgverzekering, ook na afloop van het werk. Er komt ketenaansprakelijkheid en een vergunningstelsel voor uitzendbureaus.
“Het maximaal aantal arbeidsmigranten wordt gebaseerd op basis van de capaciteit van de arbeidsinspectie. We moeten arbeidsmigranten weer registeren en zo snel als mogelijk werkvergunningen invoeren.”
“Werkgevers of bemiddelaars die arbeidsmigranten naar Nederland halen zijn verantwoordelijk voor de kosten van huisvesting en zorgverzekering zolang de arbeidsmigrant in Nederland verblijft, dus ook na afloop van het werk. Hierbij wordt ketenaansprakelijkheid toegepast.”
“De Arbeidsinspectie moet uitgebreid worden en er komt een vergunningstelsel voor uitzendbureaus. Dit verhoogt de pakkans voor malafide bedrijven en uitzendbureaus.”
De SP wil arbeidsmigranten beschermen tegen uitbuiting door werkgevers en uitzendbureaus, onder andere door het verbieden van grootschalige, onmenselijke huisvesting en het scheiden van werkgevers- en huisbaasrollen. Er komen strikte taaleisen voor gevaarlijke sectoren en boetes bij misstanden.
“We gaan arbeidsmigranten beschermen tegen werkgevers door niet langer toe te staan dat die ook hun huisbaas zijn.”
“Er moet een verbod komen op de bouw van nog meer grootschalige huisvestingslocaties. Deze plekken zijn onmenselijk.”
“Er komen strikte taaleisen voor arbeidsmigranten die in potentieel gevaarlijke sectoren werken, zoals de bouw.”
“Bij misstanden sluiten we bedrijven of uitzendbureaus. Hierbij wordt meteen een boete ingesteld die uitgekeerd wordt aan de arbeidsmigranten voor eventuele terugkeer of als overbruggingsbudget.”
De SP wijst op de negatieve gevolgen van arbeidsmigratie voor de landen van herkomst, zoals braindrain en ontwrichting van gemeenschappen. Ze willen EU-brede afspraken om het ronselen van arbeidsmigranten van buiten Europa via schimmige constructies te verbieden.
“In de landen van herkomst leidt arbeidsmigratie tot ontworteling van gemeenschappen en een braindrain.”
“Het kabinet moet zich in EU verband hard maken om deze constructie te verbieden en een dergelijk verbod voor Nederland mogelijk te maken. Aan deze wetteloosheid moet een einde komen.”
De ChristenUnie vindt de huidige afhankelijkheid van goedkope arbeidsmigranten onhoudbaar en wil arbeidsmigratie strenger reguleren, met meer nadruk op integratie en betere arbeidsvoorwaarden. Ze pleiten voor Europese afspraken over tewerkstellingsvergunningen, het afschaffen van belastingvoordelen voor expats, en het verplicht stellen van taallessen en integratie voor arbeidsmigranten. Arbeidsmigratie wordt niet gezien als dé oplossing voor structurele tekorten op de arbeidsmarkt; innovatie en betere arbeidsvoorwaarden krijgen prioriteit.
De ChristenUnie ziet de grote instroom van goedkope arbeidsmigranten als een rem op innovatie en een bron van sociale problemen. Ze willen arbeidsmigratie beperken door Europese tewerkstellingsvergunningen in te voeren, belastingvoordelen voor expats af te schaffen, en sectoren die afhankelijk zijn van slechte arbeidsvoorwaarden te hervormen of zelfs te verbieden.
“In die sectoren is Nederland verslaafd aan goedkope arbeidsmigranten. Dit is niet houdbaar. De groei van laagbetaalde arbeid en het aanbod van arbeidsmigranten remt innovatie en robotisering en legt een te grote druk op voorzieningen die schaars zijn.”
“Binnen de Europese Unie pleiten we voor de invoering van tewerkstellingsvergunningen, in eerste instantie voor bepaalde sectoren zoals de bouw of uitzendsector. In Europees verband zetten we ons in om belastingvoordelen voor expats gezamenlijk af te schaffen.”
“Arbeidsmigratie is daarbij geen eenvoudig antwoord voor de oplossing van onze structurele tekorten.”
“Sectoren die alleen kunnen bestaan dankzij slechte primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebben geen toekomst in Nederland.”
De partij wil een einde maken aan uitbuiting, slechte huisvesting en schijnconstructies rondom arbeidsmigranten. Toezicht op naleving van wetgeving wordt aangescherpt, en sectoren die geen verbetering laten zien kunnen een uitzendverbod krijgen.
“Er moet een einde komen aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals inhoudingen op het loon of dakloosheid bij verlies van baan.”
“Het toezicht op de naleving van wetgeving (zoals de Wet goed verhuurderschap of de Arbowetgeving) wordt aangescherpt.”
“Sectoren die geen verbetering laten zien in hoe ze met mensen omgaan (zoals de vleessector), krijgen een uitzendverbod opgelegd.”
“Er wordt streng toegezien op de naleving van het nieuwe toelatingsstelsel voor de uitzendbranche.”
De ChristenUnie wil dat arbeidsmigranten verplicht Nederlands leren en integreren, met voorwaarden aan verblijfsvergunningen en inzet van werkgevers en gemeenten voor taalonderwijs.
“Arbeidsmigranten zijn nu niet verplicht Nederlands te leren en in te burgeren. In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.”
“Het beheersen van de Nederlandse taal, ook door arbeidsmigranten, is daarbij essentieel.”
De partij wil migratie, inclusief arbeidsmigratie, beperken tot een gematigde groei binnen de bandbreedte van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, met oog voor economie en ruimtelijke ordening.
“De ChristenUnie kiest voor gematigde groei door gecontroleerde migratie, inclusief de nodige keuzes voor de economie en de ruimtelijke inrichting van Nederland. In het verlengde van dit advies wil de ChristenUnie (over een tijdsperiode van tien jaar gezien) streven naar een maximaal migratiesaldo binnen de bandbreedte zoals geschetst door de staatscommissie.”
JA21 wil arbeidsmigratie in Nederland fors beperken en strenger reguleren, met een nadruk op het tegengaan van laaggeschoolde en ongerichte arbeidsmigratie. De partij pleit voor het benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel, het alleen toelaten van hoogopgeleide kennismigranten waar nodig, en het aanpakken van misstanden en overlast door arbeidsmigranten. Concrete voorstellen zijn onder meer het instellen van strengere selectie, het vergemakkelijken van terugkeer bij werkloosheid, en het hard aanpakken van uitbuiting en illegale arbeid.
JA21 vindt dat Nederland de grip op arbeidsmigratie is verloren en wil arbeidsmigratie beperken tot alleen waar écht tekorten zijn, met nadruk op regulering en selectie. Laaggeschoolde arbeidsmigratie van buiten de EU wordt uitgesloten, en binnen de EU moet meer ruimte komen voor regulering per sector. De partij ziet arbeidsmigratie niet als structurele oplossing voor personeelstekorten en wil inzetten op het eigen arbeidspotentieel.
“JA21 wil arbeidsmigratie daarom beperken en reguleren en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel. Voor hoogopgeleide kennismigratie waar onze samenleving behoefte aan heeft, blijft uiteraard plaats in Nederland.”
“Meer ruimte binnen EU-verband om arbeidsmigratie uit andere lidstaten te reguleren op basis van vraag en aanbod per sector. Lidstaten moeten afspraken kunnen maken over tijdelijke beperkingen en gerichte regulering, zodat arbeidsmigratie beter aansluit op de arbeidsmarkt.”
“Geen laaggeschoolde arbeidsmigratie van buiten de EU.”
“Een rem zetten op ongerichte arbeidsmigratie. We steunen arbeidsmigratie alleen waar écht tekorten zijn en waar goede huisvesting en naleving gegarandeerd zijn.”
JA21 maakt expliciet onderscheid tussen laag- en hoogopgeleide arbeidsmigranten. Alleen kennismigranten met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde zijn welkom, om zo de negatieve gevolgen van grootschalige laaggeschoolde migratie te voorkomen.
De partij wil misstanden zoals overbewoning, uitbuiting, en sociale problemen in wijken door arbeidsmigratie hard aanpakken. Ook moet terugkeer van werkloze of overlastgevende arbeidsmigranten makkelijker worden gemaakt, en illegale arbeid streng worden bestreden.
“Het is daarom noodzakelijk om, naast de regulering die JA21 bepleit, op korte termijn stappen te zetten om problemen die veroorzaakt worden door ongeremde arbeidsmigratie aan te pakken. Hierbij is het noodzakelijk om veel nadrukkelijker in te zetten op terugkeer van EU-migranten die geen toekomst meer in Nederland hebben. ‘Werkloze arbeidsmigrant’ is een contradictio in terminis. Bij verlies van werk vervalt de verblijfsgrond en is niet als dakloze in Nederland blijven, maar terugkeer het antwoord.”
“Woonmisstanden en uitbuiting hard aanpakken: streng controleren en handhaven op overbewoning, aanpakken malafide verhuurders en uitzendbureaus, invoering verhuurdersvergunningen, huisvesting zoveel mogelijk op terrein van de werkgever in plaats van in woonwijken en recreatieparken.”
“Gedwongen terugkeer van EU-ingezetenen (in de praktijk vaak EU-arbeidsmigranten) die overlast veroorzaken of een gevaar voor de openbare orde zijn, makkelijker maken: het huidige benodigde aantal registraties om dossiers aan de IND te kunnen overdragen terugdringen, scherpe afspraken met landen van herkomst over terugkeer.”
“Illegale arbeid bestrijden: hogere boetes en strengere handhaving op het tewerkstellen van illegalen, met terugwerkende kracht innen van belastingen en premies van illegale arbeiders en werkgevers.”
JA21 verzet zich tegen het inzetten van arbeidsmigratie als onderhandelingsmiddel met landen buiten de EU voor het terugnemen van hun onderdanen.
“Arbeidsmigratie niet als ‘ruilmiddel’ inzetten voor het terugnemen van onderdanen door landen buiten de EU, zoals Marokko.”
De SGP wil het aantal arbeidsmigranten fors beperken en ziet arbeidsmigratie vooral als een probleem dat Nederland afhankelijk maakt en leidt tot uitbuiting en druk op de samenleving. Alleen voor cruciale, niet in Nederland te vinden vakkrachten en seizoensarbeid is arbeidsmigratie acceptabel, onder strikte voorwaarden en met duidelijke quota; uitbuiting wordt streng bestraft en werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheid voor arbeidsmigranten.
De SGP vindt dat Nederland te afhankelijk is geworden van arbeidsmigratie en wil het aantal arbeidsmigranten fors terugdringen. Alleen voor specifieke, cruciale vakkrachten die niet in Nederland te vinden zijn, wordt arbeidsmigratie toegestaan, onder strikte voorwaarden en quota. Seizoensarbeid voor de landbouw wordt onderscheiden van structurele arbeidsmigratie in andere sectoren.
“Nederland is chronisch verslaafd aan arbeidsmigratie en dat is ongezond. Zeker als we mensen hierheen laten komen om onze rijkdom in stand te houden, terwijl zij beter mee kunnen werken aan de ontwikkeling van hun eigen land. Het aantal arbeidsmigranten moet daarom omlaag.”
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie. Duur van het verblijf, belang van de sector en noodzaak spelen bij deze afweging een belangrijke rol. Afgebakende seizoensarbeid voor onze boeren en tuinders is iets heel anders dan het jaarrond werken in distributiehallen.”
De SGP wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere boetes en het wegnemen van fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren. Werkgevers worden verantwoordelijk gehouden voor de huisvesting en integratie van arbeidsmigranten.
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd en verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, verdwijnen.”
“Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor werknemers die zij hierheen halen, onder meer ten aanzien van huisvesting of het leren van de taal.”
De SGP wil op EU-niveau een bovengrens aan het aantal arbeidsmigranten en meer mogelijkheden voor lidstaten om arbeidsmigratie te beperken, bijvoorbeeld via werk- of woonvergunningen. Ze verzetten zich tegen verdere versoepeling van arbeidsmigratie vanuit derde landen.
“Een EU-bovengrens limiteert het aantal arbeidsmigranten dat jaarlijks de EU binnenkomt.”
“Binnen de EU moeten meer mogelijkheden komen om waar nodig het aantal arbeidsmigranten te beperken, bijvoorbeeld met werk- of woonvergunningen.”
“Nederland stemt niet in met het EU-plan de poorten te openen en een Tinder voor arbeidsmigranten op te zetten. Overkomst van arbeidsmigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen is overbodig gelet op het aantal EU-werklozen.”
De SGP wil dat arbeidsmigranten uit andere EU-lidstaten onder dezelfde arbeidsvoorwaarden werken als Nederlandse werknemers, om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
“De EU-regels voor detachering vanuit andere lidstaten moeten ertoe leiden dat de loonkosten in het werkland gelijk zijn voor alle werknemers in een bepaalde sector.”
Bij toelating van arbeidsmigranten wil de SGP eerst kijken naar Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland, en vervolgens naar mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot Nederland.
“Bij toelating van (arbeids)migranten wordt allereerst gekeken naar werving van Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland, vervolgens naar mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot de Nederlandse samenleving.”
De SGP erkent het belang van goede huisvesting voor arbeidsmigranten om druk op de woningmarkt te verminderen en hun woonomstandigheden te verbeteren.
“Een goede en passende huisvesting van arbeidsmigranten is cruciaal. Niet alleen om de druk op de woningmarkt te verminderen, maar ook om de woonomstandigheden van deze migranten te verbeteren, bijvoorbeeld via niet-zelfstandige woonruimten.”
Volt ziet arbeidsmigratie als noodzakelijk voor het opvangen van personeelstekorten, maar wil deze eerlijker en beter regelen met nadruk op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting. De partij pleit voor strengere handhaving, directe arbeidscontracten bij werkgevers, EU-brede standaarden en meer inspraak en informatie voor arbeidsmigranten. Volt wil ook legale migratiekanalen en betere toegang tot de arbeidsmarkt voor niet-EU migranten.
Volt wil dat arbeidsmigratie bijdraagt aan een eerlijke arbeidsmarkt, met gelijke behandeling en bescherming voor alle werkenden in de EU. Dit moet misstanden en uitbuiting tegengaan en de positie van arbeidsmigranten versterken.
Volt wil dat arbeidsmigranten niet langer afhankelijk zijn van intermediairs of van hun werkgever voor huisvesting, om uitbuiting en afhankelijkheid te voorkomen.
“We pleiten ervoor dat vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten, in sectoren waar structureel misstanden voorkomen, alleen nog maar direct bij een werkgever mogen worden afgesloten.”
“Volt ervoor dat arbeidscontracten altijd onafhankelijk moeten bestaan van een huurcontract. Hierdoor is een arbeidsmigrant niet direct dakloos, indien de arbeidsrelatie ophoudt.”
Volt wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door strengere handhaving en verplichte certificering van uitzendbureaus, met structurele controle op loonbetaling, huisvesting en administratie.
“We verbeteren het toezicht en de handhaving door de arbeidsinspectie. Hiervoor maken we extra budget vrij.”
“We zijn voorstander van aanvullende verplichte certificering van deze bureaus waarbij processen zoals loonbetaling, klachtafhandeling, administratie en huisvesting van arbeidsmigranten worden beoordeeld. Dit zorgt voor structurele controle in plaats van eenmalig bij de start.”
“Arbeidsmigranten komen te vaak in benarde posities terecht en worden vaak uitgebuit. Handhaving moet zich richten op sectoren waar veel migranten werkzaam zijn, zoals slachthuizen en de glastuinbouw.”
Volt wil arbeidsmigranten beter informeren over hun rechten, hun belangen laten vertegenwoordigen en barrières verlagen via campagnes en inspraak.
“We starten bewustwordingscampagnes voor zowel arbeidsmigranten als werkgevers. Vanwege de taalbarrières en een gebrek aan goede informatie weten arbeidsmigranten niet altijd wat hun rechten zijn.”
“We geven arbeidsmigranten een plek aan tafel bij beleidsmakers. De belangen van arbeidsmigranten moeten worden vertegenwoordigd door de arbeidsmigranten zelf.”
Volt wil een Europees matchingsysteem voor banen en meer mogelijkheden voor niet-Europese migranten om tijdelijk te werken, wat zowel de economie als de migranten ten goede komt.
“We bouwen een Europese job-tinder (Europese talent pool) zodat arbeidsmigranten van buiten de EU een goed overzicht hebben van de beschikbare banen in de EU.”
“We bieden meer mogelijkheden voor niet-Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of voor een andere Europese lidstaat.”
Het CDA erkent het belang van arbeidsmigratie voor bepaalde sectoren, maar wil de afhankelijkheid van laagbetaalde arbeidsmigranten sterk verminderen en misstanden krachtig aanpakken. De partij legt nadruk op fatsoenlijke huisvesting, verplichte taallessen, strengere handhaving en regulering van instroom via een vakkrachtenregeling, met extra aandacht voor de positie van kinderen en het tegengaan van schijnconstructies.
Het CDA wil de vraag naar laagbetaalde arbeidsmigranten fors terugdringen door arbeidsbesparende innovaties en betere arbeidsvoorwaarden te stimuleren. Alleen voor essentiële beroepen wordt gereguleerde instroom toegestaan, met strikte voorwaarden op aantallen, huisvesting en toegang tot zorg en onderwijs.
“De vraag naar arbeidsmigranten die laagbetaald werk doen willen we sterk verminderen. De overheid maakt bindende afspraken met sectoren om te werken aan arbeidsbesparende innovaties en verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden.”
“Er komt een vakkrachtenregeling, die voor bepaalde essentiële beroepen de instroom van vakkrachten reguleert op onder andere aantallen, huisvesting, toegang tot zorg en onderwijs voor de kinderen, met circulariteit voor geselecteerde sectoren als bindende voorwaarde.”
Het CDA stelt dat bedrijven verantwoordelijk zijn voor goede huisvesting van arbeidsmigranten en verplicht werkgevers om na beëindiging van het dienstverband nog vier weken huisvesting te bieden. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om eisen te stellen aan huisvesting.
“Bedrijven zijn verantwoordelijk voor fatsoenlijke huisvesting van hun arbeidsmigranten. Werkgevers blijven een arbeidsmigrant vier weken na het beëindigen van het dienstverband huisvesten, zodat mensen de tijd krijgen om terug te keren naar hun land van herkomst of ander werk te vinden.”
“Elke gemeente voert een effectieve, randvoorwaardelijke bedrijfseffectrapportage uit: voordat een bedrijf zich ergens vestigt, moet het aan de juiste voorwaarden voldoen. Geen bed, geen business.”
“Daarbij krijgen gemeenten meer mogelijkheden om eisen te stellen aan de huisvesting van arbeidsmigranten.”
Het CDA wil dat werkgevers verplicht Nederlandse les verzorgen voor arbeidsmigranten en dat langdurig verblijvende arbeidsmigranten een verplicht taaltraject volgen, gericht op werk en participatie.
Het CDA wil de kwetsbare positie van kinderen van arbeidsmigranten verbeteren door vaste schooltoegang en verplichte voorschoolse educatie.
“Toegang tot een vaste school wordt onderdeel van de bedrijfseffectrapportage. Voorschoolse educatie wordt, net als voor kinderen van statushouders, verplicht.”
Het CDA wil misstanden en schijnconstructies met uitzendbureaus, vooral voor niet-Europese arbeidsmigranten, krachtig aanpakken via Europese regelgeving en handhaving.
“Schijnconstructies met uitzendbureaus in andere EU-landen zorgen voor misstanden met niet-Europese arbeidsmigranten, de zogeheten derdelanders. Op Europees niveau zetten we vol in op verduidelijking van de regels en handhaving om dit soort schijnconstructies tegen te gaan. We versterken het mandaat van de Europese Arbeidsinspectie.”
Het CDA ondersteunt vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten om dak- en thuisloosheid te voorkomen, in samenwerking met EU-landen van herkomst.
“Vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten wordt extra ondersteund om dak- en thuisloosheid te voorkomen; hiervoor zoeken we samenwerking met de EU-landen van herkomst.”
De Partij voor de Dieren wil arbeidsmigratie niet langer als verdienmodel voor goedkope arbeid, maar streeft naar gelijke rechten, bescherming en fatsoenlijke huisvesting voor arbeidsmigranten. Ze pleiten voor strengere regulering van uitzendbureaus, afschaffing van fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers, en overwegen herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor EU-arbeidsmigranten. De kern van hun visie is dat arbeidsmigranten niet langer tweederangs werknemers mogen zijn en dat uitbuiting structureel wordt bestreden.
De PvdD vindt dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en bescherming moeten krijgen als andere werknemers, omdat arbeidsmigratie nu vooral leidt tot uitbuiting en een lageloneneconomie. Ze willen gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting afdwingen.
“Iedereen die in Nederland werkt – waar je ook vandaan komt – heeft recht op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting.”
“Gelijk loon en gelijke rechten voor gelijk werk wordt de norm.”
“Arbeidsmigranten krijgen betere bescherming tegen uitbuiting, waaronder het recht op een eigen slaapkamer en fatsoenlijke huisvesting.”
“Het is niet langer toegestaan dat commerciële bedrijven zowel werkgever als huisbaas zijn van arbeidsmigranten.”
De partij wil dat alleen gecertificeerde uitzendbureaus arbeidsmigranten mogen werven, met intrekking van certificering en boetes bij misstanden. Dit moet misbruik en uitbuiting tegengaan.
“Uitzendbureaus moeten gecertificeerd worden om arbeidsmigranten naar Nederland te halen. Als misstanden worden gesignaleerd wordt de certificering ingetrokken. Bedrijven die gebruikmaken van niet-gecertificeerde uitzendbureaus krijgen een boete.”
De PvdD wil de expatregeling en andere fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers afschaffen, omdat deze volgens hen oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt stimuleren.
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
De partij onderzoekt de mogelijkheid om opnieuw tewerkstellingsvergunningen in te voeren voor werknemers uit andere EU-landen, om grip te krijgen op de instroom en misstanden te voorkomen.
“We onderzoeken de herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen, zoals die nu bestaat voor arbeidskrachten van buiten de EU.”
Omdat uitbuiting van arbeidsmigranten vooral voorkomt in bepaalde sectoren, wil de PvdD uitzendkrachten daar verbieden, te beginnen bij de vleesverwerkende industrie.
“Er komt daarom een verbod op uitzendkrachten in de vleesverwerkende industrie en andere sectoren met hoog risico op uitbuiting van arbeidsmigranten.”
De partij wil dat malafide constructies waarbij arbeidsmigranten via andere EU-landen worden gedetacheerd, worden verboden.
“Malafide detachering via Duitsland of Polen van arbeidsmigranten van buiten de EU staan we niet meer toe.”
De PvdD hekelt het huidige systeem waarin arbeidsmigratie een verdienmodel is voor bedrijven en pleit voor een eerlijk en menswaardig arbeidsbeleid.
“Arbeidsmigratie is nu vaak een verdienmodel dat drijft op uitbuiting en het tegen elkaar uitspelen van werknemers. In plaats van arbeidsmigranten te gebruiken als goedkope en kwetsbare arbeidskrachten, kiezen we voor een eerlijk en menswaardig arbeidsbeleid.”
BBB wil arbeidsmigratie beperken tot een selectieve, tijdelijke en circulaire instroom van vakmensen van buiten de EU, uitsluitend voor sectoren met structurele tekorten. Arbeidsmigratie moet aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde hebben, mag niet leiden tot overbelasting van integratie en huisvesting, en moet altijd onder strikte selectiecriteria plaatsvinden. Tegelijkertijd wil BBB misstanden bestrijden en de inzet van het bestaande arbeidspotentieel in Nederland vergroten.
BBB pleit voor een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratiebeleid, uitsluitend gericht op vakmensen met aantoonbare meerwaarde in sectoren met structurele tekorten. Het beleid moet voorkomen dat arbeidsmigratie leidt tot overbelasting van integratie en huisvesting, en circulaire migratie (tijdelijk verblijf) wordt als kansrijk gezien.
“BBB wil daarom een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratie beleid van buiten de EU, gericht op vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde; van verpleegkundigen tot elektriciens en van lassers tot gespecialiseerde koks.”
“Arbeidsmigratie moet bijdragen aan het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt, zonder te leiden tot overbelasting van integratie en huisvesting.”
“Circulaire arbeidsmigratie, waarbij vakmensen tijdelijk legaal in Nederland werken en daarna terugkeren, biedt kansen voor wederzijdse ontwikkeling.”
“Arbeidsmigratie moet gericht zijn op die beroepsgroepen waar structurele tekorten bestaan én waar de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling.”
BBB wil duidelijke selectiecriteria hanteren voor arbeidsmigratie, in samenwerking met werkgevers, gebaseerd op daadwerkelijke behoefte, vaardigheden en maatschappelijke impact.
“Dit vraagt om duidelijke selectiecriteria en samenwerking met werkgevers, gebaseerd op behoefte, vaardigheden en maatschappelijke impact.”
BBB stelt dat huisvesting van arbeidsmigranten bij voorkeur bij het bedrijf moet plaatsvinden, mits dit fatsoenlijk gebeurt en tegen marktconforme prijzen.
BBB wil misstanden bij malafide uitzendconstructies hard aanpakken en oneerlijke concurrentie en uitbuiting bestrijden, maar geen generiek uitzendverbod per sector invoeren.
“Geen generiek uitzendverbod per sector, maar wij pakken misstanden bij malafide uitzendconstructies hard aan. Oneerlijke concurrentie, uitbuiting en malafide praktijken worden bestreden, zonder het hele systeem plat te leggen.”
BBB vindt dat Nederland meer moet doen om het arbeidspotentieel van migranten die al in Nederland verblijven te benutten, voordat nieuwe arbeidsmigratie wordt overwogen.
“Tegelijkertijd wordt het arbeidspotentieel van migranten die hier al verblijven zo’n 330.000 mensen onvoldoende benut. BBB vindt dat Nederland meer werk moet maken van het activeren van mensen die hier al zijn. Wie hier woont, moet naar vermogen meedoen en bijdragen.”
BIJ1 ziet arbeidsmigratie als een positief en structureel onderdeel van de samenleving, waarbij arbeidsmigranten dezelfde rechten en bescherming verdienen als andere werknemers. De partij pleit voor het loskoppelen van werk en verblijfsstatus, het versterken van arbeidsrechten, en het tegengaan van uitbuiting en afhankelijkheid van werkgevers. BIJ1 streeft naar volledige gelijkwaardigheid, inclusief toegang tot sociale voorzieningen en het recht om voor meerdere werkgevers te werken.
BIJ1 wil dat arbeidsmigranten dezelfde rechten, beloning en bescherming krijgen als andere werknemers, ongeacht hun verblijfsstatus. Dit moet uitbuiting, discriminatie en afhankelijkheid van werkgevers tegengaan en bijdragen aan sociale cohesie.
“Arbeidsmigranten en ongedocumenteerde mensen verdienen dezelfde rechten als elke andere werknemer. Ongedocumenteerde mensen die te maken krijgen met geweld of dwang op het werk, moeten dit kunnen melden zonder dat ze risico lopen op ontslag of uit het land gezet worden. We beschermen de rechten en beloning van arbeidsmigranten beter.”
“We verbieden het koppelen van werk en woonruimte, waarbij ontslag gelijk staat aan dakloos worden.”
“Werkgevers worden verplicht het minimumloon te betalen, ook als de arbeiders via een wervingsbureau over de grens werken.”
“Arbeidsmigranten mogen voor meerdere werkgevers werken en mogen alle soorten werk verrichten, niet alleen werk dat niet door Nederlanders kan worden gedaan. Ze kunnen zelfstandig woningen huren of gemeentelijke opvang gebruiken en hebben recht op sociale voorzieningen, gelijk loon, gelijke contracten en arbeidsrechten. Zo wordt hun afhankelijkheid van werkgevers verkleind.”
BIJ1 beschouwt arbeidsmigratie als een bron van culturele en economische verrijking en verzet zich tegen het denken in termen van ‘wij’ en ‘zij’. De partij streeft naar een wereld zonder grenzen, waarin mensen vrij zijn om te wonen en werken waar ze willen.
“Migratie is van alle tijden en draagt bij aan diversiteit, culturele verrijking, economische waarde en het verlichten van personeelstekorten in essentiële sectoren.”
“Wij willen bouwen aan een wereld waarin mensen kunnen kiezen waar zij willen wonen, werken en leven. Ongeacht nationaliteit, religie, gender, verblijfsstatus of achtergrond, geen mens is illegaal en iedereen verdient wat zij nodig hebben.”
“BIJ1 staat voor een wereld waarin het recht om vrij te kunnen reizen beschermd en gestimuleerd wordt. Grenzen, vaak met willekeur getekend, zijn een koloniaal litteken dat in het heden nog steeds pijn doet.”
BIJ1 wil een eigen vakbond voor arbeidsmigranten en het afschaffen van fiscale regelingen die buitenlandse werknemers bevoordelen boven anderen.
“Arbeidsmigranten verdienen een eigen vakbond die kan opkomen voor het waarborgen van hun rechten, en hun bescherming tegen uitbuiting en erbarmelijke leefomstandigheden.”
“De 30%-regeling wordt afgeschaft: buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen gaan net zoveel belasting betalen als ieder ander.”
FVD wil arbeidsmigratie sterk beperken en alleen toestaan voor tijdelijk verblijf van economisch waardevolle, cultureel compatibele migranten via een streng GreenCard-systeem. Zij willen structurele afhankelijkheid van arbeidsmigratie tegengaan door het beroepsonderwijs te versterken en tekorten met Nederlandse vakmensen op te lossen. Permanente vestiging, naturalisatie en sociale voorzieningen voor arbeidsmigranten worden uitgesloten.
FVD wil arbeidsmigratie alleen toestaan voor tijdelijk verblijf van economisch waardevolle en cultureel compatibele migranten, zonder uitzicht op naturalisatie. Dit moet via een streng gereguleerd GreenCard-model, waarbij migranten periodiek hun nut en noodzaak moeten bewijzen. Het doel is om alleen migranten toe te laten die daadwerkelijk bijdragen aan de economie, en permanente vestiging te voorkomen.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
“Met een naturalisatiestop van tien jaar en een GreenCard-systeem voor tijdelijke, waardevolle arbeidsmigranten.”
FVD wil de afhankelijkheid van arbeidsmigratie structureel verminderen door het beroepsonderwijs te verbeteren en meer Nederlandse jongeren op te leiden tot vakmensen. Zo moeten tekorten in sectoren als bouw en techniek worden opgelost met eigen arbeidskrachten, zodat geld en banen in Nederland blijven.
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”
“Door jongeren op te leiden tot vakmensen, verminderen we bovendien onze afhankelijkheid van arbeidsmigratie en zorgen we dat lonen en belastingen in Nederland blijven.”
FVD wil dat arbeidsmigranten pas na tien jaar arbeid aanspraak kunnen maken op sociale voorzieningen, en voert een hoge belasting op geldtransfers naar het buitenland in. Hiermee willen ze voorkomen dat arbeidsmigratie een aanzuigende werking heeft en dat Nederlands geld wegvloeit.
“We laten immigranten pas aanspraak maken op toeslagen en uitkeringen na tien jaar arbeid in Nederland, zodat Nederland niet meer aantrekkelijk is voor gelukszoekers.”
“We voeren een heffing tot 40% in op geld dat migranten naar hun herkomstlanden overmaken (€18 miljard in 2024), zodat Nederlands geld niet naar het buitenland vloeit.”
FVD wil een einde maken aan de uitbuiting van buitenlandse arbeidskrachten, vooral in sectoren als transport, door strenge handhaving, eerlijke beloning en minimale talenkennis te eisen. Dit moet oneerlijke concurrentie en verdringing van Nederlandse werknemers tegengaan.
“We pakken onderbetaalde buitenlandse chauffeurs, schijnconstructies en illegale uitzendbureaus aan, zodat de sector weer eerlijk en concurrerend wordt.”
“We stellen eisen aan de talenkennis van chauffeurs, zodat zij de verkeersregels begrijpen en de veiligheid op onze wegen wordt gewaarborgd.”
De VVD wil arbeidsmigratie strenger reguleren en beperken tot migranten die aantoonbaar bijdragen aan de Nederlandse samenleving en economie. Werkgevers moeten eerst het binnenlands arbeidspotentieel benutten en zijn verantwoordelijk voor het welzijn van arbeidsmigranten; bedrijven worden verplicht te investeren in robotisering en goede huisvesting. Overlastgevende en ongewenste arbeidsmigranten worden actief teruggestuurd, en malafide constructies en misstanden worden streng aangepakt.
De VVD wil alleen arbeidsmigranten toelaten die een duidelijke meerwaarde hebben voor Nederland, en de afhankelijkheid van arbeidsmigratie verminderen door bedrijven te stimuleren te investeren in automatisering. Dit moet de negatieve gevolgen van arbeidsmigratie beperken en de welvaart beschermen.
“Daarom willen wij dat er strengere maatregelen worden genomen om juist die arbeidsmigranten naar Nederland te laten komen, waar de hele samenleving wat aan heeft. Dit betekent ook dat sommige arbeidsmigranten niet meer welkom zijn.”
“Om de afhankelijkheid van arbeidsmigratie zoveel mogelijk te beperken moet de overheid bedrijven actief helpen om in te zetten op robotisering en automatisering.”
“Hoewel arbeids- en kennismigratie nog steeds belangrijke motoren van de Nederlandse economie zijn, is de tijd voorbij dat Nederland hier alleen maar beter van wordt. Daarom moeten de excessen van arbeidsmigratie worden aangepakt.”
Werkgevers moeten eerst het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland benutten en zijn verantwoordelijk voor het welzijn en de huisvesting van arbeidsmigranten. Bedrijven in sectoren met veel arbeidsmigranten moeten aantonen dat lokale voorzieningen toereikend zijn.
“Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om eerst te zoeken binnen het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland. Als zij toch arbeidsmigranten moeten inzetten, worden zij verantwoordelijk voor het welzijn van deze werknemers.”
“Als een bedrijf in een sector met veel arbeidsmigranten zich wil vestigen, dan moet het aantonen dat de lokale voorzieningen, zoals bijvoorbeeld huisvesting, toereikend zijn voor de extra arbeidspopulatie, en dat het bedrijf daar zelf in voorziet.”
De VVD wil overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten, ook uit de EU, terugsturen en hierover afspraken maken met herkomstlanden, eventueel in combinatie met verslavingshulp.
“Er is geen plek voor overlastgevende en dakloze arbeidsmigranten in Nederland. Ook arbeidsmigranten uit de EU worden teruggestuurd. Met landen waar veel arbeidsmigranten vandaan komen worden afspraken gemaakt over effectieve terugkeer, eventueel in combinatie met verslavingshulp.”
Malafide bedrijven en uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten worden aangepakt. Bij ernstige misstanden kan een uitzendverbod volgen, en betere registratie van arbeidsmigranten wordt noodzakelijk geacht.
“Nog te vaak maken malafide bedrijven gebruik van sluiproutes om arbeidsmigranten via schimmige uitzendbureaus in Oost-Europa onder mensonterende omstandigheden in Nederland te laten werken. Wij willen dat Nederland binnen Europa een leidende rol speelt bij het aan banden leggen van deze schijnconstructies.”
“In sommige sectoren schieten de arbeids- en leefomstandigheden nog steeds ernstig tekort. Als daar geen verbetering optreedt, zullen we voor de desbetreffende sectoren een uitzendverbod instellen.”
“Daarom is een betere registratie van arbeidsmigranten noodzakelijk.”
BVNL is zeer kritisch op immigratie en wil een strenge beperking van alle vormen van migratie, inclusief arbeidsmigratie. De partij stelt dat bevolkingsgroei door migratie de leefbaarheid en woningmarkt onder druk zet en pleit voor het ontmoedigen van economische migratie, het beperken van sociale voorzieningen voor nieuwkomers, en het stimuleren van arbeidsparticipatie onder bestaande migranten. BVNL wil dat nieuwkomers pas na tien jaar recht krijgen op bijstand en stelt harde eisen aan taalbeheersing en arbeidsparticipatie.
BVNL ziet arbeidsmigratie als een probleem voor de leefbaarheid, woningmarkt en sociale voorzieningen. De partij wil economische migratie ontmoedigen door voorzieningen te versoberen, rechten uit te stellen en streng te handhaven op participatie. Het doel is om de instroom te beperken en bestaande migranten te laten werken in plaats van gebruik te maken van uitkeringen.
“Eventuele opvang is sober. Dit bespaart geld en heeft een afschrikkende werking voor gelukszoekers/economische migranten.”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
“Versoberde uitkering bij werkloosheid voor immigranten tijdens de eerste 5 jaar in Nederland.”
“Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
“Immigranten die zich blijvend willen vestigen in Nederland, en kunnen werken maar dit weigeren, en die niet financieel redzaam zijn, worden Nederland uitgezet en verliezen elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.”
BVNL wil dat migranten die in Nederland verblijven, verplicht worden te werken als zij daartoe in staat zijn. Werkweigering leidt tot verlies van verblijfsrecht of uitkering. Hiermee wil de partij voorkomen dat arbeidsmigratie leidt tot langdurige afhankelijkheid van sociale voorzieningen.
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag). Mensen met meerdere verblijfstitels verliezen bij werkweigering hun Nederlandse verblijfstitel.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
BVNL is tegen regelingen die volgens hen leiden tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt, zoals de expatregeling. Hiermee wil de partij de positie van Nederlandse werknemers beschermen tegen arbeidsmigranten en buitenlandse werknemers.
“De expatregeling afschaffen, deze leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt.”
D66 wil arbeidsmigratie beperken tot waar het echt nodig is, met nadruk op vakkrachten en kenniswerkers, en minder op laagbetaalde, kwetsbare arbeid. De partij stelt strengere eisen aan werkgevers, investeert in innovatie om de vraag naar laagbetaalde arbeid te verminderen, en wil uitbuiting van arbeidsmigranten actief tegengaan. D66 kiest voor gerichte, menswaardige arbeidsmigratie die bijdraagt aan een sterke, duurzame economie en samenleving.
D66 wil de instroom van arbeidsmigranten beperken tot sectoren waar ze echt nodig zijn, met nadruk op vakkrachten en kenniswerkers. De partij wil minder arbeidsmigratie voor laagbetaalde, kwetsbare banen en stelt dat de overheid de regie moet nemen. Dit moet bijdragen aan een groene, innovatieve economie en voorkomen dat voorzieningen verder onder druk komen te staan.
“D66 wil arbeidsmigratie daar inzetten waar die het verschil maakt. We gaan de echte prijs betalen voor arbeidsmigratie. En we kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan. De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
D66 wil dat werkgevers alleen arbeidsmigranten mogen inzetten als ze zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Uitbuiting en slechte leefomstandigheden zijn onacceptabel; bedrijven die zich hier niet aan houden, raken hun vergunning kwijt. De partij baseert zich op de commissie-Roemer en wil extra maatregelen voor bescherming van arbeidsmigranten.
“We stellen strenge voorwaarden aan werkgevers als die arbeidsmigranten inzetten. Als zij niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen ze hun vergunning kwijtraken.”
“Arbeidsmigratie zonder uitbuiting. Te vaak werken arbeidsmigranten in slechte omstandigheden en wonen ze onder mensonterende omstandigheden. Dit is Nederland onwaardig. D66 wil dat arbeidsmigranten hier veilig en eerlijk kunnen werken en wonen. De aanbevelingen van de commissie-Roemer zijn de basis, maar ook daarbovenop zet D66 fors in op verbetering van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten.”
D66 wil de vraag naar laagbetaalde arbeidsmigratie verminderen door lonen te verhogen en te investeren in arbeidsbesparende technologie. Dit moet werk eerlijker maken, innovatie stimuleren en de afhankelijkheid van buitenlandse arbeidskrachten verkleinen.
“Minder vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland. We verhogen bijvoorbeeld de lonen, zodat werk naar waarde gewaardeerd wordt en concurrentie met andere werknemers eerlijker is. Hogere arbeidskosten maken het voor ondernemers bovendien aantrekkelijker te investeren in innovatie.”
“Slimmer werken door innovatie. We zetten sterk in op arbeidsbesparende technologie, zoals automatisering en robotisering.”
D66 vindt dat goed beleid alleen mogelijk is met goede gegevens. Daarom wil de partij de registratie van arbeidsmigranten verbeteren, zodat arbeidsmigratie gericht kan worden gestuurd en de effecten beter kunnen worden onderzocht.
“Goed overheidsbeleid begint met goede gegevens. We kunnen arbeidsmigratie alleen gericht sturen als we er voldoende informatie over hebben. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten.”
50PLUS kiest voor een streng en restrictief arbeidsmigratiebeleid, waarbij de verantwoordelijkheid voor de kosten en gevolgen van arbeidsmigratie nadrukkelijk bij werkgevers wordt gelegd. Uitzonderingen worden alleen gemaakt voor gerichte arbeidsmigratie in de zorg vanwege het groeiende personeelstekort. Daarnaast wil 50PLUS dat arbeidsmigranten tijdens hun verblijf opgebouwde AOW-rechten bij vertrek afkopen.
50PLUS wil het aantal arbeidsmigranten beperken om overbelasting van systemen te voorkomen en legt de verantwoordelijkheid voor arbeidsmigratie bij werkgevers. Alleen voor de zorg wordt een uitzondering gemaakt vanwege het personeelstekort. Het beleid is gericht op het beperken van instroom en het voorkomen van langdurige aanspraken op sociale voorzieningen.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden.”
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
Om langdurige administratieve lasten en kleine uitkeringen aan onvindbare rechthebbenden te voorkomen, wil 50PLUS dat arbeidsmigranten hun opgebouwde AOW-rechten afkopen als zij Nederland verlaten.
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland. Het legt een te groot beslag op overheidsdiensten om soms tot 40 jaar later deze kleine uitkeringen te verzorgen bij de onvindbare rechthebbenden.”
DENK erkent het belang van arbeidsmigratie voor de Nederlandse economie, maar legt de nadruk op het bestrijden van uitbuiting en het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten. Hun belangrijkste voorstellen zijn het tegengaan van misstanden zoals uitbuiting en overbewoning via strengere handhaving en vergunningen, en het aanpakken van discriminatie en uitwassen in de uitzendbranche. DENK wil arbeidsmigratie menswaardig en eerlijk organiseren, met oog voor sociale rechtvaardigheid.
DENK wil de negatieve effecten van arbeidsmigratie, zoals uitbuiting, overbewoning en schijnconstructies, actief bestrijden. Dit doen ze door strengere handhaving, verhuurvergunningen en verplichtingen voor werkgevers, en een vergunningsysteem voor uitzendbureaus. Het doel is om arbeidsmigranten te beschermen tegen misbruik en om kwetsbare wijken te ontlasten.
“De negatieve effecten van de uitbuiting van arbeidsmigranten op kwetsbare wijken te kenteren. Misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en uitbuiting worden bestreden, onder andere via verhuurvergunningen, verplichtingen voor werkgevers en handhaving.”
“Uitwassen in uitzendbranche gaan wij tegen met een vergunningsysteem. Zo pakken wij uitbuiting van arbeidsmigranten en discriminatie aan.”
DENK wil het voor mensen uit landen waarmee Nederland historische banden heeft makkelijker maken om in Nederland te werken en wonen. Dit doen ze door het versoepelen van visumregels, waarmee arbeidsmigratie uit deze landen wordt gestimuleerd en gefaciliteerd.
“Wij versoepelen de visumregels tussen Nederland en Marokko, Turkije en Suriname om werken en wonen in Nederland te vergemakkelijken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma